TUINBOUW, I Ons Praatuurtje cmmmsEm. HET LOON VAN DEN BOER POKON ku""ï>» AGENTEN GEZOCHT WOENSDAG 8 DECEMBER 1937 No. U2 Wat de cijfers van de boekhoudbureaux zeggen Overijssel - Uit de cijfers, die omtrent 1003 boeren bedrijven in Overijssel gepubliceerd worden kunnen wij ook het een en ander mede- deelen. In deze provincie worden ook ver schillende gebieden onderscheiden en wel het weidegebied, waar de gemiddelde bedrijfswinst per ha. in 1936 bedroeg f 48.86 (in 1935 f 9.57b het zand- en veen gebied f 48.86 (f 17.17 in 1935), het zandgebied f 47.77 (f 15.52), de IJ s s e 1- s treek f 47.85 (f 5.71) en de Veenkolo niën f 41.17 (f 80.69). Onder bedrijfswinst wordt ook hier ver staan evenals we dat bij Groningen en Friesland berekenden, het overschot, dat verkregen wordt als we aannemen dat het bedrijf geheel verpacht is en van de in ventaris rente betaald moet worden. Wanneer we dan weten, dat de gemiddel de grootte der bedrijven in Overijssel onge veer 15 h.a. is, dan blijkt dat het jaarloon van den boer in de verschillende gebieden over 1936 bedraagt: in het weidegebied f 730 tegen f 154 in 1935; in het zand- en veengebied f 820 (in 1935 f 255); m het zandgebied f 715 (f 180), in de IJ ss el streek f 730 (f 76) en in de Veenkoloniën f 615 (f 1200). Noord-Brabant en Zeeland Voor de Zuidelijke provincies gaan we allereerst na wat het boekhoudbureau van de N. C. B. ons mededeelt over de uitkom sten der 1228 door dit bureau gecontróleer de bedrijven. De uitkomsten zijn beduidend hooger dan in 1935 het geval was, toen in meerdere ge bieden niet alleen geen verdiensten konden geboekt worden, maar zelfs beduidende ver liezen geleden weiden van 7, van 10, zelfs van 20 en 24 gulden per ha. De beide jaren daarvoor waren evenmin rooskleurig Ook toen werden beduidende verliezen geleden. Gerekend is alweer, dat de bet-rokken be drijven gepacht zijn en dat voor het be drijfskapitaal een matige rente (4 pet.) be taald moet worden. Uit de gegeven cijfers blijkt, dat in het afgeloopen jaar, dat is dus Mei 1936Mei 1937, veel beter is geboerd dan daarvoor. Zoo is het loon voor den boer voor de Z. en O. zandgrond berekend op f 57.44; voor de M e y e r ij op f 52.88; voor de M a a s- kant op f 40.85; het land van Cuyk op f 68.63; de W. zandgrond op f 29.87, M a a s e n W a a 1 op f 21.32; het R ij k v a n N ij m ege n op f 46.94; het land van H eua- den en Altena op f 37.69. In het oostelijk deel van Zeeuwseh- Vlaanderen was de bedrijfswinst f 51.48 en in 't N.W. zeekleigebied van Bra bant f 65. Alles, zooals we dat telkens opgaven, por ha Nu moet hier dadelijk bij opgemerkt wor den, dat in al deze cijfers ook begrepen zijn de hoogere inventaris-cijfers tengevolge van de hoogere veeprijzen. Deze hoogere vee prijzen zijn wel voordeelig als men vee over heeft om te verkoopen, doch in den r*gel staat daar inkoop van ander aee tegenover of wel eigen aanfok. Maar hoe dan ook, men moge boekhoud kundig kunnen verdedigen dat deze hooge re mventarisat.iecijfors als winst aange merkt moeten worden, toch is het ook waar, dat men van deze winst niet kan eten. Als loon voor den boer kan o.i. deze winst dan ook niet aangemerkt worden. Waar deze d-i.k.i, vele verïorgingiaanwijiingen geheel gratis inventariswinst, zooals we het maar zullen noemen, berekend is op f 15 per ha. (voor het N.W. kleigebied zal het waarschijnlijk lager moeten gesteld worden, daar hier de bouwgrond ruim drie vierde van de bedrij ven inneemt), moeten dus feitelijk, als we van loon voor den boer willen spreaen, bo vengenoemde cijfers met dit bedrag ver minderd worden. Uit de ons ten dienste staande gegevens blijkt niet de grootte der bedrijven in de verschillende gebieden. Uit de officieer cijfers die de Directie vam de Landbouw over het vorig boekjaar heeft gepubliceerd, kon opgemaakt worden, dat de bedrijven in O Zeeuwsch Vlaanderen en op de NAV. Brab. klei gemiddeld 35 k 40 ha groot zijn en in de andere deelen van N.-B. loopen van ge middeld 15 tot 20 ha Hieruit volgt dan, dat het jaarloon van den hoer voor zijn arbeid op de boerderij en zijn bedrijfsrisico berekend kan worden als te loopen van 400 gulden tet 1000 gulden. Inbegrepen is de verhoogde koeienprijs, dus inderdaad loopt het inkomen van 200 tot 700 gulden (ruim berekend). Dat is dus wel een heel sober loon. In de kleistreek ivan O. Zeeuwsch-Vlaan deren en van N.-Brab. is (alweer de verhoog de koeienprijs inbegrepen) het jaarloon te berekenen op 1900 k 2300 gulden per jaar. Van andere provincies ontbreken ons tot heden de noodige gegevens. ORANJEAPPEL BOOMPJE Solarium capsicastrum. S.-Hendersonii) Dit bekende plantje, met donkergroeni blaadjes en oranjekleurige vruchtjes, di als ze goed gekweekt zijn een sieraad voor de kamer kunnen zijn. is .uit Brazilië af komstig. Meermalen wordt het ook Capsicum p noemd, doch de eigenlijke wetenschappelijke naam is Solanum. Deze naam zegt dat de plant verwant is met de aardappel, de tomaat, het bitterzoet, en het lastige on kruid in.onze tuinen, de zwarte nachtschade Het zijn eigenaardige bloempjes, waarin de oranje helmknopjes tegen elkaar aange klemd zijn en zoo a~h.w. het vruchtbeginsel iof derlijk beschermen. De witte bloempjes van het oranjeappeltj zijn niet opvallend en daarvoor neemt men de plant ook niet Doch wel voor de fraai gekleurde oranjekleurige vruchtjes, die ëerlijk tegen het gladde donkergroen der bladeren afsteken. Maar dit plantjie is voor velen lastig te kloeken. Dlaarover vallen tenminste vele klachten. Daarom schreven we hierboven ook: „ab goed gekweekt worden." Want dit kweeken eischt nu wel niet zooveel kwee kerskunst, doch wel eenige oplettendheid Het is goed de pot in den zomer in dc tuin te zetten en deze in de grond in tn graven tot aan of over de rand van de pot Maar men loopt de kans dat de wortels door de pot en over de potrand heen groeien. Dat mag niet De plant zou daar door te hard groeien en geen bloemknop ge ven. Om dit doorgroeien der wortels te voor komen is het noodig, dat de pot elke week rondgedraaid wordt, de ovér- en doorgevoer de worteltjes breken dan af. Goede grond en veel gieten is zeer te LeveVn Ook het geven van vloeimest o' kamerplantenmest. In de herfst gaat de plant naar binnen, op een lichte en koele plaats. Men giete wat minder, doch gevi nog wel mest Vooral niet te veel water geven. Maar ook niet het tegenovergestelde dus en de kluit laten verdrogen. Dus matig .vochtig houden. De plant bloeit in de zomer. Als men ze binnen moet houden, moeten de bloemen bestoven worden. Anders komt er geen vrucht Buiten doen in de regel de insecten het werk, doch zekerheidshalve zou ik ook hier kunstmatig bestuiven aan willen raden. De bloemen zijn n.l. zelf stern zooals men dat noemt. Het stuifmeel geoi1 geen bevruchting van het vruchtbeginsel i"an hetzelfde bloempje. Wel van een ander bloempje van dezelfde plant. Als dus ziet dat de oranje helmknopjes 't stuifmeel loslaten brengt men dit met eer penseeltje, of met de vingertop op de stem pel van de andere bloempjes. De stempel moet ook rijp zijn, wat te zien is aan he. vochtig zijn er van. Wij zouden aanraden dit bestuiven om de één of twee dagen eenige malen te her halen. Het niet goed bestuiven is vaak de reden dat er geen vruchtjes komen, terwijl het in de tuin meestal vanzelf goed gaat, doch ook niet altijd. Daarom geven wij de raad daar ook mede re helpen bij de bestuiving. In Maart of April, vóór dat de plant d tuin in gaat verpot men. Goed is het dit elk jaar weer te doen. De aarde moet met te los zijn en goed voedzaam. Zoodra men ziet, dat de groei opnieuv begint, neme men een scherp mes en snijdt alle takjes goed terug. Dus zóó, dat ei maar één derde deel van overblijft Men krijgt zoo volle bossige, stevige plan ten, die goed zullen bloeien. Als men op deze wijze handelt zal men plezier van dit oianje-appelboompje be leven. NATRIUM BIJ SUIKERBIETENBOUW Natrium werkt gunstig bij kaligebrek Reeds was men er van overtuigd, dat natrium voor de groei der suikerbieten beteekenis had. Door hetInstituut voor suikerbietenteelt te Bergen op Zoom is hiernaar een nauw keurig onderzoek ingesteld. De resultaten van dit onderzoek zijn vermeld in no. 7 van de Mededeelingen van dit instituut. Aan de samenvatting wordt door ons het volgende ontleend: De invloed van natrium op den groei van de suikerbiet werd nagegaan in water-, zand-, en grondcultures. Het natrium werd gegeven in den vorm van Na Cl. (keuken zout). De belangrijkste feiten, die ten aan zien van de natriumwerking werden ge constateerd zijn de volgende: Een gunstige natriumwerking bleek zoo wel in water- als in zandcultures duidelijk bij een tekort aan kalium. De verschijnselen van kaligebrek werden zoowel in water als in zandcultuur uitge steld en in belangrijke mate verminderd) door toevoeging van Na Cl. Bij een gering lekort aan kalium kwamen de kaligebrek- symptomen in het geheel niet tot uiting bij aanwezigheid van voldoende natrium-ionen. Tengevolge van zeer groote keukenzout giften krijgt het blad een lichtere kleur, eveneens bij kleinere keuk,enzoutgiften bij een duidelijk tekort aan kalium. In het eerste geval moet de lichtere kleur waar schijnlijk worden toegeschreven aan de erking der chloor-ioncn; in het tweede geval aan het feit, dat het tekort aan kalium voor een deel word opgeheven door de natnum-ionen. Zoowel in water-, zand- en als grondeul cultuur werd een meeropbrengst verkregen tengevolge van de Na Cl. toediening van het plantengewicht, hetgeen zoowel geldt voor versch als droog materiaal. Meerop brengsten worden kleiner naarmate meer kalium aanwezig is. Ook de suikergehalten en vooral de sui- 'rergewichten zijn gunstig beinvloed door let keukenzout, hetgeen vooral bij een tekort aan kalium duidelijk tot uiting komt. Het droge-stofgehalte van het loof neemt zoowel bij de water- als de zandcultures ai tengevolge van een flinke zout-toediening. doordat het watergehalte van het loof groo ter wordt. Bij een tekort aan kalium kun nen ook kleine zoutgiften het droge-stof gehalte van het loof verlagen. Het uitstellen of wegblijven der kali gebrekverschijnselen tengevolge van eer natriumgift blijkt niet een gevolg te zijn van het toenemen van het kaligehalte va het versche loof, aangezien dit juist af neemt De betere ontwikkeling der planten bij toevoeging van natrium is niet alleen een gevolg van het feit, dat de plant tengevolge van de natriumgift in totaal soms meer kalium vermag op te nemen, doch moet voor een belangrijk deel aan de natrium werking in de plant worden toegeschreven. Tengevolge van de zoutgiften is het kali gehalte van den verschen wortel niet in alle gevallen toegenomen; in verschillende gevallen is het kaligehalte bij toevoeging van zout zelfs lager dan bij afwezigheid hiervan; de kaligewichten van den wortel zijn daarentegen gewoonlijk toegenomen door de natriumgift, hetgeen zoowel geldt bij een tekort aan kalium als bij aanwezig heid van voldoende kalium. Het uitstellen of wegblijven der kalige brekverschijnselen tengevolge van een na triumgift moet "oor een belangrijk deel een gevolg zijn van het toegenomen natrium gehalte, respectievelijk van een meer gun stige verhouding van zuren tot bazen, het geen bewezen wordt door het feit, dat hel natrium zich voornamelijk naar de oudere bladeren begeeft, die het sterkst te lijden hebben van een tekort aan kalium, terwijl het kaligehalte van deze bladeren tenge volge van de natriumbemesting niet toe neemt, integendeel juist kleiner wordt. Het stikstofgehalte van het versche loof wordt düideiijk verminderd door een Na Cl.-toedienirig bij een tekort aan kalium hetgeen vooral het geval is bij het oudere loof. Bij aanwezigheid van voldoende kalium is de verlaging eveneens in de meeste 'ge vallen te zien, doch is over het algemeen minder uitgesproken. Het stikstofgehalte van den verschen wortel blijkt bij een tekort aan kalium lager te zijn'in de gevallen, waarbij keukenzout werd gegeven. De stikstofopname van de geheele plant is over het algemeen zoowel bij een tekort aan kalium als bij aanwezigheid van vol doende kalium toegenomen tengevolge van de zoutgiften. De natriumgiften hebben zoowel in water- zand- als grondcultures het fosforgehalte Het is weer de tijd van pluimveetentoon stellingen. Hierboven een fraaie met ie prijs bekroonde Rijnlander. van het versche loof practisch bij alle groepen verlaagd, zoowel bij een tekort aan kalium als bij aanwezigheid van voldoende, kalium, hetgeen vooral bij het oudere loof tot uiting komt. Bij een tekort aan kalium heeft een natrium-fosforzuurgift het gehalte van den verschen wortel in de meeste gevallen hoogd; bij aanwezigheid van voldoende kalium is van een duidelijke beinvloeding in een bepaalde richting niets met zeker hei-d te zeggen. De fosforopname van de plant is bij watercultures bij aanwezigheid van keuken zout slechts in enkele gevallen hooger dan bij afwezigheid van natrium. Bij zand- en grondcultures hebben de planten over het algemeen duidelijk meer fosfor opgenomen wanneer zout werd toegediend; bij de zand cultuur is dit vooral goed te zien bij de planten, die een tekort hadden aan kalium UIENPELMACHINE Ook voor bloembollen De 33-jarige J. de Jong, wonende te Haarlemmermeer heeft na een avondarbeid van ruim 2 jaar een pelmachine voor bol gewassen uitgevonden. In de afgeloopen zomer werden reeds proeven genomen die een goed resultaat opleverden. Daar de Jong zelf niet in staat bleek de zaak te finan cieren werd een Handelsvereeniging te Amsterdam bereid gevonden dit ter hand te nemen. Zij heeft inmiddels de octrooi-aan vrage ingediend. WEET GE dat minister Steenberghe het acht van Over heidswege tie vorderen van een kwaliteits controle op verscheidene landbouw-export- artikelen een eisch des tijde aoht; dat vele hazen in de Betuwe lijden aan monrl- en klauwzeer, dat zióh openbaart aan de achterpooten. dat vele jagers besloten, teneinde het ver- spreiden van het mond- en klauwzeer zooveel mogelijk tegen te gaan het jagen op te schorten tot de staltijd van het vee aangebroken is dat in de Veenkoloniën getracht zal worden de inkrimping van de aardiappelverbouw tegen te gaan door volgens een vinding van ir. Vlasblom veovoeder van aardap: pels te produceeren. dat door het procédé om aardappelen tot veevoeder te verwerken tevens een stap wordt gedaan in de goede richting tot op lossing van het vraagstuk aangaande het afvalwater, dat thans een vreeselijke stank geeft en het kanaalwater op erge wijze verontreinigt, dat door de kunstmesthandelaren veree- nigd in de Coöp. Ned. Inkoopvereen. be sloten is al het mogelijke te doen om de contingenteering der stikstofmeststoffen opgeheven te krijgen, omdat niet alleen dï handelaren gedupeerd, docih ook tien duizenden landbouwers benadeeld wor- RAAMLIJSTEN SYSTEEM ..NYHOF" 5^ punten waar het om gaat* Speciale ruitenhouder. Stalen hoeken. Koperen nagels. Langere levensduur. Goedkooper in 't gebruik J. BAK, H. BAK DE JONG KLNDRIK-IDO-AMBACHT - Telef. 't Loopt tegen Kerstmis. *n Groot aantal ganzen onwetend van het lof, dat hun wacht Als het waard is vee goed te voeren', dan is het zeker waard OHa VOEDERS te koopenl gegarandeerd met D-vitamlnen en Okra-Salts (minrealen) Van Oijen's Handels-Mij. N.V. Postbox 48 VENLO (L.) voor den verkoop van onzo TUIN-, BLOEM- ej LANDBODWZADEI FA. GEBR. OUDIJK - WADDINXVEEl Kwaliteit Hennen en Eendei met 5 dagen *HJ zicht. Alleen Iets goeds WtL Legh. en Excheg legh. 6 mnd f 1.26 7 mnd f 1.36 p. st; Bh! lal. Reds en Barne velders 6 mnd fl.35, 7 mnd f 1.46 p. st.; ge- BELASTINGZAKEN - B0EKH0UDE1 Voor ALBLASSERWAARD is Uw aangewezen adres J. VAN HOVEN SLIEDRECHli Tel. 271 - D 15 (bij de Tolsteeg)] Centrale Boekhouding voor alle bedrijven. den door de hoogere prijzen der stikstof- meststoffen die een gevolg der contingen teering zijn. dat ook in Ned.-Indië fiet mond- en klauw zeer is uitgebroken en zich over de ge heele residentie Madioen, op Java, heeft uit gefbreid en de inlarudsdhe, zoowel ali Èuropeesóhe koeien in grooten getale reeds lijdende zijn; WAT IK HOORDE EN.ZAG, LAS EN DACHT. OP REIS EN THUIS Of ik een goede Sinterklaas heb gehad, vroeg me Maandagmorgen iemand, toen ik op reis was naar „de krant". Dat hangt er van af hoe je dat bedoelt, was mijn antwoord. Al ge me dit vraagt als hoofd van mijn gezin, antwoord ik: „neuzel" Als ge me vraagt naar mijn persoonlijkheid je, dan zeg ik „schitterend!" Als ge me vraagt als krantenman, als persmuskiet (overigens een heel nuttig insect) dan moet ik antwoor den DE GARD VAN ZWARTE PIET IS ME NIET GESPAARD 'k Kreeg een uitbrander, omdat ik niet had mogen schrijven, zooals ik verleden week deed, over de overheidsinmenging in het kippenleven. Ik had toen critiek uitgeoefend op de m.i. te ver gaande crisisbemoeiingen, die verbo den hebben, dat de hokken van kuikenfok kers en vermeerderaars verlicht worden des avonds en (of) des morgens vroeg. Dat ver lichten der kippenhokken, dus feitelijk bet verlengen van de korte winterdagen voor de kippen, wordt veel toegepast en algemeen wordt het voordeel daarvan beduidend groo- ter geacht dan de kosten, die het mee- ^Afgedacht nu van het feit, dat de hroed- resultaten volgens sommigen ongunstig be ïnvloed worden door het verlichten der hok ken in den winter, meenden wij dat zulk in mengen van de overheid in het bedrijfsleven der kippenhouders toch te ver ging. Ve.len waren dat met ons eens. Maar niet allen. Eén w."5 er, die mij daarover kapittelde en zeker als Zwarte Piet dien Praatjesmaker eens wilde afzouten. Hij was van oordeel, dat de Overheid zeker mag eischen, dat door haar gesteunde bedrijven een prima product leveren en niet om verhooging van die steun te verkrijgen een minderwaardig product. Wij zijn het volkomen met hem eens en heel veel anderen, die ook dit ingrijpen in he bedrijfsleven afkeuren, als te ver gaand, zullen het ook eens zijn met deze vermeer deraar. Maar dat kan wel anders geregeld worden, dachten wij zoo. Doch wij erkennen gaarne, onze ondeskundigheid, zooals de schrijver ons aanleunt. En aanvaarden gaarne de wel of niet verdiende afstraffing met de roede in Zwarte Piet. We verwachten zelfs nu binnenkort ook verbodsbepalingen van bepaalde voeders voor varkens, die het spek, en voor rundvee, dat de melk, de boter en de kaas ongunstig kun nen beïnvloeden. Zelfs zullen de boeren en tuinders van gesteunde bedrijven gekeurd moeten worden. Ook van hun werken hangt veel af voor de kwaliteit der producten. Dit wil niet zeggen, dat we het standpunt van den schrijver op onze beurt geheel dwaas achten. Integendeel, wij kunnen ieders standpunt wel waardeeren. Zonder het er daarom rnee eens te zijn. Waar we zelf we vrijheid willen behouden om critiek uit te oefenen, daar waar wij dit noodig ach ten, zullen we critiek op onze critiek ook billijken. Maar we mogen dan ook critiek vrij van persoonlijkheden verlangen, zouden wij zeggen. En dat is niet altijd het geval hij critiek. Nog EEN ANDER ROEDETIKJE Ik had bereke.nd, dat 79 en 60 samen 139 was, terwijl ik daarbij had opgemerkt, dat 139 tegenwoordig 4 minder is dan 143. Dat had ik niet mogen doen. Ik zie dat ulleder aangezichten vraagtee- kens zijn geworden. Begrijpelijk! Toen 25 Nov. de boverno tee ring 79 cent was en de heffing, 00 cent en dus de prijs waarvoor de groothandel het onverpakte product af fa briek kan krijgen 139 cent was, was dit vol gens mij 4 cent minder dan een week daar voor, toen de noteering 88 cent en de hef fing 55 cent was. Dat had ik niet zoo mogen schrijven. Maar de practijk wees uit, dat het wel zoo was. Advertenties meldden lager boterprijs en mijn vrouw deelde mede ook minder te hebben betaald. Zeg nu maar eena hoe men moet doen. Niets schrijven! Maar dat wordt je ook kwalijk genomen Ja, ja, zoo makkelijk is het niet om aan de weg te timmeren! Laatst is over de enorme uienprijsstijging geschreven. Was ook niet goed. Wekte de speculatiezucht op. Mond- en klauwzeer-be- riohten maken ons verdacht in het buiten land, evenals de coloradokever en wat niet aL Maar dan kunnen we wel ophouden met praten. Welnu, misschien doen we dit binnenkort wel. Misschien verheugt "het de lezers dit te hooren, misschien zijn er ook enkele ande ren. Alles heeft zijn voor en tegen. Maar niet veel zal er tegen in te brengen zijn, wat de heer H. J. Frietema, die kort ge leden aan de handelshoogesc-hool promoveer de, in zijn proefschrift beweerde. De gepromoveerde, adjunct-directeur van de Friesche Coöperatieve Zuivelexportver- eeniging, schreef een proefschrift over: „Pro ductie en prijsvorming op de Engelsche markt van Nederlandechc, Deensche en kolo niale boter". Dat is een onderwerp. dat ons interesseert WAARMOM MAAKT DE DEENSCHE BOTER ALTIJD EËA HOOGER PRIJS OP DE ENGELSCHE MARKT vraagt menigeen zich af, die leest, elke week weer, dat onze boter stukken achter blijft wat de prijs aangaat bij de Deensche, terwijl deze laatste goedkooper wordt gepro duceerd. Hooger prijs en lager productiekos ten in Denemarken. En bij ons lager boter prijs en veel meer kosten er aan besteed. Van de conclusies, waartoe de jonge doc tor kwam, zijn in dit verband de volgende belangrijk: De verwerkingskosten der melk vormen in Nederland een veel belangrijker deel van de opbrengst der uit deze melk bereide boter dan in Denemarken en de dominions. De prijsvorming van Nederlandsche boter op de Engelsche markt wordt, in vergelij king met die van de Deensche boter, ongun stig beïnvloed, doordat de uitgevoerde hoe veelheden sterke seizoenschommelingen ver- toonen en doordat de kwaliteit van de Ne derlandsche boter door de afnemers, in het algemeen gesproken, ten achter wordt ge steld bij die van de Deensche. Door de toe nemende invoeren van Nederlandsche boter in Groot-Brittannië, hebben deze factoren gedurende de laatste jaren groote beteekenis gekregen. Voor Nederlandsche boterproducenten kan de naaste toekomst niet anders dan weinig hoopvol worden genoemd, al moet hierbij er op worden gewezen, dat verruiming van het internationaal ruilverkeer de vraag naar zuivelproducten sterk zou doen toenemen. Er kan nog heel wat worden bereikt door verlaging van de productiekosten en van de verwerkingskosten van de in ons land ge produceerde melk, door een betere verdee- iing van de melkproductie over de seizoenen en door perfectioneering van de kwaliteit. Dat ziet. er dus voor onze boterexport min der goed uit. Op de wereldmarkt moet men kunnen ooncurreeren. En als een die èn door studie èn door zijn werkkring goed op de hoogte is, zegt, dat de toekomst weinig hoopvol zal zijn, dan zal het wel zoo zijn ook. 't Is echter goed om niet bij de pakken te gaan zitten en te trachten onze fouten te her stellen. Na zoo'n achteruitstelling van Nederland bij een ander land is het gped een ander te hooren, die ook vol lof over ona land is. En dat de laatste een buitenlander is maakt het nog prettiger. Prof. René Martial, hoogleeraar aan de Parijsóhe universiteit, heeft in ons land ge sproken. Deze 65-jarige professor kent one land door en door en hij kent ook zijn eigen land. En nu vraagt hij: WAAROM GAAN ER NIET MEER NEDERLANDSCHE BOEREN NAAR FRANKRIJK en hij wees er op hoe Nederlanders naar Frankrijk zijn gegaan van de Middeleeuwen af. De uitwisseling nam nog toe in tijden der Hervorming, toen Protestantsche, Hol- landsche en Viaamsche studenten kwamen om gelijkgezinde professoren te hooren. De relaties waren echter ook van mate- rieelen aard. Zoo heeft Henri IV Nederlan ders laten komen om de moerassige gronde n van de Vendée en de Languedoc droog te leggen: polders in die streken verraden nog hun Hollandschen oorsprong en dat de ko ning daar een zeer vrijgevige politiek en zelfs bij vestiging voorgoed spoedig burger schap en zelfs adeldom toezegde, bewijzen de Hollandsolie namen, die men ook thans nog in Bordeauxsohe families aantreft. Ve len zijn in dien tijd in Frankrijk gebleven. Daarom vroeg hij in zijn rede, waarom de Nederlandsche boer tot op heden de weg naar Frankrijk zoo slecht heeft gevonden. Het grootste aantal Nederlanders kwam in 1926. Toen waren het er159 en in de laatste 6 jaar zijn er samen160 personen (manen vrouwen en kinderen) uit Neder land gegaan. Uit andere landen zijn het er even zooveel duizenden. Waarom zouden niet meer goede boeren en landarbeiders uit Nederland gebruik maken van het goe de land, dat nu nog ongebruikt ligt iin Frankrijk. En in Nederland zijn er zoo ve len, die snakken noor een boerderij. Wij zul len ze graag een plaats in Frankrijk geven, zei de professor. 't Kan zijn, professor, doch de totaal ver schillende geaardheid en verschil in levens gewoonten speelt hier mijne inziens een heel groote rol. Emigranten uit andere landen moeten zich ook wel aanpassen zegt de professor, doch hij vergeet, dat voor hen hoogstwaarschijnlijk meer het móeten eimigreeren en voor de Ne derlanders het kunnen een rol speelt. En' dat is van yeel invloed op het zich willen aanpassen. Wat men kan als het moet blijkt heel dui delijk in Duitschland, waar ze zich alle be perkingen laten welgevallen. Daar komt straks zelfs „eenheidsbier". (Weten de ouderen met mij nog van onze „eenheidsworst" in de oorlogsjaren brrrr!) Dat zal dan bier worden van minder dan 121/2 pcu alcohol.. Voor de Duitscher die ge middeld per hoofd en per jaar 50 1. bier drinkt is dat een heel belangrijke inmenging in het bieddrinkersleven. In ons land drink! men maar 14 liter. Maar wij zijn nog al matige drinkers. Ook van melk. DE GROOTE MELKDRINKERS zijn de Finnen. Althans volgens een van de Finsche bla den. Dat blad beweerde met eenige trots, da( Finland een van de grootste meTkverbruk kers ter wereld is. Zoo hebben de inwoners van Helsingförs jaarlijks 99 millioen liter melk noodig. Dat is heel wat voor 280.000 inJ woners, die er zijn. Daarvan gaat het groot ste deel als consumptiemelk door het keel gat. Ongeveer 33 millioen 1. wordt tot boter en kaas verwerkt doch een kleine 66000 1. wordt als melk gebruikt. Men rekent da( iedere Fin jaarlijks 422 glazen melk drinkt, dat is ruim 200 1. In de meest voorname restaurants ziei men de meest voorname heeren en dames melk drinken bij hun eten. Als wij het ook tot ruim 200 L. melk per jaar en per hoofd brengen is er geen melk* misère meer. PRAATJESMAKER I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8