N.V. „ALMARA" Het Moskousche Bloedproces LUCHTVERDEDIGINGSFONDS MAANDAG 7 MAART 1938 EERSTE BEAD PAG. a Buitenland HET DERDE RIJK EN DE FUBLIEKE OPINIE De practische waarde van propaganda (Van onzen Duitschen correspondent) Ten onzent zou 'het ongetwijfeld een zekere .verbazing wekken, wanneer de Nederland- sche regeering een advertentiecampagne be gon om den volke kond te doen van haar .voortreffelijkheid. In andere landen is men een dergelijke tactiek heel gewoon gaan vinden. Toen Hitler in zijn kabinet een propaganda-minister opnam, werd daar braaf over gelachen. Moskou kwam echter al spoedig tot de ontdekking, dat die idee nog heelemaal niet zoo kwaad was en Dimi- trof f, de held van het rijksdagproces, werd dr. Goebbells' collega. Mussolini keek 't katje nog eenigen tijd uit den boom en thans heeft ook het fascistisch Italië in Al fieri zijn geautoriseerden „publicity manager". Het resultaat der activiteit van het Duit- 6ohe propaganda-ministerie is meermalen door de woordvoerders van het nationaal- socialisme bejubeld. Toch schijnt men in het Derde Rijk langzaam aan tot het inzicht te komen, dat er aan de officieele propaganda nog heel wat ontbreekt. Ja, er zijn er, die zich afvragen, of de activiteit van dr. Goebbels niet op een mislukking is uitge- loopen. Het propaganda-ministerie is er namelijk wel in geslaagd om op 'het denken van het Duitsche volk een overwegenden invloed uit te oefenen, doch waar het er om ging, de reactie tegen het nationaal-socialisine in het buitenland te onderdrukken, en in andere landen sympathieën te winnen voor het Derde Rijk, daar bleef het absoluut in ge breke. Dr. Goebbels' streven is het van den beginne af geweest om door middel van pers, radio, tooneel en film het wereldbeeld van oen huidigen Duitscher volgens nationaal- eocialistische opvattingen te bestemmen. Alles, wat dit wereldbeeld kon vertroebelen, werd met geweld onderdrukt. Dat er buiten de grenzen een steeds sterkere oppositie groeide tegen een „Volksaufklarang", die in breede kringenvolksverdomming ge noemd wordt, liet den officieelen propagan disten van het Derde Rijk absoluut koud. Als het Duitsche volk daar maar niets van af wist, dan was de zaak in orde. Bedriegen de voorteekénen niet. dan is men tot de conclusie gekomen dat deze ,,wat niet weet, wat niet deert" politiek op den duur een heel verkeerde uitwerking heeft. En zooals Hitier dat in zijn laatste Riiksdag-rede uitdrukte met nationaal- socialistische vastbeslotenheid en duidelijk heid schijnt men nu andere wegen tq willen inslaan. Den eersten stoot in de nieuwe richting gaf het hoofdorgaan der partij, de „Völki- sche Beobachter". Evenals alle andere Duit sche kranten gaf het gevolg aan een order ,van het propaganda-ministerie en publiceer de het een daverende tiraae tegen de Fransche regeering die duldde, dat er in den zetel van den rooden vakbond te Parijs in Duitschland sprak men van een „semi- officieel gebouw", omdat de C.G.T. een der steunpilaren van het volksfront is een tentoonstelling werd gehouden van carica- 'turen, welke „dein Führer en zijn directe medewerkers op de meest verachtelijke wijze neerhaalden." De „Völkische Beobachter" knoopte hier aan de bedreiging vast, dat 't Derde Rijk in de toekomst dergelijke provocaties niet meer kan dulden. Tot nu toe aldus de V.B. is Duitschland altijd zoo fatsoenlijk geweest om dergelijke beleedigingen van andere regeeringen te beletten. In de toekomst zal het regeeringen, die het nationaal-socialis- .tisch bewind laten beschimpen, met gelijke munt betalen. Uit dit artikel en ook uit de commentaren welke daar in ingewijde kringen op geleverd werden, blijkt, dat men met plannen rond loopt om elke tentoonstelling van caricatu- ren op het Derde Rijk (e beantwoorden met een tentoonstelling, welke neg beleedigender en nog grievender is voor de regeering, die binnen haar grenzen zulke aanvallen op het huidige Duitschland heeft geduld. Men hoeft er niet aan te twijfelen, dat Duitsch land over de menschen beschikt, die in staat zijn om zoo 'n tentoonstelling te organisee- ren. „Der Brennessel", het satiriek-politiek weekblad van den „Völkischeo Beobachter" bevat wekelijks vele caricaturen, die zooal niet altijd even geestig, dan toch in den regel uiterst scherp zijn. Op het oogenblik wordt er te Berlijn een congres gehouden, dat bijeengeroepen is om het vraagstuk van de radio juridisch te regelen. Nu is een juridische regeling van de radio ongetwijfeld niet zoo heel erg dringend 1 een land, waar alleen de staat uitmaakt, at er den aether ingezonden wordt en wat niet. Maar desondanks klinkt het nogal zon- oerling, dat de in congres bijeengekomen juristen niet begonnen aijn met het be spreken van wetsartikelen en paragrafen, doch zich uitsluitend bezig houden met het probleem: hoe komen wij tot een parate en slagvaardige radio? Het ziet er naar uit, dat Duitschland maatregelen overweegt om de gehate zenders van Moskou, Straatsburg en Praag, die men helaas niet het stilzwijgen kan opleggen men heeft in die richting proeven genomen, doch het venstoren van uitzendingen in an dere landen schijnt met tè groote kosten gepaard te gaan op krachtige wijze van repliek te dienen. En in het kader van een dergelijke afweer- propaganda heeft men natuurlijk ook de buitenlandsche pers nöet vergeten. Alleen blijft het voorloopig nog een verrassing, wat in dezen denkt te doen. Reeds duizenden slechthoorenden fin den baat bij e< Siemens „Phono- phoor". Ook voor U hebben wij wellicht sen passend hoor- •-oestel met oor- of beengeleiding. BILLIJKS PRIJZEN Afdeeling „Phono" ROKIN 86 AMSTERDAM (C.). FRIESGHE BOTERDRABBELKOEKEN Oudste adres v, u'A d® 1» „Ver®** de Z.00 &a ln bussen 6 st. 0.50; 10 si.-J 0.85; Luxe bussen 10 st. 0.90; 17 st. 1-50; Boven 2.— franco Telef. 20 Gironummer 30584 J. C. REPKO WORKUM Fransche defensie-uitgaven Tijdens de debatten in de Fransche Senaat verklaarde Marohandeau, de minister van Financiën, dat in het afgeloopen jaar 10.255 millioen francs besteed waren aan de natio nale verdediging en dat hij voor dit jaar em bedrag voorziet van 11.200 millioen francs. Op het oogenblik, zoo voegde hij hieraan toe, moeten alle ter besohikking staande hulpmiddelen des lands gereserveerd wor den voor de landsverdediging. Dreigt regeeringscrisis in Japan? Buitengewone Kabinetsraad to Tokio Zaterdagavond is te Tokio een buitenge wone Kabinetsraad gehouden, waarin de ern stige toestand werd besproken die is ontstaan door den tegènstand der partijen tegen de wet op de controle der electrlciteitsbedrijven. Uit nationale kringen is reeds de eisch vet nomen, dat de Landdag moet worden ont bonden. Zaterdagnachlt werd evenwel be rioht, dat de omstreden wet Dinsdag zal worden afgehandeld. In politieke kringen wijst men er op, dat het lot van de Regee ring en van den Landdag er van afhangt of de partijen bereid zijn een kabinet de in de wet op de nationale mobilisatie vervatte machtigingen te verleenen. Ondertusschen is de gewone begrooting, in totaal 2.S67 millioen yen baloopende, aan genomen. De strijd in China Hevige slag aan de Gele Rivier Aan de Gele Rivier is Zalterdag een hevi ge slag begonnen. Japansch geschut heeft d« Chineesdie stellingen aan den zuidelij ken oever der rivier krachtig onder vuur ge nomen. Gemeld wordt, dat Tsjang Kai Sjek per soonlijk het bevel over de Chineesohe troe pen op zich heeft genomen. Hij zendt vooras krachtige versterkingen naar de provincie Sjamsi, met het doel alle pogingen der Ja- panneezen de rivier over te steken te fnui ken. Nader wordt gemeld, dat de Japansche troepen, die in Zuid-Sjansi tot het. offensief zijn overgegaan, Poetsjau hebben bezet, aat gelegen is aan de Gele Rivier en het eind punt vormt van den Tatoeng-spoorweg. Vliegtuigen der opstandelingen hebben Zaterdagavond en Zondag opnieuw Barcelo na gebombardeerd. Hierbij werden 22 perso nen gedood en 30 gewond. De aangerichte scha'die is aanzienijk. De aanval van Zondag werd door afweer geschut 'verijdeld. Rakowski en Boecharin „bekennen" Beschuldigingen aan het adres van Engeland De moord op Kirov opgehelderd |~^E verhooren tijdens het Moskousche Bloedproces werden Zaterdag den geheelen dag voortgezet. Gister heeft men een dag „gepauzeerd", omdat da Russische rustdag toevallig samenviel met den Zondag Het valt nog niet bij benndering te zeggen hoe lang het pro ces zal duren. Doch minstens vijf dagen zal het nog wel in beslag nemen. Men verwacht niet, dat een der beschuldig den ditmaal Radek bracht het er bij het vorige proces met 10 jaar gevange nisstraf af aan de doodstraf zal ont snappen. Het verhoor van Rakofski heeft Za terdag heel wat beschuldigingen gebracht in de richting van Engeland. Deze beklaag de onderbrak meermalen zijn verklaringen om aan „zijn gevoelens" lucht te geven door de vreeselijkste verwenschingen te richten aan het adres van Trotzki in wiens op dracht hij zelf zou hebben gehandeld en die hij het hoofd noemde van een bende ge- eene misdadigers en spionnen. Daar hij door deze, met overdreven pathos voorgedragen verwenschingen de geloof waardigheid van zijn verklaringen dreigt te ondergraven, wordt hij door den voorzitter •an het hof tot de orde geroepen. Rakofski „bekent", dat hij in 1924 als ge zant te Londen is aangezocht door den En- gelschen spionnagedienst en dat twee be ambten van dezen dienst hem door een val- schen brief tot zijn spionnage hadden ge bracht. Ook Trotzki zou sinds 1920 in dienst van den „intelligence Service" gestaan hebben. In 1907 heeft hij Rakofski als gezant in Parijs betrekkingen aangeknoopt met Fransche groot-industrieelen en hun voor eventueele steunverleening aan de oppositie- Trotzki, economische concessies aangeboden. Na den terugkeer van zijn verbanning in Siberië is hij op uitdrukkelijk verlangen Man Trotzki weer in dienst van den Engelschen spionnagedienst getreden. Als tusschenper- soon zou Lady Muriel Paget gediend heb ben, die volgens Rakofski een Engelsche spionne is. (Deze dame, die in diplomatieke kringen te Moskou goed bekend is, leidt sinds jaren de vereen, tot hulpverleening aan Britsche onderdanen in de Sovjet-Unie met medewerking van de Britsche ambassade en in opdracht van Engelsdhe liefdadigheids organisaties). Bij het bezoek van Laval aan Moskou zou Rakofski getracht hebben de toenadering tusschen Sovjet-Rusland en Frankrijk te doen mislukken. In de avondzitting heeft Boecharin de aandacht op zich gevestigd door te smeeiken zichzelf te mogen beschuldigen. Meer en meer begint thans duidelijk te worden, dat de beklaagden zich om het hardst beijveren alle mogelijke misdrijven te bekennen, om het proces maar in een bespottelijk daglicht te stellen ejj het zoodoende de openbare aan klager zoo moeilijk mogelijk te maken. Zaterdagavond om 9 uur vroeg Boecharin bv. hartstochtelijk, of het hem toegestaan was, twee verklaringen af te leggen: „In de eerste plaats moet men mij toestaan, een vollediger verslag te geven en tweedens wil iik iets verklaren over den ideologisohen kant van de zaak, nu de staatsaanklager daarover anderen heeft ondervraagd". Boecharin bekende hierop de leider van een rechtsohe organisatie te zijn geweest sinds 1928. Het doel hiervan was, het kapi talisme te herstellen. Sinds 1918 bestond het plan, Lenin, Stalin en Sverdlowsk te arres teeren. „Alle misdaden van deze organisatie, al dus Boecharin, waren erop gericht, onder verschillende vermommingen bij te dragen tot de restauratie van het kapitalisme in dit Hand, alle, ook die, waarvan ik niets wast, omdat ik de leider was. Yagoda, die eveneens werd verhoord, antwoordde op de vraag, of hij iets te maken had met den moord op Kirof, dat hij een van zijn assistenten bevolen had Kirof te vermoorden. Bij het verhoor van Boecharin is het tot scènes tusschen hem en Wysjinsky geko- Het verhoor betrof een verbiijf van Boecharin in Amerika. In zijn opwinding keerde Wysjinski zich ieder oogenblik tot het publiek, sprekende met hartstochtelijke gebaren. Wysjinski: „Wat voor relaties met de politie had u in Amerika?" Boecharin: „Geen enkele". Wysjinski: „Hoe kwam je in dienst van ITALIAANSCHE TROEPEN Japan?" NAAR SPANJE? Boecharin: „Als je dergelijke vragen gaat stellen..." Dadelijk interrumpeerde hier Ulrich: „Hij mag je vragen, wat hij wil". Boecharin ontkende iets met spionnage te maken te hebben gehad. De strijd in Palestina De botsing bij Jenin In een communiqué uit Haifa wordt be vestigd, dat bij de botsing 'bij Jenin e°n Britsch officier werd gewond en een Brit sche soldaat werd gedood, terwijl twee sol daten werden gewond. De verliezen der Ara bieren zijn ernstig. Volgens berichten uit Arabische bron werden 26 Arabieren gevangen gienomen. Sjeik I-Iattien, een beruchte bendeleider, op wiens hoofd een belooning van 500 pond was gesteld, behoort tot de gesneuv>'den. Wat men van de „bekentenissen" te Mos kou moet denken blijkt uit de prompte tegenspraak, die verschillende persoonlijk heden in het buitenland geven op de aan hun adres gerichte beschuldigen. Uady Muriel, die door Rakofski te Mos kou tijdens het proces agente van den Brit- schen geheimen dienst werd genoemd, heeft met grpote verontwaardiging tegengespro ken ooit als zoodanig te zijn opgetreden. Zij verklaarde tegenover de pers, Rakofski in 1934 te hebben ontmoet in diens hoedanig heid van gedelegeerde van het sovjet-Russi sche Roode Kruis Dat was op het interna tionale congres in Japan, waar zü het Brit sche Roode Kruis vertegenwoordigde. Zij heeft nimmer niet hem over politiek ge sproken. Ook Trotzki heeft ten sterkste ontkend, dat hij, zooals Rosengolz verklaarde, in het geheim enorme bedragen van het Sovjet commissariaat van den Buitenlandschen Handel ontvangen zou hebben. „Het eenige bedrag", aldus Trotzki, „dat ik ran de Sov jet-regeering na mijn verbanning ontving, was een som van 2500 dollar, die mij te Istanboel door een agent van de Gepeoe ter hand werd gesteld. Dit geld was voor mij persoonlijk bestemd. Natuurl'jk heb ik toen een kwitantie moeten teekenen. Vlan 1919 tot 1938 heb ik van Sovjet-Rusland op wettige noch op onwettige wijze, direct noch indirect eenig bedrag ontvangen. Trotzki heeft nu door bemiddeling van de Sovjet-ambassade te Washington een tele gram aan den procureur-generaal Wysjinski gezonden. Het luidt als volgt: „Open, nog voor Rosengolz terechtgesteld wordt, onmid dellijk een publieke enquête naar dat ver zonnen millioen, dat ik ontvangen zou heb ben. Ik neem de verplichting op mij, allo brieven, alle documenten en alle rekeningen te toonen, die ik in mijn bezit heb". Trotzki zelf gelooft echter niet, dat Wysjinski op zijn voorstel zal ingaan. Alfred Rosmer, die in het proces te Moskou door Krestinski werd beschuldigd in 1928 te Berlijn belangrijke sommen in ont vangst te hebben genomen, heeft den procu reur Wysjinski het volgende telegram ge zonden: „Procureur Wysjinski, Moskou. Ontken krachtig Krestinski's bewering hem 1928 Berlijn te hebben ontmoet. Vraag opschor ting proces gelegenheid tot weerleggen. w.g. Rosmer" De correspondent van de „Daily Herald" (e Gibraltar meldt, dat Mussolmi „in een laatste poging den burgeroorlog in Spanje zoo spoedig mogelijk te beëindigen, nieuwe contingenten Italiaansche troepen naar Spanje zou zenden. verklaart, dat de vorige week 5ödö Italiaansche soldaten uit Lvbye te Cadix zijn aangekomen, die -naar het front van Guada lajara zijn doorgezonden. Tsjecho Slowakije en het buitenland Interview met Benes] De diplomatieke correspondent van de Sunday Times heeft een langdurig exclusief interview geihad met den president der Tsjecho-Slowaaksche republiek, Dr. Eduard Benesj, waarin Benesj verklaarde: 1. Nimmer direct met. een vreemde mo gendheid te kunnen onderhandelen over het minderhedenvraagstuk, doch 2. het moreele recht van Europa te erken nen belangtelling te toonen voor zoo'n be langrijke zaak als de vrede; 3. Benesj 'beschouwt/de verbeteringen in de betrekkingen met Duitschland van ivitaal belang; 4. daarom is Tejedho-Slowakije bereid bij te dragen aan iedere algemeene Europee sche regeling, hoewel heit federale autono mie voor drie millioen Duitschers binnen zijn grenzen, als een onmogelijkheid uit sluit. Ten aanzien van de Westersche mogend heden zeide Benesj: „Natuurlijk zullen wij nimmer de Westelijke mogendheden, met wie wij door de gemeenschappelijke demo cratie verbonden zijn, prijs geven. Wij ho pen. dat zij ons niet zullen prijs gieven. Wij zijn een Westersch land en verbonden aan dc evolutie van West-Europa. UIT OOST-INDIE De Gouverneur-Generaal naar Sumatra BATAVIA, 5 Maart. (Aneta). De gouver neur-generaal en zijn gezelschap begaven zich hedenochtend aan boord van den gou- ve r n em en test oome r „Rigel" voor een ri naar Sumatra. Het schip vertrok te 1 uur den middag van Tandjong-Priok, begeleid door dein torpedoboot-jager „Ivortenaer." Den gouverneur-generaal werd uitgeleide 'daan door de z,g. groote oommissie. Een eorewacht van de Europeesche compagnie van het tiende bataljon stond aan de kade opgesteld. De regimentsmuziek speelde bij het ver trek het volkslied. Vonnis door Hooggerechtshof bevestigd BATAVIA, 7 Maart. (Aneta). Het hoogge rechtshof bevestigde het vonnis van raad van justitie, waarbij mr. O. A. G„ vroeger controleur bij het binnenlandsch bestuur te Larantoeka, werd veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf wegens mis handeling en het als ambtenaar bezigen van dwangmiddelen. De fabricage van gasmaskers BATAVIA, 7 Maart. (Aneta). Naar aan leiding van diverse berichten omtrent de oprichting van een fabriek van gasmaskers op Java, kan worden medegedeeld, dat een officieele bevestiging hieromtrent niet te ver krijgen is. De oprichting wordt echter over wogen door den staatsmobilisatieraad. Omtrent de capaciteit van de op te richten fabriek kunnen geein positieve gegevens worden verstrekt. Ook Uw steun! HetLuchtverdedigings- fonds stelt jongelui financieel in staat tot vlieger opgeleid te worden. Een versterking van de vlieger-reserve is ver sterking van onze Neu- traliteit. Zendt Uw bijdrage aan het Postgiro 287177 Den Haag, ten i de Vereeniging voor Nationale Veiligheid, Het mond- en klauwzeer Bednldend meet sterfgevallen In de week van 20 tot en met 26 Februari hadden de volgende aantallen sterfgevallen tengevolge van het mond- en klauwzeer plaats, waarbij het totale aantal sinds 19 September van het vorig jaar telkens tusschen tusschen haakjes is geplaatst: 22 3069) runderen, 61 (3786) kalveren, 41 (2953) varkens en biggen, 10 (208) schapen en 0 (49) geiten. Het totaal aantal sterfgevallen bedroeg in de vorige week dus 137, waarmede aan de geleidelijke verbetering in den toestand, welke sinds December viel te constateeren, plotseling weer een eind is gekomen. Tjc vergelijking kan nog wordlen opgemerkt, dat het aantal sterfgevallen in de vooraf gaande week slechts 89 bedroeg en in de week daarvoor nog 146. Het gemiddeld sterftecijfer per week sinds September is thans 444. Autokampioen De „Autokampioen" geeft o.a. een over zicht van dingen waarop men bedacht moet zijn bij het rijden over de Duitsche „Auto bahnen". J. F. v. Willigen onderwerpt de vraag „Méér auto's meer welvaart", welke hij met een uitroepteeken beantwoordt, aan de hand van Amerikaansche cijfers aan een beschouwing. Een naklank van de Rallye Monte Carlo is het artikel: „Hoe we Tallinn bereikten". Minister van Dijk reikt 18 M-brevetten uit Op Ypenburg zijn Zaterdagmiddag door minister Van Dijk de eerste vlieg- brevetten-M. uitgereikt aan de vliegers, die, dank zij het 1 ucbtrverdedigingsfonds, in aanmerking zijn gekomen voor deze opleiding. Toespraak Minister i l Dijk Minister van Dijk heeft de 18 jonge lui, wien een 1 u oh't vaardigheidsbrevet was toegekend, toegesproken. De minister wees op de gelukkige kente ring, die in den volksgeest gekomen is ten aanzien van de weerbaarheidsgedachte. Wat het Luchitverdedigingsfonds doet, heeft de volle instemmnig der Regeering. Bij de vernieuwing en uitbreiding van de militaire luchtvaart is het vliegersvraagstuk een vraagstuk van de eerste orde. Het mate rieel heeft geen bëteekenis zonder personeel. Spr. prees de verschillende instituten, die het mogelijk hadden gemaakt, dat er een samenwerking kwam, om in de opleiding van resereve-vlieger te voorzien. Sinds 1 October 1937 zijn er veertig jongelieden in opleiding. Dit aanlbal dient belangrijk te worden opgevoerd. En dat is afhankelijk van den steun, die zal worden geboden aan het lucht verdedigingsfonds. Spr. achtte het een verheugend (verschijn sel, dat van de eerste 19 geëxamineerde can- didaten, aan 18 jongemannen, op dezen diag het vliegbrevet-M kon worden overhandigd. Dat is, naar de minister zeide, een 'bewijs, de voortreffelijke wijze waarop de Na tionale Luchtvaartschool deze opleiding heeft verzorgd; en van de goede keus, welke gedaan is uit de jongemannen, die zich aan boden. Voor de vliegers zijn als voornaam ste eigenschappen noodig, moed, geestkracht en besluitvaardigheid, eigenschappen, die door deze opleiding ontwikkeld worden, en.' den persoon ten goede komen. Aldus zijit gij, zoo richtte de minister zich in het bijzonder tot de jonge vliegers, in staat op bijzondere wijze, in de ure des ge- vaars uw vaderland te dienen door uw dien sten bij de militaire luchtvaart. Me zijn gelukwenschen reikte de minister daarna de brevetten aan de geslaagden uit. Toespraak lr. De Kok Vervolgens hield die voorzitter, ir. J. E. F« e Kok, een korte toespraak, om den mi nister dank te brengen. Namens de zoo juist gebreveteerden.maar vooral namens het geheele Luchtverdedi gingsfonds, dankte ir. De Kok oprecht voor de persoonlijke appreciatie van den minister* Hierna werden de manschappen geïn-pec- teerd. Na deze plechtigheid gaven zes jongelui eenige staaltjes van Ihun kundigheid te zien* door in escadrilleverband te vliegen. De heer Hoekstra demonstreerde met zijn zweefvlieg tuig en er waren nog vele andere vliegerê met hun toestellen gekomen. Fa. H. J. Phaff Winschoten HOOFDSTUK XXII Juffrouw Verduynen liep met hevig kloppend hart door iUtrechts straten. Eigenlijk liep ze niet, neen, ze wandelde. Ze wandelde zoo langzaam, als iemand maar wandelen kan. iToch woei er een koude Maartsche wind en dreigde er regen. Juffrouw Verduynen kwam van den huize Brinkman en was op weg naar haar dochter. Die dochter wist er niets van, dat moeder komen zou, dat moeder komen zou midden onder het diner. De maaltijden waren er met de maanden niet beter op geworden. Willy vulde vaak haar maag met pinda's en ba nanen, om er tenminste iets in te hebben. Haar ,,ik ga weg" yan den eersten avond, had ze een paar maal herhaald, doch enkel thuis bij haar ouders. Moeder had er zooveel op tegen gehad, dat ze het niet had kunnen zeggen tegen de eenige, die het behoorde te vernemen: mevrouw Berendse. Vader en moeder hadden gezegd, dat ze haar hospita eens flink moest aanpakken, dat ze tegen haar moest klagen over de vele on gerieflijkheden, dat dit beter was, dan er thuis over te rede- neeren. Willy had ten slotte geen klacht meer geuit en op y/elgemeende vragen geantwoord, dat het nogal ging. Mevrouw Berendse aanpakken! „Met een gloeiende tang", had Hilda geraden. Als mevrouw Berendse maar niet zoo overdreven lief was geweest, niet zoo glad en rad van tong, misschien had Willy dan de moed gevonden, haar te zeggen, hoe ze over haar goede zorgen dacht, doch nu kon ze er niet toe komen, wèt ook haar ouders, wèt de Brinkmannen zeiden. De lange Kerstvacantie had veel vergoed. Heerlijk had ze het gevonden, weer eens heelemaal als kind bij moeder thuis te zijn, verwend te worden met lievelingskostjes, met gezel ligheid. Ze had niet begrepen, hoe ze vroeger ooit een va- cantie lang of zwaar had kunnen vinden in het oude, ver trouwde huis. In Januari teruggekeerd had het kamerleven haar sterker nog tegengestaan dan te voren. Toch had ze haar bezoeken aan de gastvrije woning der familie Brinkman wat verminderd. Ze hoorde de goedbedoelde raadgevingen liever niet, daar ze zich toch onmachtig voelde er gevolg aan te geven. Hilda begreep haar wel, zei in de huiselijke kring: Willy is te veel een stukje Woudewijk, om zich te doen gelden. Willy zit onder hospita's plak". Dit, wat nu ging gebeuren, was door Hilda samen met haar moeder in elkaar gezet. Mevrouw Verduynen moest zelf ingrijpen, kon dat het best doen, door geheel onverwacht haar dochter bij den maaltijd te verrassen. Juffrouw Verduynen was het er zelf mee eens geweest, had het aanbod van haar man, om mee te gaan, beslist van de hand gewezen. Toch, nu ze hier zoo alleen door de haar weinig bekende straten ging, had ze daar spijt van. Straks, in de eenvoudige kring der Brinkmannen, had alles zoo eenvoudig geschenen, maar nu doemden allerlei bezwaren op. Wat zou Willy zeggen? Zou ze er wel over te spreken zijn, dat moeder met dit doel was gekomen? Zou het niet wat kleineerend voor haar wezen? Ze was toch geen kind meer? En die mevrouw Berendse! Ze was niet zooals ze zich voordeed, dat had juffrouw Verduynen al lang begrepen. Was het maar niet beter geweest te doen, wat Willy wou; de kamer opzeggen? Maar, als je dan dacht aan al die andere menschen bij wie ze indertijd geweest waren Nummer twintig, twee-en-twin tig op zes-en-dertig was het. Luid galmde de bel. Er werd een raam opengeschoven. „Hela, wat is t'r?" Juffrouw Verduynen deed een stap achteruit, keek naar boven en zag het gramstorig gezicht van mevrouw Berendse vetrekken tot een vriendelijke glimlach. „O mevrouw, hier? Wel, dat zal een verrassing voor de juffrouw zijn. Juffrouw, juffrouw, daar is mevrouw uw mama". „Doe haar dan open", antwoordde de „juffrouw" verre van vriendelijk. Ze begreep ineens. Moeder op etenstijd doorgestoken kaart met Hilda nou ja maar goed ook kon ze zelf zien ,,'k Zal maar afnemen", zei mevrouw Berendse, na een haastige ruk aan het deurtouw. „Nog niet, alstublieft", antwoordde Willy, ,,'k ben nog niet klaar". „O, ik dacht Het binnentreden van juffrouw Verduynen belette mevrouw Berendse te vertellen, wèt ze dacht. „Neemt u me niet kwalijk, mevrouw, ik wou gauw af nemen, ik dacht, dat juffrouw zou opendoen, toen ze hoorde, dat u er was, maar de juffrouw was nog niet klaar. Wil mevrouw zoolang in het zijkamertje wachten?" „Doet u geen moeite mevrouw, ik heb mijn dochter wel eens eerder zien eten. U zit waarschijnlijk zelf nog aan tafel. „Och mevrouw, dat eten van mij heeft geen haast. Ik eet; altijd maar zoo bij stukjes en beetjes. Ik bedien onderhand de juffrouw. Mijn man moppert wel eens maar ik zeg: de jufw frouw gaat voor. Enne en waar kan ik mevrouw mee dien nen? Een kop thee? Of liever koffie misschien?" „Of een bordje erwstensoep?" deed Willy even gewild lief. „Ja", grinnikte mevrouw Berendse, „dat treft nu slecht, dat we vandaag erwtensoep eten. Anders wel gezond met dit koude weer." „Was u gisteren maar gekomen, toen hadden we bruine boonen, dat is nog gezonder," zei Willy. Moeder moest het nu maar eens goed zien, dan kon ze meteen de huur opzeggen. Volgende week Paaschvacantie, daarna nog veertien dagen en dan weg. Mevrouw Berendse, woedend op dat „nest" verliet de ka mer. Langer blijven kon ze met goed fatsoen niet doen, maar die meid zou ze wel krijgen, wacht maar. „En, m'n beste mams, wie heeft je gestuurd?" vroeg Willy, zoodra ze haar hospita in de keuken wist. „Dacht je, dat ik alleen kon komen, als ik gestuurd was? Zeg, je hebt je moeder nog niet eens behoorlijk gegroet." „Da's waar. Daar, op elke wang een. En van wie moet ik alzoo de groeten hebben?" „Van je vader." „En van de heele familie Brinkman zeker?" „Je bent een ondeugd. Die arme mevrouw Berendse heb je ook al in het harnas gejaagd» jij met je bruine boonen. Is dat soms geen kostelijk eten?" „Even kostelijk als deze snert. Aanschouw en zie." Willy schepte zich een bord vol groen water op waarin een paar dobbelsteentjes spek dreven. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2