NATIONALE BOND NED. HERV. MEISJESVER. OP GEREF. GRONDSLAG De aftapping van het Maaswater WALDORP-STOFZUIGERS <>:§qvërr de Pöcl cirkel- ZATERDAG 8 MEI 1937 DERDE BLAD PAG. 9 Algemeene vergadering te Rotterdam „Met ons beginsel de toekomst in!'' MORGENSAMENKOMST Op Hemelvaartsdag kwam de Bond van Hervormde Meisjesvereenigingen op Geref. Grondslag in elfde algemeene vergadering bijeen xn de Groote Doele- zaal te Rotterdam. Nadat de presidente, mevr. A- v. d. Wal— [Van Walsum, had geopend met het laten zingen van Psalm 21 vs. 1 en 5 en een welkomstwoord, heeft Ds. J. D. van Hof, van Rotterdam (Delfshaven) een Hemel- .vaartsoverdenking uitgesproken naar aan leiding' van Hebr. 2 vs 9a, „Wij zien Jezus met heerlijkheid en eert g e d." Nadat het „Zegelied" gezongen was, werden de gebruikelijke huishoudelijke zaken behandeld. MIDDAGSAMENKOMST De middagsamenkomst werd omstreeks 2 uur aangevangen met het zingen .van Psalm 135 vs. 3 en 12. De presidente maakte allereerst den uit slag der bestuursverkiezing bekend, waarbij men op haar verzoek de herkozencn „Dat 's Heeren zegen op u daal'' toezong. Mevr. Mulder—Rupke dankte hiervoor mede namens mej. Leenmans. Eenige afgevaardigden spraken hierna gelukwenschen uit, o.m- Mevr. van Dijk, echtgenoote van den zendeling van den Geref. Zendingsbond, bracht de groeten O vei van de Toradja-meisjesvcreenigingen op Midden-Celebes. Ds. M. van Grieken, sptah een begroetingswoord namens het hoofd bestuur van den Gereformeerden Bond. Daarna was Set woord aan Ds B. van jGinkel, van Gouda. Hij sprak over: >,Met ons beginsel de toekomst in!" Spr. zeide, dat dit woord niet moet wor den opgevat als een leus. Leuzen hebben het gevaar van opwinding. In het Christen dom kwam het groote er nooit door op winding, maar door geestdrift, d.w.z. gedreven worden door den Heiligxa 'Jee. Maar dit woord mag evenmin opg r.ls een vraag: kunnen we met ons ginsel de toekomst wel in? Dergelijke vragen worden geboren uit den geest der twijfelmoedigheid; moeten daarom cbristelijken kring contrabande zijn. Met ons beginsel de toekomst in! Dat is T öe p i n g- Roeping onderstelt openbaring, die gekend, beleefd en beleden moet worden. Van deze roeping te weten is noodig met het oog op onzen tijd, is poodig voor onze eigen toekomst en voor de toekomst van onzen naaste. Wij mogen ons niet uit onzen tijd isolee- ïen. Wij kunnen den tijd, waarin wij leven, kwalificeeren als de tijd van afval, maar mogen dat nimmer doen door onszelf apart '.van onzen tijd te zien. Met de kennis der zonde, die wif allen noodig hebben, moeten wij de wereld i Om te zeggen-, dat Mij even zondig aijn als anderen, maar dat er voor de grootste der anderen, maar dat er voor den grootste der Zoo moet ook de Kerk de toekomst in. Door Gods bestiering behooren wij tot lie Kerk, moeten wij in haér gemeenschap en met haar belijdenis de toekomst tegemoet gaan! Onze Herv. Kerk was eenmaal een he- lijdende kerk. En wat zij eenmaal beleed, het geschreven getuigenis daarvan, lezen wij in de drie formulieren van eenigheid. Uw Bond staat op den bodem dezer belijdenis. Dat wil zeggen: van u wordt venvacht, dat gij op dien bodem staat en als belijdende .vrouwen morgen in het leven zult staan. Daarom is noodig, dat ge de belijdenis onzer kerk kent; haar bestudeert, niet moede wordt van haar inhoud kennis te nemen; maar niet het minst, dat ge het leven, dat in die belijdenis klopt, ook persoonlijk deel achtig moogt zijn. Die belijdenis is uw roeping voo toekomst. God geve u daarin sterkte te vinden voor uzelf en hulp voor uw naaste; geve u om zoo in stilheid en vertrouwen te getuigen van den eenigen Naam! De schoonste karaktertrek der vrouw is oe trouw. .Trouw siere uw Bond en haar leden trouw aan elkander, do trouw aan uw arbeid, de trouw aan uw kerk en haar belijdenis, de trouw aan uw volk, maar in alles een trouw, Jie opbloeit uit de schoon ste trouw, de trouw, waarmee gij verbonden moogt zij aan Jezus Christus Dan leeft ge de toekomst tegemoet! Ds. van korte pauze zongen eenige bonds leden nog enkele liederen en dan sprak Ds. M- van Grieken, van Rotterdam, een slotwoord. Hij sprak de aanwezigen toe als „Gij vrouwen van straks" Gij staat voor het meerendecl nog drempel van het volle leven. Straks zult uw volle roeping naar Gods voor zienig bestel te vervullen krijgen De M.V. is nuttig en noodig, omdat zij tot dat volle leven voor bereidt. Zeker, 't bondsblad geeft ook een rubriek voor handwerken Dat is ook vrou welijk. Onvrouwe lijke vrouwen, ge. rerfd, met jongenskoppen en met een sigaret in den mond, zijn afschuwelijke wezens (applaus). De M.V. doet echter meer. Zij „geeft" onderricht in de meer geestelijke dingen en zij doet dat anders dan de school catechisatie. Zóó wordt gp de traks. Maar dan moeten de werkzaamheden op de M.V. hoog opgevoerd worden. Onze rarceniging is er voor onze vorming- Zij moet ons onze levensroeping beter loeren zien. We moeten leoren zien, God ons wil gebruiken voor Zijn werk. We hebben echte, geloovige behulpzame vrouwen noodig, voor onze Kerk, voor onze gemeente. Bidt en werkt daarvoor en God an den hemel zal u zegenen, in en voor de gemeente, in en door uw bond. Na dit pakkende slotwoord, werd no gezongen: „Zie in genade op ons neer waarop Ds. van Ginkel in dankgebed voor ging. INWIJDING VAN HET COMENIUSMAUSOLEUM Indrukwekkende plechtigheid te Naar den Nagedachtenis van een groot man geëerd Ds M. van Grieken Onze exclusieve en aparte collectie imprimé japonnen is zeer uitgebreid, in prijzen |Q QQ tusschen T 17#" en I 07*1" R'DAM - SCHIEDAMSCHESINGEL 15-17 DEN HAAG - PLAATS 18 LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam VERZEKERD BEDRAG.- Een half milliard gulden Met groote plechtigheid is vanmiddag te aarden de inwijding van het Comenius- mausoleum geschied. De Nederlandsche regeering was vertegen woordigd door den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine en den mi nister van Buitenlandsche Zaken, jhr. mr. A. C. de Graeff; de regeering der repu bliek had den minister van onderwijs dr. Emile Franke afgevaardigd, die bege- vas door een groot aantal bekende per sonen uit Praag. Voorts waren aanwezig tal in Hollandsche autoriteiten. Terwijl het officieele gezelschap de kerk binnentrad, werden op het orgel psalmen gespeeld, die tijdens het verblijf van Come- nius hier te lande in zwang waren. Nadat allen gezeten waren zong de Koninklijke Mannenzangvereeniging „Apollo" onder lei ding van Fred. A. Roeske „Ecce quo modo moritur" van Handel. Toen de laatste klanken verklonken waren, betrad de bur gemeester, de heer J. E. Boddens Ho- g, de kansel en sprak in het Neder- landsch, Fransch en Tsjechisch, woorden van welkom. Rede minister Slotemaker de Bruine De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prof. Dr. Slotema" Bruine, die hierna zijn rede aanving, herinnerde eraan, dat op 20 Juli 1929 het gebeente van Comenius werd ontdekt en dat minister van O., K. en W. om tweeërlei reden zijn belangstelling moest toonen: de restauratie van de kapel is van beteekenis en Comenius heeft ons als paedagoog veel geschonken. Thans heeft hij een laatste rust plaats, zijner waardig. Hij zal volgens zijn innerlijke overtuiging, die ook de mijne is, er beiden den dag der opstanding. Onder hen, die om een geestelijke overtuiging el ders werden verdreven en rustig hier kwa men werken, was Comenius een man van buitengemeene beteekenis, zoo zelfs, dat hij o.a. door zijn pacifisme nog een woord spreekt tot onzen tijd, zeide spr. Dezen man, die uit den vreemde kwam en thans onder ons rust, die een woord had voor zyn dagen en een woord heeft voor onzen dag, dezen man plechtig te eeren is der Ne derlandsche regeering een voorrecht, waar van wij gaarne met diepe erkentelijkheid gebruik maken. Rede minister Franke Hierna ving minister Franke zijn rede aan met de inleidende opmerking, dat men Comenius in de geheele beschaafde wereld kent als den grooten paedagoog en reforma tor, die niet alleen denkbeelden tot hervor ming van onderwijs voorstond en ze tot een stelsel uitbouwde, maar die ze ook in ver schillende landen van Europa trachtte te verwezenlijken. Zijn denkbeelden^ hebben een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de opvoeding ingeluid. Evenals alle genieën was Comenius zijn tijd vooruit. Spr. toonde dit uitvoerig aan en zeide dat het Tsjechoslo- waaksche volk Comenius beschouwt als een van zijn uitstekende zonen, wiens denkbeel den vast verankerd liggen in geest en hart. Minister Franke dankte allen, die aan de totstandkoming van het mausoleum hebben bijgedragen, in de eerste plaats de Koningin, die het devies der Oranje's op een gedenk plaat in de kapel liet beitelen. ZONDAG 9 MEI BLOEMENDAAL, 245,9 M. Uitzending van Kerkdiensten uit de Geref. Kerk. 10.00 v.m. Text. Filipp. 3 20. 5.00 n.m. Heidelberger Catechismus Zon dag 15. Prof. mr. Telders beëindigt zijn pleidooi A.s. Maandag is het woord aan den heer Ruelle Nadat minister Franke gesproken had, werd op het orgel het Tsjechische volkslied gespeeld. Allen, die in de kerk waren ge weest, begaven zich te voet naar de vijf mi nuten verder gelegen kapel. Zij werden aan weerszijden van de straten opgewacht door leerlingen van lagere scholen en van het theosofisch lyceum. Dr. Krno, de gezant, heeft plechtig een krans op het graf neerge legd en minister Franke heeft in het Tsje chisch ontroerende woorden gesproken. Het graf van Comenius te Naarden be wijst, zoo zeide hij o.m., dat men groote mannen van hun vaderland kan berooven, maar dat ze daarom niet vergeten zijn in hun geboorteland. Het graf bewijst ook, dat men altijd verlichte Europeanen zal vinden, die hun een toevluchtsoord en de gelegen heid tot werken zullen bieden. Nederland kan er trotsch op zijn dat de voorouders ii de zeventiende eeuw intellectueele werkers, zonder dak boven het hoofd, hebben begre pen. Minister Franke buigt eerbiedig het hoofd voor deze verlichte burgers van de zeventiende eeuw. De plechtigheid werd besloten met een thee op het raadhuis. Het Permanente Hof van Internatio nale Justitie zette gister de behande ling voort van de zaak tusschen Neder land cn België betreffende het Maas water. Prof. mr. T e 1 d e rs aette zijn pleidooi voort en merkte op, dat de tegenpartij de draagwijdte en het karakter van de overeen komst van 1863 ten ecnen male miskent als zij betoogt, dat men hier te doen had met een regeling met het oog op de bevaarbaar heid van de grens-Maas. Niet daarop, maar op bevaarbaarheid van de Zuid-Willems vaart heeft het verdrag van 1SG3 betrekking; het ontnam zelfs als het ware het karakter internationale bevaarbare rivier aan de grens-Maas. Pleiter toont vervolgens aan, dat de tot twee keer toe door België in de stukken verkondigde stelling dat de grens-Maas on- meenschappelijke eouverei- niteit van de beide Staten zou vallen on juist is. Juist het tegenovergestelde is het geval. In het verdrag van 1863 is uitdruk kelijk bepaald, dat de dalweg de grens vormt, zoodnt aan elke van heide zijden van den dalweg, een afzonderlijke Belgische een afzonderlijke Nederlandsche souvereini- teit bestaat. Uitvoerig zette spr. uiteen de bouw en heel de bedoeling van het verdrag van 1863. pl. -1e verschillende waterstaatswer ken behandelde die Nederland heeft aange legd beneden Maastricht en waartegen Bel- gia zich in zijn eisch in reconventie verz.et. Vervolgens werd aandacht gewijd aan de mogelijke gang van zaken. in de toekomst Momenteel laat Nederland om elke moei lijkheid te vermijden, water ipompen, het geen nogal veel geld kost Maar als het hof eenmaal zou hebben uitgemaakt, dat wij met het Julianaka- naai in ons recht zijn, dan zouden we de pompjnstallatie wegnemen. Nederland verheugt er zich dan ook over, dat Bel-, gië van zijn kant de rechtskwestie omtrent het Julianakanaal heeft opge worpen. België meent dat wij dit kanaal niet had den mogen tot stand brengen zonder vooraf gaand overleg Maar de tegenpartij vergeet dat zulk een accoord al bestaat, te weten in art. 5 cn art. 11 van het verdracr van 1863, waardoor wij nl. Maaswater mogen aftap pen en de bevaarbaarheid van'de Maas mo gen verminderen, zonder dat we wat de Maas betreft in dat recht ook maar eeni- germate beperkt worden. België voert aan, dat het bevreesd is voor moeilijkheden voor de Maasscheepvaart, maar het tegendeel is het geval, want dus pleiter het Belgische standpunt naar uit de stukken zelf blijkt, dat het Bel gië er om te doen is „zich te v e r d e d gen tegen de concurrentie va het Julianakanaal" het Alhertkanaal er in tijden van o o g t e niet voldoende Maaswater, zoo wel voor de Belgische als voor de Neder landsche kanalen beschikbaar zal zijn. Ziet daar wat, toen dit proces nog niet begonnen was, juist tal van Belgische deskundigen hebben betoogd, en wat bovendien ook in verschillende officieele Belgische rap porten van parlementaire commissies te lezen valt. VVanneer Nederland dus op grond van vrees voor de gevolgen der door België begane verdragsschending, op dit verdrag een beroep doet, kan men hier aldus prof. Telders kwalijk spreken van een misbruik maken van zijn rechten, gelijk ons van Belgische zijde verweten wordt. In de middagzitting heeft spr. zijn iplei- dooi beëindigd en er tenslotte nog op ge wezen dat Bela-ië het Alhertkanaal heeft ge maakt om ah>is altijd over het water dat België wenscht, vrijelijk te kunnen beschik ken. Voorts werd belicht, dat België met behulp van het Alhertkanaal beoogt ons van Maaswater te berooven inzonderheid van rater, dat wij behoeven voor de voeding an onze kanalen. Naar wij vernemen heeft het Hof na ongeveer een uur raadkameren besloten, dat dc heer Ruelle Maandagmorgen te half elf zijn pleidooi zal aanvangen (hij krijgt dus nog twee dagen gelegen heid orn zich daarop verder voor te be reiden) terwijl een beslissing omtrent een onderzoek ter iplaatse eerst later schijnt te zullen volgen, en zulks afhan kelijk van de vraag of na den voort gang der pleidooien, het Hof nog be hoefte zal hebben aan een dergelijk on derzoek. Er blijft neen water over Van Belgischen kant wordt in de stukken herhaaldelijk verklaard, aldus pl., dat er, niettegenstaande het Albert-Kanaal steeds voldoende Maaswater voor Nederland overblijven. Doch pl. kwam met klem te;, deze z.i. wel zeer gedurfde beweringen oo. Allereerst merkt hij op, dat tengevolge van VALKENBURG (L.) Uw aangewezen hotel hier ter plaatse Is HOTEL „DE KROON Protestantsch Familie Pension, schuin t.o. uitgang station. TELEFOON 27 Modern comfort. Door geheel Nederland bekend voor prima keuken. Garage vrij. Referenties op verlangen; vraagt prospectus! Matige prijzen. Eig.: F. JANSEN. DE NOODLANDING VAN DE KIEVIT Een onderhoud met «»-n der passagiers „Van eigenlijke angst was geen sprake" Gistermiddag om half 4 is op Schiphol de „Sperwer" aangekomen met de bemanning van de bij Athene zwaar beschadigde „Kie vit' welk toestel in noodweer een noodlan ding moest maken. Wij hadden een kort onderhoud met den gezagvoerder Frijns, die met de „Sperwer" de inzittenden van de „Kievit" had terug gebracht. Hij beschreef de plaats, waar de nood laai ding moest worden uitgevoerd als een klein strandterreintje, waar verschil lende parasols pp cementen voetstukken stonden. Bij zijn landing heeft de „Kievit" eenige van deze paaltjes omvergeworpen. Het huis, dat hij volgens de berichten bij zijn uitloop heeft geraakt was een eenvoudi ge schuur, waarin wat stoelen stonden. Op het moment dat de „Kievit" met het huisje in aanraking kwam, was de machine reeds zoo goed als tot stilstand gekomen. Een der passagiers, mr. A Mesritz uit Heemstede, zeide ons, dat bij nadering van Athene een loodblauwe wolkenkolom zicht baar werd. Het was werkelijk verschrikke lijk weer. Ieder begreep onmiddellijk dat de landing zeer moeilijk zou zijn. Het vliegtuig kruiste even boven Athene, doch uiloot Moll achtte het niet verstandig zich in het cen trum van het noodweer te wagen Ofschoon er nog benzine genoeg was om nog eenigen tijd in de lucht te blijven, besloot de gezag voerder toch het toestel aan den grond te zetten. Het noodweer breidde zich immers uit in onze richting, aldus de heer Mesritz. en wanneer wij langer in de lucht waren gebleven, zou de situatie er nog maar moei lijker op zijn geworden Moll koos een smal strandterrein bij Piraeus, in een vrij be woonde buurt. „Voelde u zich niet onprettig, bij d«ze noodlanding? vroegen wij den heer Mesritz. Onze zegsmnn ontkende dit. Alle inzitten den van het vliegtuig, ook de Amerikaan sche dame, die de reis meemaakte, waren wel benieuwd naar den afloop, doch eigen lijken angst hebben zij niet gevoeld. Op hel commando „riemen om", hebben allen zich kalm op hun plaats gehouden De heer Mes ritz was vol lof over de wijze, waarop dc noodlanding is volbracht. Zware schokken De i MAANDAG 10 MEI HILVERSUM I 1875 M. NCRV-Uitzending. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.). 9.30 Gelukwenschen. 10.30 Morgendienst. 11.00 Christ. Lectuur. 12.00 Berichten. 12.30 Orgelconcert. 2.00 Voor de scholen. 2.35 Gramofoonplaten. 3.00 Tuinbouwpraatje. 3.45 Bijbellezing. 4.45 tichtsch Salonorkest. 6.30 Vragen uur. 7.00 Berichten. 7.15 Vragenuur (ver volgd 7.45 Reportage. 8.00 Berichten. ANP. Herh. SOS-Ber. 8.15 Enkrateia-uur. 9.15 NCRV-Orkest en solist. (Om 10.05 Berichten ANP). 11.00—12.00 Gramofoon- olaten. Hierna: Schriftlezing. HILVERSUM II 301 M. Algem. Programma, verzorgd door de VARA. 10.0010.20 vm VPRO. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Mor genwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 De Flierefluiters. 11.10 Declamatie. 11.30 Or gelspel. 3.00 Declamatie. 4.00 Orgelspel. 4.30 Voor de kinderen. 5.00 „Les Méné- triers" 6.30 Muzikale causerie, m.m.v. het VARA-Groot-orkest. 7.30 „De Rood borstjes. 8.03 Berichten ANP. 9.35 Decla matie met Diano-illustraties. 10.00 Be richten ANP. 11.0012.00 Gramofoon- muziek. DROITWICH 1500 M. 10.05 Orgelspel. 11.20 Religieuze causerie. 11.45 BBC-Welsch- orkest. 12.351.20 Orgelconcert. 2.20 Pianoduetten. 3.20 Kwintet. 3.50 Viola en pianc. 4.20 „Free entertainment in Lon den". 5 40 Orgelspel. 7.00 Interview. 9.10 BBC-Ork«rt en solist. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Pascal-crkest, en solist. °.35 en 4.50 Zang. 5.05 Piano voordracht. 5.50 Zang. 6.05 Pianovoor dracht. 7.05 Zang. 7.35 Vioolvoordracht. KEULEN 456 M. 11.20 Orkestsaneert. 12.35 Nedersaksisch Symphonie-orkest. 3.35 Cello en pi ao. 4.20 Omroepkleinorkest. 7.30 Gevarieerd orkcstconcert. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M 12.30 Kiein- orkes'.. 4.20 Klemorkest. 8.20 Orkestcon cert. 484 M.: 11.50 Kleinorkest. 5.50 Klein- orkest. 7.20 Nationaal Orkest. 9.00 Gra mofoonplaten. N.V. WALDORP RADIO - DEN HAAG hebben de inzittenden niet gevoeld. De fleschjes in het valies van den heer Mesritz waren alle heel. Den avond hebben de passagiers en de bemanning genoeglijk op het terras van hun hotel doorgebracht. De Grieken, die zij daar gesproken hebben, verklaarden, dat het noodweer van den middag er eeri was, zoo als men daar in geen jaren had meege maakt. Ook de twee andpre Hollandsche Inzitten den. de heeren van Woerkom en Haas, wa ren vol lof over de manoeuvres van den piloot. De bemanning van de „Janu" Naar Nederland teruggekeerd De Regeeringspersdicnst meldt, dat op het departement van Buitenlandsche Zaken van H.Ms. gezant te Tanger te legrafisch bericht is ingekomen, dat de Nederlandsche gezagvoerder en l»eman- ning van het onder Panamecsche vlag varende stocmschip „Janu", welk schip, zooals bekend, indertijd door do marine van generaal Franco naar Ceuta werd opgebracht, op 6 Mei j.l. met het stoom schip „Bempo" naar Nederland is terug gekeerd. Witter dan wit worden Uw tanden indien U poetst met Tube 60 en 40 ct Doos 20 et. IVOROL "^BOOR RE6INA V.D.-HAÜW- VCLTMAN (21 Op een geschikte, beschutte plaats hielden zij halt en voor het donker werd sneden ze beiden blokken sneeuw om een hut te bouwen. Nini sloot de voegen toe. En na de avondmaaltijd genoten ze een rustige nacht, die door niets werd verstoord, dan het holle geblaf van een hond, dat af en toe de oneindige Btilte in stukken brak. Door de verre, witte velden reden ze de volgende dag ;weer voort en nog voor de avond viel, kreeg Soak de kans, waarnaar hij de heele dag al uitgezien had. Op een flinke afstand zagen zij op een ho.oger gelegen plateau een kleine kudde rendieren grazen. Al eerder waren zij van die kleine vaal gekleurde stukken toendra gepasseerd, waaraan zij be merkten, dat ze zuidelijker kwamen. Soak liet het hondenspan halt houden en nam de omgeving eens op. Hij bemerkte, dat, wanneer hij de dieren liet op jagen, zij waarschijnlijk tusschen twee hooge heuvelruggen zouden vluchten, waar hij ze gemakkelijk onder schot zou kunnen krijgen. Een paar honden nam hij mee en vastberaden nam Jessie de buks van Ikanoff. Deze gelegenheid mochten ze niet voor bij laten gaan. Het werd hoogtijd, dat hun vleesch-voorraad werd aangevuld. Soak nam de buks over en zette zich schuil, daar waar een kleine kloof uitgang bood naar de vlakke sneeuwvelden. On verschrokken liep Jessie, vergezeld van de honden, op de dieren toe, die zoodra zij de honden losliet, opgejaagd weg renden van de kaal gevreten korstmossen en instinctief be scherming zochten tusschen de beide heuvels, die in de nabij heid lagen. De list gelukte tot zoover, dacht ze blij en nog voor het laatste rendier uit haar gezicht verdwenen was, klonken snel acher elkaar enkele knallende schoten. Blij en uitgelaten blaf ten de honden en joegen achter de vluchtende dieren, die ze niet bij koralen houden, aan. Zoo snel haar beenen maar voortkonden, rende Jessie naar de plek waar ze Soak zocht, maar nog voor ze de laatste steile hoogte beklommen had, stond hij voor haar, hoog en tier met opgeheven armen. Heel zijn gezicht straalde van blijdschap en trots: en opeens dacht Jessie, dat het leek alsof hij niet meer zoo jongensachtig was, als hij tot nu toe altijd geweest was. „Het is gelukt, moeder. Juist zooals ik dacht", riep hij blij, terwijl hij haar hijgend naar boven trok. „Twee! Twee prachtige dieren heb ik. En als ik gewild had, had ik cr meer kunnen schieten". „Twee is meer dan genoeg, jongen. We hebben weer voor dagen eten genoeg en als het ons niet tegen loopt zullen we over twee dagen op Nermilak zijn. Je hebt het kranig gedaan, Soak. Zoolang Nini en ik jou hebben zullen we niet van honger omkomen, dat is zeker. Wij zullen bij „de Laura" versch rendiervleesch kunnen eten als vele anderen met hun oude restjes bezig zijn. Wij kunnen den kapitein van de Laura een heerlijk versche rendierbout aanbieden, evenals je vader placht te doen en onze honden zullen smullen aan de inge- v/anden en wat er verder overschiet na het slachten". Zij legde haar hand op zijn schouder en greep hem even bij zijn arm. Soaks gezicht glom van genoegen. Hij antwoordde niets, maar voelde, dat deze lof van zijn moeder hem niets minder waard was, dan de beide dieren, die beneden aan de heuvel kant lagen, machteloos, dood, met uitgestrekte pooten. „Ik zal een slede moeten halen om ze op te laden. Het is het beste, dat we ze zoo maar meenemen en dadelijk slachten als we zijn aangekomen", zei hij dan. „Ik wacht hier wel", zei Jessie blij. dat ze even rusten kon. Zoo snel hij kon, liep Soak naar de plaats waar hij hun heele bezit had achtergelaten. De honden, uitgelaten door de jacht, sprongen om hem heen om van tijd tot tijd opeens snel vooruit te draven naar het wachtende span en Nini, die in angstige spanning, ineengedoken op een slede zat. De honden, belust op de jacht, trokken aan de zeelen en huilden, Hat het een lust was. Doch nu bleek pas, met welke moeite zij in de toekomst te kampen zouden hebben. De zwakke kracht van Jessie bij het opladen der dieren, beteekende evenveel als de wind, die bol om de toppen der heuvels blies. En Soak begreep, dat het schieten der dieren een grapje geweest was, bij het werk, dat er verder volgde. Met alle moeite en na veel overleg en met behulp der honden gelukte het hem eindelijk de doode dieren op de slede te laden. Dat hij doodop was van moeheid verzweeg hij, want het -temde hem grimmig, dat dit werk hem boven zijn krachten ging. Opnieuw had hij zijn vader gemist; de kracht van zijn handen en de handigheid, waarmee hij dergelijke dingen altijd aangepakt had. Hoe vaak had hij zijn vader niet zien thuis komen met een volwassen rendier op de schouders. „Je hebt ze goed geraakt, Soak", prees Jessie hem. terwij! ze naast hem liep bij de, slede. „Vlak in de kop, zoodat ze onmiddellijk dood waren en de huiden ongeschonden zijn. Het kan niet beter". Zij zag naar haar zwijgenden zoon. Ze voelde zoo goed de moeite, die hij had. Om hem wendde ze een opgewektheid voor, die ze inderdaad niet bezat. „Bij iedere nieuwe maan zal je grooter en sterker zijn. Daar moet je maar aan denken. En elke man van nu is op zijn tijd ook eens een jongen geweest". Ze lachte zacht, alsof ze zich vermaakte, zoodat Soak naar haar keek en haar bewonderde om haar geestkracht. Dan keek hij naar zijn buit. Hij proefde de smaak van het versche vleesch in zijn mond, en de honger in zijn maag riep luider als hij aan dé heerlijke vette soep dacht, die zij spoedig eten zouden. Intusschen was het later geworden dan hun wel gelegen kwam. Geschikte sneeuw om een hut te bouwen was er niet, evenmin als een rotshol, dat hun tot nachtverblijf dienen kon! Bovendien waren zij doodop, zoodat zij geen zin hadden s nachts de reis voort te zetten, hoewel dit desnoods moge- •jk was. doordat het lichte maan was. Ook moesten ze aan de honden denken, die een lange dagreis achter de rua hadden. Tenslotte besloten ze door te trekken tot de beide hoog gelegen heuvels, die een natuurlijke beschutting vormden, tegen de koude Noordenwind, waardoor dit ook een geschik te plek voor de rendieren was. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9