Kolonisatie-mogelijkheden in Argentinië de Poolcirkel. DINSDAG 4 MEI 1937 DERDE BI AD I' VIII Als een kleine en naar ik hoop aangename afwisseling, begin ik dit artikel met de mededeel in g van een feit, dat vandaag (11 Februari 1937) met groote voldoening door de Argentijnsche dagbladen wordt vermeld. Het betreft een overeenkomst met de Neder- landsche Regeering, inzake den invoer van versche vruchten uit Argentinië naar Neder- land; en wel van appels en peren. Door deze overeenkomst namelijk, wordt de invoerbe- j lasting op genoemde vruchten met de helft j verminderd en gebracht van 4 op 2 cent per kg. Bovendien wordt bepaald, dat deze rege ling gelden zal in de periode van 1 Februari tot 30 Juni van het loopende jaar en dat in die vijf maanden uit dit land in Nederland mag worden 'ingevoerd het volgende kwan tum: 50.000 quintales appels en 5.000 quin- tales peren. Als men nu weet, dat een „quin tal" honderd Engelsche ponden beteekent, dan zal het wel voor niemand moeilijk val len om uit te rekenen hoeveel kilo's appels en peren er mogen ingevoerd worden. Ik verwacht dus, als vrucht van deze overeen komst, dat ook de lezers van dit blad appels en peren van Argentinië zullen koo- pen en eten en gaarne zal ik vernemen of ze coed gesmaakt hebben Dat deze overeen komst gesloten werd, reeds eer de Handels missie uit Nederland is vertrokken, is zeker een gunstig teeken; we hebben nu goede hoop, dat de onderhandelingen, welke straks hier zullen gevoerd worden, praktische re sultaten zullen leveren tot voordeel van beide landen. Uit het vorig artikel hebben de lezers on getwijfeld een tweetal voor de hand liggende conclusies getrokken. Misschien dat de eerste conclusie een illusie heeft weggevaagd maar dat zij zoo. In de eerste plaats kon men wel merken, dat er voor het stichten van een flinke Nederlandsche Kolonie be trekkelijk veel geld noodig zal zijn. Ik zeg betrekkelijk, want al is het noodige bedrag vrij groot, toch is dat in den grond der zaak nooit te betreuren, indien dan een rendabel bedrijf aan de kolonisten kan worden ge schonken met de zekerheid, dat eventueel voorgeschoten geld weer kan en zal worden terugbetaald. Dikwijls is de gedachte, dat men, bij emigratie en kolonisatie, grond kan koopen voor een appel en een ei. voor enkele guldens de H.A. Ik herinner me dan ook. dat in enkele kranten, in verband met de Friesche aktie, indertijd is gezegd en ge schreven, dat er duizenden en duizenden H.A. land disponibel is en zelfs werd aange boden voor een spotprijsje. Aan al derge lijke berichten en voorspiegelingen hebben wij in Argentinië part noch deel. Want het is waar, men kan hier voor weinig geld eigenaar van veel land worden. Ik las van daag nog, dat er een stukje grond wordt verkocht, groot 50000, zegge en schrijve vijf duizend H.A. En de prijs is maar 30 Hol land sche centen per hectare. Voor een prikje kan iemand dus grootgrondbezitter worden. En men kan daarop een bestaan vinden. Maardat land ligt nabij de Chileensche grens, in de bergen, waar het mooi is, maar waar het ook afgelegen en eenzaam is. Ook in het noorden met zijn nog maagdelijke bosschen kan men goedkoop terecht. Als het evenwel gaat om een Nederlandsche land bouwkolonie, dat gaat het tegelijk over vruchtbaren grond, over middelen van ver voer, enz. En dan zijn de genoemde prijzen zeker niet hoog, als men bedenkt dat be mesting niet noodig is en als men die prij- een vergelijkt met hetgeen in ons vaderland goede grond kost. Ziet men alleen en aller eerst op den prijs, dan zou men naar het naburige Paraguay moeten gaan. Maar ook daar is het niet de plaats voor ons doel. Het (heeft me dan ook wel verwonderd, dat hier en daar aan Paraguay is gedacht, zeker wege het feit, dat de grond daar zoo goed koop is. Maar dat is alles dwaasheid en tijd verspillen. Wie werkelijk het groote doel wil bereiken, moet niet naar alle landen tegelijk zijn blik richten, maar eenmaal overtuigd dat een bepaald land voor Nederlandsche kolonisatie uitnemend geschikt is, op dat land al zijn aandacht en krachten concen- -treeren. Wie vandaag de menschen wijet op Argentinië, morgein op Australië, overmor gen op Canada en later op Zuid-Afrika, ver liest zich in kleine dingen en brengt de menschen in verwarring. Ik wil daar vol strekt niet mee zeggen, dat genoemde landen VII stond in ons blad van 27 April jk niet in aanmerking zouden kunnen komen, maar wel, dat men eerst tusschen die lan den moeten kiezen, dat men eerst nauwge zet moet overwegen welk deel der wereld in dezen tijd het meest voor het doel als aangewezen is, om dan met man en macht het plan uit te voeren; en dan is het ten slotte onverschillig welk land gekozen wordt, indien maar de zekerheid bestaat, dat daar alle kans is om te slagen. Dat de keus niet al te groot is, weet toch ieder wel «n voornamelijk onze emigratie-specialitei ten. Ook hier moet het nuchter verstand en niet het gevoel domineeren. Dat wij de Ne- dcr'anders veel liever naar Indië of Zuid- Affrika zouden willen zenden, hehoeft geen betoog. Dat Noord-Amerika en Canada velen meer sympathiek zijn kunnen we begrijpen. Het is hier echter alleen de vraag, of in ge noemde landen nog mogelijkheid bestaat om Nederlandsche boeren in hun eigen bedrijf een bestaan en een toekomst te verzekeren. Niet uit een zekere zij het ook te billijken voorliefde maar omdat wij de werkelijkheid niet andere zien zijn wij van oordeel, dat Argentinië het land is, dat allereerst in aan merking moet kqpen. De tweede concclusie is dan, dat een boer derij hier tamelijk groot moet zijn. Uitge gaan wordt van de noodzakelijkheid, dat iedere familie 150 H.A. in eigendom ont vangt. Dit is een flink lapje grond; het schijnt overdreven, als men weet dat in Ne derland een flinke boerderij 40 H.A. groot is. Toch verdient het alle aanbeveling, om een kolonie eenigszins royaal in te rich ten. Omdat er van bemesting geen sprake is, is de opbrengst natuurlijk niet zoo groot als in ons vaderland. Bovendien moet het een gemengd bedrijf worden, deels land bouw, deels veeteelt, zoodat er geen gevaar is, dat de grond wordt uitgeput. Dit ge mengde bedrijf heeft dan ook nog het voor deel, dat er twee bronnen van inkomsten zijn, hetgeeen zeer is aan te bevelen en de kans van slagen verzekert. De lezers zullen wel begrijpen, dat ik hier gedachtig aan het spreekwoord: schoenmaker, houd je bij je leest de opinie weergeeft van onze kolo nisten in Tres Arroyos, die steeds voor deze zaak hun adviezen hebben gegeven. Naar ik hoop en vertrouw komt er nu eenige teekening in het kolon'satieplan. Dat Argentinië een geschikt land is. hebben we betoogd in de eerste zes artikelen, waarin we wezen op de grootte en vruchtbaarheid, en statistieken gaven. Voorts lieten we uit komen, dat er grond genoeg is in de pro vincie Buenos Aires en voor welken prijs ongeveer Dan weten do lezers nu, hoe groot een boerderij moet zijn, en dat wordt aanbe volen een gemengd bedrijf. Het is mogelijk en zelfs zeer waarschijn lijk, wijl logisch, dat hier een ernstig be zwaar wordt ingebracht. Het bezwaar, dat men voor zulk een groote boerderij veel knechten noodig zal hebben, waardoor, de exploitatiekosten zeer hoog zullen worden, zoodat er voor den boer weinig of niets over zal blijven. Ik noem dit bezwaar lo gisch, omdat men onwillekeurig geneigd is een berekening te maken naar Hollandsc'ne toestanden. We redeneeren dan gemakkelijk aldus; een flinke boer in Holland die 40 H.A. bearbeidt, heeft al heel wat personeel, vaste en losse knechten en jn den oogst nog extra volk. Wordt nu in Argentinië een boerderij ongeveer viermaal zoo groot, eilie- ve, zeg mij hoe groot moet dan toch daar wel het aantal vaste en losse arbeiders zijd? Bij de beantwoording van deze belangrijke vraag zal opnieuw blijken, welke voordeelen dit land biedt en dat het genoemde bezwaar in werkelijkheid niet bestaat Zonder vrees voor tegenspraak mag worden gezegd, dat een boerderij van 150 H.A. door één familie kan worden behartigd, indien er één of twee volwassen zoons zijn en dat zelfs in den oogst met zeer weinig volk wordt gewerkt. Wie hieraan nog mocht twijfelen, leze het volgend artikel. A. C. SONNEVELDT Buenos Aires, Februari 1937. BINNENLAND Officieele Berichten VOOGDIJRADEN Benoemd Is tot lid van den Voogdflraad te Winschoten H. Waalkens. burgemeester dor gemeente Wedde, wonende te Blijham. DIRECTE BELASTINGEN Benoemd zijn tot ontvanger der directe belae- ngen die surnumerairs G. L. V. Tromp, J. Hoogenkamp, J. C. Hofman, J. H. v. d. Borght G. J. M. Roes. moemd is bot ontvanger der dir. bel. te awater G. A. Schot te Rotterdam. te Roosendaal (stat.) P. J. Bogaert, aldaar. J. d. Blaauwen te Rotterdam, mej. E. te Den Haag. W. K. Huyser te Stellen- Huisman te Vogelenzang (gem. Bloe- 1). W. C. v. Geen be Bodegraven, G. laai te Ede, F. Wiegman te Oostwold Ildwolda), M. A. Visser te Sluis. E. Slag- Jroningen B. Westerbroek te Apeldoorn, Doremalen te Dongen, mej. M. v. Ra- Rotterdam; in in zilver aan: W. de Oud-Beijerland. A. v. Houten te Leeu- irdcn, J. Pasman te Markelo, G. Dijkhuizen te m; in goud aan NUkerk. J. de Graaff 1 J. _de Rek te derd is tot officier In de orde van Oranje-Na-ssau N. C. F. van Ginkel te Leiden. d zijn tot ridder in de orde van Oran- i: R. A. Palm te Apeldoorn. H. Mis- Utrecht. E. Claassen te Bladel, A. CONSULATEN De heer W. N. H. v. d. Vorm Is erkend en egelaten als consul-generaal van Denemar- ïn te Rotterdam. LEGER EN VLOOT k(L^ewaat?t v «ij d*n Stralen staf de Kapitein J. X. Baaij. van het 5e reg. inf. r?m.25!ll!2.n «*nfesteld bü het wapen der artillerie tot kapitein ondersch. bij het korps rijdende art. en de luchtvaartafd., de le luits Ja. Porthelne en Ir J. C. Kok. Benoemd en aangesteld bij het dienstvak der intendance tot kapt.-luit. de le luits. B. G. Pecreboom en P. v. d. Heide. reap, van he korps pont. en torp. en het 8e reg. inf.: aan den officier marinestoomv.d. le bL .T. A. de Veer is wegens langdurigen diensb eervol ontslag verleend; bevorderd zijn tot officier marinestoomv.d. le kl. de off. 2e kl. A. A. Bruins. H. Embroek A. Kon. Marli reserve C. M. de Hager; tot lult. di bij de Kon. marine reserve, de 2e lu rinlers bü die reserve P. C. Sehr ■g. inf. Is eervol ontslag vei benoemd en aangesteld zijn indheJd 2e kl. de d.pl. vaa 3e kl. bij die vel dart., a i het 13e r selale diens' o-lult. Mr G. J. Coi iet reg. jagers. H. v. Terwlsga, belden i De verlaging van de graanrechten Een dankbetuiging Het gemeentebestuur van Barneveld heeft in zijn vergadering van gistermiddag beslo ten tot het zenden van het volgende tele gram aan den minister van landbouw: „Uw beslissing verlaging graanrechten en handhaving exportpremie eieren geeft f 250.000 verlichting per jaar aan de pluim veehouders in deze gemeente. Spreken thans daarvoor onzen hartelijken en oprechten dank uit". DE NEDERLAND EXPRES De N.V. Stoomv. Mij. Nederland meldt, dat de speciale trein met passagiers en ,post in aansluiting op het d.d. 7 Mei 1937 van Genua vertrekkende ms. Christiaan Huy- gens Donderdagmiddag 6 Mei om 14.30 van Den Haag s.s. zal vertrekken. Vertrek van Utrecht c.s. 15.26 van Arnhem 16.18, van Zevenaar 16.38. Vertrek van de aansluitenden trein naar Utrecht- van Amsterdam C.S. 14.22, van Am sterdam W.P. 14.36. De aansluitende trein van Rotterdam Maas vertrekt om 14.13 aan komst Genua Vrijdagmorgen a.s. te 11.40. H.K.H. Prinses Juliana verlaat het gebouw van het Ned. Roode Kruis te Den Haag waar zij gistermiddag een aantal onderscheidingen uitreikte. DE NATIONALE BLAUWE WEEK Opwekking tot belangstelling Onderteekend door de heeren Ds. B. E. J. Bik, C. J. Toebes en W. C. F. S c h e p s, zendt men ons het volgende schrijven: De gezamenlijke drankbestrijdingsorgani- saties in Nederland plegen nu al geruimen tijd tusschen Hemelvaart en Pinksteren elk jaar hun z.g. Blauwe Week te houden. Door verkoop van het blauwe bloempje, de uit gave van een Blauwe Week Courant in enkele honderd-duizenden exemplaren en door het organiseeren van vergaderingen en meetings vragen zij de bijzondere aandacht van ons volk voor den strijd tegen het Alco holisme. Wij zullen de noodzakelijkheid van deze actie niet in den breede gaan betoogen noch dit artikel staven met reeksen van cijfers feiten. Ieder Nederlander die met open oogen door de wereld gaat weet dat de macht van het alcoholisme nog lang niet is gebroken, al openbaart die macht zich in deze .tijd weer in anderen vorm dan misschen 40 50 jaar geleden. Het jenevér-alcohbllsme heeft plaats gemaakt voor bier-alcoholisme. Maar alcoholisme is er nog en deze gevaarlijke vijand van ons volksleven, die onze heiligste goederen rooft en onze beste waarden kapot maakt, vraagt van ons dat wij hem voort durend bekampen in ongebroken kracht. Protestantsch Christelijk Nederland kent eigen afzonderlijke organisaties die de actie voeren om ons volk te winnen voor de ge dachte van de nuchtermaking en die orga nisaties hebben hun centrale in „Enkrateia", waarvan onze minister van Onderwijs voor zitter is. Daarnaast doen deze organisaties van harte en gaarne mede aan een gemeen schappelijke tiendaagsche veldtocht, die de beteekenis van deze strijd weer eens ze het centrum van de belangstelling van het Nederlandsche volk. Aan de vooravond van onze nationale blauwe week, die op de Tweede Pinkster dag a.s. zal worden gesloten met een groot- sche demonstratie, die dit jaar te Arnhem zal plaatsvinden, vragen wij aan onze geest verwanten dat zij kennis zullen nemen van onze beweging, onze geschriften en zeker niet in de laatste plaats van onze argu menten. Krachtens de eisch der naastenliefde leg gen wij Prot. Chr. Bestuursleden van de Nationale Blauwe Weekcommissie dit verzoek aan de consciëntie van de lezers onze Christ, dagbladpers. De donkere macht van het alcoholisme heeft al zooveel zielen schade berokkend voor tijd en eeuwigheid en aan de zaak van het koninkrijk Gods zoo ernstig afbreuk gedaan. Wij mogen niet door ons stilzwfj gen en toezien ons mede schuldig maken aan dit groote kwaad en wij mogen naar onze innige overtuiging dat ook niet doen doordat wij mede de drinkgewoonten in stand houden. In de naam van den Barmhartigen Hoo- gepriester, die tot redding van een gevallen wereld, Zichzelve gaf tot een levend offer en Die niet anders begeerde dan het doen van den wil van Zijn Vader, richten wij dit ernstig dringend verzoek tot allen die dit lezen. Helpt ons in de strijd en sterkt handen daartoe. Wil in de Blauwe Week die weder aanstaande is eens ernstig Uzelf de vraag stellen of nog altijd het advies wijlen dr. A. Kuyper, niet ernstige overwe ging verdient, die ons volk toeriep, dat het de drank doen zou uit zijn huis en van zijn tafel. De samenleving zou bij opvolging deze goede raad wel varen, menige ziel er door uit verzoeking gered worden, ja wat meer is, de zaak van het koninkrijk Gods zou er door worden gediend. GEMENGD NIEUWS Een raadselachtig geval Bejaarde echtelieden bewusteloos aangetroffen In een huisje op den Westersingel te Amersfoort heeft zich gister een raad selachtig geval voorgedaan. Toen daar in den ochtend buren tot de ontdekking waren gekomen, dat de bewoners, de 65-jarige Mijntje Veldhuizen en haar echtgenoot, de 73-jarige C. Voskuilen, zich tegen hun woonte nog niet buitenshuis hadden bege ven, werd de politie gewaarschuwd. Deze verschafte zich, geassisteerd door een omwonenden, toegang tot de woning, v men een schrikwekkende ontdekking d Op den grond van de alkoof, welke slaapvertrek diende, trof men de beide ech telieden buiten bewustzijn aan. De toestand van de vrouw bleek buiten gewoon ernstig te zijn, die van den was minder zorgwekkend. Beiden werden naar het rJc. ziekenhuis vervoerd. Omtrent de oorzaak van het geval tast men in he duister. Zeker is echter, dat hier geen gas- verstikking in het spel is. Autobotsing met vier gewonden In de kom van het dorp Z u i d h o r n, zijn gisteravond omstreeks zeven uur twee per sonenauto's, met elkaar in botsing gekomen. In de richting Groningen reed een auto, waarin behalve den chauffeur gezeten waren de heer en mevrouw Steenhuis uit L e e n s en mevrouw Thiessen uit Z u i d- horn. Met vrij groote snelheid wilde een Frie. sche auto eerstgenoemde auto passeeren. Hierbij kwamen de beide voertuigen in botsing. In de Friesche auto was slechts een persoon geeeten, die geen verwondingen bekwam. Van de andere auto, werden alle vier inzittenden licht gewond. Na door een geneesheer te zijn verbonden, konden de slachtoffers naar hun woning terugkeeren. WOENSDAG 5 MEI HILVERSUM I 1875 51. NCRV.-Uitzending. 6.30700 Onderwijsfonds voor de Scheep vaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie, ge wijde muziek (gr.pl.). 9.30 Gelukwen- schen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Mor gendienst. 11.00 Sopraan en piano. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Kwintetconcert. 2.30 Postzegelpraatje. 3.00 Viool en piano. 4.45 Felicitaties. 5.00 Kinderuur. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.30 Causerie over het Binnenaanvaringsre- glement en gramofoonmuziek. 6.30 Cau serie over het Binnenaanvaringsregle- ment en stoommachines. 7.00 Berichten. 7.15 Landbouwhalfuur. 7.45 Vrouwen V.U.-Plan 1937, causerie. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berichten. 8.15 Christ. Gem. Zangvereeniging „Oudwijk" en het NCRV-orkest m.m.v. solisten. 9.00 Voor jonge menschen. 9.30 Vervolg con cert (Om 10.00 Berichten ANP). 10.45— 12.00 Gramofoonmuziek. Hierna: Schrift lezing. (Eventueel schaakuitslagen). HILVERSUM H 301 M. VARA-Uitzending. 10.00—12.20 v.m. VPRO. 6.30—7.00 RVU. 7.308.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwij ding. 10.20 Declamatie. 11.00 De sfeer in huis. causerie. 11.30 Het niet altijd wer kende land, causerie. 12.151.45 VARA- orkest en gramofoonmuziek. 5.30 VARA- orkest. 6.30 Gedachten-complexen uit dezen tijd, causerie. 7.00 Zang. 7.30 Vrij zinnig Protestantisme Nationaal, causerie. 8.03 Berichten ANP. 8.15 „De Stem des Volks", Residentie-orkest en soliste. 9.10 reclamatie. 10.00 Berichten ANP, 10.30 Orgelspel. DROITWICH 1500 M. 11.05 Orkest en solist. 12.05 Orkest. 2.50 Pianovoordracht. 3.20 Vesper. 4.10 De „Phantom Five" en solist. 5.40 Fransche causerie. 6.00 Zang. 7.00 Muzikale causerie. 9.30 BBC-orkest en soliste. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Jacbara- orkest en zang. 4.05 Gramofoonmuziek. 4.50 Pianovoordracht. 7.35 Zang. 7.50 Omroeporkest. KEULEN 456 M. 11.20 Omroeporkest. 1.35 Gevarieerd concert. 5.35 Omroepstrijk- kwartet en solisten. 6.35 Mannenzangver- eeniging. 7.20 Uit Brussel: Omroepsym- phonie-orkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Om roeporkest. 5.50 Kleinorkest. 6.20 Klein- orkest. 7.20 Omroepsymphonie-orkest. 8.05 Gramofoonmuziek. 8.20 Vervolg con cert. 10.0510.20 Gramofoonmuziek. 484 M.: 12.30 Omroeporkest. 4.25 Klein orkest. 7.20 Uitzending ter gelegenheid van het „Feest der Infanterie". Vergiftigde haver Door de politie te Gouda wordt bekend1 gemaakt dat ten nadeele van een landbou wer 12 zakken zaaihaver zijn ontvreemd. Deze haver is door middel van Ceresan ont smet tegen kiemschimmel; hierdoor ligt over de haver een blauwe gloed. Ceresan' is een poeder dat vergiftig is. Zouden paarden of andere dieren deze haver nuttigen dan zou dit de dood tengevolge hebben. Op sommige zakken staat de naam A. Boersma, Scheem- da. Daar elk spoor der daders ontbreekt wordt medewerking yan deskundigen inge roepen, REDDER GEHULDIGD De President der V.S. heeft aan den oud- gezagvoerder ter koopvaardij, den heer H. J. C. Zindler destijds kapitein van het s.s. „Hercules", een gouden medaille verleend als blijk van waardeering voor de redding van de opvarenden van den Amprikaanschen schoener .Augusta G. Hilton" op IS Augus tus 1936 bij San Juan, Porto Rico, LANDBOUWER NEERGESLAGEN Voor de rechtbank te Maastricht ston den terecht de 21-jarige G. M., de 23-jariga P. R. H. en de 18-jarige J. de R., allen ge detineerd. In Februari van verleden jaar waren zij gedrieën gemaskerd op het erf van Fr. Th. Boesten te Merkelbeek doorgedrongen en toen zij B. ontmoetten hadden twee hunner M. en H., den bewoner bewusteloos geslagen. Het O.'M. eischte tegen M. en H. elk tw e e jaar gevangenisstraf en tegen de Rdie niet geslagen had en door M., die do aanstichter van de onderneming was. was meegelokt, een gevangenisstraf van negen maanden. VOETGANGSTER AANGEREDEN Toen mej. Klijsen cafehoudster te Kaats heuvel, om ongeveer half drie den rijweg aldaar wilde oversteken is zij, waarschijn lijk door eigen onoplettendheid. door een taxi uit Tilburg aangereden. In zeer zorgwekkenden toestand is do vrouw per ziekenauto naar het R.K. zieken huis te Tilburg vervoerd. \yCR44AAL UIT RET LEVEN DER ESKIMO^ ~==]500R «E&INA V. D. 4HAUW- VELTMAN (18 Men doodde dieren om vleesch in de pot en huiden voor kleeren te hebben. Waarvoor doodden de menschen daar elkaar? Had men als mensch meer noodig dan eten om de buik te vullen en kleeren en traan om warm te blijven Watkins lachte om wat zij zeiden, maar stemde toch toe, dat ze gelijk hadden. Twee zomers geleden had Ikanoff met nog enkele mannen van de nederzetting iets vreemds beleefd, vertelde Jessie op haar beurt. Zij hadden, toen zij ver van de nederzetting op de robben vangst waren, in 'n afgelegen baai een vreemd voorwerp ge vonden, dat zij eerst voor 'n boot hadden aangezien. Het bleek een groote vogel te zijn van ijzer en hout, die uit de lucht ge vallen was en half verpletterd was door de klap waarmee ze op het water terecht gekomen was. Ikanoff en de mannen waren er met de kajak heengeroeid en hadden in het vreemde toestel twee mannen gevonden, die met riemen op een zitbank van hout en leder zaten vast gesjord. Met groote moeite hadden de Eskimo's hen met hun messen los gesneden en de mannen uit hun moeilijke positie verlost. Half ziek van angst en ontbering der laatste dagen hadden de beide mannen een week bij de Eskimo's doorgebracht. Toen had men hen met een kajak naar de dichtsbijzijnde kustplaats gebracht, waar een boot hen had opgenomen. „Die vogel van hout en ijzer was een vliegmachine", zei Watkins opgetogen. „Is de aarde dan niet ruim genoeg, dat de menschen ook de lucht nog schijnen noodig te hebben?" vroeg Jessie kalm. „Kunnen wij in 't najaar en voorjaar niet met de sleden groote afstanden afleggen? En 's zomers als het ijs gesmolten is met de kajaks gaan waar wij willen?'' „En de blanke menschen dan", viel Soak bij. „Hebben zij niet die groote sleden op wielen, die gij spoortreinen noemt en die, naar gij zegt, veel sneller gaan dan het snelste hon- denspan? En de groote booten van de walvischvaarders, waarbij onze kajaks vuurhoutjes zijn?" ,Ja. Maar de vliegmachines gebruikt men om in korte tijd groote afstanden af te leggen". „Dat is iets geweldigs om mee te maken", viel Watkins opgewonden uit. Maar zijn hoorders bleven kalm en zaten hem zeer gelijk moedig aan te zien. „Waarom zal men zoo'n haast maken'', zei Jessie zacht. „Na vandaag komt er weer een nieuwe dag". Watkins lachte luid en zei, dat het jammer was, dat de blanke menschen haar niet konden hooren. „Wanneer een meeuw op het water daalt, verheft hij zich weer in de lucht en vliegt waar hij wil, nadat hij zijn buit veroverd heeft. Maar de vogel van hout en ijzer, die de witte mannen gemaakt hebben, valt stuk en als onze menschen ze niet geholpen hadden waren ze nog verdronken boven dien". spotte Jessie, terwijl een lach haar kleineerende woor den verzachtte. Het kwetste haar, dat de menschen niet genoeg hadden aan de aarde en het water, en dat ze nu ook de lucht nog voor zich opeischten. De Geesten zouden dit nooit goed vinden, dacht zij stil en hun wraak zou de blanke menschen treffen. Maar Watkins. handig in woorden als hij was, bracht het gesprek op de reis, die hem wachtte. Hij noemde namen van mannen van andere verspreide nederzettingen, waarvan Jessie ook een enkele wel kende van hun geregelde jaarlijksche reis naar de kustplaats. Watkins verwachtte veel succes van zijn reis, gezien de vele goede levensmiddelen, die hij met zich voerde, benevens de stukken tabak en ammunitie voor de buksen. Tegen de winter hoopte hij een boot op te pikken, "die hem over de Hudson-baai brengen zou. Hij verheugde er zich nu al vast op, zijn familie weer te zien. Al pratende haalde hij een mooi glimmend mes voor de dag en vroeg of Soak zoo goed zou willen zijn het van hem aan te nemen, daar hij bij 't gebruik ervan nog eens aan hem denken zou. Soak voelde het bloed naar zijn wangen stijgen. Gaf deze vreemde man, die hij zeker nooit begrijpen zou, nu toch zoo'n present voor de zeehonden, die ze pas geslacht hadden? Of dacht hij daar in 't geheel niet meer aan? Maar het mes, waar de vlam van de traanfamp in flikkerde, was al te verleidelijk voor hem. Met schitterende oogen nam bij het in z'n handen en streelde het, terwijl hij bedacht, dat hij zeker deze nacht nog iets verzinnen zou, om dezen goeden man mee te geven. Even daarna maaktqp ze zich gereed voor de komende nacht. De mannen gingen eens kijken of met de honden alles in orde was. Jessie en Nini legden zich neer op de rustbank, die Watkins met zeer eenvoudige middelen achter in 't ver trek ten behoeve van Jessie had gereed gemaakt. Even daarna sliepen allen in. De groote eenzaamheid die om hen stond in de eindelooze sneeuwvelden, waar beer en poolvos loerend op roof uit gingen, verontrustte hen niet. De uitgestrekte Poolzee lag grimmig en grootsch onder een zwarte hemel, waarin millioenen sterren stil te pralen stonden. De volgende morgen waren de Beide mannen weer vroeg op en ook Jessie haastte zich een goed toebereid maal voor haar gast in gereedheid te brengen. Watkins, gehoipen door Soak laadde opnieuw zijn sleden op en liep fluitend heen en weer. Dit oponthoud had ook hem goed gedaan. Het bewustzijn, goed en nuttig voor an deren te zijn geweest, vormde als 't ware een tegenwicht tegen de ontevredenheid, die hem dikwijls plaagde over vroegere domme daden in zijn leven. En de hartelijkheid en verzach tende invloed van deze goede vrouw hadden herinneringen in hem wakker geroepen aan zijn eigen goede moeder, naar wier wijze woorden hij vroeger dikwijls niet had willen hooren. Hij had hun de raad gegeven nog een paar weken op deze plaats te blijven, opdat Jessie voor zij de reis gingen vervol gen weer heelemaal genezen zou zijn. En zoo hadden ze dan ook besloten. Er was volgens Watkins. toch geen sprake van dat „de Laura voor die tijd de kustplaats bereiken zou. En nu bii 't gereed maken der sleden zorgde hij. dat van die levensmiddelen, die hij voor hen noodig achtte, geduren de die tijd. genoeg achter bleef. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9