Nog enkele Persstemmen Goed examen doen VRIJDAG 25 JUNI 1937 DERDE BLAD PAG. 9 Het Nieuwe Kabinet [Waar het accent moet [worden gelegd De ondergang van een bedoeling [Wat er van het nieuwe kabinet jvordt verwacht J Wij laten thans nog eenige persstemmen volgen over de Kabinetsformatie. „De Stan daard'" schrijft dat het vierde Kabinef-Colijn het karaicter draagt van een Christelijk Ka binet. Daartegen zullen vrijzinnige en sociaal democratische persorganen wel groote bezwa ren hebben. Met name zal warden gezegd dat van dr. Colijn iets anders mocht worden [Verwacht. Evenwei ten onrechte: Men heeft meermalen de uiteenzettingen van dr. Colijn, in de Tweede en in de Eerste Kamer gegeven, eenzijdig be zien, en ze daardoor niet juist sa mengevat, noch juist geïnterpreteerd. Men schonk nog al ee"S te weinig aandacht aan hetgeen hij had uitgesproken omtrent de principieel-zakelijke basis, en hield zich dan te veel bezig met hetgeen hij had gezegd over den kring, welken hij zich voor medewerking en samenwerking op die basis dacht. Dientengevolge heeft men zich, naar in de laatste weken duidelijk aan het licht is gekomen, een opvatting eigen gemaakt over de opinie van dr. Colijn, welke daarmede niet strookt, en dus in geen geval de zijne mag worden genoemd. Hetgeen mr. Oud, tijdens de kabinets crisis, te Leeuwarden heeft gezegd, levert daarvoor een klaar bewijs. Deze sprak zich daar feitelijk uit voor een gemengde principieel-zakelijke basis, voor een grond slag ten behoeve van het regeeringsbeleid, waaraan een gemengd rechtzinnig-vrij zinnig karakter moet worden toegekend. Daarmede nam hij afscheid van de basis, welke dr. Colijn duidelijk had aangegeven. Dit bracht uit den aard der zaak conse quenties met zich, waarmede de kabinets formateur had te rekenen, en waarmede ieder rekening heeft te houden bij de be- oordeeling van het resultaat der kabinets formatie. Deze consequenties, en hetgeen daaruit nog verder is voortgevloeid, hebben ten gevolge gehad, dat het nieuwe kabinet een rechtsche signatuur heeft in den oudarwetschen zin van het -woord. Ten slotte: Wij treden dit Kabinet, op grond van zijn karakter en zijn samenstelling, gaarne met sympathie tegemoet. Eerst later zal het program kunnnen worden getoetst. Maar de formatie door Dr. Colijn, en de medewerking van onze mannen, De Wilde en Van Dijk, zijn ons meer dan voldoende waarborg, dat van onze zijde aan dit Ka binet steun zal kunnen worden geboden. De begonnen parlementaire periode zal weer een zeer zware zijn. Het Kabinet staat daarom voor een taak, welke het door niemand kan worden benijd. Ont moete het straks ook een loyale oppositie. Groote voldoening mogen die liberalen smaken, zoo merkt FrieschDagblad (a.r.) terecht op. Hun verkiezingscampagne was hoofdzakelijk een waarschuwing om niet op dr. Colijn te stem men, want een sterke A.R. groep beteekende groote kaïns op een coaldtie-regeenng: Welnu, het werd een sterke a.r. groep in de Tweede Kamer, en het is een mi nisterie geworden, dat veel op een coalitie regeering gelijkt. In hoeverre het kabinet in anti-revolu tionaire kringen geestdrift zal wekken, dat hangt af van het program. Wij hebben het reeds eerder gezegd: de zaken gaande houden en eikaars gevoeligheden ontzien, dat is niets waard. Wij verwachten van 'dat kabinet iets anders: krachtige, vooruit- stervende politiek. Arbeid in opbouwen- p den geest. Een „smalle" basis heeft men de grondslag van het nieuwe ka binet genoemd, merkt de Nieuwe Pro vinciale Groninger Courant op, maar het wordt hoog tijd dat wij deze be grippen, die geen zin hebben, uit de politieke (taal verwijderen. De Christelijke basis is zoo breed als het maar kan, zoo breed als heel ons nationale leven, dat op Christelijk funda ment rust. De grondslag van het nieuwe kabinet is in overeenstemming met de werkelijkheid en de erkenning daarvan is van groote beteekenis. Op deze belijdenis rusten onze burgerlijke vrijheden. En alleen daarop. Niet op democratie en niet op een vaag Christendom, dat slechts traditie kent. Ons volk is wel zeer bevoorrecht, dat de vorming van een ministerie mogelijk is, 't welk de souvereiniteit Gods erkent en het koningschap van den Christus der Schriften belijdt. Daarmede zal het program van het ka binet in overeenstemming zijn. Wij zijn zeer blijde over de oplossing, die thans is verkregen. Een parlementair kabinet is het tenslotte geworden, merkt De Ne- derlander (c.h.) op. Een mogelijkheid, die de stembus liet en tot op zekere hoogte ook op de voorgrond stelde. Dat sommige kiezers een andere bedoeling hadden, is van weinig beteekenis. Men kan nu eenmaal niet aan zijn stembiljet een briefje toevoegen ter nadere toelichting, en het zou, ook voor de toe komst, bedenkelijk zijn indien de indruk gevestigd werd alsof men dit op de een of andere wijze toch wèl kon doen. Ons lijkt voor vrijzinnigen, die van oor deel zijn, dat, meer dan vroeger in hun kringen wel beseft werd. de Staatszorg op handhaving en versterking van de christelijke grondslagen van het volksle ven moet gericht zijn, de tot stand geko men formatie alleszins aannemelijk. Het komt er immers minder op aan, w i e het bewind voeren, dan hoe het bewind ge voerd wordt. De christelijk-historischen hebben steeds getoond dit te begrijpen. In het kabinet-Kuyper van 1901 b.v. zat geen enkele christ-hist. minister, maar het voerde een beleid waarmede de Chris- telij'k-Historischen zich konden vereeni gen, met het gevolg, dat mr. Lohman en zijn vrienden tot de krachtigste steunpila ren van het ministerie behoorden. Het zelfde was het gevel onder het kabinet- Heemskerk van 1908, behalve dat toen de minister van buitenlandsche zaken, die tot dusver als diplomaat in Amerika gewoond had en dan ook als vak-minister toetrad, toevallig tot de Christ.-Hist. richting be hoorde. Niet de personen vormen hierbij de hoofdzaak, maar de richting waarin het beleid gevoerd wordt. Wie dit beleid toejuicht, zal zich niet aan steun kunnen onttrekken, ook niet zoo hij het op prijs gesteld had, door meer rechtstreeksche medewerking van zijn instemming te doen blijken. Het tot stand gekomen kabinet maakt overigens den indruk een sterk kabinet te zullen zijn. Het zal een parlementair Kabinet zijn in den gezonden en klassieken zin van het woord. Dat wil zeggen eenerzijds, dat het niet op wisselende meerderheden, maar op een vaste „working majority" zal steu nen en er geen sprake van zal zijn, dat bepaalde onderdeelen van de Staatswerk- zaamheid voor het Kabinet taboe zullen worden verklaard. Maar anderzijds, dat bij zijn totstandkoming de uitwassen, die het begrip „parlementair Kabinet" meerma len vertoond heeft,zijn vermeden. De ondergang'van een bedocHhg schrijft de parlementaire redacteur van het Handelsblad boven een eerlijke en veelzins juiste nabetrachting. Dat blijkt reeds uit het begin: Dat een iets rechitscher georiënteerd ka binet gevormd zou worden dan do crisis- regeering der vier afgeloopen jaren, daar aan behoefde, na de uitlatingen van dr. Colijn, zoowel in ate buiten het parlement, geen twijfel te bestaan. Maar evenzeer was het, na de verklaringen van den minister-president in de Tweede en Eerste Kamer duidelijk, dat hij voor de volgende regeerings-periode niettemin wilde vast houden aan een samenwerking op ruimere basis. Het was moeilijk om deze concentratie te vinden: Maar wilde men tot een compromis oplossing geraken, dan was het duidelijk, dat daartoe binnenskamers onderhandelin gen moesten worden gevoerd. Plotseling bracht mr. Oud in zijn redevoering te Leeuwarden, „welke het geheele land moest hooren", de zaak voorbarig in het publiek. Wij hebben in de afgeloopen vier jaren onze groote waardeering voor het beleid en den persoon van dezen uiterst bekwamen minister van financiën waar lijk niet verheeld: maar tenzij het hem er om te doen was, een verdere samenwer king te laten mislukken, beging de vrijz.- dem. leider door zijn uitlating in het pu bliek o.i. een ernstige fout. Wij zelf schreven reeds eenige dagen gele den, dat Dr. Colijn dit optreden moest be treuren en terecht vervolgt dan ook het arti kel in het Hbl.: De Bond, tot verbetering van den trekhond hield op de Veemarkt te Rotterdam een stamboekkeuring voor de afd. Zuid-HollandEen achttal jeug dige viervoeters begroet papa na a[lcpp van de keuring. sde-politiek op mr. Oud's felle stelling neming mede invloed heeft gehad, was, en niet in de laatste plaats door de rede in Leeuwarden, de sfeer der onderhan delingen er niet beter op geworden 1 Want nu overeenstemming tusschen de Vrijzinnig-Democraten en minister Colijn een steeds onzekerder factor geworden was, bleek ook de positie van de liberalen veel moeilijker geworden. Ook zij hadden bezwaren zij het misschien in mindere mate tegen de rechtsche formule. Maar zij waren tactvol genoeg, om hun beden kingen niet voorbarig en op een wijze die verder overleg ernstig zou bemoeilijken in het openbaar te brengen. Ten onrechte stelden o.i. de liberalen de eisch, dat er drie vrijzinnige ministers in het kabinet zouden optreden: doch dat kan hier blijven rusten. Onze rijwielrondrit door Nederland Van 1 Juni tot 1 October kunt U een prachtige vacantie hebben, door onze rijwielrondrit af te leggen Deze door onze vijf samenwerkende dagbladen uitgeschreven tocht voert langs de mooiste en meest onbekende gedeelten van Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland. Inleggeld 1.50, waarvoor men ont vangt 1. een boekje dat de geheele tocht beschrijft en vele bijzonderheden vertelt van de plaatsen die U op deze reis passeert. 2. Na afloop van de tocht in October een aardige herinneringsmedaille Opgave zoo spoedig mogelijk aan het bureau van dit blad of aan ons Reis bureau „LIBERTAS", Goudsche Singel 105, R'dam, Tel. 22490, Giro 279855 is er voor zorgen, dal Ge op 't examen in Uw geheugen alles kun! terughalen, wal Ge hebl geleerd. Daarvoor zorg! zoo'n „AKKERTJE" Dammen SPRINGER BLIJFT VECHTEN Toch werd het weer remise Raichenbach is niet le verschalken In café-restaurant „Nab" te Dordrecht is gisteravond de achttiende partij om het Wereldkampioenschap Dammen tusschen Springer en Raichenbach gespeeld. JNa. met muziek voorop, in open landauers naar „Nab" te zijn gereden, werden de spe lers daar toegesproken. Wethouder J. San eer s deed den openingszet. De partij ver liep als volgt: Wit: B. Springer. Zwart: M. Raichenbach. 3328 opening 1. 33—28 18—23; 2. 39—33 12—18; 3. 31—27 17—21; 4. 37—31 21—26 5. 44-39 26X37; 6. 42 X31 29—24; 7. 41—37 li20; 8. 47—42 7— 12; 9. 46—41 1—7; 10. 50—44 10—14. Tot nu toe liep alles heel normaal en rus tig, maar het is een rust, die den storm voor afgaat. Springer heeft nu zeker geen enkel belang bij een theoretisch gespeelde partij. Hij moet het wel zoeken in complicaties en geeft daarvan onomwonden blijk door on middellijke bezetting van het strategische veld 22. tl. 27—22 18X27; 12. 32X21 23X32; 37X28 16X27; 14. 31X22 20-25; 15. 41—37 5—10; 16. 34—30 25X34; 17. 40X20 14X25; 18. 44—40 1014; 19. 40-34 14—20; 20. 37-31 11—16; 21. 42—37 7—11; 22. 38—32 20—24; 13IS enz. blijft nu zonder gevolg. Wit speelt 'n interessant spel en bouwt de steun- basis voor schijf 22 zeer origineel op. 23. 34—30 25X34; 24. 39X30 11—17. Raichenbach gaat de moeilijkheden uit den weg. Wanneer hij een aanval op veld 22 zou hebben voorbereid, zou hij ongetwijfeld in Springers kaart hebben gespeeld, doch de wereldkampioen schijnt elk risico te wil len vermijden. 25. 22XU 16X7; 26. 32—27 13—18; 27 37—32 18—23; Een normale klassieke stand is het resul taat, waarin direct voordeel voor een van beiden niet aanwezig is. 28. 31—26 7—11; 29. 30-25 15—20; 30. 25X14 9X20. De stand na de dertigste zet: Zwart 11 stukken op 2 3 4 6 8 11 12 19 20 23 24. Wit 11 stukken op: 26 27 28 32 33 35 36 43 45 4S 49. Wits stuk op 36 is in ontwikkeling achter gebleven, doch vermoedelijk is dit slechts van tijdelijken aard. 31. 27-21 12— IS; 32. 21—16 8—12; 33. 16X7 2X11; 34. 36—31 12—17; 35. 31—27 Geeft zwart nu gelegenheid om den ruil te nemen, die nu volgt, 3524—20; 36. 35X22 20—25 28X19 17X37; 38. 27—21 4—9; 39. 39-28 Houdt de dreiging er in. 3925-30; 40. 45-40 9—13. Op 3—8 volgt 48—42, 49—44. 28—22 en 21X14 en wit wint. 41. 19X8 3X12; 42. 28—23 37—41. ZATERDAG 26 JUNI HILVERSUM I 1875 M. KRO-Uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.15 Reportage TT-Races. 10.20 Reportage. 11.00 Gods dienstig halfuur. 11.30 Vervolg reportage. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Berichten. 12.45 KRO-orkest. 1.45 Voor de rijpere jeugd. 2.15 Reportage TT-Races. 3.30 Ver volg reportage. 4.00 Kinderuur. 5.00 Ver volg reportage. 5.45 De KRO-Nachtegaal- tjes. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 7.15 Causerie over R.K. Blindenzorg. 7.35 Ac- tueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijs ting. 8.35 Gevarieerd programma. 10.20 De KRO-Boys. 10.55 KRO-Boys. HILVERSUM H 301 M. VARA-Uitzendlng. 10.00—10.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 10.00 Morgenwijding. 10.20 „Fantasia", VARA-orkest en Orgelspel. 2.00 Causerie over de Friesche beweging. 2.15 Melody Circle. 3.30 De Flierefluiters en solist. 4.30 Esperanto-uitzending. 5.40 Declamatie. 6.00 Orgelspel. 7.30 Causerie „Van Evangelie tot gemeente". 8.07 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.15 Fantasia. 9.00 Zang. 9.15 VARA-orkest. 10.00 Berichten ANP. DROITWICH 1500 M. 11.20 Orgelspel. 11.55 Orkest. 1.20 Commodore Gr and-orkest. 1.35 Sport/reportage. 2.05 Sportreportages. 6.50 Welsch intermezzo. 7.05 BBC-Vrou- wenkoor en BBC-orkest mmv. soliste. 9.40 Toespraak voor Padvinders. 10.55 Zang voordracht. RADIO PARIS 1648 M. 12.50 Orkestconcert. 1.35 Zang. 2.05 Orkestconcert. 3.00 Hoor spel. 3.40 Zang. 5.20 Orkest. 8.50 Het Om- roepkwartet en solisten. 10.05 Het Om roeporkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Sa-lon- orkest. 1.30 Kleinorkest 3.20 Pianoduetten. 4.20 Viool en piano. 5.20 Orkest. 6.20 Sa lonorkest. 8.20 Omroeporkest. 10.30 Gra mofoonmuziek. Springer heeft nu eveneens een doorbraak geforceerd, en heeft het materieele voordeel in twee stukken in het eindspel. 43. 23—19 41—47 44. 40—34 Er dreigde 30—34. 4430X39; 45. 43X34 11—17; 19—13 47—41; 47. 34—30 Het eindspel zit nog vol voetangels en klemmen. 4741—36; 48. 13—8 12X3; 49. 21X12 36—41; 50. 12—7 6-11; 51. 7X16 41-28 4g_43 2S—44; 53. 26-21 4-1-50. Remise. Een goede positiepartij waarin Springer wanhopige pogingen aan wendde om door va banque spel kansen te scheppen. Raichenbach's ruil naar 37 be paalde echter het slot van deze achttiende partij en de wereldkampioen stuurde hier mede regelrecht op de voor hem veilige puntenverdeeling aan, waardoor zijn voor sprong van 4 punten behouden blijft. De stand is: 18 2 12 4 16 484 M.: 12.50 Kleinorkest. 1.30 Salon orkest. 2.23 Orkest. 3.20 Accordeónmuziek. 5.35 Omroeporkest. 8.20 Omroepsympho- nieorkest en soliste. 11.2012.20 Gramo foonmuziek. ZONDAG 27 JUNI HILVERSUM I 1875 M. 8.30 NCRV. 9.30— 5.00 KRO. 5.05 NCRV. 7.45—11.30 KRO. 8.30 Morgenwijding. 10.25 Pontificale Hoogmis. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Het KRO-orkest. 120 KRO-Wereldpro- gramma voor Azië. 2.00 De KRO-Melcdis- ten. 3.50 Het KRO-orkest. 4.40 De Missie Verkeersmiddelen Actie. 5.05 Chr. Man nenkoor „Watergraafsmeer" en Orgelspel. 6.00 Nedera. Hervormde Kerkdienst. Hier na: Gewijde muziek (gr.pl.). 8.10 Berich ten ANP. 8.25 De KRO-Melodisten en solist. 8.55 Het KRO-orkest. 9.15 Radio- Missie-Wedstrijd. 9.45 Causerie „Humoris tische voorvallen uit het Missionarisleven. 10.10 Causerie „De Katholieke Student en zijn Missieplicht". 10.30 Berichten ANP. 10.40 HILVERSUM n 301 M. 8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA 6.30 VPRO. 8.00— 12.00 AVRO. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.45 Lezing „Van Staat en maatschappij". 10.45 Declamatie. 11.00 „Fantasia". 11.40 „Fanta sia". 12.00 Orgelconcert. 12.10 Omroep orkest en Gramofoonmuziek. 1.30 Causerie. 2.00 Boekbespreking. 3.00 Residentie orkest. In de pauze: Orgelspel. 5.00 Man doline-orkest „Ons Streven". 5.40 Mando line-orkest. 6.30 Causerie „V.C.J.B.-ers weer op reis". 6.45 Nedc-d. Hervormde Kerkdienst. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Re sidentie-orkest en solist. 9.30 Causerie. 11.00 Berichten ANP. DROITWICH 1500 M. 1.50 Trio. 2.20 Decla matie. 3.20 Orkest en solist. 4.20 Religi euze causerie. 4.40 Orkest. 5.20 Boekbe spreking. 5.40 Octet. 6.35 Orkest. 8.15 Kerkdienst. 10.95 Orkest. 10.50 Epiloog. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 10.20 Orkest. 11.35 Kleinorkest. 12.50 Salon- orkest. 3.20 Gramofoonmuziek. 4.20 Ac cordeonorkest. 6.20 Gramofoonmuziek. 7.20 Pianoduetten. 8.20 Omroeporkest en so listen. 484 M.: 11.20 Orkest. 12.50 Omroeporkest. 1.30 Salonorkest. 2.50 Zang. 3.35 Orkest. 7.35 Dito. 8.20 Omroepsymphonieorkest. SCHAKEN Het tournooi te Kemeri LANDAU WINT VAN FEIGIN ALJECHIN VAN RESHEVSKI Gisteren is de achtste ronde van het in ternationale schaaktournooi te Kemeri ge peeld. De uitslagen hiervan luidden: RellstabKeres 9—1; HasenfussPetrov: afgebroken; FineBoeoek afgebroken; Berg- Stahlberg y2y2; SteinerOsols afgebroken; AuschenekTartakower 0—1; Aljechin Reshevski 10; MikenasFlohr y2y2\ LandauFeigin 10. De stand luidt thans: 1. Reshevski 5y2 p. plus een afgebroken partij; 2 en 3 Flohr en Tartakower 5 p.; 4 5 6 7 en 8 Apschenek, Aljechin, Petrov, Keres en Steiner ieder 4y2 p. plus een afge broken partij; 9. Berg 4 p.; 10. Mikenas 31/2 P- plus een afgebroken partij; 11. Fine 3 p. plus twee afgebroken partijen; 12. Osols 3 p. plus een afgebroken partij; 13. Stahlberg 2y2 p. plus twee afgebroken partijen; 14. Boeoek 2y2 p. plus een afgebroken partij; 15. Landau 2y2 p.; 16. Rellstab 2 p. plus een afgebroken partij; 17 en 18 Feigin en Ha- senfuss, beiden 1 y2 p. plus een afgebroken partij. JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADER door G. TH. ROTMAN (Nadruk verboden 67. Maar de passagiers aan boord Zijn niet zoo vergevend: Pa vlucht ijlings in de mast! Sidderend en bevend! ,Wie bewijst me", vangt hij aan, „Dat de a a p het heeft gedaan? Wie 't heeft zien gebeuren Mag er over zeuren!" 18. Ja, daar staan ze, allemaal, Als bevroren sijzen! Niemand heeft het feit gezien; Géén die 't kan bewijzen! Slechts de hoeden zag men gaan, Maar niet, wie het had gedaan! Pa roept onverschrokken: "k Hoef dus niets te dokken! (Wordt vervolgd). 1 DOOR JAN VANSBATEN Is '(4 H „Heel naar 'Antwerpen? „'t Is de eenige weg. Ga spoedig, nog voor het kind ge boren is. Ga er met je heele gezin heen. In Antwerpen is een Christelijke gemeente, die onder bepaalde voorwaarden haar bijeenkomsten mag houden. Die gunstige bepaling zal Wel niet van lange duur zijn. De tijden worden zwaarder, Snan." j „Maar waar moet ik mij ïn Antwerpen vervoegen? Ben je met de broeders daar bekend?" „Enkelen ken ik wel. Je kunt eerst naar het logement gaan ,van Willebrord Visschers. Voor zijn huis houdt de reis wagen stil. Dan zoek je De Moucheron op. Hij is daar zeer bekend en als je zijn naam noemt, zullen ze je wel terecht helpen. De Moucheron is 'n bijzondere vriend van den pre- 'dikant Taffin, Jean Taffin, die om het geloof uit Doornik És gevlucht. Hij preekt geregeld in een gebouw op het Wap- perplein. Je kunt De Moucheron mijn naam noemen. Hij Jtent me goed." 1 De Grave's gezicht klaart op. De zaak lijkt hem opeens heel eenvoudig. Opgewekt zegt hij: „Ik ben blij dat ik naar je toe gegaan ben. Ik weet nu wat me te doen staat. Mijn besluit staat vast." Brouwer anwoordt niet. Er ligt een bezorgde blik in zijn verstandige oogen. De Grave merkt het. „Je moet niet bang zijn. Jan Brouwer," zegt hij, en deze woorden tegen dézen man, klinken hemzelf misplaatst in de ooren, „ik heb er met niemand over gesproken, dan alleen bier en met mijn vrouw." De ander strijkt met z'n grove werkhand over zijn baardig gelaat en blijft nog zwijgen. Als De Grave hem vragend blijft aanzien, zegt hij eindelijk op zijn langzame zwaar wichtige manier: „Je zult best veilig in Antwerpen komen, daar ben ik niet bang voor. Maar je hebt hier je bedrijf, je brood. Je zult weer terug moeten. En juist die terugkomst is gevaarlijk. Ze zullen gauw genoeg vermoeden waarom je naar Ant werpen getrokken bent. Je moet alles goed overwegen, De Grave." Maar de molenaar schudt het hoofd. „Je ziet het te zwaar in, Brouwer. Ik herhaal, dat mijn besluit vast staat. En nu ga ik gauw naar huis. Maayke zal benieuwd zijn iets te hooren." De Grave staat op. De uitnoodiging van Liesbeth om te blijven eten, kan hij niet aannemen. Hij wil voor donker weer op de molen zijn. ,,'k Wensch je een voorspoedige reis," zegt vrouw Lies beth, „en doe de groete aan Maayke. 't Is nog een heel ding voor haar." Brouwer gaat met De Grave mee en helpt hem bij het inspannen. „Ik weet niet, zegt de molenaar als hij zijn plaats op de bok inneemt en zich naar Jan Brouwer overbuigt, „of ik je voor ons vertrek nog spreken zal. Dat hangt van de om standigheden af. Maar bij mijn terugkomst De Grave aarzelt met verder spreken. Het sombere voor uitzicht, waai de oudere man hem op gewezen heeft, be klemt hem meer dan hij zich wil bekennen. Jan Brouwer staat rechtop en glimlacht. Hij reikt den voer man de hand en licht de pet van het hoofd, uit eerbied voor de woorden der Schrift, die hij eenigszins plechtig uitspreekt: „Hetzij dat wij leven, wij leven den Heere, het zij dat wij sterven, wij sterven den Heere; hetzij dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren." Zoo rijdt De Grave weg. Hij voelt zich wonderlijk aan gedaan in dit oogenblik. Op de dijk kijkt hij nog eenmaal achter zich. Daar staat de krachtige gestalte van den boer, hoog opgericht, rustig, zeker. Zooals hij daar staat, zoo is hij, sterk als een eik. Sterk in zijn God. De Grave denkt aan zijn waarschuwend woord. Brouwer is geen riet, dat door het minste windje bewogen wordt. Als hij gevaar ziet, is er gevaar. Maar móét De Grave niet deze weg gaan? Is het niet Gods weg? De schemer valt. De weg is eenzamer nog dan enkele uren tevoren. Een beklemd gevoel maakt zich van Jan De Grave meester. Hij verlangt naar huis. alsof hij lange tijd weg is geweest. Werktuigelijk grijpt hij de zweep en zet het paard tot meerdere spoed aan. Plotseling ziet hij in het halfdonker een gestalte op de weg. Als hij haar heeft ingehaald, wil hij zijn paard inhou den, om den voetganger een eind weegs mee te nemen. Misschien zal het zijn sombere stemming verdrijven. Dan herkent hij Willem Tabbaart. Of het is omdat hij bang is, weet hij nauwelijks, maar hij laat zijn voornemen varen. Zwijgend rijdt hij den man voor bij en heft alleen zijn zweep op. bij wijze van groet. De zwerver groet hem niet terug, maar even verder meent De Grave achter zich een spottend lachen te hooren, dat hem in het half-duister akelig in de ooren klinkt. Weer geeft hij zijn paard een tik met de zweep. Voort moeten ze, naar huis, naar de vertrouwde omgeving, waar de beklemming, die bijna tot angst groeit, eindelijk wijken zal. HOOFDSTUK II In de deur van de armelijke woning staat de moeder. De dorre hand steunt tegen de deurpost, de magere pols verdwijnt in de mouw van het zwarte jak. De andere hand plukt aan de grove rok, die als een zak om de smalle heu pen hangt. Het oude gezicht tuurt over de weg. De dag. in dienst van een ander, was heet en zwaar. Toch gunt ze haar afgesloofde lijf geen rust in een gemakkelijk hoekje van de haar vertrouwde omgeving. Want de slui merende hoop ontwaakt elke avond. Plotseling zien haar oogen het wonder. Hij komt recht langs het zwarte pad op het huisje toe. Hij zwaait met zijn knoestige stok eenmaal slechts. Ze wil hem tegemoet loopen. maar ze keert zich om en gaat naar binnen. Ze wil schreien, maar de stugheid, waar mee ze zich jaren lang gepantserd heeft tegen het leed. wil niet breken opeens. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9