De Bedrijfsvergunningenwet Het afscheid van den heer H. J. Terwey DONDERDAG 10 MAART 1938 DERDE BUAD PAG. 9 Tweede Kamer Geen afsluiting van bedrijven liet particulier initiatief voorop Vergadering van 9 Maart 1938 Overzicht Op 19 Februari 1937 is een wetsontwerp ingediend houdende „regeling betreffende liet beperken van de \estiging van bedrij ven, waarin eenige tak \an ïujierheid wordt uitgeoefend en van de uitbreiding van de capaciteit van zoodanige bedrijven": de Bedrijlsvergunningswet. De bedoeling was leiding te geven bij da bevordering van de induslrieele ontwikke ling en in bepaalde branches de aanwezige productiecapaciteit niet onnoodig te ver grooten. Erg gunstig werd liet ontwerp niet ont vangen. Velen-duchtten liet gevaar, dat men zou "komen zij het onbedoeld tot een meer algemeen stelsel van gesloten bedrij ven, waarbij de vestiging van ondernemin gen en de uitoefening van eenig bedrijf aan banden gelegd zou worden. Men zag er ook in een beperken van de concurrentiemoge lijkheden met het buitenland en was voorts bevreesd voor het vestigen van nieuwe on dernemingen in het buitenland. De paarden zouden dan achter den economist-hen wagen komen. Ook wat de toepassing van de wet betreft, werden groote moeilijkheden gevreesd. Hoe zullen productie capaciteit en -behoefte wor den gemeten? Wat is over-capaciteit? Eerst in de tweede helft van Februari 1.1 kwam het antwoord der Regeering op hei- Verslag van de Tweede Kamer in. Wel een beu 'js~ lat er aan dat antwoord heel wat te dokteren was geweest. Trouwens de in houd der Memorie toonde, dat de ingebrach te bezwaren van essenticele bcteekenis wa ren geweest. Op tal van vragen van he- drijfs-economischen en teehnischen aard was het antwoord in concretcn zin moeilijk te geven. Zoodra de frase niet meer regeert, krijgt men dat. Aan een stelsel van gesloten bedrijven of behartiging van groepsbelangen, aldus het bescheid dér Regeering, werd niet gedacht. En do overweging van liet bezwaar, dat ob jectieve criteria ontbraken om te bepalen of liet landsbelang door een bepaalde vesti ging ol uitbreiding wordt geschaad, had haar er toe geleid om de werkingssfeer van de wet te beperken tot die groepen van gevallen, waarin de noodzakelijkheid om in te grijpen zich het duidelijkst manifesteert. Er wordt daarom nu niet meer gesproken van „economisch landsbelang", maar van „algemeen belang", als motief 0111 van de .verleende bevoegdheid gebruik te maken. Maatregelen worden afhankelijk gemaakt van hel bestaan eener ondcrnemersovcreen- konist. I)e hedrijfegenooten kunnen eerst on derling trachten tot overeenstemming te go- raken. De overheid zal zich. indien haar tus- schcnliomst wordt ingeroepen, beperken tox liet steunen, aanvullen en bevorderen van hetgeen uit het bedrijfsleven zelf is opgeko men als verweer tegen ongewenschte vesti gingen, In gevallen, waarin contingenteermgs- niaatregeb'ii tot ongewenSohtc uitbreiding van ile „capaciteit" in bepaalde bedrijfstak ken leiden, zal eveneens kunnen worden in gegrepen eiï voorts indien de industrialisa- tiepolitick tor gevolg zou krijgen, dat be drijven ontstaan met een vermogen, waar- dooi- het binnenlandsch verbruik belangrijk zou worden overtroffen. Liet begrip „uitbreiding van de capaciteit van een bedrijf" laat de Minister los. Hij heeft het vervangen door „uitbreiding van een bedrijf" en denkt als maatstaf aan den omvang van productie en afzet. In een alge- mecnen, maatregel van bestuur zullen de grondslagen worden uitgewerkt, naar wel ke uitbreiding van een bedrijf zal worden gemeten. Dat zal niet gemakkelijk zijn, te minder, indien wat toch noodzakelijk is rekening wordt gehouden met de voort durend w isselende behoeften van binnen- en buitenland en ook bepaalde (persoonlijke of groepsbelangen niet worden geïdentificeerd met liet algemeen belang. Ondernemen is toch nog altijd het aan vaarden van risico. Wie daarmee niet rekent tast de activiteit aan van ha maatschappe lijk leven en belemmert de ontplooiing van wat aan krachten in de maatschappij leeft. Op den duur zouden dan toestanden kunnen ontstaan die tot 't tegendeel zijn verworden van hetgeen oorspronkelijk met regeerings- ingrijpeii werd beoogd. De geschiedenis der gilden biedt ons in dit opzicht nog wel en kele leeringen. Waar echter duidelijk aanwijsbaar nadeel door nieuwe vestigingen of uitbreidingen ontstaat, kan het nuttig zijn, dat het be drijfsleven handelend en beschermend op treedt. Eeperktbeid van blik past daarbij echter niet. Ook op dit gebied behoort elke onnoodige- overheidsbemoeiing achterwege te blijven, mede omdat het rationalistisch denken op den duur nimmer het opbruisen de en sprankelende leven vermag te ketenen en te verstrikken. Wel mogen excessen wor- den afgesneden. Dat is dan ook het doel van den nieuwen wettehjken maatregel. Deze gaat niet in de richting van sociaal-democraten, die zich inbeelden tot socialisatie te moeten komen en dat ook meenen te kunnen, door zich in staal te wanen de productie- en consumptie- behoeften te kunnen bepalen. Van dit waanzinnig streven blijft dit wetsontwerp verre. De soe.-demociiaten behooren tot degenen, die retendeeren de conjunctuur duurzaam te kunnen bèheerschen. Zij willen daartoe 'iet ondernemers-initiatief breidelen, voor zoover dit h'.i. sociaal schadelijk gaat wer ken Deze meening werd vertolkt door den soc.-democraat Ir. Vos, die maar hij was tie eenige het wetsontwerp principieel zag als een „poging lol gedeeltelijke socia- lisalie van de beschikkingsmacht". Prac- tiscli was. hij echter minder hoog gestemd omdat het ontwerp de Inperkingen bindt aan een verzoek van de ondernemers. Onjuist er •onredelijk noemde hij het dat de arbeiders organisaties van liet doen van verzoeke: zijn uitgesloten. Gepoogd zal worden de \yer kingssfecr \an het ontwerp in dit ooz'cht uit te breiden; gerekend wordt daarbij op steun van de Katholieken om de bedrijfs- raden en organisaties van arbeiders bij dc zaak te betrekken. De lieer Van der Goes van N'aters is or Vleze gedachte nader ingegaan. Bij de amen dementen komen we daarop terug. Een ander geluid deed de heer Bierema hooien. Wel erkende hij, dat onder bepaal de omstandigheden de overheid in de ont wikkeling van het bedrijfsleven moet kun nen ingrijpen, maar in liet algemeen be hoort. aan de ondernemers vrijheid te wor den gel.il F.r is groot gevaar voor mistas. ten door de overheid en (lat leidt tot groote schade, Wel zegt de Minister, dat alleen in geval van excessen zal worden ingegrejjen, maai' de mogelijkheid werd aangenomen, dat ver zoeken om op Ie treden zouden worden be paald niet. door het algemeen belang maar door particuliere concurrcntiebelangen. Erkend werd. dat het ontwerp belangrijk is verbeterd in zijn nieuwe gedaante, maar noodig weid liet niet geacht, eer bedenke lijk. Mevr. Mackay-Katz, wier huishoudelijke plichten baar vrijwel niet in beslag schij nen te nemen, zag weinig grond voor een regeling van duurzamen aard om de over heid te machtigen rechtstreeks in het be drijfsleven in te grijpen. De ervaring met de Vestigingswet Kleinbedrijf lokt cok niet erg aan om op dit gebied verder te gaan. Aller lei ordening blijkt neer te komen op be scherming van particuliere belangen en als „general of industry" kan Mevrouw Mac kay den Minister niet beschouwen. Dit be toog ging dus nog verder dan dat van den heer Bierema. De heer Bakker, de tweede Chr. Ilist spreker, die intusschcn ontkende dat er tus schcn Mevr. Mackay en de overige fractie leden principieel verschil zou zijn er is slechts gradueel onderscheid wilde van een gaan in de richting van de corporatieve staatsgedachte niets weten. Vast moet staan, dat van de te verstrekken bevoegd heid slechts op rechtvaardige wijze gebruik gemaakt zal worden. Het geven van een tijdelijk karakter aan het wetsontwerp was een wensch, welke ook door den lieer Bakker gedeeld werd. Onder de voorstanders van de wet schaar den zich ook de vrijz -democraten, al gaven bij monde van den heer Schilthuis te enncn. dat de wet een moeilijke toepassing >u hebben. Het geluid der Anti-Rev. fractie de heer Bottcrweg was hier eerste woordvoerder klopte volkomen op het Ordeningsrapport der Anvi-Rev. Partij. In de lijn daarvan ligt liet. bedachtzaam voortgaan op den weg an de ontwikkeling van het maatschappe lijk leien. De waarschuwing werd geuit, dat een pei len van de behoefte van de maatschappij een voor dc overheid onbegonnen werk is. Zeker moet liet niet tot een gesloten bedrijf komen. Ook de heer Botterweg drong er krach tig ow aan de wet een tijdelijk karakter te geven. Opgedane ervaring kan dan nog eens worden overwogen. Wat is daar tegen? Al bevredigt het ontwerp niet in alle on derdeden, toch zal het mits vaststaat, dat de taak van de overheid secundair blijft worden aanvaard, ook als staat de anti- rev. fractie tegenover de resultaten ervan niet zeer optimistisch. Het meest ingenomen met het wetsont werp bleek de heer Kortenhorst, die echter de réchtstreeksche overheidsbemoeiing van den heer Vos afwees, evenals alle overdrij ving van de beteekenis van 't voorgestelde. In de woorden van Mevrouw Mackay had hij een loflied op de ongebonden vrijheid beluisterd. Hij ziet echter in die vrijheid niet het hoogste geluk, maar acht het streven van zekere harmonie tusschen vraag en aanbod een groot bedrijfsbelang, dat door een tijdelijkcn maatregel kan worden behartigd. De theorie van de harmonie werd door den heer Smeenk, die tevens de visie Ir -Vos bestreed, niet ongevaarlijk geacht. Men staat daarin bloot aan groote vergis singen, vooral in ons land, dat zoo sterk wordt beïnvloed door liet internationale leven. De strekking van het wetsontwerp ziet hij clan ook vooral in het wegnemen van wat algemeen als exces wordt erkend. Dat met voorzichtigheid de wet moet wor den gehanteerd, teneinde ongewenschte scherpe reacties ve voorkomen, was punt, waarop tenslotte de heer Smeenk met grooten nadruk de aandacht vestigde. De Minister erkende al dadelijk, dat om schrijving van liet begrip uitbreiding bedrijf, waarnaar de heer Tilanus had ge vraagd, zeer moeilijk is, maar hij zal het punt nadep overwegen. Het terrein der „nieuwe organen" liet de Minister onbetreden, evenals allerlei zijpa den. De bezwaren aan gevreesde bedrijfsafslui- ting ontleend verklaarde hij ongegrond. Er zal consciëntieus worden voorbereid, waarbij het algemeen belang scherp in het oog zal worden gehouden. Ook al is een bedrijfstak onder de wet gebracht, dan zijn nog steeds vergunningen mogelijk, indien het algemeen belang zich daartegen niet verzet. Men zou de belangen van de bedrijfsra den en van de arbeidersorganisaties niet dienen, door ze ontijdig in te schakelen i deze wet. Daarop heeft dc lieer Smeenk tf recht gewezen. Het initiatief moet blijven bij de ondernemers. Voor het toekennen van een tijdelijk ka rakter aan de wet ziet de Minister geen reden, omdat we niet met een ciïsisAange legenlieid. maar met een structureele rege ling te maken hebben. Leert de practijk, dat de wet niet voldoet, dan volgt wijziging vanzelf. Achterafsche goedkeuring door de wet door den heer Biprema henleit, zou slechts formeele bcteekenis hebben. De Minister hoopt in liet hem ven dien ste staande apparaat voldoende middelen te hebben om te kunnen beoordeelen of ergens heporkine van excessen noodig is. gelijk de heeren Botterweg en Smeenk het hebben gezegd. Die beperking zal slechts plaat: hebben nadat het particulier initiatief heeft gefaald. In de amendementen bleef de Kamer spoedig steken. Het waren die van den heer Vos om de bevoegdheid van de Kroon tot 't voorschrij ven van vergunningen vast te stellen, ook zonder dat rle ondernemers een verzoek hebben gedaan. Ook voor een bedrijfsuaacl en voor de organisaties van arbeiders het recht gevraagd om verzoeken in te die nen. De heer Kortenhorst moest van het op deze wijze impopulair maken van de niets hebben. Eer echter ook anderen zich konden laten hooren, werd de vergadering verdaagd. bedrijven tc-gen te gu-in. behoudens goedkeu- Mevr. MACK'AY-KATZ (c.-h.) vraagt, waarom :-t wetsontwerp niet als crisis-, als ttidelijk,-. ht aan de regeering te geven. Is de iciteiten b(j uitstek geschikt uin i Verslag de orde is het die zich nog altijd st De heer BIEREMA woord 1 are prridiïctleste bek n Isel zeker n! >r- dan nadei aar het zal juist de r bezwaarlijk door de o te stellen. in tegenstelling mi ins eenige algemeene lgomeen belang acht iioodzakcUlk. Beter v held te geven om opr iitbrelding van besta; k-htigheid zal beti achten bü I Ook spr. hoopt dat de wet eer wordt aangetast, doch 1 it de overheid steeds meer nn het bedrijfsleven. Spr. chtlngen aan den Minister. De heer BOTTERWEG (a lend is erkentelijk r met verschil de t te hebben De overh ivatten dan vroeger. ele vrijwillige ordeningspoglngen dreigde an eens de eerlijkste dc dupe te worden Sanctie van d optreden 'mag of achterlijkhi i ambtena 1- 9 beschikker sn. Spr. zóu dezen eerst de praktijk willen oen leeren kennen. Spr. waarschuwt tegen op de spits gedreven verheidsbemooiing. Namens ziin fractie geeft pr. een tijdelijk karakter der Xvet dringend ln door elkaar worden gehaald Ipr.s bezwaar tegen het ontwerp is de groote entralisatie hij zoo iets ingrijpends als de slui- t algeheele staats tal spr. ziln ste. - heer KORTENHORST (r.k.) ichillende ar iich ook af. of •n stlmi lig heel beschot ren a.s Hl I.. - -Jdelülcen duur. De heer SMEENK (a.r.) sluit zich aan bü d* rooiden van don lieer Botterweg. Naar ver ïcerdering van liet productieproces moet wor en gestreefd, ook al gaat di lieden het bedrüfsl ogelük- hot an- s bü d< _.jeid ge le indivl- welke h- zal dus bü de ichtlgheid eCDeerheer'TIBANUS (c.-h zegt dat hel ledig doel heeft, het kunne bot vestigen van nieuwe en va ■an bestaande bedrijven, an Economische Zaken, de he< De aankomst van Z. K. H. Prins Bernhard (met rug naar camerain gezel schap van zijn- broeder, prins Aschwin (links) aan 't huis van den vroegeren gezant te Londen, jonkheer De Marees van Swinderen, aan Eaton Square. STEENBERGHE. zegt dat de omschrijving bedrijven bewust uit het ontwerp is gelate Er is gezegd dat het wetsontwerp leidt i sluiting van bedrijven. Uitgesloten zouden eenige durvers. igert als er strijd is an bedrijfsra den nocl bevrlezin ng ge waal het tüdelük het bedrüf behoeft ook En moet er tegen over ate n, ai heelemaal geen bes De heer KORTENHORST (r.-k.) maakt hier. >rdaagd tot heden De staking te Losser De drie samenwerkende arbeidersorgani saties zijn met de stakers van Van Heek in vergadering bijeengekomen ter bespreking van den toestand, welke na het onaenhoud van den Rijksbemiddelaar met beide par tijen,-is. ontslaan. Er werd een schriftelij ki stemming gehouden over de voorstellen vai den Rijksbemiddelaar. Uitgebracht werden 174 stemmen, waarvan 96 voor en 73 tegen aanneming en 5 blanco. De organisaties zullen den Rijksbemidde laar op de hoogte brengen van het aannemen van het voorstel door de arbeiders, zoodat nog slechts gewacht wordt op het antwoord der directie van Van Heek. ROFFELRIJMEN DE BRANDWEERMAN NEEMT ORGELLES Van 't Water ivas een brandweerman^ De chef van brandspuit zeven. Hij wist 'em, als het branden wou3 Ferm van-katoen te geven. Henk Diskant had een ander vak: Hij dirigeerde koren En had aan 't edel snarenspel En orgel 't hart verloren. 't Was eens dat onze brandweerman Den orgélleeraar belde En van zijn ongeleschte dorst Naar orgelles vertélde. Een dag en uur werd vastgesteld De prijs werd afgesproken, En weldra was de training in 't Klavierspél aangebroken. Het ging, nou ja, zooals dat gaat Eerst loopjes repeteeren, En voorts van dag tot dag een uur Verdraaide lesjes" leeren. En elke week als Diskant kivam Om lessen uit te deelen Bleek, dat Van 't Water alles kon Behalve orgel-spelen. Hij gaf royaal sigaren weg, Was een gezellig prater, Maar amper zat hij voor 't klavier Of drie minuten later Ging rinkelend de telefoon En stoof de spuitchef henen Om bij de een of andre brand Zijn bijstand te veizenen. Henk Diskant vond het niet zoo bar. Dat 't elke week haast mis was, Omdat er d' eerste van de maand Tóch boter-bij-de-visch was, Maar toen de chef ccn maand of wat De lessen had genoten Zei hij: meneer, de zaak, begint Me toch wat te begrooten: lk dee 't alléén maar voor m'n vróuux (Ik zal 't je maar vertellen) En liet m'n buurman elke week Een brandalarmpje bellen (Nadruk verboden) LEO LENS INFANTERIEKAZRNE TE WEZEP Wij vernemen dat thans de bouw van een Infanteriekazerne te W e z e p gem. Oldebroek 'vaststaat, en dat zelfs de aanbesteding binnen enkele weken reeds verwacht mag worden. Het Gemeentebestuur heeft, mede in ver band met den kazernebouw, een uitbreidings plan voor Wezep in overweging genomen, om daardoor ongewenschte bebouwing te voor komen. EEN ONVERGETELIJKE EN MOOIE DAG Belangstelling uit een breeden kring Tal van geschenken en bloemstukken OP geestige wijze leidde de heer H. J. Terwey gistermorgen, de buitengewone algemeene vergade ring van den Ned. Chr. Bouwarbei- dersbond in. Hij wees erop, dat hij onwetend geweest was van de redac tie van de convocatie, welke door den secretaris onderteekend was. Waarom dit een buitengewone vergadering moest wezen? Omdat de scheidende voorzitter zulk een vergadering in zijn twintigjarige practijk nog niet had geleid. Daar was ik anders niet rouwig om; het is gelukkig, dat het bondsleven zonder groote schokken ging, zoodat buitengewone algemeene vergaderingen niet noodig waren. Met deze vermelding uit het. openings woord is heel deze dag van afscheid gety peerd. Wc zagen Terwey zooals hij is: spon taan en hartelijk, gemoedelijk en opgewekt, maar spoedig aangedaan, en verrast dooi de vele blijken van vriendschap die zijn deel werden. Nadat besloten was tot verlenging van de Statuten en om de Koninklijke goedkeuring erop aan te vragen, werd deze buitenge wone algemeene vergadering onderbroken Daarna werd de heer Terwey met zijn dochters binnengeleid. Hij hanteerde ook nu weer don voorzittershamer, maar voor liet laatst, on om dezen over te geven aan zijn opvolger. Afscheidswoord van den heer Terwey Vriend Schaafsma. zoo zeidc de scheiden de voorzitter, gii kent den bond en de bon i kent u. Dat betekent, (lat er van u veel wordt verwacht. In 1919 hebt ge verklaard in uw benoeming tot secretaris Gods leiding in uw leven to zioh. Aanvaard dan ook uw nieuwe taak. Gij hebt. vroeger eens een ge dicht gemaakt, dat als volgt eindigde: De N.C.B. gaat voort En plant heel Neerland rond Zijn zuivere banieren. Heil u, gij fiere bond. Zoo moet zij voortgaan in uw werk voor den bond. Het gaat niet om ons of om de organisatie, maar het gaat om de taak wel ke God ons gegeven hoeft. Aanvaard die taak zoo in bet besef, dat gii werkzaam z;jn moet tot heil van onze 13.500 leden, ten gunste van Xeerlands bedrijfsleven en tot lof van Gods Naam. Ik w il caame de eerste zijn die u celukwenscht, aldus spreker, nadat bij den laalsten hamerslag bad gegeven en het embleem van liet voorzittersehao aan den heer Schaafsma had overhandigd. Het is mij een persoonlijke voldoening dat g;j. vriend Schaafsma met wicn ik met zooveel genoegen heb samengewerkt tot mijn opvol ger gekozen zijt. Gij zult nog een tiental jaren leiding kunnen geven aan r1~-< Bond, .als God u j het leven spaart. De afgetreden. Bondsvoorzitter bij het hem aangeboden radiotoestel. Zich tot de vergadering richtende, vroeg spr. dat aan den nieuwen voorzitter de volle steun gegeven zal worden om zijn werk goed te kunnen verrichten. Spr. eindigde met den opvolger van den heer Schaafsma, als secretaris, den heer Veldwijk, geluk te wenschen, Toespraak van den heer Schaafsma De beer J. A. Schaafsma aan vaardde het voorzitterschap met een toespraak, waarin .hij zeide met groote waardeering en stijgend respect steeds te hebben gadegeslagen hoe de afgetre den voorzitter leiding wist te geven. God heeft aan den Bond het voorrecht ge schonken in Tenvey een voorzitter te be zitten. die op het juiste moment aan hel hoofd van onze beweging gesteld werd. Het is mij een aangename taak namens 'onzi 13 589 bondsleden, namens de algemeen* vergadering en namens den bondsraad ei het centraal bestuur u hartelijk te d-aukni voor hetgeen gij voor den bond hebt ge presteerd. Leid ine geven is denken voor deren op grondslag van vaste beginselen, beslissingen nemen waardoor anderen g( bonden zijn. In ons werk gaat dat ovc levensbelangen. God beeft u de genade ge- ceven, dat ge verlichte oogen des verstands hebt ontvangen, waardoor in moeibjke menton ge precies wist wat er geschieden moest. Leiding geven is dienen van anderen, trouw blijven in de roeping in het dai lijksche leven voor anderen. Wij danken u voor die trouw steeds door u betoond. U' benoeming tot ridder in de Orde van Oranje Nassau was voor u een hooge cere. Gij be zit de ridderdeugden welke iu de middel eeuwen golden: vrouw en onoffercnscezind- he.id, medegevoel met verdrukten. Wij ho pen. dat. ge vele jaren in Gods gunst u in ongebroken kracht zult mogen vmhengen. Ik doe een beroep op allèn in dezen kring om mij te steunen in de taak die ik als voorzitter van dezen bond aanvaard, op de collega's in het centraal bestuur, die met mij leidiag aan den bond geven, op den bondsraad, en op de functiona rissen die de NC.B. heeft, opdat de bond tot verdere uitbreiding zal kunnen ko men. Moge God geven, dat er ook ver andering komt in de moeilijke levens positie van duizenden onzer leden, en deze beter mogen worden. Spreker bood vervolgens aan den heer Terwey aan een boekenkast, een tafel, een bureaulamp en een hanglamp, Andere toespraken Het zou niet doenlijk zijn alle toespraken die hierna volgden in den brecde te ver slaan. We volstaan dus met een korte ver melding. De lieer J. de Bruvn te Rotterdam sprak namens de bondsleden, haalde vele oude herinneringen op uit den tijd toen Vervvey nog concierge was van het vereeni gingsgebouiv in Rotterdam en hij soms bezig was met stoffer en blik om een half uur la ter keurig aangedaan naar de huurcommis- sie te gaan, waarbij hij dan ook nog vaak een telefoontje kreeg van den N.C.B. uit Amsterdam om ergens te gaan spreken. Dat was een druk leven en het is altijd zoo ge bleven. Spr. bood een mooi radio-toestel en een ets van den Domtoren aan. Namens het personeel van den bond over handigde de lieer H.-L. van Bruggen aan den heer Terwey die een toegewijde schaker is een fraai schaakbord met kost bare stukken. De stukken waren al op gesteld en de scheidende voorzitter kon niet nalaten om te vragen aan een zijner mede bestuurders „willen we eens een partijtje". Maar deze match werd uitgesteld om eerst de andere sprekers aan te hooren. Dat waren de heeren D. v. O o s t e n d e te Dordrecht en P ,.T. van Laar die namens Den Haag I en II sprak. Vervoleens kwa men twee „emeriti" aan het woord, de oude grijze heer J. C. F rij link, eerelid van den bond, en de heer J. H. d e H o o g. De heer A. Stapelkamp, voorzitter van lipt Chr. Nat. Vakverbond beeft in den heer Terwey altijd bewonderd de trouw en het optimisme. I-Iij was altijd vol van ge zonden humor, en,was een geboren feest redenaar. In don kring van het C.N.V. nam hij, een voorname plaats in door zijn vele (roede kwaliteiten. Het bestuur van het. C.N. V. wist, dat de leiding van den N.C.B. lvj den heer Terwey in goede handen was. 'Gaarne ivensoht het C.N.V. den scheidenden voorzitter nog vele jaren van rust in gocda gezondheid toe. Dankwoord van den heer Terwey Hierna was de heer Terwey aan de beurt om het woord te voeren. Hij was zeer onder den indruk van de vriendelijkheid, waar- rnpe hij dezen moreen omringd was cn dankte allen voor hun toespraken en ge schenken. onk den heer De Hoog. die nu weer zijn collega geworden is (want beiden zijn wij gepensionneerd) en z:jn oud-col lega's. de leden \an het hoofdbestuur. DE RECEPTIE V«- moemen en groote belangstelling Nadat een gemeenschappelijke maal tijd was gchoudeiij vond des m!chinas een receptie plaats. De zaal, waarin de heer Terwey recipieerde was in een bloe menhof herschapen, zooveel bloemstuk ken, waaronder tal van omvangrijke grootte, waren bezorgd, Het was een drukte van belang, allemaal vrienden van de vakbeweging, vrijgestelden van andere organisaties, zoowel uit de Chris- tel:jke als uit de R. K. en de moderne vak beweging. En alle sprekers die het woord! voerden roemden den heer Terwey, om zijn vele goede eigenschappen. Er waren bloemstukken van het Chr. Nat* Vakverbond, van den Bondsraad, de R. K< organisatie „Sint Lucas", den R. K. Bouw arbeidersbond, den Chr. SchilderspaiTOons- bond, den Chr. Textielarbeidersbond „Uni- tas", het personeel van den N.C.B. den Bond van Ned. Schildersjiatroons, de Frie- sche Schilderspatroons, den Chr. Bond van Aannemers en Bouwvakpatroons, de stich ting Nieuwe Wegen, het accountantskantoor Wierenga, den Algem. Bouwarbeidersbond, de Middenstandsbedrijfsvereeniging De receptie, die door een strijkje opgeluis terd werd, ving aan met het staande zingen van het Wilhelmus, waarna de voorzitter, de heer J. A. Schaafsma allen hartelijk welkom heette. Hij deelde mede, dat o.nu bericht was ingekomen van verhindering van Ir. Hakke, algemeen secretaris van de Looncommissie 1934, van de afdeeling Gro ningen e.d. Hierna voerde een groot aantal sprekers het woord. De rij werd geopend door den heer Berge namens den R. K. Schilders patroonsbond. Verder voerden het woord do heeren G. J. V e 1 dw:j k, namens den Ned. Chr. Bond van Aannemers en Bouwvak-pa troons, C. P. Plom p, van Rijswijk, voorzit ter van den Bond van Chr. Schilderspa troons, J. C van As van Sommelsdijk, na mens den Bond van Ned. Schilderspatroons, E 1 f e r i c h nacnens den Ned. Aannemers- en Bouwvakpatroonsbond, Hoekstra na mens de Friesche Schilderspatroonsvereen. en de Onderlinge Bedrijfsvereen. namens welke spr. een schilderij aanbood voorstel lende een watergezicht in de buurt van Terhorne. J. Boonacker namens de Al gemeene Bedrijfsverecniging voor de Bouvv- vakbedrijven, W. de Jong namens het Chr. Nat. Vakverbond, en de stichting Nieuwe Wegen, de heer J. Augusteyn te Utrecht namens bij het C.N.V. aangesloten organi saties. de heer K. Kruithof, eere-voorzit- ter van het C.N.V., de heer Andriessen namens den R. K. Bouwarbeidersbond, de beer G. Klein namens den Algem. Bouw- vakarbeidersbond, de heer A. J. Dooyes namens den Ned. Schildersgezellenbond, de heer L. A 11 e m a, directeur der Midden- standsbedrijfsvereeniging, de heer A. Wie- re n g a, accountant, dc heer H. D e k k e r te Hilversum, lid van den Bondsx-aad. De heer Terwey zeide in zijn dank- woord, dat hij overstelpt is van dankbaar hei,d: dat hij na negentien jaar voor den N. C.B. te hebben gewerkt dezen dag mocht be leven. Dat uit patroonskringèn ook zooveel belangstelling betoond is, is een bewijs hoe zeer in deze rond twintig jaar de verhoudin gen gewijzigd zijn. Rondom de C.A.O. en de ordeningen in het bedrijfsleven is er veel gebeurd. Men hoort de woorden „bourgeoi sie" en „proletariaat" niet,meer. Gemeen schappelijk overleg en ordeningen in de bouwvakken maken een geregelden bedrijfs- gang mogelijk. Er zijn nieuwe perspectieven. Spr. denkt aan den bedrijfsi'aad. Als hij dit overdenkt, en dan nagaat welke mogelijk heden er nog zullen komen, dan spijt het hem, dat hij heengaat. Maar hij verheugt er zich toch in. dat hij thans mag heengaan nu hij nog de volle beschikking heeft over zijn vermogens, en zijn kracht, en het niet zoo is, dat men zou zeggen: „nou, die Ter wey heeft wel veel gedaan, maar hij moest er nu toch noodig uit". Spr. eindigde met allen hier aanwezig en den Bond Gods bes ten zegen toe te vvenschen. Hierna was er gelegenheid om met een handdruk van den heer Tenvey afscheid ta nemen, waarvan door allen gebruik ge maakt werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9