HITLERS REDE IN DEN RIJKSDAG Duitschland heeft openhartigheid noodig MAANDAG 21 FEBRUARI 1938 Führer keert zich tegen de buitenlandsche pers-hetze De gebeurfenissen van 4 Februari versterkten de Duifsche eenheid Hef Derde Rijk zal Mandsjoekwo erkennen Berchtesgaden bracht pacificatie tusschen Duitschland en Oostenrijk JN de bijeenkomst van den Duitschen Rijksdag, welke gistermiddag in de Kroll-Opera te b er lijn plaats had, heeft de Duitsche Führer en Rijks kanselier, Adolf Hitler, zijn met zooveel spanning tegemoet geziene groote rede gehouden. Het eerste deel van zijn toespraak was zooals ge bruikelijk, gewijd aan de resultaten van het nationaal-socialistische bewind, dus aan den opbouw van het Derde Rijk; in het vervolg zijner rede wendde de Führer zich meer in het bizonder tot de problemen der buitenlandsche politiek. Hij keerde zich tegen de gekleurde voorstellingen, welke een zeker deel der wereldpers aan de openbare meening voorzet, en kenschetste in dit verband de gebeurtenissen van den 4den Februari als een versterking van de Duitsche weermacht. Hij ontkende o.a. het gerucht, dat Japan en Duitsch land een afspraak zouden hebben ter verdeeling van Nederlands koloniën, en stelde vast dat Duitschland slechts zijn eigen verloren gegaan koloniaal gebied terug verlangt met uitzondering van zijn voormalig bezit in Oost- Azië. In dit verband werd tevens verklaard, dat Duitschland heeft besloten, Mandsjoekwo te erkennen, en dat de huidige status quo slechts kan worden gehandhaafd, zoo men Rusland verhindert, de wereld te bolsjewiseeren. Met voldoening uitte de Führer zich over de besprekingen met S c h u s c h- n i g g, wien hij hulde bracht voor zijn streven, een uitweg te vinden uit de Duitsch-Oostenrijksche moeilijkheden. Hij noemde het te Berchtesgaden bereikte een uitbouw op de basis van de overeenkomst van 11 Juli 1936. Binnenland de onderwijzersopleiding is te kort NA een uitvoerige revue te hebben gege ven van het werk van den Duitschen opbouw en de resultaten door de nationaal socialistische regeering in vijf jaar tijds be reikt. resumeerde Hitier dit deel van zijn rede in de woorden: „Ik heb het Duitsche voJk niets opgedrongen; het heeft mij ge kozen en ik heb het willen vereenigen en zijn zelfvertrouwen hergeven. Het nationaal-socialisme heeft aan het Duitsche volk de leiding gegeven, die het ,Volk zóó heeft gemobiliseerd en georgani seerd, dat de voortduur van deze leiding .tevens gewaarborgd is. Het nationaaksociialisme heeft op 4 Febr. 3.1. niet het ministerie van buitenlandsche zaken veroverd; het heerschte daar reeds sinds 30 Januari 1933. Er is geen instelling in dezen staat, die niet nationaal-socialis- tisch is. De grootste waarborg voor de toe komst is gelegen in de volkomen aanpassing van het Rijk en zijn instellingen aan het nationaal-socialisme. Laten buitenlanders, als hen 'dat gerust "stelt, maar gelooven, dat er meeningsver- schillen bestaan tusschen partij en weer macht! Er is in Duitschland geen probleem nationaal socialistische staat—nat soc, par tij en geen probleem nat.-soc. partijnat.- soc. weermacht Ieder, die oip een verant woordelijke plaats staat, is nationaal-socia- list Elke instelling van dit rijk staat onder bevel van de hoogste politieke leiding en alle instellingen zijn één in haar vastbeslo tenheid, het nat.-soc. Duitschland te ver idedigen tot den laatsten ademtocht". Hiler bracht in dit verbland hulde aan de Duitsche weermacht, en aan mannen als Von Blomberg en Von Fritsch, die deze weermacht hebben opgebouwd en zeide .vervolgens: Wij weten, dat voor een nieuwe taak nieuwe krachten noodig zijn. Wij weten, dat de taak der toekomst een krachtiger samen vatting van de politieke en militaire krach ten des rijks vereischt, dan vroeger noodig was. Ik hoop, dat het, nu al die krachten onder mijn directe leiding zijn gekomen, tot de versterking onzer machtsmiddelen zal komen, die de huidige tijdsomstandigheden vereis chen. Teruggaaf der koloniën Over de productie sprekende verklaarde <le Führer: „Wij kennen slechts één econo misch program: de grootst mogelijke toe neming van den arbeid en van zijn op brengst. Doch, wat wij ook bereiken door stijging der productie, onze levensruimte wordt er niet grooter door. Elk jaar zal dus met meer klem de eisch moeten weerklin ken om teruggave van het koloniaal bezit, dat Duitschland eens ontnomen werd en dat Voor ons eigen volk onontbeerlijker is dan ivoor andere. Dergelijke aanspraken zijn niet 'door credieten af te koopen. Wij wenschen levensmogelijkheden. Wij stellen vooral geen prijs op de toezegging, dat wij toch kunnen koopen wat wij noodig hebben. Niets kan immers de aanschaffing van waren uit een gebied, waar de Duitsche valuta geldt, ver vangen. De koloniën zijn aan Duitschland ont nomen in 1918. Toen was er nog geen Volkenbond. Als thans gesproken wordt over teruggave der koloniën, dan wordt daarbij gezinspeeld op onrecht, dat men den inboorlingen zou aandoen en dat die daarin gekend moeten worden. In 1918 golden die overwegingen niet. Als men de inboorlingen liet spreken, zou de koloniale wereld er geheel anders uitzien. En de groote koloniale rijken van nu zijn niet door stemmingen ver kregen, zeker niet door democratische stemmingen, maar door geweld. Wij zijn niet in den Volkenbond, omdat wij niet gelooven. dat hij oen instelling is ,van het recht, maar dat hij slechts dient ter verdediging van onrecht. Daar komen natuurlijk ook nog eonige overwegingen ,Van anderen aard bij. Zoo vinden wij, dat ïnen in de Abessinischo kwestie meer be grip voor het Italiaansche standpunt had moeten hebben en aan de Abessinlërs wat minder had moeten beloven". Duitschland zal zich in elk geval niet laten betrekken in een conflict, waarbij het geen belang heeft. Duitschland zal zich bij zijn belangen en aanspraken beperkingen opleggen, maar als zijn belangen op het spel staan, verwacht het niet, dat anderen te hulp zullen komen. Hitier hekelde vervolgens den Volken bond en merkte op, dat als hij bleef be staan, de wereld er over 100 jaar, in de oogen van den Bond vreemd zou uitzien, omdat er dan allerlei staten kunnen be staan, welke de Bond weigert te registree- ren. Duitschland zal Mandsjoekwo erkennen In dit verband deelde Hitier, onder groot applaus mede, dat Duitschland aan deze politiek niet wil mededoen, maar Mandsjoekwo zal erken nen. Dat Duitschland niet tot hen Volken bond terugkeert, wil echter niet zeg- gen, dat het niet met andere landen zou willen samenwerken. Integendeel. Het heeft voor die samenwerking reeds belangrijke bijdragen geleverd. Duitsch land is niet geïsoleerd, maar de eenige staat, waarmede het geen toenadering wenscht is Sovjet-Rusland. Elke bolsjewiseering van een Euro- peesch land beteekent een verschuiving in den internationalen toestand. Want zulke landen zijn geen eigen staten meer, maar filialen van het Moskou- sche revolutie-centrum. Ik weet, dat Eden die opvattingniet deelt, maar Stalin wèl, en die is beter op de hoogte van de bolsjewistische opvattingen dan Eden. Japan-ChinaSpanje Wat Japan betreft verklaarde H i 11 e r, dat een nederlaag van dat land niet aan Europa of Amerika, doch uitsluitend aan Sovjet-Rusland zou ten goede komen. Ik acht China materieel en psychisch niet sterk genoeg, zoo zeide spr., om zelf weerstand te bieden aan het bolsjewisme. Ik geloof, dat een groote overwinning van Japan minder gevaarlijk is voor de wereld dan een overwinning van het bolsjewisme. Wij hebben ons *met Japan verbonden in den strijd tegen het communisme en wij kunnen, geloof ik, thans niet beter doen dan als neutrale toeschouwers op te treden, met den wensch, dat tusschen de twee groote volken van Oost-Azië weldra weer een toestand van vrede zal intreden. Duitschland beschouwt, in den afweer- strijd tegen het communisme, Japan als garant voor de cultuur. De grootste Japan- sche overwinning zou onze cultuur niet beroeren; de overwinning van het bolsje wisme daarentegen zou aan onze cultuur een einde maken. Wij hebben ln Oost-Azië geen territoriale belangen. Wij wenschen slechts handel te kunnen drijven en zijn niet verplicht voor iemand partij te kiezen. En als men zegt, dat wij niet letten op de belangen van het blanke ras, dan antwoorden wij: Duitsch land heeft ook eens bezittingen in Oost- Azië gehad, maar dat heeft niet belet, dat men een coalitie van blank en geel heeft gevormd om ons er uit te verdrijven. Ook in Spanje heeft Duitschland geen territoriale belangen, Maar het zou ©en bolsjewiseering van Spanje als een versto ring van het Europeesche evenwicht be schouwen. Wij verheugon ons er over, dat onze op vattingen in dezen ook door een derde land worden gedeeld. Hoezeer de Duitsch-Itali- aansche vriendschap gemeengoed van het volk is geworden, is bij het bezoek van Mussolini gebleken. Als hij In 1922 niet door de overwinning van zijn beweging Italië had veroverd, dan zou het vermoe Hitier delijk tot bolsjewisme vervallen zijn, en de gedachte, wat dat beteekend zou hebben voor de Westersche beschaving, is afschu welijk. De toestand van Italië is analoog aan dien van Duitschland. Wij, die door dezelf de overbevolking te lijden hebben, hebben begrip voor de handelingen van een man en een regime, die niet van plan waren hun land te gronde te laten gaan aan de fantastische idealen van den Volkenbond, maar liet gered hebben. In het Spaansche conflict hebben wij de zelfde opvattingen als Italië. Het nationale Spanje moet volkomen onafhankelijk zijn. De pers en de vrede De laatste jaren, ging Hitier voort, is er veel geschreven over tegenstellingen tus schen Frankrijk en Engeland eenerzijds en Duitschland anderzijds. Wij hebben Frank rijk geen territoriale eischen te stellen. Door de teruggave van het Saargebied is de periode van geschillen afgesloten. Ook met Engeland hebben wij geen geschil, afgezien dan van onze koloniale wenschen. Het eenige, wat het samenleven met deze staten vergiftigt is een onduldbare pers-hetze, die onder de leuze: vrijheid van persoonlijke meeningsuiting, wordt ge voerd. Ik begrijp niet, dat er in die landen geen wettelijke mogelijkheden bestaan om aan leugen en laster een einde te maken. Wij kunnen hiervoor de oogen niet sluiten, want door die hetze kan haat tegen ons ontstaan en een vijandige stemming, waar tegen wij niets zouden kunnen doen. Dat is een gevaar voor den vrede. Ik ben niet ge neigd deze methoden te accepteeren zonder er iets tegen te doen. Van nu af aan zullen wij antwoorden enwel met natsoc. grondigheid. Ook moet er een eind aan komen, 'dat aanmatigende brieven aan vreemde staatshoofden worden geschreven. Ik zou den Britschen afgevaardigden wil len verzoeken, mij niet meer over d e vonnissen van Duitsche volks rechtbanken te schrijven. Wij kun nen de belangstelling voor Duitsche landverraders eventueel begrijpen, maar Zij verbetert de betrekkingen met Enge land niet. Ik voor mij zal niet dulden, dat afgevaardigden van den Duitschen Rijksdag zich bemoeien met Engelsche rechtbanken. Maar over de belangen van de Duitsche rechtspraak beslis ik en niet een delegatie van Engelsche oorloghitsers. Daar de ophitsing van zekere bladen een element van gevaar beteekent voor den vrede, heb ik besloten een versterking van de Duitsche weermacht door te voeren, die ons de zekerheid geeft, (Jat die oorlogsdrij vers Duitschland niet in gevaar kunnen brengen. Die maatregelen zijn sedert 4 Febr. j.l. aan den gang en zij worden snel en vastberaden uitgevoerd. De verhouding tol Praag Het is op den duur voor ons zelfbe wustzijn ondraaglijk, naast ons volks- genooten te weten, wien wegens hun sympathie voor en hun verbondenheid met het volk in-zijn-geheel, voortdurend het zwaarste leed wordt aangedaan. Wij weten, dat een allen bevredigende grens regeling in Europa vrijwel niet bestaat. Bewezen is, dat er bij goeden wil een evenwicht of een ontspanning bereikt kan worden. Wie dat echter met geweld wil verhinderen, roept geweld op. Zoo lang Duitschland onmachtig en weerloos was, heeft het deze vervolging moeten aanvaarden. Doch zooals Engeland zijn belangen over heel de wereld handhiaaft zoo zal Duitschland zijn, zij het ook be perkter, belangen weten te verdedigen en te handhaven en tot die belangen be hoort ook de bescherming van Duitsche volksgenooten, die niet in staat zijn, zelf hun (politieke, economische en cultu reels vrijheden te waarborgen. Het accoord met Oostenrijk Over de verhouding tot Oostenrijk sprekende zeide de Führer: De moeilijkheden, voortvloeiende uit de overeenkomst van 11 Juli 1936 dwongen ons een poging te doen om de hindernissen voor eon nauwe samenwerking definitief uit den weg te ruimen. De ondraaglijke toestand, welke eerst bestond, had tot ^een ernstig" catastrofe kunnen leiden; en nalatigheid in dit opzicht ware (Mi/vergeeflijk geweest en geenszins in het belang van den vrede. Dit was de gedachte, welke er toe geleid heeft bondskanselier Schuschniggte vragen mij te bezoeken, ten einde döor een overeenkomst een ontspanning in de beltrek kingen teweeg te brengen en wel zoodanig, dat het nationaal-socialistische doel der bt volking van Oostenrijk binnen het kadei der geldende wetten dezelfde rechten als de andere bevolkingsgroepen zouden bezitten. In samenhang hiermede is besloten tot een groote pacificatie door middel van een algemeene amnestie en nieuwe accoorder. tusschen de beide landen, waardoor een nauwere politieke, materieele en economi sche samenwerking wordt verzekerd. Dit alles is een aanvulling van 11 Jul\ Ten overstaan van heft. Duitsche volk wil ik hier, aldus Hitier, den Oostenrijks chen hondskanselier hartelijk damk-m voor ct groote begrip en de groote bereidwilligheid waarmede hij heeft medegewerkt aan het to stand komen van deze resultaten, welke zoowel in het belang van heide landen zijn, als in het belang van het Duitsche volk. waar ook de leden van den Duitschen stam mogen wonen. Ik geloof dat wij daarmede ook een bij drage hebben geleverd tot den vrede in Europa. Het Duitsche volk is in wezen niet oor logszuchtig. Het wenscht geen oorlog, maar vreest hem ook niet Het bemint den vrede, maar ook de vrijheid. Hitier eindigde zijn urenlange rede meit een woord van dank aan zijn medewer kers en sprak de bede uit, dat Duitschlands leiders mogen worden behoed voor valschcn hoogmoed en laffe onderworpenheid en dat zij geleid mogen worden op den weg naai het lot, dat de Voorzienigheid voor het Duitsche volk heeft weggelegd. G o e r i n g, die als Rijksdagvoorzitter aan dfen Führer het woord had verleend, hield tot slot een korte rede, waarim hij zijn trouw aan den Führer bevestigde. De plechtigheid eindigde met een drie werf herhaald: „Sieg Heill" DE SPAANSCHE BURGER OORLOG Troepen van Franco in Teruel Naar vernomen wordt zijn de troepen van Franco er Zondagmorgen in ge slaagd Teruel te omsingelen. Zij zijn de buitenwijken der stad reeds binnenge drongen. De regeeringstroepen bezitten ten Noor den der stad nog slechts twee stellingen, t.w. de bergmassieven van Santa Barbara en van Masueto. De manschappen, die deze stellingen verdedigen zijn echter verstoken van elke verbinding met de achterhoede en hun capitulatie zal, zoo verwacht men, den val van Teruel inluiden. Volgens inlichtingen uit rechtsohe bron, zijn de 67e internationale divisie alsmede drie internationale brigades volkomen ver nietigd, tijdens de gevechten, welke zich Zondag ten N.W. van de stad hebben afge speeld. Omzetting van de driejarige Kweekschool in een vierjarige Aflevering onderwijzers staat een jaar stil Nieuwe regeling zal i September ingaan In de toelichting op het wetsontwerp tot wijziging van de Lager Onderwijswet wat de opleiding der onderwijzers be- treit wordt o.a. opgemerkt, dat de drie- Jarige kweekschool, gelijk zij thans alge meen bestaat, niet bevredigt. De drie Jaren zijn te kort. Een terugkeer tot het type der oude vierjarige kweekschool zou evenwel te kostbaar worden. Daar om heeft de Regeering besloten een reorganisatie van do driejarige school voor te stellen, die niet noemenswaard meer zal kosten, en die naar de mee ning der regeering een opleiding zal geven, welke voor vele Jaren als bevre digend kan worden beschonwd: een vierjarige kweekschool, die evenals de tegenwoordige driejarige voortbonwt op de kennis, die door n.Lo oi de eerste drie jaren eener hoog ere burgerschool enz. kan worden aangebracht. Ingevolge deze regeling wordt dus de op leiding aan den „bovenkant" met een jaar verlengd. De onderwijzersacte wordt niet van karakter veranderd, zoodat ook de hoofdacte blijft bestaan. Dat de onderwijzens- acte een jaar later zal worden behaald, acht ae regeering geen be-zwaar; Integendeel zal vermoedelijk het onderwijs er bij winnen, als de pas geslaagden op iets ouderen leef tijd de school binnentreden. Er moet gerekend worden op een vermeer- Russische Pool-expeditie in veiligheid Onderzoekers en materiaal thans op de ijsbrekers De vier Russische Poolonderzoekers, Pa pan in, Krenkel, Chirk of en Fedo- rof hebben met hun goheele uitrusting hun ijsschots verlaten en hebben zich aan boord van de ijsbrekers „Moerman" en „Taimyr" begeven. Zaterdagmorgen hadden de leden der expe ditie met behulp van de dobbelsteenen uit gemaakt, in welke volgorde zij aan boord zouden gaan en welk schip de leden der expeditie en welk het materiaal aan boord zou nemen. Het resultaat was, dat de uitrusting aan boord van de „Taimyr" is gebracht, terwijl Chirkof en Federof door de „Taimyr" en Papanin en Krenkel door de „Moerman" werden opgenomen. EERSTE BLAD PAG. a nat ROOKEN^ Verzachten de keel. Hebben een (rissche EEN FRISSCHE ADEMI dering van de kosten der opleiding mot 30.000. De rccgeering is van meening, dat verzwaring met dit bedrag van de som van; 2.706.349. oie thans voor de onderwijzers opleiding in haar geheel is geraamd, vol doende verantwoord mag worden genoemd, omdat daarmede een belangrijke verbetering van die opleiding en tevens de financieele rechtsgelijkheid op dit terrein verkregen wordt. Op 1 September zal de nieuwe rege ling kunnen ingaan. Een gevolg van den overgang van het eone naar het andere stelsel is, dat het afleveren van nieuwe onderwijzers een jaar stil staat, hetgeen bij den tegen- woordigen toestand een gunstige bijkom stigheid mag heetcn. Deze nieuwe wet zal ook een eind maken! aan den toestand, dat de onderwijzersoplei ding door koninklijke besljiten wordt ge regeld. Tevens zal dan de financieele rechts gelijkheid tusschen het openbaar en het bij zonder kweekschoolonderwijs, die de weÜ sinds 1920 wenscht, tot stand komen. De vak-acten Het nieuwe artikel 131 zal de vak-acten! opnoemen; die voor fraaie handwerken is daaronder niet opgenomen; afzonderlijk is bepaald, dat voor dit vak de acte fraaie handwerken en kunstnaaldwerk volgens de Nijverheidsonderwijswet geldt De acte voor lichamelijke oefening zal (ie twee thans ver krijgbare acten (in de gymnastiek en in de vrije en orde-oefeningen der gymnastiek)! vervangen. Het examenprogramma voor de nieuwe acte zal vooral ook spel en sport tot hun recht moeten laten komen. Met de acte nuttige handwerken voor meisjes is de overeenkomstige acte volgens de Nij verheids-» wet gelijkgesteld. Art 133 geeft een omschrijving van de be voegdheid, die aan elke acte verbanden is? de regeling komt overeen met die van het ontwerp van minister Terpstra. Wat de hoofdacte betreft is er verschil met het wets ontwerp-Terpstra. en wel dat niet in de wet de examenvakken worden genoemd. Het komt den Minister beter voor, dat dit aan den algemeenen maatregel van bestuur wordt overgelaten. Aan art. 143 is een vierde lid toegevoegd om de mogelijkheid open te houden, om aan een of andere kweekschool bij de opleiding tot onderwijzer en hoofdonderwijzer een specialen cursus in te richten, waarbij in de eerste plaats is gedacht aan opleiding tot een bijzondere wettelijke bevoegdheid. De formuleering is eohter opzettelijk ruimer ge nomen, zoodat er ook de gelegenheid zal zijn om, zonder dat er van actestudie sprake is. leergangen In te richten voor de behan deling van bepaalde onderwerpen op onder wijskundig en opvoedkundig gebied. Op de kweekschool zal voor het les geven! In Nederlandsch, geschiedenis, aardrijkskun de, natuurkennis, wiskunde, Fransch', Duitsoh, Engelsohe, teekenen, lioh. oefenming en schrijven de middelbare acte worden ge vorderd; voor wiskunde kan met de acte K 1 en voor de vreemde talen met de acte M.O. A worden volstaan. Gebrek aan nieuws leidt tot sterke verhalen De „Stammtisch" baart gruwelsprookjes (Van onzen Berlijnschen correspondent) Journaille! Dit woord, dat voor het eerst door wijlen Bismarck de buitenlandsche pers naar het hoofd werd gesmeten en dat sinds de nationaal-socialistische revolutie ontegenzeggelijk het meest gebruikte vreem de woord in 't anders zoo puristische Derde Rijk geworden is. doet in de laatste diagen weer zooveel opgeld, dat wij, buitenlandsche journalisten te Berlijn, het langzamerhand meer als een titel beginnen te beschouwen dan dat wij het nog als scheldwoord voelen. Intusschen schijnt het protest van de Ver. der Buitenlandsche Pers aan Dr Goebbels, die voor 't eerst in het Derde Rijk over jour naille spmk, althans in zooverre succes te hebben gehad, dat de nationaal-socialisti sche pers tegenwoordig meestal tegen „het journaille buiten de grenzen" fulmineert, Intusschen kunnen wij met de hand op het hart getuigen, dat wij in verschil lende landen van Europa en tijdens onze laatste vaoantie in beruchte emigranten blaadjes als „Pariser Tageblatt", „Neuer Vorwarts", „Neue Rundschau", „Die Deut sche Revolution", „Freiheit", „Der Deut sche Weg" e.a. lang niet zooveel en zeer zeker niet zoo pikante „leugens over het nieuwe Duitschland" gehoord en gelezen hebben als ons schier dage lijks worden toegefluisterd... te Berlijn. Het is in Duitschland zelf, dat er ononder broken de meest catastrofale geruchten ver spreid worden. De Duitsche regeering toont, dat die geruchten haar ook ter oorc komen. Waarom zouden er anders in alle Duitsdie kranten lange artikelen van deskundigen verschijnen, over de kunst van het wassclien en over het enthousiasme van het buiten land over zekere ervaringen, opgedaan met de nieuwe Duitsche stoffen? De eenige ver klaring hiervoor is, dat tal van hulsvrou wen voor gebruikt en zelfs voor betrekkelijk oud linnen meer betalen dan het nieuwe kost. En zulks met de van oor tot oor ge fluisterde verzekering, dat het linnen, waar- In cellulose verwerkt is, in den waschketel uit elkaar valt als papier. Waarom wordt er in de Duitsche pers zoo sterk de nadruk op gelegd, dat men ook in hot kader van het vier-jaren-plan lekker en gezond kan eten als het geen „publiek geheim" was, dat de medische wetenschap machteloos staat tegen over maagkwalen en ingewandsziekten, wel ke door de slechte voeding veroorzaakt wor den? Zou de buitenlandsche journalist maar raak schrijven. dan kon hij dagelijks in het hartje van Duitschland kolommenlangc sen saties verzamelen over aanslagen op Hitier, over knallende conflicten tusschen de hoog ste leiders van Staat en Partij, over corrup tie en diefstal in de kringen van nationaal- socialistische prominenten, over het heer- schen van de verschrikkelijkste epidemieën als een gevolg van synthetische etenswaren, over ziekenhuizen vol verminkten en ge wonden uit Spanje, over staatsbankroet en dreigende inflatie, om dan verder maar te zwijgen over het feit, dat letterlijk Iedereen iemand kent, die 's nachts door de Gestapo uit zijn bed is gehaald en in 't gunstigste ge val na mishandelingen en kwellingen van vele lange maanden als een gebroken man terugkeerde, zoo hij tenminste niet voorgoed verdween. De Duitsche regeering is volkomen in haar recht en heeft het grootste gelijk, wanneer zij zich tegen onware praatjes verzet. Effec tiever echter dan geweld binnen de grenzen en een hagelbui van scheldwoorden tegen het buitenland, zou, meenen wij. een klein beetje meer openhartigheid wezen. Bepalen wij ons tot twee feiten uit de laatste dagen. In het Propagonda-Ministerie werd heel de te Berlijn geaccrediteerde bui tenlandsche pers bijeengeroepen om-een offi cieel protest aan te hooren tegen hetgeen er sinds den 4den Febr. in het buitenland over het Derde Rijk werd beweerd. De spre ker der nationaal-socialistische regeering vond-een bereidwillig gehoor. De verzamel de Journalisten immers wisten uit eigen ondervinding, dat een goed deel der ge brandmerkte geruchten niet alleen niet waar waren, doch zelfs niet waar zijn kon den. Maar toen aan het slot der bijeenkomst de alleszins begrijpelijke vraag gesteld werd wat er dan wél waar was, klonk het nuch tere antwoord: „Mijne heeren, in de brieven van den Führer aan Von Blomberg, Von Fritsch en Von Neurath staat het toch heel duidelijk te lezen, dat genoemde heeren om redenen van gezondheid hun ontslag hebben aange vraagd I" Een goede week geleden trof de Duitsche burgerlijke luchtvaart een zware slag. Haar vlaggenschip, de trotsche Ju. 90. bijgenaamd „De groote Dessauer", stortte tijdens een proefvlucht neer. Alleen een ontoerekenbare dwaas zal zich er in zijn afkeer van het nationaal-socialisme toe laten verleiden, om zich over een dergelijk betreurenswaardig ongeluk te verheugen. Maar alle Duitsche instanties behandelen, den val van dit vlieg tuig als een staatsgeheim. Alleen tegenover de buitenlandsche pers toont men zich in dit geval wat openhartiger, laten we hopen, om dat ^n en heeft ingezien, dat al te groote ge heimzinnighefd soms leiden kan tot onrust barende veronderstellingen. Maar wat zal er in Duitschland zelf gefluisterd worden, wan neer zooals alles, ook de schipbreuk van de Ju 90 begint uit te lekken? In gedachte hooren wij reeds een boeiende roman, waarin spionnen, helsche machines en andere gru welen de hoofdrol spelen. Wij noemden hierboven een aantal emi grantenblaadjes. die wij tijdens onze laatste vacantle uitspelden Onze algemeene indruk was: „So'nen Bart!" Want driekwart van hetgeen daarin stond, was aan den Ber lijnschen „Stammtisch" sinds maanden al niet actueel meer! Berlijn, 18 Februari., vestiging industrieele bedrijven Het doel van de nieuwe regeling Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer Verschenen is de Memorie van Ant woord van den Minister van Economi sche Zaken aan de Tweede Kamer betref fende de regeling inzake het beperken van de vestiging van bedrijven, waarin eenige tak van nijverheid wordt uitge oefend en van de uitbreiding van de capaciteit van zoodanige bedrijven. De Minister merkt in deze Memorie op, dat met de voorgestelde regeling slechts één doel wordt gediend en wel het tegengaan in! het algemeen belang van ongewenschte ge volgen van uitbreiding en vestiging van be drijven. Dat toepassing van de wet controle op de prijzen en eventueel minimum-prijszetting tot noodzakelijk gevolg zal kunnen hebben kan de Minister niet inzien. Als voornaamste bezwaar tegen het inge diende ontwerp is aangevoerd, dat het cri terium, waaraan een maatregel tot beper king van de vestiging en uitbreiding van! bedrijven moet voldoen, n.l. dat hij in het „economisch landsbelang" moet zijn. te vaag is en dat „objectieve criteria" ontbreken. De Minister is na ampele overweging tot de conclusie gekomen, dat dit doel het best bereikt wordt door de bevoegdheid te be grenzen tot die groepen van gevallen, waar» in de noodzakelijkheid om daarover te be schikken, zich het duidelijkst manifesteert. De Minister meent, dat voor een wijzi ging van de Vestigingswet Kleinbedrijf 1937, ertoe strekkend daarin alsnog het behoefte-element op te nemen, voors hands geen aanleiding bestaat. De tegen het begrip „uitbreiding van do capaciteit van een bedrijf" aangevoerde be zwaren kan de Minister wel als juist erken» nen. Ten einde nu de mogelijkheid te openen, dat in ieder afzonderlijk geval de meest doelmatige en juiste wijze van beoordeeling eener uitbreiding kan worden gekozen, heeft de Minister in de wet het begrip „uitbrei ding van de capaciteit van een bedrijf" ver vangen door „uitbreiding van een bedrijf vervangen door „uitbreiding van een bedrijf" en voorts in artikel 3 een nieuw lid 4 op genomen, waarin wordt bepaald, dat in derï algemeenen maatregel van bestuur, waarbij het uitbreidingsverbod wordt uitgevaardigd, tevens de grondslagen zullen worden ver meld, naar welke uitbreiding van het bedrijf zal worden gemeten. Nederlandsch Piano-Duo Het Nederlandsch Piano Duo, Johan Biese- laar en Marguér. Wouters, dat zoowel te Rot terdam als in andere steden van ons land met groot succes is opgetreden, zal Woensdag a.s. een concert geven in de Nutzaal. Op het pro gramma staan de Es moll variaties van Sin- ding, die hier zelden gehoord zijn, de Haydrt variaties, op het St. Anthoniuskoraal, van Brahms en, als noviteit voor ons land Max Regers variaties en fuga over een thema van Beethoven,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2