JECOVITI
Uw Zenuwen en gesterkt en Uw
De Stand Na Zestien Partijen
LANGS WONDERLIJKE WEGEN
MAANDAG 15 NOVEMBER 1937
DERDE BLAD PAG. 9
BOND VAN GEREFORMEERDE
VROUWENVEREENIGINGEN
De definitieve oprichting
In een dor zalen van het gebouw van de
N.U.C. te Utrec.ht, vond Zaterdagmiddag
plaats de vergadering van afgevaardigden
van Geref. Vrouwenverenigingen, ten
einde te komen tot oprichting van een
bond; deze vergadering was een vervolg-
bijeenkomst van de vergadering, welke in
September gehouden was.
De Presidente van het voorloopig be
stuur, mevrouw J. Z w a r tD e Jong te
Utrecht, zeide in haar openingswoord, dat
bet besluit tot oprichting van den Bond
niet was genomen om niet bij anderen
achter te staan, maar ter bevordering van
bet onderling contact.
Statuent en huishoudelijk reglement kwa
men in bespreking en werden vastgesteld.
In art. 2 der Statuten werd vastgesteld,
dat de Bond als grondslag aanvaardt Gods
onfeilbaar Woord naar de opvatting van
de belijdenisgeschriften der Geref. Kerken
in Nederland. In art. 3 werd als doel ge
formuleerd den onderlingen band te ver
sterken of te leggen tusschen reeds be
staande of nog op te richten Geref. Vrou
wenverenigingen en voorlichting te geven
aan de verenigingen, wier bedoeling is:
door studie en bespreking van allerlei on
derwerpen kennis en inzicht te vermeerde
ren in de werken Gods in Schrift en .his
torie en daarnaast, indien dit naar eigen
plaatselijke omstandigheden wenschelijk
geacht wordt, practisch werk te verrichten.
Toen Statuten en Huishoudelijk Regle
ment waren aangenomen en de bond dus
definitief was opgericht, werd staande ge
zongen Gezang 8 3 en 4 „Zie op ons neder
in gena, opdat ons werk voorspoedig ga".
De Presidente hield daarna een toe-
Spraak, waarin ze erop wees, dat reeds
enkele tientallen jaren Geref. Vrouwenver-
eenigingen bestonden, die naaivereenigin-
gen waren, maar welker leden zich toch
ook wel bezighielden met Bijbelbespreking.
Daaruit ontstonden de vrouwenvereenigin
gen, zooals we die verspreid nu kennen.
De oprichting van den bond is geschied
om de eenheid te bevorderen. In diepe een
heid en saamhoorigheid willen wij Chris
tinnen zijn met en voor elkaar, en zoo
door ons vrouwenleven een hulpe zijn voor
het mannenleven. Wij willen niet Chris
tinnen zijn in den algemeenen zin, maar
wij willen Gereformeerde Christinnen zijn.
'Onze bond .bedoelt geen concurrentie met
den bestaanden Christen-Vrouwenbond, die
fcich meer beweegt op maatschappelijk ter
rein. Het is zeer goed merkbaar, dat vrou
wen lid zijn van beide bonden. Onze bond
is ook geen bond van vrouwen, doch van
vereenigingen van vrouwen.
Na een pauze werd het bestuur als volgt
Samengesteld: mevr. J. Zwartde Jong
te Utrecht, presidente, mevr. F. N a w ij n
van D ij k te Bergum, secretaresse, mej.
J. A. Bos te Rotterdam, penningm., mej.
N. Verkade te Schiedam; mevr. Kui
per s—R i e t b e r g te Winterswijk, mevr.
Heuzevel dv. d. Lelie te Hazers-
woude, mej. Molendijk te Hendrik-Ido-
lAmbacht.
Dit bestuur zal zitting hebben tot de eer
ste algemeene vergadering, welke in Juni
van bet volgend jaar zal plaatsvinden en
Idan in zijn geheel aftreden.
Mej. A. Bos te Rotterdam sprak een
Slotwoord. Zij wees daarin op de roeping
der vereenigingen. Wij willen met onze
Geref. Vrouwenverenigingen geen studie
kringen vormen, zonder meer. Het daar
verzamelde kapitaal aan kennis zè.1 en
kan geen dood kapitaaal zijn. Hoe meer we
met een oprecht en geloovig hart de be
ginselen van Gods Woord als richtsnoer
leeren kennen, des te betere Evangelisten
worden we, zij die een gezin hebben, bij
hun kinderen, zij die een andere levens
taak van God kregen, in die speciale om
geving of in de georganiseerde Evangelisa-
tievereenigingen. We willen geen kerkjes
of groefjes vormen in de Kerk. alsof een
lid van onze vereenigingen een belofte zou
(moeten doen of het voornemen zou moeten
hebben grooter ijveraar te zijn dan alle
Christenen van Geref. huize, zooals de
Christelijke Padvinderij haar leden geheel
.Verkeerd suggereert. Onze vereenigingen
(moeten slechts middel zijn tot het dieper
onderzoeken en bespreken van allerlei on
derwerpen, die ons speciaal als Geref.
Vrouwen belang in boezemen en waar we
anders niet toe komen om die te bestu-
'deeren. Met een woord van opwekking om
propaganda te voeren beslot spr.
Bij de Bond zijn reeds aangesloten ver
eenigingen met 372 leden.
0.75 per fleich.
RICHTLIJNEN VOOR
WATERSTAAT
Voorloopig verslag van de
Tweede Kamer
Strenge toepassing verkeerswet
In hef voorloopig verslag van de
Tweede Kamer over de begrooting 1938
van Justitie stellen verscheidene leden
de vraag, of de nieuwe bewindeman in
het algemeen zijn oordeel over de vraag
stukken, die aan zijn zorgen zijn toever
trouwd, zou willen uiteenzetten.
Sommige leden vroegen, of het thans, na
de uitspraak van het permanente hof van
Internationale Justitie van 28 Juni j.l. in
zake het geschil met België over de aftap
ping van Maaswater, niet een gunstig tijd
stip is, om to trachten met België tot over
eenstemming te komen.
Men wcnschte te vernemen, of het rapport
van de staatscommissie, heiast met een on
derzoek naar de mogelijkheid van den aan
leg van een Spaarbekken-krachtwerk in
Limburg, reeds is uitgebracht.
Van verschillende zijden werd aange
drongen op een strenge toepassing van
de „verkeerswet tegen Lintbebouwing".
Van verschillende zijden werdr met het
oog op de veiligheid van het verkeer, aange
drongen op spoedige inwerkingtreding van
de rijtijdenwet 1936.
Inlichtingen werden gevraagd omtrent de
plannen tot indijking van den Biesbosch,
alemo.de omtrent die tot afsluiting van den
mond van de Donge. Is het waar, zoo vroeg
men. dat van die werken niets zal komen,
omdat zij een nadeeligen invloed zouden
hebben op den stormvloed te Dordrecht?
Gevraagd werd, of de minister maatrege
len in overweging genomen heeft om te ko
men tot verbetering van de afwatering van
westelijk Noordbrabant en, zoo ja, welke
deze maatregelen zijn.
Verscheidene leden waren van oordeel
dat, nu een niet onbeteekenende opleving in
de binnenscheepvaart valt waar te nemen,
deze crisismaatregel kan worden gemist.
Maatregelen werden bepleit voor oude
schippers, die niet meer in staat zijn in huo
levensonderhoud te voorzien.
VEREEN. VAN HUISVADERS IN
TEHUIZEN VOOR MILITAIREN
Twee belangrijke referaten
Bovengenoemde vereeniging hield haar
19de jaarvergadering te Utrecht, onder lei
ding van haar voorzitter den heer W. M e-
kenkamp, te Harderwijk. In zijn ope
ningswoord memoreerde de voorzitter het
overlijden van de heeren G. de Wal, J.
Blankenspoor en G. Sterken, allen oud
leden der vereeniging. Spr. sprak een woord
van bömocdigipg naar aanleiding van Ps.
96, wijzende op de macht Gods bij veel wat
den arbeid bemoeilijkt. Hij eindigde met
een- woord van welkom tot den secretaris
penningmeester van den N.M.B., Luit.-Kol.
b.d. D. J. C. van Reeruen, den Leger- en
Vlootpredikant in Algem. dienst, Ds. H.
Janssen, en de legerpredikanten Ds. J.
J. Bootsma en Ds. F. Ramaker. De jaarver
slagen werden goedgekeurd.
De heer M. S m a 11 e g a n g e- die als
stuurslid herkozen werd, hield een kort
referaat over „De Overheid en de geeste
lijke verzorging van den militair". Spr.
merkte' op, dat bij een demonstratie voor
de pers in een onzer garnizoenen waar,
naast oefening, huisvesting en voeding, ook
ruimschoots aan de ontspanning werd ge
dacht... de geestelijke verzorging met geen
woord werd genoemd en ook niet de arbeid
der Tehuizen voor Militairen, die nu al
zooveel jaren het geestelijke en zedelijke
heil der militairen bevorderen. De Over
heid kan niet anders dan neutrale ont
spanning geven, doch ons Christenvolk kan
voor zijn zonen in dienst met deze ont
spanning geen genoegen nemen. Waardee-
rende dat de Overheid zich ook buiten den
diensttijd met den militair bemoeit en
tracht hem wat te geven, zoo mogen wij
met recht gelijke waardeering vragen voor
onzen arbeid, niet alleen moreel maar óók
financieel, inzonderheid waar het particu
lier initiatief met name van den N.M.B.
straks voor nieuwe groote uitgaven komt
te staan.
In de middagvergadering hield de heer
G. Mulder, uit Gorinchem, een Inleiding
over: „De arbeid van den den N.M.B.".
Op geestige wijze behandelde spreker
eerst de critiek op den arbeid van den
Bond, zoowel waar deze komt uit eigen
boezem als van buiten. Met feiten en cijfers
bestrijdt Spr. deze critiek en vraagt veeleer
waardeering.
Dat inderdaad in het verleden te veel is
afgewenteld op de toekomst, met het ge
volg dat het hoofdbestuur van den Bond
nu geplaatst is voor een zeer moeilijke op
gave; daarin staat de Bond niet alleen.
Dit betreft niet alleen de financiën, maar
ook de organisatie. Het stelt ons Christen-
olk voor een puzzle, want niet alleen
'ordt er veel gevraagd voor den Bond,
maar ook voor de Tehuizen afzonderlijk,
ibij nog komt, dat ook andere Christe
lijke organisaties voor haar arbeid ten bate
van de Chr. beginselen ln de weermacht,
oen beroep op ons Chr. Volk doen.
Wat de inwendige organisatie betreft,
gelooft Spr., dat binnen niet al te langen
tijd, dank cok vooral het beleid van den
nu afgetreden voorzitter, Z.Exc. Minister J
J. C. van Dijk, deze haar beslag zal krijgen
terwijl hij, gezien de bestaande samenwer
king bij liet houden van de vlagjesdagen,
een nauwere samenwerking met andere or
ganisaties niet onmogelijk acht.
Tenslotte doet Spr. een beroep op de Re
geering, onze Chr. Volksvertegenwoordi
gers, de pers, en ons gansche volk, om den
arbeid van den Bond tot heil van onze mi
litairen werkelijk mogelijk te maken.
Over beide inleidingen werd een leven
dige discussie gehouden, waaraan o.a. ook
de legerpredikant Ds. Janssen en de heer
Van Reencn deelnamen.
Na dankzegging van den heer H. Kal-
deweij, sloot de voorzitter de vergadering.
slaap wordt weer rustig door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
G'.azen Buisje 75 cL Bij Apoth. en Drogisten
BURGEMEESTERSAFSCHEID
TE ZWOLLE
Bijzondere zitting van
den Gemeenteraad
Een hartelijke huldiging
Zaterdagmidoag heeft de Burgemeester
van Zwolle, dr. J. E. b a r o n d e V o s
van Steen w ij k afscheid genomen van
zijn gemeente.
Reeds eerder werd in meer intiemen kring
afscheid genomen van politiecorps, hoofden
van takken van dienst en secretarie-perso
neel. Namens de ambtenaren werd daarbij
gesproken ooor den heer J. W ij n b e e k.
Zaterdagrhiddag werd een buitengewone
zitting van den gemeenteraad gehouden, tij
dens welke namens den geheelen raad het
woord voerde wethouder H. G. C. T r e
Hartelijke woorden van dank voor het
geen Baron de Vos van Steenwijk voor
Zwolle deed werden uitgesproken, met den
wensch, dat het belangrijke ambt, waartoe
de burgemeester is geroepen, hem alles
brenge, waarop zijn persoonlijkheid en kun
de recht geven.
Daarna werd het woord gevoerd door den
secretaris Mr Dr G. van L e y d e n, die de
nadruk legde op do prettige persoonlijke
verhouding en er op/ wees, hoe snel Baron
de Vos van SteenwijK zich in het hem tevo
ren vreemde gebied van gemeentelijk bestuur
had ingewerkt.
De Burgemeester wierp in zijn antwoord
een terugblik op de afgeloopen vijf jaren
wijdde een beschouwing aan den toestand
der gemeente Zwolle. Als ik deze stad weer
betreed en ik hoop dit nog dikwijls te
doen zoo.zeide hij, dan zal het zijn als
oud-burgemeester. Maar mijn gevoelens voor
Zwolle, waar ik werd geboren en schoolging,
waar ik den huwelijksband sloot en dat ik
nu enkele jaren mocht besturen, zullen
veranderd blijven, het wel en wee in Zwolle
zal ik blijven voelen als iets, dat mij per
soonlijk raakt. Moge Zwolle door donkere
tijden een zegenrijke toekomst tegemoet
gaan.
Hierna nam de scheidende burgemeester
met een warmen handdruk van ieder der
raadsleden afscheid.
Na deze raadszitting werd een zeer druk
bezochte afscheidsreceptie gehouden, waar
van tallooze ingezetenen gebruik maakten.
Hoe de praatjes in de
wereld komen
„We lezen op school uit een boek
van Iflussert"
Het volgende verhaal lezen we in het
Correspondentieblad" van de Vereen, van
Chr. Onderwijzers(essen):
't Onderstaande gebeurde in een Volks
school in een onzer grote steden.
't Is 10 minuten voor twee uur. De school
bel gaat en de concierge doet de deur open.
Rustig komen de kinderen binnen en gaan
aar hun klassen.
Een der meisjes, Beppie B., is wat geagi
teerd. Snel hanct ze haar muts en mantel
aan de kapstok en vlug treedt ze haar klas
binnen. Dadelijk begeeft ze zich naar den
onderwijzer.
„Meester, weet U, dat meester A een
N.S.B.-er is?"
„Wel neen kind, dat is zo niet, hoe kom
er aan?"
„Juffrouw J. is bij moeder geweest en
heeft het verteld. Haar jongens zitten bij
meester A. in de klas en die hebben thuis
verteld, dat in de klas van mr. A. uit een
boek van Mussert gelezen wordt".
„Dat kan niet, beste meid, spreek er maar
niet verder over, we zullen die zaak wel eens
onderzoeken"
't Hoofd der school wordt ingelicht en en
kele minuten later weet cnr. A. wat de jon
gens J. van hem thuis verteld hebben.
„Hebben jullie thuis verteld, dat we op
school uit een boek van Mussert lezen?"
„Ja. meester".
„Maar jongens, welk boek is dat dan?
„Ons gewone leesboek, meester".
De veroordeelde Nederlander
Onlangs is, zooals gemeld, een bewoner
van Venlo, zekere Willem Cammers, door
de volksrechtbank te Berlijn veroordeeld tot
de doodstraf, onder beschuldiging van spion-
r.age. De verdediger van den beschuldigde,
Mr. Tonnaer, uit Venlo. deelt thans mede,
dat een verzoek om gratie is ingediend bij
de Duitsche regeering Gevraagd is om een
beslissing van den Rijkskanselier, waarbij
de doodstraf in levenslange gevangenisstraf
gewijzigd wordt. De Nederlandsche gezant
te Berlijn zal zijn invloed voor een gunstige
beslissing aanwenden.
Naar wij vernemen heeft het gemeentebe
stuur van Den Bosch aan het Ned. Jonge
lingsverbond beschikking gegeven ove
Markthallen, teneinde daar in 1938 met
Hemelvaartsdag de jaarlijksche bondsdag
te kunnen houden. Het N.J.V. zal dus het
volgend jaar bijeenkomen in de hoofdstad
van Noord-Brabant,
„Haalt het eens".
Weldra zijn de heren terug, met In Knop,
4 A, in de hand.
-Zoekt het nu maar eens od".
Na enig bladeren wordt een versje aan
gewezen. 't Is het aardige gedichtje: „Op de
Hei", aldus beginnend:
,Ik liep langs witte wegen, in warme
zomerzon,
Mijn oog zag hei na heide, zover het
kijken kon,
De wilde wind woei stoeiend en dartel
op mij aan,
Somwijlen moest ik rustend eens even
stille staan'.
„Is dat nu een vers van Mussert, jon
gens?"
„Ja, meester, kijkt U maar, 't staat er
onder: Uit ..Hou zee" door J. H. Mussert".
De onderwijzer schiet in een lach.
..Dat staat er niet. jongens, kijk eens goed".
En nu lezen ze: „Uit Hou zee" door J. II.
Muysert". Het raadsel is opgelost en de zaak
wordt recht gezet.
't „Hou zee" was bij de jongens zo nauw
aan Mus9erts naam verbonden, dat de heren
(die wat stunterig lezen) voor Muysert maar
Mussert hadden genomen.
Moeder J. werd ingelicht. De moeder vi
het meisje, dat de zaak verteld had. mei. B.,
evenzeer.
„Ik kon het ook niet begrijpen, meneer",
aldus mej. B. „Mijn man zei al: „Die twee
smeerlappe zouwe de hele school bederve!""
Zo eelukto het ons, 't praatje in het begin
van zijn loop te stuiten, 't Had anders èn
voor den heer A èn voor de school, die in
zeer communistisch getinte volksbuurt staat
zeker onaangename gevolgen kunnen heb
ben.
RUBRIEK^,
DINSDAG*36 NOVEMBER
HILVERSUM I. 1875 M. KRO-Uitatcndinfir. -1.00
5.10 HIRO. 8.00 Gram.platen. 9.30 Vondel
herdenking (H. Mis). 10.15 Gram. platen.
13.90 Berichten. 12.15 KRO-Orkest en Gram.
platen. 2.00 Vrouwenuur. 3.02 Modecursus.
4.00 Gram.platen. 4.05 Causerie „Wat gebeurt
er met oms als wij sterven". 4.30 Gram.pla-
ten. 4.35 HIRO-Post 4.40 Gram.muaiek. 4.15
„Vrede, de sterke", causerie. 5.1U De KKO-
Melodisten en solist. (Om. 5.45 Felicitatle-
k). 6.40 Esi - -
Spoi
7.15 „Het
lalfui
cade;
lchten ANP. Mededc-e-
-Symphonle-orkwt en so(l.=-
or schakers). 10.05 Gram
19.10 Bela Kiss en zijn Hongaarsch orkeM
10.30 Berichten ANP. 10.40 De KRO-Boys c:
solist. 11.20—12.00 Gram.platen.
HILVERSUM II. 301 M. AVRO-Ultzcndlna
8.00 Gram.platen. 10.00 Morgenwijding. 10. i
iziek (gr.pl.), 10.30 Jetty
.09 Huishoudelijke wenken, n.si»
's ensemble (vervolg). 1.00 Re-
nova-kwintet. 1.15 Gram.platen. 2.00 Omroep
orkest. 2.45 Knipcursus. 3.45 Gram.platen.
Jetty Ci
nova-ki
orkest.
4.00 Pi.
rzang. 5.00 Voor de kinderen. 5.30
Gram.platen. 6.00 Omroeporkest. 7.00 Voor ae
kinderen. 7.30 Engelsohe les. 8.90 Berichten
ANP. Reportage „chaakmatch. 8.15 Gram.pl.
8.30 Bonte Dinsdagavondtrein. 10.45 Repor
tage schaakmatch. 10.20 Bridge-cursus. 11.00
Berichten ANP. Reportage schaakmaten.
11.40--12.00 Gica Jonesco Gaïna's Ensemble.
DROITWICH 1500 M. 1.10 Orgel 1.352.20 Ork.
4.35 Gram. 4.50 Kwintet en aollstei.. 5.20 Het
•kest. 9.00 Harp-soll.
Het Cembalo-Tri
:rie „The Soloi
Islands. 10.00
Om het wereldkampioenschap schaken
Zal Aljechin verder alle
risico vermijden?
Zijn stijl nog niet veranderd
Door de 14de partij te winnen is Aljechin
er in geslaagd een der voorwaarden voor
het winnen van de match te vervullen. Om
dit doel te bereiken moet Aljechin in totaal
15yz punt behalen, waaronder ten min
ste 6 punten, verkregen door gewonnen
partijen. En hij moet aan deze conditie vol
doen, vóórdat dr Eu we 15 punten, waar
onder eveneens 6 punten uit gewonnen
ipartijen, behaald heeft, anders blijft de
titel bij den wereldkampioen.
Aljechin heeft nu zijn 6 gewonnen par
tijen en dat is zeer belangrijk. Tot nu toe
kon hij niet volstaan met op remise te
spelen. Hij moest, of hij wilde of niet, het
als voorwaarde gestelde getal van 6 berei
ken. Nu hij het bereikt hééft, behoeft hi.i
geen enkele partij meer te winnen, als hij
maar zorgt, dat hij zijn voorsprong oip
Euwe behoudt.
Het is merkwaardie om te vernemen, hoe
men na de 14de partij zich over de weder-
zijdsche kansen uitliet.
Er is een groep, welke meent, dat de be
slissing over den titel nu praktisch geval
len is. Kon men nog gelooven, dat Euwe er
in slagen zou zijn achterstand in te loopen,
toen Aljechin de 6 verplichte winstpartijen
nos niet gewonnen had, nu dit wèl het
geval is, moet het uitgesloten worden ge
acht. dat de titelhouder de kans zal krijgen
den voorsprong van zijn tegenstander on
gedaan te maken. Aljechin zal heusch wel
verstandig genoeg zijn, zoo mecnen zij, om
GEEN GOED
ZOO GOED
ALS
6.50 Gram. 8.20 Bonte Avond. 9.29 Radiotoo-
neel.
484 M.17.20 Gram. 12.50 Orkest. 1.30—2.20.
5.20 en 6.35 Gram. 6.50 Zang en plano. 8.20
„Dido and Aeneas'.
het behaalde voordeel te consolideeren
alle risico te vermijden.
Theoretisch is deze meening juist. Het
valt niet te ontkennen, dat de uitdager
inderdaad op de omschreven wijze te werk
kan gaan en 't staat wel vast, dat de taak
den wereldkampioen dan uiterst zwaar
zal zijn, doch veel minder zwaar dan wan
neer hij bijv. een speler als Capablanca als
tegenstander zou hebben. Het is nu een
maal Aljechins aard niet op een dergelijke
min of meer negatieve wijze te spelen. Het
ligt hem niet, zijn speelwijze er uilsluitend
op in te richten om zijn tegenstander kan
sen te ontnemen. Integendeel, hij stelt
alles in het werk om zichzelf kansen te
scheppen. Wanneer zijn opponent daardoor
eveneens kansen krijgt, laat hem dit be
trekkelijk koud, als zijn eigen kansen maar
evengoed of beter zijn. Aljechin is een té
goed tacticus om niet te weten, dat op
remise spelen dikwijls gelijk staat met ver
lies te riskeeren. Heeft Lasker niet destijds
gezegd: „Wie remise wil bereiken moet op
winst spelen"? Tenslotte is het wel makke
lijk gezegd: „Hij wil zich nu telkens met
remise tevreden stellen", maar voor de uit
voering van dit voornemen zijn er twéé
noodig. En het is voorshands niet aan te
nemen, dat Aljechin zonder meer naar be
lieven remise kan bereiken. Daarvoor
speelt Euwe de opening te goed. Vrijwel
steeds weet deze in dit stadium der partij
een grooter of kleiner voordeel te bereiken.
Zoolang Aljechin dit niet kan voorkomen
heeft hij het niet in zijn hand om naar ver
kiezing een gelijk spel te bewerken.
Het is dan ook te verwachten, dat de
strijd even hardnekkig zal worden voortge
zet als zij is begonnen. De 15de en 16de
partij leveren wel het beste bewijs voor de
plannen van beide spelers.
In de 15de partij behaalde Euwe eeri dui
delijk voordeel, bestaande in het bezit van
een vrijen a-pion. Hij trachtte met alle
kracht dit voordeel tot winst te herleiden,
doch Aljechin vond telkens den sterksten
verdedigingszet, zoodat Euwe tenslotte zijn
vrijpion verloor en er een zekere remise
stelling overbleef. Toch nam Aljechin met
remise geen genoegen. Hij had immers een
pion meerl En zoo werd de partij hervat
en eerst na den 62sten zet staakte Aljechin
zijn winstpogingen.
In de 16de partij waarin van weerskan
ten enkele flinke fouten voorkwamen
eing het nogal wild toe, vooral van Alje
chins zijde. Deze wist door een schiinoffer
groote complicaties te schepnen. welke ech
ter uiteindelijk in het voordeel van Euwe
uitliepen, die nu op zijn beurt in een twee
de zitting, echter eveneens tevergeefs, de
winst trachtte te behalen.
Men ziet het: in beide partijen na het
bereiken van 6-punten-mijlpaal door Alje
chin, heeft diens stiil niet de minste
andering ondergaan. De consolideeringstak-
tiek is verre van hem crehleven. De strijd
is naar beide zijden noe volkomen open.
Toch mae Euwe's achterstand, welke mo
menteel drie punten bedraagt, niet él te
lang blijven bestaan, wil hij don titel be
houden. Indien hij er in slaagt in de eerst
volgende vier partijen ten minste één punt
van zijn achterstand in te loopen. geloof ik
dat hij het nog wel halen zal. Lukt dit ech
ter niet, dan wordt de situatie hachelijk.
Of het lukken zal?
EUWE WINT DE
ZEVENTIENDE PARTIJ
Te Den Haag werd de zeventiende
partij om het wereldkampioenschap scha
ken gespeeld. De partij had het volgende
verloop:
11 b2Xc3
12 De2c2
13 Dc2Xd3
22 Tb4Xd4
25 Db5Xc6
26 Td4—b4
27 Dc6b5
28 Tb4—d4
29 Td4—e4
30 Te4e7
31 Db5Xb6
32 Kgrl—g2
33 Db6—d4
34 e3—e4
35 Te7—e5
36 a4—a5
40 Kf3—f4
Pd5—b4
a5Xb4
Pb8Xc6
Dd8—b8
TeS—cS
Tc8Xcl
Afgebroken stelling na 41 Kf4—g4.
Naar Dr Euwe ons mededeelt, heeft Dr
Aljechin hem hedenochtend doen weten,
dat hij de partij opgeeft.
Dr Euwe heeft de zeventiende partij dus
gewonnen.
De stand is thans: Aljechin 9l/2 punt met
6 gewonnen partijen; Euwe 7% punt met i
gewonnen partijen. 7 partijen zijn in remiso
geëindigd.
De 18de partij begint morgenavond, 16 No
vember, om half zeven in den Haagschen'
Dierentuin.
Een spannend Engelsch verhaal
Vertaald door E. H.
(5
„Nu, het spijt mi), dat ik het zeggen moet, maar hierom-
ftrent kan ik het niet geheel met je eens zijn! Je hebt je dan
;wel heel vreemd en onbescheiden gedragen. Maar ga nu mee,
pom Henry wil, dat je dien man duidelijk beschrijft".
„Maar dat kan ik niet".
„Praat niet zoo dwaas! Is hij donker of blond?"
„Donker".
„Donker en oud", zei Mrs. Somerville en haar dochter
Sprak haar niet tegen, ofschoon ze toch wel wist, dat het
.woord „oud" niet juist gekozen was; maar jong was hij toch
ook niet.
„Was hij groot of klein?'*
„Groot".
„Hm! En de vrouw, die hij later wegvoerde?"
„Die heb ik haast niet gezien. Van haar gezicht althans
Ïiïets".
Mrs. Somerville keek eens het vertrek rond en haar blik
bleef rusten op de jas.
„O, daar heb je de autojas van dien man! Maak, als-Je-
blieft, dat de meisjes ze niet zien, maar oom Henry denkt, dat
\ve dien man juist door zijn jas op het spoor zullen komen".
„Wat zullen ze met hem doen?"
1 „Waarschijnlijk zal hij levenslang krijgen. Oom twijfelt
0aar niet aan. Het zal een ware schurk zijn!"
„O!" riep Daphne ontzet.
„Ja, en zoo zie je meteen, wat je mij een aanstoot hebt ge
geven door je gedrag. Mijn dochter is dus in gezelschap ge
weest van een dief, of een moordenaar, of wie weet wat hij
verder heeft uitgevoerd!Kleed je nu gauw en kom dan
beneden. Daphne. Maar, pas op, kind, als Harold vanavond
komt, dat je er dan niets van zegtl"
„Maar moeder
Die geheimzinnigheid vond zij toch al zoo ongerijmd, maar
tegenover Harold zag ze er nu in het geheel geen reden
voor in.
Mrs. Somerville legde echter alle gevraag het zwijgen op,
doordat zij met veel waardigheid sprak: „Oom Henry en ik
achtten dit het beste. Je hebt ons dus te gehoorzamen".
Toen verliet zij het vertrek en daphne ging recht-op zitten
op de rand van haar bed met wijd-open verschrikte oogen.
Die bontjas zou den eigenaar waarschijnlijk verbannen
naar de gevangenis!En wat had hij haar nu eigenlijk
gedaan? Hij had zich vriendelijk betoond tegenover haar.
Met trillende vingers rolde zij de jas op en schoof ze onder
in haar kleerkast. Ijlings deed ze toen een andere katoenen
jurk aan en ging naar beneden, waar haai moeder haar
wachtte.
HOODSTUK III
Twee dagen verliepen er kalm. Behalve eenige ongerust
heid, betreffende de bontjas, had Daphne heel het incident
al nagenoeg uit de gedachten gezet.
Gedurende die twee dagen had Harold Tfoulke haar niet
bezocht en Mrs. Somerville tobde daar erg over. Hij had haar
sinds hun verloving geregeld dagelijks bezocht; vandaar dat
het haar nu ten zeerste bevreemdde, dat hij dit nu naliet.
Op den tweeden middag echter kwam hij, en uit pure
zenuwachtigheid verwelkomde Daphne hem veel hartelijker
dan ooit anders. Mrs. Somerville trad hem ook bijzonder op
gewekt tegemoet met een schertsend: „Ondeugende jongen,
die je bent! We dachten, dat je heelemaal van het aardrijk
verdwenen was".
„Wel, neen", zei hij koud. (Hij had altijd iets stijfs en
straks over zich). „Maar ik had gehoord, dat Daphne weg
was. ofschoon ze er zelve mij niets van verteld had, en nu
heb ik maar gewacht, tot zij terug zou zijn",
„Wèg?" herhaalden de dames tegelijk.
„Ja; in Londen".
„Maar ik ben niet in Londen geweest", zei Daphne verrast.
Tfoulke staarde eerst naar haar en -toen naar Mrs. Somer
ville.
„Dan ben ik zeker verkeerd ingelicht", zei hij, op een toon
die echter twijfel uitdrukte. „Dinsdagmiddag heb ik Daphne
in een auto gezien met een man, dien ik niet kende. Ik bracht
mijn tante die u. geloof ik, nooit ontmoet heeft. naar het
station. Woensdagavond heb ik een brief gehad van tante,
waarin ze schreef, dat ze Dinsdagavond Daphne had gezien,
toen ze in Londen terug was; dus moest ik daaruit wel op
maken, dat zij regelrecht naar Londen was gegaan".
„Ik ben niet in Londen geweest", verklaarde Daphne en
keek intusschen met verschrikte oogen naar haar moeder.
„Je tante heeft zich vergist", zei Mrs. Somerville zenuw
achtig. „Daphne is Dinsdagochtend naar Coulbeech geweest
met een vriend van mij; dat is alles. En je tante kent haar
toch niet?"
„Ze zag haar ïn de auto", hield hij strak vol. „Ze meende
haar aan haar kleeren te herkennen".
Mrs. Somerville lachte en dit ging haar heel goed "f:
„O, nu begrijp ik het! We zijn niet zoo rijk als jouw fami*
lie, Harold en Daphne's jurk en hoed zijn alle twee confectie-
artikelen uit een Londensch magazijn. Waarschijnlijk loopen
er nog wel honderden meisjes zóó rond!"
Harolds gelaat helderde op.
Daphne zag er echter bleek en verdrietig uit. Ze had het
land aan die misleiding en voor het eerst in haar leven
dacht ze er ernstig over om zich tegen haar moeder te ver*
zetten.
Mrs. Somerville merkte op dat het toch een veel te mooie
middag was. om binnenshuis te blijven en ze stelde voor. dat
de jongelui vast naar den tuin zouden gaan, waar zij ze dan
later met de thee volgen zou.
Harold zette twee stoelen neer in de schaduw van een
grooten boom.
„Ik had dadelijk een ontzettende antipathie tegen den man
met wien je in de auto zat", zei hij. strekte de beenen uit en
leunde gemakkelijk achterover.
„Toch kan je maar een heel vagen indruk van hem hebben
gekregen", meende zij.
Ze vond het nu niet erg meer, om over dit onderwerp te
praten.
„Ik heb niet gezien, dat je ons passeerde", zei ze. „Wèl
herinner ik mij. dat ons een auto voorbijging. Op dat oogen*
blik stelde ik voor, dat ik er bij het kruispunt zou uitgaan en
dat ik dan terug zou loopen, omdat ik enkel maar gegaan was
om hem den weg naar Coulbuch te wijzen; maar hij wilde mij
later weer terugrijden".
Er volgde een vrij langdurige stilte die Daphne eindelijk
verbrak, doordat zij hem de hand op de knie legde en vroeg:
„Ber; je jaloersch, Harold?"
Wordt vervolgd