i
BRIEYEHdie)
SPREKËÏO
PIET VAN REEUWIJK
Het penningske
KUYPER-NUMMER van 'de Vijf Samenwerkende Ch'ristelijKe DagKladen DINSDAG 2 NOVEMBER 1937 BLZ 38
drag een nadere bestemming te geven, waartoe de
He ere hen met Zijn wijsheid bekrachtige.
Met deze overdracht eindigen de werkzaamheden
van het Y.U.-Plan-1937. Maar het laatste woord is
hiermede door onze vrouwen niet gesproken: zeer
velen hebben zich bereid verklaard tot doorsparen
in een nieuwe actie.
Deze overdracht geschiedt dan ook met de stille
bede, dat onze vrouwen van nu en van straks zich
zullen blijven geven aan de zaak der Vrije Univer-
Uiermede verklaarde spreekster het bedrag aan
Directeuren over te dragen. Daarbij was gevoegd
een kastje bevattende de handteekeningen der
spaarsters.
Ook een bedrag uit Indië
Het woord was nu aan mevr. L. B. W o 11 j e r
v. Schelven, die het door het Vrouwen-Comité
in Indië bijeengebrachte bedrag kwam aanbieden.
Zij sprak als volgt:
Het Comité voor het „5-jaren-plan" van de
Vrouwen in Indië heeft mij opgedragen, als
zijn vertegenwoordigster op dezen dag op te treden
en de in Indië verzamelde som aan de Directeu
ren van de Vrije Universiteit aan te bieden.
Eigenlijk heeft deze daad reeds in alle stilte plaats
gehad en is het geld langs de verborgen wegen van
het geldverkëer reeas vanuit Indië in Uw bezit
gekomen, maar om vandaag iets zichtbaars te kun
nen overhandigen, werden de namen van alle
medewerksters in een album geplakt, dat ver
vaardigd werd door de inheemsche werkers op het
Zendingskantoor te Solo. De kist om het te bewa
ren, werd bewerkt in het Klatensche. onder per
soonlijk toezicht van den regent van Klaten.
Als ik onze bijdrage niet meer dan een goede
vijf duizend gulden vergelijk met wat de vrou
wen in Hollang hebben bijeengebracht, dan past
mij wel zeer groote bescheidenheid.
Toen wij voor vijf jaar deze actie begonnen, had
den we gehoopt en er op gerekeno een veel grooter
aantal medewerksters te verkrijgen, maar het
werk in Indië heeft zijn eigenaardige moeilijk
heden.
Een heel groot deel van de Christen-vrouwen
woont op afgelegen plaatsen, zoodat er van per
soonlijk bezoek geen sprake kan zijn en gedrukte
circulaires, hoe welsprekend ook gesteld, worden
gemakkelijk op zijde gelegd en vergeten, terwijl de
aanmoediging van het voorbeeld van anderen
dan ontbreekt.
Ook viel in deze jaren de groote uittocht van ge-
pensionneerden, terwijl we door verlof naar het
Moederland menigeen uit het oog verloren, die
later bleek op een heel andere plek van den Ar
chipel weer te voorschijn te komen.
Tenslotte heeft misschien de stoffelijke nood van
de laatste jaren, zoowel als de behoeften van
kerk en zending in de onmiddellijke omgeving er
velen van teruggehouden haar gaven te offeren
voor een doel, dat schijnbaar zoo ver verwijderd
was. Schijnbaar want we weten in Incfië ook
wel, dat het Christelijk leven daar voor een groot
deel geleid wordt door menschen, die aan de Vrije
Universiteit hun opleiding ontvingen of haar in
vloed ondergingen en we hopen, dat ook in de
toekomst veel van haar oud-leerlingen den weg
naar Indië vinden zullen. En voorts weten we ook,
dat van den volledigen uitbouw met een genees
kundige en wis- en natuurkundige faculteit 'en
hierom toch gaat het juist bij deze gave ook
De familie Kuy-
per bij de her
denkingsplech
tigheid in de
Apollohal
Indië de zegenrijke gevolgen zou ondervinden, ook
als we nog niet eens denken aan het ideaal op
zich zelf.
Mogen we dus aannemen, dat zij, die spontaan
aan onzen oproep gehoor gaven, haar medewer
king toezegden en ten einde toe verleenden, dat
gedaan hebben uit wezenlijke liefde en belang
stelling voor de Vrije Universiteit. Dan behoef ik
hier toch niet beschaamd te staan, want alle gave,
die met het hart gegeven wordt, is waard om
aangenomen te worden. Mag ik Directeuren ver
zoeken om zóó de Indische bijdrage te aan
vaarden?
De Znid-Afrikaansche vrouwen
Mevrouw J. P o t g i e t e r01 i v i er hield hierna
namens de Zuid-Afrikaansche vrouwen de volgen
de toespraak:
Dit is my 'n vooreg om hier as verteenwoordig-
ster van die Suid-Afrikaanse Vroue wat die bc-
lange van die Vrije Universiteit op hulle harte
dra op te tree. Die welvaart van hierdie stigting
is vir ons 'n saak van die hart, nie alleen om die
stamverwantskap tussen ons nie maar nog meer
om die geestverwantskap. Ons as u nasate het oer
die algemeen genome onder Gods alwyse bestel
nog in kern Calvinisties gebly. Ons is nog „gebei
teld naar Calvinistisch patroon", om 'n uitdruk
king te gebruik van Sy Eksellensie Dr. Colijn, in
sy erewoord tot „Koers in die Krises".
Soos al dadelik opval uit die titel van hierdie pu-
blikasie van die Federasie van Calvinistiese Stu-
dente-verenigings belewe ons in Suid-Afrika egter
tye van krisis. Allerlei vreemde verskynsels tas die
wortel van die volksbestaan aan. Gepaard hiermee
gaan, Gode sy dank, 'n oplewing van die Calvi
nisme soos blyk daaruit dat daar geywer word
vir Christelik-Nasionale Onderwys, 'n Calvinisties
pers, en so meer. In hierdie stryd sien ons in me
nige opsig na u as diegene wat reeds verder voort-
geskry het op die weg wat deur Gods Woord belig
word, om raad, ook om wetenskaplike vorming.
Die geskiedenis lewer die bewys dat hulle wat die
saak van die Calvinisme ongemeene dienste in
Suid-Afrika bewys het, meestal studente aan die
Vrije Universiteit was. Al noem ons g'n ander
name nie, kan ons die van Prof. J. du Toit wat
onlangs deur u gehuldig is, nie verswyg nie. Dis
manne van sy slag wat menige jong Afrikaner
die weg aandui en hom vaderlik vermaan: „Ou
seun, dis die koers reguit oer die berge heen, op
die spoor wat die Voortrekkers se waens daar so
diep ingesny het". Dis hulle wat ons volk oer die
drempel heen help by ons nasiebewuswording, en
wat dien om te verhoed dat daar afgewyk word
van Gods Woord as rigsnoer vir leer, lewe en die
ontwikkeling van vaste, karaktervolle persoonlik-
hede.
Dit stem ons tot innige dankbaarheid dat ons
reeds een inrigting vir Hoer Onderwijs, op Gere
formeerde Grondslag het, hl. op Potchefstroom.
Die inrigting maak en dit met reg aan
spraak op geldelike bydraes van die Calviniste in
Suid-Afrika. Dit verklaar ten dele waarom die
donasie wat ons die eer het om aan te bied maar
gering is: ewenwel het ons rede om te vermoed
dat die belangstelling in die Vrije Universiteit in
dié opsig. in sonderheid as gevolg van die onver
moeide ywer van Mej. A C. van Oversteeg, sal
toeneem. Nog altijd was daar by 'n deel van ons
volk waardering vir die skitterende werk van
hierdie inrigting. As blyk hiervan kan dien 'n
sitaat uit 'n brief van enkele Afrikaanse studente
wat reeds in 1909 geskryf is. Mag ek dit aan u
voorlees:
„Ondergetekenden, die steeds bezig zyn, alle po
gingen aan te wenden om hun vrienden in Zuid-
Af rika te overtuigen, dat ofschoon de Rijks Uni
versiteiten alhier hun vrijstelling van het canöi-
daatsexamen en Princeton hun daarboven nog
geld toegeeft het toch voor hun toekomst enorm
veel beter is hun studie aan de Vrije Universiteit
te komen vervolgen", ens..
Ons twyfel daar nie aan nie dat gesien die ver
jonging van die Calvinisme in S. A., daar in die
onmiddellike toekoms.meer rekrute as in die ver-
lede sal toetree tot die geledere wat die vaandel-
Volgt U ons in gedachten eens naar het
prlvé-kantoor eener bekende onderne
ming. In den hoek van het kantoor staat een
kast met brievenmappen - vol met bijzon
dere brieven. Het zijn tevredenheidsbetui
gingen, waarop de onderneming trotsch is.
Met recht!
Er gaat bijna géén dag voorbij of nieuwe
dankbrieven gaan in de mappen. De onder
neming verkooptmeubelen. Neen, ze ver
koopt meer, véél meer. Zij verkoopt sfeer,
gezelligheid en woningkunst in haar besten
vorm. Zij schept voor U een interieur, dat
Uw hart steelt. Men maakt er "my home is
my castle" tot waarheid.
Het zijn vakmenschen in hart en nieren. Het
zijn woninginrichters capabel om te advi-
seeren. Het zijn menschen, die verder zien
dan den dag van morgen of overmorgen. Men
stelt er alles in het werk om U blijvend tot
vriend te houden.
Begrijpt U nu de reden, waarom zooveel
enthousiaste cliënten een tevredenheidsbe
tuiging sturen?
1SOO MODELKAMERS
Kipstraat ROTTERDAM Coolslngol
draer van die Vrije Universiteit volg. Dit kón nie
anders nie waar ons deur een gemeenskaplike
strewe en doel: Gods eer, bestel word.
Hierdie bydrae oerhandig ons in die vertroue, en
met die bede dat die Here Sy keurige seëninge mag
gebied oer hierdie Universiteit wat reeds sovcel
beteken het nie alleen vir die Calvinisme in Suid-
Afrika nie maar oer heel die wereld. Mag die
Abraham van Nederland deur hierdie stigting van
hom die vader van vele geesteskinders onder alle
nasies word zoo besloot mevr. PotgieterOlivier.
Dankwoord van Dr. Colijn
In zijn antwoord bracht Dr. C o 1 ij n allereerst
dank aan mevr. Verdam gn ook aan de dames
Woltjer en Potgieter. Mevr. Woltjer, zoo
zeide spr., was wel erg bescheiden door zich als
het ware te verontschuldigen, omdat men in In
dië weinig zou hebben gegeven. Spr. had echter
een rekensom gemaakt en er van uitgaande, dat
er in Nederland ongeveer 600 maal meer Gere
formeerden wonen dan in Indië, kwam de op
brengst van Indië toch heel aardig uit met die
van Nederland.
Tegen mevr. Potgieter zeide Spr.: gij draagt, een
beroemde naam, een naam die klinkt door heel
Zuid-Afrika. Wanneer een draagster van dien
naam op onze eeuwfeestvergadering verschijnt
en getuigen wil van de liefde, die ook in Zuid-
Afrika voor onze Vrije Universiteit leeft, dan
treft ons dat diep.
Zijn dank aan de vrouwen ten getale van 30.000
concentreerend in een woord van hulde aan
mevr. Verdam en haar naaste mede-arbeidsters
zeide Spr., dat in haar werk ook het verstand
had gesproken, maar toch in de allereerste plaats
het hart.
Spr. wilde er niet van uitgaan, dat de vrouwen
alleen, zonder eenige mannelijke hulp de actie
hadden gevoerd (vroolijkheid).
Zonder ieders aandeel op een goudschaaltje af te
Tegenover ons zal in den vroegen morgentrein, dii
door de zonnige landen schoof, een ZEEUW SCIt
echtpaar.
Twijfel scheen uitgesloten en het speciale spoor
kaartje leverde het bewijs, dat ze op weg waren
naar de Kuyper-herdenking, zoodat het gesprek
al spoedig kwam. op de groote dagen die ons
wachtten.
Hoe ze er zoo toe kwamen om die verre reis te
maken?... „Da kon 'k toch wel begriep'n
uldcr adcOn al die jaoren 'n BUSJEN 'ehad!"..*
Al die jaren een busje gehad!
In de stampvolle Apollohal sprak een paar uur,
later mevrouw Verdam, de stoere FRIEZIN, stoer
in haar uiterlijke verschijning als in haar woorden
en werken.
Het belangrijkste in haar rede?
De ruim drie ton, die „op tafelkwamen?
De dank aan de Ministersvrouwe, die zich niet
te hoog achtten om als wijlihoofd bij de inzameling
op te treden?
Neen... de herinnering aan de weduwe op de
Bloemgracht te Amsterdam, die van haar luttele
guldens inkomen per week als oud-catechisante
van Dr. Abraham Kuyper trouw telkens opnieuw
bracht „het dankoffer aan den Heer e voor wat llij
ons in dien man en in die Universiteit schonk".
O, wat heeft in deze stoffelijke Kuyper her denking
weer het „penningske der weduwe" en het dank
offer van de kleinen naar de wereld gesproken
Hoe ontroerend was de mededeeling van Prof
Waterink over de vrouw uit het volk, die twee
rijksdaalders van haar armoedje had gespaard om
na te komen de gelofte, dat ze „wat voor de V.Ut
zou „doen" als haar man weer werk had" en hoe
sprak evenzeer het erfenisje van honderd gulden
van „zuster N.N.", van •spaargeld overgehoudent
voor de Vrije Universiteit bewaard,
ZICHTBAAR was een der hoogtepunten op deze
„vrouwen-dag" het oogenblik toen een bloeiende
roos van Zuid-Afrika de dank van het stamper*
wante geslacht kwam brengen aan „die Abraham
van Nederland, die deur hierdie stigting van horn
die vader van vele geesteskinders onder alle nasies
'ONZICHTBAAR waren het de kleinen, de onaan*
zienlijken, die al die jaren „busjes hadden" ert
daardoor een schoone palmtak der eere legden op
Kuypers graf.
'Dat was het eenvoudige volk, dat dicht blijft leven
bij Kuypers GELOOF.
'Dat waren de vrouwen van het penningske.
Dr. Colijn tijdens de samenkomst in.
de Apollohal
wegen,, wenschte Spr. toch ook aan de heeren
Verdam en Grosheide dank te zeggen om
te constateeren, dat het heelemaal niet erg was
geweest als het woord van Genesis eens werd om
gedraaid en voor dit doel de man een hulpe was
tegenover de vrouw.
Nadat Spr. ook den heer Faber, den admini
strateur had dank gebracht, richtte hij zich tot
de 30.000 busjeshoudsters en alle gevers en geef
sters.
Meer dan drie ton werden in jaren van diepe
crisis in een kleine kring van personen bijeen
gebracht; in tijden van druk, die op ons volk
werden gelegd, grooter dan in eenig ander tijds
deel gedurende de laatste honderd jaar. Ook dat
mag in het oog worden gehouden als men het
resultaat beoordeelt. Ook de centen hebben tot
het bijeenbrengen van dit bedrag niet ontbroken.
Wordt ons hart dan niet ontroerd, wanneer we
daaraan denken? Wie waren het, die het geld
bijeenbrachten?
Vrouwen, die voor het grootste deel niet zelf met
de wetenschap in direct contact kwamen, maar
die de stofdoek weten te gebruiken, zoo noodig
ook een kachel wisten te poetsen en wellicht ook
de dweil hanteerden.
Wij mogen God danken, dat Hij ons die krachten
in dit volksdeel gaf. Zonder deze eenvoudige
menschen is het onmogelijk in Nederland een
Vrije Universiteit te stichten en in het leven te
houden.
Het is het geloof van het eenvoudige volk, dat
deze Universiteit draagt.
Dr. Colijn vervolgde, dat nu met den arbeid moest
worden voortgegaan: de vierde faculteit heeft
nog heel veel noodig en staat eerst aan het aller
eerste begin en de weg *tot de medische faculteit
loopt door de vierde faculteit heen.
De jaren die achter ons liggen, aldus Spr., heb
ben getoond, hoe het kan.
Spr. besloot met het citaat van den heer Iden-
burg, waarin de stichting van de Vrije als een
geloofsdaad werd geschetst en tot vernieuwden
offerzin werd opgewekt, welke woorden door de
vergadering staande werden aangehoord.
Het Vrouwencomité gedechargeerd
Na de toespraak van Dr. Colijn kwam de vraag
aan de orde op welke wijze het best décharge
kon worden verleend.
Op voorstel van den president garen de duizen
den aanwezige busjeshoudsters door het opsteken
der handen onder applaus aan het moderameni
.van het Vrouw-encomité de gewenschte décharge,
Huldiging presidente en secretaresse
Mevrouw Van Baren, uit Delft, vice-presi-
dente van het Vrouwencomité, huldigde hierna
namens het mpderamen de presidente, Mevroywi
V e r d a m—O k m a, van wie de gedachte van l)ct
,V.U.-plan was uitgegaan. Dank bracht Spr. haar
.voor de prettige leiding in de afgeloopen vijf ja
ren en zij overhandigde de presidente als blijk
van waardeering 'n zilveren V.U.-busje (applaus).
.Tot mej. Van Oversteeg, de secretaresso
zich richtende, vertolkte mevrouw Van Baren
aller groote bewondering voor haar arbeid, tér-
wijl zij de secretaresse een electrisch klokje als
souvenir aanbood (applaus).
Dank aan de solisten
De president richtte een woord van dank
tot het Hollandsch Vocaal Kwartet (de dames To
van der Sluys en Suze Luger met de heeren van
Tulder en Ravelli). Men zegt wel eens, dat Cal
vinisten geen kunst kunnen waardeeren, en in
derdaad er is kunst waarop dit van toepassing is.
Uw zang evenwel heeft ons zeer voldaan.
Toespraak Mr. S. de Vries Czn.
Hierna sprak Mr. S. de Vries Czn. als presi
dent-curator der Vrije Universiteit de vergadering
als volgt toe:
Wij, Gereformeerden,
hebben in de van de
Heilige Schrift ver
vreemde kringen geen
al te goeden naam om
onze opinie over de
plaats der vrouw in het
maatschappelijk leven.
Wij zijn er b. v. tegen,
dat zij plaats neemt in
de openbare colleges.
Wij geven niet toe aan
den eisch, dat man en
vrouw gelijke rechten
hebben op alle levens-
Wij houden nog vast aan de bepaling van ons
Burgerlijk Wetboek, dat de man het hoofd der
echtvereeniging is en beluisteren daarin een taal,
die bijna woordelijk uit de Heilige Schrift is over
genomen.
Dat alles heet geringschatting van de vrouw.
(Zie vervolg op blz. 40)
Kinderen bieden
de dames van
het Vrouwen-
Comité bloemen
aafli