Argentinië en Brazilië
DE BOTERPRIJZEN
KNEIPP-KUREN
r 10 ct. f
JU PER-KWALITEIT!
VRIJDAG 22 OCTOBER 1937
Kerkelijk leven in
Tres Arroyos
Zuigelingen mee naar de kerk
m
Het leven der Hollandsche boeren is ïr
.Tres Arroyos zeer genoeglijk. Het werk
Wordt met lust gedaan en het resultaat is
zeer bevredigend. Wij mochten vernemen
en constateeren, dat de meeste Nederland-
sche kolonisten welvarend zijn. Onder el
kander hebben ze een gezellig samenleven,
zoodat het gemis van het eigen vaderland
niet schrijnend is Zij wonen met hui
families 2 tot 20 K.M., enkele gezinnen 70
K.M. van elkander verwijderd, doch komen
dank zij de vele auto's in de kolonie betrek
kelijk dikwijls met elkander in aanraking.
Vele bezoeken hebben wij afgelegd in de
kolonie en één keer in Clarameco waar ook
enkele gezinnen wonen.
Het reizen in Argentinië zullen we niet
licht vergeten. Nu eens ging het over glib
berige wegen die alleen maar te berijden
waren met kettingen om de autobanden,
terwijl we slingerden van de eene kant van
den weg naar de andere. Soms bleven w<
steken in een modderpoel waaruit men
slechts na veel moeite den wagen weer be
vrijdde, maar ook stoven we dikwijls met
een flinke vaart over de droge, harde zand
wegen, die na enkele dagen droogte al weer
goed te bereizen zijn.
Of het dan niet erg lastig is zich met
'dergelijke wegen te moeten behelpen? Och
neen! Voor een verwenden Hollander den
eersten tijd misschien wel, maar voor den
gemoedelijken Argentijn heelemaal niet.
Argentinië is immers het land van „patien-
tia", d.i. geduld. Als een Argentijn een
lange tocht per auto gaat maken, neemt hij
proviand en lectuur mee. Komt zijn wagen
.vast te zitten en is er geen boer in wijden
omtrek te bekennen die hem met spade en
planken nijstaan kan, welnu dan blijft hij
zitten. Hij gaat kalmpjes zijn boterham
eten en zijn krantje lezen; hij richt zich
desnoods in voor den nacht en wacht ge
duldig totdat er eindelijk eens een andere
automobilist denzelfden weg langs komt.
Dan helpt men elkander en men is, ja eén
dag later misschien, maar toch nog vroeg
genoeg op de plaats der bestemming.
Aan onze tochten hebben we overigens
'de aangenaamste herinneringen. Overal
werden we met open armen ontvangen
Het eerste dat ons in den regel aangebo
den werd was het matékroesje of kalahas-
je. De gewoonte van het matézuigen is dooi
de Hollanders overgenomen van de bewo
ners des lands. Zij bestaat hierin dat men
een soort thee, afkomstig van lichtgeroos-
terde en fijngewreven bladeren van een
inheemsch struikgewas, begiet met heet.
doch niet kokend water. Het drinknapj'
gevuld met dit vocht gaat van hand tot
hand en iedereen zuigt behagelijk aan het
zelfde metalen pijpje, dat van onderen van
een zeefje is voorzien. Telkens wordt heet
water en soms ook maté bijgevoegd. Een
vrij onhygiënische gewoonte zult ge zeg
gen! Inderdaad, doch 's lands wijs, 's lands
eer. Weigeren het aangeboden kroesje met
.rietje" in ontvangst te nemert zou onbe
leefd zijn. De smaak is bitter, echter niet
onaangenaam en deze thee moet op zien
zelf, afgezien dan van de wijze van gebruik,
zeer gezond zijn, ja zelfs noodzakelijk :n
verband met de menigvuldige vleeschge-
rechten die in Argentinië opgediend wor
den.
't Zij ons vergund in dit verband nog een
andere Argentijnsche gewoonte mee te
deelen. waarvan we evenzeer getuige zijn
geweest. Eens hebben we deelgenomen aan
een z.g. „assado" of Argentijnsch gastmaal.
Een lam werd geslacht en gestroopt, de
ingewanden werden verwijderd en dan werd
het aan een spit gehangen. Een vuur, er
vlak bij gestookt, roostert het gaar, waar
na men zich in wijden kring er om heen
schaart. Ieder snijdt er vervolgens stukken
af, die met een weinig zure saus begoten
worden en verorberd. Een licht soort wijn.
de gewone volksdrank in Argentinië wordt
er bij gedronken, terwijl als toespijs brood
en oliebollen dienen. Het geheel is niet
ongenietbaar, doch de methode doet den
Hollander eenigszins vreemd aan, vooral
'als hij ziet hoe de echte Argentijn eerst een
flinke hap in het vleesch doet en het daar
na voor zijn neus langs afsnijdt.
Er is ook te Tres Arroyos een Gerefor
meerde kerk die volgens het laatste jaar
boek der Geref. Kerken 148 zielen telt, waar
onder 56 be'ij den de leden- We hefrben sen
zeer goeden indruk van het kerkelijk leven
aldaar gekregen. Hier is een gemeente van
belijdende christenen, die in haar ge-iso
leerde positie trouw gebleven is en vast
staat op den bed.cm van Gods Woord.
Zes keer hebben we het voorrecht geluid
in deze gemeente voor te mogen gaan Jn
den Dienst des Woords en steeds trof ons
de groot* belangs^lling die er was, enkele
keeren zelfs ondanks ongunstige weersge
steldhcid, om te komen en te hooren naar
'de verkondiging van het evangelie.
Een eigen kerkgebouw bezit de gemeente
nog niet, doch juist tijdens onze aanwezig
heid werd er grond voor dit doel gekocht,
zoodat waarschijnlijk binnen afzienbarcn
tijd dit ideaal vervuld zal worden.
Iedere Zondag wordt er twee keer dienst
gehouden, vlak achter elkaar met een tus-
schenruimte van ongeveer een kwartier,
één keer in de Spaansche en één keer in de
Hollandsche taal. Reeds heele jonge kinde
ren, zelfs zuigelingen worden meegenomen
naar de kerk. Men moet aan de stoornis,
die hierdoor soms ontstaat, even wennen.
Evenwel de groote afstanden, waardoor
men slechts één reis per Zondag kan ma
ken, maken het noodzakelijk, dat zooveel
mogelijk het geheele gezin opkomt.
Rondom de zaal waar dienst gehouden
II stond in ons blad van Dinsdag 13
Jfttober.
wordt staan des Zondags in bonte verschei
denheid tientallen oude en nieuwe auto's,
dogkarretjes, rijpaarden en andere vervoer
middelen. Slechts de bij ons zoo inhecin-
sche fiets ontbreekt.
Tres Arroyos was tijdens ons bezoek va
cant. Er werd echter vanwege de Noord-
Amerikaansche kerken een predikant voor
deze gemeente aangewezen, n.l. ds. Jerrey
Pott, die spoedig zijn intrede hoopt te doon.
dezen kleinen, afgezonderden kring de ac
tiviteit niet verlamd is.
Van veel belang is ook het bestaan van
een Christelijke school. De onderwijzer, de
heer De Koning was aanvankelijk door één
der Hollanders in dienst genomen voor het
onderwijs van diens kinderen. Langzamer]
hand kwam het zoover dat met zes a zever
gezinnen een schooltje gebouwd kon wor
den, heelemaal een particulier karaktei
dragende.
Naast dit schooltje is echter juist tijdens
onze aanwezigheid in de stad Tres Arroyo:
ook een school geopend, die uit gaat van de
Gereformeerde Schoolvereeniging.
Een ranchoboerenbehuizinge in Argentinië
Dit verheugt ons zeer. Er is ontzaglijk
veel werk te doen in Z. Amerika. We den
ken aan den arbeid onder de verstrooiden
in dit land en aan het evangelisatiewerk,
dat bij meerdere werkkrachten ook nog
veel intensiever dan nu reeds geschiedt, ter
hand kon worden genomen. Wanneer er
geen financieele zijde aan deze zaak was,
zouden er o.i. wel enkele candidaten in ons
land, aan de overzijde van den oceaan een
geregelde werkkring kunnen vinden. Het
is waar: zoo de zaken thans staan is er nog
niet het minste perspectief voor een theol.
candidaat Maar toch: zou het bevel van
onzen Koning: „gaat heen en maak alle
volken tot mijn discipelen", ons ook geen
roeping ten opzichte van Zuid-Amerika op
de schouders leggen?
Met eere willen we in dit verband nog
noemen de naam van den heer D. Zijlstra,
een steunpilaar van het kerkelijk leven in
Tres Arroyos. Reeds in de vorige eeuw
naar de nieuwe wereld vertrokken, en door
God versierd met bijzondere gaven, vervult
hij in de gemeente van Tres Arroyos een
gewichtige taak.
Wij noemen alleen dat hij voorzitter van
de kerkeraad is, bij gemis van een eigen
predikant catechetisch onderwijs geeft aan
de jeugd der gemeente en de preeken uit
de serie „Menigerlei Genade" iedere week
van de Hollandsche in de Spaansche taal
overzet en leest.
Naast het kerkelijk leven is er ook een
bloeiend vereenigingsleven in Tres Ar
royos. Er is een evangelisatievereeniging
en een schoolvereeniging, er zijn jongeiie-
denvereenigingen soms gecombineerd met
mannenvereenigingen. Er is een vrouwen-
vereeniging en zelfs een Oranjevereeniging
zoodat men wel mag constateeren, dat in
Ook daar is de heer De Koning, die ons
een uitstekende kracht lijkt en met veel
energie zijn werk verricht, benoemd. Deze
Christelijke scholen, waar naast de Spaan
sche, de Hollandsche taal wordt onderwe
zen, zijn van zeer groot belang. Het gevaar
dreigde immers dat de band met het moe
derland bij het opgroeiend geslacht los
zou raken of breken zou. Wij hebben jon:
menschen ontmet, met wie we geen woord
in de Hollandsche taal meer konden spre
ken. En dit is zeer jammer. Het verdwijnen
van onze taal zou tengevolge kunnen heb
ben dat er geen aansluiting blijft aan de
Hollandsche Gereformeerde literatuur en
langs dezen weg het komend geslacht op
gaat in het wufte Argentijnsche leven.
Daarom achten wij het van hooge beteeke-
nis dat er aan de kinderen van de gemeen
te te Tres Arroyos thans beslist bijbelsch,
doch ook Nederlandsch onderwijs gegeven
wordt.
En hiermede willen we onze reisindruk
ken over Argentinië beëindigen. We hopen
dat ze U iets dichter gebracht hebben bij
het groote, wijde land aan de andere zijde
van den evenaar en bij den kleinen kring
van geloofsgenooten, die daar in hun be
trekkelijk isolement door ons niet vergeten
mag worden. Wij gaan hier verder niet
spreken over mogelijkheid en wenschelijk-
heid daarheen te emigreeren. Deze zaken
behandelden we in ons rapport, uitgebracht
aan de Friesche Gereformeerde Kolonisa-
tievereeniging en liggen o.i. buiten het be
stek van deze korte reisbeschrijving. Ieder
die in deze dingen meer belang stelt, ver
wijzen we naar de bestaande vereenigin-
gen.
Ds. H. ZANDBERGEN
Sterke stijging in de laatste
maanden
Sedert 1932 niet zoo duur als nu
Toen gistermiddag de commissienotee
ring van boter bekend werd, werden wij
toch even verrast te hooren, dat deze fl.02
bedroeg. Verrast, al hadden wij 't wel half
gedacht dat de gulden zou bereikt, mis
schien overschreden worden.
Een prijs als nu is genoteerd
wam sedert Juli 1932 dus in ruim
5 j aar niet voor.
Daan-oor ja, toen werden nog andere
prijzen gemaakt. De gemiddelde prijs voor
de export boter gemaakt in 1931 was f 1.24,
in 1930 f 1.51, in 1929 fl.82 y2 en in
1928 fl.87%.
En nemen wij de binnenlandsche markt
prijzen, met de noteering van Leeuwarden
als basis dan krijgen we over de laatste
30 jaren de volgende vergelijking:
De laagste prijs, die sedert 1908, ooit is
voorgekomen was als we ons wel herinne
ren in 1934, toen het voorgekomen is, dat
de noteering 29 cent bedroeg.
De als maar oploopende prijzen geduren-
die het geheele jaar 1937 geven weer eenige
moed voor de toekomst. We willen ten
minste hopen dat het een teeken is voor
terugkeer voor de landbouw, met name
voor de veehouderij tot weer normale
tijden.
t Is toch een abnormale tijd, dat de con
sument soms meer aan belasting op boter
moest betalen dan de marktprijs bedraagt.
Deze belasting wordt heffing genoemd en
deze wordt zóó geregeld, dat de groothan-
delprijs de laatste tijden ongeveer op fl.35
komt.
Door de hooge commissie-noteering van
nu zal dus de consument niet een hooger
prijs behoeven te betalen. Maar ook zal de
boer er niet direct beter van worden, want
met het stijgen van de prijs op de boter
markt zal de bijslag die de boer nog krijgt
voor de melk, die voor boterbereiding ge-
Boterprijzen sedert 1908
Bij bovenstaande prijscurve moet men
wel bedenken, dat de aangegeven prijs is
de gemiddelde noteering over het betrok
ken jaar. Zoo is het gemiddelde over de
laatste 10 maanden nog geen 80. Want
pas de laatste 2 maanden kwam hij daar
boven; in de eerste 7 maanden liep deze
an 65 tot 80. Zooals uit de curve die we
in de hoek van bovenstaande figuur plaat
sten, en die over Oct. 1936 tot Oct. 1937
loopt, kunnen zien.
bruikt wordt, verminderen.
De bijslag is in de loop van dit jaar reeds
driemaal verlaagd, het laatst op 3 Oct. 1.1.,
toen ze gebracht werd op 1,52 ct. per K.g.
Eenerzij ds ontvangt het Landbouwcrisis
bureau dus minder door de lagere heffin
gen; anderzijds behoeft het ook minder uit
te geven door verlaagde mclksteun.
Zoo kan het naar algemeene liquidatie
der crisismaatregelen gaan.
Doch zoover zijn we nog lang niet
Hoe het eerste Kneipp-bad
ontstond
Omstreeks 1S50 was een jeugdig kapelaan
Sebastiaan Kneipp, werkzaam in Beiensch
Zwabcn.
De bevolking van Wörishofen had dezen
jongen geestelijke spoedig den bijnaam van
„Hasen-Bastl" geschonken, omdat hij er in
het klooster ongeveer vierhonderd konijnen
op nahield En hij deed bovendien zoo zon
derling! 's Ochtends vroeg wandelde hij
barrevoets in den dauw der weiden en des
avonds wandelde hij met naakte voeten in
de beken. Vaak had hij nog een gieter bij
zich, waarmede hij niet de bloemen begoot
maar zichzelf. De goede burgers van
Wörishofen begrepen nog niet, dat hier
een nieuwe leer werd opgebouwd en aan
het eigen lichaam werd beproefd. Kneipp
echter heeft aldus de wonderbaarlijke wer
king van water, lucht en licht aan den
lijve te bespeuren gekregen!
Als kind van arme wevers was Kneipp
in 1821 geboren te Stephansried in het All-
gau. Zijn jeugd was hard. Hij werd wever
en boerenknecht. Hij wilde studeeren en
met hulp van een aanbeveling werd hij 10e
gelaten tot de Academie te Dillingen. Over
dag werkte hij als daglooner, 's nachts stu
deerde hij. In deze omstandigheden was 't
niet te verwonderen, dat hij, na voltooiing
zijner studies, te München zwaar ziek
werd. Hij was geheel uitgeput door de ge
leden ontberingen en de geneesheeren, die
hem behandelden, verklaarden, dat hij aan
een ongeneeslijke longenziekte leed.
„Toen ik dertig jaar oud was", ver
telde hij, „was ik ten doode opgeschre
ven. De bijna tweehonderd bezoeken
van een medelijdend arts konden mij
niet helpen. Toevallig kreeg ik toen een
oud boek „Anleitung zum Wasserheil-
verfahren" van prof. Hahn in handen
en ik dacht: „Laat ik het probeeren
Meer dan sterven kan ik toch niet".
Maar ik stierf niet. Integendeel: Na
enkele jaren van verstandige zelfbehan-
deling was ik een kerngezond mensch.
Toen beschouwde ik 't als mijn plicht,
mijn medemenschen mede te deelen
hoe het mij gegaan was
Eerst zochten zijn collega's uit de omge
ving hem op. om hem om raad te vragen.
Weldra werd zijn naam alom bekend. Dui
zenden zieken stroomden naar Wörishofen
en in de oude „Wandelhalle", welke nog
heden bestaat, kwam eiken dag een gewei
dige menigte luisteren naar de geestige
redevoeringen van den „wonderman".
Kneipp was een arts van Gods genade, een
uitstekend „priester-arts", zooals men hem
noemde. Hij was een meester der diagnose.
In zijn spreekuren was hij meestal omringd
door een staf van geneesheeren, die zijn
assistenten waren of die voor studiedoel
einden bij hem vertoefden. Zelfs artsen uit
Indië en Australië kwamen in deze eerste
jaren reeds naar Wörishofen. Buitenland-
sche geneesheeren hebben in 1894 de „In
ternationale Vereeniging van Kneipp-art-
sen" opgericht. Haar leden verkondigden
de leer van Kneipp in het buitenland en
openden in vele landen Kneipp-sanatoria.
Op het gebied der geneeskunde heeft wel
licht niemand zooveel tegenstand en apot
beleefd als deze plattelands-geestelijke, die
rondwandelde in een van ouderdom glan
zende soutane, gevolgd door zijn trouw
hondje, en wiens hulpmiddelen slechts
water. een gieter, grof laken en een bad
kuip waren. Maar ook de tegenstand deed
zijn vermaardheid stijgen.
Een halve eeuw geleden begon de sprook
jesachtige ontplooiing van het onbekende
dorp in het Beiersche Zwabèn tot de klas
sieke Kneipp-badplaats. „Weerstand, een
voud en matigheid dat zijn de drie
steunpilaren van de menschelijke gezond
heid" zeide Kneipp en de menschen zagen
dit in. Heden is Wörishofen de op twee na
grootste badplaats van Beieren. Elk jaar
wordt het door tienduizenden bezocht.
Het oord heeft intusschen niets van
zijn idyllisch karakter verloren. Bad
Wörishofen is zeker de eigenaardigste
badplaats ter wereld. Het bezit welis
waar sanatoria en Kuurhuizen maar
in den vroegen ochtend ziet men er de
gasten in het dauw-natte gras met
naakte voeten wandelen en 's namid
dags vindt een algemeen „wa-tertrap-
pen" plaats in de waterbekkens en
beekjes, welke alle wandelwegen bege
leiden. En dan de „stortbuien" een
uitvinding van Kneipp, en zooals de
Fransche geneesheer Rouxel heeft ge
zegd, zijn „eeuwig monument".
De stamgasten van Wörishofen, die al
daar reeds veertig: en meer jaren zijn
teruggekeerd, hebben Sebastian Kneipp nog
goed gekend. En zij vertellen van zijn
krachtige uitdrukkingen: „Zuipen willen
ze allemaal, maar sterven wil er geen een!"
riep hij vaak in wanhoop uit, waarbij hij
zijn onmisbare gieter zwaaide.
Uit principe tutoyeerde hij al zijn patiën
ten, van elke rang en elke stand. Geld
aanvaardde hii alleen van de bemiddelden.
Wie niets had, werd gratis behandeld. Tot
een elegante dame zeide hij eens 'na haar
te hebben onderzocht: „U moet peen vrou
wenmoordenaar dragen dan ontbreekt
U niets" waarmede hij haar elegant cor
set bedoelde. „Wat doe je eigenlijk voor de
kost?" vroeg hij verder. „Ik ben Hofdame
van Hare Majesteit de Keizerin" antwoord
de de dame. „Aha, dus een dienstbode, zoo
als anderen ook. Geef een aalmoes aan de
armen. Ik heb geen betaling noodig".
Een mode-pop viel bijna om, toen ze, bij
haar aankomst te Wörishofen vernam, dat
zij barrevoets moest loopen. „Dat doet toch
pijn!" riep zij weenend uit. Maar Kneipp
antwoordde kalm: „Je bent ook barrevoets
aan je fijne hals en dat doet je toch ook
geen pijn!"
Toen Paus Leo XIII eens zwaar ziek was
werd Kneipp naar Rome ontboden. Na den
hoogen patiënt te hebben onderzocht, deel
de Kneipp aan het Vaticaan mede: „Zijne
Heiligheid kan nog dertien jaar leven, in
dien hij doet, wat ik zeg". De Paus herstel
de en wilde Kneipp te Rome behouden.
Maar deze schudde het hoofd: „Onmoge
lijk" zeide hij, „In mijn gemeente wachten
duizenden zieken op me". De Paus liet hem
daarop vertrekken, na hem vooraf tot Pau
selijk Kamerheer te hebben benoemd.
Korten tijd nadien werd Aartshertog Jo
zef van Oostenrijk ziek. Kneipp werd ge
roepen, maar de Aartshertog wilde geen
rekening houden met zijn instructies. „Het
water is me veel te nat" zeide hij. „Dan
moet je maar in de droge aarde bijten"
antwoordde Kneipp kort. De Aartshertog
lachte en onderwierp zich. Hij werd later
een geestdriftig aanhanger van Kneipp.
Hij trok zelfs naar Wörishofen en op de
bosch-promenade. welke heden zijn naam
draagt, vertelde hij aan de andere badgas
ten hoe Kneipp hem had bekeerd.
Kneipp heeft van het geld, dat hij
ontving, nooit iets voor zichzelf be
steed. Hij bleef een bescheiden mensch.
Alles schonk hij aan de armen en de
onbemiddelde zieken. Hij heeft een
groot kinder-sanatorium opgericht
een Kuurhuis en een Kuurverblijf voor
gezinnen. Toen hij stierf zeide hij: „Ik
laat drie groote geneesheeren na:
Water, lucht en eenvoud".
Wolhandkrabbestrijding
Door de Ned. Heidemaatschappij is uitge
geven het rapport van de commissie ter be
strijding van de wolhandikrab.
Aan het samenvattend oordeel ontleenien
wij het volgende:
Irn de provinciën Groningen en Friesland
trad in de jaren 1931—1934 een steeds toe
nemende wolhandferabbenplaag op, die voor
al in 1933 en 1934 aan de binnenvisschenj
groote schade toebracht. In 1935 en vooral
in 1936 ging de plaag weer snel terug, ken
nelijk ten gevolge van de enorme eisterfte
in de voortplantingsperioden 19341935 en
1935—1936. Deze eisterfte is naar alle waar
schijnlijkheid een gevolg van het plotseling
spuien van groote hoeveelheden zoetwater
bij Zoutkamp; de eieren der zich in de
Lauwerszee ophoudende wijfjes zijn tegen
een plotselinge daling van het zoutgehalte
niet bestand.
In het gebied van Rijins Maas en Schelde
is de plaag nog -niet van groote beteekenis;
het is echter te vreezen, dat hier in de
komende jaren een sterke, toeneming vaw
het aantal wolhandkrabben zal optreden.
Bestrijding is in het noorden van ons land
voorlopoig niet meer noodig. Mocht de plaag
hier hetgeen zeer denkbaar is te
eeniger tijd weer eenis strrk toenemen, dan
verdienen nieuwe proeven met dichtzet-
aohtige vanginrichtingen hier overweging.
In de niet van stuwen voorziene beneden-
100pen van Rijn en Schelde is (voor zoover
thans bekend) geen bestrijding mogelijk.
Wat de Maas betreft, zou een vanginrich
ting volgens Duitsch voorbeeld bij de stuw
te Lith wellicht succes kunnen opleveren.
In hoeverre bescherming van kleinere
vischgebioden uitvoerbaar is, zal door nader
onderzoek moeten blijken.
Voor de palingfuikenvisschers vormt het
aanbrengen van een wijdmazig keernetje
voor de eerste inkeling van de fuik een zeer
practisch en goedkoop bestrijdingsmiddel.
Biologische bestrijding is waarschijnlijk
onmogelijk evenals ook bestrijding met be
hulp van eilectricitoit.
Oeverbeschadiging door wolhandkrabben
in de Noordelijke provinciën herhaaldelijk
geconstateerd.
Rondom de kabinets
verantwoordelijkheid
Sommige roomsch-katholieke bladen be
klagen er zich over, zoo schreven wij, dat
met name de sociaal-democratische pers
het speciaal op de roomsch-katholieke mi
nisters gemunt heeft en deze persoonlijk in
het debat betrekt. We vroegen hierop geen
bescheid, doch 't Dagblad van Niord-
r a b a n t antwoordt nochtans:
Het anti-revolutionnaire blad herin
nert zoo, piet onhandig, aan de vroeger
dikwijls op dr. Colijn geoefende critiek
en het constateeren van een koerswijzi
ging door de katholieke pers, waarbij ze
invloed toekent aan de katholieke minis
ters. Nu kunnen we niet alles in bescher
ming nemen wat er zooal in de loop der
laatste vier jaren aan critiek is losgeko
men met betrekking tot 't regeerings-
beleid. Maar we mogen er toch wel aan
herinneren, dat niet de geheele katho
lieke pers bij haar critiek de katholieke
ministers Deckers, Gelissen en van
Schaik heeft gespaard. Daaruit blijkt
voldoende, dat de collectieve Kabinets
verantwoordelijkheid thans niet voor het
eerst op de voorgrond wordt geplaatst.
Om dit laatste ging het niet; wel om het
eerste, dat men thans goede daden aan
eigen menschen en minder gewenschte be
sluiten aan de andere ministers toeschrijft
De speelzaal
Zooals bekend, houdt men er in de Bel
gische kuststeden sinds jaar en dag speel
zalen op na, die onontbeerlijk schijnen voor
badgasten; schrijft de r.k. Residentie
bode
Althans onze badplaatsen klagen steen
en been, dat hier de vreemdelingen niet
willen komen, omdat Nederland geen
BLAUW BAND VOL AROMA
WIT BAND EXTRA LICHT
Het is rijpe Ster Tabak
speelzalen duldt. Zelfs moeten, naar men
beweert, onze eigen menschen liever
naar Ostende, Knocke enz. gaan, omdat
men daar zoo makkelijk zijn geld kwijt
kan aan de roulette enz.
De affaire schijnt in België zóó goed
te gaan, dat men ze ook buiten de bad
plaatsen doorzet. En zoo zien we in onze
bladen volgende advertentie:
„Name n, België. Het Casino van
Baccara Roulette. Op 16 October
opening van de nieuwe speelzalen, de
mooiste van het Continent. Gratis
tombola. Ie prijs: Ford Automobiel
Grand Luxe V 818 H.P.".
Als men nu nog weet, dat we deze ad
vertentie knipten uit... de „Maasbode",
dan zal men zich toch afvragen of hier
sprake moet zijn van een „afschuwelijk
misverstand" zou Kuyper zeggen
dan wel of het tijd wordt om ook hier te
lande speelzalen te openen. Als onze
menschen toch moeten aangespoord
worden om hun geld aan- den speeldui-
vel te offeren, dan kan men hun dat toc'ri
beter in eigen land laten doen, zoodat
de winst binnen de grenzen blijft.
Wij venvachten van ons Christelijk Kabi
net betere dingen.
De taal van een Christen
Zelfs bij wijze van voorbeeld en ter waar
schuwing nemen wij niet gaarne gruweltaal
op. Maar het orgaan van de CD.U. noemt
zich „Chisten Democraat" en al is
men het er niet mee eens men moet
daaruit toch zonder ergernis iets kunnen
citeeren. De vraag rees echter of dat ook
geldt van het volgende vers, dat een „Adres
van Antwoord op de Troonrede 1937" wilde
zijn en dat aldus luidt:
Gods wet zou ten oppersten richtsnoer u
zijn?
Een vloek werd die naam in uw monden.
Wie neemt er der kinderen brood uit de
schrijn,
En werpt het tot spijs voor de honden?
Voor brood geeft ge een steen en voor
kleeding een dolk^
Naar 't voorbeeld van vreemde satrapen;
Liefdadigheid zorge voor 't hongerend
volk
Gij zorgt voor het doodende wapen.
Neen, ducht niet den arme tot oproer
gezind
Zijn macht hoeft ge nimmer te vreezen;
Maar weet, tusschen u en zijn ondervoed
kind
Zal God eens de scheidsrechter wezen 1
Door een schot hagel getroffen
Ongeluk of opzet?
In het Liesbosch te Princenhage heb
ben gisteravond de 25-jarige H. en de 23-
jarige A. een zeer onaangenaam avontuur
beleefd. Toen zij vai| een bankje opstonden
om huiswaarts te gaan werd vanuit het
bosch op hen geschoten. Het meisje zakte
ineen en de jongeman voelde pijn in d$
buik. Hij nam het meisje op en trachtte
haar naar de uitspanning aan de rand i
het bosch te brengen doch halverwege kon
hij niet verder omdat de last hem te zwaar
werd vanwege zijn eigen verwondingen.
Niettemin gelukte het hem het café te I
reiken en daar den caféhouder te waarschu
wen. Deze waarschuwde direct de politie
liet geneeskundige hulp komen. Het meisjé
werd opgehaald waarna het onderzoek uit
wees dat beiden door een schot hagel uit
een jachtgeweer waren getroffen, het meisje
in de zijde, de jongen in den buik.
Beide zijn per ziekenauto naar het St. Ig-
natiusziekenhuis te Breda overgebracht.
Voorloopig tast men omtrent dit voorval
in het duister. Inlichtingen konden de jonge
lieden zelf niet verstrekken. Wel was hun
eenigen tijd tevoren een man gepassee
maar zij konden niet zeggen wie deze was
en of deze geschoten had.
DE GEVOLGEN VAN EEN FIETSTOCHT
dnor G. TH. ROTMAN fNadruk verboden
41. Een tuintje verder legt vrouw Pas
Haar wasch te bleeken in het gras.
Met zorg wordt alles wijd en zijd
Door heel het tuintje uitgespreid.
42. O wee, hoe Jochems kleur verschiet
Als hij de auto komen ziet!
Hij krijgt van pure consternatie
Van top tot teen een bibberatie.
(Wordt vervolgd)