JECOVITI Uw Zenuwen en gesterkt en Uw De Stand Na Zestien Partijen LANGS WONDERLIJKE WEGEN MAANDAG 15 NOVEMBER 1937 DERDE BLAD PAG. 9 BOND VAN GEREFORMEERDE VROUWENVEREENIGINGEN De definitieve oprichting In een dor zalen van het gebouw van de N.U.C. te Utrec.ht, vond Zaterdagmiddag plaats de vergadering van afgevaardigden van Geref. Vrouwenverenigingen, ten einde te komen tot oprichting van een bond; deze vergadering was een vervolg- bijeenkomst van de vergadering, welke in September gehouden was. De Presidente van het voorloopig be stuur, mevrouw J. Z w a r tD e Jong te Utrecht, zeide in haar openingswoord, dat bet besluit tot oprichting van den Bond niet was genomen om niet bij anderen achter te staan, maar ter bevordering van bet onderling contact. Statuent en huishoudelijk reglement kwa men in bespreking en werden vastgesteld. In art. 2 der Statuten werd vastgesteld, dat de Bond als grondslag aanvaardt Gods onfeilbaar Woord naar de opvatting van de belijdenisgeschriften der Geref. Kerken in Nederland. In art. 3 werd als doel ge formuleerd den onderlingen band te ver sterken of te leggen tusschen reeds be staande of nog op te richten Geref. Vrou wenverenigingen en voorlichting te geven aan de verenigingen, wier bedoeling is: door studie en bespreking van allerlei on derwerpen kennis en inzicht te vermeerde ren in de werken Gods in Schrift en .his torie en daarnaast, indien dit naar eigen plaatselijke omstandigheden wenschelijk geacht wordt, practisch werk te verrichten. Toen Statuten en Huishoudelijk Regle ment waren aangenomen en de bond dus definitief was opgericht, werd staande ge zongen Gezang 8 3 en 4 „Zie op ons neder in gena, opdat ons werk voorspoedig ga". De Presidente hield daarna een toe- Spraak, waarin ze erop wees, dat reeds enkele tientallen jaren Geref. Vrouwenver- eenigingen bestonden, die naaivereenigin- gen waren, maar welker leden zich toch ook wel bezighielden met Bijbelbespreking. Daaruit ontstonden de vrouwenvereenigin gen, zooals we die verspreid nu kennen. De oprichting van den bond is geschied om de eenheid te bevorderen. In diepe een heid en saamhoorigheid willen wij Chris tinnen zijn met en voor elkaar, en zoo door ons vrouwenleven een hulpe zijn voor het mannenleven. Wij willen niet Chris tinnen zijn in den algemeenen zin, maar wij willen Gereformeerde Christinnen zijn. 'Onze bond .bedoelt geen concurrentie met den bestaanden Christen-Vrouwenbond, die fcich meer beweegt op maatschappelijk ter rein. Het is zeer goed merkbaar, dat vrou wen lid zijn van beide bonden. Onze bond is ook geen bond van vrouwen, doch van vereenigingen van vrouwen. Na een pauze werd het bestuur als volgt Samengesteld: mevr. J. Zwartde Jong te Utrecht, presidente, mevr. F. N a w ij n van D ij k te Bergum, secretaresse, mej. J. A. Bos te Rotterdam, penningm., mej. N. Verkade te Schiedam; mevr. Kui per s—R i e t b e r g te Winterswijk, mevr. Heuzevel dv. d. Lelie te Hazers- woude, mej. Molendijk te Hendrik-Ido- lAmbacht. Dit bestuur zal zitting hebben tot de eer ste algemeene vergadering, welke in Juni van bet volgend jaar zal plaatsvinden en Idan in zijn geheel aftreden. Mej. A. Bos te Rotterdam sprak een Slotwoord. Zij wees daarin op de roeping der vereenigingen. Wij willen met onze Geref. Vrouwenverenigingen geen studie kringen vormen, zonder meer. Het daar verzamelde kapitaal aan kennis zè.1 en kan geen dood kapitaaal zijn. Hoe meer we met een oprecht en geloovig hart de be ginselen van Gods Woord als richtsnoer leeren kennen, des te betere Evangelisten worden we, zij die een gezin hebben, bij hun kinderen, zij die een andere levens taak van God kregen, in die speciale om geving of in de georganiseerde Evangelisa- tievereenigingen. We willen geen kerkjes of groefjes vormen in de Kerk. alsof een lid van onze vereenigingen een belofte zou (moeten doen of het voornemen zou moeten hebben grooter ijveraar te zijn dan alle Christenen van Geref. huize, zooals de Christelijke Padvinderij haar leden geheel .Verkeerd suggereert. Onze vereenigingen (moeten slechts middel zijn tot het dieper onderzoeken en bespreken van allerlei on derwerpen, die ons speciaal als Geref. Vrouwen belang in boezemen en waar we anders niet toe komen om die te bestu- 'deeren. Met een woord van opwekking om propaganda te voeren beslot spr. Bij de Bond zijn reeds aangesloten ver eenigingen met 372 leden. 0.75 per fleich. RICHTLIJNEN VOOR WATERSTAAT Voorloopig verslag van de Tweede Kamer Strenge toepassing verkeerswet In hef voorloopig verslag van de Tweede Kamer over de begrooting 1938 van Justitie stellen verscheidene leden de vraag, of de nieuwe bewindeman in het algemeen zijn oordeel over de vraag stukken, die aan zijn zorgen zijn toever trouwd, zou willen uiteenzetten. Sommige leden vroegen, of het thans, na de uitspraak van het permanente hof van Internationale Justitie van 28 Juni j.l. in zake het geschil met België over de aftap ping van Maaswater, niet een gunstig tijd stip is, om to trachten met België tot over eenstemming te komen. Men wcnschte te vernemen, of het rapport van de staatscommissie, heiast met een on derzoek naar de mogelijkheid van den aan leg van een Spaarbekken-krachtwerk in Limburg, reeds is uitgebracht. Van verschillende zijden werd aange drongen op een strenge toepassing van de „verkeerswet tegen Lintbebouwing". Van verschillende zijden werdr met het oog op de veiligheid van het verkeer, aange drongen op spoedige inwerkingtreding van de rijtijdenwet 1936. Inlichtingen werden gevraagd omtrent de plannen tot indijking van den Biesbosch, alemo.de omtrent die tot afsluiting van den mond van de Donge. Is het waar, zoo vroeg men. dat van die werken niets zal komen, omdat zij een nadeeligen invloed zouden hebben op den stormvloed te Dordrecht? Gevraagd werd, of de minister maatrege len in overweging genomen heeft om te ko men tot verbetering van de afwatering van westelijk Noordbrabant en, zoo ja, welke deze maatregelen zijn. Verscheidene leden waren van oordeel dat, nu een niet onbeteekenende opleving in de binnenscheepvaart valt waar te nemen, deze crisismaatregel kan worden gemist. Maatregelen werden bepleit voor oude schippers, die niet meer in staat zijn in huo levensonderhoud te voorzien. VEREEN. VAN HUISVADERS IN TEHUIZEN VOOR MILITAIREN Twee belangrijke referaten Bovengenoemde vereeniging hield haar 19de jaarvergadering te Utrecht, onder lei ding van haar voorzitter den heer W. M e- kenkamp, te Harderwijk. In zijn ope ningswoord memoreerde de voorzitter het overlijden van de heeren G. de Wal, J. Blankenspoor en G. Sterken, allen oud leden der vereeniging. Spr. sprak een woord van bömocdigipg naar aanleiding van Ps. 96, wijzende op de macht Gods bij veel wat den arbeid bemoeilijkt. Hij eindigde met een- woord van welkom tot den secretaris penningmeester van den N.M.B., Luit.-Kol. b.d. D. J. C. van Reeruen, den Leger- en Vlootpredikant in Algem. dienst, Ds. H. Janssen, en de legerpredikanten Ds. J. J. Bootsma en Ds. F. Ramaker. De jaarver slagen werden goedgekeurd. De heer M. S m a 11 e g a n g e- die als stuurslid herkozen werd, hield een kort referaat over „De Overheid en de geeste lijke verzorging van den militair". Spr. merkte' op, dat bij een demonstratie voor de pers in een onzer garnizoenen waar, naast oefening, huisvesting en voeding, ook ruimschoots aan de ontspanning werd ge dacht... de geestelijke verzorging met geen woord werd genoemd en ook niet de arbeid der Tehuizen voor Militairen, die nu al zooveel jaren het geestelijke en zedelijke heil der militairen bevorderen. De Over heid kan niet anders dan neutrale ont spanning geven, doch ons Christenvolk kan voor zijn zonen in dienst met deze ont spanning geen genoegen nemen. Waardee- rende dat de Overheid zich ook buiten den diensttijd met den militair bemoeit en tracht hem wat te geven, zoo mogen wij met recht gelijke waardeering vragen voor onzen arbeid, niet alleen moreel maar óók financieel, inzonderheid waar het particu lier initiatief met name van den N.M.B. straks voor nieuwe groote uitgaven komt te staan. In de middagvergadering hield de heer G. Mulder, uit Gorinchem, een Inleiding over: „De arbeid van den den N.M.B.". Op geestige wijze behandelde spreker eerst de critiek op den arbeid van den Bond, zoowel waar deze komt uit eigen boezem als van buiten. Met feiten en cijfers bestrijdt Spr. deze critiek en vraagt veeleer waardeering. Dat inderdaad in het verleden te veel is afgewenteld op de toekomst, met het ge volg dat het hoofdbestuur van den Bond nu geplaatst is voor een zeer moeilijke op gave; daarin staat de Bond niet alleen. Dit betreft niet alleen de financiën, maar ook de organisatie. Het stelt ons Christen- olk voor een puzzle, want niet alleen 'ordt er veel gevraagd voor den Bond, maar ook voor de Tehuizen afzonderlijk, ibij nog komt, dat ook andere Christe lijke organisaties voor haar arbeid ten bate van de Chr. beginselen ln de weermacht, oen beroep op ons Chr. Volk doen. Wat de inwendige organisatie betreft, gelooft Spr., dat binnen niet al te langen tijd, dank cok vooral het beleid van den nu afgetreden voorzitter, Z.Exc. Minister J J. C. van Dijk, deze haar beslag zal krijgen terwijl hij, gezien de bestaande samenwer king bij liet houden van de vlagjesdagen, een nauwere samenwerking met andere or ganisaties niet onmogelijk acht. Tenslotte doet Spr. een beroep op de Re geering, onze Chr. Volksvertegenwoordi gers, de pers, en ons gansche volk, om den arbeid van den Bond tot heil van onze mi litairen werkelijk mogelijk te maken. Over beide inleidingen werd een leven dige discussie gehouden, waaraan o.a. ook de legerpredikant Ds. Janssen en de heer Van Reencn deelnamen. Na dankzegging van den heer H. Kal- deweij, sloot de voorzitter de vergadering. slaap wordt weer rustig door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten G'.azen Buisje 75 cL Bij Apoth. en Drogisten BURGEMEESTERSAFSCHEID TE ZWOLLE Bijzondere zitting van den Gemeenteraad Een hartelijke huldiging Zaterdagmidoag heeft de Burgemeester van Zwolle, dr. J. E. b a r o n d e V o s van Steen w ij k afscheid genomen van zijn gemeente. Reeds eerder werd in meer intiemen kring afscheid genomen van politiecorps, hoofden van takken van dienst en secretarie-perso neel. Namens de ambtenaren werd daarbij gesproken ooor den heer J. W ij n b e e k. Zaterdagrhiddag werd een buitengewone zitting van den gemeenteraad gehouden, tij dens welke namens den geheelen raad het woord voerde wethouder H. G. C. T r e Hartelijke woorden van dank voor het geen Baron de Vos van Steenwijk voor Zwolle deed werden uitgesproken, met den wensch, dat het belangrijke ambt, waartoe de burgemeester is geroepen, hem alles brenge, waarop zijn persoonlijkheid en kun de recht geven. Daarna werd het woord gevoerd door den secretaris Mr Dr G. van L e y d e n, die de nadruk legde op do prettige persoonlijke verhouding en er op/ wees, hoe snel Baron de Vos van SteenwijK zich in het hem tevo ren vreemde gebied van gemeentelijk bestuur had ingewerkt. De Burgemeester wierp in zijn antwoord een terugblik op de afgeloopen vijf jaren wijdde een beschouwing aan den toestand der gemeente Zwolle. Als ik deze stad weer betreed en ik hoop dit nog dikwijls te doen zoo.zeide hij, dan zal het zijn als oud-burgemeester. Maar mijn gevoelens voor Zwolle, waar ik werd geboren en schoolging, waar ik den huwelijksband sloot en dat ik nu enkele jaren mocht besturen, zullen veranderd blijven, het wel en wee in Zwolle zal ik blijven voelen als iets, dat mij per soonlijk raakt. Moge Zwolle door donkere tijden een zegenrijke toekomst tegemoet gaan. Hierna nam de scheidende burgemeester met een warmen handdruk van ieder der raadsleden afscheid. Na deze raadszitting werd een zeer druk bezochte afscheidsreceptie gehouden, waar van tallooze ingezetenen gebruik maakten. Hoe de praatjes in de wereld komen „We lezen op school uit een boek van Iflussert" Het volgende verhaal lezen we in het Correspondentieblad" van de Vereen, van Chr. Onderwijzers(essen): 't Onderstaande gebeurde in een Volks school in een onzer grote steden. 't Is 10 minuten voor twee uur. De school bel gaat en de concierge doet de deur open. Rustig komen de kinderen binnen en gaan aar hun klassen. Een der meisjes, Beppie B., is wat geagi teerd. Snel hanct ze haar muts en mantel aan de kapstok en vlug treedt ze haar klas binnen. Dadelijk begeeft ze zich naar den onderwijzer. „Meester, weet U, dat meester A een N.S.B.-er is?" „Wel neen kind, dat is zo niet, hoe kom er aan?" „Juffrouw J. is bij moeder geweest en heeft het verteld. Haar jongens zitten bij meester A. in de klas en die hebben thuis verteld, dat in de klas van mr. A. uit een boek van Mussert gelezen wordt". „Dat kan niet, beste meid, spreek er maar niet verder over, we zullen die zaak wel eens onderzoeken" 't Hoofd der school wordt ingelicht en en kele minuten later weet cnr. A. wat de jon gens J. van hem thuis verteld hebben. „Hebben jullie thuis verteld, dat we op school uit een boek van Mussert lezen?" „Ja. meester". „Maar jongens, welk boek is dat dan? „Ons gewone leesboek, meester". De veroordeelde Nederlander Onlangs is, zooals gemeld, een bewoner van Venlo, zekere Willem Cammers, door de volksrechtbank te Berlijn veroordeeld tot de doodstraf, onder beschuldiging van spion- r.age. De verdediger van den beschuldigde, Mr. Tonnaer, uit Venlo. deelt thans mede, dat een verzoek om gratie is ingediend bij de Duitsche regeering Gevraagd is om een beslissing van den Rijkskanselier, waarbij de doodstraf in levenslange gevangenisstraf gewijzigd wordt. De Nederlandsche gezant te Berlijn zal zijn invloed voor een gunstige beslissing aanwenden. Naar wij vernemen heeft het gemeentebe stuur van Den Bosch aan het Ned. Jonge lingsverbond beschikking gegeven ove Markthallen, teneinde daar in 1938 met Hemelvaartsdag de jaarlijksche bondsdag te kunnen houden. Het N.J.V. zal dus het volgend jaar bijeenkomen in de hoofdstad van Noord-Brabant, „Haalt het eens". Weldra zijn de heren terug, met In Knop, 4 A, in de hand. -Zoekt het nu maar eens od". Na enig bladeren wordt een versje aan gewezen. 't Is het aardige gedichtje: „Op de Hei", aldus beginnend: ,Ik liep langs witte wegen, in warme zomerzon, Mijn oog zag hei na heide, zover het kijken kon, De wilde wind woei stoeiend en dartel op mij aan, Somwijlen moest ik rustend eens even stille staan'. „Is dat nu een vers van Mussert, jon gens?" „Ja, meester, kijkt U maar, 't staat er onder: Uit ..Hou zee" door J. H. Mussert". De onderwijzer schiet in een lach. ..Dat staat er niet. jongens, kijk eens goed". En nu lezen ze: „Uit Hou zee" door J. II. Muysert". Het raadsel is opgelost en de zaak wordt recht gezet. 't „Hou zee" was bij de jongens zo nauw aan Mus9erts naam verbonden, dat de heren (die wat stunterig lezen) voor Muysert maar Mussert hadden genomen. Moeder J. werd ingelicht. De moeder vi het meisje, dat de zaak verteld had. mei. B., evenzeer. „Ik kon het ook niet begrijpen, meneer", aldus mej. B. „Mijn man zei al: „Die twee smeerlappe zouwe de hele school bederve!"" Zo eelukto het ons, 't praatje in het begin van zijn loop te stuiten, 't Had anders èn voor den heer A èn voor de school, die in zeer communistisch getinte volksbuurt staat zeker onaangename gevolgen kunnen heb ben. RUBRIEK^, DINSDAG*36 NOVEMBER HILVERSUM I. 1875 M. KRO-Uitatcndinfir. -1.00 5.10 HIRO. 8.00 Gram.platen. 9.30 Vondel herdenking (H. Mis). 10.15 Gram. platen. 13.90 Berichten. 12.15 KRO-Orkest en Gram. platen. 2.00 Vrouwenuur. 3.02 Modecursus. 4.00 Gram.platen. 4.05 Causerie „Wat gebeurt er met oms als wij sterven". 4.30 Gram.pla- ten. 4.35 HIRO-Post 4.40 Gram.muaiek. 4.15 „Vrede, de sterke", causerie. 5.1U De KKO- Melodisten en solist. (Om. 5.45 Felicitatle- k). 6.40 Esi - - Spoi 7.15 „Het lalfui cade; lchten ANP. Mededc-e- -Symphonle-orkwt en so(l.=- or schakers). 10.05 Gram 19.10 Bela Kiss en zijn Hongaarsch orkeM 10.30 Berichten ANP. 10.40 De KRO-Boys c: solist. 11.20—12.00 Gram.platen. HILVERSUM II. 301 M. AVRO-Ultzcndlna 8.00 Gram.platen. 10.00 Morgenwijding. 10. i iziek (gr.pl.), 10.30 Jetty .09 Huishoudelijke wenken, n.si» 's ensemble (vervolg). 1.00 Re- nova-kwintet. 1.15 Gram.platen. 2.00 Omroep orkest. 2.45 Knipcursus. 3.45 Gram.platen. Jetty Ci nova-ki orkest. 4.00 Pi. rzang. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Gram.platen. 6.00 Omroeporkest. 7.00 Voor ae kinderen. 7.30 Engelsohe les. 8.90 Berichten ANP. Reportage „chaakmatch. 8.15 Gram.pl. 8.30 Bonte Dinsdagavondtrein. 10.45 Repor tage schaakmatch. 10.20 Bridge-cursus. 11.00 Berichten ANP. Reportage schaakmaten. 11.40--12.00 Gica Jonesco Gaïna's Ensemble. DROITWICH 1500 M. 1.10 Orgel 1.352.20 Ork. 4.35 Gram. 4.50 Kwintet en aollstei.. 5.20 Het •kest. 9.00 Harp-soll. Het Cembalo-Tri :rie „The Soloi Islands. 10.00 Om het wereldkampioenschap schaken Zal Aljechin verder alle risico vermijden? Zijn stijl nog niet veranderd Door de 14de partij te winnen is Aljechin er in geslaagd een der voorwaarden voor het winnen van de match te vervullen. Om dit doel te bereiken moet Aljechin in totaal 15yz punt behalen, waaronder ten min ste 6 punten, verkregen door gewonnen partijen. En hij moet aan deze conditie vol doen, vóórdat dr Eu we 15 punten, waar onder eveneens 6 punten uit gewonnen ipartijen, behaald heeft, anders blijft de titel bij den wereldkampioen. Aljechin heeft nu zijn 6 gewonnen par tijen en dat is zeer belangrijk. Tot nu toe kon hij niet volstaan met op remise te spelen. Hij moest, of hij wilde of niet, het als voorwaarde gestelde getal van 6 berei ken. Nu hij het bereikt hééft, behoeft hi.i geen enkele partij meer te winnen, als hij maar zorgt, dat hij zijn voorsprong oip Euwe behoudt. Het is merkwaardie om te vernemen, hoe men na de 14de partij zich over de weder- zijdsche kansen uitliet. Er is een groep, welke meent, dat de be slissing over den titel nu praktisch geval len is. Kon men nog gelooven, dat Euwe er in slagen zou zijn achterstand in te loopen, toen Aljechin de 6 verplichte winstpartijen nos niet gewonnen had, nu dit wèl het geval is, moet het uitgesloten worden ge acht. dat de titelhouder de kans zal krijgen den voorsprong van zijn tegenstander on gedaan te maken. Aljechin zal heusch wel verstandig genoeg zijn, zoo mecnen zij, om GEEN GOED ZOO GOED ALS 6.50 Gram. 8.20 Bonte Avond. 9.29 Radiotoo- neel. 484 M.17.20 Gram. 12.50 Orkest. 1.30—2.20. 5.20 en 6.35 Gram. 6.50 Zang en plano. 8.20 „Dido and Aeneas'. het behaalde voordeel te consolideeren alle risico te vermijden. Theoretisch is deze meening juist. Het valt niet te ontkennen, dat de uitdager inderdaad op de omschreven wijze te werk kan gaan en 't staat wel vast, dat de taak den wereldkampioen dan uiterst zwaar zal zijn, doch veel minder zwaar dan wan neer hij bijv. een speler als Capablanca als tegenstander zou hebben. Het is nu een maal Aljechins aard niet op een dergelijke min of meer negatieve wijze te spelen. Het ligt hem niet, zijn speelwijze er uilsluitend op in te richten om zijn tegenstander kan sen te ontnemen. Integendeel, hij stelt alles in het werk om zichzelf kansen te scheppen. Wanneer zijn opponent daardoor eveneens kansen krijgt, laat hem dit be trekkelijk koud, als zijn eigen kansen maar evengoed of beter zijn. Aljechin is een té goed tacticus om niet te weten, dat op remise spelen dikwijls gelijk staat met ver lies te riskeeren. Heeft Lasker niet destijds gezegd: „Wie remise wil bereiken moet op winst spelen"? Tenslotte is het wel makke lijk gezegd: „Hij wil zich nu telkens met remise tevreden stellen", maar voor de uit voering van dit voornemen zijn er twéé noodig. En het is voorshands niet aan te nemen, dat Aljechin zonder meer naar be lieven remise kan bereiken. Daarvoor speelt Euwe de opening te goed. Vrijwel steeds weet deze in dit stadium der partij een grooter of kleiner voordeel te bereiken. Zoolang Aljechin dit niet kan voorkomen heeft hij het niet in zijn hand om naar ver kiezing een gelijk spel te bewerken. Het is dan ook te verwachten, dat de strijd even hardnekkig zal worden voortge zet als zij is begonnen. De 15de en 16de partij leveren wel het beste bewijs voor de plannen van beide spelers. In de 15de partij behaalde Euwe eeri dui delijk voordeel, bestaande in het bezit van een vrijen a-pion. Hij trachtte met alle kracht dit voordeel tot winst te herleiden, doch Aljechin vond telkens den sterksten verdedigingszet, zoodat Euwe tenslotte zijn vrijpion verloor en er een zekere remise stelling overbleef. Toch nam Aljechin met remise geen genoegen. Hij had immers een pion meerl En zoo werd de partij hervat en eerst na den 62sten zet staakte Aljechin zijn winstpogingen. In de 16de partij waarin van weerskan ten enkele flinke fouten voorkwamen eing het nogal wild toe, vooral van Alje chins zijde. Deze wist door een schiinoffer groote complicaties te schepnen. welke ech ter uiteindelijk in het voordeel van Euwe uitliepen, die nu op zijn beurt in een twee de zitting, echter eveneens tevergeefs, de winst trachtte te behalen. Men ziet het: in beide partijen na het bereiken van 6-punten-mijlpaal door Alje chin, heeft diens stiil niet de minste andering ondergaan. De consolideeringstak- tiek is verre van hem crehleven. De strijd is naar beide zijden noe volkomen open. Toch mae Euwe's achterstand, welke mo menteel drie punten bedraagt, niet él te lang blijven bestaan, wil hij don titel be houden. Indien hij er in slaagt in de eerst volgende vier partijen ten minste één punt van zijn achterstand in te loopen. geloof ik dat hij het nog wel halen zal. Lukt dit ech ter niet, dan wordt de situatie hachelijk. Of het lukken zal? EUWE WINT DE ZEVENTIENDE PARTIJ Te Den Haag werd de zeventiende partij om het wereldkampioenschap scha ken gespeeld. De partij had het volgende verloop: 11 b2Xc3 12 De2c2 13 Dc2Xd3 22 Tb4Xd4 25 Db5Xc6 26 Td4—b4 27 Dc6b5 28 Tb4—d4 29 Td4—e4 30 Te4e7 31 Db5Xb6 32 Kgrl—g2 33 Db6—d4 34 e3—e4 35 Te7—e5 36 a4—a5 40 Kf3—f4 Pd5—b4 a5Xb4 Pb8Xc6 Dd8—b8 TeS—cS Tc8Xcl Afgebroken stelling na 41 Kf4—g4. Naar Dr Euwe ons mededeelt, heeft Dr Aljechin hem hedenochtend doen weten, dat hij de partij opgeeft. Dr Euwe heeft de zeventiende partij dus gewonnen. De stand is thans: Aljechin 9l/2 punt met 6 gewonnen partijen; Euwe 7% punt met i gewonnen partijen. 7 partijen zijn in remiso geëindigd. De 18de partij begint morgenavond, 16 No vember, om half zeven in den Haagschen' Dierentuin. Een spannend Engelsch verhaal Vertaald door E. H. (5 „Nu, het spijt mi), dat ik het zeggen moet, maar hierom- ftrent kan ik het niet geheel met je eens zijn! Je hebt je dan ;wel heel vreemd en onbescheiden gedragen. Maar ga nu mee, pom Henry wil, dat je dien man duidelijk beschrijft". „Maar dat kan ik niet". „Praat niet zoo dwaas! Is hij donker of blond?" „Donker". „Donker en oud", zei Mrs. Somerville en haar dochter Sprak haar niet tegen, ofschoon ze toch wel wist, dat het .woord „oud" niet juist gekozen was; maar jong was hij toch ook niet. „Was hij groot of klein?'* „Groot". „Hm! En de vrouw, die hij later wegvoerde?" „Die heb ik haast niet gezien. Van haar gezicht althans Ïiïets". Mrs. Somerville keek eens het vertrek rond en haar blik bleef rusten op de jas. „O, daar heb je de autojas van dien man! Maak, als-Je- blieft, dat de meisjes ze niet zien, maar oom Henry denkt, dat \ve dien man juist door zijn jas op het spoor zullen komen". „Wat zullen ze met hem doen?" 1 „Waarschijnlijk zal hij levenslang krijgen. Oom twijfelt 0aar niet aan. Het zal een ware schurk zijn!" „O!" riep Daphne ontzet. „Ja, en zoo zie je meteen, wat je mij een aanstoot hebt ge geven door je gedrag. Mijn dochter is dus in gezelschap ge weest van een dief, of een moordenaar, of wie weet wat hij verder heeft uitgevoerd!Kleed je nu gauw en kom dan beneden. Daphne. Maar, pas op, kind, als Harold vanavond komt, dat je er dan niets van zegtl" „Maar moeder Die geheimzinnigheid vond zij toch al zoo ongerijmd, maar tegenover Harold zag ze er nu in het geheel geen reden voor in. Mrs. Somerville legde echter alle gevraag het zwijgen op, doordat zij met veel waardigheid sprak: „Oom Henry en ik achtten dit het beste. Je hebt ons dus te gehoorzamen". Toen verliet zij het vertrek en daphne ging recht-op zitten op de rand van haar bed met wijd-open verschrikte oogen. Die bontjas zou den eigenaar waarschijnlijk verbannen naar de gevangenis!En wat had hij haar nu eigenlijk gedaan? Hij had zich vriendelijk betoond tegenover haar. Met trillende vingers rolde zij de jas op en schoof ze onder in haar kleerkast. Ijlings deed ze toen een andere katoenen jurk aan en ging naar beneden, waar haai moeder haar wachtte. HOODSTUK III Twee dagen verliepen er kalm. Behalve eenige ongerust heid, betreffende de bontjas, had Daphne heel het incident al nagenoeg uit de gedachten gezet. Gedurende die twee dagen had Harold Tfoulke haar niet bezocht en Mrs. Somerville tobde daar erg over. Hij had haar sinds hun verloving geregeld dagelijks bezocht; vandaar dat het haar nu ten zeerste bevreemdde, dat hij dit nu naliet. Op den tweeden middag echter kwam hij, en uit pure zenuwachtigheid verwelkomde Daphne hem veel hartelijker dan ooit anders. Mrs. Somerville trad hem ook bijzonder op gewekt tegemoet met een schertsend: „Ondeugende jongen, die je bent! We dachten, dat je heelemaal van het aardrijk verdwenen was". „Wel, neen", zei hij koud. (Hij had altijd iets stijfs en straks over zich). „Maar ik had gehoord, dat Daphne weg was. ofschoon ze er zelve mij niets van verteld had, en nu heb ik maar gewacht, tot zij terug zou zijn", „Wèg?" herhaalden de dames tegelijk. „Ja; in Londen". „Maar ik ben niet in Londen geweest", zei Daphne verrast. Tfoulke staarde eerst naar haar en -toen naar Mrs. Somer ville. „Dan ben ik zeker verkeerd ingelicht", zei hij, op een toon die echter twijfel uitdrukte. „Dinsdagmiddag heb ik Daphne in een auto gezien met een man, dien ik niet kende. Ik bracht mijn tante die u. geloof ik, nooit ontmoet heeft. naar het station. Woensdagavond heb ik een brief gehad van tante, waarin ze schreef, dat ze Dinsdagavond Daphne had gezien, toen ze in Londen terug was; dus moest ik daaruit wel op maken, dat zij regelrecht naar Londen was gegaan". „Ik ben niet in Londen geweest", verklaarde Daphne en keek intusschen met verschrikte oogen naar haar moeder. „Je tante heeft zich vergist", zei Mrs. Somerville zenuw achtig. „Daphne is Dinsdagochtend naar Coulbeech geweest met een vriend van mij; dat is alles. En je tante kent haar toch niet?" „Ze zag haar ïn de auto", hield hij strak vol. „Ze meende haar aan haar kleeren te herkennen". Mrs. Somerville lachte en dit ging haar heel goed "f: „O, nu begrijp ik het! We zijn niet zoo rijk als jouw fami* lie, Harold en Daphne's jurk en hoed zijn alle twee confectie- artikelen uit een Londensch magazijn. Waarschijnlijk loopen er nog wel honderden meisjes zóó rond!" Harolds gelaat helderde op. Daphne zag er echter bleek en verdrietig uit. Ze had het land aan die misleiding en voor het eerst in haar leven dacht ze er ernstig over om zich tegen haar moeder te ver* zetten. Mrs. Somerville merkte op dat het toch een veel te mooie middag was. om binnenshuis te blijven en ze stelde voor. dat de jongelui vast naar den tuin zouden gaan, waar zij ze dan later met de thee volgen zou. Harold zette twee stoelen neer in de schaduw van een grooten boom. „Ik had dadelijk een ontzettende antipathie tegen den man met wien je in de auto zat", zei hij. strekte de beenen uit en leunde gemakkelijk achterover. „Toch kan je maar een heel vagen indruk van hem hebben gekregen", meende zij. Ze vond het nu niet erg meer, om over dit onderwerp te praten. „Ik heb niet gezien, dat je ons passeerde", zei ze. „Wèl herinner ik mij. dat ons een auto voorbijging. Op dat oogen* blik stelde ik voor, dat ik er bij het kruispunt zou uitgaan en dat ik dan terug zou loopen, omdat ik enkel maar gegaan was om hem den weg naar Coulbuch te wijzen; maar hij wilde mij later weer terugrijden". Er volgde een vrij langdurige stilte die Daphne eindelijk verbrak, doordat zij hem de hand op de knie legde en vroeg: „Ber; je jaloersch, Harold?" Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9