WESTER'S GOUDSIROOP De nieuwe kalenders AMSTEL HOTEL CONGRESSEN EN PARTIJEN N.V. CENTRALE SUIKER MAATSCHAPPIJ KUYPER-NUMMER van 3e Vijf Samenwerlcen3e Christelijke Dagbla3en DINSDAG a NOVEMBER ig37— BLZ. 45 zijn verschenen. Hebt U ze al besteld? Ie. De VOORHOEVE SCHEURKALENDER met het mooie kleurrijke schild en eiken dag een blaadje met tekst en kort verhaal, enz. 90 ct., 5 ex. a 80 ct. 2e. De twee bij den scheurkalender hoorende goedkoope boeken: „Trouw moet blijken" door W. Schippers; „De landknecht van graaf Bernhard" door K. Jonkheid, slechts 65 ct. per stuk, gebonden. 3e. De KALENDER „HET LICHT TEGE MOET" met platen en spreuken, samen 24 prachtige briefkaarten, 95 ct. 4e. D*e WEEKKALENDER, 35 ct. 5e. De DRIEBLADIGE MAANDKALEN- DER, bestaande uit 6 briefkaarten 45 ct. Verkrijgbaar in eiken goeden boekhandel en bij J.N.VOORHOEVE, DenHaag.Tel.il0961, giro 8222 AMSTERDAM ZALEN VOOR AMSTERDAM Fabrikant van ZUIVERE RIETSUIKERSTROOP HOOGSTE SUIKERGEHALTE 73-76 PCT HET IDEALE KINDERVOEDSEL OP DE BOTERHAM N.V. VAN LEER'S Vereeniqde Fabrieken Gebouw „ATLANTA", Stadhouderskade 6 AMSTERDAM Telef. 80111 (5 L.),Telegramadres: Valevefa Wö leverden o.a. de ankerketting voor: Hr Ms „DE RUYTER" diam. 64 mm „RIGEL" 36 „JAN VAN BRAKEL"32 „O XVI" 29 N V ANKER, en KETTINGFABRIEK Telefoon 69141 „SCHIEDAM" ^"^AjFkERDAM^ Visser in het Staatsblad is gebracht: Mackay, Lohman, Kuyper, Heemskerk. Maar wil men de i geheel cenige plaats, die Kuyper in den school strijd innam, verstaan, dan verdiepe men zich in de geschiedenis van het Volkspetitionnement Somber was in 1877 de toestand. Groen van Prinsterer overleed in 1876; Kuyper was toen om gezondheidsredenen in het buitenland, waar hij anderhalf jaar bleef. De Antirevolutionaire actie in het land scheen te verloopen. De bezieling ontbrak. De toeneming van het aantal Christelijke scholen liep terug. En juist toen kwam Kappcyne's Schoolwet-voor- stel allen wakker schudden. Een ongekende een dracht werd "feezien. Het Volkspetitionnement, als door een tooveyslag uit den grond gestampt, ver wierf meer dan 300.000 handteekeningen. Kuyper was de man, die#mede namens De Geer van Jutfaas en Lohman in de vergadering van Chr. Nat Schoolonderwijs van 2 Mei 1878 het voorstel deed om het petitionnement te organiseeren, die ihet smeekschrift tot den Koning opstelde, die de ziel van de actie was. Een grootschar episode dan de worsteling tegen de wet van Kappeyne heeft die strijd niet gekend. In hetzelfde jaar 1878 ^erd de stichting der .Vrije Universiteit ter hand genomen. Reeds se dert lang was stichting van een theologische school of zelfs van een Universiteit overwogen. Het is alsof de strijd tegen de wet Kappeyne den moed vernieuwd had, zoodat men het geloofsstuk, gelijk Kuyper het genoemd heeft, dorst bestaan. Met geringe geldmiddelen,, weinig hoogleeraren en nog minder studenten werd 20 October 1880 de Universiteit geopend met Kuypers rede o\er de Souvereiniteit in eigen kring. Hetgeen,onmo gelijk scheen is metterdaad gelukt: de Universi teit staat in budget, in aantal hoogleraren en in aantal studenten der verschillende faculteiten niet gelijk met openbare Universiteiten, maar zij is in die opzichten slechts enkele tientallen jaren bij deze ten achter. Een groote voldoening is het voor Kuyper geweest zelf de wet in het Staats blad te mogen brengen, die aan de Vrije Univer siteit de mogelijkheid van -verdere ontplooiing schonk, evenals hij voor het lager onderwijs als minister iets vermocht te verwezenlijken van dat, waarvoor hij zoo lang had gestreden. In dien schoolstrijd heeft Kuyper nationaal werk verricht. Ten dcele blijkt dit reeds hieruit, dat voor meer dan twee derden der schoolgaande kin- deren de ouders de bijzondere school verkiezen, j Maar er is meer. Een volksgroep, die een beginsel vertegenwoordigt, dat vormend op den Nederland- schen Staat heeft gewerkt, werd uit de volks instellingen, uit het openbare leven, uit de hoo- gere cultuur weggedrukt, wanneer zij zich niet voegde naar opvattingen, die nimmer de hare konden zijn. Aldus werd door de heerschende groep de eenheid van het Nederlandsche volk nagestreefd. Kuyper heeft daartegenover een hoogere opvatting van volkseenheid en van vrij heid geplaatst, een opvatting die tenslotte door Cort van der Linden tot grondslag van onze schoolwetgeving is gemaakt. Voor Kuyper was er nog een ander en hooger gezichtspunt. Het ging niet om formeele gelijk heid, maar om de gewichtigste materieele zaken. Het ging, kort gezegd, om de plaats van den i Bijbel in het Nederlandsche volksleven. De strijd voor het recht is schoon; maar nog schooner wordt hij waApeer het gaat om het recht God te dienen naar de inspraak van bet geweten. Verwonderlijk is het, dat Kuyper met allerlei werk overladen, ook buiten het terrein van den schoolstrijd zoo veel voor het onderwijs kon doen. Drie van zijn daden als Minister mogen hier ver meld worden. Zijn voorstel tot oprichting eencr Middelbaar Technische School is na zijn aftro den niet verder behandeld. Maar dit voorstel waarin Kuyper een zeer groot persoonlijk aandeej heeft gehad, heeft krachtig meegewerkt om de zoo hoog noodige Middelbaar Technische Scholen tenslotte te doen komen. Evenzoo is Kuypers herziening der Middelbaar Onderwijswet, ten doel hebbend het nijverheids onderwijs te regelen, niet in het Staatsblad ge komen. Later is de Nijverheidsonderwijswet tot stand gekomen, ten deele op de basis gelegd door de Ineenschakelingscommissie, die vrucht was van Kuypers initiatief. Kuyper is er wel in geslaagd de Polytechnische School tot Technische Hoogeschool te verheffen. Ook hier viel niet maar een rijpe vrucht van een boom, maar was Kuypers persoonlijk aandeel in de voorbereiding groot. Zijn gansch bijzondere uitstekende verdiensten te dezen aanzien gaven den Senaat der Technische Hoogeschool aanlei ding hem het eeredoctoraat der school te vcr- leenenk In ai dezen arbeid uitte zich niet alleen een reactie tegen het intellectualisme, dat het onder wijs te lang beheerschte en aan de ontwikkeling van het vakonderwijs in den weg stond, maar ook Kuypers breede, heel het nationale leven omvattende blik. Hij wilde niet aldus besloot spr. Bat het Nederlandsche volk in praktische kennis en vaardigheid bij andere volkeren zou achterstaan. Rede C. Smeenk De Voorzitter gaf vervolgens het woord aan den heer C. Smeenk, lid der Tweede Kamer, wiens taak het was het onderwerp „Kuyper en het sociale leven" te belichten. Men heeft ons aldus spreker in vroeger tijd meermalen van „Kuyper- vergoding" beschuldigd. Ten onrechte. Vergoding van een mensch ligt niet in de lijn van Calvinisten. Evenmin het oprichten van standbeelden. Wel wil len wij nu dankbaar ge denken hetgeen God de Heere ons in Kuyper heeft geschonken. Zijn arbeid is ook voor de Christelijk- sociale beweging van groo te beteekenis geweest. Kuyper, die voor de Schrift als het Woord Gods had leeren buigen, ging ook met de onderscheide ne sociale vragen naar die Schrift. Bij haar licht wilde hij de oplossing zoeken. Spr. herinnerde aan Kuypers optreden in de Ka mer, aan zijn leiding van het eerste Christelijk So ciaal Congres, aan verschillende van zijn geschrif ten, waarin èn voor sociale wetgeving èn voor bedrijfsorganisatie het pleit werd gevoerd. Zijn arbeid als Kamerlid en Minister verdient waardee ring. Maar van nog grooter waarde is zijn prin- cipieele voorlichting geweest. Met beslistheid koos Kuyper partij tegen het libe rale individualisme en de daaruit opgekomen, al thans nauw daarmede verbonden economische school. Omdat hij leefde bij de Schrift, verstond Kuyper, dat de groote sociale beweging van den nieuweren tijd recht had bij haar opkomen voor het gemeenschapsgevoel, voor het gemeenschaps recht en voor de organische natuur der maat schappij, tegenover het eenzijdig ontwikkeld indivi dualistisch type dat de Fransche Revolutie, met de bij haar passende economische school van het laissez faire, laissez aller op onze samenleving had gedrukt. Er was veel Kuyper loochende het niet in die moderne sociale beweging, dat den toets der Christelijke beginselen niet kon doorstaan. Maar „wordt de vraag opgeworpen, of onze menschelijke maatschappij een aggregaat van individuen, dan wel een organisch lichaam is", aan moet wel aldus Kuyper „al wie Christen is, zich aan de zijde der sociale beweging en tegenover het liberalisme plaatsen, naardien immers Gods Woord ons leert, hoe het al uit éénen bloede en in één Verbond voor God samengevat is. En niet minder wijl èn de solidariteit van onze schuld, en het mysterie der Verzoening op Gol gotha, als met zulk individualisme volstrekt on bestaanbaar, ons juist om strijd op het samen hangend geheel van ons menscheiijk samenleven wijzen". „Op individualistisch en atomistisch standpunt valt ons geheele Evangeliel Er is dan geen vleeschwording van het Woord, er is dan geen Hoofd der Gemeente, er is dan geen erfschuld en dus ook 'geen verzoening door het bloed des kruises. Een fatale loswoeling van alle Christelijke vastheid, die begon met de erfschuld en de soli daire schuld te loochenen, en toen de heerlijke leer der verbonden geloochend heeft. Juist daarom echter past het ons Christenen met zulk een be slistheid weer voor het organisch en dus sociaal karakter van ons menscheiijk leven op te komen". Kuyper heeft dat steeds gedaan. Vandaar zijn pleiten voor „bedrijfsorganisatie", voor „organisa tie van den arbeid". De centrale gedachte, die hier heel zijn optreden beheerschte, vindt men reeds ontwikkeld in Souvereiniteit in éigen kring. Eenerzijds kiest hij in deze rede, en ook elders telkens weer, positie tegen de individualis tische strooming, in zijn dagen nog zoo machtig, en anderzijds komt hij met kracht op tegen het centralistische streven, tegen het staatsabsolu- t i s m e, dat ook nu weer alle geestelijke en so ciale vrijheid bedreigt. Kuyper heeft niet altijd in precies gelijken geest over bedrijfsorganisatie geschreven. Maar aan de hoofdgedachte bleef hij steeds vasthouden. Zijn schema's kunnen gecritiseerd worden. Kuyper was- theoloog-staatsman, geen jurist, geen eco- nom. Maar door heel zijn zegenrijken arbeid heeft hij de geleidelijke verwezenlijking van zijn hoofd gedachte krachtig bevorderd. De Christelijk-sociale actie, de Christelijke vakbeweging in Nederland werkte steeds in Kuypers lijn. We kunnen dan ook zeggen: de bedrijfsorganisatie groeit! En mede door Kuypers arbeid heeft de sociale wet geving ten onzent dien groei niet belemmerd, maar veeleer bevorderd. Kuypers principieele voorlichting en leiding heeft onze Christelijke arbeiders sterk doen staan in hun strijd met de socialistische beweging, die het beginsel van den klassenstrijd predikte. Maar zij zijn nooit in anti-socialisme verloopen. Zij hebben aan hun eigen organisatie gebouwd, om hun positieve taak, in trouw aan de beleden be ginselen, te kunnen vervullen. Laat ons, zoo besloot spr., in Kuypers lijn blijven Het Tweede Kamerlid C. Smeenk cefere ert j>w „Kuyper en het sociale leven" voortarbeiden, ook al moet gerekend worden met de wisselende toestanden. Maar indien wij in Kuypers lijn gaan, in gebondenheid aan het Woord Gods, dan staan wij sterk ook in dezen tijd. Rede Prof. Dr. K. Dijk Nadat de organist nog een „Cantabile" van C Franck had doen hooren, werd de rij der rede voeringen afgesloten met die van Prof. Dr. EC, D ij k, die sprak over „Dr. Kuyper en de jeugd". Het laatste woord op dezen gedenkdag zal tot ons spreken over „Kuy per en de Jeugd" en ik ben dankbaar, dat wij deze gedachtenis met dit onderwerp mo gen besluiten. Wij gaan immers na dezen dag, waarop wij de heilige gelofte van trouw aan Kuypers er fenis als voor Gods aan gezicht vernieuwd heb ben, een nieuwe eeuw In, en in die periode zal het in den geestelij ken strijd sterker dan wïf'kunnen verwachte*, aankomen op de* jeugd van hedffn, die dan de wapenen uit de handen der ouderen heeft over genomen. Heeft voor d i e jeugd Kuyper nog eenige betee kenis en kunnen wij haar met recht oproepen om de wacht bij zijn erfenis te bewaren? Ik wil die vraag beantwoorden, zoo zeide spr. door u in enkele trekken te teekenen, wat Kuyper gedaan heeft voor de jeugd van zijn tijd, die nu, oud of ouder geworden, de rijke vruchten van zijn door God begenadigden levensarbeid j)lukken. Tot dien arbeid reken ik wat Kuyper als dienaar des Woords mocht zijn voor een breede schare van jonge menschen, die door zijn predikaties gegrepen en op zijn catechisaties onderwezen zijn tot de belijdenis van onzen Heere Jezus Christus. In dien arbeid zie ik zijn strijd voor de School met den Bijbel, waarin hij de vrijheid van het Christelijk onderwijs heeft bepleit, opoat, vooral in dien tijd van modernisme en liberalisme, het kind toch zou blijven geleid tot Jezus' Kruis. In dat werk voor de jeugd treedt heel sterk naar voren Kuypers verdienste op het terrein van het Hooger Onderwijs, en in de stichting van de Vrije Universiteit, zijn geloofsstuk, heeft hij voor dit jonge leven, dat daar wetenschappelijk en princi pieel gevormd moest worden, eeuwigheidsarbeid verricht. Tot dien arbeid mogen we ook rekenen, dat Kuy per door zijn woord en geschrift, door zijn defensie der Gereformeerde confessie en zijn offensief tegen alles, wat van deze belijdenis afweek, de jongeren onderwees en bezielde, hen inleidde in de schatten van het Calvinisme en tegelijk hen met geestdrift vervulde voor de handhaving van dit levensbegin sel, en hij, die een open oog had voor de nood zakelijkheid van een jong vendel, dat zijn sieraad vond in geestelijke kracht, heeft dat vendel om het oude vaandel vergaderd en tegelijk geoefend voor den strijd. En eindelijk, om niet meer te noemen, in Kuypers (Zie vervolg op bh, 47J VAX LEER'S IJZEREV VATEX

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 19