Ons koH verhacilfH De vergissing door Th. v. Dalfsen fToen Toon van Gaar dien avond thuis kwam, yond hij naast zijn krant een rose-kleurig briefje. >,Is ook in de bus gestopt", verklaarde zijn hospita jiader. >(Maar dat is toch niet voor mij", stribbelde Toon togen. ,,'t Is voor Uwes, kijkt U maar. Uw naam staat er op" lichtte de accurate juffrouw in. Met een zuoht nam Toon het rose blaadje weer op cn las nog eens, alsof het hem nu duidelijker zou Worden: Mijnheer! We rekenen stellig op Uw aanwezigheid op onze bazar, die we houden zullen op 21, 22 en 23 April van 8—10 uur n.m. in zaal Lange- straat 989. Een keur van attracties zal U daar het verblijf veraangenamen. Treedt tevens toe als lid der VJ3.Z. Het uitvoerend comité van de Vcrecni- niging tot Bevordering van Zuigelingen zorg. Hij streek zich door zijn weerbarstige haren, een beweging, die hij altijd placht uit te voeren, als bij in een lastige situatie verkeerde. Het was duidelijk, de dochter van zijn patroon, Julie van Noot, had dat briefje bij hem in de bus gestopt. En een wensch van Julie was voor hem zooveel als een gebod. Hij wilde namelijk als het maar ecnigszins mogelijk was, Julie ter wille zijn, om haar zoo gunstig mogelijk jegens hom te stem men met het oog op de plannen die hij koesterde. Ilij wilde, als de tijd rijp was, Julie tot vrouw ivragen, en daarom zooveel mogelijk bij haar èn baar moeder in het gevlei komen. En hier was weer zoo'n gelegenheid, uie hij moest gebruiken. U hebt al gemerkt, Toon was een jongmensch met overleg. Dus besloot hij te gaan. Na het eten maakte hij zich gereed voor de reis naar Langestraat 898. Ja, 't was toch 898? Even op het briefje kijken. Waar is het zoo gauw gebleven? „Juffrouw". Een hoofrt verscheen: „Wat belieft mijnheer?" „Hebt U dat verdacht gekleurde briefje meegeno men?" Het hoofd grijnsde: „Ligt in de kachel!" „Dank U", zei Toon. *t Geeft eigenlijk niks, dacht Toon, ik zie het immers wel als het adres verkeerd is. Hij liep nog even bij een vriend aan, om te vragen of die soms mee ging. „Tot mijn spijt ben ik verhinderd", zei deze, toen bij het zonderlinge doel van Toon's reis vernam. Die spijt trok Toon eohter sterk in twijfel, het lachende gezicht van den spreker in aanmerking genomen. Zoo ging hij dus alleen op weg. Langestraat 898, repeteerde hij onderweg. Wat was dat ver! Na ©en half uurtje was hij in de Langestraat. Num mer 1 moedigde een nummerbordje naast een deur bem aan. Toon zuchtte. Na een kwartier was hij bij nummer 547. „'t Schiet op", dacht ie optimistisch. Nog binnen ©cn half uur stond ie voor het perceel 898. „Een net zaaltje", dacht Toon. Hij zag echter niemand meer in de vestibule, dus ging hij zoo maar binnen. Op goed geluk trok hij een deur open en daar stond hij achterin de volle zaal. Voor op het podium stond een mijnheer te spreken met een stentorstem. Waarschijnlijk de openingsrede, vermoedde Toori. Hij ving brokstukken van zinnen op: allen de schouders er onderwater tot aan de lippenduizenden levens verloren Met een krachtige zin besloot de begaafde spreker zijn toespraak: Dames en heeren, het is uw plicht, uw dure roeping, de handen inéén te slaan en onze vereeniging te steunen. Hierbij verklaar ik de bazar voor geopend". Een langdurig en da verend applaus was den verhitten en vexmoeiden spreker een .klinkende" belooning. Tot zijn groote verbazing zag Toon, dat deze rede naar niemand minder was dan mijnheer Koot, de boekhouder van Van Noot. Hij wist wel dat Koot een sportief mensoh was, maar dat zijn sportivi teit zich zoo ver uitstrekte, had hij nooit vermoed. Temeer daar Toon wist, dat de boekhouder een verstokt vrijgezel was, die zich voor het huwelijk of voor kinderen volstrekt niet interesseerde. Er werden deuren geopend. En de menigte stroom de een aangrenzende zaal in, waar de bazarge- neugten stonden opgesteld. Toon dwaalde eens wat rond en zag groote doeken dwars door de zaal gespannen,waarop geschilderd stond: „Bindt de strijd aan tegen het natte ele ment" en ,,Leer Uzelf helpen". Verder las hij nog „Ieder oprecht Nederlander steunt onze Vereeni ging" en „Redt Uzelf". Vooral de twee eerste leuzen brachten Toon niet weinig in verbazing: „Bindt den strijd aan en „Leer U zelf helpen". Hij tikte een lid van de orde-commissie op de schouder en wees vragend naar het spandoek. „Ja mijnheer", zei de aangetikte met iets weemoedigs in zijn &tem, „ons ideaal mijnheer, waarvoor we strijden. Ieder helj>e zichzelf. Groot en klein. Jong en oud, rijk en arm. Maar helaas zijn er nog zoo veel, die het zelf niet kunnen!" Stom van verbazing bleef Toon den vertrekken- den man nastaren. Na een poosje liep hij weer door, een nieuw spandoek! „Ook de jeugd moet van onze leuzen doordrongen worden. Help Uzelf!" „Ja, ja", dacht Toon neerslachtig. „Die mijnheer was daarstraks al zoo pessimistisch gestemd over de zelfhulp der volwassenen. Met de jeugd zal het heelemaal wel bedroefd er bij staan". Hij liep de zaal weer eens door, in de hoop een glimp van Julie op te vangen. „Weet je wat", dacht Toon, „ik zal nog eens vra gen of ik toch wel aan 't goede adres ben". Maar wal moest-ie vragen. „Mijnheer ben ik hier op de zuigelingenvereeni- ging" of zoo iets? Maar dat ging toch niet! Hij wist het al. „Juffrouw", klampte hij een bejaarde dame aan. „Dit is toch de bazar van V.B.Z. nietwaar?" ,,U bedoelt natuurlijk de V.Z.B.? Ja hoor, dan bent U aan ;t goede adres", deelde de dame minzaam mede. Dus voegde Toon zich onder hen, die hun geluk beproefden bij het sjoelen, kegelen, schieten, grab- Hyacinlhen staan thans in volle bloei. Op het podium stond een mijnheer te spreken.,. belton, raden, trekken en spijkers slaan. Na een uurtje kwam hij uit de rumoerige massa te voor schijn, „verrijkt" met een groote chocoladepop, waarvan hij het juiste gewicht goraden had, twee paar slaapsokken, die hij met sjoelen gewonnen had en enkele doosjes sigaretten die niet te rookan waren vanwege de kwaliteit. Hij ging nu maar naar huis. Hij kon morgen tenminste aan Julie vertellen dat-ie op de bazar geweest was. Thuisgekomen, verblijdde hij zijn hospita met de slaapsokken, schonk de sigaretten aan haar man en gaf de chocoladepop aan haar zoontje. De volgende morgen zat hij Julie popelend op to wachten. Het was al over tijd toen zij kwam. „Moe van de bazar?" vroeg Toon galant. „Ja, een vreesclijk vermoeiend werk", zei Julie. „Zeg", zei Toon in hot koffie-uurtje, „je schijnt goed thuis te zijn in die Zuigelingenverceniging. Nu moet je me eerst eens enkele onbegrijpelijke dingen verklaren. Ie. Wat beteckenen die span doeken met die zotte opschriften. 2e. Waarom is meneer Koot voorzitter van die vereeniging en ten slotte waarom was jij noch je moeder op de ba zar?" „Je bazelt", antwoordde Julie afdoende, terwijl zo nog enkele woorden bezigde, die ik U onthouden zal. Het slot van het gesprek was, dat ze beiden een weddenschap aangingen, waarbij Julie betuigde dat er geen spandoeken en geen mijnheer Koot op de bazar aanwezig waren geweest, terwijl Toon beweerde, dat dit wel het geval was. De volgende avond gingen ze samen naar de Langestraat. „We zijn er", verkondigde Toon, toen ze bij nummer 898 aangeland waren. „Welnee" zei Julie, de bazar is op nummer 989". „Ga dan mee naar binnen", beval Toon, zeker van zijn overwinning. Ze gingen binnen. Na een paar minuten stonden ze weer op straat. Toon mompelde: „t Scheelde toch niet veel: V.Z.B. De Vereenigde Zwembond". ,,'t Scheelde anders heel wat", weerlegde Julie. „V.B.Z.: Vereeniging tot Bevordering Zuigelingen zorg". Toon vertelde laatst, dat hij en Julie in de eerste tijd geholpen waren bij de opvoeding van hun kinderen door de V.B.Z. cn dat die taak gedeelte lijk al spoedig overgenomen was door de V.Z.B. Hij wenschte beide instellingen, om hun nuttig werk, nog een lang leven. Het nut der sprinkhanen Zooals in de tijden van het Oude Testament, zoo strijken ook nu nog groote sprinkhanenzwermen over Egypte neer, alles vernielende. Om ze te kunnen bestrijden gebruikt men tegenwoordig vliegtuigen en het is een kleine ironie van het lot, dat mon ertoe is overgegaan do olie uit de sprinkhanen voor vliegtuigmotoren aan te wen den. De uit de lijven der sprinkhanen gefiltreerde olie bevriest heel moeilijk en is daarom voor vliegtuigen op groote hoogten zeer goed geschikt Losse nummers Zondagsblad Gaarne zijn wij bereid, voor zoover de voorraad strekt, onze lezers aan losse nummers Zondagsblad te helpen. Wij brengen daarvoor 5 ct. per nummer in rekening en verzoeken vriendelijk het bedrag gelijk bij de bestelling te voldoen. DE ADMINISTRATIE 212 grondbezitters boeren de officieele naam luidde „zielen" koopt het was nl. nog in den tijd yan de lijfeigenschap die reeds lang zijn over leden, en die hem dus gaarne cadeau worden ge geven; deze fictieve boeren hoopt hij later voor een niet-fictieven prijs te zullen kunnen verkoo- pen). Daar de zaak niet al te ingewikkeld was .en kameraad Sergei bovendien over een rij ka jervaring beschikte, begonnen de statistieken wel dra uit te wijzen, dat onze fabriek was „ge-kom- somoliseerd" en 2000 leden van den Komsomol telde. In de rapporten waren nl. ook meegeteld zij die vroeger op de fabriek hadden gewerkt en die reedd waren overleden. Maar het meest interessante gebeurde eenige da gen ma het verschijnen van een enthousiast artikel in de „Komsomolskaja ^rawda", waarin de „voor beeldige fabriek" de „heldhaftige secretaris" enz. .werden geprezen. De Centrale Controle-Commissie vaardigde een instructeur naar ons af, teneinae den groei van den fabrieks-Komsomol na te gaan. Maar onze kameraad Sergei wist ook hier raad. In iedere afdeeling van de fabriek werd de in structeur omringd door de oude leden van den Komsomol (die van tevoren de noodige instruc ties hadden gekregen van Sergei), die deden alsof zij pas lid van die organisatie waren geworden. De instructeur stelde hun eenige vragen. Wel, menschen. hoe gaat het bij u? Alles voor honderd procent in orde ant woordden de „nieuwelingen". De instructeur overtuigde zioh van den groei van den fabrieks-Komsomol en vertrok met de mooiste verwachtingen en in uitstekende stemming. Ser gei kreeg premies. Ove.ral werd onze fabriek als voorbeeld genoemd als een onverwoestbare „cita del" van de proletarische revolutie. Indien er ook .op de andere fabrieken volgens zoo'n methode Russisch straatzangerdie in zijn havenXooze ■plunje van dorp tot dorp trekt. werd gerekend, dan zou het interessant zijn, het ware totale aantal leden van den Komsomol te weten te komen. Op de fabriek verliepen de dagen eentonig en ver velend. Ik sloot vriendschap met Petka (verklein- naam van Peter), een grooten gezonden kerel. Hij was lid van den Komsomol, evenals ikzelf. Wij praatten dikwijls met elkaar, als wij na het werk naar den stadstuin bij de fabriek gingen, of in de fabriekskeuken gingen eten (dit eten bestond daar alleen uit vinaigrette en pap). Wij waren jong en maakten ons ongerust over ecnigo tekortkomingen in onee afdeeling. Wij hadden heel veel arbeiders die „voor het oog" werkten, Ü.w.z. alleen dóérvoor, om de onderdeelen af to leveren en hoè zij er uitzagen, dat kon hun heelemaal niets schelen. In elk geval leverden zij, Eooal niet uitsluitend onbruikbaar goed, dan toch zeker voor vijftig procent uitschot af. Heel velen hadden zich geoefend en gespecialiseerd in het misleiden van de contróle. Petka was een eerlijko kerel en besloot dit kwaad tot eiken prijs uit ito roeien. Dima, weet jo wat, laten wij de zaak eens aanpakken wij zullen de jongens eens bijeen roepen, maar eerst alleen die van ons. Wij zul len een pioniersploeg vormen en laten zien, hoe gewerkt moet worden; dat geknoei van hen zul len wij ontmaskerenSchurken! Zoo gaat het niet zij bederven alles, Dima! Ik was het er mee eens, ik was er al lang woe dend over, en ik sprak mijn vader er dikwijls over. Maar die haalde slechts de schouders op: Dat is niet te verbeteren, mijn vriend. Hier moet wat anders gebeuren. Zij hebben er allemaal weinig belang bij. dat belang moet worden aan gekweekt en vooral matèrieel belang en kans op winst. Ik protesteerde. I .(Wordt vervolgd) WAT DEZE WEEK DE AANDACHT TROK DONDERDA GA VOND OVER DE ZEGETOCHT van Colijn (de uitdrukking is van een rood scribent) hier geen woord. Men kan ook van het werkelijk goede te veel krijgen. Liever zul len we straks iets schrijven over de zegetocht van Colijn dóór de stembus. Wel gunnen we gaarne ieder het zijne en dus ook elke poli tieke partij in ons land, maar voor Colijn hopen we toch op een „bizonder deel", want daaruit zou blijken, dat ons volk goed bij zijn positieven is gebleven en soliede herstelarbeid weet te waardeeren. Herstelarbeid, welke vruchten afwerpt, dage lijks meer. Al zijn wij niet zoo dwaas de ken nelijke opleving geheel of voor het grootste deel op rekening van het regeeringsbeleid te schrij ven. Overheidsmaatregelen kunnen veel doen; in een klein land als het onze zijn ze echter absoluut ontoereikend om tastbare invloed op de wereld-welvaart te oefenen. De overheid kan slechts leiding geven. Daarin schoot dit kabinet im groszen und ganzen niet tekort en daarvan zien we nu de rijpende vrucht. Want waarlijk, het gaat ook bij de wassende welvaart op een zegetocht lijken. Zie allereerst maar opn euw de werkloosheids cijfers, welke we hier ter plaatse weer vast leggen voor later gebruik: Van de tegen werk loosheid verzekerden, niet behoorende tot de landarbeiders, waren de geheele week werkloos: In de week 5 t/m. 10 April 1937 26.6 pet. In de vorige verslagweek (22 tjm. 27 Maart 193T) 27.7 pet. In de overeenkomstige week van 1936 30.1 pet. In de overeenkomstige week van 1935 28.1 pet. Een mooi percentage beneden 1936 en ook aar dig onder 1935met dankbaarheid maken we er melding van van. Natuurlijk, dat moet ook wel, als men bedenkt hoeveel werken in de laatste weken zijn aan besteed en dat men zelfs eenige opleving in de bouwnijverheid verwacht, waar men nog weinig perspectief kon ontdekken, omdat hier zooveel overproductie was. Merkwaardig is wel. dat in sommige gemeenten, bv. in den Haag, de groote huizen, waarnaar lange tijd niet de minste vraaq wasweer grif van de hand gaan. Voor inzinking van het bedrijfsleven schijnt nog geen gevaar te zijn. als men leest wat nog gebeuren moet. Over enkele jaren zal Utrecht een gansch ander aanzien bieden op tal ran punten door de veranderde toestanden op spoor weggebied. De berekening is. dat de werken in 1910 totaal gereed zullen zijn en naar het zich thans laat aanzien, zal men dit ook wel kun nen bereiken. De werken vorderen een bedrag van 7.50 00, waaraan de Spoorwegen, de gemeente Utrecht en het Werkfonds bijdragen. De Stoomvaartmaatschappij „Nederland" gaat over tot de bouw van een nieuw passagiers schip. Te Maastricht breidt de rubberindustrie zich aanmerkelijk uitBinnenkort zal het personeel met 200 man (óf vrouw) uitgebreid kunnen worden; als eerst de nieuwe werkplaatsen maar gereed zijn. Orders zijn er genoeg. Bij Schiphol wordt een nieuwe hangar ge bouwd; het luchtverkeer ontwikkelt zich steeds verder. In de Wieringermeer komen straks 47 boer derijen beschikbaar; de landprijzen en pachten stijgen in de laatste maanden aanzienlijk: on rustbarend mag men misschien wel zeggen. Naar Boskoop trekken de buitenlanders weer met volle touringcars; naar Busland gaat de haring, naar Londen de boter in volgepakte tonnen. En. om bij de hartelijkheid te bliiven: de zout- industrie, zoowel Jozo als ordinair, verovert gansch de Nederlandsche markt. Daarbij komt, dat de Handelsmissie, welke in Zuid-Amerika nieuwe perspectieven zocht daad werkelijke resultaten behaalde. Argentinië en Chili beloven wat voor de toekomst. Men leze toch wat Ds Sonneveldt. die aan Plancius her innert, er over schrijft. Gevolg van een en ander is, dat het geld weer gaat rollen, thans ook ten bate van de kleine gemeenten, die nü aan de beurt komen om le converteeren (de provincie Utrecht waagde het reeds een 3 pet. leening uit tesch rijven, welke ten volle geslaagd is); maar ook in t voor deel van de arbeiders, die loonsverhooging vei- krijgen. Hopelijk zonder conflicten. Moge ook Asib, de stichting van mevrouw de Jonge, echtgenoote van den vorigen gouverneur- generaal van Ned. Indië, bij de collecte voor de nood der inheemsche bevolkinq. dit merken. Dr Goote merkt in ziin mooie boek over NetL Indië zoo terecht op, dat Asib in veel opzich ten in Indië doet, wat hier door georganiseerde werkloozenzorg geschiedt, en daarom is finan- cieele steun zoo dringend noodig. Men bedenke ook hierbij: de zegenende ziel zal vet gemaakt ivorden; een zegen Gods, welke men zich zelf onthoudt, als men gelijk de oude stumperds in Valk ens waard vnet 7700 in huis armoede en ontbering lijdt. „De gierigheid zal de ziel van haar meester vangen," zegt de Schrift. KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal: 1. Plaats in Voor-lndië 4. Aftrek van rento (afk.) 7. Nasporen. 9. Grove, wollen stof. 10. Vaarwel. 12. Netto (afk.) 13. Zeeëngte 15. Wezen, natuur 18. Samengeeteldhloemigo plant 17. Kringvormig koraaleiland 18. Meisjesnaam 20. Nachtvogel 21. Gebit 23. Overste van een klooster 24. Lidwoord 26. Een Perzische gomsoort 27. Plaats in Gelderland 28. Roofvogel Verticaal: 1. Leer der wederdoopera 2. Onderdeel van een fiets 3. 'n Door de menschelijke stem voorgedragen stuk 4. Hertog 5. Olm 6. Centerboor 7. Plaats in Algerije S. Behoefte 11. Wending 12. Achter 14. Oever, zoom 15. Atmosfeeren. 17. Gehoorzaal 19. Insgelijks 21. Ander woord voor club 22. Rivier in Portugal 24. Plechtgewaad 25. Zeer lange, platte sneeuwschaats OPLOSSING van het Kruiswoordraadsel in het vorige Zoos* dagsblad Horizontaal: 1. Zuiderkruis. 7. Uit. 8. Bep« 9. Akker. 10. Dra. 12. Eer. 13. Met. 14. Hagel, 18. Stars. 18. Loert 21. Elite. 23. Lus. 24 Epe. 25. Aar. 26. Emile. 27. Nto. 28. Die. 29. Dcsertoeren. Verticaal: 1. Zuid-Holland. 2. Ultra. 3. EnkeL 4. Koers. 5. Ieder. 6. Spitsbergen. 11. Agnes. 13. Mafia. 15. Eer. 17. Tol. 19. Oudtc. 20. Temer. 2L Eelde. 22. Talie. 209

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 17