Nederland s buifenlandsch beleid
Mr Oud over de Rijksbegrooting
DONDERDAG 3 MAART 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
Eerste Kamer-camera
Krachtig pleidooi van prof. Anema
voor samenwerking tusschen
de volken
Gisteren heeft de Eerste Kamer de be
handeling van de begrooting van Bui
tenlandsche Zaken voortgezet en beëin
digd. Als gemeenlijk geschiedt, vroegen
de nationaal socialisten aanteekening
van het feit, dat zij geacht willen wor
den, tegen de begrooting gestemd te
hebben. Overigens ook bleek geen stem
ming vereischt. De Kamer verklaarde
zich met het beleid van de regeering in
zake de internationale politiek accoord
De beraadslagingen werden gisteren ge
opend door den heer V or rink (s.d.)» die
herinnerde aan 't bezoek, door Schuschnigg
aan Hitier gebracht, dat de voorbode was
.van moeilijke dagen voor Oostenrijk.
Blijkens een in Duitschland uitgegeven at
las zijn er menschen, die meenen, dat er od
de wereld
250 millioen Duitschers
wonen, en die ook ons land bij Duitschland
willen doen inlijven. Minister Colijn beden
ke dit, voor het geval hij eens voor een ver
trouwelijke bespreking op Berchtesgaden
.wordt u.tgenoodigd.
Ondanks alle bedenkingen, welke werden
aangevoerd tegen erkenning van den Koning
van Italië als Keizer van Abessinië heeft Ne
derland thans als eerste staat een lauwer
krans gelegd aan den voet van het gifgas-
monument. Ons land heeft daardoor zijn bij
drage geleverd tot de ondermijning van de
internationale rechtsgedachto.
Op twee manieren kan het oorlogsgevaar,
dat door de dictaturen in ernstige mate toe
neemt. worden tegengegaan. In de eerste
plaats door contra-bewapening. Deze bewa
pening is door de socialisten aanvaard, al
ziet zij in de bewapening zelve geen oplos
sing van de moeilijkheden. Daarnaast is
daar de Volkenhond, die streeft naar «en
orde, welke den oorlog uitsluit.
Niet juist achtte de heer Vorrink de poli
tiek van den heer de Savornin Lohman, die
wilde afwachten en intusschen zijn kruit
drooghouden. Intusschen immers voltrekt
zich het wereldgericht. Hij gaf toe, dat de
Volkenbond zwakke punten vertoont, maar
drong op versterking aan. Zoo noodige de
Nederlandsche regeering de Vereenigde Sta
ten van Amerika uit, toe te treden.
Prof. Anema (a.r.) als volgend spreker
't woord verkrij
gend, wenscht
zich in zijn
rede te beperken
tot den Volken
bond, de Volken-
bondspolitidk, en
het Nederlandsc'o
internationaal be
leid. Daarbij wil
de hij handelen
als een componist
die variaties aan
brengt op het the
ma van een an
der componist.
Het themia is 't
standpunt van de
regeering. Zij »vil Prof. Anema
het dwingend karakter
van de sancties van artikel 16 van het Vol
kenbondspact prijsgeven. Het liefst zou zij
het artikel voorloopig buiten werking willen
stellen. Intusschen houdt zij vast aan het
stelsel van collectieve veiligheid en verlangt
zij niet terug naar een terugkeer naar het
vroegere stelsel van algemeene neutraliteit.
Dat wil dus zeggen, dat de regeering de be
ginselen blijft aanhangen, welke in het pact
.van de Volkenhond zijn neergelegd.
Over artikel 16. het artikel, dat handelt
over de sancties en het. recht op doortocht,
is, aldus Prof. Anema, reeds veel gesproken
Eigenlijk echter is de zaak vrij eenvoudig.
Van oudsher zijn er overeenkomsten geslo
ten, waarbij het de vraag was, of zij golden
als de omstandigheden wijzigden. Bij een
dergelijke figuur nu zijn er steeds extremis
ten geweest, die in twee richtingen gingen.
Volgens de eene groep was men altijd am
de overeenkomst gebonden- hoe de omstan
digheden ook wijzigden. Volgens de andere
groep evenwel was bij de overeenkomst ook
inbegrepen de stilzwijgende voorwaarde
dat partijen niet gebonden waren, als de om
standigheden ingrijpende wijzigingen onder
gingen.
Naast beide genoemde opvattingen ls er
ook een tussChenstandpunt opgekomen, het
welk het standpunt is geworden van de
heerschende richting. Volgens deze opvat
ting inag men s»ch onttrekken aan de over
eenkomst, wanneer aaü twee normen is vol
daan. Allereerst moeten de omstandigheden
zoodanig zijn gewijzigd, dat redelijkerwijzi
nakoming niet kan worden gevorderd. Èn
daarnaast heeft eenige partij niet het recht,
zich eigenmachtig te onttrekken, maar moet
de beslissing van de vraag, of de vereischte
omstandigheden inderdaad aanwezig zijn,
voorgelegd worden aan een onpartijdige in
stantie.
Zijn nu de omstandigheden inzake artikel
16 van het pact zoo gewijzigd, dat partijen
geacht mogen worden, aan het artikel niet
meer gebonden tc zijn? Deze vraag moet vol
gens prof. Anema lie vestigend worden beant
woord. Daarhij moet. naar hij zeide, het vol
gend worden overwogen. In de eerste plaats
zijn de omstandigheden, zooals men zich die
had voorgesteld, nooit verwezenlijkt. Im
mers zijn niet alle staten tot den Volken
bond toegetreden. Vervolgens heeft nien te
vergeefs gerekend Op voortschrijdende ont
wapening In de derde plaats heeft men het
sanctieartikel nooit voor toepassing ge
schikt geacht. Ten vierde hebben alle leden
in de meeste gevallen geweigerd het toe te
passen. En ten vijfde, in het eene geval»
waarin het artikel werd toegepast, is het
onmogelijk gebleken, zulks doelmatig te
doen. Al deze punten wettigen de conclusie,
drat redelijkerwijze niet meer van partijen
gevraagd mag worden, dat zij de rechtsver-
plic-htingen van artikel 16 aanvaarden.
Dit nu mag evenwel niet door de partijen
eigenmachtig geschieden. In dit verband
merkte Prof. Anema op. dat hij de woord
keus in de verklaring, op 1 Maart 1936 dooi
de ex neutralen afgelegd, minder gelukkig
acht. aangezien daardoor de suggestie werd
gewekt, dat men eenzijdig contractbreuk
wilde plegen, hetgeen uiteraard niet het ge
val was. Beter ware het geweest, te trachten
van den Volkenbond een resolutie te krij
gen, waarbij het artikel facultatief werd
gesteld. De Minister spreekt van „voorloo
pig buiten toepassing stellen". Dit is niet
hetzelfde- maar niet onmogelijk is, dat de
Minister wel hetzelfde bedoelt. Deze faculta-
tiefstelling moet men intusschen volgens
Prof. Anema niet al te zwaar nemen. Het
es een bijkomende kwestie in het geheel van
regelen, in het pact neergelegd.
Intusschen wane men niet- dat door
de facultatiefstelling van artikel 16 iets
wordt bereikt ten gunste vtan de
universaliteit van den Volkenbond
Zelfs schrapping van het artikel zou
hier niets helpen. Men moet er nu een
maal van uitgaan, dat er staten zijn,
die hun eigenbelang boven alles stellen,
en deze staten zoeken slechts het recht
van den sterkste te verwezenlijken.
Wilde men deze staten winnen, dan zou
men het heele pact moeten opruimen. Hoog
stens willen zii een Bond tot onderling
overleg, die overigens niet steunt op eenig
saambindend beginsel.
Bij de beoordeeling van den Bond ver-
gete men niet, dat de Bond niet geboren is
uit idealen, maar uit den nood van den tijd,
uit de ervaring, dat 't oude individualisme
de wereld te gronde richtte. Tenslotte heb
ben de staatslieden gegrepen naar middelen
tot samenwerking. De wereldvrede werd
verklaard tot een gemeenschappelijk belang.
Hoe zwak de praktijk van deze samenwer
king ook moge zijn geweest, er is geen
andere weg. Misschien ziet men geen dade
lijk resultaat Maar dan vergete men niet
uit de geschiedenis van ons land het voor
beeld. waarbij eerst de volgende generatie
de vruchten plukte van wat de vaderen
hadden gezaaid.
Het is prof. Anema een voorrecht, dat
hij kan instemmen met de politiek van
de Regeering, waar zij immers van plan
is, haar beleid te richten naar de be
ginselen van het Volkenbondspact
Ook de heer Droogleever Fortuyn
(Lib.) heeft zijn instemming verklaard met
de beginselen van het pact. Het is van be
lang, dat Nederland van het Volkenbonds
instituut lid blijft.
Voorts drong de heer Droogleever Fortuyn
aan op goede vertegenwoordiging van ons
land in den Balkan, ook wat betreft de han
del. Bij de handelsmissie van den heer Van
Karnebeek blijve het niet.
Ten aanzien van
onze verhouding tot België
vroeg spr. de aandacht van den Minister
voor het vraagstuk van de concurrentie der
wederzij dsche havens. Wanneer hiervoor
geen oplossing wordt gevonden- zal volgens
spr. ook voor de andere kwesties geen be
vredigende overeenstemming tot stand kun
nen komen.
In dit verband verdient vermelding, dat
de heer De Zeeuw (s.d.) van den Minister
de verzekering heeft gevraagd, dat de steun
aan onze havens ongewijzigd zal blijven,
zoolang ook de Belgische havenpolitiek on
gewijzigd blijft.
In middagvergadering heeft de heer Ni-
var d (r.k.) nog gerwezen op de gevolgen
van buitenlandsche koersveranderingen,
welke de kansen om met Antwerpen te con-
curreeren, voor Rotterdam steeds verminde
ren. Niet vergeten mag worden het verwer
pen in 1927 van 't Nederl.-Belgisch Verdrag
in de Eerste Kamer. Aangedrongen werd op
betere bescherming van de Rijnvaart. Hos
men de Rijnvaartpremies ook noemen moge,
voor Rotterdam komt het op hetzelfde neer.
Blijkbaar wil men ten aanzien van de ver
binding Antwerpen-Rotterdam geen andere
Minister Patijn
oplossing dan die, v/elke was neergelegd in
pen verdrag van 1927. De Regee
ring stelle ook onze havens in het bezit van
Rijnvaartpremies.
Ook bii .het vervoer van graan naar België
blijkt, hoe stroef de verhoudingen, zijn-Zelfs
met een verklaring van den Minister werd
inklaring van een lading graan onder Neder
landsche vlag door een ambtenaar van het
graanbureau te Antwerpen geweigerd.
De heer De Jong (r.k.) bepleitte toevoe
ging van economische werkkrachten aan
onze gezantschappen, benevens uitbreiding
van den economischen voorlichtingsdienst.
Een onbescheiden vraaa
De heer v. Vessem (n.s.b.) begon zijn
betoog met .1e mededeeling, dat hij in zijn
afdceling de vraag heeft gesteld, of de
Minister misschien vrijmetselaar is, gezien
de vrijmetselaarsinvloed op het Verdrag vau
Versailles. De commissie van rapporteurs
heeft de vraag in eenigszins anderen vorm
gegoten.
Voorts zette hij uiteen in een niet steeds
gemakkelijk te volgen rede, dat de neutra
liteitspolitiek de eenige is, om ons land
buiten de oorlog te houden. Al te zeer heeft
Dr Colijn zich in zijn interview tegen
Duitschland uitgesproken. De heer v. Ves
sem vroeg, of het waar is, dat de Neder
landsche regeering reeds in 1936 bij den
Volkenbond heeft geïnformeerd naar de he-
teekenis van artikel 16 van het pact.
Zoo er weer besprekingen mochten komen
over een nieuw Belgisch verdrag- zal de
N.S.B. weten, wat haar taak is
DE MINISTER ANTWOORDT
De Minister van Buitenl. Zaken, mr J. A.
N. P a t ij n, vervolgens aan het woord
komend ter be
antwoording van
de gemaakte op
merkingen, zegt,
dat ruimer voor
ziening van dt
gezantschappen
van economische
krachten inder
daad gewenscht
is. Hlandelsvertc-
genwoordigingen
moeten voortdu
rende aandacht
hebben.
De Minister wil
bevorderen, dat In
Bulgarije een af
zonderlijke Neder
landsche diploma
tieke vertegenwoordiger wordt gevestigd.
Bij het uitzenden van handelsmissies is
eenig voorbehoud gewenscht. Overigens kan
het sluiten van handelsverdragen niet wor
den overgelaten aan de gezantschappen.
Daartoe zijn speciale instanties vereischt.
Inzake het memorandum van 1929, waarin
de verhouding tot België is vastgelegd, is
de Regeering volgens den Minister aan geen
enkele afspraak gebonden. Bij den tegon-
woordigen stand van zaken acht de Minis
ter het moeilijk, op de tegenstelling Ant
werpen-Rotterdam in te gaan. Hoe de onder
handelingen, waarvan de Minister hoopt,
dat ze hervat zullen worden, zich zullen
ontwikkelen, ook daarover kan niets worden
gezegd. Ook kan spr. ten aanzien van maat
regelen voor Rotterdam in het tegenwoor
dige stadium beter zwijgen. Inzake de
graanschepen zijn onderhandelingen in vol
len gang.
Het zij ons vergund, hier een korte aan
teekening te maken. Uit de stukken en uit
de beantwoording door den Minister is wc!
gebleken, dat tusschen de Belgische regce-
rlng en de onze onderhandelingen zullen
worden aangeknoopt» waarbij de kwestie
Rotterdam-Antwerpen en alles wat daar
mede samenhangt, nauw betrokken zal zijn.
Hoe deze onderhandelingen zullen verloopen
is nog even onduidelijk, als haar omvang.
We spreken gaarne de hoop uit, dat de
Minister meer dan bij de erkenning van de
Italiaansche overheersching van Abessinië
de Minister voeling zal houden met de
volksvertegenwoordiging.
Uit de beantwoording van enkele vragen
en de wijze, waarop de Minister er op in
ging, of liever niet inging op een zoo prin
cipieel en krachtig betoog, meenen we te
moeten afleiden, dat de Minister hij dit
overleg zichzelf nu en dan zal dienen te
ovenvinnen. Eij een krachtig buitenlandse!)
beleid zal hij ten volle gaarne worden ge
steund. Onder zulk een buitenlandsch be
leid verstaan we echter niet alle pogingen
tot het aangaan van een Verdrag met Bel
gië, in den zin van de onderhandelingen,
zooals die voor meer dan tien jaren werden
gevoerd. De benoeming van den nieuwen
gezant te Brussel acht de Minister een zeer
gelukkige. Tot den heer Vorrink zegt hij,
dat deze' niet te veel acht moet geven op
een Duitsche atlas. Bij nader bezien van de
bewuste plaat aal men ontdekken, dat
Duitschland volgens den opsteller, ook fcv.
groote deelen van Rusland zou dienen te
omvatten.
De Minister betwist voorts, dat de Rege*!-
ring in de politiek jegens Abessinië incon-
sekwent is geweest Tusschen de beide
standpunten, door ons gouvernement* inge
nomen, lag het echec van de sancties. Onge
twijfeld zou de heer v. Limburg thans te
Genève tegen toelaten van Abessijnsche af
gevaardigden stemmen. Ook ligt het niet in
Verhouding Regeering en
Staten-Generaal
Rede politieke dag V. U.
DE politieke dag van het Studenten
corps aan de Vrije Universiteit,
waarvan wij gisteren reeds het een en
ander hebben medegedeeld, was druk
bezocht. Onder de gasten zagen wij
hoogleeraren van de Vrije en eenige
predikanten.
Met een kort welkomstwoord, inzonderheid
gericht tot den Minister van O.K.W., Z.Exc.
Dr. J. R. S 1 otem aker de Bruine,
den rector-magnificus van de V.U., Prof.
Dr. G. J. S i z o o, en tot de afgevaardigden
'an S.S.R. en d'e R.K. Studentenvereeniging
..Thomas van Aquino", heeft de rector-cor-
poris, de heer G. van A n d e 1, de morgen-
vergadering geopend, na vooraf te hebben
gelezen Spreuken 14 2134 en gebed.
Hierna ontving Mr. Dr. E. J. Beumet,
oud-lid van de Tweede Kamer, het woord
zijn rede over „De taak van het parle
ment". Hiervan plaatsten wij gisteren een
overzicht.
's Middags gaf ZJSxc. de Minister van
Financiën, Mr. J. A. de Wilde, van zijn
belangstelling blijk. Van Minister Colijn en
van de Tweede Kamerfractie waren berich
ten van verhindering ingekomen.
In deze middagvergadering heeft Mr. P. J.
Oud, lid van de Tweede Kamer, oud-mi
nister van Financiën, gesproken over het
onderwerp:
De Rijksbegrooting in haar politieke
en juridische beteekenis
len geven, maar
het meer in alge-
meenen zin te be
handelen.
In de eerste
plaats besprak Mr
Oud daartoe de
verhouding tus
schen Regeering
en Staten-Gene
raal, dus de kwes
tie van het bud
getrecht, hetwelk
spreker historisch
aanstipte en met
voorbeelden
de parlementaire
praktijk toelicht
te. De begrooting,
zette spr. uiteen,
wordt gesplitst in de raming der uitgaven,
waarvoor de Regeering een maximaal bedrag
aanvraagt èn in de Middelenwet, het finan-
cieele plan, dat aan de Staten-Generaal
wordt voorgelegd. Indien de Middelenwet
zou worden verworpen, zou deze verwerping,
zei spr., alleen pa'.itieke gevolgen hebben;
niet financieel, want het heffen van belastin
gen geschiedt volgens de belastingwet en zoo
zou het apparaat van belastingheffing in
zulk een geval even goed kunnen doorgaan.
Hier te lande kan dus, zette spr. uiteen, niet
soort oorlogstoestand tusschen Regee
ring en volksvertegenwoordiging ontstaan,
zooals deze in Frankrijk en Pruissen voor
heen dreigde
Afstemmen eener begrooting, weigering
in de benoodigde ge'.den, behoort evenwel
vervolgde spr., tot de hooge uitzonderingen
te behooren, temeer omdat de verhouding
tusschen Regeering en Staten-Generaal hier
te lande na 1848 in zekeren evenwichtstoe
stand is vastgelegd, en een verstoring in
deze verhouding niet behoeft te worden her
steld door de verwerping eener begrooting.
Intusschen, als de Middelenwet mocht wor
den verworpen, zou alleen inconvenient
kunnen ontstaan ten aanzien van de heffing
:.n opcenten, waarvoor dan een afzonder
lijke wet zou noodig zijn.
De begrooting van uitgaven beziende, wees
spr. op de voorziening van loopende uit
gaven èn op den kapitaaldienst voor uitgaven
van langeren duur. De beoordeeling,
welke uitgaven tot deze laatste moeten wor
den gerekend, berust bij den Minister van
Financiën, die dus een belangrijke plaats in
de Regeering des land inneemt.
Er kan, zette spr. uiteen, ten aanzien van
de loopende uitgaven ernstig meenings-
verschil ontstaan tusschen den Minister van
Financiën en zijn collega's, dat in den Mi
nisterraad moet worden beslecht. De vrijhei
den Minister van Financiën om te be
an voor welke uitgaven moet worden
Mr P. J. Oud
geleend, dus bij den kapitaalsdienst
ondergebracht, mag dezen Minister echter
niet verleiden de uitgaven op te stoppen en
op de toekomst te schuiven.
Behoudens bijzondere gevallen van lands
belang, is de Regeering verplicht alle inlich
tingen te geven, die de volksvertegenwoor
diging verlangt De begrooting kan evenwel
alléén door de Regeering worden ingediend.
Zij vraagt de gelden aan, de Staten-Gene
raal houdt de koorden der beurs, hoewel do
laatste jaren de verhouding ten onrechta
meermalen andersom is. Bij amendement is
de Kamer bevoegd begrootingsposten te ver
lagen of te verhoogen, doch indien de Regee
ring hierin niet bewilligt, is een dergelijk
amendement niet meer dan een motie, die do
Regeering naast zich kan neerleggen.
Bijzondere redenen nopen een Minister
van Financiën soms de begrooting te over
schrijden op eigen politieke verantwoorde
lijkheid. Is de Kamer achteraf niet bereid
de noodige gelden hiervoor toe te staan, dan
kan zij wel het politieke beleid van den be
trokken Minister of van het geheele Kabinet
afkeuren en kunnen hieruit politieke ge
volgen ontstaan, maar juridisch is de Staat
gebonden om aangegane verplichtingen met
contractanten na te komen, zooals spreker
met enkele voorbeelden verduidelijkte.
Ten slotte wees Mr. Oud op den grooten
zegen, dat ons volk heeft in een nationalen
rechtsstaat. Dit Nederlandsche staatsrecht,
waarin Regeering en volkvertegenwoordi
ging eigen verantwoordelijkheid bezitten,
moeten wij in eere houden.
Zoowel 's morgens als 's middags werd het
betoog van den spreker met warm applaus
beloond, en namen enkele aanwezigen aan
de discussie deel.
Ter gelegenheid van den politieken dag is
een buitengewoon nummer van het corps
blad verschenen waarin bijdragen voorkomen
van Dr. H. Colijn, Mr. Dr. E. J. Beumer,
Mr. T. A. van Dijken e.a.
Zittend v.l.n.r. de rector-magnificus Prof. Dr G. J. SizooMr Dr E. J. Beumet ent
de Ministers Prof. Dr R. Slotemaker de Bruine en Mr A. de Wilde.
de bedoeling van Engeland, de zaak voor
den Volkenbond te brengen, althans in eer
ste instantie. Allereerst wil het trachten,
op goeden voet te geraken met Italië.
Inzake artikel 16 van het pact betoogt de
Minister, dat we zelfstandig zijn en niet
neutraal. We mogen desgewenscht oen
bondgenootschap aangaan. Geval voor geval
moeten we beoordeelen, als het erom gaat,
of een vreemde mogendheid het recht heeft
over ons gebied te trekken. Dit standpunt
acht de Minister niet gevaarlijk, doch veel-
:r een waarborg voor den vrede.
Het wil ons voorkomen, dat ons land niet
alleen en uitsluitend te beslissen heeft over
de interpretatie van artikel 16 van het pact.
Terecht werd door prof. Anema opgemerkt,
dat de beslissing over twijfelgevallen moet
worden overgelaten afin een onpartijdige in
stantie. En over de beteekenis van een be
paald artikel uit het Volkenbondsverdrag
mag maar niet een enkele staat, doch heeft
de Volkenhond zelf te beslissen, tenzij hij
dit oordeel aan een andere instantie op
draagt. We achten het goed. dit nog even
te onderstrepen, wijl men anders wellicht
teveel zou verwachten uitsluitend van de
omstandigheid, dat Nederland de werking
van artikel 16, hetzij facultatief, hetzij voor
loopig afgedaan beschouwt.
'N VAK ANSIE - OORD,
DIE HELE JAAR DEUR.'
De laatste maquette van het volgens plannen van architect J. P. Staal in Aanbouw zijnde beurscomplex, Coolsingel te Rotterdam
(Van onzen Amsterdamschen redacteur)
In de gistermiddag gehouden zitting van
den Raad is besloten aan een comité gele
genheid te geven om een gedenkteeken op
te richten ter gedachtenis aan de feministe
Wilhelmina Drucker. Het komt aan
Noorder Amstellaan bij de Waalstraat.
Enkele woningliouwzaken kwamen aan
de orde. In de eerste plaats bewilligde de
Raad in een garantie voor rente en aflossing
van een kapitaal van 320.000 voor een
bouwmaatschappij in West, waartegenover
de gemeente, zei wethoudei de Miranda
(s.d.), behoorlijk is gewaarborgd.
Vervolgens zijn 91 woningen in den Jordaan
onbewoonbaar verklaard
Ten slotte is de aanbieding van een par
ticulier, om 500 woningen in Noord te bou
wen, afgewezen.
Dit laatste denkbeeld kwam ter sprake bij
een voordracht om 'n gewijzigd uitbreidings
plan bij Ged. Staten in te zenden. Volgens
wethouder de Miranda (s.d.) is het 500-
woningen-idee onuitvoerbaar.
Tot het wijzigen van het uitbreidingsplan
der gemeente werd zonder stemmen besloten.
Men hoopt dat de Kroon het nu zal goed
keuren.
Ten slotte zijn garagevergunningen ver
leend; heeft de Raad besloten mede te wer
ken aan de stichting van een tweede Her
vormde School in een deel van West; is
een crediet van 20.000 verleend voor lucht
bescherming, en zijn een paar zaken, de Ste
delijke Universiteit betreffende, afgedaan.
DE LEIPZ1GER MESSE
Onderdak voor tienduizenden
bezoekers
Er wordt in koortsachtig
tempo gewerkt
(Van onzen Duitschen correspondent)
Wij hebben dezer dagen een kort bezoek
gebracht* aan Le i p z i g, om te zien wat er
de laatste maanden is gedaan om de a.s
Voorjaarsmesse tot een succes te maken.
Reichsbahnrat von Altrsch vertelde ons. dat
het aantal Duiusohe en buitenlandsche be
zoekers de laatste vijf jaar enorm is geste
gen. Voor de „Frühjahrsmesse 1938" hebben
zich reeds 9500 exposanten aangemeld, waar
onder 850 buitenlandsche deelnemers uit 26
verschillende landeir. N e d e r 1 a n d zal ook
dit jaar met een collectieve expositie aan
de messe deelnemen.
..Het voorbereidende werk, zoo vertelde
met ons, neemt heel wat tijd in beslag. Wij
beschikken namelijk slechts over 4000 hotel
bedden, maar rond 130.000 bezoekers mo-Hen
reeds den eersten dag behoorlijk logies heb
ben. Vrijwel iedere familie moet derhalve
een of meer kamers ter beschikking stellen.
Talrijke bezoekers zullen ditmaal in Dres
den. Chemnitz en andere dichtbij liggende
steden moeten wonen, daar het aantal be
schikbare bedden niet voldoende mee: is.
Aangezien we dagelijks op 25.000 tot 30.000
bezoekers moeten rekenen, die de stad des
avonds weer verlaten, zult u begrijpen, dat
de lichamelijke verzorging ook bijzondere
eischen stelt De grootste aandrang is meest
al aan den „Hauptbahnhof. want oaar
biedt de restauratie-afdeeling aan 30.000
menschen een goede kans om honger cn
dorst te stillen. Maar ook de kleinere restau
rants en „Konditoreien" doen goede zaken
en er wordt zorgvuldig op gelet dat de prij
zen niet boven den gcbruikeliiken n
tijdens de messe uilgaan".
Per auto begaven wij ons hierna naar de
even buiten de stad liggende Technische
Messe. waar sedert eenige maanden dag en
nacht gebouwd wordt. De ervaringen van
1937 hebben geleerd, dat men hier aan r<
te tekort komt en daarom heeft men beslo
ten eenige nieuwe hallen te bouwen. Twee
enorme hallen zijn reeds vrijwel gereed Zij
hebben een lengte van 119 meter en ziin 51
meter breed
Naast het ,-Haus der Eloktrotechnik" ligt
hal 11 en ook hier is men nog druk aan het
bouwen. Het gebouw wordt 70 meter langer
gemaakt en waarschijnlijk wordt deze
breiding het volgend jaar voortgezet
Tvpeerend voor de voorjaarsmesse
Leger des Heils
Bouwe Vlas
De komende „Zelfverloochening-s-aanvrage*'
Het bij velen onzer lezers welbekende
Leger des Heils, Stichter: William Booth
houdt dezer dagen over het geheele land, tea
bate van zijn nut
tigen en veelom-
vattenden arbeid,
zoowel in Neder
land als in onze
Overzee6che Ge
westen, zijn vaste
groote voorj aars-
actie, ook wel
„Z elf verlooche-
nings-Aanvrage"
genoemd.
Voor deze open
bare geldinzame
ling doet deze nut"
tige instelling een
beroep op de of
fervaardigheid
van het Neder
landsche publiek,
een beroep, dat
ook wij hierbij gaarne ondersteunen.
Men zie vooral toe, dat de gaven in handen
komen van een collectant-Heilssoldaat, voor
zien van een volmacht, geteekend door Kom-
mandant Bouwe Vlas, of gireere op post
giro-rekening 30328 van het Hoofdkwartier
te Amsterdam.
Reisplan „Nautilus"
Het reisplan van Hr Ms „Nautilus", onder
bevel van den iuitenant ter zee le klasse J«
A. Gauw. naar de straat van Gibraltar, luidt
als volgt:
22 Maart vertrek uit Willemsoord» 29 Mrt,
aankomst Gibraltar, 30 Maart—19 April con-
vooidienst, 19 April—22 April verblijf te Gi
braltar, 22 April10 Mei convooidienst, 10
Mei—13 Mei verblijf te Tanger. 13 Mei- 3
Juni con vooidienst. Juni aanvang terug*
reis. 10 Juni aankomst Willemsoord. j
Christelijk hulpbetoon aan
tuberculoselijders
Naar aanleiding van desbetreffende beroe
pen van het bestuur van de vereeniging tot
Christelijk hulpbetoon aan tuberculoselijders
over besluiten van B en W. van Utrecht
en van Dordrecht resp. van 15 en 21
Juni 1937, waarbij toestemming werd gewei
gerd tot het houden van een openbare inza
meling in die gemeenten, heeft de kroon
thans, met vernietiging van de bestreden
beslissingen» beslist, dat B. en W. ten
recht? die toestemming hebben geweigerd
noemt men het feit, dat de verschillende
grondstoffen, die in het vier-jaren-plan van
Hermann Goering zulk een belangrijke rol
spelen, ditmaal alle in hal 20 ondergebracht
zullen worden, waarschijnlijk, om den bezoe
ker een duidelijk beeld van den omvang
van deze actie te geven. Hier zal men voor
al de metalen grondstofen exposecren, da
verschillende soorten staal, blik draadwerk,
hard metaal, licht metaal enz
Aan het slot van onze rondwandeling ver
zekerde men. dat alles 6 Maart a.s gereed
zal zijn, zoodat Rijksminister Funk dan in
het Gewandhaus met genistheid zal kunnen!
verklaren, dat de stad Leipzig haar tien
duizenden gasten op waardige wijze zal
ontvangen.