De Bedrijfsvergunningenwet
Het afscheid van den heer H. J. Terwey
DONDERDAG 10 MAART 1938
DERDE BUAD PAG. 9
Tweede Kamer
Geen afsluiting van bedrijven
liet particulier initiatief voorop
Vergadering van 9 Maart 1938
Overzicht
Op 19 Februari 1937 is een wetsontwerp
ingediend houdende „regeling betreffende
liet beperken van de \estiging van bedrij
ven, waarin eenige tak \an ïujierheid
wordt uitgeoefend en van de uitbreiding van
de capaciteit van zoodanige bedrijven": de
Bedrijlsvergunningswet.
De bedoeling was leiding te geven bij da
bevordering van de induslrieele ontwikke
ling en in bepaalde branches de aanwezige
productiecapaciteit niet onnoodig te ver
grooten.
Erg gunstig werd liet ontwerp niet ont
vangen. Velen-duchtten liet gevaar, dat men
zou "komen zij het onbedoeld tot een
meer algemeen stelsel van gesloten bedrij
ven, waarbij de vestiging van ondernemin
gen en de uitoefening van eenig bedrijf aan
banden gelegd zou worden. Men zag er ook
in een beperken van de concurrentiemoge
lijkheden met het buitenland en was voorts
bevreesd voor het vestigen van nieuwe on
dernemingen in het buitenland. De paarden
zouden dan achter den economist-hen wagen
komen.
Ook wat de toepassing van de wet betreft,
werden groote moeilijkheden gevreesd. Hoe
zullen productie capaciteit en -behoefte wor
den gemeten? Wat is over-capaciteit?
Eerst in de tweede helft van Februari 1.1
kwam het antwoord der Regeering op hei-
Verslag van de Tweede Kamer in. Wel een
beu 'js~ lat er aan dat antwoord heel wat te
dokteren was geweest. Trouwens de in
houd der Memorie toonde, dat de ingebrach
te bezwaren van essenticele bcteekenis wa
ren geweest. Op tal van vragen van he-
drijfs-economischen en teehnischen aard
was het antwoord in concretcn zin moeilijk
te geven. Zoodra de frase niet meer regeert,
krijgt men dat.
Aan een stelsel van gesloten bedrijven of
behartiging van groepsbelangen, aldus het
bescheid dér Regeering, werd niet gedacht.
En do overweging van liet bezwaar, dat ob
jectieve criteria ontbraken om te bepalen
of liet landsbelang door een bepaalde vesti
ging ol uitbreiding wordt geschaad, had
haar er toe geleid om de werkingssfeer van
de wet te beperken tot die groepen van
gevallen, waarin de noodzakelijkheid om in
te grijpen zich het duidelijkst manifesteert.
Er wordt daarom nu niet meer gesproken
van „economisch landsbelang", maar van
„algemeen belang", als motief 0111 van de
.verleende bevoegdheid gebruik te maken.
Maatregelen worden afhankelijk gemaakt
van hel bestaan eener ondcrnemersovcreen-
konist. I)e hedrijfegenooten kunnen eerst on
derling trachten tot overeenstemming te go-
raken. De overheid zal zich. indien haar tus-
schcnliomst wordt ingeroepen, beperken tox
liet steunen, aanvullen en bevorderen van
hetgeen uit het bedrijfsleven zelf is opgeko
men als verweer tegen ongewenschte vesti
gingen,
In gevallen, waarin contingenteermgs-
niaatregeb'ii tot ongewenSohtc uitbreiding
van ile „capaciteit" in bepaalde bedrijfstak
ken leiden, zal eveneens kunnen worden in
gegrepen eiï voorts indien de industrialisa-
tiepolitick tor gevolg zou krijgen, dat be
drijven ontstaan met een vermogen, waar-
dooi- het binnenlandsch verbruik belangrijk
zou worden overtroffen.
Liet begrip „uitbreiding van de capaciteit
van een bedrijf" laat de Minister los. Hij
heeft het vervangen door „uitbreiding van
een bedrijf" en denkt als maatstaf aan den
omvang van productie en afzet. In een alge-
mecnen, maatregel van bestuur zullen de
grondslagen worden uitgewerkt, naar wel
ke uitbreiding van een bedrijf zal worden
gemeten. Dat zal niet gemakkelijk zijn, te
minder, indien wat toch noodzakelijk is
rekening wordt gehouden met de voort
durend w isselende behoeften van binnen- en
buitenland en ook bepaalde (persoonlijke of
groepsbelangen niet worden geïdentificeerd
met liet algemeen belang.
Ondernemen is toch nog altijd het aan
vaarden van risico. Wie daarmee niet rekent
tast de activiteit aan van ha maatschappe
lijk leven en belemmert de ontplooiing van
wat aan krachten in de maatschappij leeft.
Op den duur zouden dan toestanden kunnen
ontstaan die tot 't tegendeel zijn verworden
van hetgeen oorspronkelijk met regeerings-
ingrijpeii werd beoogd. De geschiedenis der
gilden biedt ons in dit opzicht nog wel en
kele leeringen.
Waar echter duidelijk aanwijsbaar nadeel
door nieuwe vestigingen of uitbreidingen
ontstaat, kan het nuttig zijn, dat het be
drijfsleven handelend en beschermend op
treedt. Eeperktbeid van blik past daarbij
echter niet. Ook op dit gebied behoort elke
onnoodige- overheidsbemoeiing achterwege
te blijven, mede omdat het rationalistisch
denken op den duur nimmer het opbruisen
de en sprankelende leven vermag te ketenen
en te verstrikken. Wel mogen excessen wor-
den afgesneden.
Dat is dan ook het doel van den nieuwen
wettehjken maatregel. Deze gaat niet in
de richting van sociaal-democraten, die zich
inbeelden tot socialisatie te moeten komen
en dat ook meenen te kunnen, door zich in
staal te wanen de productie- en consumptie-
behoeften te kunnen bepalen. Van dit
waanzinnig streven blijft dit wetsontwerp
verre.
De soe.-demociiaten behooren tot degenen,
die retendeeren de conjunctuur duurzaam
te kunnen bèheerschen. Zij willen daartoe
'iet ondernemers-initiatief breidelen, voor
zoover dit h'.i. sociaal schadelijk gaat wer
ken
Deze meening werd vertolkt door den
soc.-democraat Ir. Vos, die maar hij was
tie eenige het wetsontwerp principieel
zag als een „poging lol gedeeltelijke socia-
lisalie van de beschikkingsmacht". Prac-
tiscli was. hij echter minder hoog gestemd
omdat het ontwerp de Inperkingen bindt aan
een verzoek van de ondernemers. Onjuist er
•onredelijk noemde hij het dat de arbeiders
organisaties van liet doen van verzoeke:
zijn uitgesloten. Gepoogd zal worden de \yer
kingssfecr \an het ontwerp in dit ooz'cht
uit te breiden; gerekend wordt daarbij op
steun van de Katholieken om de bedrijfs-
raden en organisaties van arbeiders bij dc
zaak te betrekken.
De lieer Van der Goes van N'aters is or
Vleze gedachte nader ingegaan. Bij de amen
dementen komen we daarop terug.
Een ander geluid deed de heer Bierema
hooien. Wel erkende hij, dat onder bepaal
de omstandigheden de overheid in de ont
wikkeling van het bedrijfsleven moet kun
nen ingrijpen, maar in liet algemeen be
hoort. aan de ondernemers vrijheid te wor
den gel.il F.r is groot gevaar voor mistas.
ten door de overheid en (lat leidt tot groote
schade,
Wel zegt de Minister, dat alleen in geval
van excessen zal worden ingegrejjen, maai'
de mogelijkheid werd aangenomen, dat ver
zoeken om op Ie treden zouden worden be
paald niet. door het algemeen belang maar
door particuliere concurrcntiebelangen.
Erkend werd. dat het ontwerp belangrijk
is verbeterd in zijn nieuwe gedaante, maar
noodig weid liet niet geacht, eer bedenke
lijk.
Mevr. Mackay-Katz, wier huishoudelijke
plichten baar vrijwel niet in beslag schij
nen te nemen, zag weinig grond voor een
regeling van duurzamen aard om de over
heid te machtigen rechtstreeks in het be
drijfsleven in te grijpen. De ervaring met de
Vestigingswet Kleinbedrijf lokt cok niet erg
aan om op dit gebied verder te gaan. Aller
lei ordening blijkt neer te komen op be
scherming van particuliere belangen en als
„general of industry" kan Mevrouw Mac
kay den Minister niet beschouwen. Dit be
toog ging dus nog verder dan dat van den
heer Bierema.
De heer Bakker, de tweede Chr. Ilist
spreker, die intusschcn ontkende dat er tus
schcn Mevr. Mackay en de overige fractie
leden principieel verschil zou zijn er is
slechts gradueel onderscheid wilde van
een gaan in de richting van de corporatieve
staatsgedachte niets weten. Vast moet
staan, dat van de te verstrekken bevoegd
heid slechts op rechtvaardige wijze gebruik
gemaakt zal worden.
Het geven van een tijdelijk karakter aan
het wetsontwerp was een wensch, welke ook
door den lieer Bakker gedeeld werd.
Onder de voorstanders van de wet schaar
den zich ook de vrijz -democraten, al gaven
bij monde van den heer Schilthuis te
enncn. dat de wet een moeilijke toepassing
>u hebben.
Het geluid der Anti-Rev. fractie de heer
Bottcrweg was hier eerste woordvoerder
klopte volkomen op het Ordeningsrapport
der Anvi-Rev. Partij. In de lijn daarvan ligt
liet. bedachtzaam voortgaan op den weg
an de ontwikkeling van het maatschappe
lijk leien.
De waarschuwing werd geuit, dat een pei
len van de behoefte van de maatschappij
een voor dc overheid onbegonnen werk is.
Zeker moet liet niet tot een gesloten bedrijf
komen.
Ook de heer Botterweg drong er krach
tig ow aan de wet een tijdelijk karakter te
geven. Opgedane ervaring kan dan nog eens
worden overwogen. Wat is daar tegen?
Al bevredigt het ontwerp niet in alle on
derdeden, toch zal het mits vaststaat,
dat de taak van de overheid secundair blijft
worden aanvaard, ook als staat de anti-
rev. fractie tegenover de resultaten ervan
niet zeer optimistisch.
Het meest ingenomen met het wetsont
werp bleek de heer Kortenhorst, die echter
de réchtstreeksche overheidsbemoeiing van
den heer Vos afwees, evenals alle overdrij
ving van de beteekenis van 't voorgestelde.
In de woorden van Mevrouw Mackay had
hij een loflied op de ongebonden vrijheid
beluisterd. Hij ziet echter in die vrijheid
niet het hoogste geluk, maar acht het
streven van zekere harmonie tusschen vraag
en aanbod een groot bedrijfsbelang, dat
door een tijdelijkcn maatregel kan worden
behartigd.
De theorie van de harmonie werd door
den heer Smeenk, die tevens de visie
Ir -Vos bestreed, niet ongevaarlijk geacht.
Men staat daarin bloot aan groote vergis
singen, vooral in ons land, dat zoo sterk
wordt beïnvloed door liet internationale
leven. De strekking van het wetsontwerp
ziet hij clan ook vooral in het wegnemen
van wat algemeen als exces wordt erkend.
Dat met voorzichtigheid de wet moet wor
den gehanteerd, teneinde ongewenschte
scherpe reacties ve voorkomen, was
punt, waarop tenslotte de heer Smeenk
met grooten nadruk de aandacht vestigde.
De Minister erkende al dadelijk, dat om
schrijving van liet begrip uitbreiding
bedrijf, waarnaar de heer Tilanus had ge
vraagd, zeer moeilijk is, maar hij zal het
punt nadep overwegen.
Het terrein der „nieuwe organen" liet de
Minister onbetreden, evenals allerlei zijpa
den.
De bezwaren aan gevreesde bedrijfsafslui-
ting ontleend verklaarde hij ongegrond.
Er zal consciëntieus worden voorbereid,
waarbij het algemeen belang scherp in het
oog zal worden gehouden.
Ook al is een bedrijfstak onder de wet
gebracht, dan zijn nog steeds vergunningen
mogelijk, indien het algemeen belang zich
daartegen niet verzet.
Men zou de belangen van de bedrijfsra
den en van de arbeidersorganisaties niet
dienen, door ze ontijdig in te schakelen i
deze wet. Daarop heeft dc lieer Smeenk tf
recht gewezen. Het initiatief moet blijven
bij de ondernemers.
Voor het toekennen van een tijdelijk ka
rakter aan de wet ziet de Minister geen
reden, omdat we niet met een ciïsisAange
legenlieid. maar met een structureele rege
ling te maken hebben.
Leert de practijk, dat de wet niet voldoet,
dan volgt wijziging vanzelf.
Achterafsche goedkeuring door de wet
door den heer Biprema henleit, zou slechts
formeele bcteekenis hebben.
De Minister hoopt in liet hem ven dien
ste staande apparaat voldoende middelen te
hebben om te kunnen beoordeelen of ergens
heporkine van excessen noodig is. gelijk de
heeren Botterweg en Smeenk het hebben
gezegd. Die beperking zal slechts plaat:
hebben nadat het particulier initiatief heeft
gefaald.
In de amendementen bleef de Kamer
spoedig steken.
Het waren die van den heer Vos om de
bevoegdheid van de Kroon tot 't voorschrij
ven van vergunningen vast te stellen, ook
zonder dat rle ondernemers een verzoek
hebben gedaan. Ook voor een bedrijfsuaacl
en voor de organisaties van arbeiders
het recht gevraagd om verzoeken in te die
nen.
De heer Kortenhorst moest van het op
deze wijze impopulair maken van de
niets hebben.
Eer echter ook anderen zich konden laten
hooren, werd de vergadering verdaagd.
bedrijven tc-gen te gu-in. behoudens goedkeu-
Mevr. MACK'AY-KATZ (c.-h.) vraagt, waarom
:-t wetsontwerp niet als crisis-, als ttidelijk,-.
ht aan de regeering te geven. Is de
iciteiten b(j uitstek geschikt uin i
Verslag
de orde is het
die zich nog altijd st
De heer BIEREMA
woord 1 are prridiïctleste
bek n
Isel zeker n!
>r- dan nadei
aar het zal juist de r
bezwaarlijk door de o
te stellen.
in tegenstelling mi
ins eenige algemeene
lgomeen belang acht
iioodzakcUlk. Beter v
held te geven om opr
iitbrelding van besta;
k-htigheid zal beti achten bü I
Ook spr. hoopt dat de wet
eer wordt aangetast, doch 1
it de overheid steeds meer
nn het bedrijfsleven. Spr.
chtlngen aan den Minister.
De heer BOTTERWEG (a
lend
is erkentelijk
r met verschil
de t te hebben
De overh
ivatten dan vroeger.
ele vrijwillige ordeningspoglngen dreigde
an eens de eerlijkste dc dupe te worden
Sanctie van d
optreden 'mag
of achterlijkhi
i ambtena
1-
9 beschikker
sn. Spr. zóu dezen eerst de praktijk willen
oen leeren kennen.
Spr. waarschuwt tegen op de spits gedreven
verheidsbemooiing. Namens ziin fractie geeft
pr. een tijdelijk karakter der Xvet dringend ln
door elkaar worden gehaald
Ipr.s bezwaar tegen het ontwerp is de groote
entralisatie hij zoo iets ingrijpends als de slui-
t algeheele staats
tal spr. ziln ste.
- heer KORTENHORST (r.k.)
ichillende ar
iich ook af. of
•n stlmi
lig heel
beschot
ren a.s Hl I.. - -Jdelülcen duur.
De heer SMEENK (a.r.) sluit zich aan bü d*
rooiden van don lieer Botterweg. Naar ver
ïcerdering van liet productieproces moet wor
en gestreefd, ook al gaat di
lieden het bedrüfsl
ogelük-
hot an-
s bü d<
_.jeid ge
le indivl-
welke h-
zal dus bü de
ichtlgheid
eCDeerheer'TIBANUS (c.-h zegt dat hel
ledig doel heeft, het kunne
bot vestigen van nieuwe en va
■an bestaande bedrijven,
an Economische Zaken, de he<
De aankomst van Z. K. H. Prins Bernhard (met rug naar camerain gezel
schap van zijn- broeder, prins Aschwin (links) aan 't huis van den vroegeren
gezant te Londen, jonkheer De Marees van Swinderen, aan Eaton Square.
STEENBERGHE. zegt dat de omschrijving
bedrijven bewust uit het ontwerp is gelate
Er is gezegd dat het wetsontwerp leidt i
sluiting van bedrijven. Uitgesloten zouden
eenige durvers.
igert als er strijd is
an bedrijfsra den nocl
bevrlezin
ng ge waal
het tüdelük
het bedrüf behoeft ook
En moet er tegen over
ate n, ai
heelemaal geen bes
De heer KORTENHORST (r.-k.) maakt hier.
>rdaagd tot heden
De staking te Losser
De drie samenwerkende arbeidersorgani
saties zijn met de stakers van Van Heek in
vergadering bijeengekomen ter bespreking
van den toestand, welke na het onaenhoud
van den Rijksbemiddelaar met beide par
tijen,-is. ontslaan. Er werd een schriftelij ki
stemming gehouden over de voorstellen vai
den Rijksbemiddelaar. Uitgebracht werden
174 stemmen, waarvan 96 voor en 73 tegen
aanneming en 5 blanco.
De organisaties zullen den Rijksbemidde
laar op de hoogte brengen van het aannemen
van het voorstel door de arbeiders, zoodat
nog slechts gewacht wordt op het antwoord
der directie van Van Heek.
ROFFELRIJMEN
DE BRANDWEERMAN
NEEMT ORGELLES
Van 't Water ivas een brandweerman^
De chef van brandspuit zeven.
Hij wist 'em, als het branden wou3
Ferm van-katoen te geven.
Henk Diskant had een ander vak:
Hij dirigeerde koren
En had aan 't edel snarenspel
En orgel 't hart verloren.
't Was eens dat onze brandweerman
Den orgélleeraar belde
En van zijn ongeleschte dorst
Naar orgelles vertélde.
Een dag en uur werd vastgesteld
De prijs werd afgesproken,
En weldra was de training in
't Klavierspél aangebroken.
Het ging, nou ja, zooals dat gaat
Eerst loopjes repeteeren,
En voorts van dag tot dag een uur
Verdraaide lesjes" leeren.
En elke week als Diskant kivam
Om lessen uit te deelen
Bleek, dat Van 't Water alles kon
Behalve orgel-spelen.
Hij gaf royaal sigaren weg,
Was een gezellig prater,
Maar amper zat hij voor 't klavier
Of drie minuten later
Ging rinkelend de telefoon
En stoof de spuitchef henen
Om bij de een of andre brand
Zijn bijstand te veizenen.
Henk Diskant vond het niet zoo bar.
Dat 't elke week haast mis was,
Omdat er d' eerste van de maand
Tóch boter-bij-de-visch was,
Maar toen de chef ccn maand of wat
De lessen had genoten
Zei hij: meneer, de zaak, begint
Me toch wat te begrooten:
lk dee 't alléén maar voor m'n vróuux
(Ik zal 't je maar vertellen)
En liet m'n buurman elke week
Een brandalarmpje bellen
(Nadruk verboden) LEO LENS
INFANTERIEKAZRNE TE WEZEP
Wij vernemen dat thans de bouw van een
Infanteriekazerne te W e z e p gem. Oldebroek
'vaststaat, en dat zelfs de aanbesteding binnen
enkele weken reeds verwacht mag worden.
Het Gemeentebestuur heeft, mede in ver
band met den kazernebouw, een uitbreidings
plan voor Wezep in overweging genomen, om
daardoor ongewenschte bebouwing te voor
komen.
EEN ONVERGETELIJKE
EN MOOIE DAG
Belangstelling uit een
breeden kring
Tal van geschenken
en bloemstukken
OP geestige wijze leidde de heer
H. J. Terwey gistermorgen,
de buitengewone algemeene vergade
ring van den Ned. Chr. Bouwarbei-
dersbond in. Hij wees erop, dat hij
onwetend geweest was van de redac
tie van de convocatie, welke door den
secretaris onderteekend was. Waarom
dit een buitengewone vergadering
moest wezen? Omdat de scheidende
voorzitter zulk een vergadering in zijn
twintigjarige practijk nog niet had
geleid. Daar was ik anders niet
rouwig om; het is gelukkig, dat het
bondsleven zonder groote schokken
ging, zoodat buitengewone algemeene
vergaderingen niet noodig waren.
Met deze vermelding uit het. openings
woord is heel deze dag van afscheid gety
peerd. Wc zagen Terwey zooals hij is: spon
taan en hartelijk, gemoedelijk en opgewekt,
maar spoedig aangedaan, en verrast dooi
de vele blijken van vriendschap die zijn
deel werden.
Nadat besloten was tot verlenging van de
Statuten en om de Koninklijke goedkeuring
erop aan te vragen, werd deze buitenge
wone algemeene vergadering onderbroken
Daarna werd de heer Terwey met zijn
dochters binnengeleid. Hij hanteerde ook
nu weer don voorzittershamer, maar voor
liet laatst, on om dezen over te geven aan
zijn opvolger.
Afscheidswoord van den heer Terwey
Vriend Schaafsma. zoo zeidc de scheiden
de voorzitter, gii kent den bond en de bon i
kent u. Dat betekent, (lat er van u veel
wordt verwacht. In 1919 hebt ge verklaard
in uw benoeming tot secretaris Gods leiding
in uw leven to zioh. Aanvaard dan ook uw
nieuwe taak. Gij hebt. vroeger eens een ge
dicht gemaakt, dat als volgt eindigde:
De N.C.B. gaat voort
En plant heel Neerland rond
Zijn zuivere banieren.
Heil u, gij fiere bond.
Zoo moet zij voortgaan in uw werk voor
den bond. Het gaat niet om ons of om de
organisatie, maar het gaat om de taak wel
ke God ons gegeven hoeft. Aanvaard die
taak zoo in bet besef, dat gii werkzaam z;jn
moet tot heil van onze 13.500 leden, ten
gunste van Xeerlands bedrijfsleven en tot lof
van Gods Naam. Ik w il caame de eerste zijn
die u celukwenscht, aldus spreker, nadat
bij den laalsten hamerslag bad gegeven en
het embleem van liet voorzittersehao aan
den heer Schaafsma had overhandigd. Het
is mij een persoonlijke voldoening dat g;j.
vriend Schaafsma met wicn ik met zooveel
genoegen heb samengewerkt tot mijn opvol
ger gekozen zijt.
Gij zult nog een tiental jaren leiding
kunnen geven aan r1~-< Bond, .als God u
j het leven spaart.
De afgetreden. Bondsvoorzitter bij het
hem aangeboden radiotoestel.
Zich tot de vergadering richtende, vroeg
spr. dat aan den nieuwen voorzitter de
volle steun gegeven zal worden om zijn
werk goed te kunnen verrichten.
Spr. eindigde met den opvolger van den
heer Schaafsma, als secretaris, den heer
Veldwijk, geluk te wenschen,
Toespraak van den heer Schaafsma
De beer J. A. Schaafsma aan
vaardde het voorzitterschap met een
toespraak, waarin .hij zeide met groote
waardeering en stijgend respect steeds
te hebben gadegeslagen hoe de afgetre
den voorzitter leiding wist te geven.
God heeft aan den Bond het voorrecht ge
schonken in Tenvey een voorzitter te be
zitten. die op het juiste moment aan hel
hoofd van onze beweging gesteld werd. Het
is mij een aangename taak namens 'onzi
13 589 bondsleden, namens de algemeen*
vergadering en namens den bondsraad ei
het centraal bestuur u hartelijk te d-aukni
voor hetgeen gij voor den bond hebt ge
presteerd. Leid ine geven is denken voor
deren op grondslag van vaste beginselen,
beslissingen nemen waardoor anderen g(
bonden zijn. In ons werk gaat dat ovc
levensbelangen. God beeft u de genade ge-
ceven, dat ge verlichte oogen des verstands
hebt ontvangen, waardoor in moeibjke
menton ge precies wist wat er geschieden
moest. Leiding geven is dienen van anderen,
trouw blijven in de roeping in het dai
lijksche leven voor anderen. Wij danken u
voor die trouw steeds door u betoond. U'
benoeming tot ridder in de Orde van Oranje
Nassau was voor u een hooge cere. Gij be
zit de ridderdeugden welke iu de middel
eeuwen golden: vrouw en onoffercnscezind-
he.id, medegevoel met verdrukten. Wij ho
pen. dat. ge vele jaren in Gods gunst u in
ongebroken kracht zult mogen vmhengen.
Ik doe een beroep op allèn in dezen
kring om mij te steunen in de taak die ik
als voorzitter van dezen bond aanvaard,
op de collega's in het centraal bestuur,
die met mij leidiag aan den bond geven,
op den bondsraad, en op de functiona
rissen die de NC.B. heeft, opdat de bond
tot verdere uitbreiding zal kunnen ko
men. Moge God geven, dat er ook ver
andering komt in de moeilijke levens
positie van duizenden onzer leden, en
deze beter mogen worden.
Spreker bood vervolgens aan den heer
Terwey aan een boekenkast, een tafel, een
bureaulamp en een hanglamp,
Andere toespraken
Het zou niet doenlijk zijn alle toespraken
die hierna volgden in den brecde te ver
slaan. We volstaan dus met een korte ver
melding.
De lieer J. de Bruvn te Rotterdam
sprak namens de bondsleden, haalde vele
oude herinneringen op uit den tijd toen
Vervvey nog concierge was van het vereeni
gingsgebouiv in Rotterdam en hij soms bezig
was met stoffer en blik om een half uur la
ter keurig aangedaan naar de huurcommis-
sie te gaan, waarbij hij dan ook nog vaak
een telefoontje kreeg van den N.C.B. uit
Amsterdam om ergens te gaan spreken. Dat
was een druk leven en het is altijd zoo ge
bleven. Spr. bood een mooi radio-toestel en
een ets van den Domtoren aan.
Namens het personeel van den bond over
handigde de lieer H.-L. van Bruggen
aan den heer Terwey die een toegewijde
schaker is een fraai schaakbord met kost
bare stukken. De stukken waren al op
gesteld en de scheidende voorzitter kon niet
nalaten om te vragen aan een zijner mede
bestuurders „willen we eens een partijtje".
Maar deze match werd uitgesteld om eerst
de andere sprekers aan te hooren.
Dat waren de heeren D. v. O o s t e n d e te
Dordrecht en P ,.T. van Laar die namens
Den Haag I en II sprak. Vervoleens kwa
men twee „emeriti" aan het woord, de oude
grijze heer J. C. F rij link, eerelid van den
bond, en de heer J. H. d e H o o g.
De heer A. Stapelkamp, voorzitter
van lipt Chr. Nat. Vakverbond beeft in den
heer Terwey altijd bewonderd de trouw en
het optimisme. I-Iij was altijd vol van ge
zonden humor, en,was een geboren feest
redenaar. In don kring van het C.N.V. nam
hij, een voorname plaats in door zijn vele
(roede kwaliteiten. Het bestuur van het. C.N.
V. wist, dat de leiding van den N.C.B. lvj
den heer Terwey in goede handen was.
'Gaarne ivensoht het C.N.V. den scheidenden
voorzitter nog vele jaren van rust in gocda
gezondheid toe.
Dankwoord van den heer Terwey
Hierna was de heer Terwey aan de beurt
om het woord te voeren. Hij was zeer onder
den indruk van de vriendelijkheid, waar-
rnpe hij dezen moreen omringd was cn
dankte allen voor hun toespraken en ge
schenken. onk den heer De Hoog. die nu
weer zijn collega geworden is (want beiden
zijn wij gepensionneerd) en z:jn oud-col
lega's. de leden \an het hoofdbestuur.
DE RECEPTIE
V«- moemen en groote belangstelling
Nadat een gemeenschappelijke maal
tijd was gchoudeiij vond des m!chinas
een receptie plaats. De zaal, waarin de
heer Terwey recipieerde was in een bloe
menhof herschapen, zooveel bloemstuk
ken, waaronder tal van omvangrijke
grootte, waren bezorgd,
Het was een drukte van belang, allemaal
vrienden van de vakbeweging, vrijgestelden
van andere organisaties, zoowel uit de Chris-
tel:jke als uit de R. K. en de moderne vak
beweging. En alle sprekers die het woord!
voerden roemden den heer Terwey, om zijn
vele goede eigenschappen.
Er waren bloemstukken van het Chr. Nat*
Vakverbond, van den Bondsraad, de R. K<
organisatie „Sint Lucas", den R. K. Bouw
arbeidersbond, den Chr. SchilderspaiTOons-
bond, den Chr. Textielarbeidersbond „Uni-
tas", het personeel van den N.C.B. den
Bond van Ned. Schildersjiatroons, de Frie-
sche Schilderspatroons, den Chr. Bond van
Aannemers en Bouwvakpatroons, de stich
ting Nieuwe Wegen, het accountantskantoor
Wierenga, den Algem. Bouwarbeidersbond,
de Middenstandsbedrijfsvereeniging
De receptie, die door een strijkje opgeluis
terd werd, ving aan met het staande zingen
van het Wilhelmus, waarna de voorzitter,
de heer J. A. Schaafsma allen hartelijk
welkom heette. Hij deelde mede, dat o.nu
bericht was ingekomen van verhindering
van Ir. Hakke, algemeen secretaris van de
Looncommissie 1934, van de afdeeling Gro
ningen e.d.
Hierna voerde een groot aantal sprekers
het woord. De rij werd geopend door den
heer Berge namens den R. K. Schilders
patroonsbond. Verder voerden het woord do
heeren G. J. V e 1 dw:j k, namens den Ned.
Chr. Bond van Aannemers en Bouwvak-pa
troons, C. P. Plom p, van Rijswijk, voorzit
ter van den Bond van Chr. Schilderspa
troons, J. C van As van Sommelsdijk, na
mens den Bond van Ned. Schilderspatroons,
E 1 f e r i c h nacnens den Ned. Aannemers-
en Bouwvakpatroonsbond, Hoekstra na
mens de Friesche Schilderspatroonsvereen.
en de Onderlinge Bedrijfsvereen. namens
welke spr. een schilderij aanbood voorstel
lende een watergezicht in de buurt van
Terhorne. J. Boonacker namens de Al
gemeene Bedrijfsverecniging voor de Bouvv-
vakbedrijven, W. de Jong namens het Chr.
Nat. Vakverbond, en de stichting Nieuwe
Wegen, de heer J. Augusteyn te Utrecht
namens bij het C.N.V. aangesloten organi
saties. de heer K. Kruithof, eere-voorzit-
ter van het C.N.V., de heer Andriessen
namens den R. K. Bouwarbeidersbond, de
beer G. Klein namens den Algem. Bouw-
vakarbeidersbond, de heer A. J. Dooyes
namens den Ned. Schildersgezellenbond, de
heer L. A 11 e m a, directeur der Midden-
standsbedrijfsvereeniging, de heer A. Wie-
re n g a, accountant, dc heer H. D e k k e r te
Hilversum, lid van den Bondsx-aad.
De heer Terwey zeide in zijn dank-
woord, dat hij overstelpt is van dankbaar
hei,d: dat hij na negentien jaar voor den N.
C.B. te hebben gewerkt dezen dag mocht be
leven. Dat uit patroonskringèn ook zooveel
belangstelling betoond is, is een bewijs hoe
zeer in deze rond twintig jaar de verhoudin
gen gewijzigd zijn. Rondom de C.A.O. en de
ordeningen in het bedrijfsleven is er veel
gebeurd. Men hoort de woorden „bourgeoi
sie" en „proletariaat" niet,meer. Gemeen
schappelijk overleg en ordeningen in de
bouwvakken maken een geregelden bedrijfs-
gang mogelijk. Er zijn nieuwe perspectieven.
Spr. denkt aan den bedrijfsi'aad. Als hij dit
overdenkt, en dan nagaat welke mogelijk
heden er nog zullen komen, dan spijt het
hem, dat hij heengaat. Maar hij verheugt er
zich toch in. dat hij thans mag heengaan
nu hij nog de volle beschikking heeft over
zijn vermogens, en zijn kracht, en het niet
zoo is, dat men zou zeggen: „nou, die Ter
wey heeft wel veel gedaan, maar hij moest
er nu toch noodig uit". Spr. eindigde met
allen hier aanwezig en den Bond Gods bes
ten zegen toe te vvenschen.
Hierna was er gelegenheid om met een
handdruk van den heer Tenvey afscheid ta
nemen, waarvan door allen gebruik ge
maakt werd.