TUINBOUW
„UNICUM"
SihiPOMPEN
RAATUURTJE
■SEPTEMBER 19S7 No. ioo
Rassenkeuze Wintergranen 1937
(Eerste bericht)
Sedert de Rassenlijst in Januari/Februari
Jn plaats van in September/October wordt
uitgegeven, is het mijn gewoonte in den
herfst zooveel mogelijk gegevens te verza
melen omtrent de nieuwste ervaringen met
wintergranen en deze in een kleine reeks
van artikelen te verwerken, die aan de
landbouwpers ter opname worden aangebo
den. Natuurlijk is 't aantal gegevens waar
op deze artikelen steunen, minder groot
dan dat waarop de definitieve Rassenlijst
komt te berusten, maar voor de practijk ie
het van belang vóór den zaaitijd zoo goed
mogelijk te worden ingelicht. Ik wdl daarom
ook ditmaal weer trachten de nieuwste er
varingen ter algemaene kermis te brengen,
en begin met een globaal overzicht van den
stand van het vraagstuk.
Ieder jaar brengt zijn mee- en tegenval
Iers. Dat is een ieder bekend, en wanneer
men opnieuw tot een keuze van de rassen
moet overgaan, is het zaak zich odet te veel
door den indruk van het laatste jaar te
laten ledden, maar zoo objectief mogelijk
een lange reeks van jaren voor oogen te ne
men en uit de gezamenlijke mee- en tegen
vallers conclusies te trekken. Het is altijd
gevaarlijk een veelbelovende nieuwigheid
dadelijk alle vertrouwen te schenken, daar
entegen geeft het oude beproefde weinig
kans op verrassingen. En hoewel k priori
wel mag worden aangenomen dat ook de
oude rassen als Petkuser-rogge, Vintdicat-
gerst en Juliama-tarwe eenmaal het veld
zullen moeten ruimen voor iets beters, men
betrachte bij het oversdhakeöen van oude op
nieuwe rass/en steeds een zeker conservatis
me. In dien geest heb ik ook vorige jaren
geadviseerd, en Ik geloof dat zij die deoe
adviezen heibben opgevolgd, er niet slecht
bil gevaren zijn.
Van wintergerst valt op het oogen
blik nog weinig bijzonder te vermelden. Da
bekende wintergerstraseen: Viodicat, Fle-
tumer, Mansholts II en Vogels Agaer heb
ben geen verrassingen opgeleverd. Deze ras
sen zijn alle goed te noemen en tamelijk
gelijkwaardig. Tot 1936 stond Fletumesr in
opbrengst iets beneden Vindicat, Vogels
Agaer en Mansholts II iets er boven; In 1937
Bobijnt Fletutmer iets gunstiger voor den
dag te komen; ik hoop een volgend maal
wat meer proefveldcijfers te kunnen ver
melden, waaruit dit dan zal blijken.
De buitenlandsdhe eni nieuwe rassen die
'd!t jaar zijn beproefd en waarvan er enkele
het vorig jaar nogal goed1 voor den dag
kwamen, hebben dit Jaar, met uitzondering
van Escourgeon 185/79, geen zeer gunstigen
Indruk gemaakt. Beproeving van Hylkeima's
selectie 11, Peragis mdddtenvroege, Mahn-
dorfer Victoria en Escourgeon 185/79 zal
worden voortgezet en proefnemers zulïen
welkom zijn, maar voor de groote practijk
is er m.l. geen reden iets andere te verbou
wen dan een der vier oude bekenden.
Ook wat de winterroggerassen
betreft, is het beeld ten deele nog als van
ouds. De Zeeuwsche rogge kon het, over
het geheele land genomen, oiiet bolwerken
tegen de Petkuser. Op de proefvelden bracht
ze het gemiddéldi niet verder dan 80 k 85
van de zaadopbrengst van Petkuser.
Een dergelijke figuur maakt de Ottersum-
eche, die het gemiddeld niet boven de 90
brengt.
Stieltjes-rogge, evenals de Ottersumsche
op resistentie tegen aaltjesaamtasting go-
kweekt, is op wat ruimere schaal beproefd,
en de totale indruk Is niet ongunstig, zoo
dat wordt overwogen ze in de Rassenlijst
op te nemen. In type heeft deze rogge (een
kruising van Petkuser en Ottersumsche)
wel iets van de Ottersumsdhe. De resistentie
tegen aaltjes komt ongeveer met die der
Ottersumsche overeen, zoodat deze rogge
beproeving verdient tegenover Ottersumsche
ten speciaal op land waar aaltjesziekte
^reup") voorkomt Overigens zal de kwee
lt er natuurlijk moeten trachten de opbrengst
op het peil der Petkuser te brengen, wat
:n allesbehalve gemakkelijke taak isl
Stond de Petkuser tot dusverre onbestre
den aan de spits, ze krijgt ernstige concur
rentie van de Von Lochows kortstroo, die
uit hetzelfde „nest" afkomstig ls.
Van het oogstjaar 1936 beschikken wij
over 52 vergelijkingen tueschen Petkuser en
v. Lochows kortstroo, die als volgt kunnen
worden samengevat;
v. Lochows kortstroo t.o.v. Petkuser
aantal minder gelijk beter
proeven
zandgrond 16 4 2 10
dalgrond 33 13 15 5
löss 3 111
52
18 18 16
Ook deze cijfers hopen wij nog te comple-
teeren met cdeuwe gegevens. Voorloopig
vestigen ze dien indruk dat de Von Lo
chows kortstroo-rogge op zandgrond de Pet
kuser evenaart of zelfs overtreft, op dal
grond echter niet tegen het oude ras op
kan. In elk geval is de Von Lochows kortr
etroo alleszins waard verder beproefd te
worden.
Van de overige Duitsdhe selecties hebben
de Brandts Marienrogge en Ringrogge II
een goeden indruk gemaakt. Doze rassen,
alsmede Poznan 24 en Carstenis kortstroo.
zullen verder worden beproefd.
Zooals gewoonlijk heeft het winter
tarwe sortiment het meest de aandacht
getrokken en verrassingen zijn dit jaar niet
uitgebleven.
Waren aller oogen geridht op de Fransche
matador Joncquois, het schouwspel heeft
veten en ook omdergeteekende teleurgesteld.
In.de eenste plaats werd dit ras evenals
Benoist 40 geteisterd door roest, maar bij
het oogsten bleek de opbrengst over het ge
heel tegen te vallen en vaak ver beneden
redelijke verwachtingen te blijven. Dit ia
jammer, maar niet te ontkennen. Schijn
baar is de slechte structuur van den grond
oorzaak dat de benoodigde stikstof niet tij
dig ter beschikking beeft gestaan om de
Joncquois haar volle ontwikkeling te ge
ven, en is de minder gunstige zomer de
oorzaak dat zich het verschijnsel heeft ont
wikkeld waartegen ik van aen beginne af
gewaarschuwd heb, n.l. onvoldoende vul
ling der korrels, wat bij dit (en meer nog
bij sommige andere FrauBchs rassen) een
voorwaarde ie voor hooge opbrengst ei
goede kwaliteit Tenslotte heeft de geti
roest dit jaar in onverwacht sterke mate
de Joncquois aangetast Inidien de winter
streng ware geweest zou de Joncquois mis
schien met één slag „genekt" zijn geweest,
maar gelukkig is ons dit bespaard. Geluk
kig, omdat deze tarwe te goede eigenschap
pen bezit om zich door de teleurstellingen
van één jaar te laten ontmoedigen. De
groote productiviteit in gunstige omstan
digheden, het vermogen groote hoeveelhe
den stikstof te benutten, het korte, stevige
en zware stroo, de vroegrijpheid, de groote
resistentie tegen stuifbrand en die behoor
lijke bakaard blijven eigenschappen van
groot belang, die zich zeer zeker in de toe
komst zulten laten gel dien, en Uk zou de
verbouwers in overweging willen geven de
verbouw van Joncquois ongeveer te houden
op het peril dat ze thans heeft bereikt. Wel
behoort zooals ik ook vroeger reeds her
haaldelijk opmerkte de toekomst niet
bepaald aan Joncquois, maar aan een nog
te vindien witzadig ras, dat de minder gun
stige eigenschappen der Joncquois mist
(o.a. het uitvallen der korrels tengevolge
van te langzaam afrijpen van het stroo, de
gevoeligheid voor koude en roest), maar de
Joncquois is mi. nog altijd een welkome
overgangsvorm, die den weg bereidt naar
het betere.
De Fransche groep is nog steeds zeer rijk
en in het land van herkomst groeit ze
voortdurend aan. Ik zag dit jaar bij de
Fransche kweekers versdhillende nieuwe en
zeer veel belovende stammen, die over en
kele jaren ook hier te lande kumrien wor
den beproefd, en het is mij bekend dat ook
de Nederlandsche kweekers doende zijn de
gewensohte combinatie te vinden. Van Ir
Koopman zijn reeds een tweetal nieuwe
kruisingen in beproeving.
Wie, met mij, in de toekomst van Iets
„Fransoh"-achtigs gelooft, blijve aan de be
proeving medewerken. Het overweldigend
aantal tarwerassen maakt het noodig dat
vele proeven worden genomen.
De direoteur van het Instituut voor
Plantenveredeling
C. BROEKEMA
De wereldgraanpositie
en onze graanvoorziening
Omtrent de oogstverwachtingen van tarwe
op het Noordelijk halfrond de tarwe-
positie oefent, zooals bekend een overwegen
de invloed uit op de graanmarkten in het
algemeen zijn thans voldoende gegevens
bekend om zich een indruk te kunnen
vormen over het aanbod, dat van dit ge
deelte van de wereld kan worden verwacht.
Hierbij moet evenwel een uitzondering ge
maakt worden voor Sovjet-Rusland, omdat
het aanbod uit dat land niet uitsluitend
wordt bepaald door oogstverwachtingen
beschikbare voorraden. Aldus begint een
artikel over de internationale graanpositie
en de graanvoorziening van Nederland in
„Economische Voorlichting", waarin mede
gedeeld wordt, dat de met tarwe beteelde
oppervlakte in Europa iets grooter is dan
in 1936. het weer was echter niet overal
even gunstig, toch verwacht men een oogat
van iets meer dan het gemiddelde. Ook in
Rusland schijnen de verwachtingen gunstig
t« zijn.
In de Ver. Staten is het areaal met 26 pet
uitgebreid en kan voor het eerst sinds jaren
op een aanzienlijk exportsurplus gerekend
worden. Maar Canada zal weinig kunnen
exporteeren, omdat de graanoogst daar voor
een deel is mislukt. Britsch-Indië geeft
misschien iets crooter oogst, maar China
een slechtere.
Wat de wereldvraag betreft, deze zal
waarschijnlijk geringer zijn dan in het vorig
seizoen. Amerika, dat vorig jaar 1 millioen
ton tarwe importeerde valt weg. Ook Italië,
dat iy2 millioen ton importeerde zal weinig
of niets meer vragen. Duitschland zal de
graaninvoer zooveel mogelijk beperken
Frankrijk zal iets importeeren, Spanje ver
moedelijk veel vragen, doch Griekenlan'
veel minder dan het vorig jaar noodig
hebben
De uitvoersurplussen over 1937—'38 zul
len volgens schatting 2 k 2y2 millioen lager
zijn dan de uitvoer in het vorig seizoen.
Üe Vereenigde Staten laten hierbij een
eigenaardige verandering zien. Tegen een
invoersaldo van 3 millioen toen, komt nu
een uitvoersaldo van 1 millioen. Een ver
schil alzoo van 4 millioen ton. Doch Canada
zal deze 4 millioen ton gelijk maken, daar
hier op een uitvoersaldo van slechts 2 mil
lioen ton gerekend wordt tegen 6 millioeo
in het vorig seizoen.
De wereldinvoerbehoefte zal 14 k 15
millioen ton bedragen (15,8 mill, in het
afgeloopen seizoen). Er kan gerekend
worden op een overschot van 1 millioen
ton, waarmee de wereldvoorraad aan
gevuld kan worden.
De wereldvoorraad is echter in de laat
ste jaren aanmerkelijk ingestonken. Het
prijsverloop zal dan ook waarschijnlijk
sterk beinvloed worden door berichten
omtrent oogstverwachtingen over de ge
heele wereld.
Voor Nederland ls de ontwikkeling va
het prijsverloop van groot belang. Het
varwe-areaal is ingekrmpen van 151.500
h.a. in 1936 tot 118.891 h.a. Taxeert njen de
oogstuitlevering op 325.000 ton, dan is de
invoerbehoefte een kleine 600.000 ton. Ter
voorziening hiervan komen Canada, Vereen.
Staten, Roemenië en Zuid-Slavië in aan
merking. Maar de graanpositie in deze
landen is zoo, dat voor Nederland niet veel
zal overblijven voor 1937. In 1938 komen
Argentinië en Australië als leveranciers iD
aanmerking. De Donaulanden verkoopen
zooveel mogelijk alleen tegen vrije deviezen.
Wat de mais aangaat, deze laat zich'gun
stig aanzien. Amerika, Argentinië en Zuid
Afrika hebben groote uitvoeroverschotten.
De Nederlandsch Indische mais zal, nu
Japan, (dat anders bijna alles uit Indië
betrok) de maisbehoefte in Mandsjoerije
dekt om deviezen te besparen, op de Neder
landsche markt komen.
De maisinvoer steeg in de laatste 7 maan
den met 10 pet., de prijzen daalden sedert
21 April van 110.50 op 107.50 op 23 Aug
(Thans is echter overal een sterke prijs
stijging waar te nemen, Red.).
Over de haver en gerst valt weinig te
zeggen. De prijzen zijn gevoelig fceruggp
loopen.
De wereldproductie van rogge bedraagt
nog geen 40 pet. van die van tarwe. Onge
veer 95 pet wordt door Europa (ine!
Aziatisch-Rusland) geleverd. Rusland, Polen
en de Oostzee-randstaten zijn de belangrijk
ste exportgebieden. Amerika, dat voorheen
exporteerde en daarna importeur is gewoi
den, zal misschien weer als leverancier
kunnen optreden.
Het roggeareaal van ons land is in de
eerste crisisjaren sterk verminderd, daarna
door de steunregeling weer toegenomen en
thans veel grooter dan in 1936—'30 (524.000
h.a. tegen 394.000 h.a.). De invoer liep dien
tengevolge sterk terug en de uitvoer ver
meerderde, zoodat de netto invoer die ge
middeld 152.000 ton in 1928--'32 bedroeg in
136 slechts c.a. 46.000 ton bedroeg.
Van alle granen is de roggeprijs het meest
opgeloopen.
Weet ge
dai' door de Duitsche Rijkscommissie weer
een aantal paarden van het type Belgisch
trekpaard zijn aangekocht, zoo te Valken
burg 38, te Roermond 20, te 's-Hertogen-
bosoh 23 en te Roosendaal 82;
dat volgens den Londenschen correspondent
van de Telegraaf de Nederlandsche uiv-
voer van landbouwproducten naar Enge
land geen verdere directe gevaren van
nieuwe inkorting of wering bedreigen. Het
grootste gevaar dat ons boven het hoofd
hangt is: de Colorado-kever;
dat volgens Duitsche bladen het mogelijk
is, dat er weldra ook een tekort aan var-
kensvleesch in Duitschland zal ontstaan,
als de boeren niet voor opvoering der var
ken sfokkerij zorgen;
dat de Poolsche regeering het verbod tot
uitvoer van tarwe, rogge, haver, zemejeri
en meel heeft verlengd tot 31 Juli
omdat de oogst ver beneden normaal ge
bleven is.
Ontvangen geschriften
Van dit dendrologiech standaardwerk
verscheen thans de 8ste aflevering, waarin
de soorten van het geslacht Penmus verder
behandeld worden, waarna met de verwan
te Cotoneasters, Pyracanitho's, aan de orde,
waarna ook nog de crataegus-soorten be
handeld worden en met de Meepilus be
gonnen.
Zooals we reeds meerdere malen schre
ven is dit standaardwerk eeD werk
grot belang voor allen die met de dendio-
logie te maken hebben. Het ls ontegenzeg
gelijk met een buitengewoon groote kennis
zaken geschreven. Dat merkt men aan
alles.
De uitvoering is zeer fraai.
Marktoverzicht
(Medegedeeld door het Centraal Bureau)
VOERARTIKELEN
Er zullen niet veel weken per jaar voor
komen, dat een maismarkt stijgt zooals dat
in de afgeloopen week is geschied. Het
tekort per September heeft zich steeds ster
ker geaccentueerd. Eiken dag liep de mark»
voor disponibel, spoedige en nog in Sep
tember gewachte partijen verder omhoog
Voorraden zijn er bijna nergens en het blijkt
dat velen werkelijk in den laatsten tijd te
weinig hebben gekocht. Op aflading ging er
weinig om, alhoewel de prijzen daarvan
aanmerkelijk lager zijn. Zuid-Afrikaansche
mais trok eveneens wat aan.
Gerst is echter nauwelijks duurder ge
worden en men kan thans voor den
prijs van Laplatamais reeds aangekomen
Laplatagerst koopen. Twee maanden ge
leden kostte deze gerst ongeveer f 40.per
2000 kg. meer dan de mais.
Grondnotenschilfers liep iets op. Lijn
koeken bleven de geheele week vrijwel on
veranderd. De belangstelling in deze artike
len is den laatsten tijd echter zeer gering.
MESTSTOFFEN
Stikstofmeststoffen. Nu wordt
het toch wel belangrijk minder met de stik
stofvraag. Het laat zich aanzien, dat deze
eek de laatst© knollen hun stikstofvoedseJ
te pakken zullen hebben en dan kan de
stikstofmarkt wel aan haar gewone herfst
dutje beginnen.
Wij hebben eens nagegaan, hoe de tot
heden voor dit seizoen in onze organisatie
gekochte hoeveelheden stikstof verdeeld
zijn en vinden voor de nitraatstikstoffen
(chilisalpeter plus kalksalpeter) 22.7 pet,
voor de zwavelzure ammoniak 15.2 pet, voor
de ammoniumnitraten (kalkammonsalpeter
plus ammonsulfaatsalpeter) 55,7 pet en voor
kalkstikstof 6.4 pet
We bemerken dus nog steeds, dat
Nederlandsche verbruiker steeds meer de
voorkeur geeft aan de ammoniumnitraten.
Onze cijfers geven, hetzij hier nadrukkelijk
vermeld, niet een beeld van de vraag in
geheel ons land', doch enkel van de vraag
in onze organisatie, die echter vrijwel over
het geheele land verdeeld is en dus een
tamelijk juiste weerspiegeling zal geven
van den toestand over het geheel genomen.
Thomasmeel. De prijshoudende stem
ming van thomasmeel in de productielan
den heeft zich in de afgeloopen week ge
handhaafd. Nadat de nieuwe superfosfaat-
prijzen voor Nederland bekend waren ge
worden werd deze stemming er niet minder
op. Wel is men in ons land nog niet vol
komen aangepast bij de prijzen, die de
productielanden vragen, doch men komt
meer in de lijn. Men gaat nu echter m
naar een periode met betrekkelijk weinig
directe vraag en we moeten afwachten, jf
de markt ook in die periode kan stand
houd ui.
PAARDEN BETREDEN HET JAARBEURSTERREIN
Op de Agrarische Jaarbeurs waren behalve een stal met stamboekvee van de drie
Nederlandsche rundveeslagen ook een viertal kampioenpaarden te zien, die be
hangen met hun decoraties, hun intrede op Vreeburg deden.
De meest volmaakte
Hooi' en Graanelevator I
GEBR. OLDENHUIS,
T ranspor tear bouw
BIERUM (GR.), TELEFOON 6
Als het waard is vee goed te voeren;
dan is het zeker waard
OHa VOEDERS
te koopenl
gegarandeerd met D-vitaminen en
Okra-Salts (minrealen)
Van Oijen's Handels-MijN.V.
Postbox 48 VENLO (L.)
BELASTINGZAKEN - BOEKHOUDEN
Voor ALBLASSERWAARD
ls Uw aangewezen adres:
J. VAN HOVEN SLIEDRECHU
TeL 271 D 15 (bij de Tolsteeg)]
Centrale Boekhouding voor alle bedrijven
KWALITEIT HENNEN EN EENDEN
m. B Basen vrij zicht. Ultal. goede kwal
W. Legh. 3% mnd f 1.20, 4 mnd f 1.80, 6 mnd
f 1.40 p. at; Rh. Isl. Reds 4 mnd f 1.35, 6
mnd f 1.46 p. st.; Barnevelders 4% mnd f 1.60
p. st, 6% mnd f 1.65 p. st.; Ktaakle Camb.
bruine eenden 4 mnd f 0.90,.' 6 mnd f 1 p. sc.;
Witte Legto. kippen, broed '36, nog leggen,
f 0.80 per stuk. Zend. remb. verp. vrü, vanaf
20 st. franco station.
weg t
RAAMLIJSTEN
SYSTEEM „NYHOF"
5 punten waar het om gaat:
Speciale ruitenhouder.
Stalen hoeken.
Koperen nagels,
Langere levensduur.
Goedkooper in 't gebruik
Wie ze gebruikt, bestelt na. Vraagt vrij
blijvend inlichtingen:
J. BAK, H. BAK DE JONG
HENDKIK-IDO-AMBACHT Telef.
GLAS
por kist
64 ruiten 61.6 X 88 can 6.50
86 ruiten 69.6 X 48.5 cm k 6.50
47 ruiten 69.6 X 38 can k f 6.50
94 ruiten 38 X 29.5 cm 6.50
120 ruiten 82.6 X 88 cm k f 6.50
21 ruiten 141 X 73 cm k f 16.50
Dubbeldik glaa Kist gratis Niet franco
v. d. BURGH's Glashandel
TELEFOON 15 MAASLAND (Z.H.»
voor het winterseizoen 1937/*38 zijn bekend
geworden en het schijnt, dat de Belgischq
noteringen zich daarbij aanpassen. De no
teeringen zijn iets hooger dan die, welke inl
dit voorjaar golden, doch de verhooging is,
gezien de moeilijke omstandigheden voor da
fabrikanten, zeker matig te noemen.
K a 1 i z o u t e n. Dit artikel ligt stil. Alleen
klaagt men hier en daar, dat men ondanaa
de vroege bestelling, nog niet tijdig vóóp
den herfstuitzaai zijn kalileveringen thuis
heeft. De producenten kunnen natuurlijk
niet alles tegelijk leveren, doch met een;
weinig meer overleg, waren die klachten
toch te vermijden geweest en wij weten, daï
het de bedoeling der producenten is, da
verbruikers in rechtmatige wenschen tege
moet te komen.
881
Daar was ik zoowaar een brief kwijt
Dat mag niet voorkomen. En vooral in dit
geval niet, want het was van iemand, die
mijn raad van het vorig jaar, geloof ik, had
opgevolgd en in zijn tuin ook wat kleine
bloembollet]'es had gezet. Scilla'» en win-
teraconieten, ook wel Eranthis genaamd.
Daarbij was hij ook zoo wijs geweest mijn
raad op te volgen en had de bollen bij een
vertrouwd handelaar gekocht De brief van
zoo'n briefschrijver weg! dat mag al heele-
maal niet voorkomen.
'k Heb gezocht en gezocht, en Ja, hoor! ik
had de brief met andere stukken heel goed
opgeborgen. Zóó goed, dat ik het niet meer
wist Dat komt meer voor, nietwaarl Maar
ook zóó opgeborgen, dat hij ditmaal voor
den dag moest komen nl. bij mijn aanteeko-
ningen bestemd voor mijn praatje van deze
sveek.
We stoken dus van wal en we wilden het
vanavond, dit was ons plan, een hebben
ZORG VOOR DE BLOEMEN.
Üie nu onze aandacht noodig hebben
Dat lijkt wel wat vreemd voor sommigen.
Nu, midden September, nu de bladeren
reeds gelen en vallen, nu de herfsttinten de
bosschages in gloed zetten, nu de meeste
bloemen reeds uitgebloeid geraken, nu over
bloemenverzorging spreken. Maar de inge
wijde weet al beter. Voor het volgend bloei-
seizoen, dat reeds vroeg in het volgend jaar
begint, moet nu reeds, moest zelfs in be
paalde gevallen reeds lang, gezorgd worden.
Om maar eens te beginnen met het gras.
Gras behoort wel niet tot de hJoemen, in den
sin zooals wij dat woord gébruiken, doch in
Wat ik hoorde en xag, las en
dacht; op reis en thuis
nis.
Dan (beginnen we maar eens met het ga
zon.
Hoe mooi ls niet een gazon van goed on
derhouden, steeds kort geknipt gras. Hoe
jaloersch ia vaak de tuinbezitter niet op hen
dis
EEN MOOI GAZON
hebben.
Men zegt dan wel dat die bezitters van
zoo'n mooi gazon meer tijd er aan kunnen
besteden. Of een beter gelegen tuin hebben.
Of wat dan ook. Maar dat is wel eens, doch
niet altijd waar.
Men kan heel ongunstige plekken helblben,
onder hooge hoornen b.v. waar gras niet'
vaak wil, vooral niet als de tuin tusschen
hooge huizen ligt en weinig zon kan door
dringen. Maar als er eenige kan6 toe is om
een goed grasperk te hebben, wordt die
kans niet altijd gegrepen.
Te veel werk. hoor ik daar. Och wat! Zal
ik je eens een verhaaltje vertellen? Een hei-
kanter had veel medelijden met de soldaten.
Als reden gaf hij op, dat de soldaten ver
plicht waren alle dagen hun haren te kam
men. Hij deed het eens per jaar (als hij de
pacht ging betalen) en dan deed het hem
zóó'n pijn, dat hij zich wel wachtte het voor
de eerstvolgende pachtbetaling weer te doen.
Zoo gaat het met de gazonbehandeling
ook eenigszlns.
WIE HET REGELMATIG
VERZORGT. HEEFT ER
NIET VEEL WERK AAN.
doch voor hem die het laat verwaarlozen is
het hopeloos werken.
Deze zomer zag ik daar een voorbeeld van.
In miiA vacantie passeerde ik dagelijks een
tweetal vrije huizen, vlak naast elkaar, kort
geleden gebouwd en aan alles was te zien,
dat ze ook ongeveer gelijk betrokken waren.
Beide een aardig tuintje vóór en naast het
huis. Bij de een zag ik gedurende de drie
weken, dat ik daar was geregeld twee maal
per week het gras knippen, 't Was dus
steeds malsch gras en liet zich gemakkelijk
knippen. Bij de ander bleef het week aan
week liggen. Toen het blijkbaar de bewoner
te bar werd, was het gras zóó taai en dor
dat er geen knippen aan was en het heel
wat moeite en zweet kostte het ietwat kaal
te krijgen. De ander had een keurig, frisch
heldergroen grastapijt, dat ik twijfel er geen
oogenblik aan ook In de winter goed behan
deld zal worden. Want ook dan is het noo
dig voor het gazon te zorgen. Wie het in de
wintermaanden verwaarloost of, wat ook ge
beurt, mishandelt, door te doen alsof gras
alles verdragen kan, zal geen mooi gazon
houden. Daarover later nog wel eens,
hoop ik.
Wie voor het volgend jaar een gazon op
zijn verlanglijstje heeft staan, kan rru be
ginnen om dat verlangen te voldoen.
Men kan
THANS HEEL GOED
GRAS ZAAIEN.
Het is zelfs wel aan te bevelen boven het
zaaien in het voorjaar. Dan kan het jong
grasbestand erg lijden door de droge en
koude voorjaarswinden. Van die echt 9chrale
winden kunnen dan heerschen soms vele
dagen aaneen. En die doen heel wat kwaad,
ook het jonge gras.
'k Zag vandaag nog gras zaaien bij mijn
buren. Dat belooft als het niet tegenloopt'
't volgend jaar een goed gazon te worden.
De grond bleef eerst een poos omgespit lig
gen. Het onkruid kwam op en werd weer
licht ondergespit'. Daarmede is er al een
eerste stap gedaan om een zuiver grasveld
te krijgen Nu is gezaaid. Een pond zaad
per 12 15 m2, dus goed dik zaaien en dat
doen op een tijd, dat men niet veel last van
de wind heeft, 't Waaiï anders weg en het
gevolg is een onregelmatige stand. Dan in-
harken, goed gelijkmatig en ook gelijkmatig
platslaan of licht rollen. Maar men let er
op, dat de grond niet dichtgeslagen wordt,
wat als het erg nat is nog al eens voorko
men kan. Heeft men nog last van vogels,
dan doet men goed het zaad met wat menie
te mengen, zoodat het rood ziet
Als ge zaad koopt, zeg dan aan de ver-
kooper wat voor grond ge hebt. Hij zal u
dan het voor uw tuin passende mengsel ge
ven. Indien ge zoo wijs zijt bij een ver
trouwd handelaar te koopen, die misschien
een paar stuivers duurder is, doch een paar
rijksdaalders meer genot doet smaken.
Maar als ge van een vertrouwd handelaar
koopt is daarmee nog niet alles voor elkaar.
Dat ondervond de schrijver van de brief,
die zoek was, (de brief, niet de schrijver),
omdat hij te goed was opgeborgen. Deze
had, zooals we reeds zeiden, op mijn advies,
ook winteracpnieten en Scilla's geplant Dus
van het
KLEINGOED ONDER
DE BLOEMBOLLEN
zullen we maar zeggen. De briefschrijver
had beide soorten op vereischte diepte ge
plant en had succes met Scilla's, die mooi
bloeiden. Doch de winteraconieten, de Eran-
this, weigerden te voldoen aan de verwach
ting. Nu wordt mij gevraagd hoe dat kan
en of het ook aan de grondsoort kan liggen.
Nu gebeurt het meer, dat de winteraconiet
als dienstweigeraar optreedt nl. in het eer
ste jaar. Heel vaak gebeurt dat zelfs. Maar
hier schijnt iets anders in het spel te ziin
De bollen waren zoowel op zonnige plaatsen
als in de schaduw geheel verteerd. Als dat
zoo is, dan zijn 't geen dienstweigeraars
doch gesneuvelden. Zooveel te erger. Maar
hoe kan dat nu zitten. De grond kan te
zwaar zijn. Ze zijn op klei geplant. Daar
kunnen Scilla's wel tegen. Die houden wel
van iets. zwaardere grond. Doch voor win
teraconieten kan dg grond best te zwaar
geweest zijn. En de grond is daar, waar de
briefschrijver woont vaak heel zwaar. Daar
had dus wat zand doorgespit moeten wor
den.
't Kan ook zijn, dat men de grond versche
mest gegeven heeft. Dat is al heel verkeerd.
Ik vind het erg jammer, dat het zoo gegaan
is, want de winteraconiet is volkomen win
terhard en
BLOEIT ELK VOLGEND
JAAR WEER BETER
als het voorgaande en siert reed3 in Fe
bruari met gele bloemen de tuin.
Dat doet ook de Chionodoxa, de sneeuw-
roem, met haar blauwe, rose of witte trosjes
stervormige bloemetjes. Die kan men over
al stoppen, ongeveer 7 cm diep, in de rots-
tuin, tusschen de planten, in het gras, zelf9
in het pad, tusschen de steenen. Ze kunnen
tegen de winter en breiden zich &nel uit
Een heel lief plantje is ook de Muscari,
of het blauwe druifje. Welbekend hé! Deze
zijn ook tamelijk wel tegen de vorst bestand
en bloeien in Maart en April. Ook ongeveer
7 cm diep planten. Het is een heel dankbaar
voorjaarsbloeiertje en elk jaar geeft hij meer
bloemen. De eerste jaren is het wel eens
minder. .Maar er is geen omkijken naar. Als
de grond maar niet te mager is.
Let evenwel op, dat de meeste planten
noch een te vette, noch een te magere grond
believen, en heel geen versche natuurmest
Nu ik toch met bloembollen voor de tuin
bezig ben ik zal ditmaal alleen maar over
bloemen praten wil ik wijzen op
DE LELIE ALS TUINBLOEM.
Dat is wat moois.
'k Kwam een paar weken terug eens bij
mijn moeder, om haar geluk te wenschen
met haar 90ste verjaardag. En *k zou bijna
dit heuglijk feit vergeten, omdat ik in ver
wondering geraakte voor een park witte
lelies, die voor haar ramen stond En iets
verder stond er nog een perk. De laatste
waren de bekende tijgerlelies met de kleine
zwarte bolletjes in de pksels der bladeren.
Wie ik ook wel eens kraallelie hoorde noe
men. Dit is wel een der sterkste lelies. De bol
letjes of kraaltjes kan men zaaien, en er ont
staan dan nieuwe planten. Mijn oudste dóch
ter deed dit voor aardigheid eens een jaar
of acht geleden en alle jaren bloeien de
lelies daaruit voortgekomen mooier. Lelies
moeten eenige jaren op dezelfde plaats
staan, willen ze goed tot hun recht komen*
Ook is de lelie nog al eens kieskeurig,
't Kan heel best zijn, dat een lelie ergens
heel niet wil vieren. Als ze dus ergens goed
groeit laat ze daar staan. De eene soort is
gemakkelijker dan de andere. De tijgerlelie
is wel een der gemakkelijkst».
Maar de andere, de witte, die ik bjj mijn;
moeder zag was de lilium regale. Dat waren
forsche plant'en ongeveer 1.50 m hoog en met
vijf of zes groote, wijd openstaande bloem
kelken, wit met een licht-geel hart, de bui
tenkant was bruinachtig rood. Tjonge, tjon
ge wat een mooi perk was da?! De geur
was buitengewoon fijn. Het blad is donker
groen, fijn lintvormig en zit dicht over do
geheele stengel.
Dit zijn twee soorten lelies, die ik zeer
kan aanbevelen. Men kan ze nu in hei' na
jaar, reeds planten; hoewel het ook in het
voorjaar nog wel kan. Doch waarvoor zou
men wachten? De 'bollen kunnen zich nu
vast ontwikkelen. De grond moet voedzaam
en niet te zwaar zijn. Zandige, zeer voedza
me grond is hei' best De bollen gaan diep
de grond In, want ook boven de bol ontwik
kelen zich wortels en daar moet dus ook'
veel voedsel zitten, echter geen versche
mest. Zet de bol zóó diep, dat' c.a. 20 cm*
voedzame aarde boven de bol komt. maar
zet de bol in het zand d.w.z. zóó dat een
laagje enkel zand rondom de bol komt
De lelie houdt van lichi'. doch de grond
moet beschaduwd zijn dus bij een laag
struikgewas b.v. Grond, waar de zon da
heele dag of een goed deel van de dag op
schijnt', is niet goed. Daar houdt de lelie niet
van. Hev ls goed in de winter een laagje
turfmolm over de plaats waar de leliebollen'
geplant zijn. aan te brengen.
Ik had nog meer stof om te praïen. doch'
't wordt nu tijd om op te houden Succes
mei' je groote of kleine bollen.
Tot de volgende week
PRAATJESMAKER,