dDD
Óm 's Lands financiën en defensie
Tweedaagsche Conferentie der A. R. P.
ABDIJSIROOP
10
WOENSDAG 3 NOVEMBER 1937
DERDE BLAD PAG. 9
Breede uiteenzetting door den heer Schouten
Enkele politieke opmerkingen
Den Haag, 2 Nov. 1937
Hedenmiddag is in de witte
Brug te Den Haag een twee
daagsche conferentie der Anti-Rev.
Partij begonnen.
Uit alle deelen des lands waren tal
rijke genoodigden en vertegenwoordigers
der onderscheiden partijorganen opge
komen,
De wnd-voorzit ter van 't Centraal Comité,
de heer J. Schouten, opende de bijeen
komst op de wijze als onder ons gebruike
lijk.
Onder de aanwezigen bevonden zich
de drie anti-rev. ministers.
'De Rijksfinanciën en het
'politieke beleid
was het onderwerp voor den eersten confe
rentiedag. Het werd ingeleid door den heer
J. Schouten.
Om zich een oordeel te kunnen vormen
tover den financieelen toestand van het Rijk,
aldus spr., is het in de eerste plaats nood
zakelijk na te gaan, welke de geldelijke ge
volgen zijn geweest voor het Rijk van do
zgn. crisis.
De schulden van het Rijk zijn in de
laatste zes jaar gestegen met 805 mil-
lioen, die van Ned.-Indië in de laatste
acht jaar met 464 millioen en die van
de gemeenten in de laatste zes jaar met
353 millioen, dit laatste bij enorme be
perking der kapitaalsuitgaven.
Met deze en andere feiten dient rekening
Ie worden gehouden.
De aflossing van onze vaste schuld wordt
grooter, omdat vele leeningen zijn aange
gaan bij wijze van annuïteitsleening.
lossen thans niet meer dan 1 pet van de
geconsolideerde schuld af. Zouden we onze
vaste schuld van nu moeten delgen in het
zelfde tempo, dan zou dat 100 jaar duren.
Zoo kan het natuurlijk niet gaan.
Reeds de belangrijke crisisuitgaven maken
Zulk een gedragslijn onmogelijk.
Bovendien zal ae vaste schuld
Jangrijk omhoog gaan. Door fondsen (Werk
en Defensiefonds) zijn belangrijke uitga
ven gedaan, die nog betaald moeten worden.
Ook het inhalen van den achterstand op
Defensiegebied zal onze vaste schulden nog
vergrooten.
Velen zoeken bij deze vraagstukken bij
Voorkeur de lijn van den minsten weer-
istand.
Dat kan onze methode niet zijn.
Men vergelijkt ons wel eens met Enge
land. Die vergelijking is veelal zeer opper
vlakkig.
Wij hebben noodig een conservatief
beheer. Uit onze staatsschuld moet zoo
spoedig mogelijk worden verwijderd dat
deel, waartegenover geen rendement
staat,
De aandacht vraagt in dit verband ook
jïe gewone dienst der Rijksbegrooting.
Deze heeft, naar berekend is, in de
jaren 1929—1936 het resultaat opgele
verd, dat we niet minder dan f 817.190.000
achterop zijn geraakt. Dat is het totale
nadeel in geld voor het Rijksbudget,
In mindering zal hier kunnen komen 't
pverschot van den dienst 1937.
Voor de hand ligt echter, dat het totaal
cijfer nog zal stijgen in de toekomst.
Het cijfer van f 817.190.000 sluit in spr.
Vestigt hierop de aandacht een bedrag
van f116 millioen, zijnde het voordeelig
felot van het Leeningfonds 1914, dat in de
jaren 1931—1933 ten dee le is aangewend
voor dekking van crisisuitgaven. De aflos
singen van de staatsschuld zijn daardoor
in de jaren 1929—1933 sterk verminderd.
Wie voorts bedenkt, wat het Werkfonds
ïiog zal vorderen, zal moeten erkennen, dat
de gemaakte berekening allerminst te pes
simistisch is.
Wanneer men van de geschetste werke
lijkheid moet uitgaan en dat toch nalaat,
blinddoekt men zichzelf en ontneemt zich
de mogelijkheid om het volk op juiste wijze
oor te lichten.
De in den loop der jaren ontstane
achterstand moet zoo snel mogelijk
worden ingehaald in het belang van 't
financieel herstel van onze heele volks
gemeenschap cn van de staatsfinanciën.
Zulk beleid zal 't weerstandsvermogen
van het volk vergrooten.
Er zijn in dezen tijd in het financieel en
economisch leven in de wereld zoo groote
risico's, dat de weerkracht er tegen ten
spoedigste moet worden versterkt.
Komende tot de begroeting 193S gaat
spr. uit van het berekende tekort van 84%
millioen.
Men zegt: de uitgaven zijn te hoog ge
raamd. Er is echter eer plaats voor de op
vatting, dat hier en daar wat te krap is
geraamd. Dezelfde menschen willen echter
hooger uitgaven op velerlei gebied cn daar
om beweren ze, dat de Regeering haar voor
gestelde uitgaven maximaal heeft opge
dreven.
Zijn wellicht de inkomsten te laag ge
schat? Ook dit moet spr. betwisten, al zou
hij gaarne zien, dat de werkelijke inkom
sten de raming zullen overtreffen.
De totale verbetering van inkomsten voor
dit jaar ook voor 1938 aannemen echter is
vrij optimistisch. Er zijn allerlei factoren,
die alleen in 1937 werken in verband met
de monetaire maatregelen en in 1938 heb
ben uitgewerkt. Maar ook al zouden er
enkele kleine meevallers zijn, dan nog
wordt het feitelijke tekort der begrooting
slechts met dat meerdere verminderd. Het
heeft daarom weinig zin te twisten over de
vraae of de een of andere belasting enkele
tonnen meer zal opbrengen.
We leven op politiek, financieel en
economisch gebied in een abnormalen
tijd, waarvan we de abnormaliteit
niet meer voelen.
Nog gaat de wereld van dag tot dag in
welvaart achteruit. Men leeft bij kusistma-
tigheid en onsoliditeit, om dc verschrikke
lijke gevolgen van het verleden voor zich
zelf en anderen te verbergen.
Alle gezonde grondregelen voor 't leven
loslaten, wordt door velen gepredikt als 't
middel om de conjunctuur te verheffen en
de welvaart te verbeteren. Maar trots deze
theorie blijft vast staan, dat men een gul
den eerst kan uitgeven als men hem heeft
en dat hij maar een keer kan worden uit
gegeven. De nieuwere economie ontwricht
het leven en onteigent geleidelijk degenen,
die nog iets hebben. De toekomst
volk wordt op het spel gezet, door allerlei
dwaasheden en dat moet leiden tot armoe
de en ellende en ontreddering van 't leven.
Wie het financieels vraagstuk behan
delt, moet ook aan de defensie-voorstel
len aandacht schenken.
Zij zullen binnen 4 h 5 jaar 150 160
millioen vorderen om achterstand
halen en 20 millioen zijn bovendien noodig
voor kazernes, enz. Dat alles moet wee:
worden betaald. Ook de contingcntsuitbrei
ding en de verlenging van den oefenings-
tijd zullen per jaar 1T1/? milloen vragen. Dit
J. Schouten
cijfer acht spr. aan den lagen kant. Ook
moet er op worden gerekend, dat exploita
tie, onderhoud cn vervanging van 't nieuwe
17.3 millioen per jaar zal eischen.
We staan daarmee voor een hoogst ern
stig vraagstuk, dat de saneering van het
Rijksbudget remt en het inhalen van
achterstand belemmert.
Ernstig zal moeten worden nagegaan of
met minder kan worden volstaan zonder
aan onze verantwoordelijkheid voor hand
having van onze zelfstandigheid tekort te
doen. Blijkt het gevraagde volstrekt noodig
dan moet het worclen toegestaan. Want we
leven in een tijd, die voor geen enkelen
internationalen rechtsregel meer eerbie1'
toont. Tienduizenden vallen eiken dag in
het Oosten, hoewel er geen oorlog is
klaard. We zijn na 1914 nog achteruit ge
hold. Met 8 millioen staan we midden in
pon samenleving, die een heksenketel is.
En Indië ligt in een gebied, dat het een
trum kan worden van een mogelijken we
reldbrand.
Voor het recht en onze nationale zelf
standigheid hebben we ons tot het uiter
ste in te spannen in gehoorzaamheid
aan wat God in Zijn Woord ons gebiedt.
God regeert en op Zijn tijd zal Hij doen
blijken, dat Hij de Overwinnaar is van
alle ongerechtigheid en zegen geeft aan
hem, die het met Hem waagt.
Elke relatie tusschen defensie-uitgaven
en niet primaire uitgaven van anderen
aard moet worden afgewezen; ondanks alle
afschuwelijke demagogie, die er mee wordt
gevoerd, o.a. door de Chr. Dem. Unie.
Zij maken anderer motieven verdacht en
verachtelijk. Dat is cerrooverij en in
Schriftuurlijke zin doodslag, waarvan ze
zeggen zoo'n afkeer te hebben.
Het is anti-rev. plicht de Regeering te
steunen in haar financieel beleid. Zelfs
mogen we haar verzoeken de dingen zoo
duidelijk en scherp mogelijk te zeggen.
Daarmee staat of valt onze anti-rev. poli
tiek.
Tenslotte maakt spr. nog
enkele politieke opmerkingen
Sedert meer dan 30 jaar wordt
Siroop Famel door doktoren
gewaardeerd als een beirouw-
baar geneesmiddel ter
bestrijding van
HARDNEKKIGE HOEST,
BRONCHITIS
KLEINE FLACON 1.15 GROOTE FLACON J1.90
Het Regéeringsprogram ls zonder onze
raadpleging gevormd. We staan er vor
komen vrij tegenover en kunrven alle maat
regelen op eigen mérites beoordeelen. Het
zal een vreugde zijn het Kabinet te steu
nen, waar het kan, naar onze zelfstandig
heid handhaven we tegenover elk kabinet
en eiken Minister,
Een coalitie in den ouden zin is er
niet meer. Van Rechtsche samenwerking
met behoud van onze principieele zelfstan
digheid, zoo lang het. kan en voor zoover
het kan, is spr. voorstander.
Er werkt iets door van onze beginselen
in allerlei kringen. We kunnen ons daar
over verheugen, maar we hebben niet
vergeten, dat we daarbij staan voor een op
vatting van het Christendom, die thuis be
hoort bij het vrijzinnig protestantisme.
Waakzaam hebben we te zijn tegen een
doordringen op ons erf van opvattingen, dii
de Christelijke -politiek niet doen steunen
op de H. Schrift, maar op de subjectiev
innerlijke ervaring van den Christen.
We moeten echt anti-rev. staatkunde
voeren zóó, dat geen schade wordt gedaan
aan wat in het verleden is verkregen aan
samenwerking en voor de toekomst voor
ons volk het beste wordt bereikt, dat moge
lijk is.
AVONDVERGADERING
Repliek van den lieer Schouten
In de avondvergadering beantwoordde de
heer Schouten de verschillende spre
kers. Allereerst wees hij er op dat door het
consolideeren van schuld en een spoorweg-
leeriing het rentebedrag over 1938 ongeveer
14 millioen hooger is dan in 1937; een deel
daarvan komt terug van de Spoorwegen.
Opzettelijk heeft spr. geen rekening ge
houden met de rente, welke van tekorten
en achtergebleven fondsstortingen moest
betaald worden.
Het Defensiefonds is eigenlijk goen fonds,
aar de 53.4 millioen, welke de overheid
in zal storten, zullen daardoor buiten de
gewone. Defensiebegrooting worden gehou
den. Een deel is aangewend voor nieuw
materieel ter aanvulling.
De zuivere lasten van de Nederlandsche
staathuishoudkunde mogen niet op Ned.-
Indië afgewenteld worden; over de verdee
ling der defensie-lasten wordt nader over
leg gepleegd; er is dan echter kans dat Ne
derland meer zal betalen.
Sommigen willen uit de groote reserve
an de Rijkspostspaarbank 126 millioen
op 31 Dec. 1936; anderen uit het Munt-
fonds; weer anderen uit de z.g. winst op
de goudvoorraad geld nemen om er de be-
grooting mee te verlichten.
Spr. wil het batig saldo van het
Muntfonds eventueel gebruiken
voor kapitaalaflossing; de reserve
van de Postspaarbank kan noodig zijn
om verlies op effecten op te vangen;
de winst op de goudvoorraad is eenvou
dig niet te berekenen. Er is immers nog
niets bekend van hei percentage; en
wat het Egalisatiefonds gedaan heeft
kan evengoed verlies als winst opleve
ren. Niemand weet wat het goud straks
zal opbrengen, dat de Ned. Bank heeft
aangekocht na de depreciatie.
Zijn er nog conversie-mogelijkheden?
_evraagd. Ja. er is nog 1S00 millioen i%
te con verteeren. Daarbij bedenke men dat
het annuïteitsleeningen zijn, zoodat in de
praktijk bij converteering tot 3% niet één,
doch 0.7 voordeel verkregen wordt;
dan alleen bij nieuwe leeningen pari;
andere gevallen zou het voordeel nog ge
ringer zijn; in elk geval geeft het voorloo-
pig weinig verlichting voor 't staatsbudget
Spr. geeft aan een vrager toe, dat het
geen gezond financieel beleid is om 157 mil
lioen voor defensie te leenen; zulke uitga
ven moesten contant betaald worden, maar
er zijn nu eenmaal omstandigheden dat
men daarvan moet afwijken.
raag over fonds- dan wel omslag
stelsel voor sociale verzekeringen is op zich
zelf belangrijk, maar 't is onzeker of wijzi
ging veel voordeel zal brengen; in elk ge
val is spr. zeer moeilijk te vinden voor hel
omslagstelsel voor de Invaliditeitsverzeke
ring.
Aflossing der staatsschuld in 40 jaar zoo
als Mr. van Doorninck wil zou gewenscht
zijn, è.ls het kon; we hebben alleen te stre-
?n naar versterking van aflossing.
Sancering door vermindering der uitga
ven blijft plicht, maar het zal zeer moeilijk
zijn. Economische en sommige deelen van
Sociale Zaken, mitsgaders de Landbouw-
crisisdienst zouden misschien nog kunnen
bezuinigen. Op de Defensie daarentegen ii
aak te veel bezuinigd; deze vcrwaarloo-
zing en de snelle ontwikkeling der technï
maken groote uitgaven thans noodzakelijk.
De verruiming der Ouderdomsvoor^
ziening is zeker gewenscht, maar de
mogelijkheid om daarin, te voorzien is
er thans niet. Dit geldt ook voor leer-
lingenschaal, werkloozen en laagbezoL
digden; heden is er geen geld voor: zoo
dra er financieele beterschap mocht in
treden zal spr. gaarne de eerste zijn om
in die nooden te voorzien. De begroo-
ting van 1938 laat het niet toe.
Wat het onderwijs betreft zullen de
ouders en geestverwanten weer offeren
moeten leeren. Waarom moet de regcc-
ring alles betalen?
Vanwaar komen die veronderstellingen?
Omdat er in onze kring nog steeds menschen
zijn die eerder gelooven wat in vrijzinnige
•at in anti-rev. bladen staat,
men verliest uit het oog, dat Dr. Colijn
gekozen is op het antirev. verkiezingspro
gram, en dat dit van a tot z door hem on
derschreven is. Er zit niets geheims en niets
gewrongens in. Natuurlijk zijn er wel nuan
maar het beginsel is een en het streven
naar Gods Woord te leven ook. Dat be
ginsel houdt in dat wanneer wij gelooven en
erken, God op Zijn tijd ons Zijn heil zal
doen zien ook in deze moeilijke tijden.
Nadat Dr. Beumer een kort slotwoord
gesproken had werd de vergadering na slui
ting met dankgebed door Ds. van Grieken
rdaagd tot heden morgen elf uur.
Zijn wij zoo totaal uitgeput dat wij
als Christenvolk niets meer kunnen doen?
roept spr. met krachtig stemgeluid
Onze volkskracht moet weer opgevoerd wor
den. De zelfstandigheid van ons volk te
verdedigen is voor de Regeering roeping
van Godswege en daarom zijn die uitgaven
niet te vergelijken met eenige andere. Er
is principieel verschil; hoewel dit niet
sluit dat er geen andere belangen zouden
kunnen zijn, die op dezelfde wijzn behan
deld moeten worden; dan geldt het echter
geen personen, maar noodzakelijke takken
van volksbestaan.
Ten slotte wijst spr. op wat Kuyper
deed, die het volk nooit beloofde: ik zal
voor u bij de overheid uw voordeel zoe
ken; maar die de volkskracht sterkte en
daardoor de kleine luyden, en geheel
ons volk op hooger peil bracht.
Spr. kan niet alles zeggen wat bij weet
over de kabinetsformatie, maar geen
seconde is er tusschen hem en Dr. Colijn
ook maar één punt van verschil ge
weest. Dr. Colijn weet precies wat de
anti-rev. Kamerclub aan de Koningin
heeft geadviseerd en hij zou het kun
nen bevestigen.
Het minste tandbederf,
indien U poetst met wat goeds, dus met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 et IVO ROL
RUBRIEK
auwd
e Borst
Als Gjj hebt kou gevat, als Ge hoest, als
de slijmvliezen, zijn ontstoken en de prik
kelende slijm zich op Uw luchtpijp vastzet,
dan helpt alleen een beproefd, krachtig
ingrijpend geneesmiddel, neem dan eens de
nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop
De werking van Abdijsiroop, het vanouds beproef
de kruiden-middel, is belangrijk versterkt en
versneld door toevoeging van de hoest-bedwln-
gende stof: codeïne, het meest werkzame middel
tegen aandoeningen der ademhalings-organen.
Uw verkoudheid wordt als 't ware ..snel rijp de
vastzittende slijm komt los en verdwijnt. Uw hoest
buien en benauwdheden blijven daardoor spoedig
voor goed wèg. .,'s Werelds béste Hoest-siroop"
zoo noemt men om deze bijzondere eigenschappen
dan ook tegenwoordig terecht de onvergelijkelijke
AKKER's verstèrkle
EERSTE KAMER
Vergadering van Dinsdagavond
Gisteravond om half negen kwam de Eer
ste Kamer in vergadering bijeen. Na ver
melding der ingekomen stukken bracht de
heer De Savornin Lohman (C-H
verslag uit namens de commissie tot onder
zoek van de geloofsbrieven van de heeron
Jhr. E. J. W. M. von Bönninghaus*
(N.S.B.) en Dr. R. H. Woltjer (A.-R
De Kamer besloot ingevolge het verslag
der commissie tot toelating, waarna beid?
leden den zuiveringseod en den eed op dc
grondwet aflegden.
Tevens legde de heer Ds. G. van Duy
de heide eeden af.
De Kamer ging hierna in de afdeelingen.
Grondwetsherziening in de afdeelingen
Vanmorgen 11 uur kwam de Eerste Ka-
ier reeds weer bijeen.
Drie contingenteeringen werden z. h. s.
goedgekeurd, benevens een overeenkomst
met Italië op luchtvaartgebied.
De Hamei heeft na de sluiting der open
bare vergadering, de Grondwetsherziening
in de afdeelingen behand>eild.
t NCRV. 8.00—
en. 12.15
12 30 KRO-Örkeet en
gramofoon plat en. 2.00 Handwerkuurtje. 3.00
.Vrouw-enhalfuur. 3.30 Gramofoonmuzlek. 3.45
Bijbellezing. 4.45 Beriep -
lenstlg halfuur. 12.0
jS-Berlchtei
or het gewas. 9.45 NCRV-
Berichten ANP. Om 10.45
1.3012.00 Gramofoonmuz.
Hierna: Schriftlezing,
nden. 4
_w- - - - 5.30 Het
Aeolian-ork&st. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Voor
de kinderen. 7.05 Pianovoordrasht. 7.30 En-
gelsche les. 8 00 Berlchtei
ANP. Mededee-
■■H!wmuzlek. 8.15
Concertgebouworkest- en solist. In de pauze
Interview. 1030 Eventueel reportage
schaakmatch. 10.35 Gramofoonmuzlek. 1100
Berichten ANP. Hierna: AVRO-Dansorkest.
11.40—12.00 Orgelspel.
Orgel. 7.20 Orkest 7.50 Viool.
8.15 Gevarieerd programma. 8.40 Sopraan
en hobo.
RADIO-PARIS 1648 M. 8.00, 9.05 en 10.35 Gra-
12.40 Concert en zang. 3.05 Zang.
4.20 Gramofoon. 7.55 Zang. 8.05
8.50 Orkest, koor en solisten.
322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gram
12.50 Zang. 1.00 Omroeporkest 1.
2.002.20 Gramofoon. 5.20 Orkest
Het HAMMONDORGEL begeleidt
den dienst in de Noorderkerk,
Schuytstraat, 's-Gravenhage.
Officieele Berichten
ONDERSCHEIDINGEN
Toegekend ls de aan de orde van Oranje*
Nassau verbonden eere-medaille In zilver, aan
mej. M. R. Hendriks te 's-Gravenhage en na»
T. Luursema te 't Zandt .(Groningen).
POST EN TELEGRAFIE
Aan den commies bij den post- telegTaaf-
en telefoondienst A J. van Rün ls eervol
RECHTERLIJKE MACHT
Aan mr. H P. Hermans is eervol ontslag
verleend als kantonrechter-plaatsvervanger in
terdam en
verleend
in het ka
DE GEVOLGEN VAN EEN FIETSTOCHT
'door G. TH. ROTMAN YNadruTc verboden)
51. Daar komt de auto den tuin in, hoor! 62. Intusschen is de auto «ecuur
Regelrecht onder den schommel door! Tot staan gekomen te#en een muur.
Door den stoot raakt de schommel in Piet en Kees liggen bewust'loos terneer,
razernij, *Ze zeggen geen simpel woordje meer.
(Slot volgtl
Een vliegwiel was er een kindje bij!
DE MALENBURG
door K. LANTERMANS
(n
,,Dat is dan anders dan met Paul van den koster", zei een
hnder. „Die is nou een week of vier klaar op de hoogeschool.
En dadelijk kon hij al een baantje krijgen als meester op een
gymnasium. Maar hij wou niet. En nou heeft me de dominee
verteld, dat hij klaar gekomen is in Nijmegen. Daar moet hij
$n oude papieren zitten snuffelen: best werk, zou ik zeggen
yoor zoo'n dooien diender".
„Als hij dominee geworden was, zoo als onze heer-ome
;wou, dan was ik nooit bij hem in de kerk gekomen: je zou je
idood vervelen", riep de voerman.
„Laten we dan blij zijn, dat hij geen meester geworden is",
zei de kastelein, „want de stumpers van kinderen zouden te
beklagen zijn. En hij zelf ook, want ze zouden hem de banken
afgebroken hebben. Toch valt het me van dien suffert mee.
dat hij zelf geen meester worden wil".
Van die zomer af werkte Paul Strikforst op een archief in
Nijmegen. Heel graag was hij thuis bij vader blijven wonen en
zou met plezier elke dag een wandeling van anderhalf uur
naar en van Nijmegen ondernomen hebben. Dit werd niet
toegestaan. Hij moest in de stad wonen. Maar geen week
Sloeg hij over: elke Zaterdagmiddag kon je hem als een echte
meneer gekleed van de stad zien komen, voorbij de pastorie,
y/aarvoor hij van de dijk af de hoed afzette, of hij iemand voor
Ide ramen zag of niet. Dan ging het de afweg af en naar het
Jcostershuis toe. Ze hadden in Slijkdorp schik met Paul, en
Schik me£ den koster en schik met zich zelf, omdat ze zoo'n
knappen meneer opgefokt hadden met z'n allen. Want razen
de knap en geleerd moest dat jonk zijn, werd beweerd.
Maar een suffer was hij en bleef hij. Dat was aller oor
deel. Je zou er bij slot van rekening niet zoo geleerd voor wil
len zijn. Dan maar een beetje stommer, als je een normaal
mensch zijn kon.
Suffen en peinzen deed hij anders weinig meer. En als hij
het nog deed, dan in ander opzicht en op een andere manier
dan vroeger.
Hij stond een keer bij den ouden dominee en vroeg bot-af:
„Dominee, doet U mij hét genoegen en vertelt U mij eens,
wat U weet van vader van vóór de tijd, dat hij hier was. Ik
heb wel eens wat hooren mompelen, maar weet nergens van.
Ik ben nu dertig jaar en mag -toch zeker wel iets weten. Wat
weet U er van?"
„Er werd gezegd, dat hij zich een flinke som geld aan
effecten heeft toegeëigend. Hij was al jaren op hetzelfde kan
toor, waar mijn vader directeur was en had het volste ver
trouwen van vader. Maar waar het geld gebleven is, ik snap
er niets van. Eerst, toen ik hem hier gehaald had, uit mede
lijden. vermoedde men nog. dat hij het achter hield en dat het
wel zou uitkomen, dat hij er goed bij zat, maar dat is wel ge
bleken niet waar te zijn. Men heeft het op allerlei manieren ge
probeerd bij hem, zelfs door hem geld te leen te vragen tegen
heel hooge rente; er zijn vreemden voor hier gekomen, men
schen van de plaats zijn er voor omgekocht: zonder resultaat.
Ik heb er nooit met hem over gesproken: hij heeft me dat ver
boden indertijd, 't Is nu ook al bijna dertig jaar geleden.
Maar de menschen hier vergeten het nooit: de ouderen ver
tellen het aan de kinderen: „lange vingers gehad", maar ze
storen er zich niet aan, want ze rekenen liever met wat ze
voor hun oogen gezien hebben, en ze zouden je vader hun
laatste centen te bewaren toevertrouwen. Ik heb wel eens ge
dacht, dat ik hier in Slijkdorp een weegschaal heb: de eene
schaal was koster Strikforst, waar jij dan bij hoort, en de
andere schaal is De Malenburg; hoe meer de een rijst, net
zooveel zakt de andere schaal. Maar breek er je hoofd niet
mee. Doe als de Slijkdorpers. Denk er niet meer aan. Mis
schien spreekt hij zelf nog een keer".
Toch bleef het een naar ding in de gedachten van Paul.
Hij kon er in geen geval toe komen vader er naar te vragen.
De man was nu volkomen tevreden. Met zijn vijf en zestig
jaren deed hij nog al zijn werk als vroeger, en met lust.
Alleen had hij nog maar steeds een houding, die duidelijk
aangaf: neem me niet kwalijk, dat ik hier ben: maar "het is
mijn schuld niet, dat ik hier ben, want ik ben nog niet dood.
Op de Malenburg werd het een vreemde boel. Met het
dorp of de kerk had het Huis nu niets meer te maken. Er
werd gemompeld, dat er een kind geboren was, dus weer
een erfgenaam; de klerk van het secretarie beweerde, dat
het ingeschreven was, maar het werd niet geloofd. Niemand
had het gezien. En het moest al een paar jaar oud zijn.
Niet eens gedoopt. Kwam nooit buiten. Trouwens, de ouden
zelf ook niet. Nooit stond een raam op een kier. want dan
vlogen de geesten weg. werd er lachend bij verteld.
De dokter werd op Het Huis ontboden: meneer was ziek.
Diezelfde dag is meneer nog gestorven. De dokter speelde
aardig op en hij ontzag zich voor niemand. Hij vertelde:
„Eerst hebben ze dien man jaar aan jaar in dompige
lucht gehouden met geen raam of deur open. En toen hij
ziek was, hebben ze het met de geesten geprobeerd maand
aan maand, want hij heeft me zelf nog verteld, dat hij al
meer dan een half jaar op bed lag. En toen de geesten on
machtig bleken te zijn, hebben ze mij gehaald. Ze hebben
een misdaad aan dien man begaan. Dat is strafbaar. Ik denk
er sterk over, die twee vrouwen voor het gerecht aan te
klagen."
Zoo ver kwrm het wel niet, maar er werd in het dorp
niet mooi over het spiritisme gesproken. Dat de vrouwen
onverbeterlijk waren, bleek wel, toen het lijk heelemaal naar
de andere kant van het land moest vervoerd en daar be*
graven worden, naast het graf van zijn eigen familie: an
ders kon zijn geest nooit tot rust komen.
Vier weken later waren alle ramen van de Malenburg
gesloten. De familie was vertrokken. Toen bleek het ook.
dat er een kind was: een jochie van een jaar of vier. Maar
het stumpertje had beentjes zoo dun als pootjes van een
schaap.
Vrouw Stoppelman liep recht op de vrouwen af, toen ze
naar de trein liepen en zei brutaal:
..Ik zou dat jochie wel uit jullie handen willen trekken om
het schaap te bewaren voor jullie geesterij: het is treurig, dat
je dat schaap vermoordt, zooals je meneer vermoord hebt!"
Van die dag af stond de Malenburg leeg. Alleen in de
schuur was één paard, dat nog van den ouden „Meneer" ge
weest was. Dat mocht zijn natuurlijke dood daar sterven, want
als het beest geslacht werd, zou zijn geest de geest van
„Meneer" nog kunnen verontrusten. Er werd van alles ver
teld, lachend, spottend, minachtend. Maar door het verval van
de Malenburg werden de dorpelingen geestelijk niet rijker.
Wordt vervolgd