l
P
POKONkun "5-
r
Huisbrand- en Industriekolen
.GRONINGEN"
H.H. EiERVERZENOERS
DE ROTTERDAMSCHE VEILING
RAATUURTJE
WOENSDAG 26 MEI 19S7 No. 888
VOEDERKOOL RASSEN
Meerdere proeven gewenscht
De in 1935 begonnen wedstrijd tusschen
verschillende voederkoolrassen werd in 1936 j
voortgezet. Beproefd werden 9 mergkool -
rassen, 6 bladkoolrassen van het type dui
zendkoppige kool en boerenkool, 4 sluitkoot
rassen en 3 rassen van voorjaarsboeren
kool.
Van de %28 aangelegde proefveldien wer
den er 28 uitgezocht voor het verrichte!
van opbrengstbepalingen, terwijl op een
grooter aantal proefvelden waarnemingen
werden verricht omtrent het aanslaan d<;j
planten, het optreden van knol voet, het
rotten der stronken, enz.
Helaas zijn de eiwitanalyses nog niet be
ltend, zoodat het volledige verslag eers;
later kan worden uitgebracht. In verband
met de naderende zaaitijd van voederkoo!
op de plantbedden, geef ik thans alleen een
beschrijving van de rassen, die tot nu to«
oen goeden indruk hebben gemaakt. Ver
tlere proefnemingen, die gaarne worden
aanbevolen, zullen moeten leeren in hoe
verre ons voorloopig oordeel juist is.
van de mergkoolrassen kwamen
hei meest naar voren:
Goliath mergkool vam de Firma D.
J v. d. tlave te lvapelle-Biezelinge. Dit ras
gaf een hooge opbrengst. Het aanslaan der
planten was goed- Knolvoet- en rotte stron
ken kwamen weinig voor. Ook de winter-
astheid werd goed beoordeeld.
De Escofar mergkool, geïmporteerd
door de firma F. Goyarts en Zonen te
Roosendaal, stond, wat de opbrengst betreft
ir 1935 iets boven Goliath, doch bleef er in
1936 ongeveer 10 pet. beneden. Het aanslaan
der planten was goed. Wat meer rotte stron
kon pp vorstschade dan bij Goliath.
Witte mergkool ZW van de N.V.
Zwaan en de Wiljes te Scheemda gaf
practisch dezelfde opbrengst als Escofar.
liet aanslaan der planten was weer goed
Knolvoet werd nogal eens geconstateerd,
rotte stronken daarentegen weinig. Dit ras
was goed wintervasu
Groene mergkool ZM van de N.V.
Zwaan en v. d. Molen te Voorburg had een
vrij goede totaalopbrengst, doch vormde in
verhouding tot de stronk weinig blad- Het
ras was iets gevoelig voor knolvoet, voor
vorst en voor het rotten der stronken. Het
aanslaan der planten was wat minder goed
dan van de voorgaande rassen.
Bladkool
Van deze koolsoort bestaat een groot aan
tal vormen. De meeste hebben korte, on
verdikte stengels, die een groote massa
blad dragen. Rotten der stengels komt wei
nig voor. Het verdient aanbeveling blad
kool eerder op te voeren dan mergkool, aan
gezien het blad meer door de vorst wordt
beschadigd dan de stronken van mergkool.
De drogestof- en eivvitopbrengst van
goede bladkoolrassen staat overigens zeer
Weinig bij die van mergkool ten achter.
Beproevenswaardige rassen zijn:
Chou branchu du Poitou, geim-
pnrteerd door de firma D. J. v. d. Have te
Kapelle-Biezelinge. Opbrengst zeer goed
Iets gevoelig voor knolvoet. Goed aanslaand
Eenigszms bestand tegen vorst
C hou mille têtes, geïmporteerd door
de N.V. Verkoopbureau van het Selectie-
bedrijf vh. M. D. Dyt, Den Burg, Texei
Opbrengst ongeveer gelijk aan het vorige
ras. Waarschijnlijk iets gevoeliger voor
vorst. Weinig knolvoet Goed aanslaand.
D uizendkoppig e kool ZW van
df N.V. Zwaan en de Wiljes te Scheemda.
Opbrengst iets lager dan van beide voor
gaande rassen. Vertoonde eenige weerstand
tegen knolvoet en tegen vorst en vormdo
vroeg in het voorjaar nieuw blad.
Tot de bladkoolgroep kan ook worden ge
rekend:
b,j d, bloem- en eeadw.nkeU 40 C Per ,leS
Grove boerenkool, in den handel
gebracht door de N.V. J. L. Robertus' Zaad
liGndel te Winschoten. Boerenkool is min
der productief, heeft een hooger droge
stofgehalte en is van eenigszins ander type
dan de bovengenoemde „bladkoor'-soorten.
De onderste bladeren vallen in herfst en
winter gemakkelijk af, doch de top is goeti
wintervast, waardoor boerenkool geschikt is
om later te worden verbruikt dan de overige
koolsoorten. Knolvoet kwam zeer weinig
voor: het aanslaan der planten was matig
Slultkool
Sluitkool heeft het groote voordeel prac
tisch geheel uit blad te bestaan. Geplant
begin Augustus, viel de drogestofopbrengrt
niet tegen, doch bleef 15 k 20 pet- bij die
van mergkool ten achter. Het is niet on
waarschijnlijk dat deze verhoudingen voor
sluitkool gunstiger zal worden naarmate
vroeger wordt geplant. Van een viertal
beproefde rassen maakte de beste indruk:
Witte Deensche 1 t e sluitkool
van Sluis en Groot te lCnkhuizen.
Voorjaarsboerenkool
Deze koolsoort heeft ze-er korte stengels en
gaf. in den herfst geoogst, ongeveer de halve
opbrengst van mergkool. Een waardevolle
eigenschap van voorjaarsboerenkool is. dat
de planten, waarvan het blad in den herfst
kan worden geplukt, in het vroege voorjaai
opnieuw uitloopen en begin Mei een mooi
gewas geven.
Een beproevenswaardige selectie is die
an de N.V. Zwaan en v. d. Molen te Voor
burg.
Zooals boven reeds werd opgemerkt is het
gewenscht verdere proeven met de verschil-
lender rassen te nemen. Zij. die een proef
veld willen aanleggen, worden verzocht dit
even aan ondergeteekende te berichten, op
dat ik nadere inlichtingen kan verstrekken.
De Directeur van het
Instituut voor Plantenveredeling,
C BROEKEMA
Zaaitijdproeven met
Zomergerst
De Landbouwkundige van het Nat. Comité
voor Brouwgerst, p.a. het Instituut voor
Plantenveredeling te Wageningen schrijft:
Dit jaar zijn ia vereohillende dee Ie n van
ons land zaaitijdemproeven aangelegd met
zomergerst, hoofdzakelijk Kenia gerst. Deze
proeven dienen in de eerste plaats om na
te gaan in hoeverre de binnen- en buiten-
la ndsche ervaringen, waaruit blijkt dat de
opbrengst en kwaliteit beter zijn naarmate
vroeger werd gezaaid, worden bevestigd.
In de tweede plaats kunnen deze proeven
dienen om het inzicht te verhelderen om
trent den invloed van de weersomstaradi sc
heden.
Er zijn in de ontwikkeling van de gerst
verschillende gevoelige perioden, waarvan
de weersomstandigheden een groote invloed
oefenen, op het eindresultaat. Volgens mede-
deelingen in de buitenlandsche literatuur
zou vooral in de periode vlak na de bloei do
gerst sterk reageeren op de weersomstandig
heden.
Wanneer nu de gerst op verschillende tijd
stippen is gezaaid, en overigens onder de
zelfde omstandigheden verkeert, treden ge
voelige perioden onder verschillende weers
omstandigheden op. Door nu waarnemingen
te doen, o.m. van temperatuur, neerslag en
zonneschijn. kan men trachten verband te
leggen tusschen deze gegevens eenerzijds en
kwaliteit anderzijds.
Nu zullen er dit jaar ongetwijfeld land
bouwers zijn die, gedwongen door de weers
omstandigheden, een deel van de zomer
gerst op hetzelfde perceel later hebben moe
ten zaaien. Tot diegenen wordt het verzoek
gedaan hem daarvan in kennis te willen stel
len, opdat hij nader met hen in contact
kan treden. Hij hoopt deze zomer zooveel
mogelijk het bewuste perceel te komen be
zoeken, en dan teveDs afspraken te maken
over het onderzoek van den invloed van 'e
beide zaaitijden op brouwkwaliteit en op
brengst.
Ook de landbouwconsulenten, landbouw-
onderwijzers en anderen worden verzocht,
de bovenomschreven gevallen te melden.
De beste Fransche
melkkoe
Het Nederlandsche vee een trapje
lager dan voorheen
Evenals dit in vorige jaren is geschied,
heeft het „Centraal Comité voor Melkcou
trole" in Frankrijk ook dit jaar een onder
zoek ingesteld naar de beste Fransche melk
koe, deelt onze Rijkslatidibouwconsulent in
Parijs mede in ..Economische Voorlichting".
De fokkers toonen voor den uitslag hier
van steeds groote belangstelling, mede in
verband met de prijzen welke voor de
hoogst geplaatste dieren worden bedongen.
Men kan twee wedstrijden onderscheiden
welke tegelijkertijd gehouden worden: de
eene strekt zich slechts uit over één lactatie
periode, de andere over drie achtereenvol
gende. In het afgeloopen jaar waren 206
melkkoeien ingesolireven voor den eerstm
wedstrijd. Zij behoorden tot 11 verschillen
de rassen, waarvan 4 rassen echter samer
slechts 6 vertegenwoordigsters telden. De
drie grootste melkgeefsters waren dezen
keer (per 300 dagen):
Havane van het Zwartbonte Nederland
sche ras, met 9.021 kg. melk en 350 kg. bo
ter;
Duchesse van het Vlaamsche ras, met
1.739 kg. melk en 361 kg. boter;
Ninon van het zwartbonte Nederlandsch
ras, met 8 727 kg. melk en 311 kg! boter;
Wat de boterproductie betreft stonden
»ven aan:
Reinette van het Normandische ras mei
402 kg. boter en 8202 kg. melk;
Eblanohette van het ras van Maine-Anjou
met. 389 kg. boter en 8661 kg. melk;
Huohette van het Fransch-Nederlandsche
ras met 381 kg. boter en 8688 kg. melk.
Bij het concours, hetwelk zich over drie
achtereenvolgende jaren uitstrekt en waar
aan door 79 koeien, tot 4 verschillende ras
sen be-hoorende, werd deelgenomen,, waren
de uitslagen als volgt:
Als beste melkkoeien werdien geplaatst
Hachette met 29.202 kg. melk en 1.059
kg. boter;
Roland's Boukje met 24.599 kg. melk en
069 kg. boter; en Finette met 23.567 kg.
melk en 981 kg. boter, alle drie dieren van
het zwartbonte ras.
De beste boterproduoenten bleken te zijn:
Mi6tinguett, een Vlaamsche, met 1.158 kg.
boter en 22.104 kg. melk;
Rougette, een Normandische, met 1.092 kg.
boter en 21.831 kg. melk; en
•Roland's Boukje, een zwartbonte, met
069 kg. boter en 24.599 kg. melk.,
Onze zwartbonten hebben zich dus niet op
de hooge plaatsen kunnen handhavien,
waarop zij de vorige maal gekomen waren,
Wanneer men hét geheel e overzicht aan
dachtig bestudeert, komt men tot de gevolg
trekking, dat in Frankrijk de beste mel'k- en
boterhoedanigheden niet belhoorep tot< een
enkel ras en dat ook andere tot nu minder
bekende rassen in de toekomst op den voor
grond kummen gaan treden. Uit den ernts
waarmede de fokkers van ons zwartbonte
ras zioh gedurende de laatste jaren op ver
grooting van de boterproductie toegelegd
hebben, blijkt wel, dat zij dit hebben inge
zien.
den en de kwaliteiten gelijk zijn, zal de
grootste hoeveelheid suiker worden gepro
duceerd door de variëteit, waarvan de bla
deren hot minst ontwikkeld zijn.
Wat aangaat het beïnvloeden van de toe
name van- de verhouding van wortelge-
wicht tot plantengewicht op andere hoeda
nigheden, in het bijzonder op de suikerrijk
dom kon worden opgemerkt dat het schijnt,
dat toename dier verhouding, het suikerg©
halte niet vermindert, terwijl ook het ge-
'icht van de gelieele plant niet veel ver
mindert. In elk geval is er weinig gevaar
belangrijke vermindering van net
plantengewicht.
Bij de selectie van suikerbietenvariëtei
ten, welke ten doel heeft een grootere sui
kerprodaictie met een hoog suikergehalte,
moet men rekening houden met de hoe
veelheid blad, door de variëteit in kwestie
geproduceerd.
Suikerbieten
Verhouding tusschen wortelgewicht en
plantengewicht
In de Mededeelingen van het Instituut
voor Suikerbietenteelt komt een artikel voor
dat handelt over de beteekenis van de ver
houding van het wortelgewicht tot het ge
wicht van de geheele plant. De schrijvers
komen hierin tot de volgende conclusies:
De drogestof productie der geheele" plant
varieert bij verschillende variëteiten niet
even sterk-als de 'suikerproductie. De droge-
stofproductie der verschillende variëteiten
is dus meer oonstan-t dan de suikerproduc
tie.
Bij analyseering der verkregen cijfers
bleek, dat de verhouding tusschen de dro
gestof van den wortel en de drogestof van
de geheele plant grootendeels de suiker
productie van een variëteit bepaalt. Dat
geldt ook voor het verband, dat bestaat tus-
sdhen het wortelgewioht en: het gewicht
van de geheele plant. Als dus de voorwaar-
De t.b.c.-bestrijding onder
het Rundvee
Door particulier handelen en regee-
ringshulp is veel bereikt
Ter gelegenheid van de Provinciale Stie-
renkeuring te Al'kmaar, heeft de heer 't
Hooft, inspecteur bij de Veeartsenij kundige
dienst, een red-e gehouden over de t.b.c.-
bestrijdiing onder het rundvee.
De hteer 't Hooft begon zijn rede met
erop te wijzen, dat de bestrijding der tuber
culose onder het rundvee van 1905 tot 1910
geschiedde volgens het systeem Poels—
Lovinik, dat na 1910 gedurende een reeks
van jaren van een massale bestrijding
dezer ziekte in ons land geen sprake is ge
weest, totdat fin 1927 de tegenwoordige di
recteur van dien veearteenijkundigen dienst
Prof. Berger, meende, d'at. andere wegen
moesten worden ingeslagen en de uit
voering der maatregelen hoofdzakelijk door
de veehouders zelf ter hand moest worden
genomen, terwijl de regeeringstaak zou
moeiten zijn voorlichting en steun-, ook
financieele steun.
De voorstellen van Prof. Berger werden
door den Minister van Binmienlandsche Za-
nen en Landbouw, waarouder in 1927 de vee-
artsenijkundige dienst behoorde, overgeno
men en de voorschriften in een K.B. var.
Mei 1928 en een Ministerieel© beschikking
van September van dat jaar vastgesteld.
De financieele- steun van het Rijk bestond
in 50 oent per rund en per jaar als tegemoet
komirig in de kosten van het verplichte
jaarlij ksohe onderzoek en ƒ25 voor elk, tij
dig afgeslacht aan den open vorm van tb.c.
lijdend rund. Deze bijdragen werdien in 1934
verminderd tot resp. 40 cent en ƒ20.
De Prov. Centrale vereeniging tot bestrij
ding der t.b.c. in Noord-Hollarid en de Ver
Zuid-Nederland, werkende over de provin-
Noord-Brabant en Zeeland, waren de
eerste organisaties, die de nieuwe voor-
Schriften van hei rijk aanvaardden en de
bestrijding volgens rijksvoorsch riften ter
hand namen. In Noord-Holland was de
oor de tb.c.-bestrijding direct vrij
groot, en reeds in 1928 waren bij de Vereeni
ging aangesloten 977 veehouders met 16.393
runderen. Sedert dien is echter de groei
steeds toegenomen en in 1929 reeds waren
de getallen resp. 1380 en 21.762. terwijl op
dit oogienblik ongeveer 4000 veehouders met
82.000 runderen aan de tb.c.-bestrijding in
de provincie Noord-Holland deelnemen.
In Nederland zijn in totaal 24.000
veehouders bij de rijksbestrijding aan
gesloten met. 320.000 runderen. Er zijn
in Nederland echter 175.000 veehoude
rijbedrijven, zoodat een zeer belang
rijk percentage de t.b.c.-bestrijding nog
niet ter hand heeft genomen
Vooral springt het in heit oog, wanneer
iaën bedenkt, dat in Denemarken, onze
grootste concurrent op de wereldmarkt bij
een afzet van vee en veeproducten, thans
bijna 50 prooent van de veehouders bij de
ëveneens vrijwillige bestrijding zijn aange
sloten, dank evenwel zij de zeer groote bij
dragen van de Deensche regeering.
Wat de resultaten d'er bestrijding zijn,
dè heer 't Hooft zeide, dat in het eerste jaar
'""'29 het gemiddelde reacbieperoentage
der onderzool!te runderen 18.8 was, terwij!
dat getal in 1935/36 steeg tot 21.3 procent Bij
deze percentages moet worden opgemerkt
dat de veehouders met hooge reactiepercen
tages het langst hebben gewacht met hun
aansluiting. Vooral in verband met de maar
regelen der Nederlandsche Zuiveloentrale is
een groot aantal oonsumptiemelkers toe
getreden, onder welke veestapels de tb.c.
het sterkst is verbreid en waar recatie-per-
centages van 70 procent regel zijn en per
centages van 90—100 geen zeldzaamheid.
Ondanks d© groote toename is hun
middelde reactieperoentage het laatste jaar
gedaald van 23.6 tot 21.3 procent.
Er is dus veel bereikt en een groots
vooruitgang kan wordien geconsta
teerd. Terschelling is bijvoorbeeld al
eenigé jaren geheel tb.c.vrij en Texel
thans nagenoeg. Het aantal tb.c.-vrije
en in sommige streken van ons land druk in de weer met hel inkuilen valt
voor men hóe langer hoe meer gebruik maakt van zelf opgezette silo's
bedrijven in Noord-Holland steeg van
344 in 1929 tot 1331 in 1935/36, terwijl
deze stallen 27 prooent van het totaal
onderzochte stuks vee bevatten.
De heer 't Hooft sprak die hoop uit, dat
3 regeering in het eerstvolgende jaar een
grootere' bijdrage voor de t.b.c.-bestrijding
beschikbaar zou willen stellen, omdat 'aur-
mede het belang der veefokkerij, de export
de volksgezondheid ten zeerste gediend
zijn.
Marktoverzicht
Medegedeeld door het Centr. Bureau
VOERARTIKELEN
Het artikel mais bleef vorige week goed
prijshoudend, tenminste de Laplatamais. De
Donaumais daarentegen was buitengewoon
sterk gedrukt tengevolge van de aandiening
an groote hoeveelheden in de termijnmarkt.
)e vrees voor minder goede kwaliteit druk-
e de prijzen voor dit artikel belangrijk be
neden de normale pariteit. Toch waren er
ook goede partijen Donaumais aan de
markt, die iets beter betaald werden. Hoofd
zaak blijft echter de nieuwe oogst Laplata,
die van goede kwaliteit blijkt te zijn. De
oude oogst is weinig meer in trek; alleen
sommige koopers prefereeren deze ma's
voor maaldoeleinden eai koopen +egen iets
lagere prijs. Gerst blijft nog steeds schaarsch
en duur; op de herfstmaanden wordt echter
zoowel van de Donau als van Canada be
langrijk lager aangeboden. In rogge gaai
weinig of niets om. In haver al evenmin
De koeikenmarkt bleef ook in de afgeloo
pen week vrijwel onveranderd. Er is totaal
geen kooplust, noch voor spoedige levering,
nooh voor la'ere termijnen.
MESTSTOFFEN
Stikstof meststoffen. De stikstof-
markt behoudt een kalm en rustig verloop.
De vraag blijft bevredigend. Nieuwe gezichts
punten zijn er niet, ook mdet ten opzichte van
de prijizen.
Thoraasmeel. In België is do markt
zeer stil, daar de goedkoope aanbiedingen
bijna alle teruggetrokken zijn en de meeste
fabrieken ook voor levering Mei/September
niet meer aan de markt zijn. Nieuwe zaken
worden er dus vrijwel niet gedaan.
Met de oude prijzen wordt op het oogen-
blik nog in Nederland doorgewerkt en uien
beconcurreert elkander nog dusdanig, dat
er geen marge meer overblijft Dat gebeurt
niet overal, doch meestal in bepaalde stre
ken.
De fabrieken zijn voor dezen tijd van het
jaar flink Ibezet; bij sommige moet men
zelfs wachten met het voorleggen van
ruimte.
De export is over het algemeen goed ge
weest, vooral als men den minderen import
an Duitschland en Nederland in aanmer
king neemt.
Uitvoeroverschot België/Luxemburg: Mrt.
1937 78.800 ton April 1936/Maart 1937:
847.600 ton; Maart 1936: 79.100 ton April 1935
Maart 1936: 858.500 ton.
Superfosfaat: Van de nieuwe prijzen is
thans nog niets bekend.
Kalizouten: De nieuwe kaliprijzen zullen
thans wel spoedig afkomen.
Agrarische Jaarbeurs
Aan de 37e Koninklijke Nederlandsche
Jaarbeurs, welke van 7 tot en met 16 Sep
tember te Utrecht zal worden gehouden, zal
wederom in het kader der algemeene jaar
beurs een agrarische jaarbeurs worden ver
bonden. De aangevangen voorbereiding van
deze agrarische afdeeling waaraan wederj
verschillende takken van het agrarische be
drijfsleven zullen deelnemen, heeft zicht
reeds gekenmerkt door een veel grooterq
belangstelling in de kringen van belang
stellenden dan zulks bij de agrarische jaar*
beurs het geval was.
PRIMA PRIMA
HENNETJES en HAANTJES
met 5 dagen vrij zicht.
1500 hennen eiken werkdag op het bedrijf
te bezichtigen.
Witt© Leghorn, 9 weken, 1,10 r. st.; 11 we*
ken, 1.20 p. st.; 13 weken 1.30 p. st.j
Rh. Isl. Reds, 10 weken 1.10 p. st.; 12 Wj
1,20 p. st,; 14 w. 1.30 p. st.; Patrijs LegW,
9 weken, 1.20 p, st,; 11 w. 1,30 p. st.j
Witte Legh. Haantjes, 6 weken, 8 cent per
6t.; 7 weken 10 cent p. st.; Rh. Isl. Reds, 7!
woken, 30 ct. p. st.; 8 weken 35 ct. p. st.
Hanen vanaf 100 st. franco. Hennen vanaf
25 st. franco. Zend. remb., verp. vrij.
HOENDERPARK G. VAN ASSELT*
Geerwegr 3, Tel. 680, VEENENDAAL.
P. DE VOGEL Pzn.
TELEF. 53
BERKEL Z.-H.
GLAS
par fclot
•4 ruiten 81.4 X 88 onU &SO
84 ruiten 89.6 X 48.6 cm li 1 8JS0
47 ruiten 69.6 X 88 cm 0.50
94 ruiten 88 X 29.6 cm 4 6.50
120 rnlten 82.6 X 88 cm 4 6.50
21 ruiten 141 X 78 cm 4 16-60
Dubbeldik grien. Klat gratis. Niet frases
v. d. BURGH'S Glashandel
TELEFOON lfl m MAASLAND (Z.-H.)
Alg. OnderL Maatsch, Verzekering
van Paarden en Rundvee.
Catharijneslnnel 75 - UTRECHT
TELEFOON 12138. 4
Directie: Leopold.
Verzekering op billijke Voorwaarden
tegen lage onderlinge ot vaste premie
RESERVE: 1 lffiM.lL
Deskundige verteyenw. gevraagöl
Wanneer U in alle richtingen hebt
geprobeerd een goed afzetgebied voor
Uw eieren te vinden, en niet
naar wenscb rijt geslaagd probeert
het dan eens bij
ROTTERDAM Telefoon 13649
Warmoeziersstraat S 37—39
Recht van controle voor H.fl, Zenders
Directe afrekening na Iedere veiling
TH. W. POOLMAN Dir.-Veillngmeester
371
Natuurlijk zijn er hedenavond geen men-
schen, die naar mij luisteren.
't Is verkiezingsdag en allen zitten in
spanning wat of deze dag voor de toekomst
van ons land zal beteekenen.
En omdat ge allen in spanning zit zal ik
het niet lang maken.
Zwijgen kan ik niet heelemaal.
'k Zou mijn naam oneer aandoen. Of ik
moest ziek zijn. Maar dit gebeurt xnaar zel
den, gelukkig. En vanavond voel ik me hee
lemaal niet ziek.
Dus praat ik eventjes. Een kort praatje.
Eerst even mijn thee, een onafscheidelijke
drank van mij, dat weet ge zoo langzamer
hand wel, eerst even mijn thee omroeren,
want ze hebben soms de eigenaardigheid mij
geen suiker te geven of het er later in te
doen. En suiker hoort nu eenmaal in de
thee van mij. Een vast trio.
Hoe ze dat toch vroeger hadden met de
suiker? 'k Begrijp het niet. Twee eeuwen is
het nog niet geleden, dat de bietsuiker nog
onbekend was. En nu
TWEEMAAL DE OPPERVLAKTE
VAN DE WIERINGERMEER
IS IN ONS LAND MET
SUIKERBIETEN BETEELD.
Er zijn naar het Tijdschrift Natuur en
Techniek weet mee te deelen in Zeeland,
Wat ik hoorde en zag, las en
dacht; op reis en thuis
N.-Brabant, Holland en Groningen fabrieken,
mijnheer! waarvan er enkele dagelijks vier
en een half millioen K.G. bieten kunnen ver
werken. Er werken er ongeveer een dozijn
en met elkaar verwerken die ieder seizoen
een stapel suikerbieten met een gewicht van
ongeveer .Wee milliard kilo! Gemiddeld le
veren 10Ó kg. bieten ruim 14 kg. suiker op.
Toen de Berlijnsche apotheker A. S. Marg-
graf in 1747 ontdekte dat er in de beetwor
tels suiker zat en dat die er met alcohol aan
kan worden onttrokken, vond hij dat een
buitengewoon aardig idee. Stel je voor: sui
ker, niet van rietsuiker te onderscheiden!
en dat geëxtraheerd uit één of ander Euro-
Deesch gewas! Hij overzag nog niet, wat een
geweldige toekomstmogelijkheden daarin
zaten: het suikergehalte was immers zoo
gering, slechts 6,2 pet voor witte beetwortels
en 4,5 pet. voor de roode. Niet de moeite
eigenlijk, en daarbij kwam nog dat het win
nen van de suiker een veel te kostbare lief
hebberij was om ooit de concurrentie te
kunnen aanbinden met do rietsuiker uit de
tropen.
Maar een leerling van dezen Berlijnschen
chemicus zette zijn proeven voort Het wa9
FRANZ CARL ACHARDDIE
IN JAREN VAN STILLEN
ARBEID DE SUIKERBIET
VEREDELDE,
een behoorlijke hoeveelheid suiker te win
nen. Trots overhandigde hij in 1799 de eerste
vijf kilo bietsuiker aan koning Frederik Wil
helm II van Pruisen, en deze was er zoo
mee in zijn schik, dat Achard steunde en
hem in staat stelde op een landgoed in Si-
lezië de eerste bietsuikerfabriek van Europa
te stichten. De suikeropbrencst was toen
nog slechts twee kilo per 100 bieten.
En nu zal het zoo ongeveer 7 of 8 kg. zijn.
't Wordt niet meer per biet uitgerekend,
doch de opbrengst per ha is in ons land 5070
kg. En als we 60.000 k 70.000 bieten per ha
rekenen dan komen we tot genoemde op
brengst
Was dus een Duitscher de promotor van
de beetwortel als suikerleverancier en eézv
Duitsoher de veredelaar tot hooger op
brengst, thans moet Duitschland het afleg
gen bij ons. Onze opbrengst is gemiddeld
5070 kg suiker per ha, die van Duitschland,
dat op ons volgt, is 4710 ke- Dat is ruim
7 pet. minder.
Onze veredelaars, met name Kuhn en Co.,
of liever gezegd, de werkers daér nl. de hee-
ren Dudok van Heel. hebben een halve eeuw
gestreefd naar verbetering. Enze had
den succes zooals we zagen.
Maar niet alle veredelaars plukken de
vruchten van hun moeizaam werk
VELE KWEEKERS VERGATEN
HET COMMERCIEELE VOOR
HET WETENSCHAPPELIJKE
ran hun veredelingspogingen.
Daarop wees laatst een „Kweeker" in de
Tel. die o.m. opmerkte, dat dit verwaarloo-
zen van het commercieele, dit zakelijke deel
zich thans in erge mate wreekt.
Met de aardappelen is het reeds zoo ver
dat maar enkele kweekers een goed ge
outilleerd bedrijf in stand hebben weten te
houden. Van de Bintje wordt heelemaal geen
origineel pootgoed meer verbouwd, terwijl
dit gewas waarvan, dank zij het werk van
den keuringsdienst, voor millioenen geëxpor
teerd wordt, aan verbouwers groote sommen
oplevert. De Eigenheimer, die als consump
tie-aardappel nog groote beteekenis heeft,
en ook voor export niet ongeschikt is, is
geheel uit handen van den kweeker of diens
opvolger gekomen. Er wordt ook geen origi
neel product meer verbouwd.
Zoo kun-nen veel meer voorheelden wor
den aangehaald. Met de kweekers van lijn
zaad gaat het ook reeds in dezelfde richting.
- Voor de kweekers van granen moge dit
een waarschuwing zijn om hun commer
cieele belangen beter te behartigen.
Wanneer men de goed verzorgde inrich
tingen en laboratoria in het buitenland
ziet, dan behoeft het niemand te verwonde
ren, dat wij achteraan komen.
„Kweeiker" eindigt dan met de opmerking,
dat
ONZE LANDBOUW NIET MOET
TOELATEN ZICH DOOR HET
BUITENLAND TE LATEN
OVERVLEUGELEN
Allen, zegt hij, die eenigermate bij deze
aangelegenheid betrokken zijn, en in de eer
ste plaats de kweeker zelf. zullen de handen
ineen moeten slaan om zichzelf te bescher
men teeen de gevaren, die hem van vele
kanten bedreigen.
Daarbij dient in de eerste nlaats voor
oogen gehouden te worden, dat de gevaren
van den kweeker zijn: de nabouw van ziin
eigen rassen, en de geringe oppervlakte die
een ras ooit voor zich kan winnen.
Wil de kweeker aan de buitenlandsche
concurrentie het hoofd bieden, dan dienen
alle zeilen bijgezet te worden om een ge
zonde verhouding te scheppen.
OOK IN DE BLOEMBOLLENTEELT
MOETEN WE OPPASSEN
dat we niet door andere landen overvleugeld
worden.
Wij hebben zoo de naam van de beste
bloembollenkweekers der wereld te zijn, dat
we licht geneigd zijn op onze lauweren ta
gaan rusten en welvoldaan te zeggen: ze
hebben ons toch noodig.
Maar de Duitsche krant, het „Berliner
Tageblatt", wijst er op, dat er intussohen
veel veranderd is. Duitschland. een van
Nederlands beste afnemers op dit gebied, is
op weg zelf de bollencultuur op een dergelij
ke schaal ter hand te nemen, dat deze in
korten tijd de Nederlandsche culturen in
omvang en veelsoortigheid ruimschoots zal
overvleugelen.
Na taaien arbeid ontstonden aan den Ne-
derrijn tot in de Keulsche bocht tulpenvel
den, die de Nederlandsche in omvang ver
overtreffen.
Zoo werd bij Keulen verleden jaar de
grootste bloembollencultuur der wereld aan
gelegd. Een tweede enorme aanleg is op het
Riddergoed Birkhaf bij Neuss in wording.
Op een oppervlak van 50 morgen zijn niet
minder dan 122 verschillende soorten tulpen
uitgeplant, waaronder kostbare nieuwe vor
men. met bloemen welke driemaal zoo groot
(wat blief!?) zijn als de gewone tulp. Bij
Emmerik en Wezel zijn de tulpenvelden tot
een z-ó groote bezienswfaardigheid gewor
den. dat de straten daarheen moesten wor
den verbreed om er het geweldige verkeer
door te leiden.
Duitschland kan dus weer eens op een
record bogen
TULPEN DRIEMAAL ZOO GROOT
ALS DE HOLLANDSCHE
en expres verbreede wegen om bij die re
cordtulpen te komen!!!
Dat is natuurlijk Duitsoh bombastisch.
We lachen daar om, doch de ijver van
Duitschland om zelf bloembollen te kwee*
ken, leidt ook tot een ijver om die bollen
af te zetten. En het gevolg is:
Rijnlawteohe tulpen gaan heden ten dage
de geheele wereld rond, niet alleen in Ber*
lijn, Hamburg en Münohen vinden zij afzet*
markten, doch ook in Londen en Parijs,
Jaarlijks betrok Duitschlamd voor vele mil-1
lioenen rijksunarken aan bloembollen uit
Holland. Tegenwoordig kweekt Duitschland
deze zeilf en spaart daarmee een groote ho*
veelheid deviezen De successen der Duit*
sdhe bloembollen hebben tot gevolg dat dë
buitenlandsche markten zich voor de Duit
sche bloembollen beginnen te openen.
Dat alles is reden, dat we niet moeten
vergeten, dat er ernstige concurrenten vau
onze bollienikweekers kunnen komen.
Al maar zoeken naar- verbetering. Daf
moet onze leus blijven.
Niet alleen met de bollenkweek, neen, op
elik terrein*.
Zoo doet men al met
ONZE GROVE TUINBOUW, WAAR-
VOOR DE WIERINGERMEER
ZICH GOED LEENT
Zooals wel algemeen bekend gaat het de
tuinbouwers in de grove tuinbouwstreken
in Noord-Holland de laatste jaren financieel
niet naar de vleeze. Eensdeels zijn de finan
cieele uitkomsten onbevredigend, doch an-
dersdeels is bijv. de kool, tengevolge van op
tredende draaihartigheid, niet meer van
die kwaliteit als vroeger kon worden ge
teeld. De grond schijnt besmet te zijn, waar
door het noodig is den koolbouw te ver
plaatsen naar onbesmet gebied, waartoe de
Wieringermeer een bij uitstek geschikte ge
legenheid biedt.
Zooals ons nu een bij uitstek geschikte I
gelegenheid geboden wordt te zeggen
Tot de volgende week
PRAATJESMAKER i