KERKTEN ZENDING
voor
BRUYNZEEL'S
RIFTVLOEREN
De Lange Jonker
PONTIER &KARREMAN
Geref. en Chr. Geref. Kerken
Jaarvergadering Middemacht-
zendings Vereeniging
.WOENSDAG 24 NOVEMBER 1937
PEREF. KERKEN
Beroepen: Te Heemstede (2e pred.
plaats), E. F. v. d. Bom te Helpman.
NED. HERV. KERK
Tweetal: Te IJsbrechten, J. Smidt, te
Oosterlippens en A. R. Scholte te Oldeholt-
wolde.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE
Arnhem
Cand. E. C h r. B a a rt, hulpprediker te
Arnhem, heeft op 21 Nov. j.l. afscheid ge
nomen van de Ned. Herv. Gemeente aldaar,
foudgum c a.
Cand. J. van Leusden van Steenwijk
hoopt zijn intrede in de Ned. Herv. Kerk
Foudgum c.a. te doen op 23 Januari 1
Bevestiger is Ds. J. P. van Leusdei
Steenwijk.
Hoorersmllde
Nadat hij bevestigd was door Ds. T. J.
Hagen van Delft, die sprak over Joz. 3 16b
en 17, heeft cand. A. Bos van Groningen
Zondag j.l. het predikambt aanvaard in de
Geref. Kerk van Hoogersmilde met een pre
dikatie over Matth. 16 18 en 19a. Na de ge
bruikelijke toespraken werd den jongen
leeraar Ps. 134 3 toegezongen.
NAAR LONDEN
Op verzoek van het desbetreffende comité
werd aan Ds. A. Wijngaarden, predikant
bij de Geref. Kerk van Groningen, ver'of
gegeven om gedurende de Kerstweek te Lon
den te arbeiden onder de verstrooide Gere
formeerden aldaar.
Kerk en Staat in Duitschland
Beroep der Evangelische kerk van
Wiirttemberg op Hitler ten gunste van
bisschop Wurm
De Evangelische Kerk van Württemberg
heeft een beroep op Hitier gedaan om haar
leider, bisschop Wurm, in bescherming te
pemen tegen minister Kerrl, die hem op 22
Petober ernstig heeft berispt.
Bisschop Wurm had zijn kerk verboden
ramen te werken met de methodistische kerk
van bisschop Melle, nadat deze ter kerkelijke
Conferentie te Oxford had verklaard, dat de
activiteit der kerk in Duitschland niet door
den staat wordt belemmerd.
Wurm had gezegd, dat deze verklaring niet
In overeenstemming met de feiten was. Hij
zou door de berisping van Kerrl op één lijn
iworden gesteld met verraders.
VRAAGBAAK
CHRISTELIJKE INSTELLINGEN
yertrouwensadressen ten dienste ven
Stichtingen van Barmhartigheid, Zieken-
huizen. Sanatoria, Instellingen, Tehuizen.
duurzaam
hygiënisch
gemakkelijk te onderhouden
BRUYNZEEL'S VLOERENFABRIEK N.V.
ZAANDAM
Vriezenveen
Lingeriefabrlek
Damast-linnen en katoenen goederen
Levering direct aan particulieren
Voor Instellingen speciale prijzen
Offertes op aanvraag
Oe Vehe radiator
herkant U aan de
«aam .VEHA"
Ingeperst aan de
onderxQde van
ledera radiator
UDWRXEN VOOS WITWIT UlWMMm
l?H.WFBEINDORFF
Bureau voor waRmtetechniek
CENTRALE
VERWARMING
VOLGENS ELK SVSTE E M
LAAN VAN POOT 126: TEU 336142
DEN HAAG
Vraagt onze nieuwe verschenen Catalogus v
VASTE PLANTEN,
ROZEN, HEESTERS
(beidragende en groenblijvende)
CONIFEREN etc.
J. G. VAN DIJK
KWEEKERIJ „GOOI EN EEMLUST"
LAREN (N-H) TELEFOON 167
MAKELAARS
IN ASSURANTIËN
GELDERSCHE KADE 21
ROTTERDAM
TELEFOON II187/8
VRAAGT PREMIES/CONDITIES
INWENDIGE ZENDING
Eerste jaarvergadering van de
Ned. Herv. Bond voor
Inwendige Zending
,Men zeer groote zware taak is
voor het Herv. Geref. volk
Te Utrecht is heden gehouden de
eerste jaarvergadering van den Ned. Herv
Bond voor Inw. Zending. Als spreker trad
op de 2e secretaris, de heer E. J. van
Spankeren te Ede, niet het onderwerp
Het terrein verkend
Na gewezen te hebben op de ontelbare
menigte opvattingen omtrent God en Zijn
Woord, in deze dagen verdedigd, komt spr.
tot de slotsom, dat de begrippen ongeloof
en revolutie haar verwoestende werking
reeds hebben uitgericht ook op het terrein
der Kerk en van het Kerkelijk recht. Maar
het fundament der Kerk de Drie Formu
lieren van Ecnigheid is onaangetast ge
bleven. Zij, die iets anders willen, moeten
ook een ander huis gaan bewonen; dezo
Formulieren zijn de eenige wettige belijde
nis der Ned. Herv Kerk.
De eisch des geloofs vraagt echter meer:
een nieuwe gehoorzaamheid. Spr. verwijst,
in verband met het nog steeds voortschrij
dende geestelijk proces, waaruit Afschei
ding en Doleantie opkwamen, op uitlatin
gen van Prof. Severijn (die juist vóór
deze jaarvergadering als lid toetrad). Een
eerste vereischte om de Geref. prediking in
de Herv. Kerk te doen toenemen, is: gewil
lig zijn, om meer vrucht te dragen. De
Geest der oenheid en der samenbinding
moet vaardig over ons worden, een vonken
regen van heilig beginselvuur moet ver
spreid worden. Ook op kerkelijk terrein te
gen de revolutie alleen het Evangelie!
Bij dezen herbouw zijn de Herv. Geref.
gemeenten de gezonde leden, de kernen, de
zendende gemeenten. In betrekking tot deze
Vereenigirtg worden zij geroepen tot het op
zoeken van verdwaalden, blinden, dooven
en onwetenden om die tot de Kerk terug te
voeren. Deze zaak moet worden gebracht
in het gebed, op den kansel, in de cate
chisatie, op het huisbezoek, op de mannen-,
jongelings- en meisjesvereenigingen. Ook
in als Herv. geboekte gezinnen, die „er niet
meer aan doen", moet gearbeid worden.
De reeds ontvangen brieven van instem
ming en belangstelling worden bewaard,
om t.z.t. te worden benut.
Werd bij den aanvang der arbeid door
meerderen nog als vanzelfsprekend ver
wacht, dat de Herv. Geref. Inw. Zending
voort zou gaan in het voetspoor der Evan
gelisatie-Commissie van den Geref. Bond,
waaruit zij in hoofdzaak ontsproot, thans
mag worden aangenomen, dat de gan-
s c h e Herv. Kerk het terrein Is
Bovendien bleek meer en meer in de
laatste jaren van het bestaan der Evang.
Comm. dat zoo niet kon worden voortge
gaan.
En dan: de Centrale Noord-Holland, het
beruchte Noord-Holland boven het IJ deed
ook van zich spreken. Vroegen voorheen de
plaatsen Alkmaar en Haarlem op zeer be
scheiden wijze een enkele maal de aan
dacht, moqrenteel is dit reeds anders. Ook
daar wordt steeds dringender en talrijker
de bede vernomen om spijze voor de
eeuwigheidsreize.
Wormerveer, St. Pancras, Assendelft,
Ransdorp, Monnikendam, wie onzer dacht
hier nog maar kort geleden aan?
Zoo bleven dus de door de Evang. Comm
gesteunde Evangel isutieposten van het
Noorden te Oude Pekela, Stadskanaal, Kib
belgaarn, Ureterp, Tolbert en Vledder niet
alleen.
En dan zijn we nog maar in het Noorden
des lands.
In alle provinciën, uitgezonderd Limburg,
worden reeds de leden geteld,
Hen te verzamelen is eerste opzet.
Spr. treedt dan in oen bespreking van dc
Evang. posten in het Noorden des lands en
staat vervolgens stil bij de uitwerking der
bovengenoemde arbeidsplannen Dan wijst
hij op het feit, dat de gansch bijzondere,
verwarde toestand op kerkelijk erf ertoe
bijgedragen heeft, dat de Herv. Kerk met
eon leger van Godsdienstonderwijzers over
stroomd is, waarvan, de goeden niet te na
gesproken, er zijn, die die toestand met den
dae nog meer verward maken.
Ook over deze aangelegenheid zal het
Hoofdbestuur zich hebben te beraden.
Allereerst is eenheid in de opleiding
noodzakoiijk.
Een levensbelang voor de Herv. Geref. is
het tevens, dat een degelijke centrale oplei
ding worde verkregen,, en dominéé zus of
zoo deze particuliere liefhebberij er aan
geeft.
Hoe verder de verkenning strekt en hoe
meer de onderdeelen ons bekend raken, hoe
meer wij' de handen ineenslaan.
Een gansch zeer groote, zware taak Is
voor het Herv. Geref. volk weggelegd, een
taak, die evenzeer schoon, heilig en hoog
verheven is, een van God opgelegde, die
ons telkens weer het woord van Groen in
gedachte doe brengen: De Waarheid en
Die alleen, dat is het eenig overgebleven
middel van redding.
Witter dan wit
worden Uw tanden indien U poetst met
Tube 60 en 40 et Doos 20 ct. IVOROL
Ouderlingen en diakenen
Chr. Geref. Kerk
In de gister te Utrecht gehouden ver
gadering van bovengenoemde ambtsdragers,
die onder leiding stond van den heer B. J.
Boerrigter van Deventer, en waarvan
wij reeds ten deele verslag hebben gegeven,
is als tweede spreker opgetreden de heer D.
Zwiep van Rotterdam met het onderwerp:
„De diaken in de praktijk".
Spreker handelde: 1. Over wie de diaconale
hulp zich uitstrekt; 2e. Over de hulp zeil; 3e.
Over dc middelen om die hulp te verleenen.
Na uiteengezet te hebben over wie de dia
conale hulp ziah uitstrekken moet, geeft spr.
als zijn meening dat de middelen die de dia
conie van noode heeft, haar door de gemeente
moeten worden verstrekt. In dit verband
komt hij tot de vraag over het samenwerken
met andere organisaties en de overheid. Vol
gens spreker zal in bijzondere gevallen sa
menwerking kunnen plaats vinden, maai
regel mag dit niet zijn. Iets anders is wanneer
in de gemeente vereenigingen werkzaam zijn
ten behoeve van armen, b.v. vereenigingen
die ten doel hebben het vervaardigen van
kleedingstukken ten behoeve van armen, het
verleenen van hulp bij ziekte enz. In dit
geval is samenwerking gewenscht doch de
diaconie blijve het centraal orgaan, die voor
de verstrekking zorg draagt.
Spreker vraagt of de diaconie ook een taak
heeft ten opzichte der Werkloozenzorg en
Arbeidsbemiddeling. Z.i. heeft ze ten deze
wel een taak, maar andere corporaties en
organisaties gaan voor. De taak is beperkt
Het Rapport vanwege de
Synode der Chr. Geref. Kerk
In aansluiting op ons voorloopig bericht
van Zaterdag j.l. volge thans een iets breeder
resumé van de gronden, waarop in 1934 de
Synode der Ohr. Geref. Kerk haar afwijzend
antwoord aan die van de Geref. Kerken heeft
gebaseerd. Dit rapport is samengesteld door
Ds. L. H. v. d. Meiden als voorzitter, Ds.
W. Kremer als scriba, Prof. J. J. v. d.
Schuit als adviseur, en verder Ds. J. J o n-
geleen, Ds. R. E. Sluiter, en de ouder
lingen B. N e d e r 1 o f, G. Rij k s e n en G. J.
O. Vermeer.
In het eerste, hisiorisohe gedeelte van het
Rapport worden de uitgangspunten en het
wezen van Afscheiding en Doleantie getee-
kend en getoetst. Opgemerkt wordt dat door
het doleerend kerkbegrip, dat de onzichtbare
Kerk een eigen bestaan toekent in de zicht
bare, een afstand tusschen wezen en open
baring der Kerk gesteld wordt, die niet naar
Schrift en Belijdenis mag geacht worden. In
de wijze, waarop Afscheiding en Doleantie
tot stand kwamen ziet het Rapport een prin
cipieel verschil voor de praktijk. „De Af
scheiding ging uit van het voor haar vast
staande feit, dat de kerk naar art. 27 en 21
onzer Belijdenis er niet meer was"; „de Do
leantie stelde vast: zij is er nog, ook plaatse
lijk". Dit tweeërlei standpunt is geconsta
teerd in 1888, toen van de zijde der Do leeren
den toenadering gezocht werd met de Chr.
Geref. Kerk; en gehandhaafd in de jaren
1888—1891. Dat in 1892 de Chr. Geref.
Kerk tot vereeniging met de Doleerenden
besloot, „was dan ook niet minder dan een
verloochening van het standpunt der Afschei
ding en een verlaten van de door Gods hand
getrokken lijn van haar historie."
Het tweede, leerstellige gedeelte behandelt
eerst het confessioneele bezwaar:
„Ons directe bezwaar tegen de Vereeniging
van 1892 was, dat twee kerkengroepen op
grond van de belijdenis vereenigd wer
den, die nief één in belijdenis waren. Ware
dit toch het geval geweest, dan zouden
nimmer de leergeschillen zulk
verdeeldheid in de Gereformeerde Kerken
hebben kunnen brengen, gelijk de feiten
hebben aangetoond."
Het Rapport beziet dan de bekende leer
van de veronderstelde wedergeboorte, welke
met betrekking tot de Werkloozenzorg en
zeer beperkt tot die der Arbeidsbemiddeling.
In hoever deze taak gaat is niet precies uit te
stippelen. Referent geeft voorts nog aan, dat
er altijd samenwerking moet zijn met den
geheelen kerkeraad (ouderlingen). Z.i. is het
gewenscht, dat in groote gemeenten voor de
diaconie een reglement wordt gemaakt, was
in o.m. ook deze samenwerking is geregeld.
Ook op dit referaat volgde een breede be
spreking.
De voorzitter dankt de referenten voor
hun inleidingen.
Nadat nog besprekingen zijn gevoerd over
de plaats waar een volgend jaar zal worden
vergaderd en de onderwerpen en de inleiders
daarvoor zijn aangewezen, sluit de voorzitter
de conferentie nadat gezongen is Ps. 7211
en Br. R ij k s e n in dankgebed is voorgegaan.
GIFTEN EN LEGATEN
Wijlen Mej. v. V. te Nijmegen heeft f 5506
gelegateerd aan verschillende N. H. belangen
daar ter stede. Zij legateerd% aan de Herv.
Diaconie en de Diaconessenvereeniging elk
f 2000; aan de Ver. voor Evangelisatie f 1000
en aan de Kerkvoogdij f 5O0.
Dr Lammerts van Bueren
over de taak van'de
Middernachtzending
Mr H. de Bie spreekt over
herziening van het burgerlijk
kinderrecht
Te Utrecht is vandaag in het Gebouw voor
K. en W. de 48ste algemeene vergadering
van de Ned. Middernachtzendings-Vereeni-
ging gehouden. Des voormiddags 11 uur
werd de huishoudelijke vergadering door
den voorzitter geopend met het lezen van
Joh. 16 715, waarna hij voorging in gebed
Verschillende zaken, het interne leven der
vereeniging betreffende, werden afgedaan,
en als bestuursleden werden herkozen de
heeren A. J. de C os t a en Ds O. G. Hel
dring, terwijl oud-minister Mr J. Don-
n e r tot lid werd gekozen, 's Middags om 3
uur had een vergadering met genoodigden
plaats, waarin de voorzitter Dr J. Lam
merts van Bueren sprak over:
Spreker begon met een woord van hulde
aan de nagedachtenis van wijlen den heer G.
Velthuysen Jr., een der baanbrekers
dezen arbeid, die op de laatst gehouden
algemeene vergadering reeds door ziekte
verhinderd was aanwezig te zijn, en die kort
daarna is gestorven.
Hij heeft den stoot gegeven tot de oprich
ting dezer Vereeniging. Aanvankelijk werd
de strijd voornamelijk gevoerd op de posten,
die in de avonduren betrokken werden. Maar
de ervaringen daar opgedaan leidden tot den
strijd tegen de reglementeering, tegen de
bordeelen en de zoo nauw met het bestaan
dezer huizen verbonden handel in vrouwen.
Toen de zoogenaamde zedelijkheids wetten
:n aangenomen, waarbij het houden van
een huis van ontucht strafbaar gesteld werd,
veranderde het karakter van den strijd,
de noodzakelijkheid om werkzaam ie
zijn bleef. Al was het kwaad op één terrein
teruggedreven, daarmede was het niet over
wonnen. Natuurlijk zou het trachten nu
langs andere wegen het verloren terrein te
herwinnen. Dat men wakende bleef, was
noodig om verschillende redenen. Mede van
Holland uit was de strijd tegen de reglemen
teering aangebonden in andere landen. De
voorstanders van dit monstrum op wetge
vend gebied zagen met Argusoogen naar het
geen de gevolgen van de afschaffing zouden,
zijn. Zij verwachtten een enorme uitbreiding
van de clandestiene prostitutie en van de ge
slachtsziekten. Mede door den arbeid der
Middernachtzending kon worden aangetoond
dat dit niet het geval is geweest.
Een andere reden is, dat juist op het ter
rein van den omgang der geslachten de
lichting" vaak eer den naam van „verduis
tering" verdiende. Tegen een oppervlakkigen
vogelaar uit Amerika, den veelgenoemden
Lindsay, is uit den kring der Middernacht-
zending het eerst gewaarschuwd. Weinigen
zullen het nu nog opnemen voor hem. Maar
door een ongemotiveerde sympathie, ook
waar men die niet verwachten zou, i
door zijn geschriften veel kwaad gedaan
Tegen het Nieuw-Malthusianisme heeft de
Middernachtzending haar stem verheven en
merkwaardig is, dat nu van gansch anderen
kant waarschuwende woorden vernomen
worden tegen de tuchtelooze propaganda van
den Nieuw-Malthusiaanschen Bond, die
nig ernst en zuiverheid van bedoeling
raadt. „Dat het gezin geen schade lijde", dat
woord van Heldring blijft een richtsnoer.
Hoe noodig nuchtere waakzaamheid is bl(jkt
bijv. ook uit de oppervlakkige nonchalance
waarmee ernstige vragen op het terrein der
moraliteit behandeld worden.
Daarna werd besproken de wijze waarop
de vereeniging werkt. Door haar soepele or
ganisatie kan zij in de versohillende afdee-
lingen zich voegen naar de behoeften van de
plaatselijke omgeving. In Amsterdam of Rot
terdam met zijn consultstiebureaux en in
lichtingendienst, werkt men anders dan in
Den Helder met zijn zeemanshuis. Zoo heeft
zich in Den Haag de arbeid gegroepeerd op
de wijze, die daar de beste moet worden ge
acht. Het bureau zal voorloopig gevestigd zijn
Nieuwe Gracht 15, waar mej. Postma op
verder aan te geven tijden te spreken zal
«Ün).
Een tweede referaat werd geleverd door
Mr. H. de Bie, vice-president van de ar
rondissementsrechtbank te Rotterdam, en
oud-kinderrechter, over het onderwerp:
Spr. begint met te vermelden, dat bij
Kon. Boodschap van 10 April 1937 een ont
werp tot herziening van het burgerlijk Kin
derrecht bij de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is aanhangig gemaakt, welk ont
werp thans in onderzoek is bij de Vaste
Commissie voor Privaat- en Strafrecht van
die Kamer.
Spr. stelt zich voor, om in dezen kring de
bepalingen, betrekking hebbende op de po
sitie van het buitenechtelijke kind meer uit
voerig te behandelen, maar wil toch hei
kader laten zien van het geheele ontwerp.
Welk een monument van nationale Wkt-
geving de Kinderwetten van 1901 ook zijn,
reeds van den aanvang is er geklaagd
den vorm, waarin zij zijn gegoten, over de
slechte leesbaarheid van den tekst, waarmee
niet slechts juristen, maar tal van anderen
te maken hebben, die zich met het lot van
het verwaarloosde kind bemoeien.
Die vorm is er in den loop der jaren niet
beter op geworden. Spr. gaat de wijzigings
wetten na, waarbij hij in het bijzonder her
innert aan de wet van 1909, die de vorde
ring van het natuurlijke, niet-erkende kind
tegen den verwekker regelt.
Thans is de Regeering gekomen met
een ontwerp, dat de geheele materie,
die men burgerlijk kinderrecht in
tegenstelling met het kinderstrafrecht
noemt, omvat. Achtereenvolgens
gaat Inleider de nieuwe bepalingen na
omtrent de ouderlijke macht, de huwe
lijkstoestemming, de ouderlijke tucht.
Het buiten-echtelijke kind
Meer in onderdeelen beziet Spr. de voor
stellen betreffende de rechtspositie van het
buiten-echtelijke kind ten opzichte van zijn
moeder en zijn vader, hoe de eisch van er
kenning door de moeder van dit kind is af
geschaft, zoodat burgerlijke betrekkingen
tusschen de meerderjarige moeder en het
kind van rechtswege ontstaan, hoe de rege
ling is, wanneer de moeder minderjarig is,
hoe ten opzichte van den verwekker. Spr.
wijst erop, hoe op het voetspoor van de oud-
Hollandsche reohtsgeleerden verschil wordt
gemaakt tusschen het kind van een onge
huwde moeder en een ongehuwd en verwek
ker en het overspelige of bloedschennige
kind, een van de moeilijkste onderwerpen in
deze geheele materie.
De nieuwe bepalingen voor de vadersohaps
actie worden in het licht gesteld. Daarna
staat spr. nog bij andere onderwerpen stil:
de ontheffing van de ouderlijke macht zelfs
tegen den wil der ouders, de toevertrouwing
aan den voogdijraad, de mogelijkheid van
proefverlof voor voogdijkinderen, die men
nog niet terstond aan de ouders wil terug
geven, de ondertoezichtstelling en wat daar
uit voort kan vloeien.
Spr. eindigt met het uitspreken van den
wensch, dat waar in ons land de wetgeving
berust bij Regeering en Staten-Generaal in
gemeen overleg en beide organen openstaan
voor de critiek der openbare meening, uit
de smeltkroes van dit overleg een wetgeving
moge te voorschijn treden,
waardoor zij, die zich ambtelijk of
vrijwillig het lot van het verwaarloos
de kind, in het bijzonder ook van het
buiten-echtelijk kind, aantrekken, nog
betere wapenen dan totnutoe in han
den krijgen. Hoofdzaak blijft, dat ons
Nederlandsche volk de mannen en
vrouwen blijft leveren, die deze wape
nen niet alleen kunnen, maar ook wil
len hanteeren tot zegen van het mis
deelde kind.
afgewezen wordt „als in lijnrechte strijd met
de Geref. belijdenis, die zulk een systeem niet
kent, maar veeleer veroordeelt". Voorts
wordt (in een positief deel) de opvatting der
Chr. Geref. Kerk ontvouwd en geconstateerd:
„Deze Bijbelsch; Verbondsleer moet wor
den gehandhaafd; dan blijft de prediking
stellen den eisch der wedergeboorte; dan is
er ook een grond voor den doop onzer kin
deren. Een grond, niet in een onderstelling,
maar in he'.geen wij zeker weten, zooals onze
Heidelbergsche Catechismus in Zondag 27
spreekt: „Zal men ook de jonge Kinderen
doopen?" Antw.: „Ja het, want mitsdien zij
al zoowel als de volwassenen in het Verbond
Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn,"
enz.
„Het gedoopte kind ligt nu onder de belofte
Gods. Een rijke God is tot dat kind gekomen.
Komt dit kind, door wedergeboorte, tot in
williging van het Verbond, dan zal de zegen
des Verbonds. de beteekende zaak worden
weggedragen; verbreekt het het Verbond
dan treft de vloek. Komt het tot een geloo-
vig omhelzen, dan zal het eeuwig ingaan
anders sterft het in ongeloof. (Hebr. 4 ei
Cor. 10).
Het derde gedeelte van het Rapport is
gewijd aan practische bezwaren. De Chr.
Geref. Kerk heeft bezwaren tegen de
eeniging in betrekking tot het practische
leven, omdat de bepaalde voorstelling der
heilsorde ernstige gevolgen openbaart in de
practijk. In de tweede plaats zijn er door de
Gereformeerde Kerken bepalingen in
Kerkenorde opgenomen, welke de bezwaren
tegen een eventueele vereeniging vermeer
deren.
Dit deel van het rapport bespreekt dus be
zwaren, die raken:
a. De gevolgen der verbondsbeschouwing.
zooals die in de Gereformeerde Kerken
wordt geleerd.
b. Enkele artikelen door genoemde Kerken
in de Kerkorde opgenomen.
Met tal van citaten van Geref. auteurs (in
zonderheid op Prof. Bavinck beroept het
Rapport zich veelvuldig) wordt aangetoond,
„dat de neo-calvinistische verbondsleer tot
allerlei dwalingen kan leiden en allerlei
geestelijke schaden kan veroorzaken. Uit het
getuigenis van Hoogleeraren en predikanten
der Gereformeerde Kerken, blijkt dat deze
leer in beginsel inhoudt: labadistische, bap-
tistische, anlinomiaansche, remonstrantsche ei
deterministische dwalingen. Er wordt gespro
ken van sophistische dwalingen en zelfs
gruwelijke dwalingen. De geciteerde gerefor
meerden zeggen ons:
men kan er door met een ingebeeld en
hemel verloren gaan;
die leer leidt tot geestelijke oppervlakkig
heid, valsohe gerustheid en zorgeloosheid;
die leer berooft de prediking van haar
ernst en kracht en ontneemt aan de sacra
menten de gereformeerde be teekenis:
die leer verkeert de leer van Christus;
die leer verzwakt de beteekenis van het
geloof;
die leer ontneemt het gebed zijn waarde
en plaats;
die leer kweekt een geslacht van Nicode-
miten, dat van geen wedergeboorte meer
weet;
die leer is een zaad, dat den akker der
kerk bederft."
In betrekking tot de onder b bedoelde be
zwaren bepleit het Rapport behoud van het
onderzoek naar den genadestaat en de roe
ping bij het admissie-examen van theol. stu
denten. Tweedens wordt geopponeerd tegen
de opvatting, welke de Verbondsleer der
Geref. Kerken zal leggen in de 2e vraag in
het formulier voor de openbare belijdenis (de
Verbondsbelofte, in den doop beteekend en
verzegeld). Het derde betreft het onderhou
den van den Zondag (Zondagsarbeid, reizen
od Zondag). Uitvoeriger wordt dan stilge
staan bij het vierde bezwaar, de invoering
der „Eenige Gezangen" in de Geref. Kerken.
Noch het besluit der Synode van Middelburg,
noch de inhoud dier gezangen bevredigt de
samenstellers van het Rapport. En zij ver
eenigen zich met de opmerking, „dat door de
invoering van menschelijke gezangen i:
Gereformeerde Kerken er een struikelblok
meer ligt op den weg, die zou kunnen leiden
tot vereeniging van de Gereformeerde Ker
ken met de Christelijke Gereformeerde
Kerk."
Tenslotte wordt gewezen op de beteekenis
van het „Beding" inzake de opleiding van
a.s. dienaren des Woords (1911).
„Indien de Geref. Kerken de leer
wijlen Dr. A. Kuyper aanvaarden en die leer
gedoceerd wordt aan de Vrije Universiteit,
dan heeft dat bedenkelijke gevolgen vo<
praktijk. Dan ligt de theologie als wetenschap
buiten het terrein en de bevoegdheid der
Kerk; dan kan de Kerk de theologische
tenschap niet beoordeelen. De Kerk heeft dan
alleen te oordeelen over de soterioligische
vraagstukken. Voor de Kerk kan dan de een
of andere leer ing een dwaling zijn, ter
wijl zij dit voor de theologische wet
schap niet is. De grootste conflicten kunnen
hieruit ontstaan. Voor de Kerk kan een of
andere stelling een leugen zijn, terwijl die
stelling voor de gereformeerde beginselen,
afgeleid uit de wetenschap, waarheid is.'"
De genoemde confessioneele, kerkrechte
lijke en practische bezwaren samenvattende,
komt het Rapport dan tot de vier conclusies,
welke wij Zaterdag j.l. afgedrukt hebben.
DOMINEES. DIE GEEN WERK ZIEN
In „Credo" schrijft Ds. L. Overduin
van Kampen over een heel ernstig ver
schijnsel:
„Ik werd dezer dagen bepaald bij het
raadselachtige in sommige domineemenschen.
In enkele dagen tijds komt mij van drie jonge
collega's de klacht ter oore, dat ze geen raad
wisten met hun vrijen tijd. Een dominee, die
geen werk ziet. Een herder, die geen
dwaalde schapen mist. Een soldaat, die geen
vijand bemerkt. Nee maar, dat wordt
gezegd door flinke jonge kerels, die ieder
gemeente hebben tusschen de honderd twin
tig tot zeshonderd zielen, terwijl de .burger
lijke gemeenten vallen tusschen de duizend
en vijf duizend. En daarbij komt nog dat
buiten de Gereformeerde Kerk op die plaat
sen bijna „alles" practisch godsdienstloos
„U moet me niet kwalijk nemen, maar hier
duizelt het mij. Hoe kan een zóó klagende
collega met vollen ernst bijvoorbeeld preeken
over Zondag acht en veertig. „Welke is de
tweede bede? Antw. Uw Koninkrijk kome
Dat is:bewaar èn vermeerder Uw kerk."
Als wij dan in drie of vier dagen per week
klaar zijn met het „bewaren" van de kerk,
waarom dan niet begonnen die andere dagen
met het „vermeerderen" van de Kerk?"
En dan trekt hij de lijn nog even door;
„De Heere heeft Zijn Kerk gesticht, niet
om op zich zelf te blijven in valsche zelfge
noegzaamheid en in harteloos egoisme, r
om te zijn een stad op een berg en een licht
op de kandelaar.
Wat vreeselijk, als een herder ei
leeraar mede schuldig staat aan de be-
Hoogste 6tand te Warschau 768.6.
Laagste stand te Janmayen 743.1.
Stand vanmorgen half twaalf 763.2.
WEERVERWACHTING
Zwakke tot matige veranderlijke wind,
later uit W. richtingen, nevelig tot zwaar
bewolkt, of betrokken, met waarschijnlijk!
eenige regen, weinig verandering in tem-i
peratuur.
BUITENLANDSCH WEEROVERZICHT
Het gebied van hooge luchtdruk in het
over het vasteland breidde zich ook over Z.-
Scandinavië uit. In het geheele gebied is da
wind zwak met nevelig tot betrokken lucht*
In N.-Duitschland ligt nog een vorstgebied;
in midden-Scandinavië bleef de vorst plaat-
selijk streng. Het hooge drukgebied in het'
W. op de oceaan breidde zich over de
Britsche eilanden uit; de wind is hier zwak
tot matig, in het N. uit W., in het Z. uit O*
riöhtingen. De lucht is nevelig tot zwaar
bewolkt; in het N. valt regen onder invloed
van de naderbij gekomen en dieper gewor
den depressie, welke gister reeds bij IJsland
gesignaleerd werd. Behalve op IJsland ea
N.-Schotland doet de invloed van deze de
pressie zich ook reeds langs de Noorsche
kust gevoelen, waar de wind matig tot
krachtig uit ZW. waait en waar de bewol
king toegenomen is. In het Z.W. over de
Golf van Biscaye ligt nog een depressiekeru,
welke haar invloed in W.-Frankrijk doet
gevoelen, waar de lucht ook betrokken is
met plaatselijk regen. Een uitlooper van!
deze depressie ligt over het Engelsche Ka-
naa' en oefent haar invloed ook in ons land
uit, waardoor ook hier het weer somber is
met plaatselijk regen. De wind is veran
derlijk.
Verwacht wordt, dat de wind later naar
het W. om zal loopen met nog nevelig tot
zwaar bewolkt of betrokken lucht en nog
an.® ?P re8en. De temperatuur zal waar
schijnlijk weinig veranderen.
THERMOMETERSTAND
Stand vanmorgen half twaalf 6.0 C.
25 NOVEMBER
Zonsopgang 7.39 uur, zonsondergang 3.54 uur
Maan op nam. uur, onder nam. 0.32 uud
Laatste Kwartier voorm. 0.24 uur.
VOERTUIGEN MOETEN HUN LICHTEN
OP HEBBEN
25 NOVEMBER
Van 's avonds 4.24 uur tot 's morgens 7.11 uufl
vriezing van een gemeente. Een ge
meente, die zich opsluit en niet naar
buiten treedt met de ontferming van
Christus, vriest dood.
In de vrieskoude van dit leven kunnen we
als Kerk alleen in leven blijven door in de
beweging te blijven".
ONDERWIJS
EN OPVOEDING
DEPARTEMENT VAN ONDERWIJS
IN INDIë
Mr. J. Tazelaar benoemd tot onderdirecteur
BUITENZORG, 23 November. (Aneta). Met
ingang ven 1 Januari 1938 is benoemd tot
onder-directeur van het Departement van
Onderwijs en Eeredienst Mr. J. Tazelaar.
ONDER WIJSBENOEMINGEN
Voorburg. Wilhelmina M.U.L.O.-schooL
Tot tijdel. onderwijzeres, Mej. E. J. M.
Weinberg te Den Haag.
Examens
TUbui
d n l n grn. Gesl.: Wis- en NatuurW,
Ivak Natuurk.): doet ex., de heer P. Teu-
Apothekeranaslatent. Amsterdam. Oe«ï
tie). Ch. M. Roelof». Amsterdam.
uVJ.\'C±k. °~L; »«J'
Secretariaat Ned. Spoorwegen
Belangrijke wijziging In 1938
Naar wij uit „Spoor- en Tramwegen"
vernemen, ligt het in het voornemen der
directie der N'ed. Spoorwegen om in den
loop van 193S het secretariaat, dat tot nog
toe vereenigd was met den Algemeer.er.
Dienst, daarvan af te scheiden. Tevens zal
in verband met het door den tegenwoordi-
pen functionaris. Jhr. Dr. C. Beelaerts van
Blokland, te kennen gegeven voornemen
om den telen Juni 1938 zijn betrekking
neer te leggen, een nieuwe secretaris op
treden. Als zoodanig is aangewezen Drs.
D. J. Wansink, thans secretaris van den
Economischen Raad, die zijn werkkring bij
de Ned. Spoorwegen zal aanvangen op 1
Februari a.s.