Nederland s buifenlandsch beleid Mr Oud over de Rijksbegrooting DONDERDAG 3 MAART 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 Eerste Kamer-camera Krachtig pleidooi van prof. Anema voor samenwerking tusschen de volken Gisteren heeft de Eerste Kamer de be handeling van de begrooting van Bui tenlandsche Zaken voortgezet en beëin digd. Als gemeenlijk geschiedt, vroegen de nationaal socialisten aanteekening van het feit, dat zij geacht willen wor den, tegen de begrooting gestemd te hebben. Overigens ook bleek geen stem ming vereischt. De Kamer verklaarde zich met het beleid van de regeering in zake de internationale politiek accoord De beraadslagingen werden gisteren ge opend door den heer V or rink (s.d.)» die herinnerde aan 't bezoek, door Schuschnigg aan Hitier gebracht, dat de voorbode was .van moeilijke dagen voor Oostenrijk. Blijkens een in Duitschland uitgegeven at las zijn er menschen, die meenen, dat er od de wereld 250 millioen Duitschers wonen, en die ook ons land bij Duitschland willen doen inlijven. Minister Colijn beden ke dit, voor het geval hij eens voor een ver trouwelijke bespreking op Berchtesgaden .wordt u.tgenoodigd. Ondanks alle bedenkingen, welke werden aangevoerd tegen erkenning van den Koning van Italië als Keizer van Abessinië heeft Ne derland thans als eerste staat een lauwer krans gelegd aan den voet van het gifgas- monument. Ons land heeft daardoor zijn bij drage geleverd tot de ondermijning van de internationale rechtsgedachto. Op twee manieren kan het oorlogsgevaar, dat door de dictaturen in ernstige mate toe neemt. worden tegengegaan. In de eerste plaats door contra-bewapening. Deze bewa pening is door de socialisten aanvaard, al ziet zij in de bewapening zelve geen oplos sing van de moeilijkheden. Daarnaast is daar de Volkenhond, die streeft naar «en orde, welke den oorlog uitsluit. Niet juist achtte de heer Vorrink de poli tiek van den heer de Savornin Lohman, die wilde afwachten en intusschen zijn kruit drooghouden. Intusschen immers voltrekt zich het wereldgericht. Hij gaf toe, dat de Volkenbond zwakke punten vertoont, maar drong op versterking aan. Zoo noodige de Nederlandsche regeering de Vereenigde Sta ten van Amerika uit, toe te treden. Prof. Anema (a.r.) als volgend spreker 't woord verkrij gend, wenscht zich in zijn rede te beperken tot den Volken bond, de Volken- bondspolitidk, en het Nederlandsc'o internationaal be leid. Daarbij wil de hij handelen als een componist die variaties aan brengt op het the ma van een an der componist. Het themia is 't standpunt van de regeering. Zij »vil Prof. Anema het dwingend karakter van de sancties van artikel 16 van het Vol kenbondspact prijsgeven. Het liefst zou zij het artikel voorloopig buiten werking willen stellen. Intusschen houdt zij vast aan het stelsel van collectieve veiligheid en verlangt zij niet terug naar een terugkeer naar het vroegere stelsel van algemeene neutraliteit. Dat wil dus zeggen, dat de regeering de be ginselen blijft aanhangen, welke in het pact .van de Volkenhond zijn neergelegd. Over artikel 16. het artikel, dat handelt over de sancties en het. recht op doortocht, is, aldus Prof. Anema, reeds veel gesproken Eigenlijk echter is de zaak vrij eenvoudig. Van oudsher zijn er overeenkomsten geslo ten, waarbij het de vraag was, of zij golden als de omstandigheden wijzigden. Bij een dergelijke figuur nu zijn er steeds extremis ten geweest, die in twee richtingen gingen. Volgens de eene groep was men altijd am de overeenkomst gebonden- hoe de omstan digheden ook wijzigden. Volgens de andere groep evenwel was bij de overeenkomst ook inbegrepen de stilzwijgende voorwaarde dat partijen niet gebonden waren, als de om standigheden ingrijpende wijzigingen onder gingen. Naast beide genoemde opvattingen ls er ook een tussChenstandpunt opgekomen, het welk het standpunt is geworden van de heerschende richting. Volgens deze opvat ting inag men s»ch onttrekken aan de over eenkomst, wanneer aaü twee normen is vol daan. Allereerst moeten de omstandigheden zoodanig zijn gewijzigd, dat redelijkerwijzi nakoming niet kan worden gevorderd. Èn daarnaast heeft eenige partij niet het recht, zich eigenmachtig te onttrekken, maar moet de beslissing van de vraag, of de vereischte omstandigheden inderdaad aanwezig zijn, voorgelegd worden aan een onpartijdige in stantie. Zijn nu de omstandigheden inzake artikel 16 van het pact zoo gewijzigd, dat partijen geacht mogen worden, aan het artikel niet meer gebonden tc zijn? Deze vraag moet vol gens prof. Anema lie vestigend worden beant woord. Daarhij moet. naar hij zeide, het vol gend worden overwogen. In de eerste plaats zijn de omstandigheden, zooals men zich die had voorgesteld, nooit verwezenlijkt. Im mers zijn niet alle staten tot den Volken bond toegetreden. Vervolgens heeft nien te vergeefs gerekend Op voortschrijdende ont wapening In de derde plaats heeft men het sanctieartikel nooit voor toepassing ge schikt geacht. Ten vierde hebben alle leden in de meeste gevallen geweigerd het toe te passen. En ten vijfde, in het eene geval» waarin het artikel werd toegepast, is het onmogelijk gebleken, zulks doelmatig te doen. Al deze punten wettigen de conclusie, drat redelijkerwijze niet meer van partijen gevraagd mag worden, dat zij de rechtsver- plic-htingen van artikel 16 aanvaarden. Dit nu mag evenwel niet door de partijen eigenmachtig geschieden. In dit verband merkte Prof. Anema op. dat hij de woord keus in de verklaring, op 1 Maart 1936 dooi de ex neutralen afgelegd, minder gelukkig acht. aangezien daardoor de suggestie werd gewekt, dat men eenzijdig contractbreuk wilde plegen, hetgeen uiteraard niet het ge val was. Beter ware het geweest, te trachten van den Volkenbond een resolutie te krij gen, waarbij het artikel facultatief werd gesteld. De Minister spreekt van „voorloo pig buiten toepassing stellen". Dit is niet hetzelfde- maar niet onmogelijk is, dat de Minister wel hetzelfde bedoelt. Deze faculta- tiefstelling moet men intusschen volgens Prof. Anema niet al te zwaar nemen. Het es een bijkomende kwestie in het geheel van regelen, in het pact neergelegd. Intusschen wane men niet- dat door de facultatiefstelling van artikel 16 iets wordt bereikt ten gunste vtan de universaliteit van den Volkenbond Zelfs schrapping van het artikel zou hier niets helpen. Men moet er nu een maal van uitgaan, dat er staten zijn, die hun eigenbelang boven alles stellen, en deze staten zoeken slechts het recht van den sterkste te verwezenlijken. Wilde men deze staten winnen, dan zou men het heele pact moeten opruimen. Hoog stens willen zii een Bond tot onderling overleg, die overigens niet steunt op eenig saambindend beginsel. Bij de beoordeeling van den Bond ver- gete men niet, dat de Bond niet geboren is uit idealen, maar uit den nood van den tijd, uit de ervaring, dat 't oude individualisme de wereld te gronde richtte. Tenslotte heb ben de staatslieden gegrepen naar middelen tot samenwerking. De wereldvrede werd verklaard tot een gemeenschappelijk belang. Hoe zwak de praktijk van deze samenwer king ook moge zijn geweest, er is geen andere weg. Misschien ziet men geen dade lijk resultaat Maar dan vergete men niet uit de geschiedenis van ons land het voor beeld. waarbij eerst de volgende generatie de vruchten plukte van wat de vaderen hadden gezaaid. Het is prof. Anema een voorrecht, dat hij kan instemmen met de politiek van de Regeering, waar zij immers van plan is, haar beleid te richten naar de be ginselen van het Volkenbondspact Ook de heer Droogleever Fortuyn (Lib.) heeft zijn instemming verklaard met de beginselen van het pact. Het is van be lang, dat Nederland van het Volkenbonds instituut lid blijft. Voorts drong de heer Droogleever Fortuyn aan op goede vertegenwoordiging van ons land in den Balkan, ook wat betreft de han del. Bij de handelsmissie van den heer Van Karnebeek blijve het niet. Ten aanzien van onze verhouding tot België vroeg spr. de aandacht van den Minister voor het vraagstuk van de concurrentie der wederzij dsche havens. Wanneer hiervoor geen oplossing wordt gevonden- zal volgens spr. ook voor de andere kwesties geen be vredigende overeenstemming tot stand kun nen komen. In dit verband verdient vermelding, dat de heer De Zeeuw (s.d.) van den Minister de verzekering heeft gevraagd, dat de steun aan onze havens ongewijzigd zal blijven, zoolang ook de Belgische havenpolitiek on gewijzigd blijft. In middagvergadering heeft de heer Ni- var d (r.k.) nog gerwezen op de gevolgen van buitenlandsche koersveranderingen, welke de kansen om met Antwerpen te con- curreeren, voor Rotterdam steeds verminde ren. Niet vergeten mag worden het verwer pen in 1927 van 't Nederl.-Belgisch Verdrag in de Eerste Kamer. Aangedrongen werd op betere bescherming van de Rijnvaart. Hos men de Rijnvaartpremies ook noemen moge, voor Rotterdam komt het op hetzelfde neer. Blijkbaar wil men ten aanzien van de ver binding Antwerpen-Rotterdam geen andere Minister Patijn oplossing dan die, v/elke was neergelegd in pen verdrag van 1927. De Regee ring stelle ook onze havens in het bezit van Rijnvaartpremies. Ook bii .het vervoer van graan naar België blijkt, hoe stroef de verhoudingen, zijn-Zelfs met een verklaring van den Minister werd inklaring van een lading graan onder Neder landsche vlag door een ambtenaar van het graanbureau te Antwerpen geweigerd. De heer De Jong (r.k.) bepleitte toevoe ging van economische werkkrachten aan onze gezantschappen, benevens uitbreiding van den economischen voorlichtingsdienst. Een onbescheiden vraaa De heer v. Vessem (n.s.b.) begon zijn betoog met .1e mededeeling, dat hij in zijn afdceling de vraag heeft gesteld, of de Minister misschien vrijmetselaar is, gezien de vrijmetselaarsinvloed op het Verdrag vau Versailles. De commissie van rapporteurs heeft de vraag in eenigszins anderen vorm gegoten. Voorts zette hij uiteen in een niet steeds gemakkelijk te volgen rede, dat de neutra liteitspolitiek de eenige is, om ons land buiten de oorlog te houden. Al te zeer heeft Dr Colijn zich in zijn interview tegen Duitschland uitgesproken. De heer v. Ves sem vroeg, of het waar is, dat de Neder landsche regeering reeds in 1936 bij den Volkenbond heeft geïnformeerd naar de he- teekenis van artikel 16 van het pact. Zoo er weer besprekingen mochten komen over een nieuw Belgisch verdrag- zal de N.S.B. weten, wat haar taak is DE MINISTER ANTWOORDT De Minister van Buitenl. Zaken, mr J. A. N. P a t ij n, vervolgens aan het woord komend ter be antwoording van de gemaakte op merkingen, zegt, dat ruimer voor ziening van dt gezantschappen van economische krachten inder daad gewenscht is. Hlandelsvertc- genwoordigingen moeten voortdu rende aandacht hebben. De Minister wil bevorderen, dat In Bulgarije een af zonderlijke Neder landsche diploma tieke vertegenwoordiger wordt gevestigd. Bij het uitzenden van handelsmissies is eenig voorbehoud gewenscht. Overigens kan het sluiten van handelsverdragen niet wor den overgelaten aan de gezantschappen. Daartoe zijn speciale instanties vereischt. Inzake het memorandum van 1929, waarin de verhouding tot België is vastgelegd, is de Regeering volgens den Minister aan geen enkele afspraak gebonden. Bij den tegon- woordigen stand van zaken acht de Minis ter het moeilijk, op de tegenstelling Ant werpen-Rotterdam in te gaan. Hoe de onder handelingen, waarvan de Minister hoopt, dat ze hervat zullen worden, zich zullen ontwikkelen, ook daarover kan niets worden gezegd. Ook kan spr. ten aanzien van maat regelen voor Rotterdam in het tegenwoor dige stadium beter zwijgen. Inzake de graanschepen zijn onderhandelingen in vol len gang. Het zij ons vergund, hier een korte aan teekening te maken. Uit de stukken en uit de beantwoording door den Minister is wc! gebleken, dat tusschen de Belgische regce- rlng en de onze onderhandelingen zullen worden aangeknoopt» waarbij de kwestie Rotterdam-Antwerpen en alles wat daar mede samenhangt, nauw betrokken zal zijn. Hoe deze onderhandelingen zullen verloopen is nog even onduidelijk, als haar omvang. We spreken gaarne de hoop uit, dat de Minister meer dan bij de erkenning van de Italiaansche overheersching van Abessinië de Minister voeling zal houden met de volksvertegenwoordiging. Uit de beantwoording van enkele vragen en de wijze, waarop de Minister er op in ging, of liever niet inging op een zoo prin cipieel en krachtig betoog, meenen we te moeten afleiden, dat de Minister hij dit overleg zichzelf nu en dan zal dienen te ovenvinnen. Eij een krachtig buitenlandse!) beleid zal hij ten volle gaarne worden ge steund. Onder zulk een buitenlandsch be leid verstaan we echter niet alle pogingen tot het aangaan van een Verdrag met Bel gië, in den zin van de onderhandelingen, zooals die voor meer dan tien jaren werden gevoerd. De benoeming van den nieuwen gezant te Brussel acht de Minister een zeer gelukkige. Tot den heer Vorrink zegt hij, dat deze' niet te veel acht moet geven op een Duitsche atlas. Bij nader bezien van de bewuste plaat aal men ontdekken, dat Duitschland volgens den opsteller, ook fcv. groote deelen van Rusland zou dienen te omvatten. De Minister betwist voorts, dat de Rege*!- ring in de politiek jegens Abessinië incon- sekwent is geweest Tusschen de beide standpunten, door ons gouvernement* inge nomen, lag het echec van de sancties. Onge twijfeld zou de heer v. Limburg thans te Genève tegen toelaten van Abessijnsche af gevaardigden stemmen. Ook ligt het niet in Verhouding Regeering en Staten-Generaal Rede politieke dag V. U. DE politieke dag van het Studenten corps aan de Vrije Universiteit, waarvan wij gisteren reeds het een en ander hebben medegedeeld, was druk bezocht. Onder de gasten zagen wij hoogleeraren van de Vrije en eenige predikanten. Met een kort welkomstwoord, inzonderheid gericht tot den Minister van O.K.W., Z.Exc. Dr. J. R. S 1 otem aker de Bruine, den rector-magnificus van de V.U., Prof. Dr. G. J. S i z o o, en tot de afgevaardigden 'an S.S.R. en d'e R.K. Studentenvereeniging ..Thomas van Aquino", heeft de rector-cor- poris, de heer G. van A n d e 1, de morgen- vergadering geopend, na vooraf te hebben gelezen Spreuken 14 2134 en gebed. Hierna ontving Mr. Dr. E. J. Beumet, oud-lid van de Tweede Kamer, het woord zijn rede over „De taak van het parle ment". Hiervan plaatsten wij gisteren een overzicht. 's Middags gaf ZJSxc. de Minister van Financiën, Mr. J. A. de Wilde, van zijn belangstelling blijk. Van Minister Colijn en van de Tweede Kamerfractie waren berich ten van verhindering ingekomen. In deze middagvergadering heeft Mr. P. J. Oud, lid van de Tweede Kamer, oud-mi nister van Financiën, gesproken over het onderwerp: De Rijksbegrooting in haar politieke en juridische beteekenis len geven, maar het meer in alge- meenen zin te be handelen. In de eerste plaats besprak Mr Oud daartoe de verhouding tus schen Regeering en Staten-Gene raal, dus de kwes tie van het bud getrecht, hetwelk spreker historisch aanstipte en met voorbeelden de parlementaire praktijk toelicht te. De begrooting, zette spr. uiteen, wordt gesplitst in de raming der uitgaven, waarvoor de Regeering een maximaal bedrag aanvraagt èn in de Middelenwet, het finan- cieele plan, dat aan de Staten-Generaal wordt voorgelegd. Indien de Middelenwet zou worden verworpen, zou deze verwerping, zei spr., alleen pa'.itieke gevolgen hebben; niet financieel, want het heffen van belastin gen geschiedt volgens de belastingwet en zoo zou het apparaat van belastingheffing in zulk een geval even goed kunnen doorgaan. Hier te lande kan dus, zette spr. uiteen, niet soort oorlogstoestand tusschen Regee ring en volksvertegenwoordiging ontstaan, zooals deze in Frankrijk en Pruissen voor heen dreigde Afstemmen eener begrooting, weigering in de benoodigde ge'.den, behoort evenwel vervolgde spr., tot de hooge uitzonderingen te behooren, temeer omdat de verhouding tusschen Regeering en Staten-Generaal hier te lande na 1848 in zekeren evenwichtstoe stand is vastgelegd, en een verstoring in deze verhouding niet behoeft te worden her steld door de verwerping eener begrooting. Intusschen, als de Middelenwet mocht wor den verworpen, zou alleen inconvenient kunnen ontstaan ten aanzien van de heffing :.n opcenten, waarvoor dan een afzonder lijke wet zou noodig zijn. De begrooting van uitgaven beziende, wees spr. op de voorziening van loopende uit gaven èn op den kapitaaldienst voor uitgaven van langeren duur. De beoordeeling, welke uitgaven tot deze laatste moeten wor den gerekend, berust bij den Minister van Financiën, die dus een belangrijke plaats in de Regeering des land inneemt. Er kan, zette spr. uiteen, ten aanzien van de loopende uitgaven ernstig meenings- verschil ontstaan tusschen den Minister van Financiën en zijn collega's, dat in den Mi nisterraad moet worden beslecht. De vrijhei den Minister van Financiën om te be an voor welke uitgaven moet worden Mr P. J. Oud geleend, dus bij den kapitaalsdienst ondergebracht, mag dezen Minister echter niet verleiden de uitgaven op te stoppen en op de toekomst te schuiven. Behoudens bijzondere gevallen van lands belang, is de Regeering verplicht alle inlich tingen te geven, die de volksvertegenwoor diging verlangt De begrooting kan evenwel alléén door de Regeering worden ingediend. Zij vraagt de gelden aan, de Staten-Gene raal houdt de koorden der beurs, hoewel do laatste jaren de verhouding ten onrechta meermalen andersom is. Bij amendement is de Kamer bevoegd begrootingsposten te ver lagen of te verhoogen, doch indien de Regee ring hierin niet bewilligt, is een dergelijk amendement niet meer dan een motie, die do Regeering naast zich kan neerleggen. Bijzondere redenen nopen een Minister van Financiën soms de begrooting te over schrijden op eigen politieke verantwoorde lijkheid. Is de Kamer achteraf niet bereid de noodige gelden hiervoor toe te staan, dan kan zij wel het politieke beleid van den be trokken Minister of van het geheele Kabinet afkeuren en kunnen hieruit politieke ge volgen ontstaan, maar juridisch is de Staat gebonden om aangegane verplichtingen met contractanten na te komen, zooals spreker met enkele voorbeelden verduidelijkte. Ten slotte wees Mr. Oud op den grooten zegen, dat ons volk heeft in een nationalen rechtsstaat. Dit Nederlandsche staatsrecht, waarin Regeering en volkvertegenwoordi ging eigen verantwoordelijkheid bezitten, moeten wij in eere houden. Zoowel 's morgens als 's middags werd het betoog van den spreker met warm applaus beloond, en namen enkele aanwezigen aan de discussie deel. Ter gelegenheid van den politieken dag is een buitengewoon nummer van het corps blad verschenen waarin bijdragen voorkomen van Dr. H. Colijn, Mr. Dr. E. J. Beumer, Mr. T. A. van Dijken e.a. Zittend v.l.n.r. de rector-magnificus Prof. Dr G. J. SizooMr Dr E. J. Beumet ent de Ministers Prof. Dr R. Slotemaker de Bruine en Mr A. de Wilde. de bedoeling van Engeland, de zaak voor den Volkenbond te brengen, althans in eer ste instantie. Allereerst wil het trachten, op goeden voet te geraken met Italië. Inzake artikel 16 van het pact betoogt de Minister, dat we zelfstandig zijn en niet neutraal. We mogen desgewenscht oen bondgenootschap aangaan. Geval voor geval moeten we beoordeelen, als het erom gaat, of een vreemde mogendheid het recht heeft over ons gebied te trekken. Dit standpunt acht de Minister niet gevaarlijk, doch veel- :r een waarborg voor den vrede. Het wil ons voorkomen, dat ons land niet alleen en uitsluitend te beslissen heeft over de interpretatie van artikel 16 van het pact. Terecht werd door prof. Anema opgemerkt, dat de beslissing over twijfelgevallen moet worden overgelaten afin een onpartijdige in stantie. En over de beteekenis van een be paald artikel uit het Volkenbondsverdrag mag maar niet een enkele staat, doch heeft de Volkenhond zelf te beslissen, tenzij hij dit oordeel aan een andere instantie op draagt. We achten het goed. dit nog even te onderstrepen, wijl men anders wellicht teveel zou verwachten uitsluitend van de omstandigheid, dat Nederland de werking van artikel 16, hetzij facultatief, hetzij voor loopig afgedaan beschouwt. 'N VAK ANSIE - OORD, DIE HELE JAAR DEUR.' De laatste maquette van het volgens plannen van architect J. P. Staal in Aanbouw zijnde beurscomplex, Coolsingel te Rotterdam (Van onzen Amsterdamschen redacteur) In de gistermiddag gehouden zitting van den Raad is besloten aan een comité gele genheid te geven om een gedenkteeken op te richten ter gedachtenis aan de feministe Wilhelmina Drucker. Het komt aan Noorder Amstellaan bij de Waalstraat. Enkele woningliouwzaken kwamen aan de orde. In de eerste plaats bewilligde de Raad in een garantie voor rente en aflossing van een kapitaal van 320.000 voor een bouwmaatschappij in West, waartegenover de gemeente, zei wethoudei de Miranda (s.d.), behoorlijk is gewaarborgd. Vervolgens zijn 91 woningen in den Jordaan onbewoonbaar verklaard Ten slotte is de aanbieding van een par ticulier, om 500 woningen in Noord te bou wen, afgewezen. Dit laatste denkbeeld kwam ter sprake bij een voordracht om 'n gewijzigd uitbreidings plan bij Ged. Staten in te zenden. Volgens wethouder de Miranda (s.d.) is het 500- woningen-idee onuitvoerbaar. Tot het wijzigen van het uitbreidingsplan der gemeente werd zonder stemmen besloten. Men hoopt dat de Kroon het nu zal goed keuren. Ten slotte zijn garagevergunningen ver leend; heeft de Raad besloten mede te wer ken aan de stichting van een tweede Her vormde School in een deel van West; is een crediet van 20.000 verleend voor lucht bescherming, en zijn een paar zaken, de Ste delijke Universiteit betreffende, afgedaan. DE LEIPZ1GER MESSE Onderdak voor tienduizenden bezoekers Er wordt in koortsachtig tempo gewerkt (Van onzen Duitschen correspondent) Wij hebben dezer dagen een kort bezoek gebracht* aan Le i p z i g, om te zien wat er de laatste maanden is gedaan om de a.s Voorjaarsmesse tot een succes te maken. Reichsbahnrat von Altrsch vertelde ons. dat het aantal Duiusohe en buitenlandsche be zoekers de laatste vijf jaar enorm is geste gen. Voor de „Frühjahrsmesse 1938" hebben zich reeds 9500 exposanten aangemeld, waar onder 850 buitenlandsche deelnemers uit 26 verschillende landeir. N e d e r 1 a n d zal ook dit jaar met een collectieve expositie aan de messe deelnemen. ..Het voorbereidende werk, zoo vertelde met ons, neemt heel wat tijd in beslag. Wij beschikken namelijk slechts over 4000 hotel bedden, maar rond 130.000 bezoekers mo-Hen reeds den eersten dag behoorlijk logies heb ben. Vrijwel iedere familie moet derhalve een of meer kamers ter beschikking stellen. Talrijke bezoekers zullen ditmaal in Dres den. Chemnitz en andere dichtbij liggende steden moeten wonen, daar het aantal be schikbare bedden niet voldoende mee: is. Aangezien we dagelijks op 25.000 tot 30.000 bezoekers moeten rekenen, die de stad des avonds weer verlaten, zult u begrijpen, dat de lichamelijke verzorging ook bijzondere eischen stelt De grootste aandrang is meest al aan den „Hauptbahnhof. want oaar biedt de restauratie-afdeeling aan 30.000 menschen een goede kans om honger cn dorst te stillen. Maar ook de kleinere restau rants en „Konditoreien" doen goede zaken en er wordt zorgvuldig op gelet dat de prij zen niet boven den gcbruikeliiken n tijdens de messe uilgaan". Per auto begaven wij ons hierna naar de even buiten de stad liggende Technische Messe. waar sedert eenige maanden dag en nacht gebouwd wordt. De ervaringen van 1937 hebben geleerd, dat men hier aan r< te tekort komt en daarom heeft men beslo ten eenige nieuwe hallen te bouwen. Twee enorme hallen zijn reeds vrijwel gereed Zij hebben een lengte van 119 meter en ziin 51 meter breed Naast het ,-Haus der Eloktrotechnik" ligt hal 11 en ook hier is men nog druk aan het bouwen. Het gebouw wordt 70 meter langer gemaakt en waarschijnlijk wordt deze breiding het volgend jaar voortgezet Tvpeerend voor de voorjaarsmesse Leger des Heils Bouwe Vlas De komende „Zelfverloochening-s-aanvrage*' Het bij velen onzer lezers welbekende Leger des Heils, Stichter: William Booth houdt dezer dagen over het geheele land, tea bate van zijn nut tigen en veelom- vattenden arbeid, zoowel in Neder land als in onze Overzee6che Ge westen, zijn vaste groote voorj aars- actie, ook wel „Z elf verlooche- nings-Aanvrage" genoemd. Voor deze open bare geldinzame ling doet deze nut" tige instelling een beroep op de of fervaardigheid van het Neder landsche publiek, een beroep, dat ook wij hierbij gaarne ondersteunen. Men zie vooral toe, dat de gaven in handen komen van een collectant-Heilssoldaat, voor zien van een volmacht, geteekend door Kom- mandant Bouwe Vlas, of gireere op post giro-rekening 30328 van het Hoofdkwartier te Amsterdam. Reisplan „Nautilus" Het reisplan van Hr Ms „Nautilus", onder bevel van den iuitenant ter zee le klasse J« A. Gauw. naar de straat van Gibraltar, luidt als volgt: 22 Maart vertrek uit Willemsoord» 29 Mrt, aankomst Gibraltar, 30 Maart—19 April con- vooidienst, 19 April—22 April verblijf te Gi braltar, 22 April10 Mei convooidienst, 10 Mei—13 Mei verblijf te Tanger. 13 Mei- 3 Juni con vooidienst. Juni aanvang terug* reis. 10 Juni aankomst Willemsoord. j Christelijk hulpbetoon aan tuberculoselijders Naar aanleiding van desbetreffende beroe pen van het bestuur van de vereeniging tot Christelijk hulpbetoon aan tuberculoselijders over besluiten van B en W. van Utrecht en van Dordrecht resp. van 15 en 21 Juni 1937, waarbij toestemming werd gewei gerd tot het houden van een openbare inza meling in die gemeenten, heeft de kroon thans, met vernietiging van de bestreden beslissingen» beslist, dat B. en W. ten recht? die toestemming hebben geweigerd noemt men het feit, dat de verschillende grondstoffen, die in het vier-jaren-plan van Hermann Goering zulk een belangrijke rol spelen, ditmaal alle in hal 20 ondergebracht zullen worden, waarschijnlijk, om den bezoe ker een duidelijk beeld van den omvang van deze actie te geven. Hier zal men voor al de metalen grondstofen exposecren, da verschillende soorten staal, blik draadwerk, hard metaal, licht metaal enz Aan het slot van onze rondwandeling ver zekerde men. dat alles 6 Maart a.s gereed zal zijn, zoodat Rijksminister Funk dan in het Gewandhaus met genistheid zal kunnen! verklaren, dat de stad Leipzig haar tien duizenden gasten op waardige wijze zal ontvangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5