Kuyperiana
HET SCHILDER IJ
KUYPER-NUMMER van de Vijf Samenwerkende CKrisfelijk'ë Dagbladen
DINSDAG z NOVEMBER 1937 BLZ. 47
beteekenis voor onze jeugd is niet het minst zijn
warme belangstelling voor ons Gereformeerd
Jeugdwerk en zijn liefde tot onzen Bond van J.V.
op G.G., die in hem een zijner eereleden mocht
bezitten. Van dezen Bond heeft hij, zoo schreef hij
in 1S92, „een heerlijken zegen verwacht voor onze
maatschappelijke en nationale ontwikkeling".
Hij heeft voor religie en wetenschap de zuivere
lijnen getrokken, die ook nu in onze dagen van
S t a a t s vergoding en G 0 d s verberging, van ra
tionalisme en paganisme, den veiligen weg wij
zen, en met zijn zienersblik heeft hij de toekomst
geschouwd, welke zich nu ontsluit, getuige vooral
zijn: Het Calvinisme.
De gedachtenis van dezen rechtvaardige zal ten
zegen zijn, voor de jeugd, indien zij eerst zich in
Kuyper verdiept en zijn werken leert kennen met
een belangstelling, welke dit studiemateriaal ten
Een aardig snapshot: Dr. Colijn in gesprek
piet Prof. Dr. V, H. Rutgers
[volle waard is. Dat kan, indien zij zich de begin
selen, welke zijn geestelijke rijkdom, gevormd heb
ben, eigen maakt als haar innerlijk bezit en in
gehoorzaamheid aan Jezus Christus zijn strijd
voortzet. En dit kan en dit zal, zoo onze jeugd
blijft kennen het geheim van Kuypers leven, dat
is de heilige geloofsactie in den band met Christus,
.want, en met die woorden van Kuyper zelf tot
onze jonge menschen wil ik eindigen:
„Belijden is aangegrepen zijn door een hoogere
Waarheid, een geraakt zijn door heilige inspiratie,
een als in de ziel overgoten zijn met een licht-
glans, die van onzen God ons toekomt. Dan kan
de ziel niet z w ij g e n, dan moet ze getuigen. En
dan staat gij, en wankelt niet, en durft de wereld
onder de oogen zien, wijl gij de kracht bezit om
den Booze te overwinnen".
j Zoo blijve door Gods genade Kuypers naam door
onze jeugd steeds in woord en daad met eerbied
en trouw genoemd en geëerd.
Slotwoord van Dr. Colijn
In zijn slotwoord heeft Dr. C o 1 ij n dank ge
bracht aan de autoriteiten voor hun aanwezig-
j beid; aan de Hegelingscommissie, waarbij Spr.
den heer v. d. Bom noemde; aan den organist,
den heer Jac, Kort; aan de sprekers en niet
1 't minst aan dien spreker, die niet gesproken
heeft (applaus); en aan de schrijvers in het
Gedenkboek.
Een bijzonder woord van dank richtte de voor
zitter tot jhr. mr. A. F. de Savornin Loh-
i man, den vertegenwoordiger van de Chr. Staat-
I kundige Partij in Oost-Indië, die haar 20-jarig be
staan heeft mogen herdenken. Uit naam yan de
I vergadering en namens alle Anti-Revolutionairen
hier te lande verzocht dr. Colijn den heer Lohman
deze betuiging van medeleven te willen overbren
gen aan de broeders in Indië (applaus).
Spr. bracht in deze vergadering de samenkomsten
in de Apollohal in herinnering, bezocht door
rirca 12000 personen. Deze drie bijeenkomsten,
gehouden meer naar aanleiding van het werk van
het Vrouwencomité, staan niet los van de ver
gadering van heden, want beide dagen heeft Kuy
per in het centrum gestaan. Vele eenvoudige
vrouwen hebben medegewerkt. Mèt de nagekomen
giften zal het ingezamelde bedrag niet ver bene
den de 320.000.— blijven. Spr. bracht nog in
herinnering de daad van de vrouw, die eerst niet
kon meedoen vanwege de werkloosheid van haar
man, maar die, toen deze eindelijk weer werk
gevonden had, 5.— voor het doel heeft bijeen
gebracht. Dit is, zei Spr., waarlijk ontroerend.
Wij zien hieruit het krachtige medeleven van
hen, die geen aanraking met het H.O. hebben,
maar toch instinctief voelen, wat het Geref. H.O.
ook voor hen en het leven beteekent.
Als wij, ging Spr. voort, den indruk meenemen
van onze roeping om voort te varen, om voort te
bouwen op het fundament dat zij, die ons voor
gingen, in ons volksleven hebben gelegd, dan
eerst kunnen wij waarlijk danken voor den zegen
dien wij ontvangen uit het leven en het werk
van dr. Kuyper.
Daarom liet dr. Colijn ten besluit de opwekking
uitgaan om met gestrekte handen, met moed en
overtuiging in het hart voort te gaan op den weg,
waarop dr. Kuyper ons geleid heeft.
Met het zingen van Gezang 96 en dankzegging
door prof. Ridderbo s, werd de herdenkings
dag besloten.
Het officieele Gedenkboek
A LS blijvende herinnering aan de herden-
kingsdagen te Amsterdam is bij J. H. K o k
te Kampen verschenen een Gedenkboek, samen
gesteld door Dr. L. W. G. S c h o 11 e n, C.
Smeenk en Prof. Dr. J. Waterink. Het
royaal uitgevoerde en van eenige fraaie foto's
voorziene boek (ook het portret van Pietje Baltus
is opgenomen) bevat behalve de groote rede van
Dr. H. Col ij n, elf artikelen, waarin van even
veel zijden de figuur en beteekenis van Kuyper
belicht worden. De wetenschap, de theologie, de
staatkunde, de antir. partij, Indië, het sociale
.leven, het onderwijs, het predikambt, het hoog
leraarsambt, de politiek en de journalistiek,
ziedaar de terreinen, waarop Kuyper de veel
zijdigheid van zijn rijk talent heeft ontplooid.
Daarover schrijven dan resp. Dr. W. A. van Es,
Prof. Aalders, Prof. An erna, J. Schou
ten, Dr. A. A. L. Rutgers, C. Smeenk, Prof.
W a t e r i n k, Prof. D ij k, Ds. T. Ferwerda,
Dr. L. W. G. Scholten en A. Zijlstra.
Briefwisseling tusschen Groen en Kuyper
Een bijzonder belangwekkend en precies op tijd
verschenen documentatie is de briefwisseling tus
schen Groen van Prinsterer en Kuypèr van 1864
1876. Deze bundel van 500 brieven, uitgegeven
door J. H. Kok te Kampen, een boekdeel van
ruim 400 bladzijden, is door Prof. Dr. A. G o s-
1 i n g a voorzien van een zoodanige reeks aan-
teekeningen, dat het geheel mag worden ge
noemd een krachtig licht op een der meest be
langrijke tijdperken in Kuypers leven en in de
geschiedenis van het staatkundig leven van ons
land. Feitelijk maakt dit zeer royaal uitgegeven
boek deel uit van 's Rijks geschiedkundige pu-
blicatiën, waarin Prof. Dr. F. C. Gerretson
reeds jaren geleden begonnen is met de schrifte
lijke nalatenschap van Groen te ordenen en te
publiceeren. In ons Kuyper-nummer vindt men
van zijn hand meer bijzonderheden over de ver
houding tusschen Groen en Kuyper.
Gelegenheidsgeschriften
Verder zijn nog eenige kleinere geschriften ver
schenen. Met een enkel woord willen we ze hier
bespreken.
Bij de N.V. Dagblad en Drukkerij „De Standaard"
zag het licht: Dr A. Kuyper, geleidelijk
geleid. Een beknopt levensbeeld, door J. K. van
Loon. Dit boekje van ruim 80 bladzijden geeft op
populaire wijze eenige hoofdmomenten uit Kuypers
leven, 't Laat ziph prettig lezen en de schrijver
bewijst, dat hij de beteekenis van Kuypers mach
tigen levensarbeid verstaat. Geïllustreerd is 't niet;
alleen de omslag draagt Kuypers beeltenis.
Kuyper de geweldigevan dichtbij,
door A. C. de Gooyer en Rudolf van Reest.. (Li
bellen-serie Nr 260). Uitgegeven door Bosch en
Keuning N.V., te Baarn.
Een mooi boekje vol aardige anecdoten uit 't leven
van Dr Kuyper ln zijn omgang met huisgenooten
en intieme vrienden. In alles was hij een bijzonder
man. Aardige illustraties verhoogen. de waarde
van deze pittige libel.
De sociale denkbeelden van Dr A.
Kuyper, door C Smeenk. Dit is het referaat
van den Arja-toogdag op 9 October jl. te Delft
gehouden. Dit mooi uitgevoerde boekje blijft ook
voor de toekomst van groote beteekenis. Het is een
uitgave van de Arja-Administratie te Arnhem.
De heer Smeenk geeft hier in kort bestek een
boeiende weergave van wat Dr Kuyper als doel
nastreefde op 't sociale terrein. Iloe bleek de
groote leider ook hier zijn tijd ver voorrijt te zijn.
De rede van Prof. Dr. F. W. Grosheide over
,,Kuyper's Geloofsstuk" is bij J. II. Kok afzonder
lijk verschenen.
Herdenkingsnummers
Niet alleen met een lange rij van redevoeringen,
ook in de periodieke pers heeft het met Kuyper
geestverwante Nederland zijn lOOen geboortedag
tot een beteekenisvollen gedenkdag gemaakt De
afstand tusschen het tijdperk van zijn breedste
krachtsontplooiing en onze dagen doet de figuur
van dezen reus te duidelijker oprijzen, zoodat ook
de niet-geestverwante pers den tol van haar hulde
gebracht heeft in vele uitgebreide en geïllustreerde
artikelen. Bovendien bleef de eerbetuiging niet be
perkt tot ons land, getuige het in N.-Amerika
verschenen Kuyper-nummer van The Calvin
Forum, de radio-rede door Prof. Sebesteyn van
Hongarije uit gehouden e. d. Zelfs de boekhandel
heeft door speciale etalages in sommige groote
steden, op zijn wijze de herinnering aan Dr Kuy
per, den grooten auteur, willen verlevendigen.
Het is geen klein getal herdenkingsnummers, dat
vóór ons ligt. Door omvang en inhoud heeft zeker
wel recht op een eerste vermelding, dat van de
Reformatie, een nummer van 48 bladzijden,
met keur van uitvoerige artikelen en een selectie
caricaturen tusschen den tekst. Onder de schrij
versnamen vinden wij die van Prof. Greydanus,
Ds van A r k e 1, Mr Vonkenberg, Prof.
Honig, Prof. Dijk, Prof. Schilder, Dr E. D.
Kraan, D. de Wit, Prof. Dooyeweerd, Dr
D r o g e n d ij k en Ds C. V e e n h o f. De veelzijdig
heid van Kuypers ongeëvenaard talent komt in dit
nummer duidelijk uit; als minder bekende verhou
dingen lezen we hier: Kuypers rythmiqk, zijn kijk
op het Joodsche probleem, de vaccinatie en de
irenischen, de grondrechten.
De Heraut, het door Dr. Kuyper zelf gestichte
blad, komt uiteraard met een omvangrijk num
mer, waarin naast de hoofdredacteur Prof. Dr.
H. H. Kuyper, tal van Kuyper-kenners aan het
woord zijn. Interessante illustraties zijn opgeno
men (o.m. van de geboorte kamer van Dr.
Kuyper). Wij lezen er beschouwingen van Prof.
Grosheide, Ds. W. Breukelaar, Prof.
II e p p, Dr. W. A. van Es, Dr. B. Wielenga
en Dr. A. Kuyper Jr.
Een geheel aan Kuyper gewijd nummer heeft ook
samengesteld de redactie van h"t Geref. Theol.
Tijdschrift. Hier zijn slechts drie schrijvers
aan het woord: Dr K. S i e ts m a over Kuyper als
dogmaticus, Dr G. C. Berkouwer over hem als
polemist, terwijl Ds J. D. Boer koel hem schetst
als schrijver van stichtelijke lectuur.
Het Calvin. W e e kb 1 a d heeft een eigen weg
ingeslagen, door aan anders denkende bekende
figuren om een artikel te vragen. Het resultaat
was, dat Prof. Eigeman (lib.), Prof. Kohn-
stamm (vrijz.-dem.), Prof. Slotemaker de
B r u n e (chr.-hist.), Baron Van Wijnbergen
-.k.) en Dr Wiardi Beekman (soc.-dem.)
elk uit eigen gezichtshoek de figuur van Dr Kuy
per bekeken hebben. Uiteraard belangwekkende
lectuur.
Waar beter dan in het Ouderlingenblad
(Geref. Kerken) is op zijn plaats een artikel over
Dr Kuyper al6ouderling. Dit levert Prof. Dr
K. D ij k. In het overigens geheel aan Kuyper ge
wijde nummer geeft Prof. Aalders een alge-
meene beschouwing en schreef Prof. den Har-
togh over Kuypers strijd voor Kerkherstel.
Dat ook de Bazuin bijna geheel aan de her
denking zou gewijd zijn, ligt voor de hand. Daar
zijn het Dr I m p e t a, de hoogleeraren D ij k,
Ridderbos, Den Hartogh en Honig, de
heer G. Meima, DsDelleman en Dr G. Kei
zer, die de beteekenis van Dr Kuyper van ver
schillende zijden belichten.
Een aangename verrassing was ons het grooten-
deels aan Kuyper gewijde nummer van het Ameri-
kaansche Calvin Forum, dat reeds half Oc
tober in Nederland aangekomen was. Hier hebben
Prof. Clarence Bourn a, Ds Edw. J. T a n i s,
Bastian Kruithof (in poëzie) en de heer
Leroy Vogel (ruilstudent van de Heidelberger
Universiteit te Princeton), op breedvoerige wijze
de beteekenis van Kuyper voor het Calvinisme in
N.-Amerika in het licht gesteld.
Onder de niet-kerkelijke bladen zien we „Neder
land en Oranj e", het orgaan van de Antir.
Propag. Clubs uitkomen met een uitvoerig artikel
van het Kamerlid A. Z ij 1 s t r a over Kuyper als
nationale figuur en als staatsman.
Het Gereformeerd Jongelingsblad
kwam eveneens met een speciaal Kuyper-num
mer uit. Dr. C. N. Impeta, Prof. Dr. K. Dijk, Dr.
B. A. Knoppers en anderen wijzen op Kuypers
groote beteekenis ook voor 't organisatieleven der
Geref. Jeugd. Verschillende aardige herinnerin
gen aan den grooten "man worcfeh: verhaaldr~ter--
wijl het nummer door mooie illustraties werd
Wat wij als noodzakelijk zagen. I
Toen ons eigenlijke machtig-inslaand Kuyper-
nummer verschenen was, kwam telkens weer
de vraag in ons op: moet het hiermee uitziin?
Hebben de lezers nu o o k geen recht op een
getrouwe weergave van wat op de herden- 1
kingsdagen werd geboden aan de duizenden,
die waren opgetrokken naar Apollohal en
Concertgebouw
En toen ontstond het plan van dit Supplement,
waardoor één geheel is verkregen in een
vorm, die ongetwijfeld weer zeer vele lezers
zal nopen dit grootsche Gedenknummer op te
I leggen en zuinig te bewaren, om het bij tijd
en wijle te voorschijn te halen en er zich in
te verkwikken.
DE ALGEMEENE DIRECTIE DER VIJF
I SAMENWERKENDE CHR. DAGBLADEN
J De Rotterdammer, Nieuwe Haagsche
Courant, Nieuwe Utrechfsche Courant,
Inhoud Supplement
Pietje Baltus, de geestelijke moeder
van Dr. Kuyper
Voorts kwamen in de Nedcrlandsche dagbladpers
van alle richtingen artikelen voor, in zulk een
groot getal, dat het niet mogelijk is ze alle afzon
derlijk te vermelden.
Errata
In het eerste gedeelte van dit
danks zorgvuldige correctie bij de revisie nog een
paar hinderlijke zetfouten ingeslopen. Zoo kan
men in het artikel van Prof. Severijn, blz. 3, regel
29 en v.v. over de hoogste geestelijke vrijheid lezen,
„wier ontwikkeling werd bepaald door de ernst
der tegenstellingen van de gereformeerde religie
en den humoristischen geest".
Bedoeld is natuurlijk de humanistische
In het artikel van Prof. Gerretson leest men in de
derde kolom van blz. 25, regel 25, over „la question
rülante", hetgeen vanzelfsprekend moet zijn „la
question brülante".
De eeuw na Dr. A. Kuyperblz. 37
D dag der Calvinistische vrouwen, blz. 37, 38, 51
Het penningske blz.
De openbare Senaatszitting41
De Gedenksteen van de Studenten 41
Feestelijke samenkomst in de Apollohal 41
De officieele gedachtenisviering in het Con
certgebouw blz. 42, 44, 45, 47
Kuyperiana 47
Het Schilderij 47
Errata *7
Advertentie Index
N.V Plet van Reeuwök Rotterdam blz. 38
Geestelijke Liederen Den Haag 39
Neerbosch' Boekh en uitgr, N'eerboaoh 39
Fa. Goldschmeding Amsterdam 39
Alg, Levensverzekering Bank Rotterdam39
C. Llnd Zoon, Amsterdam 10
N.V. Oneslforuabank Utrecht 4ii
Jan Hoogenberg's Brandatoffenhandel R'dam 40
Wilbur Verkoop Centrale. Amsterdam 40
N.V. ..Koninklijke Begeer". Voorschoten 40
N. F. van Gelder Co.. Amsterdam .,40
Brhardt Dekkers. Rotterdam 40
J. H. Ceurvorst, Amsterdam 43
Zanen Verstoep N.V., Den Haag 4 3
N.V. Hazemeyer Hengelo 43
Holl. Amerika Lltn. Rotterdam/Amsterdam43
Fa Tonnema Sneek (King) 44
Radlobell 44
N.V. Jan Timmerman Busaum (Mayserhoeden) 43
J. N. Voorhoeve. Den Haag 45
Amstel Hotel. Amsterdam 45
Centrale Suiker Mij. Amsterdam 45
N.V. v. Leer's Vereen. Fabrieken. Amsterdam 45
N.V. Anker Kettlngfabrlek. Schiedam4fc
Hörchner Gtftzen Amsterdam 4».
Kromhout Amsterdam 45
Rotterd. Boaz Bank. Rotterdam 46
Gem. Woningstichting. Rotterdam 46
N.V. Ned. Glas Vera Mü. Rotterdam 46
J. A. C. van Kossem.. Rotterdam 46
.American Express Comp. Rotterdam 46
Alvana Den Haag 46
W. G. Scheeres, Den Haag 46
N.V. Gllmfabrlok. Oversohle 46
Cats Papier N.V. Rotterdam 48
Bonda's Handel Mü. N.V. Rotterdam 4 8
Uapam, Amersfoort 4 8
Overpeinzingen op de Kuyper-Tentoonstelling
IK ben op de Kuyper-tentoonstelling geweest en
'k heb het schilderij gezien.
't Is kleiner dan 'k me steeds had voorgesteld. En
'k heb doeken gezien van de grootste meesters
over hetzelfde onderwerp.
Maar niet één schilderstuk greep me ooit zóó aan.
*k Heb wel een paar uren op de betrekkelijk kleine
tentoonstelling doorgebracht: 'k ben de drie zalen
meer dan drie keer door geweest.
'k Heb handschriften van Kuyper gelezen wat
j schreef hij pröchtig in zijn jonge jaren!—; *k heb
de vele portretten en foto's met aandacht bekeken;
natuurlijk heb ik de doopjurk, de professorstoga
en de ministers-uniform bewonderd, en 'k heb ge-
noten in en gegnuifd om de rijke caricatuur-ver-
zameling. 'k Heb 't beroemde scheepje gezien en
i de beroepsbrieven van Beesd en Utrecht. En 'k
heb de titels afgelezen van stapels vlugschriften,
meditatiebundels en standaardwerken.
Met diep ontzag stond ik voor de kleine kamer
1 links-achter in de groote zaal, die werd ingericht
als Dr Kuypers studeerkamer en waarvoor men
i de meubelen uit het Kuyperhuis te Den Haag
naar Amsterdam heeft overgebracht.
'k Durf gerust zeggen, dat ik dlles gezien en góed
gezien heb wat de Kuyper-tentoonstelling in 't
Rijksmuseum te Amsterdam den bezoeker biedt,
't Was alles mooi en leerzaam en interessant.
En toch telkens betrapte ik mezelf er op, dat
m'n oog gedurig weer getrokken en m'n aandacht
immer geboeid werd doorhet schilderij.
BIJ de opening van deze tentoonstelling sprak
de Voorzitter, Prof. V. H. Rutgers een op-
j merkelijk woord. Het werk van den prediker
zoo zeide hij ongeveer is niet voor visueele
apperceptie vatbaar, noch door dramatische af-
beeldingen gelijk van oude veldslagen op doek te
I brengen of in grafische, yoorstelljngen, te verwer
ken. Tentoongesteld zijn alleen uitwendigheden op
Kuyper betrekking hebbende.
Zóó is 't en niet anders.
Maar verhalen hier op deze tentoonstelling vele
„uitwendigheden" ons niet van de bange ziels-
worsteling van Kuyper?
'k Heb de Engelsche roman van Miss Yonge „The
heir of Redclyffe" zien liggen. En nooit sprak de
beeldende taal van Kuypers „Confidentie" mij
meer toe dan toen 'k dat oude boek in 't roode
handje zag.
Weer een „uitwendigheid" zeer zeker, maar
vaak gaat de innerlijke worsteling voor ons leven
bij 't aanschouwen van op zichzelf alledaagsche
voorwerpen.
„Uitwendigheden" staan heel dikwijls in innig
verband met „innerlijkheden".
HET schilderij: Christus aan het kruis.
En 'k zie een jongeman zitten op een zolder
kamer -van een groot huis op de Hoogewoerd te
Leiden.
Op Goede Vrijdag (1863) moet hij te Beesd pree-
ken. En van deze preek zal afhangen of 't kleine
Betuwsche dorp den proponent beroepen zal.
Een preek voor Goede Vrijdag het onderwerp
is dus vanzelf aangewezen.
En de proponent heeft zijn tekst al gekozen: En
Jezus, het hoofd buigende, gaf den geest.
Abraham Kuyper is nu 25 jaar. Vijf jaar geleden
legde hij het candidaatsexamen in de klassieke
letteren summa cum laude af; drie jaar later werd
hij eveneens met den hoogsten lof tot candidaat
in ae theologie bevorderd, en op 20 September
van 't vorig jaar (1862) behaalde hij den doctors
titel. Bovendien werd zijn beantwoording van een
prijsvraag der Groningsche Universiteit over Cal-
vijn en h Lasco met goud bekrqond.
Hij had echter te veel van zijn krachten gevergd
en moest maanden lang rust nemenj
Maar nu Is hij de depressie weer geheel te boven;
hij is even vroolijk als strijdvaardig, graag ln de
contra-mine, en zijn vader noemt hem schertsend
een „animal disputant".
Maar de Goede Vrijdag-preek wil ipaar niet
vlotten.
En daarom heeft de proponent het schilderij, dat
hij onlangs van zijn eerst verdiende preekgeld
kocht, van de wand genomen en tegen de rug van
een fauteuil geplaatst.
't Is heel stil op de studeerkamer van den jongen
doctor. Die donkere oogen staren voortdurend naar
de kleine groep op de prent daar vóór hem: drie
kruiselingcn, wat Romeinsche soldaten en eenige
vrouwen.
De slanke vingers gaan gedurig door 't golvende
donkere haar.
Telkens wordt zijn blik vastgehouden door den
middelsten Kruiseling.
En zóó, bij 't onzekere licht van een petroleum
lamp, schrijft Abraham Kuyper zijn Goede Vrij
dag-preek
WEER zie ik 't hangenhet schilderij
veertig jaar later, op een slaapkamer van
een oud, deftig huis in de Kanaalstraat te Den
Haag. De proponent van 1863 is thans minister
president!
O, wat is er in die veertig jaar veel gebeurd! Zie
slechts om u heen hier, op deze Kuyper- tentoon
stelling.
De proponent kréég 't beroep naar Beesd. Lang
bleef hij er niet, maar toen hij naar Utrecht ging,
was zijn innerlijke overtuiging omgezet. Dank zij
vooral de vele en lange gesprekken met Pietje
Baltus. 'k Zag van deze geestelijke moeder van
Dr Kuyper een mooi portret. En opmerkelijk: alle
bezoekers der tentoonstelling bleken haar te ken
nen. Gedurig hoorde ik 't weer zeggen op een
toon van blijde verrassing: „Pietje Baltus".
Te Utrecht begon Dr Kuyper met schrijven over
kerkelijke en schoolkwesties, en toen hij kort daar
na van de domstad naar de hoofdstad trok, nam
hij ook spoedig deel aan de politieke worsteling.
Welk een reus is Kuyper geweest in de jaren van
zijn volle mannelijke kracht! Predikant en kerk-
reformator, stichter en hoogleeraar .van een eigen
Universiteit, hoofdredacteur van een tweetal bla
den, waarmee hij op staatkundig en kerkelijk ter
rein een ongelooflijke invloed uitoefende, organi
sator en bezieler van een volksgroep, die vóór zijn
tijd nauwelijks meetelde en die hij wist te smeden
tot een der best geschoolde politieke partijen.
Hoe levendig kunnen we ons nu, terwijl we op deze
tentoonstelling langs de lange tafels voortschuife-
len, voorstellen hoe eens een van Kuypers felste
bestrijders vol bewondering moest getuigen, dat
Kuyper een tegenstander was met tien hoofden en
honderd armen.
Kuypers pen was inderdaad tot élles in staat. Dat
wisten we al lang, maar hier zien we 't voor onze
oogen. Hij schreef de Encyclopaedie der Heilige
Godgeleerdheid en stelde het concept van het
Volkspetitionnement van 1878 op; aan hem heb
ben we 't magistrale werk De Gemeene Gratie te
danken, maar ook achtte hij 't niet beneden zijn
waardigheid de statuten voor de Vrije Universiteit
in elkaar te zetten.
ONZE gedachten dwalen telkens af hoe kan 't
ook anders? Deze tentoonstelling belicht van
den grooten leiaer schier alle facetten en telkens
vragen we ons verbaasd af, hoe 't mogelijk was, dat
al deze bergen van arbeid door één man werden
verzet.
De voorspelling van den hoofdonderwijzer van
Beesd werd letterlijk vervuld: de geestelijke zoon
van Pietje Baltus kwam aan 't hoofd te staan
van de Nederlandsche regeering.
't Is nu 1903: de groote spoorwegstaking, de „mis
dadige woeling" sloeg stuk tegen de massieve
Kuyperrots. En de Nederlandsche minister-presi
dent schrijft aan zijn dochter, die in het Zendings
hospitaal te Jogjakarta werkzaam is: „Mijn roe
ping is hoog, mijn taak is heerlijk, en boven mijn
bed hangt de Kruisiging, en als ik daarop zie is
het of de Heere mij eiken avond vraagt: Wat is
uw worsteling bij Mijn drinkbeker? Zijn dienst is
zoo verheffend en heerlijk".
EN nog eens zie ik het schilderij. Het hangt nog
op dezelfde kamer van het oude huis in de
Kanaalstraat.
't Is Maandagavond 8 November 1920.
Er is veel gebeurd en veel veranderd sinds
1903Toen Dr Kuyper weer ambteloos burger
geworden was, greep hij naar de reisstaf en trok
Om de Oude Wereldzee. Daar in de vitrine zag ik
een olijftak uit den Hof van Gethsemané, die Kuy
per meebracht uit het Heilige Land, en die hij
in een eerbiedig schrijven Koningin Wilhelm.na
als souvenir aanbood.
Deze tentoonstelling is vol van Kuypers roem.
'k Zag de kunstzinnige Doleantie-bijbel, hem door
vrienden vereerd; 'k zag zijn vele binnen- en bui-
tenlandsche onderscheidingen en geschenken, die
hij van vorstelijke personen ontving; de bul van
't eerc-doctoraat hem door de Universiteit te Prin
ceton aangeboden; T document van de Koninkl.
Vlaamsche Academie voor Taal en Letterkunde,
die hem tot buitenlandsch eerelid benoemde.
Maar de dood laat zich door niets tegenhouden,
ook niet door bewijzen van roem en eer, van liefde
en hoogachting.
Toen Dr Abraham Kuyper stierf, bleef voor hem
alleen over: Christus aan het kruis.
En wie ontroerde niet tot in de ziel, toen zijn
dochter ons van zijn sterven verhaalde: „Boven
het hoofdeinde van het bed hing een schilderij
voorstellende de kruisiging van onzen Heiland,
door Wiens vergoten bloed en gebroken lichaam
de dood ook voor mijn Vader mocht zijn een door
gang naar het eeuwige leven. Als in de schaduw
van dat kruis blies hij om zes uur den laaisien
adem uit. Het was als het inslapen van een moe
kind zoo zacht en vredig. Niemand had gemerkt,
wanneer precies het leven was gevloden en de
engelen Gods zijn ziel de zalen des eeuwigen
lichts hadden binnengedragen.
Ingeslapen. In Jezus ontslapen. Na den donkeren
nacht de eeuwige morgen. Na veel strijd een heer
lijke overwinning.
Want zooals mijn Vader het eens zelf toekende:
Alle aardsche triomftocht is slechts het verflauw
de beeld van de alles te boven gaande triomf van
hem die de poorten van het Nieuwe Jeruzalem
binnentrekt.
Verzadiging van vreugde, was nu ook voor hem,
bij Gods aangezicht".
J. SNOEP Jr