iiïam
Christelijke Onderwijzers(essen)
vergaderen in Rotterdam.
Tienduizend Geref. Meisjes
vergaderen fe Zwolle
Tweeden Rotterdammer-Marscl
WOENSDAG 19 MEI 1937
DERDE BLAD PAG. 9
Bespreking op het referaat
van den heer C. van Nes Cz.
Referaten over
Orienteering" en
als roeping"
Nieuwe
,Ons werk
Gisteren en vandaag is de Vereeni-
ging van Cbr. Onderwijzers en Onder
wijzeressen in Nederland en de Over
zees che Gewesten bijeen geweest in de
Diergaarde te Rotterdam, waar zij
haar 84ste algemeene vergadering heeft
gehouden.
Vergadering van Dinsdag
De rede van den heer C. van Nes Czn.,
hoofdinspecteur in de 2e lioodinspectie,
over „de verhoudingen in onze schoolwereld
practisch gezien", waarvan wij gister een
overzicht gaven, werd gevolgd door een
korte discussie.
De heer D. P. B o t h o f van Ede vraagt op
welke wijze organen welke dringende be
voegdheid zullen krijgen, tot stand kunnen
komen. Spr. meent, dat, wat fouten van de
commissie van beroep betreft, gestree-d moet
worden naar uitspraken in lioogere in
stantie.
De heer T. C. Bos, van Utrecht, vraagt
Of de inleider verwacht dat men binnen af-
zienbaren tijd tot 'een eigen regelende in
stantie zal kunnen komen. Is de vrijheid,
die hier prijsgegeven zou moeten worden,
wel de vrijheid waarvoor we zoo lang
hebben moeten strijden? Zal die instantie
ook het recht hebben iets gebiedend aan
schoolbesturen voor te schrijven? Spr.
vraagt voorts of er ook een rechtsinstantie
hij moet komen en voorts nog: moeten wij
ook niet trachten te komen tot een toestand
waarin de kweekeling met acte wettelijk
onmogelijk wordt gemaakt. Ten slotte meent
Spr., dat bij schoolvergaderingen de onder
wijzers in de schoolzaken in het algemeen
gekend moeten worden.
De heer W. 't Hoof t. van Goes, merkte
op, dat we een vrijheid hebben gekregen, die
we niet aankunnen. We kunnen deze zaken
thans bij de horens pakken omdat de tijd
er gunstig voor is. Wie iets ziet van de
groote moeilijkheden weet dat we ons nu
zullen moeten terugtrekken in werkver
gaderingen om tot een dicisie te komen.
Spr. hoopt op baanbrekend werk door deze
vereeniging.
De heer Van Nes. de debaters beant
woordend, zegt de overtuiging te hebben,
■dat de groote organisaties elkander moeten
,vinden in een hoogere centrale, die plaatse
lijk onderlinge strijd voorkomt en beslecht.
Spr. kan hier niet in finesses treden De
hoofdorganisaties moeten op de zaak stu-
deeren. Wat de „hoogere beroepskwestie"
betreft, meent Spr. dat de Commissie van
Beroep zélf, wanneer zij een verkeerde uit
spraak heeft gedaan, in de gelegenheid
moet zijn haar uitspraak te herzien. Tegen
revisie is z.i. geen bezwaar, maar hij voelt
niets voor verschillende instanties. De heer
Bos bedenke, dat er juist den laatsten tijd
een streven openbaar is geworden om be
roepsgelegenheden te beperken.
Wij moeten, wat de hoofdzaak aangaat,
rekening houdend met de tijdelijkheid van
de wettelijke regeling, ervoor zorgen, dat
wij voor 1942 met een eigen regeling bij de
regeering aankomen.
De vrijheid waarvan hier sprake is, heeft
niets met gewetensvrijheid te maken maar
met de organisatie van ons ondprwijs
De {pensioenskwesties zijn de moeilijkste
'die men in het lager onderwijs heeft. Men
moet dergelijke dingen er thans niet hij
halen, maar zorgen dat. we de organisatie
krijgen. Wordt óns een wettelijke regeling
opgelegd dan moeten wij die dragen,
maar met God? hulp willen we de zaak in
eigen handen houden.
Schoolvergaderingen zijn goed als de v e r
houdingen in orde zijn. Zoo niet dan
werken ze sterk tegen het belang van het
onderwijs. Persoonlijk is Spr. ten zeerste
.voor de schoolvergadering. Men zorge er
voor dat de eenheid der school erdoor be
vorderd wordt. Zoo drage men een gemeen
schappelijke verantwoordelijkheid en dan
Zijn zulke vergaderingen een heerlijke oase.
De heer A. Smit, Rijksschoolinspecteur
te Rotterdam, zegt nog, in antwoord op den
heer Bos, dat hij ontkent de schoolvergade
ringen geen goed hart toe te dragen.
De heer Van Nes zegt nog te hopen,
'dat de kweekelingen spoedig vo'ledig onder
wijz.er zullen zijn. maar ook, dat de daarna
nog overige kweekelingen zich met hart en
ziel aan de taak zullen geven waarvoor zij
zijn opgeleid. Zij mogen zich echter met
volle recht verzetten tegen ieder die van
hun diensten misbruik wil maken.
Na het zingen van Gezang 273 11 wordt
He vergadering gesloten. De heer K. Brants,
Brants, van Haarlem, eindigde met dank
gebed.
Nadat de vergadering (te ongeveer 4 uur)
gesloten was, heeft het hoofdbestuur nog
afzonderlijk met de jongeren vergaderd.
Gezellige avond
Om 8 uur begon de „gezellige avond" even
eens in .het Sociëteitsgebouw van de Dier
gaarde. Hieraan werd medegewerkt door
eer. kinderkoor van de Willem de Zwijge--
school, o.'.v. den heer G. M. Blok door den
lieer J. de Lange en mej. N. Verkade, decla
matie, door een muziekcorps, dat o.l.v. den
hoer A. de Roo klassieke muziek ten ge-
hoore bracht, door een groep Rotterdamsche
onderwijzers, die o.l.v. den heer L. van
Schoorel. „Een vrooüjke nacht van Rotter
dams standbeelden (auteur N. J. Zimmer
man) opvoerden.
Vergadering van Woensdag
Boottocht door de Rotterdamsche Havens
De vereenigingsboottocht door de Rotter
damsche Haven die in den ochtend voor do
Vergadering gehouden werd, werd begun
stigd door mooi weer; niet minder dan 2ü0
personen namen er aan deel.
OCHTENDBIJEENKOMST
De vergadering van heden, Woensdag
werd om_ 10 uur geopend met het zingen
van Ps. 7ö 1 en 6, gebed, en het lezen van
Joh. 16 1—13.
BESTUURSVERKIEZINGEN
De Voorzitter deelde hierna mede,
dat tot leden van het hoofdbestuur gekozen
waren in de vacature ontstaan door het
overlijden van den heer C. v Dijl te Amster
dam, de heer J. Nauta te Amsterdam en
in de vacature, die ontstaat door het perio
diek aftreden van den heer G. Meima,
drs H. S c h i 1 p, dir. van de Chr. Kweek
school te Leiden. De voorzitter sprak een
enkel woord over deze verkiezing. Drs.
Schilp was door ongesteldheid verhinderd
aanwezig te zijn.
Namens de ITaagsche af deeling, die met
het toezicht daarop is belast, deelde de
heer J. U i 11 e n b o o ga ard van Den
Haag, mede, dat het graf van wijlen mr G
Groen van Prinsterer op het kerkhof „Ter
navolging" te Sclieveningen, zich in de
boste orde bevindt. De Voorzitter dank
te de afdeeling voor haar goede zorgen.
De heer L. v. d. Z w e e p, hoofd eener
school te Haarlem, sprak vervolgens over
Met nieuw-oriênteeriinig, aldus stelt Spr.
voorop, bedoelt hij niet, iets nieuws te bren
gen, in tegenstelling met het oude, doch aan
te toonen. hoe de hediendaagsche inzichten
liggen imi het verlengde van de z.g.n.
oude school.
De roep om een paedagogisohe en didac
tische revolutie vindt hij ons geen weer
klank. We hebben veeleer de roeping, voor
een gewenschte continuïteit in de didacti
sche ontwikkeling een open oog te hebben.
Ome voorgangers hebben te veel bereikt,
om hun arbeid ondankbaar te vergeten. We
Willen het levensvatbare naar waarde schat
ten en het verder trachten te ontwikkelen.
Ofschoon er tweeërlei didactiek is: de in
tuïtieve en de theoretische, is de beste vol
gens Spr. de verbinding van die bei
de. Hij vangt zijn. nieuw-oriënteering aan
van Iierbart uit, en schetst diens opvat-
timgen uitvoerig. In de theorie der Keulsche
school, waarvan hij de stichter was, blijkt
het beginsel der aanschouwelijk
heid psychologisch zeer goed verantwoord.
Spr. daalt dan af in voor onze lezers te ver
voerende finesses over de Decroly-methode
(waarin het globalisatie-verechijmsel, de be-
langsteMings-centra en de gedachte: voor
het. leven door het leven de domineerende
beginselen zijn), de positie van het boek m
de school, de arbeidsschool, het spel-element
in de school en de Mantessori-metihode.
liet betrekking tot de arbeidsschool zegt
de referent: „Er is met het woord arbeids
school. we zouden haast zeggen, zielig ge
sold. We behoeven hier niet alle misver
stand rondom de actieve school te analysee
ren. We weten thans wel voldoende, dat
iemand, die onbeweeglijk in een leunstoel
zit te peinzen, vaak meer intens werkzaam
is dan de scholier, die aan een Fransche
vertaling werkt. Activiteit heeft weinig te
maken met papiertjes vouwen en snijden of
welke amdere vorm van handenarbeid ook.
Overal, waar een klas leerlingen iets
doet (dit mag zijn luisteren naar een ver
telling uit den Bijbel of teekenen of cijfe
ren) dat voortkomt uit belangstelling, vindt
men het beginsel der arbeidsschool in toe
passing. De belangstelling, en dit is weer
een meesterlijke greep van Herbart, is de
groote motor van het leerproces.
Dit verklaart 't feit, dat jongens, die hun
sohooljaren verlummelen, omdat de school-
leerstof niet vermocht hun interesse te
wekken, op handelsavondscholen met spron
gen vooruitgaan, omdat hun leven ia de
practijk hun doet inzien, diat ze belhoeftfc
hebben aan de ontbrekende theoretische
vormimg. Zijn de uren, die wij besteedden
aan de voorbereiding van een buitenland-
sche reis, niet mee de vruchtbaarste uren
voor onze aardrijkskundige kennis ge
weest?
Alle onderwijs, dat aap. een behoefte vol
overzicht van 'de tentoonstelling varl leermiddelen in de foyer van de Diergaarde
doet, geeft aanleiding tot spontane zolf-
werkzaamheid, die met innerlijke tucht ge
paard gaat en die resultaten geeft, weUe
men met uiterlijke tucht tevergeefs tracht
te bereiken.
Met betrekking tot de laatste, welke Spr
onpsychologisch en oneconomisch noemt,
maakt hij gewag van genachten, dat Mon-
tessori haar levenswerk op essentieel a
punten zal herzien. Waar op het oogenblik
heel de Montessori-beweing op losse schroe
ven staat, wil Spr. hier verder maar het
zwijgen toedoen en het beste hopen. Ook
negatieve resultaten zijn leerzaam
Zijn indrukken van de nieuwe metihoden
samenvattende, herinnerde referent aan wat
de voorzitter van het Duitsche Zentralinsd-
tut für Erziehung und Unterricht hom vijf
jaren geleden zeide, nl. dat door de nieuwe
didactiek der nieuwe school, geboren uit de
internationale geest van democratie, zou
worden gevormd de nieuwe mensch en de
nieuwe toekomst, die in het teeken der ver
broedering van alle volken zou staan.
Kr zijn veel teleurstellingen geweest. Ze
matigen onze verwachtingen van al wat
zich als nieuw aandient. Met deze nuchter
heid gewapend kuirmen we ons gerust wa
gen aan nieuw-oriënteering. Als we weten,
dat een hoofd vormen wezenlijk iets an
ders is dan 'n hoofd vullen zijn we toch over
onze huidige leerwijze niet geheel content.
De weg -naar de verbetering begint met on-
tevredenflieid over het bestaande.
MIDDAGBIJEENKOMST
Om 2 uur ving de middagzitting aan, met
het zingen van Ps. 118 7 en 8 en gebed.
Nadat Opcnb. 22 8—17 was gelezen sprak
Prof. Dr. W. J.^alders, van Groningen
over
Ons werf; als roeping
Tusschen werk en roeping, aldus spreker,
schijnt een goede afstand te liggen Het ééne
woord wijst naar beneden, het andere naar
boven. Toch mag dit, voor den Christen, niet
het geval zijn. Het komt er op aan het
werk, ons werk als roeping te verstaan.
Prof. Aalders merkt eerst op, dat het hu
welijks formulier spreekt van: „goddelijk
beroep"; d w.z. het gewone aardsche werk
wordt als roeping van Godswege gewaar
deerd. Werk is reeds iets anders, iets meer
dan bezigheid of spel. Ook dan arbeid. Toch
moeten we ook boven ons werk uit. Het
gaat over datgene, waartoe het dient, als
middel tot hot doel. Dit mag niet zijn de be
vrediging of voldoening, die het schenk;.
Dit is van belang, maar meer als gevolg
dan als doel. Dit mo t hooger liggen, n.l. b:j
opvoeding cn o-mderwijs.
Bij mijn werk. aldus wil spreker het on
derscheiden, ben ik dikwijls alleen: ik
mijn werk. Bij roeping bon ik niet alleen:
Ik word geroe|>en. Eenig6zins is dit reeds
liet geval bij taak cn plicht. Maar hier hm
ik nog in de persoonlijke 6feer. Bij roeping
niet. Ik word, persoonlijk, geroepen, doo*
iemand, die mij roept. F.n deze Iemand is
God. Do gewijde zin van het woord roepinj
is veelszins verloren g gaan. Het woord
evenals zoovele ander, ontwijd. liet betee-
kent eigenlijk, dat God den mensch tot iets
oproept. Dit kan zijn de eeuwige, hemelsch;
roeping, of do tijdelijke, aardsche. In ho
laatste geval kan rok in 't meervoud va
roepingen gesproken worden, bijv. vam o:i
derwijzer, van werkman, van wat ook. Dit
wordt verduidelijkt met het Bijbelsch
spraakgebruik en met dat der Christelijk-
Kerk in verschillende tijden. Bepaaldelijk
de Hervorming heeft het aangedurfd niet
alleen het z.g.n. hoogere of kloosterleven,
maar elke levenstaak als roeping te waar-
doeren. Dit betoekent, ethisch en sociaal,
zoer veel. In liet huwelijks-formulier komt
dat uit.
Deze opvatting onderstelt het geloof
in de goddelijke beschikking. Het
maakt .het werk en den werker afhan
kelijk van God en dus kleiner, maar
tegelijk wijdt het beide, en het. maakt
ze groot. Zóó is alleen werk-lust en
-vreugde mogelijk, althans in ernst en
op den duur. Wij werken in gemeen
schap met God en met elkander en
God staat voor ons en ons werk in.
Het gevaar van mechaniseering is zeer
groot en in zijn gevolgen zeer gevaarlijk,
zoowel voor den onderwijzer zelf als voor
zijn leerlingen, en nergens meer dan juist
bij het Christelijk onderwijs. I-Iet kan al
leen bezworen worden, als wij zelve ons
werk als roeping zien en anderen doen zien,
Hier geldt de kracht van het woord: „Dia
u roept is getrouw die het ook doen zal".
31 sprekers en spreeksters
31 redevoeringen
Re jeugd en Kuypers
levenswerk
Een Bondsdag
in Overijssels hoofdstad
Zwolle, 19 Mei.
Zwolle ontvangt vandaag de Bond van
Meisjesvereenigingen op G.G.
Uit alle oorden van het land zijn ze op
getrokken om door 't bijeenzijn in één mas
sale vergadering weer kracht te putten
voor het werk dat voor 19 jaar werd aan
gepakt cn waarop zooveel zegen is gezien.
Toen we vanmorgen op het station te
Zwolle aankwamen was het een en al leven
en beweging. Even voor negen uur was dc
extratrein met „bondsvriendinnen" uit Gro
ningen gearriveerd en via het stationsplein
werd de inhoud daarvan over de stad ver
spreid.
Ook aan andere zijden arriveerden treinen
en daarnaast waren er autobussen zonder
getal, auto's, fietsen enz. die de meisjes
naar de oude IJsselstad, de hoofdstad van
Overijssel brachten.
Het getal bezoeksters zal ditmaal alle
records van de vorige keeren (en dat wil
wat zeggen) slaan. Men verwacht tiendui
zend meisjes, die met elkaar in de Buiten
sociëteit en in zeven kerken vergaderen
zullen.
Alle gereformeerde kerken en eenige
hervormde kerken zijn voor dit doel be
schikbaar gesteld en daarin hebben,
met de presidentes meegerekend, niet
minder dan een en dertig sprekers en
spreeksters, met evenveel volledige
redevoeringen het woord gevoerd.
We laten dan verrassingen van af
gevaardigden en officieele personen ge
heel buiten beschouwing.
Gister zijn reeds afgevaardigden en be
zoeksters uit de zeer verre deelen van ons
land aangekomen en voor deze hadden de
Zwolsche Meisjesvereenigingen een gezel
lige begroetingsavond bereid. De logees
werden vannacht in tallooze gereformeerde
gezinnen in Zwolle en omgeving gastvrij
opgenomen.
In de Buitensociëteit
Om de Buitensociëteit was het tegen het
aanvangsuur van de vergadering enorm
druk. De groote zaal stroomde vol met zin
gende en juichende meisjes, die autoriteiten
en bondsbestuur met een luid applaus be
groetten.
Te ruim half 11 opende de bondspresi
dente Mej. M. Parmentier, te Leiden,
de vergadering door te laten zingen Ps. 98:
2 en 3, gebed en Schriftlezing.
Het openingswoord werd bezegeld met
het staande zingen van het bondslied.
Op het verder behandelde in de morgen
vergadering komen we in ons verslag van
morgen nader terug.
MIDDAGVERGADERING
In de middagvergadering sprak Prof. Dr.
H. Dooyeweerd, te Amsterdam, over
het onderwerp:
Bij de herdenking van den honderdsten
geboortedag van een der grootste nationale
figuren, welke ons volk in de vorige eeuw
gebed, zoo ving
Prof. Dooyeweerd
aan.
Het zijn die
duizenden, die
nog heden God
danken voor een
werk des geloofs
dat' door Kuyper
weer werd opge
vat, nadat het
meer dan twee
eeuwen schier
gerust had onder
den verslappen
den invloed van
den geest van
het compromis.
Dat geloofswerk,
Prof. Dooyeweerd
aaraan Kuyper heel zijn hem van God
geschonken genie dienstbaar maakte, be
stond in het weer oprichten van den stan
daard der Goddelijke souvereiniteit in het
koningschap van Christus Jezus op alle
levensterreinen, die geleidelijk onder de
macht van liet Humanisme, den godsdienst
der mcnschelijlce rede, waren geraakt.
Spr. ging vervolgens na, de gesteldheid
van den geestelijken bodem, waarop Dr.
Kuyper arbeidde, om daarna te constatee-
ren. dat omvattender dan die van Groen,
de greep van Kuyper was.
Wat was 't geheim van Kuypers kracht?
Het was de trouwe geloovige overgave aan
de prediking der Heilige Schrift van het
Koninkrijk Gods in Christus Jezus als den
nieuwen wortel van iedere tijdelijke levens
openbaring.
Heel de kracht der schriftuurlijke Calvi
nistische levensvisie is als het ware samen
gedrongen in Kuypers bekende uitspraak
„Geen duimbreed is er op heel 't erf var
ons rnenschelijk leven, waarvan de Chris
tus, die aller souverein is, niet roept „Mijn'
Deze uitspraak moet ook onze jongere
generatie weer in het hart gegrift worden
Zij beteekent eenerzijds de radicale breuk
met een tweeslachtige houding, die tusschen
het Koninkrijk Gods en het tijdelijk wereld
leven, tusschen wat men noemt „genade en
natuur" een kloof zoekt te stellen. Zij be
teekent anderzijds de proclameering van
de niet weg te redeneeren antithese
tusschen de in de Schrift gegronde levens
en wereldbeschouwing en die welke haar
uitgangspunt buiten de Goddelijke Open
baring in Christus Jezus zoekt
Deze uitspraak van Kuyper is eerst dan
in haar radicale beteekenis te doorzien,
wanneer Gods Woord onzen blik ontsloten
heeft voor wat het centrum, den w
t c 1 van 's mcnschen bestaan is, n.l. het
hart, waaruit de uitgangen des levens
zijn en waarin de groote, allesbeslissende
religieuze stellingkeuze plaats vindt tegen
over den souvereinen God, die Zich in Zijn
Woord heeft geopenbaard.
Zoolang men blijft transigeeren met deze
cardinale en zelfontdekkende waarheid, zal
men ook Kuypers radicale uitspraak niet
in haar volle draagwijdte verstaan, zoolang
zal men ook aan de antithese-gedachte blij
ven tornen en weer den weg van het com
promis met die levens- cn wereldbeschou
wingen inslaan, die in een vergoddelijking
der rede of in een cultus der menschelijke
persoonlijkheid geworteld zijn. Maar dan
zal ook aan het calvinisme zijn radicaal-
schriftuurlijke basis ontnomen zijn en zal
het geen dageraad meer hebben.
Uit diezelfde anti-these, die Kuyper ook
radicaal in de wetenschap doortrok en hier
aan de stichting der Vrije Universiteit ten
grondslag legde, valt te verstaan zijn pro
clameering van het beginsel der sou
vereiniteit in eigen kring, als
onafwijsbaar uitvloeisel uit de belijdenis
der goddelijke souvereiniteit.
Ook dit rijke leerstuk der souvereiniteit
in eigen kring moet on-e jongere generatie
zich als een kostbare schat uit Kuypers
geestelijke nalatenschap eigen maken.
Want het is merkwaardig op te merken,
hoe nauw dit leerstuk samenhangt met de
beide andere, die .van den religieuzen svor-j
tel van heel het rnenschelijk bestaan en die
van de antithese tusschen liet Christelijk
levensbeginsel cn dat van den geest van
hel ongelooi.
Wanneer men het ware centrum van het
rnenschelijk leven niet meer ziet en de
scherpte der antithese begint af te slijpen,
ziet. men ook het rijke leerstuk der souve
rcinitcit in eigen kring verwateren.
Men weet er geen weg meer mede en be
schouwt het als uiting van critisch besef
met een nauw verholen scepticisme te be
jegenen. Zoo wordt .pit en kern uit Kuypers
levenswerk weggenomen.
Maar zeg dan niet, dat deze tweeslach-
tigen de kern onzcr jonge generatic vor
men. Want spr. ziet met toenemende blijd
schap, lioe een nieuwe cn frissche kern
bezig is zich te vormen, die zijn plicht
tegenover Kuypers geestelijke nalatenschap
verstaat en vele anderen beschaamd maakt
door het enthousiasme, waarmede zij deze
nalatenschap weer in bezit gaat lier
Zoo iemand, dan wist Kuyper het, dat het
Calvinisme, om als levens- en wereldbe
schouwing geestelijke macht in dc histor
te kunnen blijven ontwikkelen, zich telkens
aan de nieuwe situaties van het leven moei
oriënteeren en aldus voor iederen tijd
eigen woord heeft te spreken.
Dat hij onder alle reformatoren juist in
Calvijn en niet in Luther. Melanc-hton of
Zwingli den wegwijzer voor de toekomst
zag. vond allerminst zijn grond in een
blinde vereering. die het oog doet sluiten
voor gebreken cn dwalingen.
Maar Kuyper greep terug naar Calvijns
grondgedachte, omdat daarin dc Luther-
sche scheiding tusschen natuur en genade
in den wortel overwonnen cn prijsgegeven
was. Met deze grondgedachte werd gewoe
kerd: in haar uitwerking bij Calvijn wer
den verschillende onzuivere elementen uit
gebannen. En wat Kuyper tenslotte zoo
aan onze tegenwoordige generatie overgaf,
was een verjongd en levenskrachtig Calvi
nisme, op liet-breede en vaste fundament
der Heilige Schrift opgetrokken, bezield van
Calvijns radicale grondgedachte en uitge
bouwd tot een levens- cn wereldbeschou
wing, welke tal van nieuwe elementen in
zich had opgenomen.
Voor de verhouding van kerk en staat
werden nieuwe lijnen getrokken. Een n!eu-
we wetenschap-beschouwing werd uit het
Calvinistisch grondprincipe opgetrokken er
voor de staatkunde werden eigen beginse
len ontwikkeld.
Zoo heeft ook onze jongere_ generatie de
geestelijke nalatenschap van Kuyper te zien
als een levend pand des geloofs, besloot spr
waarmede in den tegen woord i gen en toe
komenden tijd moet werden gewoekerd, op
dat wij het op onze beurt verrijkt en ver
diept aan ons eigen nageslacht mogen over
dragen.
Vervolgens sprak Ds. M. B. van t
Veer, te Groningen, over:
Geloovige Levensaanvaarding
Spr. wees er op dat wat er gist en woelt
in het menschenleven zijn weerslag vindt
in de roman-lite
ratuur van onze
dagen. In scher
pe contouren ver
rijst daarin het
beeld van den
werklooze en de
zwarte ellende,
dio zich nestelt
in 't leven van
den zoeker naar
arbeid. Daarmee
wordt gewild of
niet gewild, een
vraag, die in ve
ler harten met
benauwende
ernst is geboren,
voor ons allen
neergelegd, 't Is
de vraag naar de beteekenis, het doel, naar
de waarde van het leven. Overbodig zijn!
nutteloos zijn! Dat *s He kwellende
dachte, niet het minst van jonge menschën,
die alle levensvreugde doodt en alle levens
kracht derft. Er is geen vlucht uit deze
vragen door te zeggen, dat ons leven geen
zin en geen waarde heeft. Maar de natuur
is sterker dan de theorie en de vraag naar
de waarde van het menschenleven blijft
zich stellen aan elke menschenziel.
Deze zelfde problemen roepen ook met
groote kracht in veler meisjesleven om ant
woord. Hiervoor de oogen te sluiten is niet
de Christelijke levenshouding. In die levens
houding echter kan onze ziel alleen rusten,
daaruit kracht ontvangen voor de geloovige
levensaanvaarding. Men spreekt tegenwoor
dig van een surplus, een tcveei en ziet de
ongetrouwde vrouw vaak aan voor half.
Spr. wees in verband hiermede op het Na-
tionaal-Socialisme, dat de waarde
vrouw bepaalt naar haar arbeid voor ras
en volk. Anderen zoeken de waarde naar
haar beteekenis voor de maatschappij. Zoo
moet men het eene schepsel aan het andere
en niet met de van God gegeven maatstaf
die alleen is te vinden in Zijn Woord.
Wie gelooft dat God in en door zijn leven
komt, kan komen tot geloovige levensaan
vaarding en wordt verlost van het minder
waardigheidscomplex waarvan men tegen
woordig spreekt. Dat alles is echter een
kwestie van geloof. Als we weten dat
Christus naar de groote toekomst op
is met al de Zijnen, zullen we ons met
vreugde geven eiken dag weer opnieuw
aan den dienst des Heercn. Als Christus
ons ongehuwd-zijn of ziek-zijn oplegt zul
len we gelooven dat Hij daardoor Zijn
komst wil bereiden. Een mensch bereikt
eerst dan zijn levensvervulling
hij op de plaats, waar de Heere hem leidt,
volbrengt den wil des Heeren, die Hij hem
in Zijn Woord heeft bekend gemaakt. Al is
het de weg van strijd en offers, het is toch
die van opgang. Gods wil volbrengen in de
wereld is nooit een surrogaat, maar altijd
het hoogste. En het hoogste is het rijkste!
Het slotwoord werd gesproken door Ds
J. H. Kuiper te Zwolle.
Ds M. B. van 't Veer
De andere samenkomsten
Het enthousiasme, dat in de Buitensocië
teit zoo geweldig was, bestond ook in het
zevental samenkomsten dat in verschillen
de kerken werd gehouden. Het was er vol
en de verschillende toespraken werden
luide toegejuicht.
In de verschillende vergaderingen
heerschte in zooverre eenheid dat dezelfde
liederen werden gezongen en dat de ver
schillende sprekers in de middagvergade
ring handelden over Dr. Kuyper en de be
teekenis van zijn werk en strijd.
In de Zuiderlierk was de leiding in
handen van Mevr. E. C. S p e k-V e r s 1 u y s.
de 2e presidente van den Bond. en aldaar
sprak na het openingswoord Mevr. Tj.
Abels-Torenbeek to Zutphen, oud
presidente van den Bond.
Des middags werden dezelfde redevoerin
gen van de Buitensociëteit in omgekeerde
WIJ ZIJN IN TRAINING
voor den
op 26 JUNI te DELFT te!
houden. Loopt U óók mee?!
DONDERDAG 20 MEI
HILVERSUM I 1875 M. 8.00—9.15 KRO
10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.01
NCRV. 8.00—9.15 en 10.00 Gramofoon-"
muziek. 10.15 Morgendienst. 11.30 Gods
dienstig halfuur. 12.15 KRO-orkest ei
Gramofoonmuziek. 2.00 Handwerkcursus
3.00 Vrouwenhalfuur. 3.45 Bijbellezing.
Handenarbeid v. d. jeugd. 5.15 Vioo!
en piano. 6.45 Lezing: Bijbel-Kiosk-Arbeid
te Amsterdam. 7.00 Berichten. 7.15 Jour
nalistiek weekoverzicht. 7.45 Reportage
8.00 Berichten ANP. 8.15 Zangavond v. d
Bond van Christelijke Zang- en Orato-
riumvereenigingen in Nederland. 9.00
„De verhouding tusschen predikant en
geneesheer", causerie. 9.30 Concert. 10.15
Causerie over het a.s. Londensche Steno
grafie-Congres. 10.3012.00 Gramofoon
muziek. Hierna: Schriftlezing.
HILVERSUM II 301 M. Algem. programma,
verzorgd door de AVRO. 8.00 Gramofoon
muziek. 10 00 Morgenwijding. 10.30 Het
Omroeporkest. 2.00 De Groninger Orkest-
vereeniging. 4.00 Orgelspel. 4.30 Muzikale
causerie. 5.30 Het AVRO-Aeolian-orkest.
6.30 Sportpraatje. 7.30 Causerie over de
as. Verkiezingen. 8.00 Berichten ANP.
8.30 Concertgebouw-orkest. 11.00 Berich
ten ANP. 11.3012.00 Gramofoonmuziek.
DROITWICH 1500 M. 10.05 „At home to-
day", causerie. 11.05 Orkest. 12.05 Solis
tenconcert. 12.35 Octet. 1.20 Strijkkwar
tet. 2.IC Reportage. 2.45 Orkest van d<
Royal Air Force. 5.40 Actueele causerie.
6.00 Orkest. 6.40 „Conversation in the
train", causerie. 8.40 BBC-Midland-orkest,
9.20 Korte Kerkdienst. 9.40 BBC-orkest,
BBC-koor en solisten.
RADIO PARIS 1648 M. 11.35 Omroeporkest
en zang. 3.50 Zang. 7.05 Chansons. 7.50
Trio, 9.05 Omroeporkest, kerkkoor ei
listen.
KEULEN 456 M. 11.20 Fabrieksorkest. 12.35
Omroepschrammel-ensemble. 1.35 Geva
rieerd concert. 3.20 Omroep-Amusements-
orkest. 6.20 Omroepkleinorkest. 9.50—
11.20 Landesorkest Gouw Baden.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Klein-
orkest. 4.20 Omroeporkest. 5.50 en 6.20[
Gramofoonmuziek. 8.20 Nationaal orkest.)
484 M.: 11.50 Salonorkest. 12.30 Klein-
orkest. 4.20 Salonorkest. 5.35 Omroep
orkest.
Een mooie gezonde huid
De huidzuiverende, huidgenezende en huid-
voedende kracht van Purol, naakt de huid
niet alleen mooi, gezond en fluweelzacht,
maar verwijdert tevens vetwormpjes, pukkels
en uitslag. Gebruik voor gelaatsverzorging
witte Purol. Deze is na inwrijving onzichtbaar
op de huid en daarom ook zeer geschikt
voor gebruik overdag.
Doos 30 en 60 ct. Tube 45 et. Bif Apoth. en Drogisten.
volgorde gehouden. Het slotwoord sprak
Ds. H. A. M u n n i k te Zwolle.
De overige vergaderingen werden gehou
den in de Plantagekerk, de Ooster<
kerk, de Broerekerk, de Bethle
hem k e r k, de Jeruzalemkerk euj
de Groote Kerk.
In deze zelfde volgorde was de leiding in
handen van de damesbondsbestuursleden
J. C. de Vries te Amsterdam, C. F. Kolc
te Utrecht, KI. Elgersma te Arum, M.
Hommes te Assen, F. Jansen van
Beek te Arnhem en B. v. d. Berg tc
Kampen, die allen een openingswoord spra
ken.
In de samenkomsten op den voormiddag
spraken de heer N. Baas te Amsterdam
over: „Het Geref. meisje en de Evangelisa
tie"; Mej. H. M. Hemmes te Solo (N.O.I.)!
over: „Gods werk op het Zendingsveld"; tic
heer A. Wapen aar te Zwollekerspel
over: „De spiegel der letteren"; de heer H.
Al gr a te Leeuwarden over: „God, Oranje
en Nederland"; Mevr. A. Pos te Djokja
karta (N.O.I.) over een zendingsonderwcri)
en Dr. K. J. Kremer te Kampen.
Over het levenswerk en den levensstrijd
van Dr. A. Kuyper, spraken in de middag
samenkomsten Prof. Dr. K. D ij k te Den
Haag; de heer J. Schouten te Rotterdam
en Dr. E. A. Kraan te Vlaardingen.
Verder voerden het woord de heer P. v a n
Nes Czn. te Den Haag over: „Wij geven
het niet over"; Ds. J. G. Feenstra ie
Scheveningen over: „Mede-arbeiders" cn
Ds. A. de Bondt te Den Haag over:
„Noadja en Hulda".
Al deze redevoeringen werden tweemaal
uitgesproken.
Een slotwoord werd nog gesproken door
de predikanten Ds. J. Thiis te Zwolle; Dr.
C. N. I m p e t a. Ds. J. de Waar d, Ds. II.
TI. S c h o e m a k e r s. Ds J. Overduin,
allen te Kampen en Ds. Chr. W. J. Teem
wen te Herrde.
Het lag in de bedoeling dat He tiendui
zend meisjes, indien het weer daartoe mede
werkte, in een grootsche slotmeeting zou
den samenkomen op de Turfmarkt. We
komen Haarop nader terug.