iiïam Christelijke Onderwijzers(essen) vergaderen in Rotterdam. Tienduizend Geref. Meisjes vergaderen fe Zwolle Tweeden Rotterdammer-Marscl WOENSDAG 19 MEI 1937 DERDE BLAD PAG. 9 Bespreking op het referaat van den heer C. van Nes Cz. Referaten over Orienteering" en als roeping" Nieuwe ,Ons werk Gisteren en vandaag is de Vereeni- ging van Cbr. Onderwijzers en Onder wijzeressen in Nederland en de Over zees che Gewesten bijeen geweest in de Diergaarde te Rotterdam, waar zij haar 84ste algemeene vergadering heeft gehouden. Vergadering van Dinsdag De rede van den heer C. van Nes Czn., hoofdinspecteur in de 2e lioodinspectie, over „de verhoudingen in onze schoolwereld practisch gezien", waarvan wij gister een overzicht gaven, werd gevolgd door een korte discussie. De heer D. P. B o t h o f van Ede vraagt op welke wijze organen welke dringende be voegdheid zullen krijgen, tot stand kunnen komen. Spr. meent, dat, wat fouten van de commissie van beroep betreft, gestree-d moet worden naar uitspraken in lioogere in stantie. De heer T. C. Bos, van Utrecht, vraagt Of de inleider verwacht dat men binnen af- zienbaren tijd tot 'een eigen regelende in stantie zal kunnen komen. Is de vrijheid, die hier prijsgegeven zou moeten worden, wel de vrijheid waarvoor we zoo lang hebben moeten strijden? Zal die instantie ook het recht hebben iets gebiedend aan schoolbesturen voor te schrijven? Spr. vraagt voorts of er ook een rechtsinstantie hij moet komen en voorts nog: moeten wij ook niet trachten te komen tot een toestand waarin de kweekeling met acte wettelijk onmogelijk wordt gemaakt. Ten slotte meent Spr., dat bij schoolvergaderingen de onder wijzers in de schoolzaken in het algemeen gekend moeten worden. De heer W. 't Hoof t. van Goes, merkte op, dat we een vrijheid hebben gekregen, die we niet aankunnen. We kunnen deze zaken thans bij de horens pakken omdat de tijd er gunstig voor is. Wie iets ziet van de groote moeilijkheden weet dat we ons nu zullen moeten terugtrekken in werkver gaderingen om tot een dicisie te komen. Spr. hoopt op baanbrekend werk door deze vereeniging. De heer Van Nes. de debaters beant woordend, zegt de overtuiging te hebben, ■dat de groote organisaties elkander moeten ,vinden in een hoogere centrale, die plaatse lijk onderlinge strijd voorkomt en beslecht. Spr. kan hier niet in finesses treden De hoofdorganisaties moeten op de zaak stu- deeren. Wat de „hoogere beroepskwestie" betreft, meent Spr. dat de Commissie van Beroep zélf, wanneer zij een verkeerde uit spraak heeft gedaan, in de gelegenheid moet zijn haar uitspraak te herzien. Tegen revisie is z.i. geen bezwaar, maar hij voelt niets voor verschillende instanties. De heer Bos bedenke, dat er juist den laatsten tijd een streven openbaar is geworden om be roepsgelegenheden te beperken. Wij moeten, wat de hoofdzaak aangaat, rekening houdend met de tijdelijkheid van de wettelijke regeling, ervoor zorgen, dat wij voor 1942 met een eigen regeling bij de regeering aankomen. De vrijheid waarvan hier sprake is, heeft niets met gewetensvrijheid te maken maar met de organisatie van ons ondprwijs De {pensioenskwesties zijn de moeilijkste 'die men in het lager onderwijs heeft. Men moet dergelijke dingen er thans niet hij halen, maar zorgen dat. we de organisatie krijgen. Wordt óns een wettelijke regeling opgelegd dan moeten wij die dragen, maar met God? hulp willen we de zaak in eigen handen houden. Schoolvergaderingen zijn goed als de v e r houdingen in orde zijn. Zoo niet dan werken ze sterk tegen het belang van het onderwijs. Persoonlijk is Spr. ten zeerste .voor de schoolvergadering. Men zorge er voor dat de eenheid der school erdoor be vorderd wordt. Zoo drage men een gemeen schappelijke verantwoordelijkheid en dan Zijn zulke vergaderingen een heerlijke oase. De heer A. Smit, Rijksschoolinspecteur te Rotterdam, zegt nog, in antwoord op den heer Bos, dat hij ontkent de schoolvergade ringen geen goed hart toe te dragen. De heer Van Nes zegt nog te hopen, 'dat de kweekelingen spoedig vo'ledig onder wijz.er zullen zijn. maar ook, dat de daarna nog overige kweekelingen zich met hart en ziel aan de taak zullen geven waarvoor zij zijn opgeleid. Zij mogen zich echter met volle recht verzetten tegen ieder die van hun diensten misbruik wil maken. Na het zingen van Gezang 273 11 wordt He vergadering gesloten. De heer K. Brants, Brants, van Haarlem, eindigde met dank gebed. Nadat de vergadering (te ongeveer 4 uur) gesloten was, heeft het hoofdbestuur nog afzonderlijk met de jongeren vergaderd. Gezellige avond Om 8 uur begon de „gezellige avond" even eens in .het Sociëteitsgebouw van de Dier gaarde. Hieraan werd medegewerkt door eer. kinderkoor van de Willem de Zwijge-- school, o.'.v. den heer G. M. Blok door den lieer J. de Lange en mej. N. Verkade, decla matie, door een muziekcorps, dat o.l.v. den hoer A. de Roo klassieke muziek ten ge- hoore bracht, door een groep Rotterdamsche onderwijzers, die o.l.v. den heer L. van Schoorel. „Een vrooüjke nacht van Rotter dams standbeelden (auteur N. J. Zimmer man) opvoerden. Vergadering van Woensdag Boottocht door de Rotterdamsche Havens De vereenigingsboottocht door de Rotter damsche Haven die in den ochtend voor do Vergadering gehouden werd, werd begun stigd door mooi weer; niet minder dan 2ü0 personen namen er aan deel. OCHTENDBIJEENKOMST De vergadering van heden, Woensdag werd om_ 10 uur geopend met het zingen van Ps. 7ö 1 en 6, gebed, en het lezen van Joh. 16 1—13. BESTUURSVERKIEZINGEN De Voorzitter deelde hierna mede, dat tot leden van het hoofdbestuur gekozen waren in de vacature ontstaan door het overlijden van den heer C. v Dijl te Amster dam, de heer J. Nauta te Amsterdam en in de vacature, die ontstaat door het perio diek aftreden van den heer G. Meima, drs H. S c h i 1 p, dir. van de Chr. Kweek school te Leiden. De voorzitter sprak een enkel woord over deze verkiezing. Drs. Schilp was door ongesteldheid verhinderd aanwezig te zijn. Namens de ITaagsche af deeling, die met het toezicht daarop is belast, deelde de heer J. U i 11 e n b o o ga ard van Den Haag, mede, dat het graf van wijlen mr G Groen van Prinsterer op het kerkhof „Ter navolging" te Sclieveningen, zich in de boste orde bevindt. De Voorzitter dank te de afdeeling voor haar goede zorgen. De heer L. v. d. Z w e e p, hoofd eener school te Haarlem, sprak vervolgens over Met nieuw-oriênteeriinig, aldus stelt Spr. voorop, bedoelt hij niet, iets nieuws te bren gen, in tegenstelling met het oude, doch aan te toonen. hoe de hediendaagsche inzichten liggen imi het verlengde van de z.g.n. oude school. De roep om een paedagogisohe en didac tische revolutie vindt hij ons geen weer klank. We hebben veeleer de roeping, voor een gewenschte continuïteit in de didacti sche ontwikkeling een open oog te hebben. Ome voorgangers hebben te veel bereikt, om hun arbeid ondankbaar te vergeten. We Willen het levensvatbare naar waarde schat ten en het verder trachten te ontwikkelen. Ofschoon er tweeërlei didactiek is: de in tuïtieve en de theoretische, is de beste vol gens Spr. de verbinding van die bei de. Hij vangt zijn. nieuw-oriënteering aan van Iierbart uit, en schetst diens opvat- timgen uitvoerig. In de theorie der Keulsche school, waarvan hij de stichter was, blijkt het beginsel der aanschouwelijk heid psychologisch zeer goed verantwoord. Spr. daalt dan af in voor onze lezers te ver voerende finesses over de Decroly-methode (waarin het globalisatie-verechijmsel, de be- langsteMings-centra en de gedachte: voor het. leven door het leven de domineerende beginselen zijn), de positie van het boek m de school, de arbeidsschool, het spel-element in de school en de Mantessori-metihode. liet betrekking tot de arbeidsschool zegt de referent: „Er is met het woord arbeids school. we zouden haast zeggen, zielig ge sold. We behoeven hier niet alle misver stand rondom de actieve school te analysee ren. We weten thans wel voldoende, dat iemand, die onbeweeglijk in een leunstoel zit te peinzen, vaak meer intens werkzaam is dan de scholier, die aan een Fransche vertaling werkt. Activiteit heeft weinig te maken met papiertjes vouwen en snijden of welke amdere vorm van handenarbeid ook. Overal, waar een klas leerlingen iets doet (dit mag zijn luisteren naar een ver telling uit den Bijbel of teekenen of cijfe ren) dat voortkomt uit belangstelling, vindt men het beginsel der arbeidsschool in toe passing. De belangstelling, en dit is weer een meesterlijke greep van Herbart, is de groote motor van het leerproces. Dit verklaart 't feit, dat jongens, die hun sohooljaren verlummelen, omdat de school- leerstof niet vermocht hun interesse te wekken, op handelsavondscholen met spron gen vooruitgaan, omdat hun leven ia de practijk hun doet inzien, diat ze belhoeftfc hebben aan de ontbrekende theoretische vormimg. Zijn de uren, die wij besteedden aan de voorbereiding van een buitenland- sche reis, niet mee de vruchtbaarste uren voor onze aardrijkskundige kennis ge weest? Alle onderwijs, dat aap. een behoefte vol overzicht van 'de tentoonstelling varl leermiddelen in de foyer van de Diergaarde doet, geeft aanleiding tot spontane zolf- werkzaamheid, die met innerlijke tucht ge paard gaat en die resultaten geeft, weUe men met uiterlijke tucht tevergeefs tracht te bereiken. Met betrekking tot de laatste, welke Spr onpsychologisch en oneconomisch noemt, maakt hij gewag van genachten, dat Mon- tessori haar levenswerk op essentieel a punten zal herzien. Waar op het oogenblik heel de Montessori-beweing op losse schroe ven staat, wil Spr. hier verder maar het zwijgen toedoen en het beste hopen. Ook negatieve resultaten zijn leerzaam Zijn indrukken van de nieuwe metihoden samenvattende, herinnerde referent aan wat de voorzitter van het Duitsche Zentralinsd- tut für Erziehung und Unterricht hom vijf jaren geleden zeide, nl. dat door de nieuwe didactiek der nieuwe school, geboren uit de internationale geest van democratie, zou worden gevormd de nieuwe mensch en de nieuwe toekomst, die in het teeken der ver broedering van alle volken zou staan. Kr zijn veel teleurstellingen geweest. Ze matigen onze verwachtingen van al wat zich als nieuw aandient. Met deze nuchter heid gewapend kuirmen we ons gerust wa gen aan nieuw-oriënteering. Als we weten, dat een hoofd vormen wezenlijk iets an ders is dan 'n hoofd vullen zijn we toch over onze huidige leerwijze niet geheel content. De weg -naar de verbetering begint met on- tevredenflieid over het bestaande. MIDDAGBIJEENKOMST Om 2 uur ving de middagzitting aan, met het zingen van Ps. 118 7 en 8 en gebed. Nadat Opcnb. 22 8—17 was gelezen sprak Prof. Dr. W. J.^alders, van Groningen over Ons werf; als roeping Tusschen werk en roeping, aldus spreker, schijnt een goede afstand te liggen Het ééne woord wijst naar beneden, het andere naar boven. Toch mag dit, voor den Christen, niet het geval zijn. Het komt er op aan het werk, ons werk als roeping te verstaan. Prof. Aalders merkt eerst op, dat het hu welijks formulier spreekt van: „goddelijk beroep"; d w.z. het gewone aardsche werk wordt als roeping van Godswege gewaar deerd. Werk is reeds iets anders, iets meer dan bezigheid of spel. Ook dan arbeid. Toch moeten we ook boven ons werk uit. Het gaat over datgene, waartoe het dient, als middel tot hot doel. Dit mag niet zijn de be vrediging of voldoening, die het schenk;. Dit is van belang, maar meer als gevolg dan als doel. Dit mo t hooger liggen, n.l. b:j opvoeding cn o-mderwijs. Bij mijn werk. aldus wil spreker het on derscheiden, ben ik dikwijls alleen: ik mijn werk. Bij roeping bon ik niet alleen: Ik word geroe|>en. Eenig6zins is dit reeds liet geval bij taak cn plicht. Maar hier hm ik nog in de persoonlijke 6feer. Bij roeping niet. Ik word, persoonlijk, geroepen, doo* iemand, die mij roept. F.n deze Iemand is God. Do gewijde zin van het woord roepinj is veelszins verloren g gaan. Het woord evenals zoovele ander, ontwijd. liet betee- kent eigenlijk, dat God den mensch tot iets oproept. Dit kan zijn de eeuwige, hemelsch; roeping, of do tijdelijke, aardsche. In ho laatste geval kan rok in 't meervoud va roepingen gesproken worden, bijv. vam o:i derwijzer, van werkman, van wat ook. Dit wordt verduidelijkt met het Bijbelsch spraakgebruik en met dat der Christelijk- Kerk in verschillende tijden. Bepaaldelijk de Hervorming heeft het aangedurfd niet alleen het z.g.n. hoogere of kloosterleven, maar elke levenstaak als roeping te waar- doeren. Dit betoekent, ethisch en sociaal, zoer veel. In liet huwelijks-formulier komt dat uit. Deze opvatting onderstelt het geloof in de goddelijke beschikking. Het maakt .het werk en den werker afhan kelijk van God en dus kleiner, maar tegelijk wijdt het beide, en het. maakt ze groot. Zóó is alleen werk-lust en -vreugde mogelijk, althans in ernst en op den duur. Wij werken in gemeen schap met God en met elkander en God staat voor ons en ons werk in. Het gevaar van mechaniseering is zeer groot en in zijn gevolgen zeer gevaarlijk, zoowel voor den onderwijzer zelf als voor zijn leerlingen, en nergens meer dan juist bij het Christelijk onderwijs. I-Iet kan al leen bezworen worden, als wij zelve ons werk als roeping zien en anderen doen zien, Hier geldt de kracht van het woord: „Dia u roept is getrouw die het ook doen zal". 31 sprekers en spreeksters 31 redevoeringen Re jeugd en Kuypers levenswerk Een Bondsdag in Overijssels hoofdstad Zwolle, 19 Mei. Zwolle ontvangt vandaag de Bond van Meisjesvereenigingen op G.G. Uit alle oorden van het land zijn ze op getrokken om door 't bijeenzijn in één mas sale vergadering weer kracht te putten voor het werk dat voor 19 jaar werd aan gepakt cn waarop zooveel zegen is gezien. Toen we vanmorgen op het station te Zwolle aankwamen was het een en al leven en beweging. Even voor negen uur was dc extratrein met „bondsvriendinnen" uit Gro ningen gearriveerd en via het stationsplein werd de inhoud daarvan over de stad ver spreid. Ook aan andere zijden arriveerden treinen en daarnaast waren er autobussen zonder getal, auto's, fietsen enz. die de meisjes naar de oude IJsselstad, de hoofdstad van Overijssel brachten. Het getal bezoeksters zal ditmaal alle records van de vorige keeren (en dat wil wat zeggen) slaan. Men verwacht tiendui zend meisjes, die met elkaar in de Buiten sociëteit en in zeven kerken vergaderen zullen. Alle gereformeerde kerken en eenige hervormde kerken zijn voor dit doel be schikbaar gesteld en daarin hebben, met de presidentes meegerekend, niet minder dan een en dertig sprekers en spreeksters, met evenveel volledige redevoeringen het woord gevoerd. We laten dan verrassingen van af gevaardigden en officieele personen ge heel buiten beschouwing. Gister zijn reeds afgevaardigden en be zoeksters uit de zeer verre deelen van ons land aangekomen en voor deze hadden de Zwolsche Meisjesvereenigingen een gezel lige begroetingsavond bereid. De logees werden vannacht in tallooze gereformeerde gezinnen in Zwolle en omgeving gastvrij opgenomen. In de Buitensociëteit Om de Buitensociëteit was het tegen het aanvangsuur van de vergadering enorm druk. De groote zaal stroomde vol met zin gende en juichende meisjes, die autoriteiten en bondsbestuur met een luid applaus be groetten. Te ruim half 11 opende de bondspresi dente Mej. M. Parmentier, te Leiden, de vergadering door te laten zingen Ps. 98: 2 en 3, gebed en Schriftlezing. Het openingswoord werd bezegeld met het staande zingen van het bondslied. Op het verder behandelde in de morgen vergadering komen we in ons verslag van morgen nader terug. MIDDAGVERGADERING In de middagvergadering sprak Prof. Dr. H. Dooyeweerd, te Amsterdam, over het onderwerp: Bij de herdenking van den honderdsten geboortedag van een der grootste nationale figuren, welke ons volk in de vorige eeuw gebed, zoo ving Prof. Dooyeweerd aan. Het zijn die duizenden, die nog heden God danken voor een werk des geloofs dat' door Kuyper weer werd opge vat, nadat het meer dan twee eeuwen schier gerust had onder den verslappen den invloed van den geest van het compromis. Dat geloofswerk, Prof. Dooyeweerd aaraan Kuyper heel zijn hem van God geschonken genie dienstbaar maakte, be stond in het weer oprichten van den stan daard der Goddelijke souvereiniteit in het koningschap van Christus Jezus op alle levensterreinen, die geleidelijk onder de macht van liet Humanisme, den godsdienst der mcnschelijlce rede, waren geraakt. Spr. ging vervolgens na, de gesteldheid van den geestelijken bodem, waarop Dr. Kuyper arbeidde, om daarna te constatee- ren. dat omvattender dan die van Groen, de greep van Kuyper was. Wat was 't geheim van Kuypers kracht? Het was de trouwe geloovige overgave aan de prediking der Heilige Schrift van het Koninkrijk Gods in Christus Jezus als den nieuwen wortel van iedere tijdelijke levens openbaring. Heel de kracht der schriftuurlijke Calvi nistische levensvisie is als het ware samen gedrongen in Kuypers bekende uitspraak „Geen duimbreed is er op heel 't erf var ons rnenschelijk leven, waarvan de Chris tus, die aller souverein is, niet roept „Mijn' Deze uitspraak moet ook onze jongere generatie weer in het hart gegrift worden Zij beteekent eenerzijds de radicale breuk met een tweeslachtige houding, die tusschen het Koninkrijk Gods en het tijdelijk wereld leven, tusschen wat men noemt „genade en natuur" een kloof zoekt te stellen. Zij be teekent anderzijds de proclameering van de niet weg te redeneeren antithese tusschen de in de Schrift gegronde levens en wereldbeschouwing en die welke haar uitgangspunt buiten de Goddelijke Open baring in Christus Jezus zoekt Deze uitspraak van Kuyper is eerst dan in haar radicale beteekenis te doorzien, wanneer Gods Woord onzen blik ontsloten heeft voor wat het centrum, den w t c 1 van 's mcnschen bestaan is, n.l. het hart, waaruit de uitgangen des levens zijn en waarin de groote, allesbeslissende religieuze stellingkeuze plaats vindt tegen over den souvereinen God, die Zich in Zijn Woord heeft geopenbaard. Zoolang men blijft transigeeren met deze cardinale en zelfontdekkende waarheid, zal men ook Kuypers radicale uitspraak niet in haar volle draagwijdte verstaan, zoolang zal men ook aan de antithese-gedachte blij ven tornen en weer den weg van het com promis met die levens- cn wereldbeschou wingen inslaan, die in een vergoddelijking der rede of in een cultus der menschelijke persoonlijkheid geworteld zijn. Maar dan zal ook aan het calvinisme zijn radicaal- schriftuurlijke basis ontnomen zijn en zal het geen dageraad meer hebben. Uit diezelfde anti-these, die Kuyper ook radicaal in de wetenschap doortrok en hier aan de stichting der Vrije Universiteit ten grondslag legde, valt te verstaan zijn pro clameering van het beginsel der sou vereiniteit in eigen kring, als onafwijsbaar uitvloeisel uit de belijdenis der goddelijke souvereiniteit. Ook dit rijke leerstuk der souvereiniteit in eigen kring moet on-e jongere generatie zich als een kostbare schat uit Kuypers geestelijke nalatenschap eigen maken. Want het is merkwaardig op te merken, hoe nauw dit leerstuk samenhangt met de beide andere, die .van den religieuzen svor-j tel van heel het rnenschelijk bestaan en die van de antithese tusschen liet Christelijk levensbeginsel cn dat van den geest van hel ongelooi. Wanneer men het ware centrum van het rnenschelijk leven niet meer ziet en de scherpte der antithese begint af te slijpen, ziet. men ook het rijke leerstuk der souve rcinitcit in eigen kring verwateren. Men weet er geen weg meer mede en be schouwt het als uiting van critisch besef met een nauw verholen scepticisme te be jegenen. Zoo wordt .pit en kern uit Kuypers levenswerk weggenomen. Maar zeg dan niet, dat deze tweeslach- tigen de kern onzcr jonge generatic vor men. Want spr. ziet met toenemende blijd schap, lioe een nieuwe cn frissche kern bezig is zich te vormen, die zijn plicht tegenover Kuypers geestelijke nalatenschap verstaat en vele anderen beschaamd maakt door het enthousiasme, waarmede zij deze nalatenschap weer in bezit gaat lier Zoo iemand, dan wist Kuyper het, dat het Calvinisme, om als levens- en wereldbe schouwing geestelijke macht in dc histor te kunnen blijven ontwikkelen, zich telkens aan de nieuwe situaties van het leven moei oriënteeren en aldus voor iederen tijd eigen woord heeft te spreken. Dat hij onder alle reformatoren juist in Calvijn en niet in Luther. Melanc-hton of Zwingli den wegwijzer voor de toekomst zag. vond allerminst zijn grond in een blinde vereering. die het oog doet sluiten voor gebreken cn dwalingen. Maar Kuyper greep terug naar Calvijns grondgedachte, omdat daarin dc Luther- sche scheiding tusschen natuur en genade in den wortel overwonnen cn prijsgegeven was. Met deze grondgedachte werd gewoe kerd: in haar uitwerking bij Calvijn wer den verschillende onzuivere elementen uit gebannen. En wat Kuyper tenslotte zoo aan onze tegenwoordige generatie overgaf, was een verjongd en levenskrachtig Calvi nisme, op liet-breede en vaste fundament der Heilige Schrift opgetrokken, bezield van Calvijns radicale grondgedachte en uitge bouwd tot een levens- cn wereldbeschou wing, welke tal van nieuwe elementen in zich had opgenomen. Voor de verhouding van kerk en staat werden nieuwe lijnen getrokken. Een n!eu- we wetenschap-beschouwing werd uit het Calvinistisch grondprincipe opgetrokken er voor de staatkunde werden eigen beginse len ontwikkeld. Zoo heeft ook onze jongere_ generatie de geestelijke nalatenschap van Kuyper te zien als een levend pand des geloofs, besloot spr waarmede in den tegen woord i gen en toe komenden tijd moet werden gewoekerd, op dat wij het op onze beurt verrijkt en ver diept aan ons eigen nageslacht mogen over dragen. Vervolgens sprak Ds. M. B. van t Veer, te Groningen, over: Geloovige Levensaanvaarding Spr. wees er op dat wat er gist en woelt in het menschenleven zijn weerslag vindt in de roman-lite ratuur van onze dagen. In scher pe contouren ver rijst daarin het beeld van den werklooze en de zwarte ellende, dio zich nestelt in 't leven van den zoeker naar arbeid. Daarmee wordt gewild of niet gewild, een vraag, die in ve ler harten met benauwende ernst is geboren, voor ons allen neergelegd, 't Is de vraag naar de beteekenis, het doel, naar de waarde van het leven. Overbodig zijn! nutteloos zijn! Dat *s He kwellende dachte, niet het minst van jonge menschën, die alle levensvreugde doodt en alle levens kracht derft. Er is geen vlucht uit deze vragen door te zeggen, dat ons leven geen zin en geen waarde heeft. Maar de natuur is sterker dan de theorie en de vraag naar de waarde van het menschenleven blijft zich stellen aan elke menschenziel. Deze zelfde problemen roepen ook met groote kracht in veler meisjesleven om ant woord. Hiervoor de oogen te sluiten is niet de Christelijke levenshouding. In die levens houding echter kan onze ziel alleen rusten, daaruit kracht ontvangen voor de geloovige levensaanvaarding. Men spreekt tegenwoor dig van een surplus, een tcveei en ziet de ongetrouwde vrouw vaak aan voor half. Spr. wees in verband hiermede op het Na- tionaal-Socialisme, dat de waarde vrouw bepaalt naar haar arbeid voor ras en volk. Anderen zoeken de waarde naar haar beteekenis voor de maatschappij. Zoo moet men het eene schepsel aan het andere en niet met de van God gegeven maatstaf die alleen is te vinden in Zijn Woord. Wie gelooft dat God in en door zijn leven komt, kan komen tot geloovige levensaan vaarding en wordt verlost van het minder waardigheidscomplex waarvan men tegen woordig spreekt. Dat alles is echter een kwestie van geloof. Als we weten dat Christus naar de groote toekomst op is met al de Zijnen, zullen we ons met vreugde geven eiken dag weer opnieuw aan den dienst des Heercn. Als Christus ons ongehuwd-zijn of ziek-zijn oplegt zul len we gelooven dat Hij daardoor Zijn komst wil bereiden. Een mensch bereikt eerst dan zijn levensvervulling hij op de plaats, waar de Heere hem leidt, volbrengt den wil des Heeren, die Hij hem in Zijn Woord heeft bekend gemaakt. Al is het de weg van strijd en offers, het is toch die van opgang. Gods wil volbrengen in de wereld is nooit een surrogaat, maar altijd het hoogste. En het hoogste is het rijkste! Het slotwoord werd gesproken door Ds J. H. Kuiper te Zwolle. Ds M. B. van 't Veer De andere samenkomsten Het enthousiasme, dat in de Buitensocië teit zoo geweldig was, bestond ook in het zevental samenkomsten dat in verschillen de kerken werd gehouden. Het was er vol en de verschillende toespraken werden luide toegejuicht. In de verschillende vergaderingen heerschte in zooverre eenheid dat dezelfde liederen werden gezongen en dat de ver schillende sprekers in de middagvergade ring handelden over Dr. Kuyper en de be teekenis van zijn werk en strijd. In de Zuiderlierk was de leiding in handen van Mevr. E. C. S p e k-V e r s 1 u y s. de 2e presidente van den Bond. en aldaar sprak na het openingswoord Mevr. Tj. Abels-Torenbeek to Zutphen, oud presidente van den Bond. Des middags werden dezelfde redevoerin gen van de Buitensociëteit in omgekeerde WIJ ZIJN IN TRAINING voor den op 26 JUNI te DELFT te! houden. Loopt U óók mee?! DONDERDAG 20 MEI HILVERSUM I 1875 M. 8.00—9.15 KRO 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.01 NCRV. 8.00—9.15 en 10.00 Gramofoon-" muziek. 10.15 Morgendienst. 11.30 Gods dienstig halfuur. 12.15 KRO-orkest ei Gramofoonmuziek. 2.00 Handwerkcursus 3.00 Vrouwenhalfuur. 3.45 Bijbellezing. Handenarbeid v. d. jeugd. 5.15 Vioo! en piano. 6.45 Lezing: Bijbel-Kiosk-Arbeid te Amsterdam. 7.00 Berichten. 7.15 Jour nalistiek weekoverzicht. 7.45 Reportage 8.00 Berichten ANP. 8.15 Zangavond v. d Bond van Christelijke Zang- en Orato- riumvereenigingen in Nederland. 9.00 „De verhouding tusschen predikant en geneesheer", causerie. 9.30 Concert. 10.15 Causerie over het a.s. Londensche Steno grafie-Congres. 10.3012.00 Gramofoon muziek. Hierna: Schriftlezing. HILVERSUM II 301 M. Algem. programma, verzorgd door de AVRO. 8.00 Gramofoon muziek. 10 00 Morgenwijding. 10.30 Het Omroeporkest. 2.00 De Groninger Orkest- vereeniging. 4.00 Orgelspel. 4.30 Muzikale causerie. 5.30 Het AVRO-Aeolian-orkest. 6.30 Sportpraatje. 7.30 Causerie over de as. Verkiezingen. 8.00 Berichten ANP. 8.30 Concertgebouw-orkest. 11.00 Berich ten ANP. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. DROITWICH 1500 M. 10.05 „At home to- day", causerie. 11.05 Orkest. 12.05 Solis tenconcert. 12.35 Octet. 1.20 Strijkkwar tet. 2.IC Reportage. 2.45 Orkest van d< Royal Air Force. 5.40 Actueele causerie. 6.00 Orkest. 6.40 „Conversation in the train", causerie. 8.40 BBC-Midland-orkest, 9.20 Korte Kerkdienst. 9.40 BBC-orkest, BBC-koor en solisten. RADIO PARIS 1648 M. 11.35 Omroeporkest en zang. 3.50 Zang. 7.05 Chansons. 7.50 Trio, 9.05 Omroeporkest, kerkkoor ei listen. KEULEN 456 M. 11.20 Fabrieksorkest. 12.35 Omroepschrammel-ensemble. 1.35 Geva rieerd concert. 3.20 Omroep-Amusements- orkest. 6.20 Omroepkleinorkest. 9.50— 11.20 Landesorkest Gouw Baden. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Klein- orkest. 4.20 Omroeporkest. 5.50 en 6.20[ Gramofoonmuziek. 8.20 Nationaal orkest.) 484 M.: 11.50 Salonorkest. 12.30 Klein- orkest. 4.20 Salonorkest. 5.35 Omroep orkest. Een mooie gezonde huid De huidzuiverende, huidgenezende en huid- voedende kracht van Purol, naakt de huid niet alleen mooi, gezond en fluweelzacht, maar verwijdert tevens vetwormpjes, pukkels en uitslag. Gebruik voor gelaatsverzorging witte Purol. Deze is na inwrijving onzichtbaar op de huid en daarom ook zeer geschikt voor gebruik overdag. Doos 30 en 60 ct. Tube 45 et. Bif Apoth. en Drogisten. volgorde gehouden. Het slotwoord sprak Ds. H. A. M u n n i k te Zwolle. De overige vergaderingen werden gehou den in de Plantagekerk, de Ooster< kerk, de Broerekerk, de Bethle hem k e r k, de Jeruzalemkerk euj de Groote Kerk. In deze zelfde volgorde was de leiding in handen van de damesbondsbestuursleden J. C. de Vries te Amsterdam, C. F. Kolc te Utrecht, KI. Elgersma te Arum, M. Hommes te Assen, F. Jansen van Beek te Arnhem en B. v. d. Berg tc Kampen, die allen een openingswoord spra ken. In de samenkomsten op den voormiddag spraken de heer N. Baas te Amsterdam over: „Het Geref. meisje en de Evangelisa tie"; Mej. H. M. Hemmes te Solo (N.O.I.)! over: „Gods werk op het Zendingsveld"; tic heer A. Wapen aar te Zwollekerspel over: „De spiegel der letteren"; de heer H. Al gr a te Leeuwarden over: „God, Oranje en Nederland"; Mevr. A. Pos te Djokja karta (N.O.I.) over een zendingsonderwcri) en Dr. K. J. Kremer te Kampen. Over het levenswerk en den levensstrijd van Dr. A. Kuyper, spraken in de middag samenkomsten Prof. Dr. K. D ij k te Den Haag; de heer J. Schouten te Rotterdam en Dr. E. A. Kraan te Vlaardingen. Verder voerden het woord de heer P. v a n Nes Czn. te Den Haag over: „Wij geven het niet over"; Ds. J. G. Feenstra ie Scheveningen over: „Mede-arbeiders" cn Ds. A. de Bondt te Den Haag over: „Noadja en Hulda". Al deze redevoeringen werden tweemaal uitgesproken. Een slotwoord werd nog gesproken door de predikanten Ds. J. Thiis te Zwolle; Dr. C. N. I m p e t a. Ds. J. de Waar d, Ds. II. TI. S c h o e m a k e r s. Ds J. Overduin, allen te Kampen en Ds. Chr. W. J. Teem wen te Herrde. Het lag in de bedoeling dat He tiendui zend meisjes, indien het weer daartoe mede werkte, in een grootsche slotmeeting zou den samenkomen op de Turfmarkt. We komen Haarop nader terug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 10