kinder krant Buirenlcmdsch De stem van binnen (Slot) liep. „Je moet met mijm vader praten. Dat moet je!" Als een opluchting viel dat woord in Laurens' hulp zoekend hart. Met Marius zijn vader praten. Dien ernstigen, stillen man, tegen wien hij opzag. ,,'k Zou 't ook aan mijniheer Dirk zeggen," raadde Marius aan. „Neen, dat durf 'k niet. Maar je vader, dat is !wat anders." „Ik zal hem dadelijk opbellen,"beloofde Marius ijverig. „Dat doe 'k zo vaak. Vragen of 't goed is, dat je vanavond komt. Vader is al om vijf uur thuis!" Al om vijf uur. Nog een lange, bange dag. Met de nu argwanende ogen van Dick om hem heen. Neen, hij kón 't niet uithouden in 't kantoor. Laurens zou vrij vragen vandaag. Om telkens weer naar moeder te gaan. Zus mocht bij moeders ibed blijven zitten. Doorlopend bezoek had moeder. Hij kon ook komen wanneer hij wilde. De stem van binnen sprak al luider en luider in Laurens' hart. Hij voelde tegen God en Dihk en zijn moeder en Marius gezondigd te hebben. „Kom vanavond gerust naar ons toe," spoorde Marius Laurens nog aan bij 't afscheid nemen. „Vader zal heus alles voor je in orde maken. Weet je wat je doet. Gaan jullie allebei even naar mijn moeder toe. Je kunt toch niet de hele dag voor je moeders bed blijven zitten." In de haJ groepten verscheidene jongens samen om Laurens van Smalen. De jongen leunde doods bleek tegen een lessenaar. Zijn lippen beefden, terwijl hij sprak. De anderen keken hem mee warig aan. Zijn moeder naar het ziekenhuis, ge opereerd! De heele avond tot één uur bleef Lau rens in de wachtkamer, hij had moeder 's nachts nog even gezien, vanmorgen om zes uur weer. Laurens kwam nu de postbox lichten en zou dan iweer vrij vragen om naar moeder te gaan. De toestand bleef ernstig. Plots viel zijn oog op Marius, die langzaam het groepje naderde en een vurige gloed trok nu over Laurens' gezicht. Marius kwam niet van loket, bad blijkbaar binnen vertoefa. 'Al de ellende, het schuldgevoel over die gestolen zogels kroop opnieuw op in zijn hart. Hoe vurig had Laurens deze nacht om vergeving gebeden, hoe plechtig nam hij zich voor alle oneer 1 ijklieid te schuwen als een ziekte. Laurens maakte zich los uit het klompje kame raadjes en trad op Marius toe, grote ernst lag in zijn ontroerde ogen. Samen liepen <zij de straat op, terwijl Laurens vertelde van zijn moeder. Marius, van plan Laurens het gehele zoeven ge voerde gesprek mee te delen, weifelde even. Hij vond 't wreed over deze zaak te beginnen, nu Laurens zo hartstochtelijk angstig over moeder sprak. En toch, vader zei altijd: Oprechtheid boven al, hij moest Laurens waarschuwen, de postbeambte bou dit geval uitzoeken tot hij 't rechte wist. Hij kende den ouden v. d. Trouw. Als Laurens niet eerlijk aan de zegels kwam zou 't uitkomen. Marius voelde het aaa de vastberaden blik van Van Dalens ogen. Marius behoefde niet te beginnen. Uit de drukte van het Hogcndorpsplein, langs de stillere Leuve- haven begon Laurens zijn biecht. Hij had de rente- zegels weggenomen en Marius op 't ruilen afge stuurd O, hij kon 't niet verdragen moeders dode lijk afgematte gezicht aan te zien, terwijl hij zich een dief voelde. Laurens wist niet hoe hij alles weer in 't reine moest krijgen. Geld om Dirk te vergoeden bezat hij niet. 't Aan Dirk belijden, hij dorst niet. Aan zijn chef nog veel minder. Marius luisterde niet ®en brok in zijn keel. „Ellen dig dat je geen vader hebt," beklaagde hij zacht. „Zie je, m'n vader dacht wel, dat 't niet m orde was. M'n vader voelt alles zo goed." Vader. O, hoe miste Laurens in deze bange ogenblikken zijn vader. Marius sprak precies uit wat hij nijpend miste diep in zijn hart. „Weet je wat," zei Marius opeens tot den gebogen jongen, die schuldig en vol angst met hem voort- HIEP HIEP HOERA! DE KERSEN ZIJN ER! EN ZE SMAKEN HEERLIJK! J.aurcns schudde mistroostig het hoofd. Neen, dat durfde hij niet. Maar zijn klein, dapper zusje durfde wel. De ganse morgen mochten zij tweeën bij moeder blijven, doch in de etensuren moesten zij weg. O, boe heerlijk dat moeder hen hoorde, telkens een lief' woordje zei. En de zuster verzekerde, dat moeder binnen veertien dagen weer beter zou zijn. 's Middags zochten Laurens en zijn zusje Marius' moeder op. Vader had moeder alles verteld en in' het warme moederhart was ook plaats voor de twoe eenzame, verdrietige, altijd nog angstige mensenkinderen. 's Avonds alleen in de voorkamer erkende Lau rens met bevende stom zijn diefstal en ook de gemene poging om Marius er in te laten lopen. De vader keek heel ernstig. „Jongen," zei hij langzaam, „indien wij gezondigd hebben, wij heb ben een voorspraak bij den Vader, Jezus Christus den Rechtvaardige. Je moet Je kwaad belijden. Voor Dirk ookDe slem van den oudere beef de. „Ook voor den postbeambte. Je voelt toch wel, «lat hij Marius voor den schuldige houdt?" Laurens knikte. Hij voelde 't nu scherp. „Kom dan, jongenlief, laat ons nu naar het zio- ikenhuis gaan dan wandelen wij samen eerst naar Dirk. Wie zijn zonden belijdt en laat, die zal barmhartigheid verkrijgen." Laurens lustorde naar de goede raad van den man, die het zo goed met hem meenclo. Het bleek een moeilijke belijdenis te zijn, maar 't ging, het ging, omdat Laurens luisterde naar d<> slem des Heeren in zijn jonge hart. Vreugdetranen rolden den grijzen Dirk over dc wangen, terwijl Laurens sprak. „O jongen, ik hen zo blij voor jou en voor mij," stamelde fiij. „God heeft mijn gebeden gehoord cn 't is weer duidelijk dat Hij alle dingen in het licht doet komen." Die week werd een keerpunt in het leven van Laurens. God spaarde zijn lieve moeder. Elke dag sterkte zij iets aan en baar kinderen vonden ZOEK MAAR! Wat is 'f warm! Opschieten jongens, dan gaan we heerlijk pootje baden. 286 Donderdagavond Wat leeft de mcnsch goed bezien toch in een wonderlijke wereld! Terwijl de zomerhemel zicli hoog en blauw boven onze hoofden spant, met somtijds de trage, fantastische stoeten van witte «wolken, die door de ongemeten ruimten daarheen trokken, en vacantie-verwachtingen in het hart ■worden gewekt, spreekt men in Londen en Berlijn overgasmaskers. De wereld buiten ons, dio Goq heeft geschapen, is heel wat mooier dan de wereld binnen ons! En het kwade, dat ons altijd „aankleeft", zooals ergens met waarheid is gezegd, maakt helaas, dat al wat wij aanraken ook daar mede wordt besmet. Zoo kan zelfs bij de schoono {volheid van den doorbrekenden zomer de mensche- lijke geest met zorgen van eigen maaksel het uit zicht op do toekomst verduisteren. Wij willen hier niet een alarmkreet aanheffen; verontrusting is er over het algemeen reeds meer dan genoeg; doch slechts de aandacht erop vestigen, wat in het Britsche lagerhuis is ter sprake geweest. Enge land, zoo werd dan gezegd, beschikt momenteel over acht millioen gasmaskers, terwijl deze voor raad wekelijks met honderdduizend stuks nog ■wordt uitgebreid. In alle steden, die bij een even- tueelen toekomst-oorlog voor een luchtbombarde ment „in aanmerking komen", de term zou hu moristisch zijn zoo de zaak waarom het gaat niet zoo in-droevig was, zijn opslagplaatsen daar- (van opgericht. Met andere woorden, Groot-Brit- tannië, dat zich in geweldig tempo bewapent of (herbewapent, over deze termen maakt men oven eens gaarne krakeel! is op afweer voorbereid. Ook in liet Derde Rijk laat men zich geenszins on betuigd. Generaal Goering, die over hetzelfde on derwerp het woord voerde, deelde mede, en zulks met blijkbare voldoening, dat men 11a veel proef nemingen eindelijk in Duitschland in was ge slaagd, een „volksgasmasker" samen te stellen, dat tegen alle tot dusverre bekende gassen kon beschermen, en „waarvan de prijs voor niemand een bezwaar behoeft te zijn". Dat klinkt zoo onge veer als iedereen z'n eigen gasmasker. Wat be reiden de mensohen toch elkander een zware toe komst! Het beste wat men ervan zeggen kan is mog het bekende woord: „Vertrouw op God, en houdt uw kruit droog". Hoezeer dc politieke hartstochten bezig zijn, heden it.cn dage het leven te vergiftigen, een kwaad (waartegen geen enkel chemicus voldoende be scherming heeft kunnen uitdenken, is in de af- geloopen weak weder in twee gevallen met ont stellende scherpte aan den dag getreden. Daar is allereerst de terechtstelling van den jeugdigen joodschen student Helmuth Hirsoh. Hirsch was een aardige, veelbelovende jongen, die aan do Praagsche hoogeschool techniek studeerde, en naar het zich liet aanzien, zoo van buiten heke ken, zijn weg in de maatschappij wel zou vinden. Mits hij slechts geen jood ware! De oude woon plaats Stuttgart hadden zijn ouders reeds in den steek moeten laten, 0111 naar Tsjechoslowakije uit to wijken. De felle anti-joodsahe campagne, waar aan een man als de Duitsohor Julius Streichor zich bezondigt, had hun de atmosfeer ondragelijk gemaakt. Dc familie verhuisde te lichter, daar zij als vele joodsohe gezinnen, zwerfziek was van aard. In vroeger dagen had men in de Voreenigde Staten gewoond, was nien zelfs Amcrikaanschi burger geweest. (Helmuth zou met vacantie de hergen ingaan, ge lijk hij voorgaf, toen hij in skipak ihet ouderlijk huis verliet. Doch zijn heimelijke bestemming was, ivia den omweg Zwitserland-Frankrijk, de stad Stuttgart. Een deel zijner bagage had hij daarheen, Vooruitgezonden, waaronder een koffer, die ge vaarlijke explosie-stoffen bevatte, bestemd, gelijk later uitlokte, voor een aanslag op den man, die hot huidige jodendom als den modernen Mordc- chai beschouwt. Deze bagage, door douane en po litie nagezien, zou den jongeman, die zoo betreu renswaardig uit zijn evenwicht was geraakt, nood lottig worden. Men arresteerde hem dadelijk, toen hij nog nauwlijks uit den trein was gestapt, ■een gevangene der Gestapo. Hij hoeft zijn lot, do doodstraf, niet kunnen ontgaan. Hitler wcigerdo gratie voor een individu, hetwelk liet leven van zijn vriend Julius had bedreigd. De Hinschen hebben, radeloos, nog een uiterste poging gewaagd, het hangende onheil te bezweren. Zij herinnerden zich, dat zij te eeniger tijd Amori- (kaansch burger waren geweest, cn ondernamen (met overhaasting de noodige stappen, om in deze burgerrechten te worden hersteld. Het gelukte, ic.och do interventie van den Amerikaanschen ge zant Dodd te Berlijn hoeft, gelijk geze,gd, hun niet' Imogen haten. Helmuth Hirsch is terecht gesteld,' Zeker, hij w a s schuldig. Doch achter hem toe kende zich kolossaal af dc schaduw van hen, diio do rassenhaat in Duitschland hebben ontketend. ,Wij hebben, helaas, nergens kunnen lezen, dat Over deze mede-schuldigen in het Derde Rijk overluid het moreele vonnis is geveld. Ongelukkig Qiet land waar slechts de gewetens, cn dan nog Lu den regel slechts aarzelend, mogen spreken! iToulouse, dc l'ransaho havenstad, zag een andero misdaad, die evenzeer tegen den tijdgeest getuigt. F.en dertienjarige jongen waagde het, over de fctraat te fietsen met aan het stuur een nationaal vlaggetje. Twaalf anderer jongens, waarvan de oud ste omstreeks achttien jaar was, overvielen hem, sleurden hem van zijn rijwiel, trapten, sloegen en steenigden hem. Zoo voorbijgangers zich niet met 't ergerlijke geval hadden bemoeid zou deze Michel Ribell er ongetwijfeld het leven hebben bij inge schoten. Lyon gaf, eenige weiken geleden, er im mers het treurige exempel van. Hoezeer moet een land inwendig door burgert wisten worden ver scheurd, zoo zelfs jongens de ridderlijkheid, dio bun ingeboren is, reeds vergeten! In de Belgische Kamer is het moeizame pleit voor amnestie ten bate van de Vlaamsohe activisten <iaji eindelijk beslist Weinig had het gescheeld, of dit aloude zeer, hetwelk de beide nationalitei ten binnen het Belgische staatsverband verdeelt, was nog op een regeeringscrisis uitgeloopen. De ikamerafgevaardigde Borginon heeft op aangrij pende wijze getuigd van het onrecht en de ver dachtmakingen, die de Vlaamsohe frontstrijders aan den Yser hebben moeten doorstaan. Vlaam sohe jongens, die het waagden, bij het „numme ren" hun moedertaal te eeren, werden als verra ders voor het militair gerecht gesleept, dezelfden die later aan het front, tijdens een Duitschen aan val, hun leven voor hun makkers in de waag schaal durfden leggen. Wij zulen over deze dingen anaar niet te veel verhalen. Waartoe nieuwe ver bittering gewekt, waar reeds schier overal te we reld het vuur van den haat lustig brandt. Ook nu is nog niet ten volle recht gedaan. Zij, dio wegens overloopen naar den \ijand, wegens land verraad door over-haastige krijgsraden ter dood veroordeeld werden, zullen ook thans nog niet hun volledige burgerrechten herkrijgen. In de volks vertegenwoordiging zal hun geen zetel worden in geruimd. De Vlamingen hebben lang geduld ge had; ze zijn een goedmoedig volk. Ook nu zullein zij hun tijd weten te beiden. Doch wat in de har ten leeft, kan nimmer worden gedoofd, en dat een spreker, o.i. niet ten onrechte, den premier Van Zeeland onoprechtheid en zelfs woordbreuk ten opzichte van aan Vlaanderen gedane toezeggin gen kon verwijten, dat spreekt genoegzaam voor. zichzelf. De Belgische eenheid, een toch reeds zoo allermoeizaamst nagestreefd goed, wordt door deze dingen allerminst gediend. <5" In Sovjet-Rusland blijft het, onder de oppervlakte, zieden en woelen. Het regiem van Stalin, die met Aziatische strakheid regeert, gaat voort met on verbiddelijkheid personen te ontdekken, ont maskeren is eigenlijk de bolsjewistische vakterm die in de roode heilsleer door de prominenten iniet voor volkomen orthodox worden aangezien* Het communisme zou in zooverre een religie kun nen worden genoemd, dat het met de slechtste uitingen van godsdienstzin een niets en niemand ontziend fanatisme gemeen heeft. Maarschalk Toeohatsjefski, de voormalige chef van den gene- ralen staf van het roode leger, die kortelings in ongenade was gevallen en als chef van het mili tair bestuur naar het Wolga-gebied was gezonden, op die manier was men hem voorloopig kwijt, is thans uit al zijn functies ontzet. Het gerucht, dat ook maarschalk Blucher, die in Oost-Rusland de groote man was, oveneens zou zijn gearresteerd, heeft nog geen bevestiging gevonden. Ook andero officieren van zeer hoogen rang hebben overeen komstige tuimelingen gemaakt, die voor huil naaste toekomst niet veel goeds voorspellen. Mis schien zelfs wel den kogel. In zokere kringen wordt uitgesproken, dat dit al les te beduiden heeft een nieuwe machtsconcen tratie van den ongekroonden rooden tsaar. Was Sovjet-Rusland tot nog toe een politie-staat, men denke slechts aan de huiveringwekkende macht der Gepeoe, thans zou men op weg zijn naar dc militaire dictatuur. Vandaar deze breed opgezetto „zuivering" van bet leger. Waart de geest van David Trotski daar inderdaad nog rond? liet zou niet behoeven te bevreemden. Was Trotski niet do man die in de worsteling van het bolsjewisme, 0111 zidh tegen de legws der witten te beveiligen, met oen schier onvermoeibare energie het zwaard der sovjets heeft gesmeed'? Met arlieid overladen, wekenlang levende in den trein die zijn bureau was en hem van den eenen uithoek van RuslancJ naar den anderen voerde, heeft h ij het roode le ger uit don grond gestampt, georganiseerd, tot een bruikbare eenheid gemaakt. Onder de legercom mandanten zijn er velen, die Trotski persoonlijk gekend hebben, en nog een zwak moeten gevoelen, voor dezen vroege ren volkscommissaris van oor log. Alles wat van nabij of verre in verband staat met het Trotskisme wordt onverbiddelijk uit den weg geruimd. De Vcreenigde Staten zuchten intussnhen nog steeds onder de werkstakingen. Thaans is 't weder, de staalindustrie te Cleveland, die zorgen baart. De duizenden, die door Lewis met zijn groot- saheepsche organisatie-pogingen in beroering wor den gebracht, vormen voorshands nog een moei lijk te regeeren massa. In sommige fabrieken is een deel van het personeel aan den arbeid ge bleven. Hun voormalige makkers posten voor do uitgangen, gewapend niet revolvers, om hun do communicatie met de buitenwereld te beletten. Met vliegmachines eerst, daarna met postpaket- ten trachtte men de werkwilligen van voedsel to ivoorzien. Vliegtuigen zijn door de posters zelfs reeds door middel van schoten tot dalen gedwon gen. De politie werft hulptroepen en brengt mi trailleurs hijeen, 0111 desnoods met bloedstorting de vrijheid van arbeid te herstellen. De stakers vau thun kont, stellen revolvers en andere wapens daartegenover. Zal het tot een bloedige botsing moeten geraken? Reeds eerder heeft elders in ao Staten het conflict ziah in die mate toegespitst. De storm is toen nog bijtijds bezworen. Men mag goede hoop hebben, dat ook ditmaal de zakelijk heid van den Amerikaan het van zijn strijdvaar digheid zal weten te winnen. Deze week werd in den 'tuin van 'Artis te 'Amsterdam hel zilveren jubileum van den Bond voor Gercf Jeugdorganisatie herdacht. Ruim 11.000 knapen en meisjes woonden ilcn toogdag bij; ook Spankcnburg, was vertegenwoordigd 279

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 15