Sll R iSe Vereenigde Staten, denkt men daarover eenigs- zins anders. Daar acht men het voorbarig, den Chineeschen leider zonder meer tot een plaatse lijken leider van geen beteekenis te kleineeren, gelijk men het in Tokio zoo gaarne doet. Men houdt vast, en zeer terecht, dat er nog inderdaad een onafhankelijke Chineesche regeering bestaat, met welke men overeenkomsten heeft, en van wie men rechten in de internationale gebieden ontving. Op deze rechten zijn groote westersche commercieele belangen gebaseerd, inzonderheid Britsche. Men is voorloopig niet geneigd, zich deze door een machts woord van Matsoei te laten ontnemen. Bij dit alles is het wel heel merkwaardig, dat de Japansche troepen niet anders zich van dit con- cessie-China kunnen meester maken, dan door de buitenlandsche militaire contingenten te trotseeren. Het deel Chineesche rechten, dat in groot-Shang- hai opgesloten ligt. is als een bezit met een statuut erop; het kan niet worden vervreemd; het kan ook niet zonder meer door de huidige concessiehouders worden overgegeven Men staat hier weer voor de toespitsing van uiterst gecompliceerde problemen; juridisch zijn zij niet licht te ontwarren. Als men de zaak lang beziet moet men wel tot de conclusie komen, ook hier met een Gordiaansche knoop te doen te hebben, die op een zwaardhouw wacht. Matsoei is bereid, daartoe zijn breede samoerai's zwaard op te heffen, zoodra het oogenblik hem gunstig is. Er liggen hier helaas mogelijkheden voor een nieuw Serajewo Zondag zal, mag men aan veronderstellingen in de internationale pers geloof schenken, te Berlijn de Duitsche Rijksdag bijeenkomen, in de bekende, lichtelijk pompeuze entourage van de Berlijnsche Kroll Opera. Men zou dan tevens den vijfden ver jaardag vieren van Hitiers machtsovername. De Führer zal bij deze gelegenheid een lange rede houden, waarvan de korte zin zal wezen de on vermijdelijke terugblik op het verleden, volgens reeds meermalen verwerkt recept. Het verleden en wat men sinds zijn optreden bereikt heeft is voor den nazi-man een niet uit te putten stof. Er valt ruimschoots bij te applaudisseeren. Inderdaad mag niet worden geloochend, dat Hitier c.s. op meniger lei gebied bewonderenswaardige dingen gepres teerd hebben. Zij hebben o.a. aan den Duitscher zijn zelfvertrouwen teruggeven. Misschien kan men in dit verband beter buiten beschouwing laten, of dit vertrouwen zich nu altijd ook op sympathieke manier uit. Ietwat veel van „Duitseh- land boven alles!" is er naar buitenlandsche smaak allicht bij. Doch wat werkvoorziening, ontginning van nieuwe gronden, weerbaarheid, jeugdopvoe- ding aanbelangt, dit laatste met bepaalde re serves, is er inderdaad veel bereikt. Hoe jam mer, dat naast dit licht zooveel donkerheid is. Hoeveel ernstige protestanten en roomschen heeft men onnoodig in hun heiligste gevoelens gekrenict, door van den staat een god te maken; hoeveel vrijheidsbelemmering en kleine dwangzucht gluren om iederen hoek. Hoeveel Joden tenslotte heeft men tot wanhoop gedreven, het land uitgejaagd, ontworteld en onmogelijk gemaakt. Duitschland arbeidt met energie en koppige volharding aan zijn herstel, zyn economisch welvaren. Heeft men er in het geheel geen oog voor, dat men intusschen, op ander dan zuiver materieel gebied, schulden op zich laadt? BINNENLAND WIJ Nederlanders leven nog steeds bij, zbo niet op, in en onder het water. Het beeld is erg gewaagd, maar men zou haast zeggen: net watprmerk op ons voiKsieven Slijt noun Oil. men kan het in het centrum zetten van de meeste weekberichten. Om te beginnen: Sleepboot „Humber" van L. Smit en Co's Inte r nationalen Sleepdienst is dezer dagen na een afwezigheid van ongeveer een half jaar in de haven van Maassluis teruggekeerd van de sleep reis met den tinbaggermolen „Doejoeng" naar Billiton. Geloof maar vrij dat het een knap staaltje van sleep-, stuurmans- en zeemans-kunst is geweest op de wijde watervlakten. Maar in het binnenland staat men op de hevig bewogen groote rivieren voor even zware moeilijkheden, wanneer onge wone vrachten vervoerd moeten worden. Sedert Zaterdagmiddag zijn twee van de drie sluisdeuren, welke bij de Nederlandsche Dok maatschappij te Amsterdam zijn gebouwd voor de groote sluis in het Amsterdam-Rijnkanaal te Wijk bij Duurstede, op de plaats der bestemming aangekomen en de derde zal met eenig kleingoed wel spoedig volgen. Het ging wel met een snel heid van 2 a 3 K.M. per uur, maar de vracht was er ook naar. Logge gevaarten van 200.000 kilo. welke rakelings met een speling van enkele millimeters vaak de doorvaarten moeten pas- seeren en op het breede water zeer onhandelbaar waren. Doch ze doen het toch maar de sleepboot kapiteins en hun getrainde helpers. Wij vervolgen: Te Rotterdam zijn aangekomen de opvarenden van het stoomschip Hannah, van de gelijknamige reedery, directeur F. W. Uitten- bogaart, welk schip op 11 Januari LI. in de Spaansche wateren, op 47 mijl bewesten Valencia, is getorpedeerd door een onbekende duikboot. Het zijn niet alleen de stormen, die den zeeman benauwen, ook andere gevaren dreigen. En niet altijd komt men na een torpedeering levend thuis. Ook wie ter vischvangst gaat is niet steeds ge lukkig. Het is een uitzondering, wanneer gemeld wordt dat de visscherij op het IJselmeer gunstig is, zooals in 1937; meestal wordt daar geen droog brood verdiend. De mensohen die ter zee op deel,op garantieloon of op vast geld varen kunnen evenmin altijd tevreden zijn. In het visscherijbedrijf hokt het nog al eens. Gelukkig luiden de laatste berichten niet ongunstig. De reeders zijn b.v. bereid om op de grootere treilers een lichtmatroos inplaats van een leerling-matroos te laten varen. Voor de havenarbeiders wil het bestuur het garantieloon verhoogen van 2 tot 2.25, voor het lossen van haringschepen. Op deze wijze zal de bedrijfsvrede niet weer geschokt worden, ge'ijk voor eenige jaren het geval was, waarbij de Christelijk-georganiseerden de spits moesten afbijten. Bij de K.P.M. in Ned. Indië komt het eveneens voor elkaar. De directie en de vakvereenigingen hebben elkaar gevonden en het wederzijdsch overleg is geheel geregeld. Een leelijke dissonant in het geheel blijft wat er voorvalt bij de H.A.L. Het jaarverslag van deze door de Regeering geholpen maatschappij laat Losse Nummers Zondagsblad Gaarne zijn wij bereid, voor zoover de voorraad strekt, onze lezers aan losse nummers Zondaasblad te helnen. w ij vrenyen üaarvoot j ct. per nummer in rekening en verzoeken vriendelijk het bedrag gelijk bij de bestelling te voldoen. DE ADMINISTRATIE over 1937 een winst-saldo zien van meer dan millioen, maar tegelijkertijd maakt de directie eenige employés broodeloos. Uit verschillende brieven blijkt ons dat velen dit als een onrecht zien: eerst werd met belastinggeld de maatschappij gesteund, nu zendt zij haar personeel omdat er goedkooper krachten te krijgen zyn naar de steun. Het bezorgt een mensch wel een zeer onaangenaam gevoel. Vooral nu het met de werk loosheid weer heelemaal verkeerd gaat. Eind De cember 51500 werkloozen meer dan eind Novem ber en slechts 18000 minder dan 't vorig jaar; het zijn ontstellende cijfers. Geld is er genoeg in ons land, maar geen werk. De Kon. Petroleum Mij besloot een leening van circa 100 millioen op 1 Mei geheel af te lossen. Wat moeten we met dat geld beginnen? Er is geen plaats voor. Dat blijkt wel uit het groote succes met de laatste staatsleening, waarvan 1000 millioen voor het beleggend publiek beschik baar was. Vrije inschrijvers krijgen weinig of niets toegewezen. Wat de werkloosheid betreft zullen de Sporen voor één millioen nieuw materiaal bestellen, maar wat zegt dat op zooveel geld en zooveel werkloosheid?, Ook Amsterdam zal ruim één millioen beschikbaar stellen voor militair oefenterrein om zóó een gar nizoen te krijgen en we zijn blij met dit werk. Maar economisch is het geen winst. Onder alles lijdt de liefdadigheid nog niet ernstig. De opbrengst der weldadigheidspostzegels „Voor het Kind" gaat de 2 ton zeker te boven. Het is prachtig. Of het met de belastingen even goed zal gaan als in 1937 moeten we nog zien. Tot af schaffing van sommige drukkende belastingen zal het zeker niet komen. We mogen dankbaar zijn, dat de Regeering de radio niet belast. Om fiscale reden zal de accijns op wijn, bier en sterke dran ken wellicht spoedig wijziging, d.i. verlaging ondergaan, om zoo de bona fide handel te helpen tegen de smokkelaars. Want dat kwaad is vreese- lijk. En wat men als Duitsche foezel invoert blijkt zeer gevaarlijk goedje te zijn. De een verdient er 2.per liter aan en de ander sterft er aan. Het verkeer en de onbewaakte overwegen eisch- ten, als elke week, weer eenige slachtoffers. Dat daar ook bij behoort A. van Renssen, propa gandist van de N.C.R.V., heeft velen diep ge troffen. De heer Riënts Balt, die niet alleen „steno graaf" is, maar ook op allerlei Christelijk terrein groote verdiensten heeft, mocfit zeventig jaar worden. Onze gelukwenschen! Ten slotte zouden we het Noorderlicht moeten memoreeren, maar dit was een wereldgebeuren, dat ver boven 't „Binnenland" uitging. We zwij gen dus .hetgeen ook betamelijk is tegenover zoo prachtig verschijnsel in Gods heerlijke schepping. ROELAND WESTWOUT, door Diet Kramer. Uitg.: Holland, Amsterdam. I We leeren Diet Kramer nu zoo lang zamerhand heel goed kennen: als Bchrijfster, maar ook als mensch, als persoonlijkheid. Dit boek, haar laatste, is literair zeker haar sterkste niet: „Begin" en „De Bikkel" raken aan dieper levensmo menten en levensmogelijkheden dan dit nog al oppervlakkige boek voor jonge menschen over jonge menschen. 't Is een eigenaardige verrassing in literair opzicht een roman te ontdek ken als een soort vervolg op een klasse-leesboek der lagere school, Het geen hier met Roeland Westwout in derdaad het geval is. „Razende Roeltje" is een voortreffelijk jongensboek, zooals er maar weinige geschreven zijn of worden. Het brengt ons in een gezin van goed- gesituëerden, van Albert Westwout en zijn vrouw Elsa, beiden muziek en zang beoefenend; hij leeft voor en van de muziek. Ze hebben vier jongens op te voeden, hun tweeling-jongens Ab en Victor, benevens een Indische knaap Timo, waarby als vierde komt een jongen, die vanwege zijn cordate driftige, spontane natuur: Razende Roeltje geheeten wordt; 't is een neefje uit Australië, een moederlooze jongen, door zijn vader naar Holland gestuurd voor studie en opvoeding. Dit „onwennige en stugge neefje" uit Australië werd de hoofdfiguur in de jongste roman van Diet Kramer, die voor de derde maal ons voert tusschen onze jongeren, zoo tusschen de vijftien en de twintig jaar: in dit boek zijn ze aan 't eind geslaagd voor hun eind examen H.B.S. In het prijsbekroonde studiewerk van A. H. M. RomeinVerschoor, „Vrou wenspiegel" getiteld, een literair-so- ciologische studie over de Nederland sche romanschrijfster, lezen we de volgende karakteristiek over Diet Kramer: „Diet Kramer weet wat zij wil en kan wat zij wil. Zij wil dat de jeugd naar haar luistert, omdat ze overtuigd is, dat ze iets te zeggen heeft en daarom wil zy voor alles niet het saaie boek schrijven dat het Christe lijk boek by de jeugd niet geheel ten onrechte de reputatie heeft te zyn. Zij is gelijk haar voorgangster Tine Bon- nema „om de eere Gods" bereid de „moderne jeugd" zoover mogelijk te gemoet te komen, ze stuurt recht op haar doel af en gooit absoluut over boord al'es wat aan positieve christe lijke geloofs- en moreele overtuiging andersdenkenden zou kunnen af schrikken om een kern-waar-het-om- gaat te behouden, die zich moeilijk anders dan in vage woorden laat aan duiden: „Het leven is goed en er is een doel." ,Je moet grenzen trekken" of een citaat van Gerard Bruning: „Want voor alles is dit de eerste wet. dat wij met opén en blijde handen maar rauw en hard van het sjouwen het leven ontvangen." Diet Kramer heeft al deze woorden tot haar beschikking en nog veel meer. Zy heeft de bekende vrouwenvlotheid waarmee ze driehonderd bladzijden tafereelen en zinrijke gesprekken uit het leven van „de" moderne jeugd weergeeft; zij heeft het al-te-groote begrip voor hun moeilijkheden, de al te groote eerbied voor hun hevighe den, die niet op een meedoogenloos streng ontleden der verhoudingen wijst, maar meer op een eerlijk-takt- volle poging het wijze woord ingang te doen vinden. Het wyze woord van het nieuwe „begin", los van cynisch-in- tellectualistische remmen, dat aan het slot ietwat simpel, maar traditioneel bevredigend het begin van een geluk kig huwelijk blijkt te zijn met een flinken ongecompliceerden zeeman- uit-een-stuk. Waarmee heel deze stryd-om-zeker- heden, die toch waarlijk wel wat rui mer en dieper opgezet is, eindigt in dezelfde veilige haven, waarin het normale meisjes-romannetje zijn einde vindt. En ik vrees dat niet het minst dit blij-eindend slot dat aansprakelijk is voor de tallooze herdrukken van dit al te frisch-en-f!inke boek, dat onze intellectueele jeugd wel een overschat ting van zijn individueele problemen als nood-des-tijds suggereert, maar ons geen stap nader brengt tot het ont leden van de oorzaken ervan. Ik vrees ook dat in soortgelijke „bijkomstig heden" de gronden gezocht moeten worden van het best-sellershap van een literair aanmerkelijk zwakker, sociologisch nog voozer boek van deze schrijfster: De Bikkel (1935)." En nu 1937 haar Roeland West wout. Mevr. RomeinVerschoor zal dit der de boek over en voor de rijpere jeugd ongetwijfeld nog zwakker achten dan de voorgaande. Wij doen dat ook, maar op niet dezelf de gronden. „Vrouwenspiegel" dreigt een al te eenzijdig beeld van onze ro mancières te weerspiegelen, omdat de hanteerster van dit glas de literatuur van uit den sociologischen hoek beziet, m.a.w. allereerst en allermeest vraagt naar de visie van de romanschrijfster op het ingewikkeld samenstel der so ciale verhoudingen; en wat meer zegt die romanliteratuur dan onder de loupe neemt van haar historisch- materialistische levens- en wereldbe schouwing. Geen wonder dat ze voor bijna geen enkele moderne (laat staan: orthodox- christelijke) schrijfster een goed woord over heeft: de eenige die het wel krijgt, is de voor eenige jaren over leden Carry van Bruggen, die is onder» Aardige inzendingen Met een enkel woord willen we nog melding maken van enige "Raadse l ..de ommrtbek _J Inzending van Peter van der Schans te Gouda. byzonder-mooi ver zorgde inzendingen, die we mochten ont vangen. Zo zond ons Corri van Ek uit Leiden een leuk gedicht, waarin zy een korte beschrijving gaf van alle plaatsen, die zij bezocht om naar to rens te zoeken. Verder ontvingen we gedichten van Fi- lippus Leenman uit Giessendam, Jacob Hendrik van Hezel uit Gorinchem, Jo hanna de Korte uit Den Haag en Gelijn Werner uit Vlaar- dingen. Ook kregen we een oplossing van de drieling Boon uit Monster. Met zulk een trio correspon deren we niet iedere dag! Ten slotte willen we nog heel apart melding maken van de inzending van W. v. d. Heiden, Kempenaerstraat 12b, te Rotterdam. Deze inzen ding bestond uit 16 bladzijden. Elke toren was prachtig nagetekend en vergezeld van een korte beschrijving. Wel had ook hij zich vergist in No. 2, maar toch was dit ongetwijfeld de mooiste inzen ding, dje we mochten ontvangen. Als waardering voor dit prachtige stukje werk zenden wij ook hem straks het genoemde boekje. En hiermede behoort deze wedstrijd weer tot 't verleden. Er is door jullie hard gewerkt. We zouden wel aan alle deelnemers een prijsje willen uitreiken. Maar dat gaat toch ook weer niet. Want dan zou 't weer geen echte wedstrijd Bovendien we peinzen alweer op nieuwe plan nen om jullie binnen niet al te lange tijd alle maal weer in actie te zetten. En wie nu de bal miste, krijgt dan misschien een kans! Allemaal de hartelijke groeten van je vriend DE JEUGDREDACTEUR. L Wat zou dat zijn? Ik heb een hoofd met haren, Maar benen heb ik niet! Ik heb een hals, een lange, Zoals je zelden ziet, Dan heb ik ook geen armen, Maar wel een platte kin En wie ik niet kan luchten Of zien, dat is een spin. II. Die naam kennen we allemaal 6, 8, 7, 10 een plaats in 't Zuideroord. Mijn 1, 5, 2 brengt gras en klaver voort, Mijn veter draagt een 7, 10, 6, 8 en nog 5, By 6, 2, 9, 10 mijn tantelief, hou 'k graag een week verblijf. 1, 8, 5, 3 is rond, gelijk een rad, Zegt mij, welke hooggeplaatste is dat' III. Lastige som Deel het getal 45 in vier delen, zo dat als men bij het eerste 2 optelt, van het tweede 2 aftrekt, het derde met 2 vermenigvuldigt en het vierde door 2 deelt, men steeds hetzelfde getal bekomt. IV. Welk dier? Boven alles bit Verheft hy zijn geluid, De 4, 2, 8 en 1. De 8, 9, 10 bijeen, Een beest vlug, rap en rad, 4, 6 en 1 geeft nut en voordeel, Welk is dit dier, dat in 't gemoed De schoonste snaren trillen doet? OPLOSSINGEN van de raadsels in de vorige Kinderkrant II. De vyf plaatsnamen, tegelijk meervoudige zelfstandige naamwoorden, zijn: Leeuwen, Buren, Petten, Voorschoten, Assen. III. En de vijf plaatsnamen, tegelijk enkelvoudige zelfstandige naamwoorden, zijn: Balk, Hulst, Mon ster, Beek, Veen. IV. Pa hoorde een toon uit de tuin: Jantje was van de ladder gevallen. Het geheel is dus: toon ladder. EEN NIEUWE BELASTING in een kleine gemeente besprak de gemeenteraad allerlei belastingen, bedrijfs-, inkomsten-, patent-, zout-, zeep-, personele belasting. Eindelijk is een der achtbare leden heftig aan het uitvaren tegen de inkomstenbelasting; hij trekt van leer, geheel bezijden de waarheid. Een der leden roept hem toe: „Praat over een be lasting op de waarheid". „Op de waarheid ook al belasting?" roept de redenaar. „Belast liever de lui, die liegen". DAT HIELP DUS NIET Gast in een hotel: „Wat is dat voor rommel, ober? Roep den eigenaar!" Ober: „Dat geeft niets meneer, die wil het toch ook niet eten". HIJ BLEEF ZICHZELF GELIJK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 12