Kolonisatie-mogelijkheden
in Argentinië
de Poolcirkel.
DINSDAG 4 MEI 1937
DERDE BI AD I'
VIII
Als een kleine en naar ik hoop aangename
afwisseling, begin ik dit artikel met de
mededeel in g van een feit, dat vandaag (11
Februari 1937) met groote voldoening door
de Argentijnsche dagbladen wordt vermeld.
Het betreft een overeenkomst met de Neder-
landsche Regeering, inzake den invoer van
versche vruchten uit Argentinië naar Neder-
land; en wel van appels en peren. Door deze
overeenkomst namelijk, wordt de invoerbe- j
lasting op genoemde vruchten met de helft j
verminderd en gebracht van 4 op 2 cent per
kg. Bovendien wordt bepaald, dat deze rege
ling gelden zal in de periode van 1 Februari
tot 30 Juni van het loopende jaar en dat in
die vijf maanden uit dit land in Nederland
mag worden 'ingevoerd het volgende kwan
tum: 50.000 quintales appels en 5.000 quin-
tales peren. Als men nu weet, dat een „quin
tal" honderd Engelsche ponden beteekent,
dan zal het wel voor niemand moeilijk val
len om uit te rekenen hoeveel kilo's appels
en peren er mogen ingevoerd worden. Ik
verwacht dus, als vrucht van deze overeen
komst, dat ook de lezers van dit blad
appels en peren van Argentinië zullen koo-
pen en eten en gaarne zal ik vernemen of
ze coed gesmaakt hebben Dat deze overeen
komst gesloten werd, reeds eer de Handels
missie uit Nederland is vertrokken, is zeker
een gunstig teeken; we hebben nu goede
hoop, dat de onderhandelingen, welke straks
hier zullen gevoerd worden, praktische re
sultaten zullen leveren tot voordeel van
beide landen.
Uit het vorig artikel hebben de lezers on
getwijfeld een tweetal voor de hand liggende
conclusies getrokken. Misschien dat de
eerste conclusie een illusie heeft weggevaagd
maar dat zij zoo. In de eerste plaats kon
men wel merken, dat er voor het stichten
van een flinke Nederlandsche Kolonie be
trekkelijk veel geld noodig zal zijn. Ik zeg
betrekkelijk, want al is het noodige bedrag
vrij groot, toch is dat in den grond der zaak
nooit te betreuren, indien dan een rendabel
bedrijf aan de kolonisten kan worden ge
schonken met de zekerheid, dat eventueel
voorgeschoten geld weer kan en zal worden
terugbetaald. Dikwijls is de gedachte, dat
men, bij emigratie en kolonisatie, grond
kan koopen voor een appel en een ei. voor
enkele guldens de H.A. Ik herinner me dan
ook. dat in enkele kranten, in verband met
de Friesche aktie, indertijd is gezegd en ge
schreven, dat er duizenden en duizenden
H.A. land disponibel is en zelfs werd aange
boden voor een spotprijsje. Aan al derge
lijke berichten en voorspiegelingen hebben
wij in Argentinië part noch deel. Want het
is waar, men kan hier voor weinig geld
eigenaar van veel land worden. Ik las van
daag nog, dat er een stukje grond wordt
verkocht, groot 50000, zegge en schrijve vijf
duizend H.A. En de prijs is maar 30 Hol land
sche centen per hectare. Voor een prikje
kan iemand dus grootgrondbezitter worden.
En men kan daarop een bestaan vinden.
Maardat land ligt nabij de Chileensche
grens, in de bergen, waar het mooi is, maar
waar het ook afgelegen en eenzaam is. Ook
in het noorden met zijn nog maagdelijke
bosschen kan men goedkoop terecht. Als het
evenwel gaat om een Nederlandsche land
bouwkolonie, dat gaat het tegelijk over
vruchtbaren grond, over middelen van ver
voer, enz. En dan zijn de genoemde prijzen
zeker niet hoog, als men bedenkt dat be
mesting niet noodig is en als men die prij-
een vergelijkt met hetgeen in ons vaderland
goede grond kost. Ziet men alleen en aller
eerst op den prijs, dan zou men naar het
naburige Paraguay moeten gaan. Maar ook
daar is het niet de plaats voor ons doel. Het
(heeft me dan ook wel verwonderd, dat hier
en daar aan Paraguay is gedacht, zeker
wege het feit, dat de grond daar zoo goed
koop is. Maar dat is alles dwaasheid en tijd
verspillen. Wie werkelijk het groote doel wil
bereiken, moet niet naar alle landen tegelijk
zijn blik richten, maar eenmaal overtuigd
dat een bepaald land voor Nederlandsche
kolonisatie uitnemend geschikt is, op dat
land al zijn aandacht en krachten concen-
-treeren. Wie vandaag de menschen wijet op
Argentinië, morgein op Australië, overmor
gen op Canada en later op Zuid-Afrika, ver
liest zich in kleine dingen en brengt de
menschen in verwarring. Ik wil daar vol
strekt niet mee zeggen, dat genoemde landen
VII stond in ons blad van 27 April jk
niet in aanmerking zouden kunnen komen,
maar wel, dat men eerst tusschen die lan
den moeten kiezen, dat men eerst nauwge
zet moet overwegen welk deel der wereld
in dezen tijd het meest voor het doel als
aangewezen is, om dan met man en macht
het plan uit te voeren; en dan is het ten
slotte onverschillig welk land gekozen
wordt, indien maar de zekerheid bestaat,
dat daar alle kans is om te slagen. Dat de
keus niet al te groot is, weet toch ieder wel
«n voornamelijk onze emigratie-specialitei
ten. Ook hier moet het nuchter verstand en
niet het gevoel domineeren. Dat wij de Ne-
dcr'anders veel liever naar Indië of Zuid-
Affrika zouden willen zenden, hehoeft geen
betoog. Dat Noord-Amerika en Canada velen
meer sympathiek zijn kunnen we begrijpen.
Het is hier echter alleen de vraag, of in ge
noemde landen nog mogelijkheid bestaat om
Nederlandsche boeren in hun eigen bedrijf
een bestaan en een toekomst te verzekeren.
Niet uit een zekere zij het ook te billijken
voorliefde maar omdat wij de werkelijkheid
niet andere zien zijn wij van oordeel, dat
Argentinië het land is, dat allereerst in aan
merking moet kqpen.
De tweede concclusie is dan, dat een boer
derij hier tamelijk groot moet zijn. Uitge
gaan wordt van de noodzakelijkheid, dat
iedere familie 150 H.A. in eigendom ont
vangt. Dit is een flink lapje grond; het
schijnt overdreven, als men weet dat in Ne
derland een flinke boerderij 40 H.A. groot
is. Toch verdient het alle aanbeveling, om
een kolonie eenigszins royaal in te rich
ten. Omdat er van bemesting geen sprake
is, is de opbrengst natuurlijk niet zoo groot
als in ons vaderland. Bovendien moet het
een gemengd bedrijf worden, deels land
bouw, deels veeteelt, zoodat er geen gevaar
is, dat de grond wordt uitgeput. Dit ge
mengde bedrijf heeft dan ook nog het voor
deel, dat er twee bronnen van inkomsten
zijn, hetgeeen zeer is aan te bevelen en de
kans van slagen verzekert. De lezers zullen
wel begrijpen, dat ik hier gedachtig aan
het spreekwoord: schoenmaker, houd je bij
je leest de opinie weergeeft van onze kolo
nisten in Tres Arroyos, die steeds voor deze
zaak hun adviezen hebben gegeven.
Naar ik hoop en vertrouw komt er nu
eenige teekening in het kolon'satieplan. Dat
Argentinië een geschikt land is. hebben we
betoogd in de eerste zes artikelen, waarin
we wezen op de grootte en vruchtbaarheid,
en statistieken gaven. Voorts lieten we uit
komen, dat er grond genoeg is in de pro
vincie Buenos Aires en voor welken prijs
ongeveer Dan weten do lezers nu, hoe groot
een boerderij moet zijn, en dat wordt aanbe
volen een gemengd bedrijf.
Het is mogelijk en zelfs zeer waarschijn
lijk, wijl logisch, dat hier een ernstig be
zwaar wordt ingebracht. Het bezwaar, dat
men voor zulk een groote boerderij veel
knechten noodig zal hebben, waardoor, de
exploitatiekosten zeer hoog zullen worden,
zoodat er voor den boer weinig of niets
over zal blijven. Ik noem dit bezwaar lo
gisch, omdat men onwillekeurig geneigd is
een berekening te maken naar Hollandsc'ne
toestanden. We redeneeren dan gemakkelijk
aldus; een flinke boer in Holland die 40
H.A. bearbeidt, heeft al heel wat personeel,
vaste en losse knechten en jn den oogst nog
extra volk. Wordt nu in Argentinië een
boerderij ongeveer viermaal zoo groot, eilie-
ve, zeg mij hoe groot moet dan toch daar
wel het aantal vaste en losse arbeiders zijd?
Bij de beantwoording van deze belangrijke
vraag zal opnieuw blijken, welke voordeelen
dit land biedt en dat het genoemde bezwaar
in werkelijkheid niet bestaat Zonder vrees
voor tegenspraak mag worden gezegd, dat
een boerderij van 150 H.A. door één familie
kan worden behartigd, indien er één of twee
volwassen zoons zijn en dat zelfs in den
oogst met zeer weinig volk wordt gewerkt.
Wie hieraan nog mocht twijfelen, leze het
volgend artikel.
A. C. SONNEVELDT
Buenos Aires, Februari 1937.
BINNENLAND
Officieele Berichten
VOOGDIJRADEN
Benoemd Is tot lid van den Voogdflraad te
Winschoten H. Waalkens. burgemeester dor
gemeente Wedde, wonende te Blijham.
DIRECTE BELASTINGEN
Benoemd zijn tot ontvanger der directe belae-
ngen die surnumerairs G. L. V. Tromp, J.
Hoogenkamp, J. C. Hofman, J. H. v. d. Borght
G. J. M. Roes.
moemd is bot ontvanger der dir. bel. te
awater G. A. Schot te Rotterdam.
te Roosendaal (stat.) P. J. Bogaert, aldaar.
J. d. Blaauwen te Rotterdam, mej. E.
te Den Haag. W. K. Huyser te Stellen-
Huisman te Vogelenzang (gem. Bloe-
1). W. C. v. Geen be Bodegraven, G.
laai te Ede, F. Wiegman te Oostwold
Ildwolda), M. A. Visser te Sluis. E. Slag-
Jroningen B. Westerbroek te Apeldoorn,
Doremalen te Dongen, mej. M. v. Ra-
Rotterdam; in in zilver aan: W. de
Oud-Beijerland. A. v. Houten te Leeu-
irdcn, J. Pasman te Markelo, G. Dijkhuizen te
m; in goud aan
NUkerk. J. de Graaff 1
J. _de Rek te
derd is tot officier In de orde van
Oranje-Na-ssau N. C. F. van Ginkel te Leiden.
d zijn tot ridder in de orde van Oran-
i: R. A. Palm te Apeldoorn. H. Mis-
Utrecht. E. Claassen te Bladel, A.
CONSULATEN
De heer W. N. H. v. d. Vorm Is erkend en
egelaten als consul-generaal van Denemar-
ïn te Rotterdam.
LEGER EN VLOOT
k(L^ewaat?t v «ij d*n Stralen staf de
Kapitein J. X. Baaij. van het 5e reg. inf.
r?m.25!ll!2.n «*nfesteld bü het wapen der
artillerie tot kapitein ondersch. bij het korps
rijdende art. en de luchtvaartafd., de le luits
Ja. Porthelne en Ir J. C. Kok.
Benoemd en aangesteld bij het dienstvak der
intendance tot kapt.-luit. de le luits. B. G.
Pecreboom en P. v. d. Heide. reap, van he korps
pont. en torp. en het 8e reg. inf.:
aan den officier marinestoomv.d. le bL .T. A.
de Veer is wegens langdurigen diensb eervol
ontslag verleend;
bevorderd zijn tot officier marinestoomv.d. le
kl. de off. 2e kl. A. A. Bruins. H. Embroek A.
Kon. Marli
reserve C. M. de Hager; tot lult. di
bij de Kon. marine reserve, de 2e lu
rinlers bü die reserve P. C. Sehr
■g. inf. Is eervol ontslag vei
benoemd en aangesteld zijn
indheJd 2e kl. de d.pl. vaa
3e kl. bij die
vel dart., a
i het 13e r
selale diens'
o-lult. Mr G. J. Coi
iet reg. jagers.
H. v. Terwlsga, belden i
De verlaging van de
graanrechten
Een dankbetuiging
Het gemeentebestuur van Barneveld heeft
in zijn vergadering van gistermiddag beslo
ten tot het zenden van het volgende tele
gram aan den minister van landbouw:
„Uw beslissing verlaging graanrechten en
handhaving exportpremie eieren geeft
f 250.000 verlichting per jaar aan de pluim
veehouders in deze gemeente. Spreken thans
daarvoor onzen hartelijken en oprechten
dank uit".
DE NEDERLAND EXPRES
De N.V. Stoomv. Mij. Nederland meldt,
dat de speciale trein met passagiers en ,post
in aansluiting op het d.d. 7 Mei 1937 van
Genua vertrekkende ms. Christiaan Huy-
gens Donderdagmiddag 6 Mei om 14.30 van
Den Haag s.s. zal vertrekken. Vertrek van
Utrecht c.s. 15.26 van Arnhem 16.18, van
Zevenaar 16.38.
Vertrek van de aansluitenden trein naar
Utrecht- van Amsterdam C.S. 14.22, van Am
sterdam W.P. 14.36. De aansluitende trein
van Rotterdam Maas vertrekt om 14.13 aan
komst Genua Vrijdagmorgen a.s. te 11.40.
H.K.H. Prinses Juliana verlaat het gebouw van het Ned. Roode Kruis te Den Haag
waar zij gistermiddag een aantal onderscheidingen uitreikte.
DE NATIONALE
BLAUWE WEEK
Opwekking tot belangstelling
Onderteekend door de heeren Ds. B. E.
J. Bik, C. J. Toebes en W. C. F.
S c h e p s, zendt men ons het volgende
schrijven:
De gezamenlijke drankbestrijdingsorgani-
saties in Nederland plegen nu al geruimen
tijd tusschen Hemelvaart en Pinksteren elk
jaar hun z.g. Blauwe Week te houden. Door
verkoop van het blauwe bloempje, de uit
gave van een Blauwe Week Courant in
enkele honderd-duizenden exemplaren en
door het organiseeren van vergaderingen en
meetings vragen zij de bijzondere aandacht
van ons volk voor den strijd tegen het Alco
holisme.
Wij zullen de noodzakelijkheid van deze
actie niet in den breede gaan betoogen noch
dit artikel staven met reeksen van cijfers
feiten. Ieder Nederlander die met open oogen
door de wereld gaat weet dat de macht van
het alcoholisme nog lang niet is gebroken,
al openbaart die macht zich in deze .tijd
weer in anderen vorm dan misschen 40 50
jaar geleden. Het jenevér-alcohbllsme heeft
plaats gemaakt voor bier-alcoholisme. Maar
alcoholisme is er nog en deze gevaarlijke
vijand van ons volksleven, die onze heiligste
goederen rooft en onze beste waarden kapot
maakt, vraagt van ons dat wij hem voort
durend bekampen in ongebroken kracht.
Protestantsch Christelijk Nederland kent
eigen afzonderlijke organisaties die de actie
voeren om ons volk te winnen voor de ge
dachte van de nuchtermaking en die orga
nisaties hebben hun centrale in „Enkrateia",
waarvan onze minister van Onderwijs voor
zitter is. Daarnaast doen deze organisaties
van harte en gaarne mede aan een gemeen
schappelijke tiendaagsche veldtocht, die de
beteekenis van deze strijd weer eens ze
het centrum van de belangstelling van het
Nederlandsche volk.
Aan de vooravond van onze nationale
blauwe week, die op de Tweede Pinkster
dag a.s. zal worden gesloten met een groot-
sche demonstratie, die dit jaar te Arnhem
zal plaatsvinden, vragen wij aan onze geest
verwanten dat zij kennis zullen nemen van
onze beweging, onze geschriften en zeker
niet in de laatste plaats van onze argu
menten.
Krachtens de eisch der naastenliefde leg
gen wij Prot. Chr. Bestuursleden van de
Nationale Blauwe Weekcommissie dit
verzoek aan de consciëntie van de lezers
onze Christ, dagbladpers.
De donkere macht van het alcoholisme
heeft al zooveel zielen schade berokkend
voor tijd en eeuwigheid en aan de zaak van
het koninkrijk Gods zoo ernstig afbreuk
gedaan. Wij mogen niet door ons stilzwfj
gen en toezien ons mede schuldig maken
aan dit groote kwaad en wij mogen naar
onze innige overtuiging dat ook niet doen
doordat wij mede de drinkgewoonten in
stand houden.
In de naam van den Barmhartigen Hoo-
gepriester, die tot redding van een gevallen
wereld, Zichzelve gaf tot een levend offer
en Die niet anders begeerde dan het doen
van den wil van Zijn Vader, richten wij dit
ernstig dringend verzoek tot allen die dit
lezen. Helpt ons in de strijd en sterkt
handen daartoe. Wil in de Blauwe Week die
weder aanstaande is eens ernstig Uzelf de
vraag stellen of nog altijd het advies
wijlen dr. A. Kuyper, niet ernstige overwe
ging verdient, die ons volk toeriep, dat het
de drank doen zou uit zijn huis en van zijn
tafel.
De samenleving zou bij opvolging
deze goede raad wel varen, menige ziel
er door uit verzoeking gered worden, ja
wat meer is, de zaak van het koninkrijk
Gods zou er door worden gediend.
GEMENGD NIEUWS
Een raadselachtig geval
Bejaarde echtelieden bewusteloos
aangetroffen
In een huisje op den Westersingel te
Amersfoort heeft zich gister een raad
selachtig geval voorgedaan. Toen daar in
den ochtend buren tot de ontdekking waren
gekomen, dat de bewoners, de 65-jarige
Mijntje Veldhuizen en haar echtgenoot, de
73-jarige C. Voskuilen, zich tegen hun
woonte nog niet buitenshuis hadden bege
ven, werd de politie gewaarschuwd. Deze
verschafte zich, geassisteerd door een
omwonenden, toegang tot de woning, v
men een schrikwekkende ontdekking d
Op den grond van de alkoof, welke
slaapvertrek diende, trof men de beide ech
telieden buiten bewustzijn aan.
De toestand van de vrouw bleek buiten
gewoon ernstig te zijn, die van den
was minder zorgwekkend. Beiden werden
naar het rJc. ziekenhuis vervoerd. Omtrent
de oorzaak van het geval tast men in he
duister. Zeker is echter, dat hier geen gas-
verstikking in het spel is.
Autobotsing met vier gewonden
In de kom van het dorp Z u i d h o r n, zijn
gisteravond omstreeks zeven uur twee per
sonenauto's, met elkaar in botsing gekomen.
In de richting Groningen reed een
auto, waarin behalve den chauffeur gezeten
waren de heer en mevrouw Steenhuis uit
L e e n s en mevrouw Thiessen uit Z u i d-
horn.
Met vrij groote snelheid wilde een Frie.
sche auto eerstgenoemde auto passeeren.
Hierbij kwamen de beide voertuigen in
botsing. In de Friesche auto was slechts
een persoon geeeten, die geen verwondingen
bekwam. Van de andere auto, werden alle
vier inzittenden licht gewond.
Na door een geneesheer te zijn verbonden,
konden de slachtoffers naar hun woning
terugkeeren.
WOENSDAG 5 MEI
HILVERSUM I 1875 51. NCRV.-Uitzending.
6.30700 Onderwijsfonds voor de Scheep
vaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie, ge
wijde muziek (gr.pl.). 9.30 Gelukwen-
schen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Mor
gendienst. 11.00 Sopraan en piano. 12.00
Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30
Kwintetconcert. 2.30 Postzegelpraatje.
3.00 Viool en piano. 4.45 Felicitaties. 5.00
Kinderuur. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.30
Causerie over het Binnenaanvaringsre-
glement en gramofoonmuziek. 6.30 Cau
serie over het Binnenaanvaringsregle-
ment en stoommachines. 7.00 Berichten.
7.15 Landbouwhalfuur. 7.45 Vrouwen
V.U.-Plan 1937, causerie. 8.00 Berichten
ANP. Herhaling SOS-Berichten. 8.15
Christ. Gem. Zangvereeniging „Oudwijk"
en het NCRV-orkest m.m.v. solisten. 9.00
Voor jonge menschen. 9.30 Vervolg con
cert (Om 10.00 Berichten ANP). 10.45—
12.00 Gramofoonmuziek. Hierna: Schrift
lezing. (Eventueel schaakuitslagen).
HILVERSUM H 301 M. VARA-Uitzending.
10.00—12.20 v.m. VPRO. 6.30—7.00 RVU.
7.308.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek.
9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwij
ding. 10.20 Declamatie. 11.00 De sfeer in
huis. causerie. 11.30 Het niet altijd wer
kende land, causerie. 12.151.45 VARA-
orkest en gramofoonmuziek. 5.30 VARA-
orkest. 6.30 Gedachten-complexen uit
dezen tijd, causerie. 7.00 Zang. 7.30 Vrij
zinnig Protestantisme Nationaal, causerie.
8.03 Berichten ANP. 8.15 „De Stem des
Volks", Residentie-orkest en soliste. 9.10
reclamatie. 10.00 Berichten ANP, 10.30
Orgelspel.
DROITWICH 1500 M. 11.05 Orkest en solist.
12.05 Orkest. 2.50 Pianovoordracht. 3.20
Vesper. 4.10 De „Phantom Five" en
solist. 5.40 Fransche causerie. 6.00 Zang.
7.00 Muzikale causerie. 9.30 BBC-orkest
en soliste.
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Jacbara-
orkest en zang. 4.05 Gramofoonmuziek.
4.50 Pianovoordracht. 7.35 Zang. 7.50
Omroeporkest.
KEULEN 456 M. 11.20 Omroeporkest. 1.35
Gevarieerd concert. 5.35 Omroepstrijk-
kwartet en solisten. 6.35 Mannenzangver-
eeniging. 7.20 Uit Brussel: Omroepsym-
phonie-orkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Om
roeporkest. 5.50 Kleinorkest. 6.20 Klein-
orkest. 7.20 Omroepsymphonie-orkest.
8.05 Gramofoonmuziek. 8.20 Vervolg con
cert. 10.0510.20 Gramofoonmuziek.
484 M.: 12.30 Omroeporkest. 4.25 Klein
orkest. 7.20 Uitzending ter gelegenheid
van het „Feest der Infanterie".
Vergiftigde haver
Door de politie te Gouda wordt bekend1
gemaakt dat ten nadeele van een landbou
wer 12 zakken zaaihaver zijn ontvreemd.
Deze haver is door middel van Ceresan ont
smet tegen kiemschimmel; hierdoor ligt over
de haver een blauwe gloed. Ceresan' is een
poeder dat vergiftig is. Zouden paarden of
andere dieren deze haver nuttigen dan zou
dit de dood tengevolge hebben. Op sommige
zakken staat de naam A. Boersma, Scheem-
da. Daar elk spoor der daders ontbreekt
wordt medewerking yan deskundigen inge
roepen,
REDDER GEHULDIGD
De President der V.S. heeft aan den oud-
gezagvoerder ter koopvaardij, den heer H. J.
C. Zindler destijds kapitein van het s.s.
„Hercules", een gouden medaille verleend
als blijk van waardeering voor de redding
van de opvarenden van den Amprikaanschen
schoener .Augusta G. Hilton" op IS Augus
tus 1936 bij San Juan, Porto Rico,
LANDBOUWER NEERGESLAGEN
Voor de rechtbank te Maastricht ston
den terecht de 21-jarige G. M., de 23-jariga
P. R. H. en de 18-jarige J. de R., allen ge
detineerd. In Februari van verleden jaar
waren zij gedrieën gemaskerd op het erf
van Fr. Th. Boesten te Merkelbeek
doorgedrongen en toen zij B. ontmoetten
hadden twee hunner M. en H., den bewoner
bewusteloos geslagen.
Het O.'M. eischte tegen M. en H. elk tw e e
jaar gevangenisstraf en tegen de
Rdie niet geslagen had en door M., die do
aanstichter van de onderneming was. was
meegelokt, een gevangenisstraf
van negen maanden.
VOETGANGSTER AANGEREDEN
Toen mej. Klijsen cafehoudster te Kaats
heuvel, om ongeveer half drie den rijweg
aldaar wilde oversteken is zij, waarschijn
lijk door eigen onoplettendheid. door een
taxi uit Tilburg aangereden.
In zeer zorgwekkenden toestand is do
vrouw per ziekenauto naar het R.K. zieken
huis te Tilburg vervoerd.
\yCR44AAL UIT RET
LEVEN DER ESKIMO^
~==]500R «E&INA V. D. 4HAUW- VELTMAN
(18
Men doodde dieren om vleesch in de pot en huiden voor
kleeren te hebben. Waarvoor doodden de menschen daar
elkaar? Had men als mensch meer noodig dan eten om de
buik te vullen en kleeren en traan om warm te blijven
Watkins lachte om wat zij zeiden, maar stemde toch toe,
dat ze gelijk hadden.
Twee zomers geleden had Ikanoff met nog enkele mannen
van de nederzetting iets vreemds beleefd, vertelde Jessie op
haar beurt.
Zij hadden, toen zij ver van de nederzetting op de robben
vangst waren, in 'n afgelegen baai een vreemd voorwerp ge
vonden, dat zij eerst voor 'n boot hadden aangezien. Het bleek
een groote vogel te zijn van ijzer en hout, die uit de lucht ge
vallen was en half verpletterd was door de klap waarmee ze
op het water terecht gekomen was.
Ikanoff en de mannen waren er met de kajak heengeroeid
en hadden in het vreemde toestel twee mannen gevonden, die
met riemen op een zitbank van hout en leder zaten vast
gesjord. Met groote moeite hadden de Eskimo's hen met
hun messen los gesneden en de mannen uit hun moeilijke
positie verlost.
Half ziek van angst en ontbering der laatste dagen hadden
de beide mannen een week bij de Eskimo's doorgebracht.
Toen had men hen met een kajak naar de dichtsbijzijnde
kustplaats gebracht, waar een boot hen had opgenomen.
„Die vogel van hout en ijzer was een vliegmachine", zei
Watkins opgetogen.
„Is de aarde dan niet ruim genoeg, dat de menschen ook
de lucht nog schijnen noodig te hebben?" vroeg Jessie kalm.
„Kunnen wij in 't najaar en voorjaar niet met de sleden
groote afstanden afleggen? En 's zomers als het ijs gesmolten
is met de kajaks gaan waar wij willen?''
„En de blanke menschen dan", viel Soak bij. „Hebben zij
niet die groote sleden op wielen, die gij spoortreinen noemt
en die, naar gij zegt, veel sneller gaan dan het snelste hon-
denspan? En de groote booten van de walvischvaarders,
waarbij onze kajaks vuurhoutjes zijn?"
,Ja. Maar de vliegmachines gebruikt men om in korte tijd
groote afstanden af te leggen".
„Dat is iets geweldigs om mee te maken", viel Watkins
opgewonden uit.
Maar zijn hoorders bleven kalm en zaten hem zeer gelijk
moedig aan te zien.
„Waarom zal men zoo'n haast maken'', zei Jessie zacht.
„Na vandaag komt er weer een nieuwe dag".
Watkins lachte luid en zei, dat het jammer was, dat de
blanke menschen haar niet konden hooren.
„Wanneer een meeuw op het water daalt, verheft hij zich
weer in de lucht en vliegt waar hij wil, nadat hij zijn buit
veroverd heeft. Maar de vogel van hout en ijzer, die de witte
mannen gemaakt hebben, valt stuk en als onze menschen
ze niet geholpen hadden waren ze nog verdronken boven
dien". spotte Jessie, terwijl een lach haar kleineerende woor
den verzachtte.
Het kwetste haar, dat de menschen niet genoeg hadden
aan de aarde en het water, en dat ze nu ook de lucht nog
voor zich opeischten. De Geesten zouden dit nooit goed
vinden, dacht zij stil en hun wraak zou de blanke menschen
treffen.
Maar Watkins. handig in woorden als hij was, bracht het
gesprek op de reis, die hem wachtte. Hij noemde namen van
mannen van andere verspreide nederzettingen, waarvan Jessie
ook een enkele wel kende van hun geregelde jaarlijksche reis
naar de kustplaats.
Watkins verwachtte veel succes van zijn reis, gezien de
vele goede levensmiddelen, die hij met zich voerde, benevens
de stukken tabak en ammunitie voor de buksen. Tegen de
winter hoopte hij een boot op te pikken, "die hem over de
Hudson-baai brengen zou. Hij verheugde er zich nu al vast
op, zijn familie weer te zien.
Al pratende haalde hij een mooi glimmend mes voor de
dag en vroeg of Soak zoo goed zou willen zijn het van hem
aan te nemen, daar hij bij 't gebruik ervan nog eens aan hem
denken zou.
Soak voelde het bloed naar zijn wangen stijgen. Gaf deze
vreemde man, die hij zeker nooit begrijpen zou, nu toch zoo'n
present voor de zeehonden, die ze pas geslacht hadden? Of
dacht hij daar in 't geheel niet meer aan?
Maar het mes, waar de vlam van de traanfamp in flikkerde,
was al te verleidelijk voor hem. Met schitterende oogen nam
bij het in z'n handen en streelde het, terwijl hij bedacht, dat
hij zeker deze nacht nog iets verzinnen zou, om dezen goeden
man mee te geven.
Even daarna maaktqp ze zich gereed voor de komende
nacht. De mannen gingen eens kijken of met de honden alles
in orde was. Jessie en Nini legden zich neer op de rustbank,
die Watkins met zeer eenvoudige middelen achter in 't ver
trek ten behoeve van Jessie had gereed gemaakt.
Even daarna sliepen allen in. De groote eenzaamheid die
om hen stond in de eindelooze sneeuwvelden, waar beer en
poolvos loerend op roof uit gingen, verontrustte hen niet.
De uitgestrekte Poolzee lag grimmig en grootsch onder
een zwarte hemel, waarin millioenen sterren stil te pralen
stonden.
De volgende morgen waren de Beide mannen weer vroeg
op en ook Jessie haastte zich een goed toebereid maal voor
haar gast in gereedheid te brengen.
Watkins, gehoipen door Soak laadde opnieuw zijn sleden
op en liep fluitend heen en weer. Dit oponthoud had ook
hem goed gedaan. Het bewustzijn, goed en nuttig voor an
deren te zijn geweest, vormde als 't ware een tegenwicht tegen
de ontevredenheid, die hem dikwijls plaagde over vroegere
domme daden in zijn leven. En de hartelijkheid en verzach
tende invloed van deze goede vrouw hadden herinneringen
in hem wakker geroepen aan zijn eigen goede moeder, naar
wier wijze woorden hij vroeger dikwijls niet had willen
hooren.
Hij had hun de raad gegeven nog een paar weken op deze
plaats te blijven, opdat Jessie voor zij de reis gingen vervol
gen weer heelemaal genezen zou zijn. En zoo hadden ze dan
ook besloten.
Er was volgens Watkins. toch geen sprake van dat „de
Laura voor die tijd de kustplaats bereiken zou.
En nu bii 't gereed maken der sleden zorgde hij. dat van
die levensmiddelen, die hij voor hen noodig achtte, geduren
de die tijd. genoeg achter bleef. (Wordt vervolgd)