De nood van de werkloozen besproken Nieuwe richtlijnen vastgesteld DONDERDAG 17 MAART ig38 TWEEDE BLAD PAG. s Conferentie der Centra e voor Werkloozenzorg LIET gezin van een werklooze Wie het niet van nabij kent. weet niet de nood. die er heerscht, het gebrek, dat steeds weer op den loer ligt om den man, de vrouw en de kinderen aan te grijnzen. De nood van de honderdduizenden werkloozen van hun vrouwen en van hun kinde ren is Tiiet naar waarheid te peilen, voor hen, die nog werk hebben. De Christelijke liefde moet ertoe dringen om te trachten iets van den nood te lenigen. Het prachtige werk van de Centrale voor werkloozenzorg uitgaande van den Raad van Neder- landsche Kerken voor practisch Christendom is gisteren weer onder de aandacht gebracht op de confe rentie. die gehouden werd in Woud- schoten het conferentie-oord te Zeist, waarvan we U hieronder gaan ver tellen. De opening De Voorzitter, de heer W. J. Hemmes te Utrecht heette na de gebruikelijke ope ning allen welkom en wees op de bedoe ling van deze conferentie die het door de commissie uitgebrachte rapport nader zal bezien. Het doet de Centrale leed dat haar arbeid nog niet kon gelikwideerd worden. De minister van Sociale Zaken kon zijn woord hier te komen helaas niet gestand doen. Spr. verwelkomde enkele autoritei ten en verleende hierna het woord aan den eersten inleider, den heer A n t h. F o 1- m e r, lid van den gemeenteraad van 's-Gravenhage en oud-directeur van den dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling. Referaat Anth. Folmer De heer Folmer gaf allereerst een overzicht van den stand van het werk, voortgekomen uit de overweging om weer arbeid te verschaffen die het leven ver heft en vreugde brengt. Na 5 jaar wil de Centrale nader bezien wat is verricht en wat verder moet gedaan. Vier motieven hebben daarbij geleid. Ie. Is het werk der Centrale crisiswerk. Ervaring kon men eerst na enkele jaren opdoen en na enkele jaren moet worden bekeken of het gelei delijk opgetrokken gebouw voldoet. 2e. Heeft de jeugdwerkloosheid v.n. naar ar beid voor de jongeren doen omzien en de jeugdwerkkampen en de dienstbode-oplei ding in het leven doen roepen. Is het ac cent daardoor niet wat verlegd? Ten derde is er de vraag of de Centrale aan het groo- te in haar gestelde vertromygn heeft be antwoord. Daarmede hangt als vanzelf sa men de vraag of een hernieuwd beroep op de offervaardigheid is verantwoord, in verband waarmede de stand van de jeugd werkloosheid nader moet bezien. Spr. bezag de economische positie hier te lande aan de hand van den stand der cijters toen de Centrale optrad en de jaren van haar bestaan. Ondanks de stijgende werkloosheid kon Nederland, mede dank zij verschillende maatregelen een zekere mate van welvaart openbaren, die de werk loosheidsbestrijding mede ten goede kwam. In de opleving in het begin van 1937 kwam in het najaar weer stagnatie, al wil spr. niet beweren dat de opleving is gestuit. In de daling van de werkloosheid had de jeugdwerkloosheid het grootste aandeel en de cijfers leeren dat de jongeren een twee maal zoo groote kans hebben om weer aan den slag te kómen als de ouderen. Dat ls voor de Centrale uiteraard van groot be lang, want de blijvende werkloosheid der ouderen raakt ook de vrouwen dier werk loozen. Hier is ook sprake van moreele zorg en nood. Spr. gaf nadere cijfers over de werkloosheid onder ouderen en jonge ren. De jeugdwerkloosheid is over '37 be langrijk gedaald. Echter is voortzetting van de kampen voor jeugdige werkloozen nog zeer geboden, al melden lang niet al len zich voor het kamp aan, die daarvoor in aanmerking komen. De Centrale moet hier stimuleerend werken. Ook moet de arbeid der Centrale voor de vrouwen der werkloozen worden uitgebreid. De Centrale wil haar oorspronkelijk plan getrouw blij ven en de lijn niet ombuigen. Spr. besloot met het uitspreken van den wensch dat de Centrale gedrongen door de liefde van Christus en gesteund door Prot. Chr. Nederland haar arbeid met vrucht voortzetten moge. (Applaus.) DE MIDDAGVERGADERING In de middagsamenkomst werden twee referaten gehouden. Allereerst sprak de heer J. A. J. Jansen Manenschijn, de burgemeester van Zwijndrecht, die re- Referaat Jansen Manenschijn Het tweede deel van het rapport van de commissie-Folmer behandelt het vraagstuk van de verplichte of de vrijwillige arbeids dienst en komt de volgende conclusies: I. verplichte algemeene arbeidsdienst voor de geheele jeugd wordt afgewezen; II. verplichte arbeidsdienst voor de werk looze jeugd wordt minder gewenscht en vooralsnog niet noodzakelijk geacht; III. vrijwillige arbeidsdienst zooals die nu bestaat, kan grooter resultaat hebben: a. door aan de deelname zekere voordeelen te verbinden; b. door op de steuntrekken de ouders van werklooze jongeren een ze keren drang toe te passen, zoodat zij hun jongens aan den vrijwilligen arbeidsdiens* doen deelnemen. Deze drie conclusies van het rapport wer den door spreker nader toegelicht. Aangetrokken door bui-tenlandsche voor beelden gaan ook in ons land stemmen op om arbeidsplicht voor alle jeugdige perso nen, werkloos of niet, in te voeren. Bewust of onbewust is het de invloed van het na- tionaal-socialisme, dat zich hier laat gel den. Men wil de op\oeding in één richting en deze opvoeding doen geschieden door den staat. Deze mechanische eenheid wil len wij niet. Wij hebben principieele be zwaren tegen de nat. soc. levensbeschou wing, maar wij blijven ook staan op het standpunt, dat het niet behoort tot de roe ping der overheid om zich te belasten met de volksopvoeding, hetzij van de jeugd, hetzij van de volwassenen, zelfs al zou dit kunnen geschieden met Inachtneming van beginselen, waartegen wij geen bezwaren hebben. In het buitenland was armoede van het land vaak een der voornaamste drijfveeren tot het instellen van den gedwongen ar beidsplicht. Maar de toestanden in het buitenland zijn niet te vergelijken met die in ons land. Hierna behandelde spr. de vraag of verplichte arbeidsdienst voor de jeugd alleen wenschelijk geacht moet worden, en dan met een beperkt doel Men zou kunnen stellen, dat arbeids plicht voor de jeugd werd ingevoerd om een militair belang van den staat of het sociaal doel na te streven. Ref. stelde voor op, dat we ons niet bij voorbaat in beginsel steeds tegen zulk een soort arbeidsdienstplicht zullen stellen. Zou men op grond van militaire overwegingen en in verband met de internationale verhoudingen kun nen betoogen, dat aan den militairen dienstplicht zou moeten worden vastge knoopt een zekere vooropleiding tot licha melijke en geestelijke vorming en zoo de noodzakelijkheid zou kunnen bewijzen, dan zouden wij niet zonder meer een afwijzen de houding mogen aannemen. In zekere mate zou dit standpunt ook kunnen gelden voor een arbeidsdienst met sociaal doel. Het argument, dat daarvoor gebruikt wordt is, dat de arbeidsplicht noodzakelijk is ter bestrijding van den le diggang en vooral ook van de misdaad on der de jeugd. Men moet hier evenwel niet overschat ten en de werkloosheid van alles de schuld geven. Tal van andere factoren werken hier mede. Invoering van den algemeencn arbeids dienstplicht voor de werklooze jeugd zal zeer groote eischen stellen aan 's lands schatkist. Ten slotte het derde punt bespre kende wees spreker er op, dat het werk, dat door de Centrale in de werkkampen wordt verricht, staat op den grondslag der vrijwilligheid. Als deze vrijwilligheid ge handhaafd kan blijven heeft dit voor het kampwerk het voordeel, dat er een zekere natuurlijke schifting plaats heeft en er jongens komen, die zelf min of meer voe len de noodzakelijkheid van den arbeid en die de werkloosheid dan ook beschouwen als een ramp. De geest in het kamp wordt daardoor beheerscht en er is bezieling voor het werk. De heer Folmer heeft reeds gewezen op de op krachtiger wijze te voeren propa ganda, teneinde de bekendheid met het kampwerk grooter te maken. Voorts moet de deelname worden aange moedigd, door medewerking van de ar beidsbemiddeling, die bij aanvragen van werkgevers attent kan maken op jongens die aan het kampwerk deelnamen of in de centrale werkplaats werkten. Wenschelijk zou zijn, dat de extra bijslag op den steun voor inwonende kinderen, die zekeren tijd gewerkt hebben tegen een zeker loon, zou worden uitgebreid tot die kinderen, die gedurende een zekeren tijd een werkkamp hebben bezocht of in een centrale werk plaats hebben gewerkt. Er zou drang cp de ouders kunnen wor den uitgeoefend in gezinnen, waar jongens zijn. die voor plaatsing in centrale werk plaats of werkkamp in aanmerking ko men, als dit gezin gesteund wordt, door een ze' re korting toe te passen op de steun be "gen, b.v. door inhouding van den gewonen kinderbijslag voor die jongens Een enkele circulaire van den Minister is voldoende om dezen maatregel in te voe Het aantal werkkampen van de Centraio zal dan zeker moeten worden uitgebreid Dit zal financieele lasten meebrengen, welke voor het grootste deel floor de Re geeiig gedragen moeten worden. De commissie is van gevoelen, dat eerst de vrijwillige arbeidsdienst, zoo als wij die kennen moet worden ver stevigd en doeltreffender gemaakt, voordat overgegaan wordt tot het in voeren van andere, veel dieper in het volksleven ingrijpende maatregelen. De tweede spreker des middags was de heer J A. K n e t s c h, hoofdcommies van het departement van Sociale Zaken, die re fereerde over het onderwerp: „Werkge legenheid voor jonge menschen buiten onze grenze n". Referaat J. A. Knetsch Emigratie naar overzeesche gewesten le vert groote moeilijkheden op en vordert in elk geval veel geld Spreker ging na welke maatregelen de verschillende landen in Europa genomen hebben te dien opzichte, en bezag daarna de arbeidskansen voor gewone loonarbeiders in die landen. In Frankrijk bestaat in verschillende streken gebrek aan goede landarbeiders. Ook bestaat hier en daar wel gebrek aan mijnwerkers, bouwvakarbeiders en ande ren. De ervaring van hot laatste jaar met betrekking tot de vraag of de Fransche regeering geneigd is buitenlandsche arbei ders toe te laten, is niet gunstig geweest. Met België is een vestigings- en arbeids- verdrag gesloten, dat geheel op wederkee- righeid berust: De loonen zijn in België lager dan in Nederland. Niettemin hebben de laatste jaren talrijke mijnwerkers en bouwvakarbeiders daar werk gevonden. In Luxemburg bestaat gelegenheid om werk te vinden voor landarbeiders, die ongeveer 20,— per maand boven kost en inwoning kunnen verdienen. In Duitschland is vooral vraag naar land arbeiders. Dit zijn zoowel vaste krachten als seizoenarbeiders. Na te hebben uiteengezet welke loonen daar kunnen worden bereikt, wees spreker erop, dat bet zijn nut kan heb ben, dat van de zijde van de Centrale voor Werkloozenzorg de jonge werklooze land arbeiders op de werkgelegenheid, welke in Duitschland aanwezig is, gewezen worden. Dit vooral om veel misverstand en vooroor deel ten aanzien van Duitschland weg te nemen. Verder zal de Centrale wellicht iets kunnen doen door jongelieden, van het plat teland, die onvoldoende opgefeid zijn, eeni- ge verdere opleiding te geven. Het opleiden van stadsarbeiders in den landbouw acht spr. vrijwel nutteloos. Omvorming van vak lieden acht spr. niet gewenscht. Als het mogelijk éou zijn jongelieden van het platteland in een bepaald kamp te laten wonen en ze van daar uit regelmatig bij de boeren te laten melken, dan zou een oplos sing gevonden kunen worden van practisch en theoretisch onderricht. Spr. denkt hier aan het kamp te Ommen. Hier zijn mogelijk boeren te vinden, die de jongens, misschien zelfs itegen eenige vergoeding, als melker in dienst willen nemen, terwijl bijv. leeraren van de landbouwschool te Heemse bereid -gevonden kunnen worden les te geven. Jongelieden die geen melken geleerd heb ben. doch wel in akkerbouw hebben ge werkt en vooral zij die met paarden hebben omgegaan en ploegen, eggen enz. hebben ge leerd. doch door werkloosheid hun vaardig heid hebben ingdboet, zouden eveneens weer op gang geholpen kunnen worden door een half jaar als leerling te werken. Waar in het algemeen de kansen voor landarbeiders het best zijn en er onder deze categorie waarschijnlijk een vrij groot aan tal onvoldoend geschoolde jeugdige werk loozen voorkomt, zou 't aanbeveling verdie nen in deze richting een proef te nemen. De discussie We geven hieronder eenige opmerkin gen uit de discussie over alle drie de referaten. Daar de inleidingen alle be trekking hadden op het rapport, dat was uitgebracht, kunnen wij deze samenvat ting geven. De discussie was belang wekkend en uit alle opmerkingen sprak de begeerte om het goede te zoeken voor de wericloozen. De heer Meyer de Vries, de vertegen woordiger van den Minister van Sociale Za ken nam deel aan de discussie over de refe raten van de heeren Folmer en Jansen Ma nenschijn. Hij wees erop, dat in ons land altijd per jaar de bevolking met tachtig- él honderdduizend zielen toeneemt. Er komen daardoor per jaar veertig duizend nieuwe arbeidskrachten aan de markt. In dit lidht beschouwd mag men de afname van het aantal werkloozen percentsgewijze hooger stellen. i de dames en heerendie aan de conferentie deelnamen, zoo welwillend even voor onzen fotogtadf Maar het aantal werkloozen geeft een ang* stige stabiliteit te zien. Bij een onderzoek bleken elf procent van de oudere werkloo zen te zijn „uitgerangeerd", zij zouden wel niet meer aan den slag komen. Voor de jongere werkloozen was dit percentage vier procent. De Centrale heeft een belangrijke taak voor de gezinszorg. Dit werk is veel moeilijker dan het kampwerk. Maar het is veel en veel noodiger nog. Want alle lasten in een vverkloozengezin, waar de vader mop perend rondloopt omdat hij geen werk heeft, waar de kinderen ongedurig worden, komen op moeder neer. die maar moet zien rond te komen. Verder is een voornaam belang de dienstboden opleiding. Laat de Centrale daaraan toch veel en veel meer aandacht besteden De verplichte arbeids dienst kan in ons land alleen maar ellende en narigheid brengen, zoo vond de heer Meyer de Vries. Verder stippen wij uit de discussie het volgende aan: Is het wel goed de werkloozen uit den ge wonen kring te halen en voor hen aparte voorstellingen, uitvoeringen enz. te houden? Veel beter is het om hen in den gewonen kring te laten en hen lid te laten blijven van dezelfde vereeniging, waarvan iedereen lid is. en desnoods de contributie voor hen te betalen. Maar het apart bijeenbrengen, maakt, dat zij zich gaan gevoelen als twee de rangs burgers. Dat moet voorkomen worden. Het is wenschelijk om een boerderij te stichten, waar jongens een opleiding kun nen ontvangen als landhouwersknecht ook die jongens die uit de groote stad komen, maar van wie men de zekerheid heeft, dat ze willen en alles in zullen spannen om te slagen. Is het wel wenschelijk om Nederlandsche arbeidskrachten naar Duitschland te laten vertrekken? Want het geherk aan arbeids krachten in dat land is alleen veroorzaakt door het feit, dat de militaire maatregelen zooveel menschen opvorderen. Doen we nu eigenlijk niet daaraan mee, wanneer we Ne derlanders de plaatsen in het Duitsche land bouwbedrijf laten bezetten? Er is gelegenheid om te emigreeren naar Zuid-Afrika; in de meeste gevallen verschaf fen de gemeenten de waarborgsom welke ge vorderd wordt. De vragen en opmerkingen van de deba ters werden door de inleiders beantwoord. In zijn samenvatting aan het einde der conferentie wees de heer Hemmes erop, dat na de conferentie het werk begint voor het bestuur, dat de gegeven aanwijzingen zal hebben te overwegen en tot uitvoerine zal móeten zien te brengen. Slotwoord van Prof. Wagenaar Prof. Dr. C. G. Wagenaar te Leeuw arden sprak het slotwoord. Hij wees erop, dat het treffende van deze conferentie was, dat geen overgeestelijke debatten hebben plaats gevonden, maar dit belangrijke onder werp zóó werd behandeld, dat het bezien werd in het licht der eeuwigheid. De Centrale voor Werkloozenzorg zal binnenkort weer haar collecte organisee- ren. Er is zeer veel noodig. 't Werk vraagt groote offers, en vooral voor de werk kampen, de dienstbodenopleiding en de zorg voor de vrouwen zijn duizenden guldens noodig. Twee ton zou geen over bodige luxe beteekenen. Laat ons hopen, dat Christelijk Nederland zijn roeping zal verstaan. Jaarvergadering Ned. Chr. Vrouwenbond 30 Juni en 1 Juli In Den Haag Dr Colijn spreekt Naar wij vernemen zal de Ned. Chr. Vrouwenbond dit jaar zijn jaarverga dering in Den Haag houden en wel op 30 Juni met de afgevaardigden en op 1 Juli met alle leden van den Bond, die ter jaarvergadering zullen optrekken. De minister-president Dr H. C o Hj n heeft zich bereid verklaard als spreker op te treden. Er wordt een druk bezoek verwacht. De Haagsche afdeeling bereidt er zich op voor om voor niet minder dan 250 afgevaardigden gastvrijheid te verkrij gen. De Rijksweg 's Gravenhage Rotterdam Gezamenlijk adres van de verkeersbonden De Rijksweg 's-G ravenhag e—R o t- t e r d a m is wel een van de drukste wegen van ons land en de verkeersintensiteit zoo wel van motorrijtuigen als van rijwielen blijft ook na zonsondergang zoo groot", dat zich feitelijk bijna nimmer een geval voor doet dat men, met een auto of motorfiets op den weg rijdende, niet wettelijk ver plicht is te dimmen. De afstand, waarover de weg in dat geval wordt verlicht, is slechts klein, zoodat bij inachtneming van de eischen, welke de vei ligheid stelt, op dezen drukken verkeers weg bij donker slechts zoo langzaam kan worden gereden, dat de weg dan niet aan zijn economische bestemming voldoet. Op gTond van een en ander hebben de verkeersbonden den minister van Water staat verzocht zoowel met het oog op de veiligheid als op de economie van het ver keer ten aanzien van den Rijksweg 's-Gra- venhageRotterdam maatregelen te willen overwegen, welke zoo spoedig mogelijk tot een doelmatige verlichting van dit voor het verkeer over den weg in ons land zoo uiterst belangrijke traject zou leiden. DE HEER PIPPEL ONDERSCHEIDEN Btf K.B. van 7 Maart 1338 Ia benoemd tot Commandeur ln de Orde van Oranje-Nassau, de heer J. G. Ptppel. directeur van de Griffie van SANATORIUM TE VELDWIJK De bouw van het Sanatorium voor de stichting „Veldwijk" te ErmedoVeldwijk is thans opgedragen aan de firma C. van Drenth te Dieren, voor f 323.7000. BURGEMEESTERS Opnieuw zUn benoemd -tot burgemeester: van O se, J. F. Ploegmakers; van Willemstad. H v. Berkenwoude, M. Gautlei J. W«'J-' naland, C. M. p] W*. Ha! Ellemeet, A. J. de Bruyn; van Go Slula; van Coevorden, A. Gautler; Jhr. H. E. M. van Nispen tot Pani Nederweert, J, h. M, van Uden, Het moderne middel Tegeji Rijnèn is Instantine. In Instantine zijn Instdlltine voortreffelijke werking en absolute onschadelijkheid op ideale wijze vereenigd -i'" Onthoudt daarom i In stout ine stilt en voorkomt pijnen! Doosies a 12 tabletten 70 ct.. zakjes a 2 tabletten 15 ct. Groote Lederfabriek afgebrand Brandweer van Waalwijk stond machteloos V er zekering dekt de schade Een brand van zeer gxooten omvang heeft in den vroegen morgen in korten tyd een der grootste lederfabrieken te Waalwijk geheel vernield. Door dezen brar.d zijn houderizestig arbeiders werk loos geworden. Te omstreeks half vijf vanmorgen zag een nachtwakei van de particuliere nachtveilig heids-dienst, die zijn ronde maakte, rook op stijgen uit het gedeelte van de N.V. Chroom- lederfabriek „De Amstel", v.h. firma L. S Gompen dat z-- de zuidzijde van het ge bouwencomplex is gelegen. Onmiddellijk wekte hij den looimeester, die aan de voorzijde van de fabriek woont. Deze alarmeerde aanstonds de fabrieksbrandweer, die echter tegen de groote vuurzee niet veel kon beginnen. Ook de brandweer van Waal wijk was spoedig ter plaatse en tastte den grootcn en zich steeds uitbreidenden brand met vijf stralen aan. Dat de brandweer hier voor een moeilijke taak was geplaatst was duidelijk. De gebouwen beslaan een opper vlakte van 100 .bij 15 meter en zijn voor een deel twee en voor een deel drie verdiepingen hoog. Fel woedde het vuur in de groote voor raden leder, die extra groot waren omdat men druk arbeidde aan een groote order voor het buitenland. Vanmorgen tegen negen uur was de brand nog steeds niet gebluscht. Alleen de machine kamer en het nathuis, welke afzonderlijk staan, zullen kunnen worden behouden. Ook bestaat geen gevaar voor de omliggende ge bouwen. De fabriek is verder geheel verloren. De schade is op het oogenblik nog niet te ramen. De directie van de N.V. Chroomleder- fabriek „De Amstel", v.h. firma S. Gompen, is in Amsterdam gevestigd en van daaruit wordt steeds alles betreffende de fabriek ge regeld. Men kon ons mededeelen dat de fabriek tegen brand- en bedrijfsschade De nieuwe burgemeester van Wageningen Ir M. J. IJzerman benoemd Bij K. B. is met ingang van 1 April benoemd tot burgemeester van Wage ningen Ir M. J. IJ z e r ni a n te Almelo, thans tijdelijk woonachtig te Enschedé. Ir IJzerman, die van C.H. beginselen is, werd 18 Januari 1883 te Leiden geboren. Hij genoot zijn opleiding aan de H.B.S. te Haar lem en aan de Technische Hoogeschool te Delft. Van 1910 tot 1919 was de nieuwe Wage- ningsche burgemeester in N. O.-I. werkzaam als adspirant-ingenieur bij den Waterstaat 's Lands Burgerlijke Werken. Na zijn verlof keerde hij in 1919 om gezondheidsredenen niet naar Insulinde terug, doch werd werkzaam als voorzitter van het Waterschap „De Regge" te Almelo met het oog op groote ontwateringswerken in Twente. De plannen, die onder zijn leiding in dit 115.090 H.A. groote Waterschap (een der grootste in Nederland) zijn ontworpen, werden bijna ge heel ten uitvoer gelegd. Sinds 1927 is de heer IJzerman lid van de Overijselsche Staten. Steun aan de kleine tuinders De ministers van Economische en van Sociale Zaken hebben voor de kleine tuinders een zelfde regeling getroffen als voor de kleine boeren. In bijzondere gevallen kunnen op voorstel der plaatselijke commissie, gelet op den hoogeren levensstandaard in sommige cen tra van den intensieven tuinbouw, de gren zen der klassen onderling van de B.- en C.- categorieën van f7 en van f 9 verhoogd worden tot een maximum van resp. f 9.2S en f 11.25. De leiding van de steunverleenlng aan de kleine tuinders zal worden gelegd in handen van den inspecteur van den tuin bouw en het tuinbouwonderwijs, die bij dezen arbeic! zal worden bijgestaan door een commissie van advies, waarin de vertegen woordigers der organisaties, zullen worden opgenomen en waarvan de directeur-gene raal van den landbouw ambtshalve het' voorzitterschap zal bekleeden. Beemdbrand te Helmond Schuur brandde af Te Helmond heeft een felle beemd- brand gewoed in de lage velden achter dd had- en zweminrichting De oorzaak moet waarschijnlijk hierin gezocht worden, dat jongens of ouderen een vuurtje wilden stoken en de gevolgen van hun daad niet hebben overzien. In korten tijd stond een groote oppervlakte riet en ruigte, tenge volge van de lentezon kurkdroog, in brancL Het vuur tastte 'n langs den rand der beemd gelegen oude schuur en stalling aan en vond in hooi. stroo en vodden, welke daarin waren opgeslagen, eveneens gretig voedsel De schuur met inhoud brandde totaal af Een trekselmachine en eenig an-i der gereedschap werd mede een prooi de£ vlammen De gealarmeerde brandweer steli de zich nabij het zwembad en twee be dreigde woonhuizen op en wist uitbreiding te voorkomen De afgebrande schuren wa ren in gebruik bij den heer Overmans en behoorden toe aan den heer A. W. v. Thiel* Drie dieven ingerekend Onbewoonde villa's binnengedrongen Bij de politie te Arnhem heeft een be* ivoner van het landelijk deel dezer gemeenu te, vorige week aangifte gedaan, dat er in zijn woning onbevoegde personen waren geweest, die kaas en eieren hadden ont* vreemd en uit het hok een aantal kippen nad-den gestolen. Een persoon, die den vorigen dag in dd omgeving was gesignaleerd, werd door d« politie gearresteerd en aan een scherp ver- hoor onderworpen. Er werd veel bewijs materiaal tegen hem aangevoerd, waardoor; hij tot een volledige bekentenis gedwongen werd. hoewel hij aanvankelijk hardnekkig ontkende. Daarbij bleek, dat hij bij den kip pendiefetal was geassisteerd door twee andere, bij de politie ongunstig be kend staande personen, die eveneens werden opgespoord en in arrest ge steld. Ze bekenden ook enkele andere kleine diefstallen op hun geweten te hebben. Het drietal is ter beschikking vaa de Justitie gesteld. Reichsbank is niet tot betaling verplicht Het Arnhemsche Gereqhtshof heeft eer* uitspraak gedaan in een proces dat de heer B. S. had ingesteld tegen de Duitsche Rijks bank, die hij sommeerde een bedrag van 9.437.715 Mark aan voor-oorlogsche Duit sche marken in goud uit te betalen. Het gerechtshof bevestigde het vonnis van de rechtbank van 12 Nov. 1936, waartgen B. S. in beroep was gekomen en waarin de vordering werd afgewezen. Appellant werd ook veroordeeld tot betaling der proces kosten. Het Hof was van oordeel, dat de Recht bank appellants vordering terecht niet-ont- va.nkelijk heeft verklaard, daar het enkel® feit, dat hij bezitter is van Duitsche bank biljetten, niet bewijst, dat hij aan de Reichs bank goud in bewaring heeft gegeven en' dus tegen die Bank uit een overeenkomst van bewaargeving zou kunnen ageeren, zoo als hij doet. Bü beschikking van den directeur-generaal der P.T.T.is aangewezen als beheerder van het böpost-, telegraaf- en telefoonkantoor te Den Haag. Laan van Meerdervoort. de commies der De houw van het Leidsche Stadhuis vordert adig. Deze foto laat de gevel de Bree- straat zien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5