dDD Óm 's Lands financiën en defensie Tweedaagsche Conferentie der A. R. P. ABDIJSIROOP 10 WOENSDAG 3 NOVEMBER 1937 DERDE BLAD PAG. 9 Breede uiteenzetting door den heer Schouten Enkele politieke opmerkingen Den Haag, 2 Nov. 1937 Hedenmiddag is in de witte Brug te Den Haag een twee daagsche conferentie der Anti-Rev. Partij begonnen. Uit alle deelen des lands waren tal rijke genoodigden en vertegenwoordigers der onderscheiden partijorganen opge komen, De wnd-voorzit ter van 't Centraal Comité, de heer J. Schouten, opende de bijeen komst op de wijze als onder ons gebruike lijk. Onder de aanwezigen bevonden zich de drie anti-rev. ministers. 'De Rijksfinanciën en het 'politieke beleid was het onderwerp voor den eersten confe rentiedag. Het werd ingeleid door den heer J. Schouten. Om zich een oordeel te kunnen vormen tover den financieelen toestand van het Rijk, aldus spr., is het in de eerste plaats nood zakelijk na te gaan, welke de geldelijke ge volgen zijn geweest voor het Rijk van do zgn. crisis. De schulden van het Rijk zijn in de laatste zes jaar gestegen met 805 mil- lioen, die van Ned.-Indië in de laatste acht jaar met 464 millioen en die van de gemeenten in de laatste zes jaar met 353 millioen, dit laatste bij enorme be perking der kapitaalsuitgaven. Met deze en andere feiten dient rekening Ie worden gehouden. De aflossing van onze vaste schuld wordt grooter, omdat vele leeningen zijn aange gaan bij wijze van annuïteitsleening. lossen thans niet meer dan 1 pet van de geconsolideerde schuld af. Zouden we onze vaste schuld van nu moeten delgen in het zelfde tempo, dan zou dat 100 jaar duren. Zoo kan het natuurlijk niet gaan. Reeds de belangrijke crisisuitgaven maken Zulk een gedragslijn onmogelijk. Bovendien zal ae vaste schuld Jangrijk omhoog gaan. Door fondsen (Werk en Defensiefonds) zijn belangrijke uitga ven gedaan, die nog betaald moeten worden. Ook het inhalen van den achterstand op Defensiegebied zal onze vaste schulden nog vergrooten. Velen zoeken bij deze vraagstukken bij Voorkeur de lijn van den minsten weer- istand. Dat kan onze methode niet zijn. Men vergelijkt ons wel eens met Enge land. Die vergelijking is veelal zeer opper vlakkig. Wij hebben noodig een conservatief beheer. Uit onze staatsschuld moet zoo spoedig mogelijk worden verwijderd dat deel, waartegenover geen rendement staat, De aandacht vraagt in dit verband ook jïe gewone dienst der Rijksbegrooting. Deze heeft, naar berekend is, in de jaren 1929—1936 het resultaat opgele verd, dat we niet minder dan f 817.190.000 achterop zijn geraakt. Dat is het totale nadeel in geld voor het Rijksbudget, In mindering zal hier kunnen komen 't pverschot van den dienst 1937. Voor de hand ligt echter, dat het totaal cijfer nog zal stijgen in de toekomst. Het cijfer van f 817.190.000 sluit in spr. Vestigt hierop de aandacht een bedrag van f116 millioen, zijnde het voordeelig felot van het Leeningfonds 1914, dat in de jaren 1931—1933 ten dee le is aangewend voor dekking van crisisuitgaven. De aflos singen van de staatsschuld zijn daardoor in de jaren 1929—1933 sterk verminderd. Wie voorts bedenkt, wat het Werkfonds ïiog zal vorderen, zal moeten erkennen, dat de gemaakte berekening allerminst te pes simistisch is. Wanneer men van de geschetste werke lijkheid moet uitgaan en dat toch nalaat, blinddoekt men zichzelf en ontneemt zich de mogelijkheid om het volk op juiste wijze oor te lichten. De in den loop der jaren ontstane achterstand moet zoo snel mogelijk worden ingehaald in het belang van 't financieel herstel van onze heele volks gemeenschap cn van de staatsfinanciën. Zulk beleid zal 't weerstandsvermogen van het volk vergrooten. Er zijn in dezen tijd in het financieel en economisch leven in de wereld zoo groote risico's, dat de weerkracht er tegen ten spoedigste moet worden versterkt. Komende tot de begroeting 193S gaat spr. uit van het berekende tekort van 84% millioen. Men zegt: de uitgaven zijn te hoog ge raamd. Er is echter eer plaats voor de op vatting, dat hier en daar wat te krap is geraamd. Dezelfde menschen willen echter hooger uitgaven op velerlei gebied cn daar om beweren ze, dat de Regeering haar voor gestelde uitgaven maximaal heeft opge dreven. Zijn wellicht de inkomsten te laag ge schat? Ook dit moet spr. betwisten, al zou hij gaarne zien, dat de werkelijke inkom sten de raming zullen overtreffen. De totale verbetering van inkomsten voor dit jaar ook voor 1938 aannemen echter is vrij optimistisch. Er zijn allerlei factoren, die alleen in 1937 werken in verband met de monetaire maatregelen en in 1938 heb ben uitgewerkt. Maar ook al zouden er enkele kleine meevallers zijn, dan nog wordt het feitelijke tekort der begrooting slechts met dat meerdere verminderd. Het heeft daarom weinig zin te twisten over de vraae of de een of andere belasting enkele tonnen meer zal opbrengen. We leven op politiek, financieel en economisch gebied in een abnormalen tijd, waarvan we de abnormaliteit niet meer voelen. Nog gaat de wereld van dag tot dag in welvaart achteruit. Men leeft bij kusistma- tigheid en onsoliditeit, om dc verschrikke lijke gevolgen van het verleden voor zich zelf en anderen te verbergen. Alle gezonde grondregelen voor 't leven loslaten, wordt door velen gepredikt als 't middel om de conjunctuur te verheffen en de welvaart te verbeteren. Maar trots deze theorie blijft vast staan, dat men een gul den eerst kan uitgeven als men hem heeft en dat hij maar een keer kan worden uit gegeven. De nieuwere economie ontwricht het leven en onteigent geleidelijk degenen, die nog iets hebben. De toekomst volk wordt op het spel gezet, door allerlei dwaasheden en dat moet leiden tot armoe de en ellende en ontreddering van 't leven. Wie het financieels vraagstuk behan delt, moet ook aan de defensie-voorstel len aandacht schenken. Zij zullen binnen 4 h 5 jaar 150 160 millioen vorderen om achterstand halen en 20 millioen zijn bovendien noodig voor kazernes, enz. Dat alles moet wee: worden betaald. Ook de contingcntsuitbrei ding en de verlenging van den oefenings- tijd zullen per jaar 1T1/? milloen vragen. Dit J. Schouten cijfer acht spr. aan den lagen kant. Ook moet er op worden gerekend, dat exploita tie, onderhoud cn vervanging van 't nieuwe 17.3 millioen per jaar zal eischen. We staan daarmee voor een hoogst ern stig vraagstuk, dat de saneering van het Rijksbudget remt en het inhalen van achterstand belemmert. Ernstig zal moeten worden nagegaan of met minder kan worden volstaan zonder aan onze verantwoordelijkheid voor hand having van onze zelfstandigheid tekort te doen. Blijkt het gevraagde volstrekt noodig dan moet het worclen toegestaan. Want we leven in een tijd, die voor geen enkelen internationalen rechtsregel meer eerbie1' toont. Tienduizenden vallen eiken dag in het Oosten, hoewel er geen oorlog is klaard. We zijn na 1914 nog achteruit ge hold. Met 8 millioen staan we midden in pon samenleving, die een heksenketel is. En Indië ligt in een gebied, dat het een trum kan worden van een mogelijken we reldbrand. Voor het recht en onze nationale zelf standigheid hebben we ons tot het uiter ste in te spannen in gehoorzaamheid aan wat God in Zijn Woord ons gebiedt. God regeert en op Zijn tijd zal Hij doen blijken, dat Hij de Overwinnaar is van alle ongerechtigheid en zegen geeft aan hem, die het met Hem waagt. Elke relatie tusschen defensie-uitgaven en niet primaire uitgaven van anderen aard moet worden afgewezen; ondanks alle afschuwelijke demagogie, die er mee wordt gevoerd, o.a. door de Chr. Dem. Unie. Zij maken anderer motieven verdacht en verachtelijk. Dat is cerrooverij en in Schriftuurlijke zin doodslag, waarvan ze zeggen zoo'n afkeer te hebben. Het is anti-rev. plicht de Regeering te steunen in haar financieel beleid. Zelfs mogen we haar verzoeken de dingen zoo duidelijk en scherp mogelijk te zeggen. Daarmee staat of valt onze anti-rev. poli tiek. Tenslotte maakt spr. nog enkele politieke opmerkingen Sedert meer dan 30 jaar wordt Siroop Famel door doktoren gewaardeerd als een beirouw- baar geneesmiddel ter bestrijding van HARDNEKKIGE HOEST, BRONCHITIS KLEINE FLACON 1.15 GROOTE FLACON J1.90 Het Regéeringsprogram ls zonder onze raadpleging gevormd. We staan er vor komen vrij tegenover en kunrven alle maat regelen op eigen mérites beoordeelen. Het zal een vreugde zijn het Kabinet te steu nen, waar het kan, naar onze zelfstandig heid handhaven we tegenover elk kabinet en eiken Minister, Een coalitie in den ouden zin is er niet meer. Van Rechtsche samenwerking met behoud van onze principieele zelfstan digheid, zoo lang het. kan en voor zoover het kan, is spr. voorstander. Er werkt iets door van onze beginselen in allerlei kringen. We kunnen ons daar over verheugen, maar we hebben niet vergeten, dat we daarbij staan voor een op vatting van het Christendom, die thuis be hoort bij het vrijzinnig protestantisme. Waakzaam hebben we te zijn tegen een doordringen op ons erf van opvattingen, dii de Christelijke -politiek niet doen steunen op de H. Schrift, maar op de subjectiev innerlijke ervaring van den Christen. We moeten echt anti-rev. staatkunde voeren zóó, dat geen schade wordt gedaan aan wat in het verleden is verkregen aan samenwerking en voor de toekomst voor ons volk het beste wordt bereikt, dat moge lijk is. AVONDVERGADERING Repliek van den lieer Schouten In de avondvergadering beantwoordde de heer Schouten de verschillende spre kers. Allereerst wees hij er op dat door het consolideeren van schuld en een spoorweg- leeriing het rentebedrag over 1938 ongeveer 14 millioen hooger is dan in 1937; een deel daarvan komt terug van de Spoorwegen. Opzettelijk heeft spr. geen rekening ge houden met de rente, welke van tekorten en achtergebleven fondsstortingen moest betaald worden. Het Defensiefonds is eigenlijk goen fonds, aar de 53.4 millioen, welke de overheid in zal storten, zullen daardoor buiten de gewone. Defensiebegrooting worden gehou den. Een deel is aangewend voor nieuw materieel ter aanvulling. De zuivere lasten van de Nederlandsche staathuishoudkunde mogen niet op Ned.- Indië afgewenteld worden; over de verdee ling der defensie-lasten wordt nader over leg gepleegd; er is dan echter kans dat Ne derland meer zal betalen. Sommigen willen uit de groote reserve an de Rijkspostspaarbank 126 millioen op 31 Dec. 1936; anderen uit het Munt- fonds; weer anderen uit de z.g. winst op de goudvoorraad geld nemen om er de be- grooting mee te verlichten. Spr. wil het batig saldo van het Muntfonds eventueel gebruiken voor kapitaalaflossing; de reserve van de Postspaarbank kan noodig zijn om verlies op effecten op te vangen; de winst op de goudvoorraad is eenvou dig niet te berekenen. Er is immers nog niets bekend van hei percentage; en wat het Egalisatiefonds gedaan heeft kan evengoed verlies als winst opleve ren. Niemand weet wat het goud straks zal opbrengen, dat de Ned. Bank heeft aangekocht na de depreciatie. Zijn er nog conversie-mogelijkheden? _evraagd. Ja. er is nog 1S00 millioen i% te con verteeren. Daarbij bedenke men dat het annuïteitsleeningen zijn, zoodat in de praktijk bij converteering tot 3% niet één, doch 0.7 voordeel verkregen wordt; dan alleen bij nieuwe leeningen pari; andere gevallen zou het voordeel nog ge ringer zijn; in elk geval geeft het voorloo- pig weinig verlichting voor 't staatsbudget Spr. geeft aan een vrager toe, dat het geen gezond financieel beleid is om 157 mil lioen voor defensie te leenen; zulke uitga ven moesten contant betaald worden, maar er zijn nu eenmaal omstandigheden dat men daarvan moet afwijken. raag over fonds- dan wel omslag stelsel voor sociale verzekeringen is op zich zelf belangrijk, maar 't is onzeker of wijzi ging veel voordeel zal brengen; in elk ge val is spr. zeer moeilijk te vinden voor hel omslagstelsel voor de Invaliditeitsverzeke ring. Aflossing der staatsschuld in 40 jaar zoo als Mr. van Doorninck wil zou gewenscht zijn, è.ls het kon; we hebben alleen te stre- ?n naar versterking van aflossing. Sancering door vermindering der uitga ven blijft plicht, maar het zal zeer moeilijk zijn. Economische en sommige deelen van Sociale Zaken, mitsgaders de Landbouw- crisisdienst zouden misschien nog kunnen bezuinigen. Op de Defensie daarentegen ii aak te veel bezuinigd; deze vcrwaarloo- zing en de snelle ontwikkeling der technï maken groote uitgaven thans noodzakelijk. De verruiming der Ouderdomsvoor^ ziening is zeker gewenscht, maar de mogelijkheid om daarin, te voorzien is er thans niet. Dit geldt ook voor leer- lingenschaal, werkloozen en laagbezoL digden; heden is er geen geld voor: zoo dra er financieele beterschap mocht in treden zal spr. gaarne de eerste zijn om in die nooden te voorzien. De begroo- ting van 1938 laat het niet toe. Wat het onderwijs betreft zullen de ouders en geestverwanten weer offeren moeten leeren. Waarom moet de regcc- ring alles betalen? Vanwaar komen die veronderstellingen? Omdat er in onze kring nog steeds menschen zijn die eerder gelooven wat in vrijzinnige •at in anti-rev. bladen staat, men verliest uit het oog, dat Dr. Colijn gekozen is op het antirev. verkiezingspro gram, en dat dit van a tot z door hem on derschreven is. Er zit niets geheims en niets gewrongens in. Natuurlijk zijn er wel nuan maar het beginsel is een en het streven naar Gods Woord te leven ook. Dat be ginsel houdt in dat wanneer wij gelooven en erken, God op Zijn tijd ons Zijn heil zal doen zien ook in deze moeilijke tijden. Nadat Dr. Beumer een kort slotwoord gesproken had werd de vergadering na slui ting met dankgebed door Ds. van Grieken rdaagd tot heden morgen elf uur. Zijn wij zoo totaal uitgeput dat wij als Christenvolk niets meer kunnen doen? roept spr. met krachtig stemgeluid Onze volkskracht moet weer opgevoerd wor den. De zelfstandigheid van ons volk te verdedigen is voor de Regeering roeping van Godswege en daarom zijn die uitgaven niet te vergelijken met eenige andere. Er is principieel verschil; hoewel dit niet sluit dat er geen andere belangen zouden kunnen zijn, die op dezelfde wijzn behan deld moeten worden; dan geldt het echter geen personen, maar noodzakelijke takken van volksbestaan. Ten slotte wijst spr. op wat Kuyper deed, die het volk nooit beloofde: ik zal voor u bij de overheid uw voordeel zoe ken; maar die de volkskracht sterkte en daardoor de kleine luyden, en geheel ons volk op hooger peil bracht. Spr. kan niet alles zeggen wat bij weet over de kabinetsformatie, maar geen seconde is er tusschen hem en Dr. Colijn ook maar één punt van verschil ge weest. Dr. Colijn weet precies wat de anti-rev. Kamerclub aan de Koningin heeft geadviseerd en hij zou het kun nen bevestigen. Het minste tandbederf, indien U poetst met wat goeds, dus met Tube 60 en 40 ct. Doos 20 et IVO ROL RUBRIEK auwd e Borst Als Gjj hebt kou gevat, als Ge hoest, als de slijmvliezen, zijn ontstoken en de prik kelende slijm zich op Uw luchtpijp vastzet, dan helpt alleen een beproefd, krachtig ingrijpend geneesmiddel, neem dan eens de nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop De werking van Abdijsiroop, het vanouds beproef de kruiden-middel, is belangrijk versterkt en versneld door toevoeging van de hoest-bedwln- gende stof: codeïne, het meest werkzame middel tegen aandoeningen der ademhalings-organen. Uw verkoudheid wordt als 't ware ..snel rijp de vastzittende slijm komt los en verdwijnt. Uw hoest buien en benauwdheden blijven daardoor spoedig voor goed wèg. .,'s Werelds béste Hoest-siroop" zoo noemt men om deze bijzondere eigenschappen dan ook tegenwoordig terecht de onvergelijkelijke AKKER's verstèrkle EERSTE KAMER Vergadering van Dinsdagavond Gisteravond om half negen kwam de Eer ste Kamer in vergadering bijeen. Na ver melding der ingekomen stukken bracht de heer De Savornin Lohman (C-H verslag uit namens de commissie tot onder zoek van de geloofsbrieven van de heeron Jhr. E. J. W. M. von Bönninghaus* (N.S.B.) en Dr. R. H. Woltjer (A.-R De Kamer besloot ingevolge het verslag der commissie tot toelating, waarna beid? leden den zuiveringseod en den eed op dc grondwet aflegden. Tevens legde de heer Ds. G. van Duy de heide eeden af. De Kamer ging hierna in de afdeelingen. Grondwetsherziening in de afdeelingen Vanmorgen 11 uur kwam de Eerste Ka- ier reeds weer bijeen. Drie contingenteeringen werden z. h. s. goedgekeurd, benevens een overeenkomst met Italië op luchtvaartgebied. De Hamei heeft na de sluiting der open bare vergadering, de Grondwetsherziening in de afdeelingen behand>eild. t NCRV. 8.00— en. 12.15 12 30 KRO-Örkeet en gramofoon plat en. 2.00 Handwerkuurtje. 3.00 .Vrouw-enhalfuur. 3.30 Gramofoonmuzlek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Beriep - lenstlg halfuur. 12.0 jS-Berlchtei or het gewas. 9.45 NCRV- Berichten ANP. Om 10.45 1.3012.00 Gramofoonmuz. Hierna: Schriftlezing, nden. 4 _w- - - - 5.30 Het Aeolian-ork&st. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Pianovoordrasht. 7.30 En- gelsche les. 8 00 Berlchtei ANP. Mededee- ■■H!wmuzlek. 8.15 Concertgebouworkest- en solist. In de pauze Interview. 1030 Eventueel reportage schaakmatch. 10.35 Gramofoonmuzlek. 1100 Berichten ANP. Hierna: AVRO-Dansorkest. 11.40—12.00 Orgelspel. Orgel. 7.20 Orkest 7.50 Viool. 8.15 Gevarieerd programma. 8.40 Sopraan en hobo. RADIO-PARIS 1648 M. 8.00, 9.05 en 10.35 Gra- 12.40 Concert en zang. 3.05 Zang. 4.20 Gramofoon. 7.55 Zang. 8.05 8.50 Orkest, koor en solisten. 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gram 12.50 Zang. 1.00 Omroeporkest 1. 2.002.20 Gramofoon. 5.20 Orkest Het HAMMONDORGEL begeleidt den dienst in de Noorderkerk, Schuytstraat, 's-Gravenhage. Officieele Berichten ONDERSCHEIDINGEN Toegekend ls de aan de orde van Oranje* Nassau verbonden eere-medaille In zilver, aan mej. M. R. Hendriks te 's-Gravenhage en na» T. Luursema te 't Zandt .(Groningen). POST EN TELEGRAFIE Aan den commies bij den post- telegTaaf- en telefoondienst A J. van Rün ls eervol RECHTERLIJKE MACHT Aan mr. H P. Hermans is eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsvervanger in terdam en verleend in het ka DE GEVOLGEN VAN EEN FIETSTOCHT 'door G. TH. ROTMAN YNadruTc verboden) 51. Daar komt de auto den tuin in, hoor! 62. Intusschen is de auto «ecuur Regelrecht onder den schommel door! Tot staan gekomen te#en een muur. Door den stoot raakt de schommel in Piet en Kees liggen bewust'loos terneer, razernij, *Ze zeggen geen simpel woordje meer. (Slot volgtl Een vliegwiel was er een kindje bij! DE MALENBURG door K. LANTERMANS (n ,,Dat is dan anders dan met Paul van den koster", zei een hnder. „Die is nou een week of vier klaar op de hoogeschool. En dadelijk kon hij al een baantje krijgen als meester op een gymnasium. Maar hij wou niet. En nou heeft me de dominee verteld, dat hij klaar gekomen is in Nijmegen. Daar moet hij $n oude papieren zitten snuffelen: best werk, zou ik zeggen yoor zoo'n dooien diender". „Als hij dominee geworden was, zoo als onze heer-ome ;wou, dan was ik nooit bij hem in de kerk gekomen: je zou je idood vervelen", riep de voerman. „Laten we dan blij zijn, dat hij geen meester geworden is", zei de kastelein, „want de stumpers van kinderen zouden te beklagen zijn. En hij zelf ook, want ze zouden hem de banken afgebroken hebben. Toch valt het me van dien suffert mee. dat hij zelf geen meester worden wil". Van die zomer af werkte Paul Strikforst op een archief in Nijmegen. Heel graag was hij thuis bij vader blijven wonen en zou met plezier elke dag een wandeling van anderhalf uur naar en van Nijmegen ondernomen hebben. Dit werd niet toegestaan. Hij moest in de stad wonen. Maar geen week Sloeg hij over: elke Zaterdagmiddag kon je hem als een echte meneer gekleed van de stad zien komen, voorbij de pastorie, y/aarvoor hij van de dijk af de hoed afzette, of hij iemand voor Ide ramen zag of niet. Dan ging het de afweg af en naar het Jcostershuis toe. Ze hadden in Slijkdorp schik met Paul, en Schik me£ den koster en schik met zich zelf, omdat ze zoo'n knappen meneer opgefokt hadden met z'n allen. Want razen de knap en geleerd moest dat jonk zijn, werd beweerd. Maar een suffer was hij en bleef hij. Dat was aller oor deel. Je zou er bij slot van rekening niet zoo geleerd voor wil len zijn. Dan maar een beetje stommer, als je een normaal mensch zijn kon. Suffen en peinzen deed hij anders weinig meer. En als hij het nog deed, dan in ander opzicht en op een andere manier dan vroeger. Hij stond een keer bij den ouden dominee en vroeg bot-af: „Dominee, doet U mij hét genoegen en vertelt U mij eens, wat U weet van vader van vóór de tijd, dat hij hier was. Ik heb wel eens wat hooren mompelen, maar weet nergens van. Ik ben nu dertig jaar en mag -toch zeker wel iets weten. Wat weet U er van?" „Er werd gezegd, dat hij zich een flinke som geld aan effecten heeft toegeëigend. Hij was al jaren op hetzelfde kan toor, waar mijn vader directeur was en had het volste ver trouwen van vader. Maar waar het geld gebleven is, ik snap er niets van. Eerst, toen ik hem hier gehaald had, uit mede lijden. vermoedde men nog. dat hij het achter hield en dat het wel zou uitkomen, dat hij er goed bij zat, maar dat is wel ge bleken niet waar te zijn. Men heeft het op allerlei manieren ge probeerd bij hem, zelfs door hem geld te leen te vragen tegen heel hooge rente; er zijn vreemden voor hier gekomen, men schen van de plaats zijn er voor omgekocht: zonder resultaat. Ik heb er nooit met hem over gesproken: hij heeft me dat ver boden indertijd, 't Is nu ook al bijna dertig jaar geleden. Maar de menschen hier vergeten het nooit: de ouderen ver tellen het aan de kinderen: „lange vingers gehad", maar ze storen er zich niet aan, want ze rekenen liever met wat ze voor hun oogen gezien hebben, en ze zouden je vader hun laatste centen te bewaren toevertrouwen. Ik heb wel eens ge dacht, dat ik hier in Slijkdorp een weegschaal heb: de eene schaal was koster Strikforst, waar jij dan bij hoort, en de andere schaal is De Malenburg; hoe meer de een rijst, net zooveel zakt de andere schaal. Maar breek er je hoofd niet mee. Doe als de Slijkdorpers. Denk er niet meer aan. Mis schien spreekt hij zelf nog een keer". Toch bleef het een naar ding in de gedachten van Paul. Hij kon er in geen geval toe komen vader er naar te vragen. De man was nu volkomen tevreden. Met zijn vijf en zestig jaren deed hij nog al zijn werk als vroeger, en met lust. Alleen had hij nog maar steeds een houding, die duidelijk aangaf: neem me niet kwalijk, dat ik hier ben: maar "het is mijn schuld niet, dat ik hier ben, want ik ben nog niet dood. Op de Malenburg werd het een vreemde boel. Met het dorp of de kerk had het Huis nu niets meer te maken. Er werd gemompeld, dat er een kind geboren was, dus weer een erfgenaam; de klerk van het secretarie beweerde, dat het ingeschreven was, maar het werd niet geloofd. Niemand had het gezien. En het moest al een paar jaar oud zijn. Niet eens gedoopt. Kwam nooit buiten. Trouwens, de ouden zelf ook niet. Nooit stond een raam op een kier. want dan vlogen de geesten weg. werd er lachend bij verteld. De dokter werd op Het Huis ontboden: meneer was ziek. Diezelfde dag is meneer nog gestorven. De dokter speelde aardig op en hij ontzag zich voor niemand. Hij vertelde: „Eerst hebben ze dien man jaar aan jaar in dompige lucht gehouden met geen raam of deur open. En toen hij ziek was, hebben ze het met de geesten geprobeerd maand aan maand, want hij heeft me zelf nog verteld, dat hij al meer dan een half jaar op bed lag. En toen de geesten on machtig bleken te zijn, hebben ze mij gehaald. Ze hebben een misdaad aan dien man begaan. Dat is strafbaar. Ik denk er sterk over, die twee vrouwen voor het gerecht aan te klagen." Zoo ver kwrm het wel niet, maar er werd in het dorp niet mooi over het spiritisme gesproken. Dat de vrouwen onverbeterlijk waren, bleek wel, toen het lijk heelemaal naar de andere kant van het land moest vervoerd en daar be* graven worden, naast het graf van zijn eigen familie: an ders kon zijn geest nooit tot rust komen. Vier weken later waren alle ramen van de Malenburg gesloten. De familie was vertrokken. Toen bleek het ook. dat er een kind was: een jochie van een jaar of vier. Maar het stumpertje had beentjes zoo dun als pootjes van een schaap. Vrouw Stoppelman liep recht op de vrouwen af, toen ze naar de trein liepen en zei brutaal: ..Ik zou dat jochie wel uit jullie handen willen trekken om het schaap te bewaren voor jullie geesterij: het is treurig, dat je dat schaap vermoordt, zooals je meneer vermoord hebt!" Van die dag af stond de Malenburg leeg. Alleen in de schuur was één paard, dat nog van den ouden „Meneer" ge weest was. Dat mocht zijn natuurlijke dood daar sterven, want als het beest geslacht werd, zou zijn geest de geest van „Meneer" nog kunnen verontrusten. Er werd van alles ver teld, lachend, spottend, minachtend. Maar door het verval van de Malenburg werden de dorpelingen geestelijk niet rijker. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9