R&D BEHANGSELS rodtOD Sociale Zaken aan de orde VRIJDAG 4 MAART 1938 DRRDR BITAD PAG 0 Eerste Kamer-camera Prof. Diepenhorst is dankbaar voor het voorontwerp tegen loonarbeid van de gehuwde vrouw Gisteren heeft de Eerste Kamer een aan vang gemaakt met de behandeling van de begrooting van Sociale Zaken. Reeds hebben verschillende personen het woord gevoerd, ïnaar het ziet er naar uit, dat het sprekers lijstje nog niet is afgewerkt Er zijn partijen die met een zekere voorliefde spreken over het vraagstuk van de ordening. Welnu, laat men althans bij de begrooting van Sociale Zaken, de begrooting, waarbij de ordening ter sprake komt. eenige ordening aanbren gen in de behandeling van de onderwerpen, liet is toch niet noodig, dat het ecne lid van Cen bepaalde fractie na het andere opstaat, om een bepaalde kwestie aan te snijden. Een al te zeer gedetailleerde bespreking komt trouwens niet overeen met het karakter van de Eerste Kamer en hoort, zoo men wil. veel eer thuis aan de overzijde van het Binnen liof, in de Tweede Kamer. De besprekingen werden ingezet door den heer de la Bella (sd.). die o.m. betoogde dat steun van de groote gezinnen het karak ter van eenzijdigheid kan verkrijgen. Mij meende, dat vele arbeiders in kleine gezin hen het moeilijker hebben dan arbeiders in groote gezinnen. We kunnen dat toegeven. Uitzonderingen Szijn er immer Maar dan zou men geen en kele maatregel van eenigszins algemcencn aard kunnen invoeren, zooals door de socia listen toch ook maar al te vaak wordt voor gestaan. Ten aanzien van het tegengaan van de werkloosheid constateerde de heer de la B e 11 a hij den Minister aarzeling. In 4 jaren is niets tot stand gekomen tot ingrijpende vermindering ervan. Juist hier was forsch ingrijpen ge wenscht. Terwijl elders de werkloosheid daalt aldus de heer de la Bella, neemt zij ten onzent toe. Naar aanleiding van deze opmerking wij zen we erop, dat bij de begrooting van So ciale Zaken slechts de maatregelen behoo- ren, die strekken tot verzachting van de ge volgen van de werkloosheid, terwijl de bestrijding van de werkloosheid zelve thuis hoort bij de begrooting van Economische Zaken. Hierop werd terecht gewezen door den heer van Voorst tot Voorst (r.k.) die daarbij als een van de middelen om de gevolgen van de werkloosheid te bestrijden wees op de mogelijkheden, welke er liggen emigratie Te dien aanzien is de houding van de regee ring, aldus deze spreker, steeds passief ge weest. Maar thans is meer activiteit ge- wenscht en aangestuurd moet worden op alle middelen, die tot emigratie kunnen lei den. Voor een dergelijke emigratie zijn ver- eischt in de eerste plaats vestigingsgebie- den. daarnaast pen juiste (propaganda, en tenslotte het stichten van Nederlandsche kolonies. De heer Van Voorst tot Voorst wees daarbij op streken in Zuid-Amerika. Het voeren van propaganda ligt volgens dezen spreker niet op don weg van de re geering. Dit worde overgelaten aan betre* fende vprecnigingen. Gaat de regeering tjl :ren van propaganda over. dan vallen de menschep, die wi'den emigreeren en die in hun plannen niet slaagden, terug op den staat, hetgeen ongcwenschte verhoudingen schept Bovendien staat vast, dat men meer geeft om eigen organisaties, die tevens acht kunnen geven op zielszorg en alles, wat daarmee samenhangt Nu is het voor emigratie noodzake lijk, dat de vereenigingen grond koopen voor hun leden, die willen emigreeren. Het geld daarvoor ontbreekt evenwel, en daarom zou de heer van Voorst tot Voorst gaarne zien, dat de regeering overwoog, of aan de emigratievereeni- gineen onder bepaalde voorwaarden geld ter beschikking kan worden ge steld. opdat zij bij wijze van proef ko loniën kunnen stichten. I-Iet hedrae. daarvoor vereischt zou ve- deelteiiik ontleend kunnen worden aan het Landbouwcisisfonds en aan de fondsen ter bestrijding van rle werk loosheid. Vol belangstelling zien wij het antwoord in den Minister op deze suggestie tege moet. al vergeten we niet. dat op deze wijz-e. naar de heer van d e B i 11 (s.d.) even later oomerkte. alle moeilijkheden niet zijn op te lossen. Het emigreeren zelf kost im mers eveneens geld. De verwachtingen spanne men niet al te hoog. De heer de la Bella heeft eveneens aan gedrongen op ruimer invoering van de he- drijfsraden, in welke instituten deze spre- en middel zag. om de arheiders niet lan ger als onmondigen te beschouwen. Ook de lieer de Bruvn fr.k heeft zirh in deze richting geuit, daarbij het individualisme eroordeclend, hetwelk in onze samenleving ook op maatschappelijk terrein, nog zoo dik wijls tot uiting komt. I-Iij wees er daarbij on, dat kort geleden nog honderden werklieden op straat werden gezet, alleen omdat de fa briek voor den werkgever niet voldoende endeerer.d meer werkte In Zweden I-Iet aangaan van collectieve overeenkom sten moet volgens den heer de la Bella door de regeering worden bevorderd, terwijl hij de werking van het Werkfonds teleur stellend noemde. Niet meer dan van de werkloozen wordt daardoor aan arbeid ge holpen. Als gewoonlijk wees de heer de la Bella daarbij op Zweden, waar de toestan den veel beter zouden zijn. Als steeds bleef de heer de la Bella in gebreke we nemen aan. dat het zonder onzet geschiedde te wijzen op het verschil in bevolkingsdicht beid, in ons land en in ZwedenDoor dezen spreker werd geëindigd met de ietwat pathetische verklaring, dat we niet slechts moeten letten on bepaalde beginselen, maar ook op wat aan deze beginselen ten offer wordt gebracht. Een dergelijke stelling ii meer verward dan gefundeerd. Bewijs bleef achterwege, Kleine boeren In het gedrang De heer van V oorst tot Voorst heeft nog gehandeld over de steunregeling voor de kleine boeren, en wel met name, over cite groep, welke beschikt over 2 a 2l/> H.A. grond, d.w.z. een oppervlakte, die enkele guldens te weinig opbrengt, om den bezit ter voldoende od te brengen. Deze menschen zouden naar de werkverschaffing moeten, hetgeen de heer van Voorst tot Voorst sterk zou betreuren. Gevraagd werd om een rege- HET RINSO SOP IS VETTER.WE&KZAME» EN LANGER} SBLIJVCND.DANIKTOT NU TOE OOIT WET j ^ZEEPPOEDER BEREIKT HEB} 1 pak Rinso voldoende voor een was van vijf personen 1 /EN ZOOVEEL SOP MET (EEN PAKJE.OVERVETTE* MS* XlWVRINSO DAT IS GEWELDIG/ N\ viuiNIO/-— Rinso wordt speciaal gefabriceerd om In alle typen van wasmachines gebruikt te worden. Daarom geeft Rinso dan ook zulke prachtige resultaten In elke wasmachine. Rlnso lost bijna onmiddellijk in lauw water op. Speciale nieuwe bestanddelen verwijderen al het vuil Uw goed In ongekend korte tijd. Tenslotte kan het uiterst werk zame Rinso sop verscheiden malen achtereen worden gebruikt Door de bijzondere samenstelling van Rinso is het mogelijk, om met één pakje Rinso de volledige gezinswas van 5 personen in 14 uu volmaakt schoon te wassen. En heeft U geen wasmachine, dan werkt de „overvette" Rinso even doelmatig in «Ike tobbe. De prijs is slechts 124 ct en bovendien een bon voor geschenken. Prof. Diepenhorst „OVERVETTE" Rjnso speciaal voor de rssx WASMACHINE ling waarbij dez.e menschen op hun grond kunnen b'ijven wonen. Dit zou volgens den hoer Hien.stra (s.d.) evenwel op ingrij pende moeilijkheden stuiten. De hoPi van de Bilt (s.d.) heeft h«1 pleit gevoerd voor de invoering van de 40- urice vverkwepk Geschiedde dit, aldus deze spreker dan zouden vele werkloozen weer aan der arbeid kunnen gaan. Als overgangs maatregel om te komen tot dezen arbe:ds- duur zou men kunnen overgaan tot de 44 h 45-urige werkweek. Voorts drong de heer van de Bilt aan op een wettelijke regeling, waar bij varantie wordt toegestaan met behoud van loon In vele landen bestaan dienaan gaande reeds voorschriften. Ook achtte hij verbod van overwerken gcwenscht, zooals in Denemarken bestaat. In dit verband willen we eraan toevoegen, dat de heer Hiemstra nog aangedrongen heeft op verbetering van de sociale wetgeving en op verhooging van de loonen in werkver schaffing. In een met gloed voorgedragen rede heeft aan het begin van de middagver gadering Prof. Diepenhorst (a.r.) over een drietal punten gehandeld, te weten de 40-urige werkweek, de ver plichte vacantieregeling en de beperking van beroepsarbeid door de gehuwde vrouw. Inzake de 40-urige werkweek en 't streven om die te bereiken merkte Prof. Diepen horst op, dat we hiermee staan voor een nieuwe phase in den strijd voor verkorting van den arbeidsduur Eerst is de 40- urige werkweek verdedigd als een middel tot bestrij ding van de werk loosheid. Zoo schiedde in Janu ari 1933 te Genèvt Later heeft men wijziging in de doelstelling aan gebracht. Toen streefde v mer naar verwezenlij king. teneinde den arbeider te doen deelen i voordeelen do vooruitgang op technisch gebied. Het doel van de bestrijding van de werkloosheid raakte steeds meer op den achtergrond. Tegen de 40-urige werkweek nu zijn vol gens Prol. Diepenhorst drie bezwaren in te brengen In de eerste plaats zijn de bereikte- resultaten weinig bemoedigend. Dit wordt ook toegegeven in sorialistischen kring, b.v dor de heeren Suurhof en Van der Waarden Ook de toestand in Frankrijk, waar men tot n aering overging op verschillend terrein, is niet bepaald aanlokkelijk. Ten tweede kan de 40-urige werkweek niet worden ingevoerd zonder internationale landing. Eri als mén dan in aanmerking neemt op wslk een ontoereikende wijze de 48-urige werkweekconventies zijn door, voerd. Is er niet veel hoop over voor een betere uitvoering van de conventies, die de 40-urige werkweek zouden behelzen. Het grootste bezwaar is, naar Prof, Diepenhorst zeide. echter, dat de 40 urige werkweek noch economisch noch ethisch gefundeerd mag worden genoemd. Dit komt reeds uit als men uttspraken beziet van hen, die naar verwezenlijking ervan streefden. Zoo beschouwde Wibaut deza werkweek als epn machtsmiddel voor da arbeidende klasse En het streven ernaar door de socialistische vakbeweging wordt evenmin door ethische motieven gedragen. Gaat men de geschiedenis van de werktij den na, dan blijkt, dat in 1922 de werkweek werd vastgesteld od 45 uur. Omdat dit ver keerde resultaten opleverde, maakte men ei in 1925 48 uur van. Later vroeg men de 40- urige terwijl elders zelfs gevraagd wordt om een 36- of een 30-unge. werkweek. Door al dit streven dreigt gevaar, dat bij de groote massa de gedachte wordt gewekt als ware de arbeid een gif, een lastig toe voegsel. Daartegenover hehben we den zegen van den arbeid hoog te houden. Prof. Die •pen,horst hoopte dan ook, dat de Minister geen gehoor zou geven aan de suggestie, om over te gaan tot het doen invoeren van de 40-, of als overgangsmaatregel, van de 45 urige werkweek. Eerder streve men ernaar, dat zooveel mogelijk de 48-urige werkw worde ingevoerd. Sprekende over de vacantieregeling merkte Prof. Diepenhorst op, dat vacantie een kostelijk goed is. Al bestaat geen wette lijke regeling van de vacantie, in werkelijk heid bestaat de vacantie zelf veelal wel. In de collectieve arbeidsovereenkomsten neemt de vacantieregeling een beduidende plaats in. Dank zij deze overeenkomsten genieten thans 150.000 arbeiders van onderbreki van den arbeid. Weliswaar kunnen wette lijke bepalingen niet geheel worden gemist zij mogen niet de normale regeling worden. jDat heerlijke gevoel van bevrijding! De wieken uit te slaan - hoe heerlijk voor een vogel, maar hoe goed ook voor den menschelijken geest. Maak U thans los van al het oude, verbreek de ban den van de wandensleur en schep U thuis een gloednieuw interieur met R&DMet nieuw behang van R&D wordt alles, illes anders: 't is of ge ,mee-herademt met de zich verjongende Natuur! Zie de R&D Collectie 1938: Series 16-47-48-49-50- 51-52. Weer hebben kunstenaars verrassend-fijne wandversieringen voor U uitgedacht, verrukkelijke scheppingen van lijn en tint, die voor U vastgelegd zijn in de fraaie, degelijke „Fixa-Color"-kleuren van R&D. Vraag Uw behanger de R&D Staalboeken met de doeltreffende Wenken' voor het kiezen. Laat hij U voorrekenen, hoe wonderweinig de ver wezenlijking van wélken wanden-wensch ook kost! N.V. BEHANGSELPAPIERFABRIEK VAN RATH DOODEHEEFVER Toonzalen in 19 steden des lands. Dit merk staat op de Staalboeken. Zij worden veeleer gebezigd als een aanvul ling van de bepalingen in de collectieve overeenkomsten. Al geven we gaarne toe, dat de bepalingen in de collectieve overeenkomsten de voor keur verdienen toch willen we erop wijzen, dat men van het aantal arbeiders, hetwelk onder collectieve overeenkomsten valt. geen al te hooge dunk moet hebben. Het blijft nog steeds vrii gering De overeenkomsten zelf winnen aan interne waarde. Maar zoo lang niet een honger percentage arbeiders in derg°lijke overeenkomsten is onderge bracht, zijn wettelijke regelingen in-ake de vacantip allerminst zonder betcekenis. Tenslotte heeft Prof. Diepenhorst ge handeld over het voorontwerp tot het tegengaan van loonarbeid door de gehuwde vrouw Het geleek wel, zoo zeide hij, of de Mi nister met dit voor-ontwerp een knuppel in het hoenderhok heeft geworpen, ge hoord het verzet, in aanmerking ge nomen ook, dat de Minister met één postbestelling van meer dan 2000 vrou wen een briefkaart van protest ontving. De bestrijding van het voorontwerp zei? berust op onjuiste argumenten. Allereerst vergde men niet, dat het hier een vooront werp geldt. Er kan nos van alles in worden gewijzigd. En daarnaast gaat de oppositie hierin fout. dat ze het ontwerp ziet als een specifiek R.K. uiting. Andere groepen dei: ken er gelijkelijk over, en reeds zijn door anderen plannen tot beteugeling van dezen arbeid ingediend. Het 2e Chr. Soc. Congres aanvaardde een resolutie tegen vrouwenar beid. en de Prot Chr vakorganisaties nemoi eenzelfde standpunt in. Het verkiezingsma nifest van de A R. partij van 1937 beschouw: het tegengaan van den arbeid der gehuwd' I. 1873 en 413-5 M. VARA-Ultmen- 10.20 v.m. en 7.308.00 VPRO. muziek. 10.00 Morgenwijding. 10.r' Voor Arbeiders ln de Continubedrijven. 12.00 Gram.muziek. 1.00—1.15 VARA-Orkest. 2 Causerie: „Vrouwen van Hollaud. ontwaak 2.15 Gram.muziek. 2.15 Amateursultzendli vrouw als een versterking van het gezins leven. Onjuist is het ook. te meenen dat door het ontwerp het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw zou worden aangetast. Een incident in het verleden Prof Diepenhorst eindigde met een herin nering aan den -parlementairen strijd uit 1889. Op 3 Mei van dat jaar werd in de Eer ste Kamer een voorstel tot wijziging van de Arbeidswet behandeld. Ook toen was beper king van de vrouwenarbeid in het geding. Hiertegen kwam oppositie, omdat men toen eveneens vreesde dat het zelfbeslissings- recht van de vrouw zou worden aangetast. Het merkwaardige was echter, dat bij de ^temming ook de heer van Blijdenstein voor stemde, terwijl hij kort te voren hevig had Geopponeerd. Het bleek, dat deze afgevaar digde bij vergissing had voorgestemd Dit incident nu. aldus Prof. Diepenhorst, mogen we beschouwen als een symbolische aanduiding van de verwarring, welke in deze materie de geesten beheerscht. Hij be sloot zijn betoog met dank te brengen aan Minister Romme. dat hij dit voorontwerp heeft ingediend. 4.50 Vervolg concert (gr.opr..). F?0 Literaire causerie. 6.00 Orgelspel en zang. 6.30 ,De Wielewaal" en toespraak. 7.00 Filmland. 7.30 Causerie „Bübelvertelllngen". 8.00 Herhaling SOS-Berlchten. 8.03 Berichten ANP. VARA- Varia. 8.15 Cor Steyn's accordeon-orkest, „De Krekeltje" en „The Four Blue Stars". 9.1S Rn miOké! 10.30 Berichten ANP. 10.3S 11.15 Berichten. 11.20—12.0® Souvenir-Orkest. ILVERSUM 11. 301.5 M. KK O-Uitrei 5.00 HIRO. 8.00—9.15 en 10.00 Grt 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 en solist KRO-Nachtet serie „Dlei 4.30 HIRO-Post 4.35 Gr&m.muzlek. 4.40 Cau- „Onze Taak". 6.50 De KRO-Melodlstea "30 Esperantonleuws. 5.45 Da ■eitjes. 6.15 Gram muziek. 6.20 journalistiek weekoverzicht 6.45 Gram.muï, 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Dwaling om trent de rechtvaardige prijs". 7.35 Actueel* aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededee- ltngen. 8.35 Overpeinzing met muzikale om lijsting. 8.35 Bont programma. 10.30 Berich ten ANP. 10 40 Internationale Sportrevuew 10.66—12.00 Gram.muziek. DROITWICH 1500 M. 12.06 Trio. 2.20 Bas en looi. 3.05 Orgel. 5.00 Declamatie. 5.20 Band. 1. 8.20 Variété. 7.80 Orkest 9.50 Orkest. BRUSSEL 32 Orkest 2.20 Kamer Zang. 4.05 Piano. 4 Gitaarsoli. 8.20 Ork. 30 Orkest S 20 M; 8.20 Concert 7.2® (36 HOOFDSTUK XXI De studie beantwoordde aan Willy's verwachtingen, maar het kamerleven beviel haar niet. Behalve het feit, dat haar afkeer van mevrouw Berendse met den dag toenam, was er de eenzaamheid, die ze niet verdragen kon. Alleen aan het ontbijt, aan de koffietafel, aan den maal tijdNiemand, die je verwelkomde, als je van college kwamNiemand, die belangstelde in je studie, die zoo eens vroeg: wat heb je vanmorgen gehad Mevrouw Berendse vroeg en vertelde een heele boel, dat moest toegegeven worden, maar zelfs de stem van deze dame werd Willy een kwelling. Onder haar mede-studenten wist ze zich niet zóó te bewe gen. als gewenscht was. Ze kon er niet toe komen op alle uren van den dag bij die en gene op te loopen, ontving hen, die haar bezochten, hartelijk, maar niet zoo, als ze het ver langden. Ze was dan te veel gastvrouw, het ontbrak haar aan de onbezorgde nonchalance, die een eerste vereischte was voor een gedwongen omgang. Had Willy hier ook maar deel kunnen uumake.. van een klas, dan was het haar gegaan als pp het gym, had ze zich weer omringd gezien van 'n vrienden schaar. doch ondanks de zes voorbije jaren, was ze te veel dorpelinge gebleven, miste de losheid van beweging, die hier noodzaak bleek te zijn. Toch was ex niemand, die haar niet mocht. Voor het nog zoo heel jonge, blonde meisje, dat enkel scheen gekomen om te werken, had ieder een vriendelijk woord en maar dit was Wily.verre van aangenaam een welgezind glimlachje.' „Een stukje landelijke poëzie", had een der anderen haar genoemd en, zonder dit te weten, voelde ze het aan, als iets, wat ze duchten moest. „Een stukje huiselijke poëzie", dacht Hilda Brinkman, toen die de eerste keer Willy bezocht en haar bezig vond aan een ingewikkeld borduurwerk. „Mooi wordt het, hè?" vroeg ze, toen ze zag hoe Hilda het met bewonderende blikken bekeek. „Prachtig", antwoordde die uit den grond van haar hart, „maar kind, hoe heb je daar tijd voor?" „Tijd? Och, ik weet niet. Ik kan mijn dagen niet heelemaal vullen met de studie. Jij?" „Nee, ik ook niet. Mijn dagen er heelemaal mee vullen bewaar me, daar zou ik voor passen". „Ik had gedacht veel harder te moeten werken, 't Viel me geweldig mee. Wat ik al afgelezen hebMeer boeken dan anders in een jaar. En nu ben ik dit begonnen, een Sin terklaascadeautje voor mijn moeder". „Ik moest mijn moeder toch ook eens met een handwerkje verrassen. Sinds ik op de lagere school was, heb ik dat niet meer gedaan. Weet je, daar kom je gewoon niet toe". „Ze vindt het raar, een studeerend meisje, dat handwerkt", overlegde Willy en zocht vergeefs naar antwoord. „Ja", ging Hilda voort, „het lijkt me toch wel aardig voor een moeder, als haar dochter zelf iets maakt. Jij bent stellig een genie op dit gebied. Help me eens wat prakkizeeren. Maar niet zoo moeilijk, als dit, hoor!" „O, ik heb massa's patroontjes thuis, 'k Zal er Maandag wat meebrengen. Dan kun je uitzoeken". „Leuk, zeg! En vind je dan goed, dat ik er hier bij jou aan werk? Thuis mogen ze het niet merken". „Natuurlijk, dat vind ik best! Dus jij woont bij je ouders?" „Ja, maar 't is niet vervelend, hoor! 'k Heb een flinke kamer en kan vragen, wie ik wil. Je zegt misschien: waarom hand werk je dan daar niet, maar ik heb drie jongere zusjes en twee broers. Nou die vallen wel eens binnen, hè? En vijf van die babbelbekjes te snoeren, dat gaat mijn krachten te boven". ,,'t Zou mij heerlijk lijken, als mijn ouders hier woonden", zei Willy peinzend. Dat „maar 't is niet vervelend" had haar wat rauw in de ooren geklonken. Sinds ze zelf haar ouderlijk huis had verlaten, benijdde ze ieder, voor wie deze noodzaak niet bestond. „In mijn geval is het zeker heerlijk. Kamerhuur schiet er niet gemakkelijk over voor een meisje, dat de oudste is van een half dozijn". „Daarvoor moet je eenig kindje zijn, zooals ik", ant woordde Willy. „Ben jij het eenige ooilam? Ook geen pretje, wel? En waar staat je drie-persoons-nestje?" Willy vertelde. Ze was blij eindelijk eens gewoon te kun nen praten met een meisje van haar eigen slag. een meisje, dat ook studeerde en toch gezellig over de dagelijksche din gen wist te babbelen. Vorige bezoekers zoowel als bezoek sters wilden óf boomen over zwaarwichtige onderwerpen, óf ze sloegen onzin uit, die Willy even weinig begreep als waardeerde. Al pratend vloog de tijd om en stopd mevrouw Berendse in de kamer om te dekken, eer Willy er aan dacht, dat het etenstijd was. „Valt die altijd binnen zonder kloppen?" vroeg Hilda na haar vertrek. „Nee, ze klopt anders. Misschien heeft ze dat nu ook wel gedaan, maar hebben we het niet gehoord". „Op ja wachten doet ze dus niet"? „Meestal wel". „Ik zou zoo'n mensch beter dresseeren". „Jij bent nooit in het bezit van een hospita geweest". „Neen, maar als ik er een noodig had. zou ik stellig deze niet kiezen. Waarmee heeft ze je bekoord? Met de statigheid harer gang of de schoonheid harer vormen"? Willy lachte. „Nee. zonder gekheid, vind jij het ook geen miserabel schepsel? Of heb je vanwege de gastronomie je hart aan haar verloren"? Als antwoord lichtte Willy de deksels van de schalen. „Aanschouw en proef", zei ze. „Van het aanschouwen alleen heb ik mijn buikje al vol. Wat zou dat grauwgroene goedje zijn"? „Ik weet niet. Andijvie denk ik. Alles smaakt ongeveer eender, 't Vleesch is gewoonlijk keihard" ,,'t Lijkt veel op een oude gummispons". „Of vermolmd eikenhout". „Als je de soep nog even laat staan, is het pudding". „Ja kind. wat doe je er aan"? „Weggaan". „Zou mijn moeder niet goed vinden"! „Dweept die met die"? '(Wordt vetvoiqa.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7