DONDERDAG 28 OCTOBER 1937
TWEEDE BLAD PAG. 5
Terugblik op 50-jaar Zendingsarbeid
De Ministerpresident Di
ll. Colijn spreekt op de
Zendings-Conferentie
Gisteren was de laatste dag der 50-ste
Algemeene Nederlandsche Zendings-con-
ferentie. Deze dag is in hoofdzaak gewijd
aan besprekingen over de resultaten van
het zendingswerk gedurende de afgeloopen
vijftig jaren.
50 jaren zending in Nederland
De eerste spreker in de^ochtemteitting
was Ds. Joh. Rauws, de tegenwoordige
secretaris van het comité, met het onder
werp: „Vijftig jaren zending in Nederland".
Daartoe geeft spr. een overzicht van het
ontstaan en de ontwikkeling van het comi
té der Ned. Zendingsconferenties. De eer
ste conferentip werd gehouden op 22 Juni
1887; zij was belegd door het Centraal Co
mité Depok op instigatie van Ds P. van
Wijk. Uit deze conferentie werd de behoef
te geboren aan een permanent comité. Dit
moest echter worden saamgesteld door de
Zendingscorporaties Het comité kwam
voor de eerste maal samen op 28 October
1887 in de Pieterskerk te Leiden, waar Ds.
Cesars Segers, de vertegenwoordiger van
het Centraal Comité Depok, destijds pre
dikant was. Groot is de beteekenis geweest
van Ds. P. van Wijk, zooals sipr. nader
aangeeft. Ook vertelt hij enkele bijzonder
heden van de personen, die de eerste
gadering vormden. Van hen is alleen nog
in leven Prof. Dr. J. A. Cramer, destijds
theol. student vertegenwoordigende het
studentengezelschap Eltheto te Utrecht,
thans benoemd tot eerelid der Conferentie.
Een der oudste leden is de heer L. J. van
Wijk, die later voorzitter werd en nu eere
lid is.
Het Comité heeft nooit statuten of regle
menten geformuleerd. Daardoor is er nooit
ruzie of oneenigheid geweest. Als regel
gold: eenheid in het noodige, vrijheid in
het twijfelachtige, liefde in alles. Er is wei
nig mutatie onder de leidende personen ge
weest. Er zijn 6 voorzitters geweest en
slechts 2 secretarissen: Ds. van Wijk en
"tegenwoordige; verder 5 penningmeesters.
Belangrijker dan de conferenties was het
comité. Het heeft van 1887 af gedaan het
werk, dat thans de Ned. Zendings-Raad
doet. Na de Conferentie van Edinburg
kwam in 1902 de Commissie van Advies
op, later in 1929 overgegaan in den Zen-
dings Raad. Thans organiseert het comité
alleen de conferenties, die moeten aanslui
ten aan wat er in de zendingsbeweging
omgaat. Uit. het Comité is voortgekomen
de eenheidsbeweging in Nederland, de sa
menwerking in Indië. Alle belangrijke
dingen in de latere zendingsgeschiedenis
zijn tot besprekingen in het comité terug
te leiden: b.v. het Zendingscon©ulaat, de
Ned. Zend. School, tijdschrift enz. Alle be
langrijke kwesties zijn er besproken. Ten
slotte weppt spr. een blik op de toekomst.
Het comité wil vasthouden aan den reeds
genoemden stelregel: Eenheid in het noodi
ge; vrijheid in het twijfelachtige; liefde in
alles!
Ds. D. Crömmelin, zendingsdirector te
Oegstgeest, sprak hierna over:
50 jaar Zending in Ned. Oost-Indië
te uitbreiding, zoowel als door een veran
derde oriënteering. Het aantal Prot. Inh.
Christenen werd verzesvoudigd; vormden
zij in 1887 5/8 der bevolking, nu is dit
bijna 2y2 pCt.
De Medische Zending, die nu in 29 Hoofd
ziekenhuizen. 58 Hulpziekenhuizen en 186
poliklinieken werkt, ontstond als afzonder
lijke tak van Zendingsarbeid. Door Hol-
landsch-Inlandsche en Hollandsch-Chines-
sche scholen en door allerlei vormen van
Jeugdarbeid wordt het opkomende geslacht
bereikt. Colportage neemt een steeds groo-
ter plaats in. Aan opleiding van Inheem-
sche leiders op elk gebied wordt groote
aandacht besteed.
Daarnaast is de verhouding tusschen
Zending en Inheemsche bevolking gewij
zigd. De .houding van onderdanigheid, lij
delijk volgen van den Zendeling maakte
plaats voor meer zelfbewustheid en eigen
initiatief, waardoor een meer actief contact
tusschen Zendeling en Inheemschen moge
lijk werd. Vanzelf werd hierdoor de Zen
dingsmethode gewijzigd en werd daarin de
zelfstandige Inheemsche Kerk het doel
punt, waarnaar men zich, ging oriënteeren.
De uitwendig waarneembare oorzaken
van deze uitbreiding en ontwikkeling lig
-gen in het eerste decennium dezer eeuw.
De regeeringsperiode Van Heutsz verzeker
de overal rut=»t en orde en luidde tevens
een tijdperk van toenemende overheids
steun voor het particulier initiatief in,
waarvan de Zending voor ziekenhuizen c
scholen ruimschoots gebruik kon maken.
De ontwaking van het Oosten heeft zich
onder de Inheemsche Christenen geopen
baard op een wijz^, die aan de zelfuitbrei-
ding der gemeenten ten goede kwam, en
tevens getoond heeft dat het Evangelie de
eenige weg is om de rastegenstellingen te
overbruggen.
De verloopen halve eeuw overziende
moet de conclusie worden getrokken, dat
de taak der Zending belangrijk verzwaard
werd: de natuurlijke groei kan niet wor
den tegengehouden en de Inheemsche Kerk
blijft krachtigen geestelijken en mate-
rieelen steun van haar oudere Zuster in
het Westen vragen. Maar ook ligt in het
geen wij waarnamen een aanmoediging om
den arbeid voort te zetten, waar zoo duide
lijk blijkt, dat die niet tevergeefsch is en de
Inlandsohe Christenheid steeds beter gaat
beseffen welk aandeel zij heeft in de taak,
die op de gemeente van Christus in deze
wereld rust.
Rede Dr. H. Colijn
In de middagzitting was Z. Exc. Dr. H.
C o 1 ij n aanwezig.
De voorzitter. Baron v. Boetzelaer
v. Dubbeldam, heeft den Minister-pre
sident hartelijk verwelkomd.
De Conferentie, aldus spr.. stelt het op
•hoogen prijs, dat U ln Uw zoo bezetten tijd
gelegenheid hebt kunnen vinden om hier
aanwezig te zijn (applaus).
Dr C o 1 ij n zeide in antwoord hierop,
dat Z. Exc. hier gekomen "was om van zijn
belangstelling in het werk der zending
blijk te geven en zulks niet alleen persoon
lijk, maar ook als leider van het kabinet.
Diep is de Regeering overtuigd van
het groote belang van den arbeid der
zending in onze overzeesche bezittin
gen. Zendingsarbeid is geen regeerings-
arbeid. De Overheid mist het orgaan
om zelf het Evangelie te verkondigen
aan de volken, die het nog niet kennen.
Toch staat de Regeering niet onver
De minister.president dr H. Colijn woonde gisteren de middagvergadering van de
50ste Alg. Ned. Zendingsconferentie in de aula van het Koloniaal Instituut bij.
V.l.n.r. ds. Joh. Rauwsdr H. Colijn, dr C. W. Th. Baron van Boetzelaer van
Dubbeldam en prof. dr. J. A. Cramer.
schillig tegenover dien arbeid, want zij
is de Overheid eener Christelijke nar
tie. En het is daarom dat de Neder
landsche Regeering met zoo groote en
diepe belangstelling hot zendingswerk
gadeslaat. Daarvan getuigenis af te
leggen is de strekking van hetgeen spr.
hier namens de Regeering heeft te zeg
gen.
Persoonlijk wilde spr. hier aan toe-
voege^ dat het hem zoo treft hoe de
Protestantsche Christenheid in deze
Zendingsconferentie haar eenheid heeft
gevonden. Bij alle gebrokenheid en ge
spletenheid zijn deze conferenties een
lichtbaken in veel duisternis en ook
een baken der hoop, dat het nog een
maal zoover moge komen, dat de Pro
testantsche Christenheid als een geslo
ten eenheid zal optreden voor de eere
van onzen God en van Jezus Christus-
De voorzitter betuigde den Minister
de warme instemming der Conferentie met
diens woorden, want 50 jaar lang is de
Zendingsconferentie reeds werkzaam om
het Evangelie uit te dragen in de geheele
wereld en bijzonder in Oost- en West-Indië.
Voor betere samenwerking der verschillen
de zendings-groepen heeft de Conferentie
ontzaglijk veel tot stand gebracht. De
Nederlandsche Zendingsraad zou niet ver
wezenlijkt zijn geweest, indien deze Con
ferenties niet waren voorafgegaan.
Spr. verheugde er zich in, dat in
deze vergadering aanwezig zijn verte
genwoordigers der R. K. missie. Afge
vaardigden van de Protestantsche Zen
ding worden nu ook van Roomsche zij
de uitgenoodigd. Hierin ziet spr. de
Hoop op een betere toekomst, waarin
alle verschillen niet zullen zijn wegge
nomen maar wel op meer Christelijke
wijze kunnen worden beslecht, o.m
door een werkverdeeling (applaus).
25 jaren Zending In Suriname
Zendeling L e gè n e van de Broederge
meente, thans voorzitter-secretaris van het
Zeister Zendinggenootschap dezer ge
meente, gaf nu een overzicht van het Zen
dingswerk in Siiriname. dat aan de Broe
dergemeente, zette spr. uiteen, reeds zoo
vele offers heeft gekost.
Het Surinaamsche volk vooral vroeger le
vende in groote en bittere armoede, leeft niet
temin met Nederland mee. Deze diepe armoe
de was oorzaak, dat de bevolking in den
aanvang niets kon bijdragen in het Zen-
dingswrk. In de laatste jaren is hierin
wel eenige verandering gekomen want
jaarlijks brengt de Surinaamsche ge
meente f 50 000.— op.
Een uitgebreide staf van zendelingen ar
beidt onder de bevolking. De Broederge
meente verzorgt nu 33.000 Christenen, w.o.
28.000 Creolen, waarvan 20.000 tot de arm-
sten behooren. Verder arbeidt zij onder
Boschnegers, Javanen en Chneezen, terwijl
zij zich over melaatschen heeft ontfermd.
De zendingsscholen worden door 7500 leer
lingen bezocht.
Van onderscheidene gouverneurs heeft
de Broedergemeente op de meest sympa
thieke wijze medewerking ondervonden.
Het gouvernement verleent subsidie voor,
den eeredienst en neemt de kosten der zen
dingsscholen grootendeels voor zijn reke
ning.
De begrooting der Broedergemeente in
Suriname bedraagt f -100.000,— per jaar.
Spr. besluit met een opwekking om haar
arbeid in West-Indië krachtig te steunen.
Prof. Dr. J. A. Cramer sprak een slot
woord.
GEMENGD NIEUWS
BOERDERIJ AFGEBRAND
Gistermiddag ontstond brand in de boer
derij van den heer W. Smeenk te H a a r 1 e
(gemeente Hellendoorn). De vlammen von
den gretig voedsel in hooi, stroo en in het
rieten dak. De brandweer, die spoedig ter
plaatse was. kon wegens gebrek aan water,
niets doen. In een minimum van tiid was de
geheele boerderij tot den grond toe afge
brand. Het huisraad ging grootendeels ver
loren. terwijl het vee ternauwernood kon
worden gered. De oorzaak van den brand is
onbekend. Verzekering dekt de schade.
KENT U
al HYGIDENT
de nieuwe, zelfwerkende. Kunst
gebit-reiniger? Maakt ZÓNDER
BORSTELEN Uw plaat en gebit
weer als nieuw en verwijdert
alle vlekken. Prijs normale fla
con 45 ets., extra groote flacon
85 ets. Koop nog heden HY
GIDENT bij Uw Apoth. of Drog.
Het Studentencorps der Theologische Sc hooi te Kampen hield Dinsdagavond zijn
jaarlijksche bijeenkomst, waarin de nieuwe studenten als corpslid werden aangenomen
INVAL IN EEN SPEELHOL
Haagsche politie arresteert
acht mannen
's GRAVENHAGE, 28 October. Weder-
om heeft de Haagsche politie met succes
een inval gedaan in een perceel, waar
van zij vermoedde, dat er reeds sinds
eenigen tijd gelegenheid werd gegeven
tot hazardspel, aan welk verderfelijk spel
ook steuntrekkenden zouden deelnemen.
Het speelhol, gevestigd in een bovenhuis
in de Jacobastraat, was reeds geruimen tijd
in de gaten gehouden en gistermiddag on
geveer 5 uur achtte de politie het oogenblik
gekomen een inval te doen.
Twee inspecteurs, een brigadier en acht
rechercheurs reden in een aantal auto's op
genoemd tijdstip voor de deur van het bo
venhuis. Aan hun sommatie de deur te ope
nen werd niet onmiddellijk gevolg gegeven,
waarop de politiemannen de deur forceerden
door het raampje stuk te slaan om vervol
gens het slot aan den binnenkant open te
maken.
In de gang en in de voorkamer troffen zij
acht mannen aan. Een van hen trachtte nog
te ontkomen, doch toen hij uit het raam aan
de voorzijde van het huis wilde springen,
zag hij, dat ook op de straat een aantal re
chercheurs had postgevat, waarop hij op zijn
voornemen terugkwam en rustig in de ka
mer terugging.
In een kast en in de zakken van de man
nen vond de politie een groot aantal speel
kaarten. Blijkbaar was het gezelschap door
de komst van de politiemannen, dermate
verrast, dat men in zijn verbouwereerdheid
geen tijd had gevonden de speelkaarten te
doèn verdwijnen.
De acht in Den Haag woonachtige man
nen, de 41-jarige koopman J. D. S., de 29-
jarige schilder S. W. N., de 39-jarige chauf
feur J. L. N., de 25-jarige electricien J. J. M.
L., de 31-jarige koopman J. S., de 37-jarige
los-werkman H. C., de 42-jarige schilder J
H. R. en de 48-jarige schoorsteenveger D. J.
F. H. een aantal van hen zijn steuntrek
kenden werden met een arrestatiewagen
maar het hoofdbureau van politie gebracht
en later na verhoord te zijn weer vrij
gelaten.
Tijdens den inval was de hoofdbewoner
van het perceel afwezig. In den loop van
den avond heeft hij zich echter op het poli
tiebureau gemeld. Nadat hem een verhoor
was afgenomen, is hij naar huis gegaan.
Militair vliegveld bij Bergen
Protesten van de burgerij
Naar wij vernemen is door meer dan 1700
bewoners en badgasten van Bergen af
komstig uit het geheele land en uit alle
kringen der burgerij een petitie aan den mi
nister van defensie gezonden met verzoek
om het militair vliegveld, dat op slechts 1
K.M. van den buitensten woonrand van Ber
gen is geprojecteerd, nog elders te vestigen.
Adressanten, die de noodzakelijkheid eener
krachtige defensie volkomen inzien, doch
het rustige en zeldzame mooie stukje na
tuur liefhebben, achten het onbegrijpelijk
dat elders geen geschikt terrein meer te vin
den is en wijzen o.a. op den Vennenwaters-
polder, of den Sammenpolder bij Egmond.
die uit dezelfde grondsoort bestaan als de
Bergermeer en niet beneden A.P. zijn ge-
Voorts werd spontaan een bedrag van
i 5000 ten behoeve der defensie toegezegd,
indien het mocht lukken alsnog elders een
geschikt terrein te vinden.
KNAAPJE DOOR VRACHTAUTO GEDOOD.
In den namiddag is gisteren het zeven
jarig zoontje van de familie Smit op den
weg naar Oottnarsum door een vracht
auto van den expediteur Kienhuis uit Dene
kamp gegrepen ^n op slag gedood.
Den chauffeur treft geen schuld, daar het
kind plotseling den weg is overgestoken.
Laffe overval
Od de eerste verdieping van een perceel
in de Ruysdaelstraat te Amsterdam is
gisteren een man betrapt door een 65-jarige
dame, die daar alleen woont, toen hij meen-
ongestoord den boel te kunnen omhalen
od zoek naar een en ander van zijn ga
ding.
Bij haar thuiskomst bemerkte de dame
vreemd bezoek in haar kamer, die reeds ge
heel overhoop gehaald was.
De man, die zich in zijn werk gestoord
zag, gaf de weerlooze vrouw nog een paar
klappen met een hard voorwerp op het
hoofd voordat hij de beenen nam.
De vrouw kreeg een hoofdwonde en liet
zich eerst door een in de buurt wonenden
medicus verbinden, daarna stelde zij de po
litie van het geval in kennis, die thans een
nader onderzoek instelt.
INBRAKEN TE OOSTZAAN
Gisternacht is ingebroken in de dezer da
gen opnieuw in gebruik genomen, openbare
lagere school aan het Noordeinde te O o s t-
z aan.
Aangezien deze week een begin was ge
maakt met de inning van 't schoolgeld door
het onderwijzend personeel, verwachtten de
inbrekers blijkbaar, dat deze gelden in
school zouden zijn. Slechts een gerins be
drag aan spaargelden vaD do schoolbiblio
theek werd gevonden en medegenomen.
Tevens is gepoogd in te breken bij een
rijwielhersteller. Toen de dieven onraad
hoorden, zijn zij echter op de vlucht geslagen.
De politie stelt een uitgebreid onderzoek in.
Men heeft drie mannen zien vluchten, zoo
dat het vermoeden voor de hand ligt. dat
drie personen bij deze inbraken zijn betrok-
PLEZIERRIJDERS AANGEHOUDEN
De vorige week werd uit een garage in de
Noordersiationstraat te G r o n i n g e n, tot
twee maal i'oe een auto weggehaald en later
weer terug gebracht, zonder dat de politie
kon nagaan wie de daders waren.
Gisteren werd wederom uit deze garage
een auto weggehaald. De monteur van
garage zag eenigen lijd later drie jongens,
die den wagen in een zijstraat clicht bij i'
garage neerzetten, op de fiets wegrijden.
Het mocht de inmiddels gewaarschuwde
recherche gelukken de drie jongens te arres
teeren. Zij zijn de 16-jarige H. Z., leerling-
monteur te Groningen, die reeds een voor
waardelijke straf had opgeloopen en H. J. E.
en J. N.. beiden 14 jaar oud en eveneens ui*
Groningen.
De twee veertienjarigen zijn, na verhoor,
aan de ouders teruggegeven. De 16-jarige H
Z., die als hoofddader wordt beschouwd, is
ter beschikking van den officier van justitie
gesteld.
WETENSCHAP
HET VRAAGSTUK DER
VLAAMSCHE ACADEMIËN
Het plan van minister Hoste stuit op
ernstig verzet
Tn een te Gent gehouden vergadering
he alt de Vereeniging voor Wetenschap het
vraagstuk van de oprichting van Vlaamsche
Academiën besproken. De vergadering, die
door afgevaardigden van vrijwel alle Vlaam
sche w etensch appel ij ke vereenigingen en
congressen, alsmede door vooraanstaande
hoogleeraren, doktoren en ingenieurs werd
bijgewoond, nam met algemeene stemmen
motie aan, waarin geprotesteerd wordt tegen
de handelwijze van het Ministerie van On
derwijs, dat thans, bij louter Vlaamsche aan-
Levensverzekering-Maatschappij
CONFIDENTIA NV.
Catharijnesingel 48 UTRECHT
KAPITAAL- en VOLKSVERZEKERING
LIJFRENTEN
Aotleve Vertegenwoordigers gevraagd.
De Kinderen van
Prinses Juliana
Welken naam zij zullen drageit
I
EEN KONINKLIJK BESLUIT
DE STAATSCOURANT van gis
teravond bevat het volgende
Koninklijk Besluit:
(Staatsblad no. 5) Besluit van den
26sten Oct. 1937,
betreffende den
naam, te dragen
door de kinde
ren van H.K.H.
Prinses Juliana,
Wij", Wilhelmina, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.,
gezien Ons Besluit van 8 Januari
1937, no. 5, luidende als volgt:
Wij. Wilhelmina, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.,
verlangende, dat de naam van het
geslacht, waaruit Wij zijn gesproten
en waaraan voor ons en voor het
Nederlandsche volk zoo dierbare her
inneringen zijn verbonden, ook voor
de kinderen van Onze beminde
Dochter behouden zal blijven, er
overwegende, dat in dit verlangen
door Onze Dochter en Haren Gemaal
wordt
op de voordracht van Onzen Minister
van Justitie van den 4den Januari
1937, kabinet no. 487, h„
hebben goed gevonden en verstaan:
toe te stemmen, dat de naam
„Oraflje-Nassau" zal worden ge
dragen door alle kinderen van
Onze beminde Dochter, met en
benevens den naam, welken zij
aan het geslacht van hunnen
vader ontleenen, met dien ver
stande, dat aan laatstbedoelden
naam zal voorafgaan de naam
„Oranje-Nassau", zoodat genoem
de kinderen, onverminderd den
titel van Prins of Prinses der
Nederlanden en de hun verder
toekojnende titels, zullep worden
genoemd „Prins (Prinses) van
Oranje-Nassau, Prins (Prinses)
van Lippe-Biesterfeld".
Onze Minister van Justitie is belast
met de uitvoering van dit besluit,
dat op een nader te bepalen dag in
het Staatsblad en in de Staatscou
rant zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 8 Jan. 1937.
WILHELMINA.
De Minister van Justitie,
VAN SCHAIK.
Op de voordracht van onzen Minister
van Justitie, van den lsten October
1937, Kabinet no, 416, d.
hebben goedgevonden en verstaan:
Als dag, waarop bovenstaand besluit
in het Staatsblad en in de Staats
courant zal worden geplaatst, aan te
wijzen den dag, volgende op dien der
dagteekening van dit besluit.
Onze Minister van Justitie is belast
met de uitvoering van dit besluit,
dat in het Staatsblad en in de Staats
courant zal worden geplaatst.
Het Loo, den 26sten October 1937.
WILHELMINA.
gelegenheden, het advies inwint van acade
miën, die openlijk strijd hebben gevoerd
tegen elke verviaamsching van het Hooger
Onderwijs en elke inrichting van Vlaamsche
academiën.
In de motie wordt dan vastgesteld, dat het
advies van de eenige Vlaamsche academie,
waaruit de kernen van de nieuwe Vlaamsche
academiën zouden moeten worden genomen,
in het geheel niet werd gevraagd, en ver
klaard, dat de Ver. voor Wetenschap onwrik
baar vasthoudt aan het standpunt van de vol
ledige zelfstandigheid van de nieuwe Vlaam
sche academiën, dat van den aanvang af
werd ingenomen door de gemengde commis
sie van de Vlaamsche Academie en Vereeni
ging voor Wetenschap.
Tenslotte wordt in de motie met klem ge
protesteerd tegen elke poging om Vlaamsche
academiën op te richten door het- splitsen van
de bestaande Franschtalige academiën.
DE MALENBURG
door K. LANTERMANS
(6
De grootvader van dezen meneer, heeft Paul eens van den
ouden Pieterman gehoord, dat moet zoo'n best en braaf
mensch geweest zijn. Toen die ziek was, hebben ze er zelfs
voor gebeden in de kerk. De dominee hardop natuurlijk.
Maar alle menschen zachtjes meegebeden, zei Pieterman. En
toen hij begraven werd en er een dienst in de kerk gehouden
werd, waar Pieterman zelf bij geweest is, toen heeft de domi
nee gebeden, of de Heere zijn armen behoudend wilde uit
breiden in de toekomst over de Malenburg in gedachtenis aan
het weldadige leven van dien afgestorvene.
„En dat gebed is verhoord en wordt verhoord", zei Pieter
man er achter aan, alsof hij bang was, dat het niet gebeuren
zou, of dat er iemand was, die het niet hoopte.
Daarom heeft Paul die avond zelf gebeden, of dat gebed
van dien ouden dominee toch verhoord mocht worden. Want
als de Malenburg eens viel, wat zou er dan nog voor moois
in de wereld zijn? Wat zou hem overblijven, als vader viel?
Ja, de Waal. Maar daar is het heel anders mee. Die zegt:
maak, dat je wegkomt, of anders sleur ik je mee. Voor de
Waal heb je respect, omdat je bang voor het ding bent. Dat
is net zoo'n ding als die groote buldog van meneer, die zulke
leelijke gezichten tegen je trekt. Ja, de Waal lijkt veel op
meneer zelf. En Het Huis dan? Het Huis, de Malenburg, dat
isdat is het gezicht van den dominee: dat lacht ook
altijd tegen je. O, hoe graag zou hij, net als Willem van den
dominee een keer deed, den dominee eens over de wang strij
ken. En zou het Paul wel ooit vergund zijn, eens tot het Huis
te naderen? Zou hij nog eens één keer van zijn leven op de
stoep mogen staan en dan naar de dijk kijken, net als Alva
gedaan moet hebben, toen hij hier in dit Huis, zooals verteld
wordt, overnachtte, toen hij optrok naar het Noorden, om de
slag bij Jemmingen te slaan. O, één keer met de vlakke hand
te mogen strijken over de ruwe steenen van de muur naast de
stoep, zoodat je handen er zeer van deden.
„Paul", zei vader, „de bruiloft van de juffrouw zal toch hier
plaats hebben, dat wil zeggen: de trouwerij in de kerk. maar
dan gaan allen naar Nijmegen. Het is nu beslist zei me de
dominee. Nu moet er in de kerk een looper liggen van vóór
de preekstoel heel de gang door tot buiten de kerk aan het
rijtuig. Neem je kruiwagentje, ga naar het Huis, bel aan de
poort, en als die open gaat, loop je door naar de deur en vraagt
om de looper. Maar beleefd, meer dan beleefd".
Het hart bonsde den veertienjarige tot boven in de keel.
Zijn Zondagsche pakje aan, duwde hij zijn kruiwagentje
voor zich uit tot aan de poort en belde. Het was de tweede
keer van zijn leven, dat hij op deze plek stond. Zelfs in de
donkere avond, als hij naar de dijk sloop, en vandaar naar de
verlichte ramen keek, vol bewondering, alsof hij Alva voor de
ramen zou zien, had hij het nooit gewaagd om naar het hek
toe te gaan: het was hem en vader samen immers verboden.
Daar ging het ijzeren hek een heel klein eindje open. Hij
duwde het verder, ging er door, het hek viel achter hem weer
in het slot. Hij had nu het gevoel kunnen hebben, dat hij in
de gevangenis zat. Maar geen denken aan. De zon zakte daar
naar Beneden toe naar de horizon en verlichtte de voorgevel
van de Malenburg. In eens, terwijl hij daar heel langzaam
voortkruide, om lang te genieten, als een jongen met een
lekkere boterham doet, moest hij aan Mozes denken. „Gewijde
grond". Als hij zich niet geschaamd had en gevreesd, dat
iemand het zien kon, hij zou zijn schoenen uitgetrokken heb
ben, en zou op zijn kousen over het fijne grind zijn gaan
loopen.
Zoo langzaam mogelijk duwde hij het karretje voor zich
uit, ging rechts om de vijver heen, liep naar de stoep, terwijl
hij al zijn vrijmoedigheid samenpakte om de heele gevel te
bekijken, die door de avondzon hel verlicht werd. Nu zag hij.
dat onder aan de muren heel groote steenen zaten: die eene,
die zoo'n beetje naar voren stak, had Alva misschien ook
gezien.
Daar keek hij op naar een bovenraam: een menschengezicht
verscheen. Het bloed schoot hem van schaamte naar het
hoofd, dat hij het gewaagd had zoo maar brutaal naar een
raam te kijken. Daar was hij bij de stoep, zette het wagentje
neer, ging de stoep op om weer te bellen. Bij de laatste treden
kon hij al door de glazen deur in de gang kijken. Daar ging
de deur vanzelf open en een officier met een lange sabel stond
in de deur.
„Zoo vent, kom jij hier een boodschap doen? Wou je met
me uit rijden gaan op die kruiwagen, nu je ziet, dat ik uit
wil?"
„Complement van vader, of ik de looper kan krijgen,
meneer".
Beleefder kon het niet: de pet bleef hangen in de hand.
„En wie is vader?"
„De koster, meneer".
„Maar dan moet ik je toch eerst zeggen, dat ik geen
meneer ben. Ik ben een soldaat. Je moet korporaal tegen me
zeggen. Zul je dat onthouden?"
„Ja meneer de korporaal".
De soldaat schoot in de lach, maar zei dadelijk:
„Hoe oud ben je?"
„Veertien jaar, meneer de officier".
„O, dat dacht ik ook. Een jongen van veertien jaar kan
toch wel het verschil zien tusschen een korporaal en een offi
cier! Dat weet je toch al. Maar waarom krijg je telkens zoo'n
kleur? Heb je kwaad gedaan? Schaam je!"
Nu, dat deed Paul al genoeg.
„Waarom kijk je voortdurend langs me heen de vestibule
in? Ben je bang voor de hond?"
„Nee meneer de officier".
En toch bleef hij de gang in kijken, en vergat haast, dat hij
daar tegenover iemand stond. Die officier keek toen heel
scherp naar den jongen en zei, heel niet meer zoo gemaakt-
barsch als al dat andere daarvoor:
„Nou moet jij mij eens zeggen, waarom je naar binnen
kijkt. Zou je wat willen stelen?"
„Nee meneer de officier".
„Wees dan eens eerlijk en zeg het me".
„Het is zoo mooi, meneer de officier".
„Zou je hier graag willen wonen?"
Paul knikte, maar met een hoog roode kleur.
„Ik niet, jongen. Ik woon nog liever in een kazerne: het
lijkt wel een vesting. Kom eens hier".
Hij pakte Paul bij de arm, txok hem mee, de vestibule in,
liep er dwars door tot aan de achterkant voor de open deuren,
wees op de boomgaard er naast en vroeg:
„Heb jij uit die boomgaard wel eens appels geratst?"
„Nee meneer".
„Daar moest jij je voor schamen, want dan ben je geen
echte jongen. Ziezoo, nou ben jij ook een keer in de Malen
burg geweest, want daar was het toch om te doen, geloof ik".
Wordt vervolgd