Woonhuis WECOTEX BE REGENJAS MAANDAG TO MEI Ï937 TWEEDE BEAD PAG. s N.V. STOOMWEVERIJ HERMAN DRIESSEN EN ZOON AALTEN Katoenen en halflinnen stukgoederen Doeken - Luiers - Lakens - Sloopen Lingerie Interlock artikelen DE IDEALE I VLOER BEDEKKING Bezoekt met ons fabrieken en toonkamers Officieele Berichten NOTARIAAT Benoemd Is tot lid der Kamer van Toezicht Dver de notarissen en cand.-notarissen te Gro ningen: A A v der Poel, te Groningen. WATERSCHAPPEN DE C.D.U. EN HET VOLKSVERMOGEN Hoe Van Houten de cijfers ziet; en hoe ze zijn! De heer Van Houten, het Kamerlid voor de C.D:U. geeft eenige Cijfers Van de school- artsendienst in Groningen over onvoldoende gevoede schoolkinderen en wijst er dan op. dat in 1935 het volksvermogen nog met 128 millioen toenam. Dat is, volgens den heer Van Houten, in een tijd waarin honger en gebrek ons volk teisteren en groote groepen lichamelijk en geestelijk door de crisis drei gen gebroken te worden, te veel. De heer Van Houten heëft met het cijfer van 128 millioen als vermogenstoename geen juiste, voorlichting gegeven. Volgens de vermogensibela&tingdienst wa ren er in Nederland op 1 Mei 1926 174.298 aangeslagenen in de vermogensbelasting, met een totaal vermogen van f 13.564 mil lioen. Op 1 Mei 1930 waren er 197 501 aange slagenen met een totaal vermogen van f 15.623 millioen. Op 1 Mei 1933 waren er 176.541 aangeslagenen, totaal vermogen f 11.475 millioen. Op 1 Mei 1934 182.455 aan geslagenen, totaal vermogen f 11.603 mil lioen. Op 1 Mei 1935 177.194 totaal vermogen f 11.141 millioen. Waarom verzweeg de heer Van Houten, dat het volksvermogen van 1 Mei 1930 tot 1 Mei 1935 gedaald is. van 15.632 tot 11.141 millioen, of met 4.488 millioen? In deze vermogensdaling zit een groot be drag aan koersdaling van effecten en waar dedaling van goederen, vooral van onroeren de goederen. De f 128 millioen vennogensstijging van 1 Mei 19331 Mei 1934 is ten deele te danken aan de aangifte van vroeger verzwegen ver mogen en ten deele aan tijdelijke koersstij ging van effecten. Dat bewijst de daling van het daarop volgende jaar met 462 millioen. Omdat onze bevolking toeneemt, moest in normale tijden het volks vermogen ook toe nemen. En nu geven deze cijfers niet zuiver aan hoeveel het volksvermogen gedaald is. Het vermogen dergenen, die buiten de vermo gensbelasting vallen is er niet onder begre pen. En daar zijn ook negatieve veirnogens bij! Voorts ,ijn buiten beschouwing gebleven de schulden van Rijk, gemeenten en provin ciën. Die schulden bedroegen op 1 Jan. 1930 f 4.869 millioen en op 1 Januari 1935 f 5.520 millioen. Een schuldvermeerdering dus van f 651 millioen in 5 jaar. De vermogensaohteruitgang in genoemde 5 jaren bedraagt dus 4488 651 5.139 mil lioen gulden. Dat is bijna 1/3 van het par ticulier vermogen der in de vermogensbelas ting aangeslagenen. En de daling heeft zich na 1 Jan. resp. 1 Mei 1935 nog voortgezet. De Staatsschuld is van 1 Januari 1935 tot 1 Jan 1937 nog met f 187 millioen toegenomen. Dat is wel ernstig. Het is mij niet duide lijk hoe de heer Van Houten over oppotten kan spreken, terwijl hij die cijfers voor zich heeft Ook het Inkomen gedaald Het inkomen van de in de Rijksinkomsten belasting aangeslagenen in de jaren 1931/35 daalde van 4367 millioen tot 2828 millioen dus met 35 pet- Het aantal aangest-^nen daalde van 1.892.553 in lp30/'31 tui 1.355.0»! in 1935/*36, HASCO- clVI'ir™' relief levensduur 1 MODERNE WANDBEKLEEDING. 'VERVANGT BEHANGSELPAPIER li Verlangt van uw schilder origineele verpakking N.V. HERMANN A.SCHREUDER Co., Schoonhoven dat is met 537.502 aangeslagenen of met 28 pet. De bevolking is in dien tusschentijd be- langrijk gestegen. En toch schrijft de heer Van Houten over de vermogensvermeerdering van 128 mil lioen: „Beter dan het op te potten ware het geweest, indien het gebruikt was om de schrikkelijke nood der armsten te lenigen". Maar ondanks het vermogensverlies van gemiddeld 1 milliard per jaar, wordt er in ons land voor de armsten meer gedaan, dan ergens anders. v. R. Ontzilting IJselmeer afgeloopen In 5 Jaar chloor gehalte tot een minimum gedaald In het jongste driemaandelijksch bericht betreffende de Zuiderzeewerken wordt mede gedeeld, dat de geloosde hoeveelheid water in het eerste kwartaal van 1937 grooter is dan ooit voorgekomen. Dit groote waterbezwaar bracht uiteraard een sterke verzoeting van het meer mee, zoo dat het gemiddelde chloorgehalte daalde van 240 mg per 1 in December 1936 tot 165 mg per 1 bij den zout tocht welke 2124 Maart 1937 werd ondernomen. Het gemiddelde gehalte van 165 mg per 1 is zoo laag, vergeleken met de bij het tegenwoordig!i beheer normaal op het meer te verwachten gehalten, dat gezegd kan worden, dat de ontzil ting van het IJselmeer is af geloopen. Vrijwel zeker zal in den loop van den zomer een stijging van het gehalte optreden vooral omdat gedurende de eerstkomen de twee maanden de schuiven van de spuisluizen geregeld tijdens de kenteringen zullen worden geopend om glasaaltjes ge legenheid te geven naar binnen te trekken, waardoor een vrij belangrijk zoutbezwaar wordt veroorzaakt terwijl er ten minste evenveel kans bestaat, dat het volgend jaar om dezen tijd het zoutgehalte van het meer, vergeleken met het momenteele gehalte, eer hooger zal zijn dan lager. De periode van ontzilting heeft dus bijna vijf jaar geduurd, van 28 Mei 1932 tot einde Maart 1937. in welken tijd het gemiddelde gehalte is gedaald van 5900 tot 165 mg/1. Bemanning „Hordena" Gevangen te Feirol, doch in veiligheid Bij het Departement van Buitenlandsche Zaken is thans het bericht ontvangen dat de volgende Nederlandsche opvarenden van het onder Panameesche vlag varende s.s. „Hor- dena", zich gevangen te Ferrol bevinden: C. Barels, kapitein. J. A. Sundquest, R. Driessen ter Meulen. B. Brongers, L. Handel. P. van Stein, P. Bravenboer, P. Schinkels, A. Boerendonk. A. van der Meer. G Pieck. J. Lange L. Roelsen. J. O. Kleeft, H. de Jager. Deze personen bevinden zich in goeden welstand en ontvangen een goede behande ling van de autoriteiten. Popingen worden thans in het werk gesteld om deze in vrij heid te laten stellen om naar Nederland terug te keeren. DE WIJZIGING VAN DE LAGER-ONDERWIJSWET Taak der Oudercommissies wordt nauwkeurig geregeld In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de ontwerpen van wet tot wijziging van de Lager-Onderwijswet 1920 lezen wij o.a. Voor de bezwaren, door eenige leden inge bracht tegen de voorgestelde aanvulling van artikel 2 der lager-onderwijswet, maar door andere leden bestreden, acht ook de minis ter geen voldoende reden aanwezig. Dat het onderwijs in een levend gebruik zijnde streektaal, met name het Friesch, onnoodig en zonder practisch nut zou zijn, wordt weersproken door het reeds jaren tot uiting gekomen verlangen, dat de mogelijkheid van dergelijk onderwijs zou worden geopend. Het is den minister niet duidelijk, op grond waarvan sommige leden het gevaar duchtten, dat de oudercommissies als gevolg van de nieuwe bepalingen zich meer be voegdheden zyllen gaan aanmatigen, dan haar toekomen. Haar bevoegdheden zijn ten deele in de wet omschreven en zullen ver der in een algemeenen maatregel van be stuur worden geregeld. Het zich toeëigenen van bevoegdheden is dus uitgesloten. Dat de instelling van een ouderraad over- bodig en ongewenscht zou zijn. omdat de gemeenschappelijke belangen van (ie open bare scholen zoo de overheid tekort mocht schieten beter door bemiddeling van de organisaties van onderwijzend personeel worden behartigd, is een opvatting, die de minister niet gaarne zou onderschrijven. Dat de wijziging, die ten aanzien van het stichten van openbare scholen wordt voor gesteld in theorie belangrijk is, wil de minister niet bestrijden. De vraag echter, of zij in strijd zou zijn met het wezen van het openbaar onderwijs, met grondwet en wet en het gezag der overheid, aan wie de zorg voor het openhaar onderwijs is opgedragen moet naar zijn meening ontkennend worden beantwoord. Of de wijziging ook practisch belangrijk is, hangt in de eerste plaats hier van af of er in de toekomst in eenigszins beteekenende mate behoefte zal bestaan aan het stichten van openbare scholen in geval len. waarin aan den eisch der minimum bezetting niet of nog niet voldaan wordt De minister vereenigt zich met het in zicht van de leden, die deden uitkomen, dat ook het bijzonder onderwijs aan het proces der „concentratie" niet ontkomen is. zij het dan dat de wijze, waarop deze verdichting van de schoolbevolking werd verkregen, een andere was dan die, welke voor het openbaar onderwijs toepassing vond. Het is den minister niet duidelijk, hoe uit het overnemen van het am^ndement-Zijlstra c..s. op dit artikel een bezwaar voor de open bare school binnen haar grondwettelijke positie zou kunnen voortvloeien. Het twee de lid van het betreffende artikel draagt aan Ged. Staten op een raadsbesluit tot stichting van een nieuwe school goed te keuren, o.m. als die school door artikel 19 wordt ge vorderd. Artikel 19 blijft onveranderd. De vraag dus of een school door dit artikel ge vorderd wordt, zal onafhankelijk van den inhoud der nieuwe wettelijke voorschriften beantwoord moeten worden. Hr. Ms. „Johan Maurits" Naar de Spaansche wateren Volgens een bij het Departement van Defensie ontvangen telegram is Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau" 7 Mei van Curacao vertrokken, teneinde Hr. Ms. „Her tog Hendrik" eind Mei in ce Spaansche wateren bij Gibraltar ai te lossen. Zonder zoo'n man Wel te verstaan: voor het goede beginsel Verkiezingstijd 1935. 's Vrijdagsmörgens voor de ingang van een flink forensen station. Opdringerige colporteur met een groot pak „Volk en Vaderland" Flinke ver koop; veel Houzee-geroep van „kameraden" naar den colporteur-kameraad; vele fascis tische groetenissen. De N.S.B. werkt en wint Vol moed gaat ze de statenstembus tege moet Mussert wint... werkelijk. Zijn blad heeft aftrek. Mussert maakt winst Verkiezingstijd 1937. Vrijdagmorgen voor dezelfde ingang van hetzelfde flinke foren senstation. Een leeg plein. Verschijnt „Volk en Vaderlano" niet meer? Ha ja, even voor dat de derde morgentrein vertrekt komt de colporteur er aandraven. De man heeft een akte-tasch onder de arm. Er zitten, wel geteld, 5 a 6 nummers in van de laatste sensatie-editie. Maar sensatie geeft het niet De man haalt één krant uit het bundeltje en vouwt die op. Hij kan nog rekenen op één vaste klant die hem bovendien nog met hou-zee-geroep begroet en moed inspreekt Overigens blijft hij zielig in zijn eentje staan. Maar de N.S.B. moge kwijnen, hij houdt vol. Bekenden biedt hij geen krant meer aan: nieuwelingen wel. Daar arriveeren eenige buiten-menschen. Onmiddellijk houdt hij Musserts blad voor der boeren aangezicht: „Volk en Vaderland!!" De boeren knip- oogen tegen elkaar, stormen op hem af, kijken belangstellend naar de voorpagina, tikken dan tegen hun voorhoofd en... gaan verder. De colporteur verbijt zijn teleurstelling, maar verlaat zijn post niet Hij stond er week aan week; hij blijft er staan. Hij zag de N.S.B. opgaan, blinken en nü verzinken. Maar hij blijft trouw. Al wordt het een een zame post Doen wij het ook op onze eerzame post? T Is te hopen, want: Zonder zulke mannen, ijverend voor een goede zaak en een heerlijk beginsel, gaan volk en vaderland verloren. Negatieve vleierij Hoe Buys er over dacht De wijze, waarop de N.S.B.-ledders zich over het Neder 1 amdsche volk plegen uit te laten „een volk van slampampers" nog niet eens hun felst denigreerende uit- drukkimg wekt onze verbazing, meer dan onze verbittering; zegt de Maasbode Maar het blad voegt er aan toe, dat deze methode van negatieve vleierij niet nieuw kan zijn. want Prof. Buys, schreef reeds (Studiën over Staatkunde en Staatsrecht II. 1895, blz. 19): Het is alsof men niet meer op de naam van denkend wezen mag aanspraak ma ken, wanneer men niet begint met zijn volk ongeveer idioot te noemen Het ie een gevaarlijk spel een slecht, een on vaderlandslievend bedrijt waaraan men zich zoodoende overgeeft. Wanneer iets im staat is de stroom van het volksleven te verstijven en te stremmen, dan is het die esprit d« dénigrement (zucht naar zwartmaken), welke allengs verdei om zich grijpt Geen volk vermag iets zonder zelfvertrouwen te wekken eer zucht te prikkelen; kan niet tot groote dingen aanmoedigen door de jonge geslach ten onophoudelijk toe te roepengij zijt niets, gij kunt niets, gij slaapt Kan het anders, of de geslachten, dus in de maat schappij ontvangen, laten de handen LAND- EN TUINBOUW Zweden belast Nederl. druiven Een zware slag voor onze druiventeelt Zooals we Zaterdag reeds in een ge deelte kortelings konden vermelden laten de uit Stockholm komende be richten geen twijfel dat Zweden voor het komende seizoen een zoo hoog in voerrecht op de Nederlandsche drui ven zal gaan heffen, dat de export naar dit land voor een goed deel ge fnuikt zal zijn Het centraal bureau voor de veilingen in Nederland beves tigde ons, dat er van een zwaren slag voor onze druivenkweekers mag wor den gesproken. Van den totalen export van 9,5 millioen Kg. in 1936 nam immers Zweden er bijna 2,5 millioen voor zijn rekening. Het han delsverdrag tusschen Zweden en Spanje, dat in 1935 werd gesloten hield o.m. ophef fing in yan het invoerrecht op druiven, dat tot dien datum 35 Kronen pcr 100 Kg. had bedragen. De Westlandsche druivenexport profiteerde in niet geringe mate van deze opheffing. De export naar Zweden behoed de de druiventeelt in 1936 voor een cata strophe. De Zweedsche kweekers hebben echter bij hun regeeering sterken aandrang uitgeoefend, daar het Nederlandsche pro duct de prijzen voor de Zweedsche tuinders veel te laag hield. Aan deze aandrang is thans uiteindelijk gehoor gegeven ep hoewel deze maatregel reeds ge rui men tijd dreigde zonder noch tans definitief te zijn. kan thans worden gemeld, dat aanneming van het desbe treffende voorstel door het Zweedsche par lement verzekerd is. In tuinbouwkringen heeft men nor de hoop gekoesterd, dat de reis van de Ministers Gelissen en Deckers naar Scandinavië het dreigende gevaar eenigermate had kunnen bezweren maar deze hoop is ijde' gebleken. De handelsbalans met Zweden is n.l. nog sterk in het voordeel van Nederland, ter wijl de Zweden weinig geneigd zijn tot te gemoetkoming zoolang n.l. bepaalde contin- genteeriugen in het bijzonder die van luci fers van kracht zijn. Dat het invoerrecht van 35 Kr. (f 16, per 100 Kg. inderdaad schrikbarend hoog is, moge blijken üit het feit, dat in het hoog seizoen de Nederlandsche druiven aan do veilingen nauwelijks 16 ct. per Kg. opbren gen, zoodat het invoerrecht even hoog is als de marktprijs. Men verwacht een steiligen terugval naar den export van voor 1935. die slechts een 400.000 Ka. bedroeg. Voor de anderhalf millioen Kg. druiven, dio Zweden thans vrij zeker niet zal afnemen, heeft ons land geen enkel afzetgebied, zoodat men tn het Westland de komende druiventeelt met zorg tegemoet ziet. slap hangen en vallen eindelijk machte loos ineen. Het aanmoedigende woord, dat hen had moeten redden, komt niet over uw lippen. Hieruit blijkt wel dat Buys ware hij oog in leven niet zeer zachtzinnig over dit do. ndgreerend optrederi van dt- N.S.B zou oor- deeten Esprit de dénigrement? Wellicht zou men hier ook aan een politiek sadisme kunnen denken. Trygvé Gulbranssen, de door zijn trilogie „En eeuwig zingen de bosschen"t bekend geworden Noorsche schrijver vertoeft thans in ons land. De schrijver (rechts) op wan deling door Scheveningen mte eenige van zijn Nederland sche vrienden. Zaterdagmiddag werd bovenstaand aan de Beijerlandsche laan opgebouwd paviljoen, dat voor Rotterdam-Zuul de De Alake van Abeokuta (Nigeria) vertoeft als gast voor actie voor een herlevend Rotterdam moet symboliseeren, officieel geopendhet a.s. kroningsfeest te Londen, waar hij steeds vergezeld wordt door een parasol-dragend dienaarzelfs toen hij ijskast ging koopen. Door Z.Exc. den minister van Waterstaat jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jende werd Zaterdagmiddag het nieuw Dieselgemaal aan den Vlaardingerdijk bij „Vijfsluizen" officieel in gebruik gestéld. Links exterieur van 't Diesel- gemaal; rechts: de minister stelt door het overhalen van de handle het gemaal in werking Te Naarden had Zaterdagmiddag de opening plaats van het Comenius-Mausoleum door den Tsjecho-Slowaakschen minister van onderwijs Franke. Links: de aankomst der autoriteiten aan de kapel; rechts: tijdens de rede van den Tsjechischen gezant dr. Krno.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5