Kolonisatie-mogelijkheden
Argentinië
Christelijke Houtbewerkers
DONDERDAG 3 JUNI 1937 TWEEDE BLAD PAG. 5
ROFFELRIJMEN
Wat dus de samenstelling der kolonie
aangaat, noemden we het alleszins wensche-
lijk en noodzakelijk, dat de kolonisten uit
onderscheidene provincies moeten komen en
dat zoowel het noorden als het Zuiden van
Nederland hierin vertegenwoordigd dienen
te zijn. Thans is het onze taak iets te zeg
gen over de gezinnen en personen, die even
tueel de kolonie zullen vormen. Dat het
menschen-materiaal van zeer groot belang
is met het oog op slagen, zal ons wel duide
lijk zijn. Dit wordt door niemand betwist
Het zij mij dan vergund in dit verband op
enkele dingen met nadruk te wijzen.
1. Vooreerst mag wel op de voorgrond
worden geplaatst, dat uitsluitend in aanmer
king kunnen en mogen komen „menschen
van het vak". Dus personen, die werkelijk
landbouwer of veeboer zijn. Elke gedachte,
dat het er in Argentinië niet zoo precies op
aan komt en dat wel iedereen „boer" kan
worden, moet moet van stonde aan worden
uitgeschakeld. Er is veel geschreven over
mislukte emigraties in Argentinië (1S89) en
ook later in Brazilië; maar die mislukking
was te voorzien en heeft zijn grond in het
treurige feit, dat men menschen liet gaan en
komen, die van het landbouwbedrijf even
veel verstand hadden als een koe van viool
spelen. D.w.z. niets.
Ec' ter is hiermede nog niet genoeg ge
zegd. We raken thans aan een betrekkelijk
teer punt, maar ons gevoel en ons hart mo
gen niet over ons verstand heerschen. Voor
al bij de eerste poging moet alles worden
vermeden, wat het succes zou kunnen ver
minderen. Naar ons gevoel en ons hart zou
den we gaarne die menschen een goede
kans willen geven, die in het vaderland wei
nig bezitten, niet vooruit kunnen komen en
een eenigszins armoedig bestaan leiden op
een klein stukje grond; en ook onze arbei
ders zouden we gaarne die kans geven, om
hier zelfstandig te worden.
Indertijd heb ik in mijn lezingen over dil
land en in verband met het emigratie-vraag
stuk gezegd, dat in Argentinië flinke jon--
gens. ook zonder kapitaal, een bedrijf zou
den kunnen verwerven. Dat woord behoef
ik niet terug te nemen. In Tres Arroyos is
dit werkelijkheid geworden, maar natuur
lijk eerst, nadat die jongens enkele jaren
hadden gespaard en geleerd. Maar nu gaat
het er om. dat de kolonisten bekwaam zijn.
zij het ook onder deskundige leiding, om een
bedrijf van 150 H.A. te kunnen behartigen.
Dus kort en goed: gezinnen uit de boeren
stand, die zelf of wier ouders reeds een be
drijf in Nederland hebben, zoodat ze zelf
standig kunnen werken. Bij voorkeur dan
nog gezinnen met een of meer volwassen
ionen, zoodat er geen vreemde krachten be
hoeven- gehuurd te worden.' Natuurlijk ko
men ook gezinnen in aanmerking, die pas
ziin gevormd, dus geen kinderen hebben,
omdat voor zulke gezinnen de onderhouds
kosten geringer zijn en zij dus gerust een
knecht kunnen nemen.
En dan zou ik hierbij nog willen voegen,
dat het zeer gewenscht is, dat de kolonisten
zelf eenig kapitaal bezitten. Daardoor wordt
niet alleen het stichten der kolonie iets
Vergemakkelijkt, maar het heeft nog twee
andere voordeelen. Vooreerst, dat we dan
nog te beter het noodige en gewenschte
menschen-materiaal krijgen, namelijk uit de
eenigszins gegoede boerenstand: en voorts
brengt het mee. dat de kolonist er zelf ook
financieel bij betrokken is. hetgeen hem da
delijk zal aansporen, om al zijn krachten ln
te spannen voor het welslagen der onderne
ming. In Z.-Afrika en nu ook in Argentinië
wordt door de Regeering hulp verschaft op
de grondslag van het zg. tien-procent-stel-
Bel. Dat komt hierop neer, dat de kolonist 10
procent van het benoodigde kapitaal moet
bezitten. Ik zie geen enkele reden, waa
dit stelsel ook niet zou gevolgd worden bij
het stichten van een Nederlandsche kolonie
in Argentinië. Als het ideaal wenkt, dat men
een eigen bedrijf van 150 200 H.A. in eigen
dom kan krijgen, waarop men onder de
gen Gods een koninklijk leven kan leiden,
zouden dan die kolonisten niet genegen zijn,
om zelf een bedrag van 6 k 7 duizend gulden
in dat eigen bedrijf te storten? Ik twijfel er
geen oogenblik aan.
2. De kring, waaruit eventueel de kolonis
ten moeten komen, is dus in zekere zin be
perkt en die wordt nog nader ingekrompen,
als we wijzen op de gebiedende noodzake
lijkheid, dat de kolonisten geestelijk homo
geen moeten zijn. Gelukkig, dat ook dit door
allen wordt erkend en met name nemen we
met voldoening nota van de erkenning, ook
door niet-geestverwanten, dat gereformeer
den hier een schitterend voorbeeld geven.
Nog dezer dagen hoorde ik verklaren
iemand, die in Zuid-Amerika enkele groepen
van Nederlandsche kolonisten bezocht, dat
er in de gereformeerde kolonie eenheid en
saamhoorigheid is, maar waar die geeste-
terlijke zin des woords de hand aan de
ploeg willen slaan, om mee te arbeiden
aan de vooruitgang van dit land om dan
ook in die vooruitgang zelf te deelen.
A C. SONNEVELDT
lijke band ontbreekt, leven de menschen los
aak tegenover elkander. Ik meen. dat
ook in andere landen dit verschijnsel zich
oordoet, zeer ter eere van ons Calvinistisch
'olk.
Dat door ons dan ook speciaal, ja uitslui
tend wordt gewerkt voor de stichting van
gereformeerde kolonie, is niet alleen
gansch natuurlijk, maar vloeit ook voort uit
de gelukkige omstandigheid, dat we reeds
Tres Arroyos zulk een Calvinistische ko
lonie hebben. Afgezien van ons beginsel en
ons streven om door middel van kolonisatie
de uitbreiding van Gods koninkrijk te be-
orderen, ligt het in den aard der zaak, dat
onze kolonisten dan alleen bereid zijn om
leiding en voorlichting te geven, indien het
strekt tot versterking ook van het geestelijk
kerkelijk leven en wanneer de nieuwe
kolonisten reeds van stonde aan door de
band des geloofs met de oude kolonisten zijn
verbonden.
Het behoeft hier niet nader te worden
gedemonstreerd, dat in die weg velerlei be
en worden voorkomen en dat vooral do
kwestie van het z.g. „aanpassingsvermogen"
is opgelost, omdat de nieuwelingen hun
eigen kerkelijk leven kunnen voortzetten.
Wordt dan misschien opgemerkt, dat het
vrijwel onmogelijk zal zijn, dat een Regee-
ing of ook particulier kapitaal uitsluitend
een Calvinistische kolonisatie zouden steu
nen. dan kan ook dit bezwaar makkelijk
worden ondervangen door te constateeren,
dat ook andere richtingen een kolonisatie
plan kunnen opzetten en uitvoeren. Hier is
natuurlijk gelijk recht voor allen. Maar het
dient vast te staan, dat elke kolonie geeste
lijk homogeen behoort te zijn. En waar dan
de actie door ons is begonnen, en gezien het
aanvankelijk succes van gereformeerde ko.
;atie, kan niemand er bezwaar tegen
hebben, dat voor een eerste Nederlandsche j
kolonie in dit land. allereerst gereformeor-
den in aanmerking komen. Slaagt dan die
eerste poging 'en is er in Nederland ook bi'
andere groepen animo, dan kan men desp
ivenscht ook met anderen een proef nemen
Met nadruk wil ik er op wijzen, dat het i
ten opzichte van dit cardinale pupt niet bij J
coorden en beloften moet blijven. Topn de
kolonie te Pinos zou gesticht worden, met j
welke kolonie wij niets van doen hadden, j
kreeg ik een bezoek van den Directeur van
..Landverhuizing". In het gesprek maakte ik
deze opmerking: ik heb met de zaak niets
te maken, maar als ik een goede raad mag
geven, zend dan menschen van dezelfde
godsdienstige overtuiging. Spontaan werd
mij verzekerd, dat dit zou gebeuren, omdat
de Directeur van dezelfde meening was,
maarin de praktijk kwam er niets van
terecht. Niet alleen waren schier alle rich
tingen in die tien gezinnen vertegenwoor
digd, maar ook in het algemeen was het ge
halte dier menschen van dien aard, dat we
nog heden ten dage met verwondering aan
deze selectie denken; indien het plan wa9
geweest die kolonisatie te doen mislukken,
had men juist dit stel kolonisten moeten
sturen. En het mooiste is dan nog, dat zich
de afkeer richt, niet tegen hen, die van die
mislukking de schuld hebben, maar tegen
Argentinië. Het wordt tijd, dat zulke „lei
ders" eens tot verantwoording worden ee-
roepen. Want niet alleen zijn door die mis
lukking een tiental gezinnen gedupeerd,
maar de goede naam van ons land en volk
is gechaad. En van 'n semi-officieel lichaam
mag toch wel op zijn minst worden ver
wacht en gevergd, dat het door zijn ontre
den die naam van ons land en volk hoog
houdt
In dit verband wil ik dan nog een enkele
opmerking van praktisch beleid maken.
Wanneer het doel eens werd bereikt en
moest worden overgegaan tot de selectie van
menschen. die zich voor deze kolonisatie op
gaven, dan rijst de vraag door wie deze
selectie moet worden gedaan. Met het oog
op de belangrijkheid der zaak en het sla
gen, is dit van het allergrootste gewicht Bij
eenig nadenken zal ieder toestemmen, dat
die selectie het best kan worden toever
trouwd aan menschen, die reeds vele jaren
in Argentinië wonen, die land en volk en
omstandigheden kennen, en die daarom ook
het best kunnen beoordeelen, wie geschikt
zijn, om de kolonie te vormen. Menschen
verder, die door hun omgang met allerlei
personen eenige menschen kennis hebben op
gedaan en die in de practijk al vaak hebben
getoond, dat zij in hun oordeel niet mis
hebben getast. Aan wie tenslotte deze taak
zal worden toevertrouwd, doet er niet toe,
indien maar vast staat, dat het oersonen
zijn, die in Argentinië zijn ingeburgerd.
Juist in deze weg zal men hier in Argen
tinië gaarne de verantwoordelijkheid dra
gen en alle hulp en voorlichting willen ge
ven. De ervaring in dezen is helaas, dat.
zeker met de beste bedoelingen, soms men
schen ons worden toegezonden, die men in
Nederland niet kan gebruiken en dan met
de gedachte, dat zij in dit land wel rullen
slagen. Zoo lets mag in de toekomst niet.
meer gebeuren en het is zeker goed, dat
men in Nederland goed er van overtuigd
is. dat we voor een Nederlandsche kolonie
een keurbende wenschen, zoodat we ons
hier niet behoeven te schamen voor de land
genooten, die in dit jonge land met zijn
XII stond in ons blad van 31 Mei.
NATIONALE
RECLASSEERINGSDAG
Een nationale plicht
In het grootste gedeelte van Nederland
zal Zaterdag 5 Juni a.s. aan een ieder gele
genheid worden gegeven, 'n gave beschikbaar
te stellen voor liet reclasseeringswerk, dat
door instellingen van alle gezindten wordt
gedaan. We zullen deze arbeid wel niet be
hoeven aan te bevelen Zelden zullen we een
zoo gemakkelijke gelegenheid hebben, naast
een theoretisch ook een practisch christen
dom te beoefenen. Het reclasseeringswerk
wil menschen, die in den kerker de gerechte
stiaf ondergingen, niet altoos onder het
kwaad laten lijden, doch hen in ware liefde
een plaats geven in het maatschappelijk
leven. We kunnen het werk van de reclas-
seering moeilijk beter omschrijven en aan
bevelen, dan in het stukje, dat de heer B.
Vlas, Kommandant van het Leger des Heils
in Nederland, schreef in de Reclasseerings-
krant, als hij eraan herinnert, hoe de Hei
land sprak: ..Ik was in de gevangenis en gij
zijt tot Mij gekomen". En wanneer wij vra-
gen: ..Wanneer l>r:>bon wij U gezien in de
gevangenis?" zal Hij antwoorden: „Voorwaar
lk -zeg U, voor zooveel gij dit aan een van
Mijne minste broeders gedaan hebt, zoo hebt
gij dat Mij gedaan".
[Zaterdag - s juki - 1957
Aart van Dobbenburgh ontwierp voor de
a.s. reclasseeringsdag een stekend affiche.
De heer A. van Kalken, hoofd van de Mr. A. J. van Beeck Calkoenschool aan de
Havikstraat te Utrecht, herdacht den dag waarop hij voor 4 0 jaar in dienst trad bij
het Christelijk onderwijs.
De jubilaris was achtereenvolgens werkzaam te Abcoude, Hilversum, Oudewetering
>ij Leiden), Schiermonnikoog, Ferwerd (Friesland) en nu reeds meer dan vijftien
jaar als hoofd te Utrecht.
Dinsdag is de heer van Kalken hartelijk gehuldigd in de school hier bovengenoemd
in tegenwoordigheid van het bestuur van de Vereeniging „De Gereformeerde School".
Op de foto ziet men den voorzitter (zittend in het midden) omringd door zijn echtge-
noote, kinderen en schoolbestuur. Talrijke geschenken en bloemstukken had de jubilaris
op dezen dag in ontvangst te nemen.
RADIO-UITZENDING
BONDSDAG MIDDELBURG
Redevoeringen gingen buiten
de politiek om
N.C.R.V. niet ter verantwoording
geroepen
Op vragen van den heer K r ij g e r in ver
band met de radio-uitzending van redevoe
ringen en toespraken ter vergadering van
den Ned. Bond van J.V. op G.G. op 6 Mei
1937. heeft de minister van Binnenlandsche
Zaken geantwoord.
De controle op de gedeeltelijke uitzending
door de N.C.R.V. van c.en 49sten Bondsdag
van den Ned. Bond van J.V. op G.G. werd.
naar den minister uit van de radio-omroep
controle-commissie geen termen aanwezig
gebleken, niet preventief uitgeoefend.
Gelet op den persoon van de sprekers en
mede gelet op de practijk van dgl. uitzendin
gen in vorige jaren, achtte oe radio-omroep
conarole-commissie geen termen aanwezig
vóór de uitzendingen de tekst van de op ge
noemden Bondsdag uit te spreken redevoe
ringen. voor zoover deze zoudpn worden uit
gezonden, bij de N.C.R.V. op te vragen.
Ook bij nadere overweging is de minister
van gevoelen, dat van oe gelegenheid om
ongecontroleerd het gesprokene uit te zen
den of te doen uitzenden niet een veel rui
mer gebruik is gemaakt dan met het oog op
den inhoud van gedeelten der redevoeringen
en toesnraken toelaatbaar is te achten. Wat
betreft de redevoeringen van de beide in de
SPOED GEWENSCHT
Een onverkwikkelijke strijd
Rukt Vinkeveen vaneen;
De kwestie: zal de zomertijd
Het xoiivien, ja of neen?
De schooi gaat met de zonnetijd
Halsstarrig uit en aan.
De werkman moet op zómertijd
Tot zijnen arbeid gaan.
De eene klok wijst zómertijd,
De andre wintertijd.
En alle Vinkev eender aars
Zijn hun gemoedsrust kwijt.
Vooral in 't schaftuur is het mis
En loopt het glad verkeerd
Omdat de jeugd een uur te laat
Ten eten arriveert.
Gevolg: papa vraagt voor zijn kroost
Om 11 uur (12 uur) vrij.
Opdat althans aan 't middagmaal
Gepaste eenheid zij.
Gevolg: de orde op de school
Wordt ergerlijk gestoord,
Gevolg: er wordt geprotesteerd,
Gemopperd, enzoovoort
Ik hoop maar dat de ruzie gauw
En goed beëindigd wordt:
De Zomertijd in Nederland
Is toch al reeds zoo kort!
(Nadruk verboden)
LEO LENS
vragen beaoelde ministers, de eene was
vouctig een toespraak die geheel bnitpn de
politiek omging, terwijl de andere handelde
over de betee-kenis van Dr. A. Kuyper voor
de opleving van het Gereformeerd beginsel
een historische schildering gaf van het
en en werken van dezen staatsman.
Ten aanzien van één enkele j
in het dankwoord van den voorzitter
kan worden toegegeven, dat deze niet
beantwoordde aan het bepaalde in art.
2, 2de lid van het radio-reglement
1930. Hierbij zij echter aangeteekend,
dat dit geïmproviseerde dankwoord
werd opgenomen op een gramophoon-
plaat en oe spreker wist, noch be
vroeden kon, dat zijn woorden later per
radio zouden worden uitgezonden.
Gebleken is. dat na de op een gramophoon-
plaat opgenomen redevoering van Dr. Colijn
abusievelijk ook hi-t dankwoord van den
voorzitter, dat op dezelfde plaat was op
genomen, is uitgezonden Alle omstandig
heden in aanmerking genomen werden geen
termen aanwezig geacht de N.C.R.V. te dezer
zake ter verantwoording te roepen.
In een en ander heeft de minister geen
aanleiding kunnen vinden om bevestigend
te beantwoorden de vraag, of hij bereid is,
te bevorderen, dat het rechtsgevoel worde'
bevredigd door andere politieke partijen
vóór 26 Mei jl. gelegenheid te geven voor de
microfoon te spreken over de beteekenis
voor ons volk van de beginselen, die zij voor
staan en. desgpwenscht. over de beteekenis
van hun overleden of nog in leven zijnde lei-
aers en van hun lijstaanvoerders.
Voortgezette vergadering
te Amsterdam
Een fonds voor de
Bondsleden gesticht
In de voortgezette algemeene vergadering
van den Bond van Ned. Chr. Houtbewer
kers, Meubelmakers, Behangers en aanver
wante vakgenooten, gehouden te Amster
dam in Krasnapolsky, bleek dat 52 afdee-
lingen door 76 afgevaardigden vertegen
woordigd waren. Ook waren eenige gasten,
w.o. uit België en Zwitserland, aanwezig.
Huldiging A. Th. Baart
Ter gelegenheid van het jubileum van den
Bondspenningmeester, den heer A.
Baart, van Rotterdam, is dezen functiona
ris een hartelijke huldiging bereid. Directe
aanleiding hiervan is het 20-jarig penning
meesterschap van den heer Baart, van den
Bond sedert de reorganisatie van 1916.
De heer Kars, van Leerdam, was de tolk
van de Bond toen hij den heer Baart prees
als stille, noeste werker, die, medegerekend
de periode vóór 1916, de Bond reeds 25 jaar
met volle toewijding en energie dient. Van
de afdeeling Leerdam is het initiatief tot
deze welverdiende huldiging uitgegaan, zei
spr., en namens de Bond bood spr. den ju
bilaris als blijk van buitengewone waardee
ring een klok en een lamp aan.
De heer Baart dankte voor deze hulde
en wekte op tot krachtige actie voor de
Bond om onder Gods zegen voort te gaan.
Dan halen wij, zei spr., binnen afzienbaren
tijd de 4000 leden.
Het bestuursbeleid
Aan de bespreking over het beleid
het hoofdbestuur, in verband met de ver
slagen over de jaren 1934 tot 1936, werd in
eersten termijn deelgenomen door de afdee-
lingen Dordrecht, Scheveningen, Utrecht,
Schiedam, Vlaardingen, Den Haag, Delft en
Katwijk.
De opmerkingen werden beantwoord door-
den Bondssecretaris, den heer Joh. G
Brouwer en door den Bondspenning
meester, den heer A. Th. Baart, beiden
van Rotterdam, waarna de verslagen met
algemeene stemmen werden goedgekeurd.
Op voorstel van de Commissie van Contröle
werd den penningmeester décharge ver
leend.
Bij de discussie over het Bondsorgaan,
waarbij afgevaardigden uit Den Haag,
Utrecht, Katwijk en Delft aan het woord
kwamen, werd gevraagd om meer actueele
sociale voorlichting en meer speciale vak
artikelen. Nog andere vragen en opmerkin
gen werden geplaatst, die door den voor
zitter, den heer P. A. West dijk, van Rot
terdam, beantwoord werden.
Het beleid der redactie werd goedgekeurd
en de heeren A. Th. Baart en P. i
W e s t d ij k zijn in de redactie herkozen.
ken kracht mag staan. In het algemeen
mag gezegd worden, dat de toestand van
de Christelijke vakbeweging reden tot dank
geeft, gelet op de economische omstandig
heden.
Voor de toekomst spoorde spr. aan tot ge-,
loof in het ideaal der Chr. vakorganisatit.
Het doel komt naderbij en in dit verband
gewaagde spr. van den groeienden drang
tot organische bedrijfsverhoudingen. Te
meer valt dit op, als wij, ging spr. voort
terugdenken aan den tijd van 60 jaar ge
leden, toen Dr. Kuyper ook op sociaal ge
bied zijn arbeid begon. Met het werk van
vroegere generaties voor oogen, wier strijd
door den Heere is gezegend wekte spr. ten
slotte op om in Zijn kracht voort te gaan.
Namens de Belgische zusterorganisatie
sprak de heer Braakman, uit Gent, die
herinnerde aan den overleden Bondsvoor
zitter, den heer van der Heijden, wiens
practisch vei stand en kloek maatschappe
lijk doorzicht hij roemde. Van de fusie der
Internationale Christelijke organisaties van
houtbewerkers en bouwarbeiders heeft spr
goede verwachting.
De geloovige arbeiders, zette spr. uiteen,
hebben zich duurzaam te stellen tegen de
goddelooze opvattingen van het materialis
tische Marxisme en de rassentheorie van
het nationaal-socialisme. Zij behooren hun
eigen gang te gaan om zoodoende mede te
werken aan de toepassing van de Christe
lijke beginselen hij de maatschappelijke
voortbrenging. Met geweldige spanning heb
ben wij in België, zei spr., de verkiezingen
in Nederland tegemoet gezien. De prachtige
uitslag, die zich keerde tegen de genoemde
gevaarlijke stroomingen, is, betoogde spr.
ten slotte, mede te danken aan de sociaal-
economische instituten der geloovige arbei
ders.
Hierna richtte de heer Schön, uit Zü-
rich, zich in gelijken geest met een opwek
kend woord tot de vergadering.
Uitkeering aan onde Bondsleden
Op voorstel van het Hoofdbestuur is door
de vergadering besloten tot stichting van
een Fonds tot uitkeering aan oude Bond:
leden.
Als stichtingskapitaal worcty uit de Bonds-
kas een kapitaal van 10.000.— gestort.
Verder worden de financiën verkregen door
jaarlijksche stortingen.
De uitkeering bedraagt na 25 jaren lid
maatschap 1.50 per week, na 30 jaren
2.per week.
Een reglement van dit fonds werd na be-
:cking vastgesteld.
Rechtspositie gesalarieerde Bestuurders
In bespreking kwamen voorstellen van de
afdeelingen Utrecht, Schiedam en Leerdam
betreffende salarieering en pensionneering
der gesalarieerde Bestuurders.
Het hoofdbestuur had zelf ook een i
stel dienaangaande ingediend, beoogende
meer uniformiteit t.a. dezer salarissen vast
te stellen en deze ook in de pensionneering
tot uiting te doen komen.
Nadat de voorzitter dit voorstel had ver
dedigd, trokken de genoemde afdeelingen
haar voorstellen in en werd met algemeene
stemmen het voorstel van het hoofdbestuur
aangenomen.
Overige huishoudelijke zaken
Op voorstel van het hoofdbestuur zijn na
uitvoerige bespreking onderscheiden wijzi-
gingen aangebracht in de statuten e
KUNST EN LETTEREN
KEULEN EERT
JOOST VAN DEN VONDEL
Waar de groote dichter
zijn jeugd doorbracht
Belangrijke expositie geopend
(Van onzen Duitschen correspondent)
De eenigen tijd geleden opgerichte
„Deutsch Niederlandische Geeellschaft" heeft
tijdens het afgeloopen week-end te Keulen
grootsch opgezette „Vondel-Gedenkfeier"
gehouden. Voor de -eerste maal trad hier«
mee deze zeer actieve vereeniging in West»
Duitschland naar voren.
Niet slechts het feit. dat Joost van den
Vondel 17 November 1587 te Keulen gebo
ren werd en wel in het „Haus zur Vio'.e"
in de GrosseWitschgasse 1, maar minstena
zeer zijn genegenheid voor deze stad,
welke in zijn werk meermalen tot uiting is
gekomen, hebben de stoot gegeven tot deze
Vondel-herdenking.
Toen Antwerpen door de Spanjaarden
was ingenomen, waren 's dichters ouders
Keulen gevlucht waar het gezinshootil
zich 15S5 aansloot bij de vakorganisatie der
hoedenmakers. Acht jaar bleef de familie
Vondel hier wonen en de herinnering aan
dezen tijd heeft hij later in dichterlijken
jrm weergegeven
De Vondel-herdenking heeft plaats gehad
i samenwerking met hef „Duitsch-Ne*ler-
Iandsche Instituut" aan de Universiteit van
Keulen, het Wallraf-Richartz Museum en
<ie stad Keulen. .Zaterdag is deherdenking
begonnen rpet de opening eener t en toon?}el-
Ikrig „Nederlands nationale dichter Joost
den Vondel en zijn tijd". Bij deze ofti-
cieele gelegenheid werd het woord gevoerd
door den burgemeester van Keulen, pref.
Molkenboer als vertegenwoordiger van ons
land en voorts door prof. Förster, directeur
het Wallraf-Richartz Museum en dn
Hans Friedrich Blunck, president oer
„Reichsschrifttumskammer", tweede voor
zitter der Deutsch-Niederlandische Gesel
schaft. Des avonds vond in het Wallraf-Ki»
charts Museum een ontvangst plaats, waar»
bij muziek uit de 17e eeuw en recitaten van:
Vondel ten gehoore werden gebracht Ben
Rovaards declameerde.
Prof. Scholte (Amsterdam) heeft voorts
gesproken over „Vondels dichterlijke per
soonlijkheid", terwijl Prof. Schneider
gelmuziek ten gehoore bracht. Mot een of
ficieel déjeuner werd de herdenking beslo
ten.
De expositie die gehouden wordt in het
Wallraf-Richartz Museum zal tot den herfst
geopend blijven. Zij eeeft den bezoekpr een
duidelijk beeld van Vondels klassieken tijd,
een rijke verzameling teekeningen, schil
derijen en andere cultureele documenten.
Voorts kan men de volledige werken des
dichters in het Nederlandsch en een belang
rijk deel in de Duitsche vertaling bewon
deren.
het huishoudelijk reglement Ook is een
reglement voor de jeugdclubs vastgesteld.
De aftredende onbezoldigde leden van
het hoofdbestuur werden herkozen. In de
plaats van den heer Prins werd gekozen de
heer Sipma beiden te Zaandam.
Aan het hoofdbestuur werd overgelaten
de plaats voor de volgende algemeene ver
gadering te bepalen.
Na het afhandelen der agenda werd de
vergadering gistermiddag te 4 uur gesloten.
mei 'schapen In Santa Cm, ten Zuiden Mn Chubut
Namens het Christelijk Nationaal Vak
verbond heeft de voorzitter, de heer A.
Stapelkamp, van Utrecht, de vergade
ring toegesproken. Hij wees er op, dat de
organisatie door de gunst Gods in ongebro-
Jeugdige beoefenaars van de he ngetsporl in Rotterdam profiteerden giste ren van hun vrijen Woensdag-
middag om een vischje te verse halken ln den Schiedamschen Singel