50%
L
1
VLAGGEN
HET HUIS DER STOFFEN
N.V.OS^ESSFORUS-BANK
A. KOOY Jr.
CONFECTIE
PAANAKKER CO
OPRUIMING
VAN RESTANTEN
S. V. WEESEL - Firma W. H. MARKS
Handel in Sanitaire- en
i Huishoud. Artikel. Spec. Reparatie-Inrichting
„HET NIEUWE BEGIN"
..;CHE COURANT
VRIJDAG 31 DECEMBER 1; 17
MIJ. TOT GELDVERSCHAFFING v. KERK- en SCHOOLBOUW
UTRECHT
Geeft uit:
31/2 OBLIGATIES a 1001/4
Stukken van f 1000.—^ 500.—. 100.—
Verplichte jaarl. uitloting
Prospectus verkrijgbaar ten kantore der Bank.
PLOMPETORENGRACHT 14-16
T„a.- f
^ftcctca en etth
J .vlnlrt (loOt
buitgemaakt
inbreker. fc;
N E D E R L A
middensta
N D S e H E
ndsbank
HOOFDKANTOOR HEEREb
GRACHT 560 - A DAM
83 VESTIGINGEN
Vraagt tarieven
tingen bij onze
;n inlich-
kantoren.
De GEREF0RM. KERK van 's-GRAVENHAGE-WEST
geelt uit een
3/2 OBLIGATIE-LEEN ING,
groot f35.000.-
Vrij van huidige Couponbelasting. Storting 1 Februari 1938
Aflosbaar wordt gesteld de 4% Obligatieleening 1912. Houders
hebben tot G Jan. 193S recht van voorkeur op de 3Y2 stukken.
Inlichtingen bij:
N.V. AMSTERDAMSCH EFFECTENKANTOOR,
Anna Paulownastraat 49 ,Den Haag.
N.V. HAAGSCHE BOAZBANK,
Molenstraat 45, Den Haag.
INGWERSEN Co., Keizersgracht 382, Amsterdam.
BOAZBANK, N. Boteringestraat 11, Groningen.
MAKELAAR EN ADMINISTRATEUR VAN
VASTE GOEDEREN
HUGO DE GROOTSTRAAT 5 ROTTERDAM
Telefoon 57226
p. f.
i onze degelijke en
VLIEGTUIG-MECANICIEN/VLIEGTUIGIECHNIEK
Voor hen, die de lagere school bezochten en voor gevorderden.
GRATIS HULP BIJ SOLLICITATIE.
Vraag zonder verplichting inlichtingen bij A. S. S. O.,
Nieuwe Plein 31. ARNHEM.
MAANDAG 3 JANUARI BEGINT ONZE
MAANDAG BEGINT
ONZE BALANS-
DAMES- EN KINDER
tot
IN PRIJS VERLAAGD
LUXE BROOD-, KOEK- EN BANKETBAKKERIJ
J. SPRUIT G. SPRUIT
LAGE KIJNDIJK 6365
TEL. 2881
M. G.
d. WAALSTRAAT 27
TEL. 1784
LEIDSCHE
SCHILDER- EN TEEKEN-ACADEMIE
„ARS AEMULA NATURAE"
PIETERSKERKGRACHT 9
DAGCURSUS 1 938—1 939
Gelegenheid tot inschrijving der nieuwe leerlingen, zoowel
eerstbeginnenden als vergevorderden.
ergevorderdcn werken naar Levend Model.
Teekenen 10.p. m.
Schilderen 15.p. m.
bij vooruitbetaling
AVONDCURSUS 1 938—1 939
Inschrijving van eerstbeginnenden en vergevorderden. Vergevor
derden werken naar Levend Model, 7.50 p. m. bij vooruit
betaling. Inschrijfformulieren verkrijgt). aan bovenstaand adres
H. TUKKER AUTODIENST
LEIDEN HAARLEM ZAANSTREEK
wenscht zijn geachte cliënteele een voorspoedig Nieuwjaar.
A. J. MANDERSLOOT
de- Goud en Zilverwinkel in de Donkerstee* Leiden
onze beste wensehen voor 1938.
A. J. v. EXTER
BROOD- EN BANKETBAKKER
Haarlemmerstraaat 247 LEIDEN
G. N. 1 Jan. 1938
Fa. HACKE
HOOCE WOERD 21 TEL. 560
MAANDAG 3 JANUARI begint onze
Groote Balansopruiming
Profiteert van onze buitengewoon LAGE PRIJZEN
Ziet onze etalage
TABAK- EN SIGARENFABRIEK „DE VISSCHER"
oP».rich. M WOLTERS °z:r
De Fabriek voor Betere Handwerk-sigaren
Winkels: NIEUWE RIJN 2. Telefoon 2033
DOEZASTRAAT 32, Telefoon 2941
JAN VOSSENSTEEG 63, Telefoon 3703
m. g. 1 Januari 1938
SIGARENMAGAZIJN
H. G. J. W O L F
BREESTRAAT 88
hoek Haarsmansstceg
Telefoon 948 LEIDEN
STANDAARDVLAG 3.-
Compleet met stok en beves
tigingsplaat
Oranje - Rood-Wit-Blauw
KATOENEN VLAGGEN,
belangr,k lager.
N.V. HANDELSCOMPAGNIE
Boompjes 65, Rotterdam
Telefoon 24200 "(5 lijnen)
MAARSMANSSTEEG 3
GOEDEREN BUITEN DE
OPRUIMING:
10 PROCENT KORTING.
OPGERICHT 1882
TELEFOON 354
Loodgieterij, Koperslagerij Aanleg van Gas-, Stoom-, Water- en Electr. Geleidingen
Centrale Verwarming
A F
Erkend Water- en Gasinstallateur
H
O
O
G
E
W
0
E
R
D
1
1
J m v-n t -.y-- 2
haar geachte Clienteele, Vrienden en
een Gelukkig en Voorspoedig 1938
Wenscht
Bekenden
DEZE ZAAK
WEL BETER
HEEFT GEEN FILIALEN "W
i NOOIT DUURDER!
door L. VROEGINDEWEIJ Czn.
Welk een ramp mij hier ook nader',
k Vind in U mijn rustpunt weer...
Het is de laatste dag van het jaar. Den
geheel én dag is het guur, buiig weer go-
Meest. Wie niet buiten noodig heeft, zoekt
de gezelligheid 'binnenshuis en verheugt zich
in het vooruitzicht van een prettigen avond,
als familie en vrienden komen, om samen
„oud en nieuw" te vieren. Reeds vroeg wor
den de lampen ontstoken, om het mistroos
tige van dezen dag huiten te sluiten.
Wie wel buiten moet zijn, voor het werk
of noodzakelijk bezoek, haast zich om zoo
vlug mogelijk naar huis te kunnen gaan.
En tochniet ieder ge-voelt dezen
avond dankbaarheid in het hart, niet ieder
is blij, of liever: kan blij zijn
Want velen zijn er, ontelbaar velen, die
het moeilijk hebben, die lijden moeten zóó
lievig, als buitenstaanders niet beseffen
kunnen.
Eén van die vele mensehen is het jonge
meisje, dat rusteloos heen en weer loopt in
één der zalen van een groote krankzinni
geninrichting. Reeds een half jaar vertoeft
zij hier.
Den laatsten tijd was 'n voortdurende gene-
'ng merkbaar en ieder was verheugd met
aar en hoopte dat zij weer vlug naar hu:s
ju kunnen gaan.
Doch de laatste dagen voelde zij weer die
:ejaagdheid van voorheen, en de vrees dat
ze weer zoo'n „bui" zal krijgen, brengt
haar dikwijls het angstzweet op het gelaat.
Met bleeke wangen, opcengeperste lippen en
hijgende borst loopt ze handenwringend »jo
-aal op en neer. Haar oogen zien wezenloos
i zuster aan, wanneer deze haar iets vraagt
O, hoe zwaar weegt haar het hoofd. Ze
?t het: straks, het kan nu niet zoo heel
g meer duren, dan breekt dc bui los. Dan
dt ze beheerscht door dat wilde en tooni-
:e, waardoor ze niets en niemand kan
Jnlzien, omdat ze dan geen stuur meer heeft
over haar eigen geest en daardoor ook niet
meer over haar lichaam. En dat juist nü,
nu het oudejaarsavond is
Thuis zitten vader en moeder en de broer
tjes en zusjes bij elkaar en denken aan haar,
o zeker. Doch wat kan dat liaar baten? Al
denken alle mensehen van de wereld aan
haar: zij is alleen met haar angst en haar
groote, diepe leed.
God? Zou Hij aan haar denken? Zij weet
wel, dat zonder den wil van -haar hemei-
scfaen Vader geen haar van haar hoofd val
len kan. Maarwaar vandaan komen
dan het lijden en de strijd, die zij heeft?
Haar lijden en haar strijd?
O, nu gaat haar moed, haar geloof weer
wankelen, haar kracht dreigt te worden ge
broken. Vóór alles wil zij toch blijven ge-
looven. Vóór alles wil zij toch blijven bezit
ten het vertrouwen in haar hemelschen
Vader, niettegenstaande haar levensleed. Zij
wil sterk blijven, zich verzetten tegen wat
zeker komt. Ja, vechten wil zij om goed te
blijven en straks als genezen naar huis te
kunnen gaan. Naar huisAch, mocht '.ij
daar vanavond zijn En het oude jaar vaar
wel zeggen, met z'n smartelijke herinne
ringen
Maar neen, zij verlangt naar het onbereik-
bare. Want straks zal zij weer zijn in ziilk
een toestand, waarin zij wordt gedreven mt
erge, vreeseiijke dingen, die zij niet wil,
maar toch moet doen. Vandaar die hevige
innerlijke strijd, die vooraf gaat: het zich
sterk willen houden en het willen verber
gen voor anderer oogen „haar levensleed".
Dc zuster heeft haar patiënte reeds een
paar dagen in het oog gehouden. Ongemerkt
heeft zij den strijd, dien zij te voeren heeft,
•gadegeslagen, en ook zij verwacht, dat
TBetsy weer enkele vreeseiijke uren tegemoet
gaat, waaraan zij niet ontkomen kan, al
•houdt zij zich nog zoo dapper. Want de
luster weet dat zij zal vochten, zoolang ze
lean, tegen de inzinking, zóó, dat zich de
Vuisten ballen zullen en de nagels van haar
Vingers diep in het vleesch drukken zullen;.
maar toch zal zij het moeten opgeven.
En dat juist nu: oudejaarsavond....
Diep is haar meegevoel niet deze zieke.
Hoe lief was zij de laatste weken, hoe hoop
vol gesteld dat zij beter zou worden en weer
naar huis zou mogen gaan, waar vader on
moeder haar wachten cn allen van wie zij
houdt. Ze was zoo behulpzaam bij voorko
mende werkzaamheden en zoo blij wanneer
zij een goedkeurend knikje kreeg of een
•bedankje.
Zóó denkt de zuster, en haar blik rust een
oogenblik op baar, op Betsy.
De avond verstrekt en het wordt.tijd dat
'dc patiënten naar hun bed moeten.
Betsy wordt steeds rusteloozer. Af en toe
stoot zij enkele klanken uit, onverslaanbaar.
'Ook zij moet naar bed. Maar van slapen
zal dezen nacht niet veel komen, dat ziet
de zuster wel. En daarom heeft ze in liet
dagrapport er reeds melding van gemaakt.,
zoodat de dokter en hoofdzuster reeds vóór
"hun laatste avondronde weten, hoe het met
Betsy gesteld is.
Als nu de nachtzuster komt om haar taak
van de dagzuster over te nemen en uit de
overdracht verneemt, dat vooral deze pa
tient geen oogenblik uit het oog verloren
mag worden, zegt deze zacht- „Ach. aai
arme, lieve kind. En nu juist oude jaar
De ééne patiënte na de andere valt in
slaap. Het wordt stil in de groote zaal. Als
de zuster opstaat en even rondldopt om te
zien of alles in orde is, slapen allen; alleen
Betsv woelt zich om en om en om,.en
strijdt
Die anderen kunnen nu althans, voor
eenige oogenblikken hun leed vergeten cn
waarom zij hier vertoeven.
Dit alles overdenkt de zuster, terwijl zij
bij elk ledikant even stilstaat cn nu tenslotte
weer komt bij Betsy.
Met groote, starende oogen, haar hoofd
heen en weer schuddend, zich wild om en
om gooiend, ligt zij daar: een toonbeeld
van smart cn ellende.
Bij het schijnsel der wachtlamp ziet de
zuster hoe in-bleek Betsy's gelaat is en dat
groote zweetdruppels langs haar slapen
vloeien. Met een handdoek veegt zij ze af.
Ook laat ze haar wat drinken. Even, doch
ook maar even, komt er een flauwe glimlach
over haar gezicht, doch dan direct weer die
angst uitdrukking.
„Kun je niet slapen, Betsy?" vraagt da
zuster.
„Neen," klinkt het heesch. Dan is het
weer stil als tevoren. De 6tilte van don
nacht. Oudejaarsnacht.
Elf zware slagen dringen vanuit het dorp
tot hier door. Elf uur. De zuster gaat zitten
op haar stoel bij de waohttafei. Ze haalt
een boek te voorschijn, maar van lezen zal
niet veel komen, denkt ze. Even later bergt
ze het maar weer weg.
Af en toe hoort ze zwak het gelach en
gepraat vanuit de zusterkamers. Het is im
mers oudejaarsaiond cn dan krijgen de ver
pleegsters verlof wat later naar hun bed le
gaan om nog een poosje gezellig samen te
kunnen zijn.
De nachtverpleging heeft altijd iets ge
drukts; maar de nacht waarin het oude
jaar afscheid neemt en het nieuwe jaar zijn
intrede doet, draagt wel zeer bijzonder een
weemoedig karakter.
De klok tikt regelmatig. Langzaam maar
zeker vordert de tijd. Reeds is het half
twaalf.
De zuster aan de wachttafel zit heel stil
en luistert naar de verschillende ademha
lingen der patiënten. Uitgezonderd Betsy
slapen allen rustig. Zij voorvoelt dat deze
nacht zwaar zal worden en daarom heeft ze
haar handwerk maar in haar tasch gelaten.
Zij kan nu toch niet werken, want er zijn
Izooveel vragen, die op je instormen en jc
gedachten in beslag nemen bij het zien van
zóóveel leed; vooral in dézen nacht: oude
jaarsnacht.
Ze staat op om haar ronde te doen en
zich ervan te vergewissen of alles werkelijk
rustig is.
Bij Betsy gekomen, vraagt deze: „Hoe laat
is het, zuster?"
„Half twaalf, Betsv," antwoordt ze.
„Half twaalf pas?" zegt ze met schrik. O,
was het maar morgen."
Het antwoord heeft haar nog onrustig^-
gemaakt, maar ze mocht haar toch niet he
driegen.
De zuster gaat terug naar haar stoel; ze
Voelt zich" beklemd. Veel nachten heeft ze
reeds in deze zaal doorgebracht, en veel is
daarin van haar gevraagd geworden. Maar
dézen nacht, met al die rustig glapende men
sehen, die in den slaap hun rampzaligen toe
stand vergeten, en dan één tussohen die al
len die het zoo bang heeft, dat grijpt haar
•aan meer dan anders.
Nog even, dan is het twaalf'uur. Het oude
jaar is dan vervlogen, het nieuwe doet dan
z'n intrede. Thuis zullen ze elkaar geluk-
wcnschen.
Van buiten hoort zij al schieten. Even la
ter hoort ze het klokje twaalf uur slaan.
Het oude heeft afgedaan, het nieuwe begint.
Met Betsy wordt het steeds erger. Ze gooit
zich om en om in radelooze angst. Ze is
•bijna geheel de macht over zichzelf verloren.
Gedurig honkt zij met haar hoofd tegen
de randen van het ijzeren ledikant, alsof zij
er behagen in schept te luisteren naar dat
'gebonk.
En dan, plotseling, zonder dat er iets aan
voorafgaat, begint Betsy te zingen. Helder,
luid, klinkt het door de zaal:
•O, Gij, Die mijn ellende,
mijn bange dagen ziet,
tot Wien ik d'oogen wende
in nachten van verdriet,
verhoor, o God! mijn emeeken,
waar alles mij ontvlucht.
'Aanschouw de tranenbeken
van 't hart dat tot U zucht.
Ja, bron en 6teun mijns levens,
Mijn Vader en mijn God!
Uw liefd' en wijsheid tevens
bestuurden steeds mijn lot.
Wat rampen mij bestrijden,
wat om mij samenspant:
De beker van mijn lijden
komt van een Vaderhand.
Nauwelijks echter is de laatste regel ver
klonken of Betsy springt uit haar bed. Zij
moet er uit, ze kan zich onmogelijk meer
bedwingen. Ze moet iets doèn, iets onmoge
lijks; wat weet weet ze niet.
Doch de zuster heeft haar niet uit het
oog verloren. Direct heeft ze om hulp ge
beld, welke weldra gekomen is. Men tracht
haar te kalmeeren. Ze wordt naar bec. ge
bracht. Dan, langzaam aan, zakt.de bui
wat. Eindeijk valt ze in slaap...
Bleek als een doode, uitgeput van ver
moeienis, ligt zij da^r nu, De strijd is nu
gestieden en voor het oogenblik is zij in
haar slaap vergeten, wat er is gebeurde
Doch stréks, wanneer zij ontwaken zal, en
haar weer met felle kleuren voor oogen
staan zal dat, wat gebeurd is? Hoe zal zij
zich dan gevoelen?
Want van een terugkeer in de maat
schappij kan voorloopig geen sprake zijn.
Wanneer thuis zooiets was voorgevallen
hadden de gevolgen wellicht ernstiger vorm
gekregen.
Enkele uren van rust mocht zij zoo genie
ten, toen sloeg zij haar oogen op. „Zuster",
riep zij zacht, „krijg ik wat water? Ik heb
zoo'n dorst"
De zuster brengt 't haar en vraagt: „Wel
Betsy, hoe gaat het nu?1'
Zij brengt, haar. hand naar 't hoofd, en j
zegt: „O, mijn hoofd. Ik heb zoo'n vrcese- I
lijke hoofdpijn. Maar zuster", vraagt ze dan I
opeens, „heb ik u niet bezeerd? Ik wist I
niet meer wat ik deed, ik kon mc niet meerl
houden. Vooral toen .het vers uit was hadl
ik geen houvast meer. Toen was het of ik.1
losgelaten werd en wegzonk. O zuster, datl
is zoo erg. En," ging zij voort, „nu dacht 1
ik dat ik haast beter was, cn nu is hetj
nieuwjaar, en dan zoo'n begin."
Meteen breekt zij in krampachtig snik
ken uit.
De zuster laat haar begaan, wetend, dat
dit haar goed zal doen.
Langzamerhand komt Betsy tot bedaren.
De zuster spreekt haar moed in: dat zo
flink moet zijn en probeeren moet vlug de
oude te worden.
Ze wijst haar ook op den grooten Heel
meester, die ook haar beter kan maken. I
vraagt Betsv, samen om haar genezing tc
vragen bij dien Heelmeester en om bijstand
in moeilijke uren, wanneer die nog kom
zullen. Betsy knikt van ja.
En dèar, in die zaal, terwijl de eers:
lichtstralen van den nieuwjaarsmorgen, iu -
schen de naden der gordijnen door, binni i
trachten te dringen, gaat er een schuchter]
eenvoudig gebed op tot den hemelschi n
Vader, voor dit menschenkind, dat de lc-J
vcnslast alleen niet dragen kon cn da.
kracht zocht bij Hem, Die mildelijk geeftj
en niet verwijt.
Zóó ving BcTsy haar nieur.-e begin aan...l