N.V. „ALMARA"
Het Moskousche Bloedproces
LUCHTVERDEDIGINGSFONDS
MAANDAG 7 MAART 1938
EERSTE BEAD PAG. a
Buitenland
HET DERDE RIJK EN
DE FUBLIEKE OPINIE
De practische waarde
van propaganda
(Van onzen Duitschen correspondent)
Ten onzent zou 'het ongetwijfeld een zekere
.verbazing wekken, wanneer de Nederland-
sche regeering een advertentiecampagne be
gon om den volke kond te doen van haar
.voortreffelijkheid. In andere landen is men
een dergelijke tactiek heel gewoon gaan
vinden. Toen Hitler in zijn kabinet een
propaganda-minister opnam, werd daar
braaf over gelachen. Moskou kwam echter al
spoedig tot de ontdekking, dat die idee nog
heelemaal niet zoo kwaad was en Dimi-
trof f, de held van het rijksdagproces, werd
dr. Goebbells' collega. Mussolini keek 't
katje nog eenigen tijd uit den boom en
thans heeft ook het fascistisch Italië in
Al fieri zijn geautoriseerden „publicity
manager".
Het resultaat der activiteit van het Duit-
6ohe propaganda-ministerie is meermalen
door de woordvoerders van het nationaal-
socialisme bejubeld. Toch schijnt men in het
Derde Rijk langzaam aan tot het inzicht te
komen, dat er aan de officieele propaganda
nog heel wat ontbreekt. Ja, er zijn er, die
zich afvragen, of de activiteit van dr.
Goebbels niet op een mislukking is uitge-
loopen.
Het propaganda-ministerie is er namelijk
wel in geslaagd om op 'het denken van het
Duitsche volk een overwegenden invloed uit
te oefenen, doch waar het er om ging, de
reactie tegen het nationaal-socialisine in het
buitenland te onderdrukken, en in andere
landen sympathieën te winnen voor het
Derde Rijk, daar bleef het absoluut in ge
breke. Dr. Goebbels' streven is het van den
beginne af geweest om door middel van pers,
radio, tooneel en film het wereldbeeld van
oen huidigen Duitscher volgens nationaal-
eocialistische opvattingen te bestemmen.
Alles, wat dit wereldbeeld kon vertroebelen,
werd met geweld onderdrukt. Dat er buiten
de grenzen een steeds sterkere oppositie
groeide tegen een „Volksaufklarang", die
in breede kringenvolksverdomming ge
noemd wordt, liet den officieelen propagan
disten van het Derde Rijk absoluut koud. Als
het Duitsche volk daar maar niets van af
wist, dan was de zaak in orde.
Bedriegen de voorteekénen niet. dan is
men tot de conclusie gekomen dat deze
,,wat niet weet, wat niet deert" politiek op
den duur een heel verkeerde uitwerking
heeft. En zooals Hitier dat in zijn laatste
Riiksdag-rede uitdrukte met nationaal-
socialistische vastbeslotenheid en duidelijk
heid schijnt men nu andere wegen tq willen
inslaan.
Den eersten stoot in de nieuwe richting
gaf het hoofdorgaan der partij, de „Völki-
sche Beobachter". Evenals alle andere Duit
sche kranten gaf het gevolg aan een order
,van het propaganda-ministerie en publiceer
de het een daverende tiraae tegen de
Fransche regeering die duldde, dat er in den
zetel van den rooden vakbond te Parijs
in Duitschland sprak men van een „semi-
officieel gebouw", omdat de C.G.T. een der
steunpilaren van het volksfront is een
tentoonstelling werd gehouden van carica-
'turen, welke „dein Führer en zijn directe
medewerkers op de meest verachtelijke wijze
neerhaalden."
De „Völkische Beobachter" knoopte hier
aan de bedreiging vast, dat 't Derde Rijk in
de toekomst dergelijke provocaties niet meer
kan dulden. Tot nu toe aldus de V.B.
is Duitschland altijd zoo fatsoenlijk geweest
om dergelijke beleedigingen van andere
regeeringen te beletten. In de toekomst zal
het regeeringen, die het nationaal-socialis-
.tisch bewind laten beschimpen, met gelijke
munt betalen.
Uit dit artikel en ook uit de commentaren
welke daar in ingewijde kringen op geleverd
werden, blijkt, dat men met plannen rond
loopt om elke tentoonstelling van caricatu-
ren op het Derde Rijk (e beantwoorden met
een tentoonstelling, welke neg beleedigender
en nog grievender is voor de regeering, die
binnen haar grenzen zulke aanvallen op het
huidige Duitschland heeft geduld. Men
hoeft er niet aan te twijfelen, dat Duitsch
land over de menschen beschikt, die in staat
zijn om zoo 'n tentoonstelling te organisee-
ren. „Der Brennessel", het satiriek-politiek
weekblad van den „Völkischeo Beobachter"
bevat wekelijks vele caricaturen, die zooal
niet altijd even geestig, dan toch in den
regel uiterst scherp zijn.
Op het oogenblik wordt er te Berlijn een
congres gehouden, dat bijeengeroepen is om
het vraagstuk van de radio juridisch te
regelen. Nu is een juridische regeling van de
radio ongetwijfeld niet zoo heel erg dringend
1 een land, waar alleen de staat uitmaakt,
at er den aether ingezonden wordt en wat
niet. Maar desondanks klinkt het nogal zon-
oerling, dat de in congres bijeengekomen
juristen niet begonnen aijn met het be
spreken van wetsartikelen en paragrafen,
doch zich uitsluitend bezig houden met het
probleem: hoe komen wij tot een parate en
slagvaardige radio?
Het ziet er naar uit, dat Duitschland
maatregelen overweegt om de gehate zenders
van Moskou, Straatsburg en Praag, die men
helaas niet het stilzwijgen kan opleggen
men heeft in die richting proeven genomen,
doch het venstoren van uitzendingen in an
dere landen schijnt met tè groote kosten
gepaard te gaan op krachtige wijze van
repliek te dienen.
En in het kader van een dergelijke afweer-
propaganda heeft men natuurlijk ook de
buitenlandsche pers nöet vergeten. Alleen
blijft het voorloopig nog een verrassing, wat
in dezen denkt te doen.
Reeds duizenden
slechthoorenden
fin den baat bij e<
Siemens „Phono-
phoor". Ook voor U
hebben wij wellicht
sen passend hoor-
•-oestel met oor- of
beengeleiding.
BILLIJKS PRIJZEN
Afdeeling „Phono"
ROKIN 86 AMSTERDAM (C.).
FRIESGHE BOTERDRABBELKOEKEN
Oudste adres
v, u'A d® 1»
„Ver®** de
Z.00 &a
ln bussen 6 st. 0.50; 10 si.-J 0.85;
Luxe bussen 10 st. 0.90; 17 st. 1-50;
Boven 2.— franco
Telef. 20 Gironummer 30584
J. C. REPKO WORKUM
Fransche defensie-uitgaven
Tijdens de debatten in de Fransche Senaat
verklaarde Marohandeau, de minister van
Financiën, dat in het afgeloopen jaar 10.255
millioen francs besteed waren aan de natio
nale verdediging en dat hij voor dit jaar em
bedrag voorziet van 11.200 millioen francs.
Op het oogenblik, zoo voegde hij hieraan
toe, moeten alle ter besohikking staande
hulpmiddelen des lands gereserveerd wor
den voor de landsverdediging.
Dreigt regeeringscrisis in Japan?
Buitengewone Kabinetsraad to Tokio
Zaterdagavond is te Tokio een buitenge
wone Kabinetsraad gehouden, waarin de ern
stige toestand werd besproken die is ontstaan
door den tegènstand der partijen tegen de
wet op de controle der electrlciteitsbedrijven.
Uit nationale kringen is reeds de eisch vet
nomen, dat de Landdag moet worden ont
bonden. Zaterdagnachlt werd evenwel be
rioht, dat de omstreden wet Dinsdag zal
worden afgehandeld. In politieke kringen
wijst men er op, dat het lot van de Regee
ring en van den Landdag er van afhangt of
de partijen bereid zijn een kabinet de in de
wet op de nationale mobilisatie vervatte
machtigingen te verleenen.
Ondertusschen is de gewone begrooting,
in totaal 2.S67 millioen yen baloopende, aan
genomen.
De strijd in China
Hevige slag aan de Gele Rivier
Aan de Gele Rivier is Zalterdag een hevi
ge slag begonnen. Japansch geschut heeft
d« Chineesdie stellingen aan den zuidelij
ken oever der rivier krachtig onder vuur ge
nomen.
Gemeld wordt, dat Tsjang Kai Sjek per
soonlijk het bevel over de Chineesohe troe
pen op zich heeft genomen. Hij zendt vooras
krachtige versterkingen naar de provincie
Sjamsi, met het doel alle pogingen der Ja-
panneezen de rivier over te steken te fnui
ken.
Nader wordt gemeld, dat de Japansche
troepen, die in Zuid-Sjansi tot het. offensief
zijn overgegaan, Poetsjau hebben bezet, aat
gelegen is aan de Gele Rivier en het eind
punt vormt van den Tatoeng-spoorweg.
Vliegtuigen der opstandelingen hebben
Zaterdagavond en Zondag opnieuw Barcelo
na gebombardeerd. Hierbij werden 22 perso
nen gedood en 30 gewond. De aangerichte
scha'die is aanzienijk.
De aanval van Zondag werd door afweer
geschut 'verijdeld.
Rakowski en Boecharin
„bekennen"
Beschuldigingen aan het adres
van Engeland
De moord op Kirov opgehelderd
|~^E verhooren tijdens het Moskousche
Bloedproces werden Zaterdag den
geheelen dag voortgezet. Gister heeft
men een dag „gepauzeerd", omdat da
Russische rustdag toevallig samenviel
met den Zondag Het valt nog niet bij
benndering te zeggen hoe lang het pro
ces zal duren. Doch minstens vijf dagen
zal het nog wel in beslag nemen. Men
verwacht niet, dat een der beschuldig
den ditmaal Radek bracht het er bij
het vorige proces met 10 jaar gevange
nisstraf af aan de doodstraf zal ont
snappen.
Het verhoor van Rakofski heeft Za
terdag heel wat beschuldigingen gebracht
in de richting van Engeland. Deze beklaag
de onderbrak meermalen zijn verklaringen
om aan „zijn gevoelens" lucht te geven door
de vreeselijkste verwenschingen te richten
aan het adres van Trotzki in wiens op
dracht hij zelf zou hebben gehandeld en die
hij het hoofd noemde van een bende ge-
eene misdadigers en spionnen.
Daar hij door deze, met overdreven pathos
voorgedragen verwenschingen de geloof
waardigheid van zijn verklaringen dreigt te
ondergraven, wordt hij door den voorzitter
•an het hof tot de orde geroepen.
Rakofski „bekent", dat hij in 1924 als ge
zant te Londen is aangezocht door den En-
gelschen spionnagedienst en dat twee be
ambten van dezen dienst hem door een val-
schen brief tot zijn spionnage hadden ge
bracht.
Ook Trotzki zou sinds 1920 in dienst van
den „intelligence Service" gestaan hebben.
In 1907 heeft hij Rakofski als gezant
in Parijs betrekkingen aangeknoopt met
Fransche groot-industrieelen en hun voor
eventueele steunverleening aan de oppositie-
Trotzki, economische concessies aangeboden.
Na den terugkeer van zijn verbanning in
Siberië is hij op uitdrukkelijk verlangen Man
Trotzki weer in dienst van den Engelschen
spionnagedienst getreden. Als tusschenper-
soon zou Lady Muriel Paget gediend heb
ben, die volgens Rakofski een Engelsche
spionne is. (Deze dame, die in diplomatieke
kringen te Moskou goed bekend is, leidt
sinds jaren de vereen, tot hulpverleening aan
Britsche onderdanen in de Sovjet-Unie met
medewerking van de Britsche ambassade en
in opdracht van Engelsdhe liefdadigheids
organisaties).
Bij het bezoek van Laval aan Moskou zou
Rakofski getracht hebben de toenadering
tusschen Sovjet-Rusland en Frankrijk te
doen mislukken.
In de avondzitting heeft Boecharin de
aandacht op zich gevestigd door te smeeiken
zichzelf te mogen beschuldigen. Meer en
meer begint thans duidelijk te worden, dat
de beklaagden zich om het hardst beijveren
alle mogelijke misdrijven te bekennen, om
het proces maar in een bespottelijk daglicht
te stellen ejj het zoodoende de openbare aan
klager zoo moeilijk mogelijk te maken.
Zaterdagavond om 9 uur vroeg Boecharin
bv. hartstochtelijk, of het hem toegestaan
was, twee verklaringen af te leggen: „In de
eerste plaats moet men mij toestaan, een
vollediger verslag te geven en tweedens wil
iik iets verklaren over den ideologisohen
kant van de zaak, nu de staatsaanklager
daarover anderen heeft ondervraagd".
Boecharin bekende hierop de leider van
een rechtsohe organisatie te zijn geweest
sinds 1928. Het doel hiervan was, het kapi
talisme te herstellen. Sinds 1918 bestond het
plan, Lenin, Stalin en Sverdlowsk te arres
teeren.
„Alle misdaden van deze organisatie, al
dus Boecharin, waren erop gericht, onder
verschillende vermommingen bij te dragen
tot de restauratie van het kapitalisme in
dit Hand, alle, ook die, waarvan ik niets
wast, omdat ik de leider was.
Yagoda, die eveneens werd verhoord,
antwoordde op de vraag, of hij iets te
maken had met den moord op Kirof, dat
hij een van zijn assistenten bevolen had
Kirof te vermoorden.
Bij het verhoor van Boecharin is het tot
scènes tusschen hem en Wysjinsky geko-
Het verhoor betrof een verbiijf van
Boecharin in Amerika.
In zijn opwinding keerde Wysjinski zich
ieder oogenblik tot het publiek, sprekende
met hartstochtelijke gebaren.
Wysjinski: „Wat voor relaties met de
politie had u in Amerika?"
Boecharin: „Geen enkele".
Wysjinski: „Hoe kwam je in dienst van ITALIAANSCHE TROEPEN
Japan?" NAAR SPANJE?
Boecharin: „Als je dergelijke vragen gaat
stellen..."
Dadelijk interrumpeerde hier Ulrich: „Hij
mag je vragen, wat hij wil".
Boecharin ontkende iets met spionnage te
maken te hebben gehad.
De strijd in Palestina
De botsing bij Jenin
In een communiqué uit Haifa wordt be
vestigd, dat bij de botsing 'bij Jenin e°n
Britsch officier werd gewond en een Brit
sche soldaat werd gedood, terwijl twee sol
daten werden gewond. De verliezen der Ara
bieren zijn ernstig.
Volgens berichten uit Arabische bron
werden 26 Arabieren gevangen gienomen.
Sjeik I-Iattien, een beruchte bendeleider, op
wiens hoofd een belooning van 500 pond was
gesteld, behoort tot de gesneuv>'den.
Wat men van de „bekentenissen" te Mos
kou moet denken blijkt uit de prompte
tegenspraak, die verschillende persoonlijk
heden in het buitenland geven op de aan
hun adres gerichte beschuldigen.
Uady Muriel, die door Rakofski te Mos
kou tijdens het proces agente van den Brit-
schen geheimen dienst werd genoemd, heeft
met grpote verontwaardiging tegengespro
ken ooit als zoodanig te zijn opgetreden.
Zij verklaarde tegenover de pers, Rakofski
in 1934 te hebben ontmoet in diens hoedanig
heid van gedelegeerde van het sovjet-Russi
sche Roode Kruis Dat was op het interna
tionale congres in Japan, waar zü het Brit
sche Roode Kruis vertegenwoordigde. Zij
heeft nimmer niet hem over politiek ge
sproken.
Ook Trotzki heeft ten sterkste ontkend,
dat hij, zooals Rosengolz verklaarde, in het
geheim enorme bedragen van het Sovjet
commissariaat van den Buitenlandschen
Handel ontvangen zou hebben. „Het eenige
bedrag", aldus Trotzki, „dat ik ran de Sov
jet-regeering na mijn verbanning ontving,
was een som van 2500 dollar, die mij te
Istanboel door een agent van de Gepeoe ter
hand werd gesteld. Dit geld was voor mij
persoonlijk bestemd. Natuurl'jk heb ik toen
een kwitantie moeten teekenen. Vlan 1919 tot
1938 heb ik van Sovjet-Rusland op wettige
noch op onwettige wijze, direct noch indirect
eenig bedrag ontvangen.
Trotzki heeft nu door bemiddeling van de
Sovjet-ambassade te Washington een tele
gram aan den procureur-generaal Wysjinski
gezonden. Het luidt als volgt: „Open, nog
voor Rosengolz terechtgesteld wordt, onmid
dellijk een publieke enquête naar dat ver
zonnen millioen, dat ik ontvangen zou heb
ben. Ik neem de verplichting op mij, allo
brieven, alle documenten en alle rekeningen
te toonen, die ik in mijn bezit heb". Trotzki
zelf gelooft echter niet, dat Wysjinski op zijn
voorstel zal ingaan.
Alfred Rosmer, die in het proces te
Moskou door Krestinski werd beschuldigd in
1928 te Berlijn belangrijke sommen in ont
vangst te hebben genomen, heeft den procu
reur Wysjinski het volgende telegram ge
zonden:
„Procureur Wysjinski, Moskou. Ontken
krachtig Krestinski's bewering hem 1928
Berlijn te hebben ontmoet. Vraag opschor
ting proces gelegenheid tot weerleggen.
w.g. Rosmer"
De correspondent van de „Daily Herald"
(e Gibraltar meldt, dat Mussolmi „in een
laatste poging den burgeroorlog in Spanje
zoo spoedig mogelijk te beëindigen, nieuwe
contingenten Italiaansche troepen naar
Spanje zou zenden.
verklaart, dat de vorige week 5ödö
Italiaansche soldaten uit Lvbye te Cadix zijn
aangekomen, die -naar het front van Guada
lajara zijn doorgezonden.
Tsjecho Slowakije en het
buitenland
Interview met Benes]
De diplomatieke correspondent van de
Sunday Times heeft een langdurig exclusief
interview geihad met den president der
Tsjecho-Slowaaksche republiek, Dr. Eduard
Benesj, waarin Benesj verklaarde:
1. Nimmer direct met. een vreemde mo
gendheid te kunnen onderhandelen over het
minderhedenvraagstuk, doch
2. het moreele recht van Europa te erken
nen belangtelling te toonen voor zoo'n be
langrijke zaak als de vrede;
3. Benesj 'beschouwt/de verbeteringen in
de betrekkingen met Duitschland van ivitaal
belang;
4. daarom is Tejedho-Slowakije bereid bij
te dragen aan iedere algemeene Europee
sche regeling, hoewel heit federale autono
mie voor drie millioen Duitschers binnen
zijn grenzen, als een onmogelijkheid uit
sluit.
Ten aanzien van de Westersche mogend
heden zeide Benesj: „Natuurlijk zullen wij
nimmer de Westelijke mogendheden, met
wie wij door de gemeenschappelijke demo
cratie verbonden zijn, prijs geven. Wij ho
pen. dat zij ons niet zullen prijs gieven. Wij
zijn een Westersch land en verbonden aan
dc evolutie van West-Europa.
UIT OOST-INDIE
De Gouverneur-Generaal
naar Sumatra
BATAVIA, 5 Maart. (Aneta). De gouver
neur-generaal en zijn gezelschap begaven
zich hedenochtend aan boord van den gou-
ve r n em en test oome r „Rigel" voor een ri
naar Sumatra. Het schip vertrok te 1 uur
den middag van Tandjong-Priok, begeleid
door dein torpedoboot-jager „Ivortenaer."
Den gouverneur-generaal werd uitgeleide
'daan door de z,g. groote oommissie. Een
eorewacht van de Europeesche compagnie
van het tiende bataljon stond aan de kade
opgesteld.
De regimentsmuziek speelde bij het ver
trek het volkslied.
Vonnis door Hooggerechtshof
bevestigd
BATAVIA, 7 Maart. (Aneta). Het hoogge
rechtshof bevestigde het vonnis van
raad van justitie, waarbij mr. O. A. G„
vroeger controleur bij het binnenlandsch
bestuur te Larantoeka, werd veroordeeld tot
zes maanden gevangenisstraf wegens mis
handeling en het als ambtenaar bezigen van
dwangmiddelen.
De fabricage van gasmaskers
BATAVIA, 7 Maart. (Aneta). Naar aan
leiding van diverse berichten omtrent de
oprichting van een fabriek van gasmaskers
op Java, kan worden medegedeeld, dat een
officieele bevestiging hieromtrent niet te ver
krijgen is. De oprichting wordt echter over
wogen door den staatsmobilisatieraad.
Omtrent de capaciteit van de op te richten
fabriek kunnen geein positieve gegevens
worden verstrekt.
Ook Uw steun!
HetLuchtverdedigings-
fonds stelt jongelui
financieel in staat tot
vlieger opgeleid te
worden.
Een versterking van de
vlieger-reserve is ver
sterking van onze Neu-
traliteit.
Zendt Uw bijdrage
aan het
Postgiro 287177 Den Haag, ten i
de Vereeniging voor Nationale Veiligheid,
Het mond- en klauwzeer
Bednldend meet sterfgevallen
In de week van 20 tot en met 26 Februari
hadden de volgende aantallen sterfgevallen
tengevolge van het mond- en klauwzeer
plaats, waarbij het totale aantal sinds
19 September van het vorig jaar telkens
tusschen tusschen haakjes is geplaatst:
22 3069) runderen, 61 (3786) kalveren, 41
(2953) varkens en biggen, 10 (208) schapen
en 0 (49) geiten.
Het totaal aantal sterfgevallen bedroeg in
de vorige week dus 137, waarmede aan de
geleidelijke verbetering in den toestand,
welke sinds December viel te constateeren,
plotseling weer een eind is gekomen. Tjc
vergelijking kan nog wordlen opgemerkt,
dat het aantal sterfgevallen in de vooraf
gaande week slechts 89 bedroeg en in de
week daarvoor nog 146. Het gemiddeld
sterftecijfer per week sinds September is
thans 444.
Autokampioen
De „Autokampioen" geeft o.a. een over
zicht van dingen waarop men bedacht moet
zijn bij het rijden over de Duitsche „Auto
bahnen". J. F. v. Willigen onderwerpt de
vraag „Méér auto's meer welvaart", welke
hij met een uitroepteeken beantwoordt, aan
de hand van Amerikaansche cijfers aan een
beschouwing. Een naklank van de Rallye
Monte Carlo is het artikel: „Hoe we Tallinn
bereikten".
Minister van Dijk reikt
18 M-brevetten uit
Op Ypenburg zijn Zaterdagmiddag
door minister Van Dijk de eerste vlieg-
brevetten-M. uitgereikt aan de vliegers,
die, dank zij het 1 ucbtrverdedigingsfonds,
in aanmerking zijn gekomen voor deze
opleiding.
Toespraak Minister i
l Dijk
Minister van Dijk heeft de 18 jonge
lui, wien een 1 u oh't vaardigheidsbrevet was
toegekend, toegesproken.
De minister wees op de gelukkige kente
ring, die in den volksgeest gekomen is ten
aanzien van de weerbaarheidsgedachte. Wat
het Luchitverdedigingsfonds doet, heeft de
volle instemmnig der Regeering.
Bij de vernieuwing en uitbreiding van de
militaire luchtvaart is het vliegersvraagstuk
een vraagstuk van de eerste orde. Het mate
rieel heeft geen bëteekenis zonder personeel.
Spr. prees de verschillende instituten, die
het mogelijk hadden gemaakt, dat er een
samenwerking kwam, om in de opleiding
van resereve-vlieger te voorzien.
Sinds 1 October 1937 zijn er veertig
jongelieden in opleiding. Dit aanlbal
dient belangrijk te worden opgevoerd.
En dat is afhankelijk van den steun,
die zal worden geboden aan het lucht
verdedigingsfonds.
Spr. achtte het een verheugend (verschijn
sel, dat van de eerste 19 geëxamineerde can-
didaten, aan 18 jongemannen, op dezen diag
het vliegbrevet-M kon worden overhandigd.
Dat is, naar de minister zeide, een 'bewijs,
de voortreffelijke wijze waarop de Na
tionale Luchtvaartschool deze opleiding
heeft verzorgd; en van de goede keus, welke
gedaan is uit de jongemannen, die zich aan
boden. Voor de vliegers zijn als voornaam
ste eigenschappen noodig, moed, geestkracht
en besluitvaardigheid, eigenschappen, die
door deze opleiding ontwikkeld worden, en.'
den persoon ten goede komen.
Aldus zijit gij, zoo richtte de minister zich
in het bijzonder tot de jonge vliegers, in
staat op bijzondere wijze, in de ure des ge-
vaars uw vaderland te dienen door uw dien
sten bij de militaire luchtvaart.
Me zijn gelukwenschen reikte de minister
daarna de brevetten aan de geslaagden uit.
Toespraak lr. De Kok
Vervolgens hield die voorzitter, ir. J. E. F«
e Kok, een korte toespraak, om den mi
nister dank te brengen.
Namens de zoo juist gebreveteerden.maar
vooral namens het geheele Luchtverdedi
gingsfonds, dankte ir. De Kok oprecht voor
de persoonlijke appreciatie van den minister*
Hierna werden de manschappen geïn-pec-
teerd.
Na deze plechtigheid gaven zes jongelui
eenige staaltjes van Ihun kundigheid te zien*
door in escadrilleverband te vliegen. De heer
Hoekstra demonstreerde met zijn zweefvlieg
tuig en er waren nog vele andere vliegerê
met hun toestellen gekomen.
Fa. H. J. Phaff Winschoten
HOOFDSTUK XXII
Juffrouw Verduynen liep met hevig kloppend hart door
iUtrechts straten. Eigenlijk liep ze niet, neen, ze wandelde.
Ze wandelde zoo langzaam, als iemand maar wandelen kan.
iToch woei er een koude Maartsche wind en dreigde er regen.
Juffrouw Verduynen kwam van den huize Brinkman en
was op weg naar haar dochter. Die dochter wist er niets van,
dat moeder komen zou, dat moeder komen zou midden onder
het diner.
De maaltijden waren er met de maanden niet beter op
geworden. Willy vulde vaak haar maag met pinda's en ba
nanen, om er tenminste iets in te hebben. Haar ,,ik ga weg"
yan den eersten avond, had ze een paar maal herhaald, doch
enkel thuis bij haar ouders. Moeder had er zooveel op tegen
gehad, dat ze het niet had kunnen zeggen tegen de eenige,
die het behoorde te vernemen: mevrouw Berendse. Vader en
moeder hadden gezegd, dat ze haar hospita eens flink moest
aanpakken, dat ze tegen haar moest klagen over de vele on
gerieflijkheden, dat dit beter was, dan er thuis over te rede-
neeren. Willy had ten slotte geen klacht meer geuit en op
y/elgemeende vragen geantwoord, dat het nogal ging.
Mevrouw Berendse aanpakken! „Met een gloeiende tang",
had Hilda geraden. Als mevrouw Berendse maar niet zoo
overdreven lief was geweest, niet zoo glad en rad van tong,
misschien had Willy dan de moed gevonden, haar te zeggen,
hoe ze over haar goede zorgen dacht, doch nu kon ze er niet
toe komen, wèt ook haar ouders, wèt de Brinkmannen zeiden.
De lange Kerstvacantie had veel vergoed. Heerlijk had ze
het gevonden, weer eens heelemaal als kind bij moeder thuis
te zijn, verwend te worden met lievelingskostjes, met gezel
ligheid. Ze had niet begrepen, hoe ze vroeger ooit een va-
cantie lang of zwaar had kunnen vinden in het oude, ver
trouwde huis. In Januari teruggekeerd had het kamerleven
haar sterker nog tegengestaan dan te voren. Toch had ze
haar bezoeken aan de gastvrije woning der familie Brinkman
wat verminderd. Ze hoorde de goedbedoelde raadgevingen
liever niet, daar ze zich toch onmachtig voelde er gevolg aan
te geven. Hilda begreep haar wel, zei in de huiselijke kring:
Willy is te veel een stukje Woudewijk, om zich te doen
gelden. Willy zit onder hospita's plak".
Dit, wat nu ging gebeuren, was door Hilda samen met
haar moeder in elkaar gezet. Mevrouw Verduynen moest
zelf ingrijpen, kon dat het best doen, door geheel onverwacht
haar dochter bij den maaltijd te verrassen.
Juffrouw Verduynen was het er zelf mee eens geweest,
had het aanbod van haar man, om mee te gaan, beslist van
de hand gewezen. Toch, nu ze hier zoo alleen door de haar
weinig bekende straten ging, had ze daar spijt van. Straks,
in de eenvoudige kring der Brinkmannen, had alles zoo
eenvoudig geschenen, maar nu doemden allerlei bezwaren op.
Wat zou Willy zeggen? Zou ze er wel over te spreken
zijn, dat moeder met dit doel was gekomen? Zou het niet
wat kleineerend voor haar wezen? Ze was toch geen kind
meer? En die mevrouw Berendse! Ze was niet zooals ze zich
voordeed, dat had juffrouw Verduynen al lang begrepen.
Was het maar niet beter geweest te doen, wat Willy wou;
de kamer opzeggen? Maar, als je dan dacht aan al die
andere menschen bij wie ze indertijd geweest waren
Nummer twintig, twee-en-twin tig op zes-en-dertig
was het.
Luid galmde de bel. Er werd een raam opengeschoven.
„Hela, wat is t'r?"
Juffrouw Verduynen deed een stap achteruit, keek naar
boven en zag het gramstorig gezicht van mevrouw Berendse
vetrekken tot een vriendelijke glimlach.
„O mevrouw, hier? Wel, dat zal een verrassing voor de
juffrouw zijn. Juffrouw, juffrouw, daar is mevrouw uw
mama".
„Doe haar dan open", antwoordde de „juffrouw" verre
van vriendelijk. Ze begreep ineens. Moeder op etenstijd
doorgestoken kaart met Hilda nou ja maar goed ook
kon ze zelf zien
,,'k Zal maar afnemen", zei mevrouw Berendse, na een
haastige ruk aan het deurtouw.
„Nog niet, alstublieft", antwoordde Willy, ,,'k ben nog
niet klaar".
„O, ik dacht
Het binnentreden van juffrouw Verduynen belette
mevrouw Berendse te vertellen, wèt ze dacht.
„Neemt u me niet kwalijk, mevrouw, ik wou gauw af
nemen, ik dacht, dat juffrouw zou opendoen, toen ze hoorde,
dat u er was, maar de juffrouw was nog niet klaar. Wil
mevrouw zoolang in het zijkamertje wachten?"
„Doet u geen moeite mevrouw, ik heb mijn dochter wel
eens eerder zien eten. U zit waarschijnlijk zelf nog aan tafel.
„Och mevrouw, dat eten van mij heeft geen haast. Ik eet;
altijd maar zoo bij stukjes en beetjes. Ik bedien onderhand de
juffrouw. Mijn man moppert wel eens maar ik zeg: de jufw
frouw gaat voor. Enne en waar kan ik mevrouw mee dien
nen? Een kop thee? Of liever koffie misschien?"
„Of een bordje erwstensoep?" deed Willy even gewild lief.
„Ja", grinnikte mevrouw Berendse, „dat treft nu slecht, dat
we vandaag erwtensoep eten. Anders wel gezond met dit
koude weer."
„Was u gisteren maar gekomen, toen hadden we bruine
boonen, dat is nog gezonder," zei Willy. Moeder moest het
nu maar eens goed zien, dan kon ze meteen de huur opzeggen.
Volgende week Paaschvacantie, daarna nog veertien dagen en
dan weg.
Mevrouw Berendse, woedend op dat „nest" verliet de ka
mer. Langer blijven kon ze met goed fatsoen niet doen, maar
die meid zou ze wel krijgen, wacht maar.
„En, m'n beste mams, wie heeft je gestuurd?" vroeg Willy,
zoodra ze haar hospita in de keuken wist.
„Dacht je, dat ik alleen kon komen, als ik gestuurd was?
Zeg, je hebt je moeder nog niet eens behoorlijk gegroet."
„Da's waar. Daar, op elke wang een. En van wie moet ik
alzoo de groeten hebben?"
„Van je vader."
„En van de heele familie Brinkman zeker?"
„Je bent een ondeugd. Die arme mevrouw Berendse heb je
ook al in het harnas gejaagd» jij met je bruine boonen. Is dat
soms geen kostelijk eten?"
„Even kostelijk als deze snert. Aanschouw en zie."
Willy schepte zich een bord vol groen water op waarin
een paar dobbelsteentjes spek dreven.
(Wordt vervolgd