O lis \DM ve ei-hciul Het moeilijke begin door T. Wiersema-Brouwers „Realiseer je goed alle moeilijkheden, die er aan [verbonden zijn. voor je een besluit neemt", zei [Vader, den avond toen Diet 't haar ouders ver telde. Tegelijk glimlachte hij. Bestond 't wel, dat een [vrouw moeilijkheden dóór kon denken, voordat ze op haar aanvielen? Hij keek naar Diet, zooals ze daar zat. Een bloeiende vrouw. Niet jong meer. Ze was niet gelukkig geweest in de liefde. Maar dat was achter den rug, al lang. De tijd was er over heen gegaan en had de sporen uitgewischt Dit was iets voor baar. Bernard kende hij door en door. Ze waren piroegor dikke vrienden geweest. Maar Diet knoest zelf beslissen. 'fin Moedor? Met grooten ernst luisterde zij naar Diet Zooals ze in haar leven altijd geluisterd had, als er groote dingen tot haar kwamen. „Je moet je besiuit voor Gods aangezicht nemenj Hier is een heerlijke taak voor je, Diet Maar ook ;jcn moeilijke". Hit eigen ondervinding sprak Moeder. Het was een poos stil in de kamer. Toen zei Diet: „U hebt het ook gedaan, Moeder* En U hebt het gord gedaan". „Toen ik er mee begon, kon ik het niet". ,Van Doorno keek op. Een warme blik trof z'n [vrouw. „Moedor had d i t op jou voor, Diet, dat zij al moeder was, toen zij bij ons kwam en wij sa men verder gingen". Het ontroerde Diet Drieërlei soort kinderen voeren in het huwelijks bootje van haar ouders mee. Zij alleen was het kind van hen samen. En dat hun huiselijk geluk gaaf en mooi was en nooit schipbreuk had geleden, dankten zij moeden Bernard zelf had, toen hij met zijn groote vraag tot haar kwam, aangedrongen, dat ze een bedenk tijd zou nemen en alles goed zou overwegen. Diet nam een besluit Haar hart sprak vóór Bernard en voor de taak die haar wachtte. Haar verstand zei: „Jonge, eerste liefde is niet meer ivoor je weggelegd. In die vergulde lijst pas je ook niet meer. Je jeugd is voorhij, je jaren verglijden. Waarom zal je werkeloos blijven, nu je mag wer ken? Je kunt en je wilt. Alles in je roept immers om een taak, een bestemming? Je bent rijp voor bet volle, het moeilijke leven!" „Je staat aan 't begin," zei Moeder, toen him hu welijk voltrokken was en Diet 't ouderlijk huis [verliet „Je hebt alleen nog maar Bernard z'n liefde. Al bot andere moet je je veroveren. Doe, wat ik al tijd gedaan heb Begin, zooals ik heb mogen be ginnen. Ik heb iodcren dag gebeden om drie din gen: om wijsheid, om voorzichtigheid, om zelfver loochening. Het begin was voor mij ook moeilijk. Maar God beeft mijn geboden verhoord. Ik heb genade en kracht ontvangen om me in 't begin over teleur stellingen heen te zetten, om offers te brengen en het eigen ik op den achtergrond te plaatsen. En nu? Wat een rijkdom van liefde omringt mijl Vertrouwen Met volle handen sta ikmet volle handen kan ik nu ook geven. Het gebed is een groote niachtals je iets van je leven wilt makenals je je taak goed wilt doen." De moeilijkheden waren er al dadelijk. De inrich ting van de kamers was een teleurstelling voor Diet. Ze vond er niet de warmte en de gezellig heid van thuis. De sfeer was haar niet eigen. En ze moaht er voorloopig geen eigene scheppen ook. De houding van de' kinderen was gereserveerd. Vooral Wim, de oudste, zat boordevol voaroordee- len. Bij intuïtie voelde ze, dat ze den eersten tijd niets in huis mocht veranderen. „Bernard, Wim is er nog niet Den eersten Zondag had Diet gezwegen. Den tweeoen Zondag zei ze 't, aarzelend. „Wij moeten toch maar beginnen, anders komen we allemaal te laat." Teleurgesteld vouwde Diet de handen. Bernard was toegeeflijk voor den jongen, dat had ze in den korten tijd van haar huwelijk al ge merkt De kinderen hadden een groote plaats in' zijn hart Wat wilde zij dan? Had ze verwacht dat 't anders zou zijn? Ze moest toch consequent zijn? Als 't anders geweest was, zou ze hem immers niet hebben kunnen achten? Consequent moest ze zijn. Zijn vaderliefde niet alleen constateeren als iets moois en góeds in hem, maar 't aanvaarden als datgene, wat in hun huwelijksleven tusschen hen zou zijn. En*t moest haar moederliefde worden. Een zware taak. Haast niet te volbrengen, vond ze, als ze dacht aan de stil-vijandige houding van Wim. Adri was jonger, aanhankelijker en meegaander. Hij had Bernard z'n natuur. Daar zou ze geen moeilijkheden mee krijgen. Maar Wim was haar vreemd, ze had geen vat op hem. Eén keer had ze 'i Bernard gezegd, in de eerste dagen toen het stille verweer van Wim haar vrcca aanjoeg. „Heb geduld met hem, Diet. Ik zei 't jo iuuners al, hij geeft zich niet gemakkelijk. Ilij hield voel van z'n moeder en hij is op een moeilijke leeftijd." Diet stond op om het tweede kopje thee te schen ken. Ze praatte gewild opgewekt, in zichzelf vech tend met de moedeloosheid die haar bekroop. Toen ze bijna klaar waren, kwam Wim haastig van boven hollen, schoof lomp en houterig op z'n plaats aan tafel, zonder z'n stoel te verschuiven. Geërgerd keek Diet, hoe hij, na vluchtig bidden, onder het eerste sneeóje brood z'n schoenen aan trok. Ze zag dat Bernard z'n wenkbrauwen fronste en besluiteloos keok, eerst naar Wim, toen naar haar* Wim voelde in de st'lte wel liet zwijgend protest, nam een uitdagende houaing aan en bediendo zich rijkelijk van kaas en vleesoh. Diet kneep haar handen ineen. Ze zou 't hein zeggen. Niet aan Bernard. Aan Wim zelf. Ze had de plichten van een moeder op zich genomen, ze wilde ook de reohten. Ze zoumaar nu niet, vlak voor de kerk. Na 't danken liep ze vlug naar Niets kunnen dan maar stil en klcen Op Jezus te vertrouwen; Dat ia de weg, de weg alléén Om op een rots te bouwen. Niets welen dan: bij Hem is kracht, Hoe zwak ik ook moog' wezen, Het Gods lam is voor mij geslacht, Dies heb ik niets te vreezen. Niets zien dan Jezus en Zijn hand; Geen afgrond, geen gevaren; Dé| brengt mijn scheepje naar het strand Door de opgeruide baren. Niets willen dan wat Hij begeert, Zóó komt er rijke vrede. Zóó deelt Hij, Die t heelal regeert, Ook mij Zijn blijdschap mede. Niets hopen van deez' nietige aard, Wit zij ook moog' bevatten; Slechts Jezus is mijn liefde waard, Niets is bij Hem te schatten. Niets kennen, weten, willen, zien, Niets van onszelven hopen Wie dót geleerd heeft, o, voor dien Staan dl Gods heem'len open. Dr J. H. GUNNING J.Hzü boven, liet de ontbijttafel maar staan, om Wim* Ze zou tenminste z'n kamerToen ze daar den hopeloozen rommel zag, sloot ze deur. 't Was on begonnen werk, om daar in een paar minuten nog wat op te ruimen. Met hun vieren liepen ze naar de kerk. Wim had onder 't Bijbellezen doorgegeten, bij aantrekken van z'n jas ae laatste happen geno men en hen een paar huizen verder ingehaald. Om drie dingen had Moeder gebeden, dacht Dief in de kerk. En haar oogen starend op den dominé, vouwde zij de handen WIST U DAT? In Japan treft men een nederzetting aan, waar do vrouwen de mannen en de kinderen onderhouden en erkend worden als hoofd des gezins, terwijl oo mannen het huishouden doen. warme landen Volgens voedingsdeskundigen zijn er nooit be tere wetten betreffende do voeding gegeven dan de wetten van Mozes* De postduiven, die gedurende aen oorlog in he£ Engelsche leger dienden en dikwijls onder vuur weiden genomen, werden door 't ministerie van oorlog op pensioen gesteld en er werd een opzich ter benoemd, om er op te letten of zij goed ver zorgd worden. Hei fraaie Raadhuis vast Zwijndrccht met RK. kerk. Op den achtergrond ge heel rechts) de bekende vierkante toren van de Groote Kerk van Dordrecht 284 cn bet gevoel van zwakte ovorwinnende, ging i!* naar de tweede verdieping. In de kamer zat achter een hekje een volbloed- Spanjaard. Ik wendde mij tot hom cn legde hom, al was het dan ook met een vreeselijke uitspraak, mijn positie uit. Hoewel hij, op zijn beurt, de taal van de natie, die hij vertegenwoordigde, niet yeel beter kende dan ik, zoo begreep hij toch mijn gedachte: „niet met leego handen van hier weggaan." Eerst verklaarde hij, dat hij niets kon doen, maar plotseling kreeg hij een geniale ge dachte: „Hier is een Russische fotograaf op do straat van Fermin Galan, de 6traat van de revo lutieheld daar woont uw landgenoot." Ik greep dit idee met vreugde aan cn rende met het adres van mijn landgenoot op straat. De straat van den held der revolutie bleek natuurlijk de hoofdstraat te zijn. Na de binnenplaats van een huis mei drie verdiepingen te zijn gepasseerd, bereikte ik een klein, maar chic atelier. Ik vertelde aan den „boy", dat ik den Rus wilde zien, en ging op een stoel zitten. Over een minuut verscheen er een mijnheer met een pince-nez op. Ik vertelde hem mijn geschiedenis en kreeg direct twee peseta's en een voordracht daarover, dat wij nu een crisis en werkloosheid hebben. Tevens gaf hij mij het adres van een tandarts-kapitalist, zooals hij zich uitdrukte. ,Voor de twee pesetas kreeg ik brood, kaas en een glas wijn. Na mijn eerste Spaansche ontbijt te hebben opgemaakt en na voor de resteeremle „eentimos" cigaretten cn een soort wassen lucifers te hebben go.kocht, ging ik den anderen rijken man opzoeken. Ik had geluk. Toen ik had vernomen, dat er op 100 kolimeter afstand van Vigo, in de richting van Madrid, een stadje Orense bestond, waar die „echte Russische kapitalist" zou wonen, besloot ik daar mijn geluk te beproeven. In de deftige anti chambre word ik tamelijk koel ontvangen, maar kreeg toch 15 pesetas en tevens een kaart van do Spaansche spoorwegen. Toen ik namelijk zag, dat er hier niet veel viel te bereiken, maakte ik on- middelijk een plan op, ter uitvoering waarvan kennis van het spoorwegnet noodzakelijk was. Het plan was eenvoudig en geniaal: met het aanwezige kapitaal reizen tot Madrid, dan in een of ander consulaat verschijnen en de terugzen ding naar het vaderland eischen, teneinde to •voldoen aan den militairen dienstplicht. Natuur lijk begrijp je wel. mijn waarde, dat het plan alleen in dat geval geniaal kon zijn, indien de consul een idioot zou zijn cn tevens geld zou bezitten. En hoewel ik wist, dat indien er aan de eerste voorwaarde was voldaan, de vervulling van de tweede automatisch was uitgesloten, nam ik toch zoo'n beslissing. Tevens verzocht ik den „ka pitalist" mij een briefje te schrijven, waarin stond, dat ik naar Madrid reis, om daar naar een con sulaat te gaan. Ik nam een kaartje tot aan de eerste halte cn stapte toen 's avonds in den express-trein VigoMadrid. De afstand bedroeg G00 kilometer. Passagiers waren er in den express veel, cn allen praatten levendig. Plotseling kwam er een jonge man de coupé binnen, in een zwart costuum, zonder hoed, en sloeg de revers van zijn jas om (zoodat men een ambtsteeken kon izien.) Allen hielden zich stil cn haalden hun do cumenten voor den dag. Er waren geen inciden ten, totdat de beurt aan mij kwam. Want op de phrase, waarin ik slechts het woord „pas poort" begreep, reageerde ik door aan den man in het zwart mijn papiertje tc geven. Hij las het door en begon mij met luide stem, maar zonder enthousiasme, te overstelpen met vragen. Mijn antwoorden waren minder luid. maar heel kort en klonken allemaal ongeveer gelijk, namelijk dat ik reis naar het N-sche consulaat te Madrid. Na zich te hebben overtuigd van mijn onverantwoordelijk heid, deelde de ambtenaar mij mede, dat ik hem moest volgen.»Ik gehoorzaamde kalm, maar ik "dacht het volgende: als er in de plaats van den man in hot zwart, een man in oen soldaten-jas en een blauwe pet met roode uitmonstering en oen ster (uniform van het G.P.Oe) had gestaan dan zou ik misschien trachten uit het raam van den expres-trein te springen, ondanks de snelheid van 90 kilometer per uur en ondanks de voor een sprong minder geschikte steile helling. Tot weersziens! D. ZACHAROW, Gezicht op hel oude dorp Her- kingen (op het eiland Flakkee) vanaf de havenr zijde 't Dienstbodenvraagstuk in de 17e eeuw In de 17de eeuw klaagden de huisvrouwen reeds over de dienstboden en die klachten over „groote ongeregeltheit" waren zoo veelvuldig, dat de Staat tusschen beide kwam en de „knechts, kameniers, meijden of minnomoers" verboden hun meesters kwalijk te bejegenen, anders gingen zij zes weken op water en brood „in de boeyen dozer stede". Gemakkelijk was het leven eener dienstbode in dien tijd niet. Behalve de werkzaamheden van den dag moest zij „des ffvonds de keuken schikken, schoenen' swartcn, blakers schuren, den haard schrobben, kooltjes dooven, het vuyrrekelen, zulks hij een olypitje, want kaarsen waren te duur", en degenen, die weten hoe de 18e eeuwsche keuken er uitzag, zullen kunnen beseffen, dat „de keuken schikken" en al wat daar bij te pas kwam, geen kleinigheid is geweest En bleef er dan na dat avondwerk nog tijd over, dan mocht de dienstbode nog een luchtje gaan schoppen. Er was toen ook dienstbodennood, niet omdat er te weinig dienstboden waren, maar omdat er in de omslachtige huishouding zooveel dienstboden noodig waren en de gegoeden wedijverden zooveel dienstboden te krijgeu als zij muar konden. De dikste Engelsche mannen De alles-verradende statistiek heeft uitgemaakt, dat de mee6t corpulente Britten worden gevonden onder de slagers en politie-agentcn; met 'n ge middeld gewicht van 90 kilo. Dan komen de met selaars, tuinlui en advocaten. Vervolgens deur waarders cn kantoormenceren. Bankiers, journa listen en volksvertegenwoordigers halen maar 74 kilo gemiddeld. En het „vedergewicht"? Dit is weggelegd voor de beoefenaars der schoone kunsten en tramcon ducteurs. Uw belangstelling waard) Mahoniehout Mahoniebooinen groeien niet in groepjes bijeen, maar staan verspreid in 't woud en zijn meestal verborgen in dicht kreupelhout, slingerplanten enz. en slechts een ervaren cn kundige woudbe woner kan ze vinden. Hij zookt de hoogste plaats in een bosch op, klimt boven in den hoogstcn boom cn overziet het omringend© terrein. Do miahonicboom heeft een bij-zonder soort loof cn het ervaren oog ontdekt allo boomen binnen den gezichtkring. De houthakkers volgen den zoeker en dan komen de zagers en snoeiers; twpc man nen hebben een geheelen dag werk om oen grooten mahonieboom te vellen. De zoeker heeft met het vellen en vervoeren der boomen niets te maken; hij wijst ze alleen aan. A's hij b*-kwaam en werk- aaam is, kan hij van 500 lot 1000 dollars pee tnaand verdienen. WAT DEZE WEEK DE AANDACHT TROK DONDERDAGAVOND WIJ MOGEN NIET KLAGEN, zei de Duitsche zakenman tegen zijn Neder* landsche collega en hij legde een bizondere nadruk op het woordeke „mogen"; want „zijn scherts had droeve zin." Het was hem verboden te klagen, maar ten onzent zon het ongeoorloofd zijn. Want op vooruit gang wijzen ook in deze verslagweek weer onderscheiden berichten. Wij mogen niet klagen, aldus sprak Jhr van Karnebeck, de leider van de Handels-missie naar Zuid-Amerika. „Wat het handelspolitieke deel van onze missie betreft, waren wij niet in sterke positie, omdat ons geleidelijk alle vbjeclcn waren ontvallen, waarmede wij in onze omstandigheden bij onze onderhandelin gen met voordeel hadden kunnen werken. Niettemin hebben wij. ondanks de uiterst krap toegemeten lijd, resultaten bereikt, die, geloof ik niet onbevredigend zijn, ook wat Chïli be treft." Maar behalve handel op is er ook emigratie naar Zuid-Amerika. De pracht-artikelen van Ds Sonneveldt in ons blad hebben daarop aller aandacht gevestigd ten aanzien van Argentinië. En we kunnen ook tevreden zijn,, aldus de heer Van Karnebeek, over de immigratie-over eenkomst, welke in Zuid-Amerika, waar men op Nederlanders gesteld is. in hooge mate de aandacht getrokken en een nieutuc phase be- teekent in de A rgentijnsche immigratie-politiek. Doch niet alleen naar het Westen gaat het beter, liet daghei otk in den Oosten. De nieuwe handelsovereenkomst met Duitschland heeft bij de groent enrxporteurs en dientengevolge bij de groentenkweekers vreugde veroorzaakt. Men zat daar juia weer in zak en asch en nu ver licht de hoop weer het hart. Daarbij komt, dat ook de heer Deterding weer peinst over verhooging van de uitvoer. Wordt echter de. export ruimer, dan zal uiteraard het nieuwe planrDclerding, dat zich opnieuw tot de zgn. overschotten wil beperken, van geringe omvang zijn. Wel staat vast, dat ditmaal meer aandacht zal worden geschonken aan de export van groenlen. Nu, dat is voorloopig geen weelde. Want we zitten nog maar al te dik in de groenten en te veel wordt nog als onverkoopbaar wegge worpen; al moet men ten deze niet overdrijven. Ook vroeger ginnen er groote overschotten te loor omdat ze onverkoopbaar waren en zelfs de vrachtkosten niet konden goedmaken. Het is er net mee als met de nieuwe harinQ. Aanvankelijk kan men zeggen: waar de mond vol van is, loopt het hart van overmaar als de aanvoeren groot worden, dan rijzen er klachten over de prijs, hetzij bij den kooper, hetzij bij den verkoop er Jntusschen gaathet bij de visscherff ook iets beter dan in vorige jaren en de berichten, dat nieuwe schep; gebouwd of oude verlengd en met motoren cn koeliniichtingen voorzien worden, zijn dan ook niet van de lucht. Klagen mag men al evenmin bij Philips, want nadat het personeel bij deze fabrieken tc Eind hoven enkele weken geleden tot 14.600 was ge stegen, is leze week de 15.000ste arbeider in de Philips bedrijven te werk gesteld. Een klein beetje hoop voor de toekomst krijgen ook de geplukte en verdrukte huiseigenaren, want tegen het einde van het verslagjaar be- gonnen de bouwprijzen vrij sterk op te luopen. Deze stijging heeft zich in het nieuwe jaar voortgezet. De period; van lage bouwkosten is voorbij. Jn Indië (de roode pers. die het vroeger steeds had over Intlonesië. spreekt nu ook weer van Indië!) gaat het met de financiën wonder goed. In April hebben de landsmiddelen in totaal op gebracht li.200.999 v.mf 39.000.000. vj. 29,100,000) en in Januari t/m. April bedroe gen ze in totaal 147.S00. (v.j. 116,800.000). Dat is wel een geweldige klim. De P.T.T. in ons land heeft ook de wind in de zeilen. Durfde daardoor besluiten om alle post vaar Indië voortaan per vliegtuig te verzen den tegen de civiele prijs van f2Va ct. voor elke 10 gram; niet 12l/t el. voor 20 gram en 7Va ct. voor elke volgende 20 gram. zooals velen mee- nen. Jammer .dat bij die welstand het perso neel nog reden van klagen heeft. Over het binnenlandsch gebeuren: sluiting en opening der Stat en-Generaal: Koninklijk be zoek aan Amsterdam; het jubileum van de Octrooiraad en de taak van het Rijksbureau voor voedselvoorziening in tijden van nood, kunnen we gevoeglijk zwijgen. We releveeren nog slechts, dal het prachtige zomerweer vele slachtoffers eisrhtc bij het baden en dat geweldige onwr.ders schrik en brand brachten in verschillende dcelen des lanils. Terwijl we ten slotte treuren over het vrij plotseling verlies van ons aller vriend en medewerker in om dagbladbedrijf, den heer IV. Vijfvinkel. voorzitter van dr afdeeling Rot terdam van de Ned. Chr. Grafische Hond. die Maandag 11. op de Begraafplaats Oud-Kralingen zijn laatste rustplaats vond. 281.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 17