Argentinië en Brazilië DE BOTERPRIJZEN KNEIPP-KUREN r 10 ct. f JU PER-KWALITEIT! VRIJDAG 22 OCTOBER 1937 Kerkelijk leven in Tres Arroyos Zuigelingen mee naar de kerk m Het leven der Hollandsche boeren is ïr .Tres Arroyos zeer genoeglijk. Het werk Wordt met lust gedaan en het resultaat is zeer bevredigend. Wij mochten vernemen en constateeren, dat de meeste Nederland- sche kolonisten welvarend zijn. Onder el kander hebben ze een gezellig samenleven, zoodat het gemis van het eigen vaderland niet schrijnend is Zij wonen met hui families 2 tot 20 K.M., enkele gezinnen 70 K.M. van elkander verwijderd, doch komen dank zij de vele auto's in de kolonie betrek kelijk dikwijls met elkander in aanraking. Vele bezoeken hebben wij afgelegd in de kolonie en één keer in Clarameco waar ook enkele gezinnen wonen. Het reizen in Argentinië zullen we niet licht vergeten. Nu eens ging het over glib berige wegen die alleen maar te berijden waren met kettingen om de autobanden, terwijl we slingerden van de eene kant van den weg naar de andere. Soms bleven w< steken in een modderpoel waaruit men slechts na veel moeite den wagen weer be vrijdde, maar ook stoven we dikwijls met een flinke vaart over de droge, harde zand wegen, die na enkele dagen droogte al weer goed te bereizen zijn. Of het dan niet erg lastig is zich met 'dergelijke wegen te moeten behelpen? Och neen! Voor een verwenden Hollander den eersten tijd misschien wel, maar voor den gemoedelijken Argentijn heelemaal niet. Argentinië is immers het land van „patien- tia", d.i. geduld. Als een Argentijn een lange tocht per auto gaat maken, neemt hij proviand en lectuur mee. Komt zijn wagen .vast te zitten en is er geen boer in wijden omtrek te bekennen die hem met spade en planken nijstaan kan, welnu dan blijft hij zitten. Hij gaat kalmpjes zijn boterham eten en zijn krantje lezen; hij richt zich desnoods in voor den nacht en wacht ge duldig totdat er eindelijk eens een andere automobilist denzelfden weg langs komt. Dan helpt men elkander en men is, ja eén dag later misschien, maar toch nog vroeg genoeg op de plaats der bestemming. Aan onze tochten hebben we overigens 'de aangenaamste herinneringen. Overal werden we met open armen ontvangen Het eerste dat ons in den regel aangebo den werd was het matékroesje of kalahas- je. De gewoonte van het matézuigen is dooi de Hollanders overgenomen van de bewo ners des lands. Zij bestaat hierin dat men een soort thee, afkomstig van lichtgeroos- terde en fijngewreven bladeren van een inheemsch struikgewas, begiet met heet. doch niet kokend water. Het drinknapj' gevuld met dit vocht gaat van hand tot hand en iedereen zuigt behagelijk aan het zelfde metalen pijpje, dat van onderen van een zeefje is voorzien. Telkens wordt heet water en soms ook maté bijgevoegd. Een vrij onhygiënische gewoonte zult ge zeg gen! Inderdaad, doch 's lands wijs, 's lands eer. Weigeren het aangeboden kroesje met .rietje" in ontvangst te nemert zou onbe leefd zijn. De smaak is bitter, echter niet onaangenaam en deze thee moet op zien zelf, afgezien dan van de wijze van gebruik, zeer gezond zijn, ja zelfs noodzakelijk :n verband met de menigvuldige vleeschge- rechten die in Argentinië opgediend wor den. 't Zij ons vergund in dit verband nog een andere Argentijnsche gewoonte mee te deelen. waarvan we evenzeer getuige zijn geweest. Eens hebben we deelgenomen aan een z.g. „assado" of Argentijnsch gastmaal. Een lam werd geslacht en gestroopt, de ingewanden werden verwijderd en dan werd het aan een spit gehangen. Een vuur, er vlak bij gestookt, roostert het gaar, waar na men zich in wijden kring er om heen schaart. Ieder snijdt er vervolgens stukken af, die met een weinig zure saus begoten worden en verorberd. Een licht soort wijn. de gewone volksdrank in Argentinië wordt er bij gedronken, terwijl als toespijs brood en oliebollen dienen. Het geheel is niet ongenietbaar, doch de methode doet den Hollander eenigszins vreemd aan, vooral 'als hij ziet hoe de echte Argentijn eerst een flinke hap in het vleesch doet en het daar na voor zijn neus langs afsnijdt. Er is ook te Tres Arroyos een Gerefor meerde kerk die volgens het laatste jaar boek der Geref. Kerken 148 zielen telt, waar onder 56 be'ij den de leden- We hefrben sen zeer goeden indruk van het kerkelijk leven aldaar gekregen. Hier is een gemeente van belijdende christenen, die in haar ge-iso leerde positie trouw gebleven is en vast staat op den bed.cm van Gods Woord. Zes keer hebben we het voorrecht geluid in deze gemeente voor te mogen gaan Jn den Dienst des Woords en steeds trof ons de groot* belangs^lling die er was, enkele keeren zelfs ondanks ongunstige weersge steldhcid, om te komen en te hooren naar 'de verkondiging van het evangelie. Een eigen kerkgebouw bezit de gemeente nog niet, doch juist tijdens onze aanwezig heid werd er grond voor dit doel gekocht, zoodat waarschijnlijk binnen afzienbarcn tijd dit ideaal vervuld zal worden. Iedere Zondag wordt er twee keer dienst gehouden, vlak achter elkaar met een tus- schenruimte van ongeveer een kwartier, één keer in de Spaansche en één keer in de Hollandsche taal. Reeds heele jonge kinde ren, zelfs zuigelingen worden meegenomen naar de kerk. Men moet aan de stoornis, die hierdoor soms ontstaat, even wennen. Evenwel de groote afstanden, waardoor men slechts één reis per Zondag kan ma ken, maken het noodzakelijk, dat zooveel mogelijk het geheele gezin opkomt. Rondom de zaal waar dienst gehouden II stond in ons blad van Dinsdag 13 Jfttober. wordt staan des Zondags in bonte verschei denheid tientallen oude en nieuwe auto's, dogkarretjes, rijpaarden en andere vervoer middelen. Slechts de bij ons zoo inhecin- sche fiets ontbreekt. Tres Arroyos was tijdens ons bezoek va cant. Er werd echter vanwege de Noord- Amerikaansche kerken een predikant voor deze gemeente aangewezen, n.l. ds. Jerrey Pott, die spoedig zijn intrede hoopt te doon. dezen kleinen, afgezonderden kring de ac tiviteit niet verlamd is. Van veel belang is ook het bestaan van een Christelijke school. De onderwijzer, de heer De Koning was aanvankelijk door één der Hollanders in dienst genomen voor het onderwijs van diens kinderen. Langzamer] hand kwam het zoover dat met zes a zever gezinnen een schooltje gebouwd kon wor den, heelemaal een particulier karaktei dragende. Naast dit schooltje is echter juist tijdens onze aanwezigheid in de stad Tres Arroyo: ook een school geopend, die uit gaat van de Gereformeerde Schoolvereeniging. Een ranchoboerenbehuizinge in Argentinië Dit verheugt ons zeer. Er is ontzaglijk veel werk te doen in Z. Amerika. We den ken aan den arbeid onder de verstrooiden in dit land en aan het evangelisatiewerk, dat bij meerdere werkkrachten ook nog veel intensiever dan nu reeds geschiedt, ter hand kon worden genomen. Wanneer er geen financieele zijde aan deze zaak was, zouden er o.i. wel enkele candidaten in ons land, aan de overzijde van den oceaan een geregelde werkkring kunnen vinden. Het is waar: zoo de zaken thans staan is er nog niet het minste perspectief voor een theol. candidaat Maar toch: zou het bevel van onzen Koning: „gaat heen en maak alle volken tot mijn discipelen", ons ook geen roeping ten opzichte van Zuid-Amerika op de schouders leggen? Met eere willen we in dit verband nog noemen de naam van den heer D. Zijlstra, een steunpilaar van het kerkelijk leven in Tres Arroyos. Reeds in de vorige eeuw naar de nieuwe wereld vertrokken, en door God versierd met bijzondere gaven, vervult hij in de gemeente van Tres Arroyos een gewichtige taak. Wij noemen alleen dat hij voorzitter van de kerkeraad is, bij gemis van een eigen predikant catechetisch onderwijs geeft aan de jeugd der gemeente en de preeken uit de serie „Menigerlei Genade" iedere week van de Hollandsche in de Spaansche taal overzet en leest. Naast het kerkelijk leven is er ook een bloeiend vereenigingsleven in Tres Ar royos. Er is een evangelisatievereeniging en een schoolvereeniging, er zijn jongeiie- denvereenigingen soms gecombineerd met mannenvereenigingen. Er is een vrouwen- vereeniging en zelfs een Oranjevereeniging zoodat men wel mag constateeren, dat in Ook daar is de heer De Koning, die ons een uitstekende kracht lijkt en met veel energie zijn werk verricht, benoemd. Deze Christelijke scholen, waar naast de Spaan sche, de Hollandsche taal wordt onderwe zen, zijn van zeer groot belang. Het gevaar dreigde immers dat de band met het moe derland bij het opgroeiend geslacht los zou raken of breken zou. Wij hebben jon: menschen ontmet, met wie we geen woord in de Hollandsche taal meer konden spre ken. En dit is zeer jammer. Het verdwijnen van onze taal zou tengevolge kunnen heb ben dat er geen aansluiting blijft aan de Hollandsche Gereformeerde literatuur en langs dezen weg het komend geslacht op gaat in het wufte Argentijnsche leven. Daarom achten wij het van hooge beteeke- nis dat er aan de kinderen van de gemeen te te Tres Arroyos thans beslist bijbelsch, doch ook Nederlandsch onderwijs gegeven wordt. En hiermede willen we onze reisindruk ken over Argentinië beëindigen. We hopen dat ze U iets dichter gebracht hebben bij het groote, wijde land aan de andere zijde van den evenaar en bij den kleinen kring van geloofsgenooten, die daar in hun be trekkelijk isolement door ons niet vergeten mag worden. Wij gaan hier verder niet spreken over mogelijkheid en wenschelijk- heid daarheen te emigreeren. Deze zaken behandelden we in ons rapport, uitgebracht aan de Friesche Gereformeerde Kolonisa- tievereeniging en liggen o.i. buiten het be stek van deze korte reisbeschrijving. Ieder die in deze dingen meer belang stelt, ver wijzen we naar de bestaande vereenigin- gen. Ds. H. ZANDBERGEN Sterke stijging in de laatste maanden Sedert 1932 niet zoo duur als nu Toen gistermiddag de commissienotee ring van boter bekend werd, werden wij toch even verrast te hooren, dat deze fl.02 bedroeg. Verrast, al hadden wij 't wel half gedacht dat de gulden zou bereikt, mis schien overschreden worden. Een prijs als nu is genoteerd wam sedert Juli 1932 dus in ruim 5 j aar niet voor. Daan-oor ja, toen werden nog andere prijzen gemaakt. De gemiddelde prijs voor de export boter gemaakt in 1931 was f 1.24, in 1930 f 1.51, in 1929 fl.82 y2 en in 1928 fl.87%. En nemen wij de binnenlandsche markt prijzen, met de noteering van Leeuwarden als basis dan krijgen we over de laatste 30 jaren de volgende vergelijking: De laagste prijs, die sedert 1908, ooit is voorgekomen was als we ons wel herinne ren in 1934, toen het voorgekomen is, dat de noteering 29 cent bedroeg. De als maar oploopende prijzen geduren- die het geheele jaar 1937 geven weer eenige moed voor de toekomst. We willen ten minste hopen dat het een teeken is voor terugkeer voor de landbouw, met name voor de veehouderij tot weer normale tijden. t Is toch een abnormale tijd, dat de con sument soms meer aan belasting op boter moest betalen dan de marktprijs bedraagt. Deze belasting wordt heffing genoemd en deze wordt zóó geregeld, dat de groothan- delprijs de laatste tijden ongeveer op fl.35 komt. Door de hooge commissie-noteering van nu zal dus de consument niet een hooger prijs behoeven te betalen. Maar ook zal de boer er niet direct beter van worden, want met het stijgen van de prijs op de boter markt zal de bijslag die de boer nog krijgt voor de melk, die voor boterbereiding ge- Boterprijzen sedert 1908 Bij bovenstaande prijscurve moet men wel bedenken, dat de aangegeven prijs is de gemiddelde noteering over het betrok ken jaar. Zoo is het gemiddelde over de laatste 10 maanden nog geen 80. Want pas de laatste 2 maanden kwam hij daar boven; in de eerste 7 maanden liep deze an 65 tot 80. Zooals uit de curve die we in de hoek van bovenstaande figuur plaat sten, en die over Oct. 1936 tot Oct. 1937 loopt, kunnen zien. bruikt wordt, verminderen. De bijslag is in de loop van dit jaar reeds driemaal verlaagd, het laatst op 3 Oct. 1.1., toen ze gebracht werd op 1,52 ct. per K.g. Eenerzij ds ontvangt het Landbouwcrisis bureau dus minder door de lagere heffin gen; anderzijds behoeft het ook minder uit te geven door verlaagde mclksteun. Zoo kan het naar algemeene liquidatie der crisismaatregelen gaan. Doch zoover zijn we nog lang niet Hoe het eerste Kneipp-bad ontstond Omstreeks 1S50 was een jeugdig kapelaan Sebastiaan Kneipp, werkzaam in Beiensch Zwabcn. De bevolking van Wörishofen had dezen jongen geestelijke spoedig den bijnaam van „Hasen-Bastl" geschonken, omdat hij er in het klooster ongeveer vierhonderd konijnen op nahield En hij deed bovendien zoo zon derling! 's Ochtends vroeg wandelde hij barrevoets in den dauw der weiden en des avonds wandelde hij met naakte voeten in de beken. Vaak had hij nog een gieter bij zich, waarmede hij niet de bloemen begoot maar zichzelf. De goede burgers van Wörishofen begrepen nog niet, dat hier een nieuwe leer werd opgebouwd en aan het eigen lichaam werd beproefd. Kneipp echter heeft aldus de wonderbaarlijke wer king van water, lucht en licht aan den lijve te bespeuren gekregen! Als kind van arme wevers was Kneipp in 1821 geboren te Stephansried in het All- gau. Zijn jeugd was hard. Hij werd wever en boerenknecht. Hij wilde studeeren en met hulp van een aanbeveling werd hij 10e gelaten tot de Academie te Dillingen. Over dag werkte hij als daglooner, 's nachts stu deerde hij. In deze omstandigheden was 't niet te verwonderen, dat hij, na voltooiing zijner studies, te München zwaar ziek werd. Hij was geheel uitgeput door de ge leden ontberingen en de geneesheeren, die hem behandelden, verklaarden, dat hij aan een ongeneeslijke longenziekte leed. „Toen ik dertig jaar oud was", ver telde hij, „was ik ten doode opgeschre ven. De bijna tweehonderd bezoeken van een medelijdend arts konden mij niet helpen. Toevallig kreeg ik toen een oud boek „Anleitung zum Wasserheil- verfahren" van prof. Hahn in handen en ik dacht: „Laat ik het probeeren Meer dan sterven kan ik toch niet". Maar ik stierf niet. Integendeel: Na enkele jaren van verstandige zelfbehan- deling was ik een kerngezond mensch. Toen beschouwde ik 't als mijn plicht, mijn medemenschen mede te deelen hoe het mij gegaan was Eerst zochten zijn collega's uit de omge ving hem op. om hem om raad te vragen. Weldra werd zijn naam alom bekend. Dui zenden zieken stroomden naar Wörishofen en in de oude „Wandelhalle", welke nog heden bestaat, kwam eiken dag een gewei dige menigte luisteren naar de geestige redevoeringen van den „wonderman". Kneipp was een arts van Gods genade, een uitstekend „priester-arts", zooals men hem noemde. Hij was een meester der diagnose. In zijn spreekuren was hij meestal omringd door een staf van geneesheeren, die zijn assistenten waren of die voor studiedoel einden bij hem vertoefden. Zelfs artsen uit Indië en Australië kwamen in deze eerste jaren reeds naar Wörishofen. Buitenland- sche geneesheeren hebben in 1894 de „In ternationale Vereeniging van Kneipp-art- sen" opgericht. Haar leden verkondigden de leer van Kneipp in het buitenland en openden in vele landen Kneipp-sanatoria. Op het gebied der geneeskunde heeft wel licht niemand zooveel tegenstand en apot beleefd als deze plattelands-geestelijke, die rondwandelde in een van ouderdom glan zende soutane, gevolgd door zijn trouw hondje, en wiens hulpmiddelen slechts water. een gieter, grof laken en een bad kuip waren. Maar ook de tegenstand deed zijn vermaardheid stijgen. Een halve eeuw geleden begon de sprook jesachtige ontplooiing van het onbekende dorp in het Beiersche Zwabèn tot de klas sieke Kneipp-badplaats. „Weerstand, een voud en matigheid dat zijn de drie steunpilaren van de menschelijke gezond heid" zeide Kneipp en de menschen zagen dit in. Heden is Wörishofen de op twee na grootste badplaats van Beieren. Elk jaar wordt het door tienduizenden bezocht. Het oord heeft intusschen niets van zijn idyllisch karakter verloren. Bad Wörishofen is zeker de eigenaardigste badplaats ter wereld. Het bezit welis waar sanatoria en Kuurhuizen maar in den vroegen ochtend ziet men er de gasten in het dauw-natte gras met naakte voeten wandelen en 's namid dags vindt een algemeen „wa-tertrap- pen" plaats in de waterbekkens en beekjes, welke alle wandelwegen bege leiden. En dan de „stortbuien" een uitvinding van Kneipp, en zooals de Fransche geneesheer Rouxel heeft ge zegd, zijn „eeuwig monument". De stamgasten van Wörishofen, die al daar reeds veertig: en meer jaren zijn teruggekeerd, hebben Sebastian Kneipp nog goed gekend. En zij vertellen van zijn krachtige uitdrukkingen: „Zuipen willen ze allemaal, maar sterven wil er geen een!" riep hij vaak in wanhoop uit, waarbij hij zijn onmisbare gieter zwaaide. Uit principe tutoyeerde hij al zijn patiën ten, van elke rang en elke stand. Geld aanvaardde hii alleen van de bemiddelden. Wie niets had, werd gratis behandeld. Tot een elegante dame zeide hij eens 'na haar te hebben onderzocht: „U moet peen vrou wenmoordenaar dragen dan ontbreekt U niets" waarmede hij haar elegant cor set bedoelde. „Wat doe je eigenlijk voor de kost?" vroeg hij verder. „Ik ben Hofdame van Hare Majesteit de Keizerin" antwoord de de dame. „Aha, dus een dienstbode, zoo als anderen ook. Geef een aalmoes aan de armen. Ik heb geen betaling noodig". Een mode-pop viel bijna om, toen ze, bij haar aankomst te Wörishofen vernam, dat zij barrevoets moest loopen. „Dat doet toch pijn!" riep zij weenend uit. Maar Kneipp antwoordde kalm: „Je bent ook barrevoets aan je fijne hals en dat doet je toch ook geen pijn!" Toen Paus Leo XIII eens zwaar ziek was werd Kneipp naar Rome ontboden. Na den hoogen patiënt te hebben onderzocht, deel de Kneipp aan het Vaticaan mede: „Zijne Heiligheid kan nog dertien jaar leven, in dien hij doet, wat ik zeg". De Paus herstel de en wilde Kneipp te Rome behouden. Maar deze schudde het hoofd: „Onmoge lijk" zeide hij, „In mijn gemeente wachten duizenden zieken op me". De Paus liet hem daarop vertrekken, na hem vooraf tot Pau selijk Kamerheer te hebben benoemd. Korten tijd nadien werd Aartshertog Jo zef van Oostenrijk ziek. Kneipp werd ge roepen, maar de Aartshertog wilde geen rekening houden met zijn instructies. „Het water is me veel te nat" zeide hij. „Dan moet je maar in de droge aarde bijten" antwoordde Kneipp kort. De Aartshertog lachte en onderwierp zich. Hij werd later een geestdriftig aanhanger van Kneipp. Hij trok zelfs naar Wörishofen en op de bosch-promenade. welke heden zijn naam draagt, vertelde hij aan de andere badgas ten hoe Kneipp hem had bekeerd. Kneipp heeft van het geld, dat hij ontving, nooit iets voor zichzelf be steed. Hij bleef een bescheiden mensch. Alles schonk hij aan de armen en de onbemiddelde zieken. Hij heeft een groot kinder-sanatorium opgericht een Kuurhuis en een Kuurverblijf voor gezinnen. Toen hij stierf zeide hij: „Ik laat drie groote geneesheeren na: Water, lucht en eenvoud". Wolhandkrabbestrijding Door de Ned. Heidemaatschappij is uitge geven het rapport van de commissie ter be strijding van de wolhandikrab. Aan het samenvattend oordeel ontleenien wij het volgende: Irn de provinciën Groningen en Friesland trad in de jaren 1931—1934 een steeds toe nemende wolhandferabbenplaag op, die voor al in 1933 en 1934 aan de binnenvisschenj groote schade toebracht. In 1935 en vooral in 1936 ging de plaag weer snel terug, ken nelijk ten gevolge van de enorme eisterfte in de voortplantingsperioden 19341935 en 1935—1936. Deze eisterfte is naar alle waar schijnlijkheid een gevolg van het plotseling spuien van groote hoeveelheden zoetwater bij Zoutkamp; de eieren der zich in de Lauwerszee ophoudende wijfjes zijn tegen een plotselinge daling van het zoutgehalte niet bestand. In het gebied van Rijins Maas en Schelde is de plaag nog -niet van groote beteekenis; het is echter te vreezen, dat hier in de komende jaren een sterke, toeneming vaw het aantal wolhandkrabben zal optreden. Bestrijding is in het noorden van ons land voorlopoig niet meer noodig. Mocht de plaag hier hetgeen zeer denkbaar is te eeniger tijd weer eenis strrk toenemen, dan verdienen nieuwe proeven met dichtzet- aohtige vanginrichtingen hier overweging. In de niet van stuwen voorziene beneden- 100pen van Rijn en Schelde is (voor zoover thans bekend) geen bestrijding mogelijk. Wat de Maas betreft, zou een vanginrich ting volgens Duitsch voorbeeld bij de stuw te Lith wellicht succes kunnen opleveren. In hoeverre bescherming van kleinere vischgebioden uitvoerbaar is, zal door nader onderzoek moeten blijken. Voor de palingfuikenvisschers vormt het aanbrengen van een wijdmazig keernetje voor de eerste inkeling van de fuik een zeer practisch en goedkoop bestrijdingsmiddel. Biologische bestrijding is waarschijnlijk onmogelijk evenals ook bestrijding met be hulp van eilectricitoit. Oeverbeschadiging door wolhandkrabben in de Noordelijke provinciën herhaaldelijk geconstateerd. Rondom de kabinets verantwoordelijkheid Sommige roomsch-katholieke bladen be klagen er zich over, zoo schreven wij, dat met name de sociaal-democratische pers het speciaal op de roomsch-katholieke mi nisters gemunt heeft en deze persoonlijk in het debat betrekt. We vroegen hierop geen bescheid, doch 't Dagblad van Niord- r a b a n t antwoordt nochtans: Het anti-revolutionnaire blad herin nert zoo, piet onhandig, aan de vroeger dikwijls op dr. Colijn geoefende critiek en het constateeren van een koerswijzi ging door de katholieke pers, waarbij ze invloed toekent aan de katholieke minis ters. Nu kunnen we niet alles in bescher ming nemen wat er zooal in de loop der laatste vier jaren aan critiek is losgeko men met betrekking tot 't regeerings- beleid. Maar we mogen er toch wel aan herinneren, dat niet de geheele katho lieke pers bij haar critiek de katholieke ministers Deckers, Gelissen en van Schaik heeft gespaard. Daaruit blijkt voldoende, dat de collectieve Kabinets verantwoordelijkheid thans niet voor het eerst op de voorgrond wordt geplaatst. Om dit laatste ging het niet; wel om het eerste, dat men thans goede daden aan eigen menschen en minder gewenschte be sluiten aan de andere ministers toeschrijft De speelzaal Zooals bekend, houdt men er in de Bel gische kuststeden sinds jaar en dag speel zalen op na, die onontbeerlijk schijnen voor badgasten; schrijft de r.k. Residentie bode Althans onze badplaatsen klagen steen en been, dat hier de vreemdelingen niet willen komen, omdat Nederland geen BLAUW BAND VOL AROMA WIT BAND EXTRA LICHT Het is rijpe Ster Tabak speelzalen duldt. Zelfs moeten, naar men beweert, onze eigen menschen liever naar Ostende, Knocke enz. gaan, omdat men daar zoo makkelijk zijn geld kwijt kan aan de roulette enz. De affaire schijnt in België zóó goed te gaan, dat men ze ook buiten de bad plaatsen doorzet. En zoo zien we in onze bladen volgende advertentie: „Name n, België. Het Casino van Baccara Roulette. Op 16 October opening van de nieuwe speelzalen, de mooiste van het Continent. Gratis tombola. Ie prijs: Ford Automobiel Grand Luxe V 818 H.P.". Als men nu nog weet, dat we deze ad vertentie knipten uit... de „Maasbode", dan zal men zich toch afvragen of hier sprake moet zijn van een „afschuwelijk misverstand" zou Kuyper zeggen dan wel of het tijd wordt om ook hier te lande speelzalen te openen. Als onze menschen toch moeten aangespoord worden om hun geld aan- den speeldui- vel te offeren, dan kan men hun dat toc'ri beter in eigen land laten doen, zoodat de winst binnen de grenzen blijft. Wij venvachten van ons Christelijk Kabi net betere dingen. De taal van een Christen Zelfs bij wijze van voorbeeld en ter waar schuwing nemen wij niet gaarne gruweltaal op. Maar het orgaan van de CD.U. noemt zich „Chisten Democraat" en al is men het er niet mee eens men moet daaruit toch zonder ergernis iets kunnen citeeren. De vraag rees echter of dat ook geldt van het volgende vers, dat een „Adres van Antwoord op de Troonrede 1937" wilde zijn en dat aldus luidt: Gods wet zou ten oppersten richtsnoer u zijn? Een vloek werd die naam in uw monden. Wie neemt er der kinderen brood uit de schrijn, En werpt het tot spijs voor de honden? Voor brood geeft ge een steen en voor kleeding een dolk^ Naar 't voorbeeld van vreemde satrapen; Liefdadigheid zorge voor 't hongerend volk Gij zorgt voor het doodende wapen. Neen, ducht niet den arme tot oproer gezind Zijn macht hoeft ge nimmer te vreezen; Maar weet, tusschen u en zijn ondervoed kind Zal God eens de scheidsrechter wezen 1 Door een schot hagel getroffen Ongeluk of opzet? In het Liesbosch te Princenhage heb ben gisteravond de 25-jarige H. en de 23- jarige A. een zeer onaangenaam avontuur beleefd. Toen zij vai| een bankje opstonden om huiswaarts te gaan werd vanuit het bosch op hen geschoten. Het meisje zakte ineen en de jongeman voelde pijn in d$ buik. Hij nam het meisje op en trachtte haar naar de uitspanning aan de rand i het bosch te brengen doch halverwege kon hij niet verder omdat de last hem te zwaar werd vanwege zijn eigen verwondingen. Niettemin gelukte het hem het café te I reiken en daar den caféhouder te waarschu wen. Deze waarschuwde direct de politie liet geneeskundige hulp komen. Het meisjé werd opgehaald waarna het onderzoek uit wees dat beiden door een schot hagel uit een jachtgeweer waren getroffen, het meisje in de zijde, de jongen in den buik. Beide zijn per ziekenauto naar het St. Ig- natiusziekenhuis te Breda overgebracht. Voorloopig tast men omtrent dit voorval in het duister. Inlichtingen konden de jonge lieden zelf niet verstrekken. Wel was hun eenigen tijd tevoren een man gepassee maar zij konden niet zeggen wie deze was en of deze geschoten had. DE GEVOLGEN VAN EEN FIETSTOCHT dnor G. TH. ROTMAN fNadruk verboden 41. Een tuintje verder legt vrouw Pas Haar wasch te bleeken in het gras. Met zorg wordt alles wijd en zijd Door heel het tuintje uitgespreid. 42. O wee, hoe Jochems kleur verschiet Als hij de auto komen ziet! Hij krijgt van pure consternatie Van top tot teen een bibberatie. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8