TUINBOUW,
I
Ons Praatuurtje
cmmmsEm.
HET LOON VAN DEN BOER
POKON ku""ï>»
AGENTEN GEZOCHT
WOENSDAG 8 DECEMBER 1937 No. U2
Wat de cijfers van de boekhoudbureaux zeggen
Overijssel
- Uit de cijfers, die omtrent 1003 boeren
bedrijven in Overijssel gepubliceerd worden
kunnen wij ook het een en ander mede-
deelen. In deze provincie worden ook ver
schillende gebieden onderscheiden en wel
het weidegebied, waar de gemiddelde
bedrijfswinst per ha. in 1936 bedroeg
f 48.86 (in 1935 f 9.57b het zand- en veen
gebied f 48.86 (f 17.17 in 1935), het
zandgebied f 47.77 (f 15.52), de IJ s s e 1-
s treek f 47.85 (f 5.71) en de Veenkolo
niën f 41.17 (f 80.69).
Onder bedrijfswinst wordt ook hier ver
staan evenals we dat bij Groningen en
Friesland berekenden, het overschot, dat
verkregen wordt als we aannemen dat het
bedrijf geheel verpacht is en van de in
ventaris rente betaald moet worden.
Wanneer we dan weten, dat de gemiddel
de grootte der bedrijven in Overijssel onge
veer 15 h.a. is, dan blijkt dat het jaarloon
van den boer in de verschillende gebieden
over 1936 bedraagt: in het weidegebied
f 730 tegen f 154 in 1935; in het zand- en
veengebied f 820 (in 1935 f 255); m
het zandgebied f 715 (f 180), in de
IJ ss el streek f 730 (f 76) en in de
Veenkoloniën f 615 (f 1200).
Noord-Brabant en Zeeland
Voor de Zuidelijke provincies gaan we
allereerst na wat het boekhoudbureau van
de N. C. B. ons mededeelt over de uitkom
sten der 1228 door dit bureau gecontróleer
de bedrijven.
De uitkomsten zijn beduidend hooger dan
in 1935 het geval was, toen in meerdere ge
bieden niet alleen geen verdiensten konden
geboekt worden, maar zelfs beduidende ver
liezen geleden weiden van 7, van 10, zelfs
van 20 en 24 gulden per ha. De beide jaren
daarvoor waren evenmin rooskleurig Ook
toen werden beduidende verliezen geleden.
Gerekend is alweer, dat de bet-rokken be
drijven gepacht zijn en dat voor het be
drijfskapitaal een matige rente (4 pet.) be
taald moet worden.
Uit de gegeven cijfers blijkt, dat in het
afgeloopen jaar, dat is dus Mei 1936Mei
1937, veel beter is geboerd dan daarvoor.
Zoo is het loon voor den boer voor de Z.
en O. zandgrond berekend op f 57.44;
voor de M e y e r ij op f 52.88; voor de M a a s-
kant op f 40.85; het land van Cuyk
op f 68.63; de W. zandgrond op f 29.87,
M a a s e n W a a 1 op f 21.32; het R ij k v a n
N ij m ege n op f 46.94; het land van H eua-
den en Altena op f 37.69.
In het oostelijk deel van Zeeuwseh-
Vlaanderen was de bedrijfswinst f 51.48
en in 't N.W. zeekleigebied van Bra
bant f 65.
Alles, zooals we dat telkens opgaven,
por ha
Nu moet hier dadelijk bij opgemerkt wor
den, dat in al deze cijfers ook begrepen zijn
de hoogere inventaris-cijfers tengevolge van
de hoogere veeprijzen. Deze hoogere vee
prijzen zijn wel voordeelig als men vee over
heeft om te verkoopen, doch in den r*gel
staat daar inkoop van ander aee tegenover of
wel eigen aanfok.
Maar hoe dan ook, men moge boekhoud
kundig kunnen verdedigen dat deze hooge
re mventarisat.iecijfors als winst aange
merkt moeten worden, toch is het ook waar,
dat men van deze winst niet kan eten.
Als loon voor den boer kan o.i. deze winst
dan ook niet aangemerkt worden. Waar deze
d-i.k.i,
vele verïorgingiaanwijiingen geheel gratis
inventariswinst, zooals we het maar zullen
noemen, berekend is op f 15 per ha. (voor
het N.W. kleigebied zal het waarschijnlijk
lager moeten gesteld worden, daar hier de
bouwgrond ruim drie vierde van de bedrij
ven inneemt), moeten dus feitelijk, als we
van loon voor den boer willen spreaen, bo
vengenoemde cijfers met dit bedrag ver
minderd worden.
Uit de ons ten dienste staande gegevens
blijkt niet de grootte der bedrijven in de
verschillende gebieden. Uit de officieer
cijfers die de Directie vam de Landbouw over
het vorig boekjaar heeft gepubliceerd, kon
opgemaakt worden, dat de bedrijven in O
Zeeuwsch Vlaanderen en op de NAV. Brab.
klei gemiddeld 35 k 40 ha groot zijn en in
de andere deelen van N.-B. loopen van ge
middeld 15 tot 20 ha
Hieruit volgt dan, dat het jaarloon van
den hoer voor zijn arbeid op de boerderij en
zijn bedrijfsrisico berekend kan worden als
te loopen van 400 gulden tet 1000 gulden.
Inbegrepen is de verhoogde koeienprijs, dus
inderdaad loopt het inkomen van 200 tot
700 gulden (ruim berekend).
Dat is dus wel een heel sober loon.
In de kleistreek ivan O. Zeeuwsch-Vlaan
deren en van N.-Brab. is (alweer de verhoog
de koeienprijs inbegrepen) het jaarloon te
berekenen op 1900 k 2300 gulden per jaar.
Van andere provincies ontbreken ons tot
heden de noodige gegevens.
ORANJEAPPEL
BOOMPJE
Solarium capsicastrum. S.-Hendersonii)
Dit bekende plantje, met donkergroeni
blaadjes en oranjekleurige vruchtjes, di
als ze goed gekweekt zijn een sieraad voor
de kamer kunnen zijn. is .uit Brazilië af
komstig.
Meermalen wordt het ook Capsicum p
noemd, doch de eigenlijke wetenschappelijke
naam is Solanum. Deze naam zegt dat de
plant verwant is met de aardappel, de
tomaat, het bitterzoet, en het lastige on
kruid in.onze tuinen, de zwarte nachtschade
Het zijn eigenaardige bloempjes, waarin de
oranje helmknopjes tegen elkaar aange
klemd zijn en zoo a~h.w. het vruchtbeginsel
iof derlijk beschermen.
De witte bloempjes van het oranjeappeltj
zijn niet opvallend en daarvoor neemt men
de plant ook niet Doch wel voor de fraai
gekleurde oranjekleurige vruchtjes, die
ëerlijk tegen het gladde donkergroen der
bladeren afsteken.
Maar dit plantjie is voor velen lastig te
kloeken. Dlaarover vallen tenminste vele
klachten.
Daarom schreven we hierboven ook: „ab
goed gekweekt worden." Want dit
kweeken eischt nu wel niet zooveel kwee
kerskunst, doch wel eenige oplettendheid
Het is goed de pot in den zomer in dc
tuin te zetten en deze in de grond in tn
graven tot aan of over de rand van de pot
Maar men loopt de kans dat de wortels
door de pot en over de potrand heen
groeien. Dat mag niet De plant zou daar
door te hard groeien en geen bloemknop ge
ven. Om dit doorgroeien der wortels te voor
komen is het noodig, dat de pot elke week
rondgedraaid wordt, de ovér- en doorgevoer
de worteltjes breken dan af.
Goede grond en veel gieten is zeer
te LeveVn Ook het geven van vloeimest o'
kamerplantenmest. In de herfst gaat de
plant naar binnen, op een lichte en koele
plaats. Men giete wat minder, doch gevi
nog wel mest Vooral niet te veel water
geven. Maar ook niet het tegenovergestelde
dus en de kluit laten verdrogen. Dus matig
.vochtig houden.
De plant bloeit in de zomer. Als men ze
binnen moet houden, moeten de bloemen
bestoven worden. Anders komt er geen
vrucht Buiten doen in de regel de insecten
het werk, doch zekerheidshalve zou ik ook
hier kunstmatig bestuiven aan willen
raden. De bloemen zijn n.l. zelf stern
zooals men dat noemt. Het stuifmeel geoi1
geen bevruchting van het vruchtbeginsel
i"an hetzelfde bloempje. Wel van een
ander bloempje van dezelfde plant. Als
dus ziet dat de oranje helmknopjes 't
stuifmeel loslaten brengt men dit met eer
penseeltje, of met de vingertop op de stem
pel van de andere bloempjes. De stempel
moet ook rijp zijn, wat te zien is aan he.
vochtig zijn er van.
Wij zouden aanraden dit bestuiven om
de één of twee dagen eenige malen te her
halen.
Het niet goed bestuiven is vaak de reden
dat er geen vruchtjes komen, terwijl het
in de tuin meestal vanzelf goed gaat, doch
ook niet altijd. Daarom geven wij de raad
daar ook mede re helpen bij de bestuiving.
In Maart of April, vóór dat de plant d
tuin in gaat verpot men. Goed is het dit
elk jaar weer te doen. De aarde moet met
te los zijn en goed voedzaam.
Zoodra men ziet, dat de groei opnieuv
begint, neme men een scherp mes en snijdt
alle takjes goed terug. Dus zóó, dat ei
maar één derde deel van overblijft
Men krijgt zoo volle bossige, stevige plan
ten, die goed zullen bloeien.
Als men op deze wijze handelt zal men
plezier van dit oianje-appelboompje be
leven.
NATRIUM BIJ
SUIKERBIETENBOUW
Natrium werkt gunstig
bij kaligebrek
Reeds was men er van overtuigd, dat
natrium voor de groei der suikerbieten
beteekenis had.
Door hetInstituut voor suikerbietenteelt
te Bergen op Zoom is hiernaar een nauw
keurig onderzoek ingesteld. De resultaten
van dit onderzoek zijn vermeld in no. 7
van de Mededeelingen van dit instituut.
Aan de samenvatting wordt door ons het
volgende ontleend:
De invloed van natrium op den groei van
de suikerbiet werd nagegaan in water-,
zand-, en grondcultures. Het natrium werd
gegeven in den vorm van Na Cl. (keuken
zout). De belangrijkste feiten, die ten aan
zien van de natriumwerking werden ge
constateerd zijn de volgende:
Een gunstige natriumwerking bleek zoo
wel in water- als in zandcultures
duidelijk bij een tekort aan kalium.
De verschijnselen van kaligebrek werden
zoowel in water als in zandcultuur uitge
steld en in belangrijke mate verminderd)
door toevoeging van Na Cl. Bij een gering
lekort aan kalium kwamen de kaligebrek-
symptomen in het geheel niet tot uiting bij
aanwezigheid van voldoende natrium-ionen.
Tengevolge van zeer groote keukenzout
giften krijgt het blad een lichtere kleur,
eveneens bij kleinere keuk,enzoutgiften bij
een duidelijk tekort aan kalium. In het
eerste geval moet de lichtere kleur waar
schijnlijk worden toegeschreven aan de
erking der chloor-ioncn; in het tweede
geval aan het feit, dat het tekort aan kalium
voor een deel word opgeheven door de
natnum-ionen.
Zoowel in water-, zand- en als grondeul
cultuur werd een meeropbrengst verkregen
tengevolge van de Na Cl. toediening van
het plantengewicht, hetgeen zoowel geldt
voor versch als droog materiaal. Meerop
brengsten worden kleiner naarmate meer
kalium aanwezig is.
Ook de suikergehalten en vooral de sui-
'rergewichten zijn gunstig beinvloed door
let keukenzout, hetgeen vooral bij een
tekort aan kalium duidelijk tot uiting
komt.
Het droge-stofgehalte van het loof neemt
zoowel bij de water- als de zandcultures ai
tengevolge van een flinke zout-toediening.
doordat het watergehalte van het loof groo
ter wordt. Bij een tekort aan kalium kun
nen ook kleine zoutgiften het droge-stof
gehalte van het loof verlagen.
Het uitstellen of wegblijven der kali
gebrekverschijnselen tengevolge van eer
natriumgift blijkt niet een gevolg te zijn
van het toenemen van het kaligehalte va
het versche loof, aangezien dit juist af
neemt
De betere ontwikkeling der planten bij
toevoeging van natrium is niet alleen een
gevolg van het feit, dat de plant tengevolge
van de natriumgift in totaal soms meer
kalium vermag op te nemen, doch moet
voor een belangrijk deel aan de natrium
werking in de plant worden toegeschreven.
Tengevolge van de zoutgiften is het kali
gehalte van den verschen wortel niet in
alle gevallen toegenomen; in verschillende
gevallen is het kaligehalte bij toevoeging
van zout zelfs lager dan bij afwezigheid
hiervan; de kaligewichten van den wortel
zijn daarentegen gewoonlijk toegenomen
door de natriumgift, hetgeen zoowel geldt
bij een tekort aan kalium als bij aanwezig
heid van voldoende kalium.
Het uitstellen of wegblijven der kalige
brekverschijnselen tengevolge van een na
triumgift moet "oor een belangrijk deel een
gevolg zijn van het toegenomen natrium
gehalte, respectievelijk van een meer gun
stige verhouding van zuren tot bazen, het
geen bewezen wordt door het feit, dat hel
natrium zich voornamelijk naar de oudere
bladeren begeeft, die het sterkst te lijden
hebben van een tekort aan kalium, terwijl
het kaligehalte van deze bladeren tenge
volge van de natriumbemesting niet toe
neemt, integendeel juist kleiner wordt.
Het stikstofgehalte van het versche loof
wordt düideiijk verminderd door een Na
Cl.-toedienirig bij een tekort aan kalium
hetgeen vooral het geval is bij het oudere
loof. Bij aanwezigheid van voldoende kalium
is de verlaging eveneens in de meeste 'ge
vallen te zien, doch is over het algemeen
minder uitgesproken.
Het stikstofgehalte van den verschen
wortel blijkt bij een tekort aan kalium lager
te zijn'in de gevallen, waarbij keukenzout
werd gegeven.
De stikstofopname van de geheele plant
is over het algemeen zoowel bij een tekort
aan kalium als bij aanwezigheid van vol
doende kalium toegenomen tengevolge van
de zoutgiften.
De natriumgiften hebben zoowel in water-
zand- als grondcultures het fosforgehalte
Het is weer de tijd van pluimveetentoon
stellingen. Hierboven een fraaie met ie prijs
bekroonde Rijnlander.
van het versche loof practisch bij alle
groepen verlaagd, zoowel bij een tekort aan
kalium als bij aanwezigheid van voldoende,
kalium, hetgeen vooral bij het oudere loof
tot uiting komt.
Bij een tekort aan kalium heeft een
natrium-fosforzuurgift het gehalte van den
verschen wortel in de meeste gevallen
hoogd; bij aanwezigheid van voldoende
kalium is van een duidelijke beinvloeding
in een bepaalde richting niets met zeker
hei-d te zeggen.
De fosforopname van de plant is bij
watercultures bij aanwezigheid van keuken
zout slechts in enkele gevallen hooger dan
bij afwezigheid van natrium. Bij zand- en
grondcultures hebben de planten over het
algemeen duidelijk meer fosfor opgenomen
wanneer zout werd toegediend; bij de zand
cultuur is dit vooral goed te zien bij de
planten, die een tekort hadden aan kalium
UIENPELMACHINE
Ook voor bloembollen
De 33-jarige J. de Jong, wonende te
Haarlemmermeer heeft na een avondarbeid
van ruim 2 jaar een pelmachine voor bol
gewassen uitgevonden. In de afgeloopen
zomer werden reeds proeven genomen die
een goed resultaat opleverden. Daar de Jong
zelf niet in staat bleek de zaak te finan
cieren werd een Handelsvereeniging te
Amsterdam bereid gevonden dit ter hand te
nemen. Zij heeft inmiddels de octrooi-aan
vrage ingediend.
WEET GE
dat minister Steenberghe het acht van Over
heidswege tie vorderen van een kwaliteits
controle op verscheidene landbouw-export-
artikelen een eisch des tijde aoht;
dat vele hazen in de Betuwe lijden aan
monrl- en klauwzeer, dat zióh openbaart
aan de achterpooten.
dat vele jagers besloten, teneinde het ver-
spreiden van het mond- en klauwzeer
zooveel mogelijk tegen te gaan het jagen
op te schorten tot de staltijd van het vee
aangebroken is
dat in de Veenkoloniën getracht zal worden
de inkrimping van de aardiappelverbouw
tegen te gaan door volgens een vinding
van ir. Vlasblom veovoeder van aardap:
pels te produceeren.
dat door het procédé om aardappelen tot
veevoeder te verwerken tevens een stap
wordt gedaan in de goede richting tot op
lossing van het vraagstuk aangaande het
afvalwater, dat thans een vreeselijke
stank geeft en het kanaalwater op erge
wijze verontreinigt,
dat door de kunstmesthandelaren veree-
nigd in de Coöp. Ned. Inkoopvereen. be
sloten is al het mogelijke te doen om de
contingenteering der stikstofmeststoffen
opgeheven te krijgen, omdat niet alleen
dï handelaren gedupeerd, docih ook tien
duizenden landbouwers benadeeld wor-
RAAMLIJSTEN
SYSTEEM ..NYHOF"
5^ punten waar het om gaat*
Speciale ruitenhouder.
Stalen hoeken.
Koperen nagels.
Langere levensduur.
Goedkooper in 't gebruik
J. BAK, H. BAK DE JONG
KLNDRIK-IDO-AMBACHT - Telef.
't Loopt tegen Kerstmis. *n Groot aantal ganzen onwetend van het lof, dat hun wacht
Als het waard is vee goed te voeren',
dan is het zeker waard
OHa VOEDERS
te koopenl
gegarandeerd met D-vitamlnen en
Okra-Salts (minrealen)
Van Oijen's Handels-Mij. N.V.
Postbox 48 VENLO (L.)
voor den verkoop van onzo
TUIN-, BLOEM- ej
LANDBODWZADEI
FA. GEBR. OUDIJK - WADDINXVEEl
Kwaliteit Hennen en Eendei
met 5 dagen *HJ zicht. Alleen Iets goeds
WtL Legh. en Excheg legh. 6 mnd f 1.26
7 mnd f 1.36 p. st; Bh! lal. Reds en Barne
velders 6 mnd fl.35, 7 mnd f 1.46 p. st.; ge-
BELASTINGZAKEN - B0EKH0UDE1
Voor ALBLASSERWAARD
is Uw aangewezen adres
J. VAN HOVEN SLIEDRECHli
Tel. 271 - D 15 (bij de Tolsteeg)]
Centrale Boekhouding voor alle bedrijven.
den door de hoogere prijzen der stikstof-
meststoffen die een gevolg der contingen
teering zijn.
dat ook in Ned.-Indië fiet mond- en klauw
zeer is uitgebroken en zich over de ge
heele residentie Madioen, op Java, heeft uit
gefbreid en de inlarudsdhe, zoowel ali
Èuropeesóhe koeien in grooten getale reeds
lijdende zijn;
WAT IK HOORDE EN.ZAG, LAS EN DACHT. OP REIS EN THUIS
Of ik een goede Sinterklaas heb gehad,
vroeg me Maandagmorgen iemand, toen ik
op reis was naar „de krant".
Dat hangt er van af hoe je dat bedoelt,
was mijn antwoord. Al ge me dit vraagt als
hoofd van mijn gezin, antwoord ik: „neuzel"
Als ge me vraagt naar mijn persoonlijkheid
je, dan zeg ik „schitterend!" Als ge me vraagt
als krantenman, als persmuskiet (overigens
een heel nuttig insect) dan moet ik antwoor
den
DE GARD VAN ZWARTE PIET
IS ME NIET GESPAARD
'k Kreeg een uitbrander, omdat ik niet had
mogen schrijven, zooals ik verleden week
deed, over de overheidsinmenging in het
kippenleven.
Ik had toen critiek uitgeoefend op de m.i.
te ver gaande crisisbemoeiingen, die verbo
den hebben, dat de hokken van kuikenfok
kers en vermeerderaars verlicht worden des
avonds en (of) des morgens vroeg. Dat ver
lichten der kippenhokken, dus feitelijk bet
verlengen van de korte winterdagen voor de
kippen, wordt veel toegepast en algemeen
wordt het voordeel daarvan beduidend groo-
ter geacht dan de kosten, die het mee-
^Afgedacht nu van het feit, dat de hroed-
resultaten volgens sommigen ongunstig be
ïnvloed worden door het verlichten der hok
ken in den winter, meenden wij dat zulk in
mengen van de overheid in het bedrijfsleven
der kippenhouders toch te ver ging. Ve.len
waren dat met ons eens. Maar niet allen.
Eén w."5 er, die mij daarover kapittelde en
zeker als Zwarte Piet dien Praatjesmaker
eens wilde afzouten. Hij was van oordeel,
dat de Overheid zeker mag eischen, dat door
haar gesteunde bedrijven een prima product
leveren en niet om verhooging van die steun
te verkrijgen een minderwaardig product.
Wij zijn het volkomen met hem eens en
heel veel anderen, die ook dit ingrijpen in
he bedrijfsleven afkeuren, als te ver gaand,
zullen het ook eens zijn met deze vermeer
deraar.
Maar dat kan wel anders geregeld worden,
dachten wij zoo. Doch wij erkennen gaarne,
onze ondeskundigheid, zooals de schrijver
ons aanleunt. En aanvaarden gaarne de wel
of niet verdiende afstraffing met de roede
in Zwarte Piet.
We verwachten zelfs nu binnenkort ook
verbodsbepalingen van bepaalde voeders voor
varkens, die het spek, en voor rundvee, dat
de melk, de boter en de kaas ongunstig kun
nen beïnvloeden. Zelfs zullen de boeren en
tuinders van gesteunde bedrijven gekeurd
moeten worden. Ook van hun werken hangt
veel af voor de kwaliteit der producten.
Dit wil niet zeggen, dat we het standpunt
van den schrijver op onze beurt geheel
dwaas achten. Integendeel, wij kunnen
ieders standpunt wel waardeeren. Zonder
het er daarom rnee eens te zijn. Waar we
zelf we vrijheid willen behouden om critiek
uit te oefenen, daar waar wij dit noodig ach
ten, zullen we critiek op onze critiek ook
billijken. Maar we mogen dan ook critiek
vrij van persoonlijkheden verlangen, zouden
wij zeggen. En dat is niet altijd het geval hij
critiek.
Nog
EEN ANDER ROEDETIKJE
Ik had bereke.nd, dat 79 en 60 samen 139
was, terwijl ik daarbij had opgemerkt, dat
139 tegenwoordig 4 minder is dan 143. Dat
had ik niet mogen doen.
Ik zie dat ulleder aangezichten vraagtee-
kens zijn geworden. Begrijpelijk! Toen 25
Nov. de boverno tee ring 79 cent was en de
heffing, 00 cent en dus de prijs waarvoor de
groothandel het onverpakte product af fa
briek kan krijgen 139 cent was, was dit vol
gens mij 4 cent minder dan een week daar
voor, toen de noteering 88 cent en de hef
fing 55 cent was. Dat had ik niet zoo mogen
schrijven. Maar de practijk wees uit, dat het
wel zoo was. Advertenties meldden lager
boterprijs en mijn vrouw deelde mede ook
minder te hebben betaald. Zeg nu maar eena
hoe men moet doen. Niets schrijven! Maar
dat wordt je ook kwalijk genomen
Ja, ja, zoo makkelijk is het niet om aan
de weg te timmeren!
Laatst is over de enorme uienprijsstijging
geschreven. Was ook niet goed. Wekte de
speculatiezucht op. Mond- en klauwzeer-be-
riohten maken ons verdacht in het buiten
land, evenals de coloradokever en wat
niet aL
Maar dan kunnen we wel ophouden met
praten.
Welnu, misschien doen we dit binnenkort
wel.
Misschien verheugt "het de lezers dit te
hooren, misschien zijn er ook enkele ande
ren. Alles heeft zijn voor en tegen.
Maar niet veel zal er tegen in te brengen
zijn, wat de heer H. J. Frietema, die kort ge
leden aan de handelshoogesc-hool promoveer
de, in zijn proefschrift beweerde.
De gepromoveerde, adjunct-directeur van
de Friesche Coöperatieve Zuivelexportver-
eeniging, schreef een proefschrift over: „Pro
ductie en prijsvorming op de Engelsche
markt van Nederlandechc, Deensche en kolo
niale boter". Dat is een onderwerp. dat ons
interesseert
WAARMOM MAAKT DE
DEENSCHE BOTER ALTIJD EËA
HOOGER PRIJS OP DE
ENGELSCHE MARKT
vraagt menigeen zich af, die leest, elke
week weer, dat onze boter stukken achter
blijft wat de prijs aangaat bij de Deensche,
terwijl deze laatste goedkooper wordt gepro
duceerd. Hooger prijs en lager productiekos
ten in Denemarken. En bij ons lager boter
prijs en veel meer kosten er aan besteed.
Van de conclusies, waartoe de jonge doc
tor kwam, zijn in dit verband de volgende
belangrijk:
De verwerkingskosten der melk vormen in
Nederland een veel belangrijker deel van de
opbrengst der uit deze melk bereide boter
dan in Denemarken en de dominions.
De prijsvorming van Nederlandsche boter
op de Engelsche markt wordt, in vergelij
king met die van de Deensche boter, ongun
stig beïnvloed, doordat de uitgevoerde hoe
veelheden sterke seizoenschommelingen ver-
toonen en doordat de kwaliteit van de Ne
derlandsche boter door de afnemers, in het
algemeen gesproken, ten achter wordt ge
steld bij die van de Deensche. Door de toe
nemende invoeren van Nederlandsche boter
in Groot-Brittannië, hebben deze factoren
gedurende de laatste jaren groote beteekenis
gekregen.
Voor Nederlandsche boterproducenten kan
de naaste toekomst niet anders dan weinig
hoopvol worden genoemd, al moet hierbij er
op worden gewezen, dat verruiming van het
internationaal ruilverkeer de vraag naar
zuivelproducten sterk zou doen toenemen.
Er kan nog heel wat worden bereikt door
verlaging van de productiekosten en van de
verwerkingskosten van de in ons land ge
produceerde melk, door een betere verdee-
iing van de melkproductie over de seizoenen
en door perfectioneering van de kwaliteit.
Dat ziet. er dus voor onze boterexport min
der goed uit. Op de wereldmarkt moet men
kunnen ooncurreeren. En als een die èn
door studie èn door zijn werkkring goed op
de hoogte is, zegt, dat de toekomst weinig
hoopvol zal zijn, dan zal het wel zoo zijn
ook.
't Is echter goed om niet bij de pakken te
gaan zitten en te trachten onze fouten te her
stellen.
Na zoo'n achteruitstelling van Nederland
bij een ander land is het gped een ander te
hooren, die ook vol lof over ona land is. En
dat de laatste een buitenlander is maakt het
nog prettiger.
Prof. René Martial, hoogleeraar aan de
Parijsóhe universiteit, heeft in ons land ge
sproken. Deze 65-jarige professor kent one
land door en door en hij kent ook zijn eigen
land. En nu vraagt hij:
WAAROM GAAN ER NIET MEER
NEDERLANDSCHE BOEREN
NAAR FRANKRIJK
en hij wees er op hoe Nederlanders naar
Frankrijk zijn gegaan van de Middeleeuwen
af. De uitwisseling nam nog toe in tijden
der Hervorming, toen Protestantsche, Hol-
landsche en Viaamsche studenten kwamen
om gelijkgezinde professoren te hooren.
De relaties waren echter ook van mate-
rieelen aard. Zoo heeft Henri IV Nederlan
ders laten komen om de moerassige gronde n
van de Vendée en de Languedoc droog te
leggen: polders in die streken verraden nog
hun Hollandschen oorsprong en dat de ko
ning daar een zeer vrijgevige politiek en
zelfs bij vestiging voorgoed spoedig burger
schap en zelfs adeldom toezegde, bewijzen
de Hollandsolie namen, die men ook thans
nog in Bordeauxsohe families aantreft. Ve
len zijn in dien tijd in Frankrijk gebleven.
Daarom vroeg hij in zijn rede, waarom de
Nederlandsche boer tot op heden de weg
naar Frankrijk zoo slecht heeft gevonden.
Het grootste aantal Nederlanders kwam in
1926. Toen waren het er159 en in de
laatste 6 jaar zijn er samen160 personen
(manen vrouwen en kinderen) uit Neder
land gegaan. Uit andere landen zijn het er
even zooveel duizenden. Waarom zouden
niet meer goede boeren en landarbeiders uit
Nederland gebruik maken van het goe
de land, dat nu nog ongebruikt ligt iin
Frankrijk. En in Nederland zijn er zoo ve
len, die snakken noor een boerderij. Wij zul
len ze graag een plaats in Frankrijk geven,
zei de professor.
't Kan zijn, professor, doch de totaal ver
schillende geaardheid en verschil in levens
gewoonten speelt hier mijne inziens een heel
groote rol.
Emigranten uit andere landen moeten zich
ook wel aanpassen zegt de professor, doch
hij vergeet, dat voor hen hoogstwaarschijnlijk
meer het móeten eimigreeren en voor de Ne
derlanders het kunnen een rol speelt. En'
dat is van yeel invloed op het zich willen
aanpassen.
Wat men kan als het moet blijkt heel dui
delijk in Duitschland, waar ze zich alle be
perkingen laten welgevallen. Daar komt
straks zelfs „eenheidsbier".
(Weten de ouderen met mij nog van onze
„eenheidsworst" in de oorlogsjaren brrrr!)
Dat zal dan bier worden van minder dan
121/2 pcu alcohol.. Voor de Duitscher die ge
middeld per hoofd en per jaar 50 1. bier
drinkt is dat een heel belangrijke inmenging
in het bieddrinkersleven. In ons land drink!
men maar 14 liter.
Maar wij zijn nog al matige drinkers. Ook
van melk.
DE GROOTE MELKDRINKERS
zijn de Finnen.
Althans volgens een van de Finsche bla
den. Dat blad beweerde met eenige trots, da(
Finland een van de grootste meTkverbruk
kers ter wereld is. Zoo hebben de inwoners
van Helsingförs jaarlijks 99 millioen liter
melk noodig. Dat is heel wat voor 280.000 inJ
woners, die er zijn. Daarvan gaat het groot
ste deel als consumptiemelk door het keel
gat. Ongeveer 33 millioen 1. wordt tot boter
en kaas verwerkt doch een kleine 66000 1.
wordt als melk gebruikt. Men rekent da(
iedere Fin jaarlijks 422 glazen melk drinkt,
dat is ruim 200 1.
In de meest voorname restaurants ziei
men de meest voorname heeren en dames
melk drinken bij hun eten.
Als wij het ook tot ruim 200 L. melk per
jaar en per hoofd brengen is er geen melk*
misère meer.
PRAATJESMAKER I