D. A. HOOGENDIJK Co.
OUDE
SCHILDERIJEN
Dr Kuyper en Amsterdam
KUYPER-NUMMER van 3e Vijf SamenwerKeruJe Cfiristelijlie DagblaHen
29 OCTOBER 1937 BLZ. 32
KEIZERSGRACHT 640
AMSTERDAM
J. C. VERSPRONCK
1597—1662
(Leerling van Frans Hals)
De beste jaren in de Hoofdstad doorgebracht
DE jaren, die Dr. Kuyper te Amsterdam heeft
doorgebracht, behooren ongetwijfeld tot de
beste zijns levens. Van Augustus 1870 tot ongeveer
dezelfde maand in 1901 heeft hij, behoudens vijf
jaren afwezigheid, te Amsterdam gewoond, en
deze 25 jaren zijn van grondleggen-de beteekenis
gebleken. De aanvangen van Kuypers grootsche
en machtige werkzaamheid ten dienste van de
hoogste goederen van land en volk moeten worden
gezocht in de Amsterdamsche jaren.
Toen Dr. Kuyper als jeugdig prediker 10 Augustus
1870 den kansel van de Nieuwe Kerk betrad, be-
teekende dit het begin eener nieuwe periode in
het geestelijk leven der hoofdstad. Aanvankelijk
met eenige terughoudendheid had de Geref. rich
ting in de Ned. Herv. Kerk den begaafden nieu
weling aangezien. Deze gereserveerde houding
werd spoedig opgegeven om te veranderen in har
telijke sympathie, toen men het Schriftuurlijke,
overtuigende woord van den weisprekenden kan-
selredenaar beluisterde. Een geheel nieuw program
was het, dat hij ontvouwde. Zulk een geluid had
men in die dagen nog niet vernomen.
Volkomen naar waarheid heeft Keuchenius later
van Kuyper getuigd: „Overal waar hij den kansel
'Mr 1. da Cosla,
die in 1851 de A.B. Kiesvereeniging
te Amsterdam oprichtte.
beklom, verdrong zich eene aanzienlijke pienigte
om het woord der waarheid van zijn lippen te
ontvangen".
Dr. Kuyper en het volk.
Dat was. „het volk achter de kiezers", door de
libe-ale overheerschers onmondig gehouden. Voor
(leze grootendeels geringen in men schel ij ke schat
ting, de Jcleine luyden", de Bijltjes van „de
eilanden"! de genyoudigen uit do Jordaan, dö b.©<
door
H. R. Zijlstra
woners van de Wetering-buurt en andere onaan
zienlijke wijken van de hoofdstad, was een nieu
we wereld opengegaan. Van het „gezelschap"
waren zij weer naar de groote, lang gemeden
stadskerken opgegaan, omdat het Woord daar
weer recht gesneden werd.
In de politieke organisatie ontbraken deze volks
groepen echter nagenoeg geheel. De .belachelijk
hooge financieele.eischen van den'wetgever be
perkte het kiesrecht tot de goed gesitueerden. De
breede volksmassa bleef er buiten.
Zoodra dit „volk achter de kiezers" echter gele
genheid ontving om zich uit te spreken over den
gang van zaken, trad het te voorschijn. In de eerste
plaats door te lezen wat Dr. Kuyper sedert 1 April
1872 in „De Standaard" schreef, vervolgens in het
zelfde jaar door deel te nemen aan de door hem
geleide actie van het anti-Schoolwetverbond en
door te teekenen op de protestlijstcn tegen den
vaccinedwang. Plaatsten in het najaar van 1872
op deze lijsten 4047 personen hun handteekening,
in 1878 namen ongeveer 33000 antirevolutionairen
deel aan het Volkspetïtionnemcnt. Bij een tus-
schentijdsche Kamerverkiezing werden evenwel
slechts 144 stemmen uitgebracht. Een sprekend
bewijs van de achteruitzetting der A.R. volks
groep.
Politiek onmondigen en Kuypers invloed
In de A.-R. kiesvereeniging „Nederland en Oranje"
te Amsterdam ondervond men van het liberale
exclusivisme dan ook den terugslag Lange jaren
vormde de georganiseerde partij in de hoofdstad
een kleine groep. Opgericht in 1851 door Mr. 1. da
Costa en eenige anderen, bleef „Nederland en
Oranje" onbeduidend. En toen het conservatisme,
waartegen Groen vari Prinsterer zoo te worstelen
had, ook te Amsterdam de A.-R. richting was bin
nengedrongen, bleef er van het geesteskind van
Da Costa zoo goed als niets meer over. Het was
in diepen slaap gevallen. Eenige jaren vóór Kuy
pers komst informeerde Groen tevergeefs naar het
adres van de A.-R. Kiesvereeniging te Amsterdam.
In 1872 heeft Dr. Kuyper de hardslapende gewekt.
Met 34 andere A.-R. kiezers heeft hij een verga-
Mering van het schijndoode „Nederland en Oranje"
belegd, en zoo ook op dit gebied nieuw leven ge
wekt. Veel heeft Dr. Kuyper zich met deze oude,
ongedeelde kiesverëeniging niet bemoeid. Alleen
wannéér het noodig was, liet Dr. Kuyper zich met
haar in. En dat was volkomen begrijpelijk, want
de omvangrijke besognes yan den leider der jonge
georganiseerde A.-R. partij, van den reformator op
velerlei gebied, lieten hem nagenoeg geen tijd om
zich met kleine zaken bezig te houden.
De groei der partij in lipt land was echter ook te
Amsterdam merkbaar. Men had hier evenwel te
kampen met het euvel, dat de stad óén kiesdistrict
yormdej waardoor, jn, de hoofdstad de ontwikkeling
van het A.-R. politieke leven kunstmatig door de
liberale overmacht werd belemmerd. Een over
macht, die heel wat beteekende. Amsterdam had
destijds 39 Raadsleden en die waren allen liberaal.
Aan de kleine A.-R. kiesvereeniging is het intus-
sehen mogen gelukken de eerste bres in het libe
rale bolwerk te slaan: in 18S1, het jaar na de op
richting der Vrije Universiteit, werd haar candi-
daat, de heer W. Hovy, gekozen tot lid van den
Raad.
Dat was de invloed van Dr. Kuyper, al trok
deze alleen de groote lijnen en liet hij het door
trekken hiervan aan de bestuursleden van
„Nederland en Oranje" over. Vóór 1897 waren
achtereenvolgens de heeren Prof. Mr. D. P. D.
Fabius, J. A. Wormser Jr. en Mr. Th. Heemskerk,
president van de Kiesvereeniging.
In 1895 telde de Kiesvereeniging ondanks de nog
altijd ongunstige omstandigheden 500 leden. De
kiesrechtstrijd tusschen Takkianen en anti-Tak-
kianen was ternauwernood achter den rug, toen
de onrust in de partij door het universitair con
flict tusschen Prof. Dr. A. Kuyper en Prof. Jhr. Mr.
A. F. de Savornin Lohman voortduurde. In 1S93
gingen in de September-vergadering der Amster
damsche Kiesvereeniging stemmen op om zich in
zake dit geschil uit te spreken. De voorzitter, de
heer Wórmser, oordeelde dat dit niet op den weg
der Kiesvereeniging lag en de vergadering was
het met hem eens, hetgeen intusschen niet ver
hinderen kon, dat een groep leden op eigen ver
antwoordelijkheid zich tot Dr. Kuyper met een
schrijven van sympathie heeft gewend.
Kentering
In de October-vergadering van 1896 was Dr.
Kuyper aanwezig. De heer Wormser was tijdelijk
naar Transvaal vertrokken en dus geen voorzitter
meer. De in zijn plaats gekozene, Mr. Th. Heems
kerk, was buitenslands, zoodat ten slotte de heer
H. Bijleveld de door 140 leden bezochte vergade
ring leidde.
Belangrijke zaken waren aan de orde. In de eer
ste plaats de tusschentijdsche verkiezing van twee
leden voor den Gemeenteraad. Er werd vrij uit
voerig gediscussieerd over de vraag wie de can-
didaten van „Nederland en Oranje" zouden zijn.
Dr. Kuyper hakte de knoop door met het voorstel:
Heemskerk en Wormser. „Ongevraagd en onge-
weigerd", zei hij, zulks met het oog op beider ver
blijf in het buitenland. Men had toen de hand
teekening der candidaten ten bewijze van in
stemming niet noodig. Wormser was in 1888 een
druk besproken candidaat geweest. Hij behoorde
toen tot de drie „anti-liberalen", die door de „min
derheden" (antirevolutionairen, roomschen en
radicalen) tegenover de overheerschende liberale
meerderheid in den Raad waren candidaai ge
steld. Bij de herstemming haalde Wormser des
tijds wel een prachtig stemmencijfer (4051), de
liberale tegen-candidaat evenwel pl.m. 5180
Deze machtspositie van het liberalisme had in
1889 toen het kabinet-Maokay optrad reeds
een gevoelige tik gekregen, in het ongedeelde
kiesdistrict Amsterdam was hiervan echter nog
weinig te bemerken. Door de Kieswet-Van Houten
werden de groote steden evenwel gesplitst, Am
sterdam in negen districten. En nu moest de Kies
vereeniging worden gereorganiseerd, zulks temeer
omdat door de wet-Van Houten het aantal kiezers
aanmerkelijk werd uitgebreid. En deze reorganisa
tie vormde nu de hoofdschotel op het agendum dei
genoemde vergadering.
In de bespreking had Dr. Kuyper, die toen gewoon
lid was, het beslissend© woord. De discussie lieg
'Hel huis waar Dr Kuyper in zijn Amsterdamsche
tijd woonde: Prins Hendrikkade 173 (de bomvrije
kasemat")
over de vraag op welke wijze de reorganisatie haar
beslag zou krijgen. Er moesten negen kiesvereni
gingen komen, en Dr. Kuyper noemde de oude
ongedeelde kiesvereeniging „een moeder die 9
kinderen het leven schenkt en aan wie ook de eer
ste verzorging dier pasgeboren kinderen is toe
vertrouwd".
Dr. Kuyper de eerste Bondsvoorzitter
In deze „eerste verzorging' heeft Dr, Kuyper een
werkzaam aandeel genomen. In de vergadering
was hij aanstonds op nauwe samenwerking der op
te richten kiesvereenigingen bedacht. Met ver
standig beleid zou men moeten handelen, zei hij;
men moest weten wie men de leiding van zaken
in handen gaf. Het moesten mannen zijn, die niet
alleen schuim op het water brachten, maar de
kiezers i n het stembureau; bekwaamheid en tact
bezaten om met andere partijen te onderhandelen.
Een tweede zorg van Dr. Kuyper was om in de op
te richten kiesvereenigingen geen enkel financieel
beletsel aan de A. R. werklieden in den weg te
leggen.
De organisator en de democraat Kuyper, die in
1891 het eerste Christelijk Sociaal Congres te Am
sterdam had samengeroepen", heeft naar deze beide
grondgedachten de nieuwe organisatie opgebouwd.
Met de heeren Mr. Th. Heemskerk en .J. C. van
Eijken* voorzitter en secretaris der oude Kiesver
eeniging, vormde hij een Commissie, waarin hij de
lijnen jitstippelde.
Niet „van onderen op" - dat zou schijn-democratie
zijn, oordeelde de heer Jac. van Oversteeg terecht
maar „van boven af" werd de reorganisatie
aangepakt. Negen kiesvereenigingen werden op
gericht en dooi den Bond van A R Kiesvereeni
gingen te Amsterdam" is destijds een band ge
smeed, die onze partij in de hoofdstad nu nog t-i
zegen is,
Van. de Kiesvereeniging in district II werd Prof.
Dr. A. Kuyper voorzitter, hoewel de heer J. C. van
Eijken voor de oprichting zorgde. In hoofdzaak be
stond dit district uit „de eilanden" (Kattenburg,
Wittenburg en Oostenburg), waar de nazaten der
vermaarde „Bijltjes" woonden.
De liberale districtsschaar had er intusschen voor
gezorgd, dat het A.-R. arbeidersdistrict een gouden
rand kreeg aan Prins Hendrikkade en Binnen
kant. Daarom behoorde Dr. Kuyper tot II, want
aan de Prins Hendrikkade heeft Dr. Kuyper vele
jaren gewoond: eerst, van 1S72 tot 1874, op No. 183,
in de „Saffierberg" na 1874, tijdens zijn ver
blijf in Den Haag. nog een paar jaar alleen des
zomers en van 1S79 tot 1900 op No. 173. In dit
huis zijn de grootsche gedachten tot reformatie van
het volksleven opgezet en in daden uitgewerkt.
In het nieuwe Bondsbestuur had Dr. Kuyper aan-
vankelijk voor district II zitting, maar dat duurde
slechts zeer kort, want in de eerste Groote Bonds
vergadering werd Dr. Kuyper aanstonds tot voor
zitter van den'Bond gekozen. Met overweldigend
enthousiasme had deze keuze van den nieuwen
plaatselijken leider plaats. Niemand dacht over een
anderen president.
Deze eerste groote Bondsvergadering aldus werd
dit instituut in het nieuwe statuut aangeduid
werd gehouden in de destijos zeer bekende zaal
van „Frascati" aan den O.Z. Voorburgwal tegen
over het stadhuis. De toeloop was buitengewoon.
Meer dan 1300 van de 2165 leden stroomden de zaal
binnen. Het was er mudvol. Onder presidium van
Mr. Heemskerk, reeds in 1874 lid der Kiesvereeni
ging geworden, is Dr. Kuyper toen gekozen. De
drie overige leden van het moderamen waren de
heeren Mr. Heemskerk, Bijleveld en Van Eijken.
Plechtig was het oogenblik, toen Dr. Kuyper de
leiding aanvaardde. Sta ook in deze zaak. sprak
hij, onze hulp in den Naam des Heeren, Die hemel
en aarde gemaakt heeft. In deze eerste rede heeft
Dr. Kuyper ook tot eendracht gemaand, want
toen reeds teekenden zich de eerste verschijnse
len eener wantrouwende eenzijdige democratische
strooming af. Dr, Kuyper vond het noodig te
wijzen op de klachl alsof in het statuut van den
Bond de gelijkheid der broederen was belaagd en
een onzedelijk privilegie aan meergegoeden ge
geven.
De nieuwe voorzitter karakteriseerde zulk een
pogen als van een boozen geest, die echter, be
tuigde hij, nimmer in hem gevaren was.
Deze achterbaksche beschuldigingen waren af
komstig uit de A.-R. pro pagan daclub „Keuche
nius". Haar woordvoerder verklaarde wel. dal er
nimmer eenig persoon geweest is, die beweerd
heeft, dat Dr. Kuyper verraad heeft willen plegen
aan den kleinen man, niettemin wroette het door
Dr. Kuyper bedoelde kwaad voort. „Keuchenius"
bleek aJ meer het broeinest voor de ongerechtvaar
digde Staalman-actie, die mede schuldig was aan
Kuypers val in 1905.
Als journalist candidaat
Dr. Kuyper was in 1S97 afgevaardigde voor Slie-
drecht in de Tweede Kamer, gekozen in 1894 Van
lS74-?-1876 had hij Gouoa vertegenwoordigd In
1897 koos Sliedrechl hem opnieuw. Hij was in dit,
jaar echter ook candidaat in Amsterdam IX.
Het Bondsbestuur had zich n.l. beijverd een can-
didatenlijst voor de stembus van 1S97 samen te
stellen, die, zooals Dr. Kuyper zeide, in de Bonds
vergadering- van 14 Mei 1897, weerspiegelde alle
rangen en verdiepingen van het maatschappelijk
leven. Hij karakteriseerde de candidaten aldusj
fcon schoolman, esa iöd>jis4fis©b qw, paofs&aor, g