Buirenlcuidscli Overziclih
Van Spokenangst
en Dievenvangst
door C. Key
(Slot)
Die bulletins
Het is afschuwelijkf
De naam van den veldwachter wordt er niet eens
in genoemd. Er slaat gewoon Van G.
(Het is een schande!
(Want wie zijn het, die de nnam en 't adres van
(Frans van Balen hebben ontdekt?
WVie heeft de papieren gevonden in 't bruine jasje?
(Wie anders dan de burgemeester en de veld
wachter!
(Wat hebben die stadse pochhanzen eigenlijk ont-
'dekt? 'n Bos sleutels in de boot.
En die twee zwarte maskers in 't bos!
(Anders niks! Helemaal niks!
De aicven? Geen sprake van. Die waren er al lang
van door!
Nee, als er één is, wien de eer van de geslaagde
vangst toekomt; of liever: als er twee zijn, dan
zijn 't wel de burgemeester en de veldwachter.
Dit wordt ook met vette lettens gedrukt in de
extra editie van 't plaatselijk weekblaadje.
Er staat een grappige advertentie in van kapp^c
Poot.
De sleutels vonden ze in de boot.
Maar met uw stoppelbaard naar Jan Poot.
Belevend aanbevelend,
JAN POOT,
Kapper.
Ja, die Jan Poot kan rijn
dichten!
Hoe het nu eigenlijk gegaan is?
De dieven hadden 't praatje over de spoken rond
gestrooid en iedereen, die in de buurt kwam, op
'n handige manier afgescheept.
Ze hadden de meubelen per roeiboot over de
gracht gevoerd, en dan per auto getransporteerd
«ïaar Amsterdam, waar 'n deel al verkocht was
nan een handelaar in ouderwetse dingen, een
antiquair.
De laatste lading zouden ze juist gaan verslepen,
itoen ze door de jongens werden gestoord. Om van
de jongens af te komen, sloten ze hen in de
achterste kamer. Zo wisten echter niets van do
.verbinding tussen die kamer en de kelder
(Vóór de veldwachter kwam, waren ze al gevlucht.
Ze hadden geen pomp, zodat ze niet met de auto
konden wegkomen. Op de Dijkweg waren ze 'n
eind met een vrachtauto meegereden. En toen
per trein naar Amsterdam gegaan, waar ze te
middernacht aankwamen.
Om twee uur was Frans van Balen door tla
politie-auto gehaald.
„Waar woont Kees?" had de chauffeur gevraagd.
En in z'n verbijstering had ie 't adres opgenoemd.
Ook Kees was opgehaald.
Ze zaten nu al in voor-arrest; hadden alles bekend.
Er was een telegram gestuurd naar de eigenaars
van 't kasteel.
Ja, als ze die jasjes nu maar hadden meegenomen*
As is verbrande turf.
Er is een geweldige serenade gegeven waarover 'f
plaatselijke nieuwsblad niets dan lof had.
Daarna is er 'n maand over gepraat.
Alle bijzonderheden zijn vele malen herkauwd en
opgesierd. En de dieven zitten in de gevangenis
te brommen.
Er wordt beweerd, dat veldwachter Van Geestcrcn
niet aan spoken gelooft.
Trouwens: daar gelooft niemand aan.
Gijs Baars niet. En Van Hekeren niet.
En baas Poot? Niemand weet precies, wat die
gelooft- Want de oude baas Stolk schudt z'n
hoofd, als ze over spoken praten en over dieven.
„Jullie hebben allemaal gelijk!" zegt ie dan, „na
tuurlijk: jullie hebben allemaal gelijk
Dat zegt ie, om er af te komen.
Maar als hij dan weer door de dorpsstraat loopt,
mompelt ie: „Maar d'r zal toch wel ies van waar
zijn. Dat zeg ik!"
Het Zwarte Schaap
door D. Menkens-v. d. Spiegel
Ze waren het er allemaal over eens: zó'n jongen
hadden ze noig nooit op school gehad.
Even voor de verhoging was hij gekomen. Heel
alleen was hij aan de schooldeur verschenen, waar
half binnen, half buiten, de onderwijzers en onder
wijzeressen een morgengesprek voerden.
„Wie is hier het hoofd?" had hij ge.vraagd.
Burgers, die onder de jongens de naam had „lol
lig maar droog" te zijn had op Krans, den pas ge
slaagde, die de rang van assistent bekleedde, ge
wezen en gezegd: „vind je niet, dat hij er wat
op lijkt?"
„Meer dan jij", was het brutale antwoord geweest
cn meteen had Piet Heimans, zo heette hij. aan do
hel getrokken, waarop werkelijk mijnheer Ver-
maat, het hoofd, verscheen.
Zonder zich verder iets van de dames en hecren.
aan te trekken, was de jongen op hem afgestapt,
had even aan de pet getikt en gezegd: „meneer,
me pokkebriefje".
Hemelvaartslied
REBUS
Stijg, lieve Heiland, stijg omhoog!
U volgt ons oog
De hemel moet wel zalig wezen,
Want Gij bewoont zijn heerlijk licht.
Oah, mochten wij Uw aangezicht
Daar zien na dezen.
Hoe zullen wij hem binnengaan?
Heer! wijs 't ons aan!
Geleid ons door deez' aardse wegen.
Doorzuiver ons het schuldig hart,
In zooveel zonde en lust verward,
En schenk Uw zegen!
„Zo, ben jij Piet Heimans", had mijnheer Ver-
maat, na het ingezien te hebben, gezegd.
„Zoals meneer lezen kan", was het antwoord ge
weest.
„En waar woon je?"
„Aan de Locsterweg".
„Zo. Heb je nog meer broertjes en zusjes?"
„Nee".
„Nee meester, bedoel je, hè?"
Hierop had de jongen gezwegen en zoo ook op
enkele andere vragen, die mijnheer Vermaal hem
stelde.
Alleen dat hij in de vierde klas zat, maar in Am
sterdam gauw verhoogd zou zijn geworden, had
hij nog de moeite van vertellen waard gevonacn.
Ze waren een paar dagen later nog niet vorder, dan
dat ze wisten, dat hij van een gemeenteschool
3cwam, wat zijn „pokkebriefje" en zijn totale on
bekendheid met gebed en de eenvoudigste psal
men uitwees, voorts dat zijn vader koopman was,
avat hij de jongens verteld had.
„Koopman, waarin?" hadden die gevraagd.
„In stommeriken zoals jullie zijn", was het be
loofde antwoord geweest. Waar er echter een
nieuwe lorrenkoopman verscheen die de kant van
de Locsterweg afkwam, had men begrepen, dat dit
Piets vader moest zijn. De Locsterweg lag ver
buiten het dorp en de weinige mensen, die er
woonden, waren Rooms. Daardoor kwamen de
jongens der Christelijke school van Elden niet
vaak met die van de Loesterweg in aanraking,
daarom liep Piet ook meest alleen de lange weg
van huis naar school.
De paar weiken voor de verhooging had hij bij
meester De Bruin gezeten, die hem met een ver
licht gemoed aan collega Spek afstond.
„Wat is die nieuwe er voor een?"
„Een brutale rakker, dat weet toch dunkt me do
hele school al", had De Bruin gezegd.
„Nou ja, maar heeft hij hersens?"
„Zo tamelijk. Hij is bij met de klas in elk geval".
„Als een jongen maar leren kan", vond meester
Spek. Die brutaliteit hinderde minder. Hij had wel
meer „rakkers" er onder gekregen. Met orde hou
den had hij gelukkig nooit last. Dat zou ook wel
met oio Heimans niet het geval zijn. De manieren
van de Amsterdamse achterbuurt zouden er wel
gauw uit zijn.
Zo daoht ook mijnheer Vermaat.
't Was met den nieuweling bij De Bruin lang niet
gegaan, zoals 't hoorde, maar bij een man als
Spek, een zó goed onderwijzer, zou het wel beter
gaan.
Doch het ging niet beter.
Toon Piet de eerste morgen in de vijfde klas onder
Bijbelse geschiedenis met centen zat te rammeien
cn meester Spek na een paar maal verboden te
hebben, kalm naar hem toestapte en zei: „Nou
Piet, nou moet ik ze maar een poosje voor je be
waren, geef hier m'n jongen", had Piet geant
woord: „dat is geen spekkie voor jouw bekkie, me
lieve Spekkie", waarop de hele klas het van
lachen uitgebulderd had. Zoiets was nog nooit
gebeurd en Spek was werkelijk een oogenhlik ver
bijsterd geweest Dan met een vlugge beweging
Oiad hij den jongen uit de bank getild, achter het
bord gezet en hem de centen afgenomen. Achter
het bord was Piet geluiden gaan maken en toen
meester Spek hem vervolgens voor de lessenaar
plaatste was hij de onmogelijkste gezichten gaan
trekken.
Om twaalf uur, alleen met hem in het lokanl, had
hij met hem gesproken, gevraagd waarom "hij zo
214
DONDErDAGAVONÖ
Na de nederlagen, die het nationalistische Spanjo
den laatstcn tijd tegen dé aanhangers van het
volksfront heeft geleden, schijnt eens te meer do
(krijgskans ten gunste van Franco en do zijnen
ite zijn gekeerd. Wel is op het Madrilecnschc front;
'de toestand nog steeds ongewijzigd, doch de noor
delijke volksfront-enclave, die een aanzienlijk doel
der drie Baskische provincies omvat, wordt thans
ernstfg bedreigd door de troepen van generaal
Mola, wier opmarsch een groot succes belooft to
izullen worden. Berichten van ooggetuigen verha
len, dat het Baskische front bij Eibar onder dan
dnstuimigen aandrang der nationalisten is door
broken, en dat de wegen, die naar Bilbao leiden,
[geblokkeerd zijn door de verwarde maasa's vluch
telingen, die hun leven en hun have in deze
jgroote, voorloopig nog beschutting biedende zee
haven in veiligheid trachten te brengen. Van dit
drukke verkeer in één richting ondervinden do
Baskische verdedigers grooten hinder; zij worden
lerdoor afgesnoerd van hun bevoorradingen, die
men thans tevergeefs tracht naar de vuurlinie te
brengen. Overigens moeten ook groote troepen-
tontingenten zich in verwarring achter hun oude
ifront bevinden, weggedrongen door den opmarsch
van Mola, die met onstuimigheid zij.n successen
vervolgt. Eibar is gevallen; Durango eveneens;
de kustplaats Lequeito is in rechtsche handen.
■Men zou aan deze enkele namen nog die van
minder bekende steden en dorpen kunnen toevoe
gen. Het gaat er inderdaad op gelijken, of het
Baskische verdedigingsfront door den witten gene
raal zal worden „opgerold". Intusschcn is Bilbao,
het centrum der Baskische provincie, een zeer
Bterke 6tad, waartegen in de Spaansche historio
reeds meermalen aanvoerders het hoofd hebben
•gestooten De autonome regeering, onder leiding
Van Aguirre, heeft maandenlang den tijd gehad,
Ier haar positie te versterken, en Mola moet al in
leen zeer stevig tempo zijn successen kunnen ver-
Volgen, wil hij erin slagen deze stad spoedig
Onder den voet te loopen. Veel zal ervan afhan
gen, of zijn tegenstanders nog in de naaste om
geving van deze haven zijn stormloop tot staan
zullen kunnen brengen, om zoo het noodige
respijt te vinden voor het tot stand brengen der
allerlaatste' defensie-maatregelen. Gelukt hun dit,
dan kan men rekenen op een beleg, dat met dat
■van de Spaansche hoofdstad zijn langen duur en
wisselende kansen gemeen kan hebben.
Een zeer bloedige en tragische geschiedenis moet
zich, tijdens de jongste krijgsverwikkelingen, in
de stad Guernica hebben afgespeeld. Guernica is
de oude Baskische hoofdstad, vermaard om haar
groep oeroude eiken, onder welke voormaals do
koningen van dit vrijheidslievende volk hun eed
van trouw hadden af te leggen. Hierom, en om
de vele sagen en historische herinneringen, is dezo
plaats allen Basken dierbaar. Zij voeren den hui-
Üigcn strijd goeddeels in de hoop, de voormaligo
onafhankelijkheid te herwinnen. Men zal zich her
inneren, dat ook het huidige bewind, onder pre
sident Aguirre, autonoom mag worden geacht.
Deze stad van vele verlangens en herinneringen
nu is in de afgeloopcn week zoo goed als met
den grond gelijk gemaakt Het was er juist markt
dag. Van heinde en ver waren de boeren uit den
omtrok er samengestroomd, ondanks den oorlog.
Men kan zich gemakkelijk voorstellen, welk een
paniek er in deze volte ontstond, toen plotseling
een luchteskader van dertig vliegtuigen verscheen,
dat met zijn zware bommen dood en verderf
begon uit te zaaien. Een algemeen sauve-qui-peut
greep er plaats; men vluchtte in kelders cn go-
bouwen, die eenige lijfszekerheid beloofden.
Menige schuilplaats werd, tijdens deze verwoes
tingsorkaan, veranderd in een massagraf, dat zijn
dooden niet meer afstond. Volgens berichten vun
ooggetuigen zouden het Duitsche oor'ogsvliegers
geweest zijn, die op zulk oen ontzettende manier
bier huis hielden. Met mitrailleurvuur en hand
granaten zouden de laag over de huizen hoen-
strijkende militairen de wecrlooze menschen heb
ben neergemaaid. Een alom uitbrekende brand
voltooide de veiwocsting, die een wilde haat aan
Baskische zijde heeft te voorschijn geroepen. Men
kan ervan verzekerd zijn dat schrikkelijke ro-
pressailles hiervan het gevolg zullen zijn. Zoo
gaat de oorlog, als een monsterachtige machine,
'die alles plat dreunt en in vlam zet, over uitge
strekte gebieden van het rampzalige Spanje. Het
einde der verschrikkingen is nog geenszins in het
zicht.....*
Omtrent het verloop der non-interventie-controle
valt weinig substantieels te vermelden. Eden
heeft in het lagerhuis verklaard, dat schendingen
van de overeenkomst tot op heden niet onder de
aandacht van de betreffende commissie waren
gebracht. Natuurlijk, er zijn klachten genoeg.
Franco protesteert dat Britsche oorlogsschepen
hem bij het blokkeeren van Bilbao in zijn taak
bemoeilijken. Het zou goeddeels aan hun optre
den toe te schrijven zijn, dat zoo talrijke Engel-
sche vrachtvaarders met levensmiddelen deze
haven veilig zouden binncngeloopen zijn, tot
groote opluchting van de bevolking, die het spook
van den honger reeds met afgrijzen zag nader
en nader komen. De chef van de Burgos-regeering
heeft gedreigd, dat hij aan deze vrachtvaart een
einde zou maken, door alle schepen, die zich bin
nen de driemijlzone wagen, kortweg aan lucht
bombardementen te onderwerpen. Blijkbaar durft
hij dit beter aan dan een aanval op deze trans
porten met zijn bewapende vis6chersbooten en
kruisers, welke, dank zij de nabijheid der Brit
sche oorlogsbodems eerder een treffen met do
Engelsche marine zou kunnen uitlokken.
Ook Valencia heeft klachten, en wel over het
optreden van de Duitsche oorlogsmarine, welke
met de schepen van het nationalistische Spanje
in voortdurend contact zou staan. De Duitschera
zouden voor de nationalisten spionnagediensteu
verrichten, en zich bovendien niet ontzien sche
pen aan te houden, welke zich binnen de controle-
zono bevinden. Tenslotte zijn er de min of meer
hatelijke opmerkingen van Italië aan het adres
van Frankrijk, welk land zou doorgaan manschap
pen en materiaal aan het Spansche volksfront
toe te voeren.
Men doet goed al deze muizenissen niet al te
zwaar op te nomen. Een oorlog, het is een histo
risch feit, wordt steeds slechts ten decle met wa
penen govoerd. Men vecht hem verder uit met
propaganda-middelen, om op deze manier den
tegenstander van zijn goeden naam en zijn in
vloed op de neutralen te berooven. Dit zal ook
thans wel weder het geval zijn. Eden, wiens posi
tie ongeschokt is, houdt bij dit alles het hoofd
■merkwaardig koel. Hij laat zich niet tot onberaden
woorden of 6tappcn verleiden, hetgeen een waar
borg te meer biedt voor de verdere inperking van
den strijd.
Nu wij den naam noemen van den Britschen
minister van buitenlandsche zaken willen wij
tevens de aandacht vestigen op het bezoek, dat
deze „best-gekleede Brit" in do afgeloopen week
aan de Belgische hoofdstad heeft gebracht. Gelijk
men weet is België sinds kort ontheven van de
verplichtingen, welke dit land aan het Locarno-
verdrag bonden. Dat wil.zeggen, dat onze Zuider
buren niet langer genoodzaakt zullen zijn, zoo do
Locarno-mogendheden in een conflict geraken,
Frankrijk en Engeland gewapenderhand te onder
steunen. Wel zullen de Belgen, zoo zij zelf moch
ten worden verontrust door een aanval, den steun
van hun oude bond genoot en blijven genieten.
België is dus gebracht in een positie van neu
traliteit, welke overeenkomt met den status van
Nederland.
Eden's Belgische reis droog een zeer hartelijk ka
rakter. Hij heeft in Brussel geconfereerd met zijn
collega's Spaak en Van Zeeland, cn werd op h"t
kasteel Laeken ontvangen door don Belgischen
koning, met wien h.ij de thee gebruikte. Vermoe
delijk zullen niet alleen de economische vraag
stukken, waarmede Van Zeeland zich op verzoek
van Londen en Parijs momenteel onledig houdt,
doch ook andere, wederzijdsche belangen van
Groot-Brittannië en België, ter sprake zijn ge
weest. Want tenslotte zal men aan de Theems
wel niet uit het oog verliezen, dat de lage landen
aan de westkust van Europa de havens en stra
tegische punten bevatten, die voor Engelands vei
ligheid van zulk een voornaam belang zijn. In de
Belgische pers is er op gewezen, dat België en
ook Nederland, voor de verbindingswegen mot
bun overzeesche koloniën, op Engelsche goedwil
ligheid zijn aangewezen, en dat het in den weg
der redelijkheid ligt, dat deze beide landen voor
hun deel der Britsche Kanaalkust veilig en in
tact houden. Overigens wordt over deze dingen
een stilzwijgen bewaart, hetwelk niet van voor
zichtigheid en wijsheid ontbloot is
Schuschnigg is van zijn Venetiaansche besprekin
gen met Mussolini huiwaarts gekeerd. In welk
een stemming is niet licht te bevroeden; het offi-
cieele communiqué dat na de conferentie ver
scheen, was eens opnieuw gehouden in zeer vage
bewoordingen. Des te duidelijker schreef Virgin'o
Gayda in de 'officieuse „Giornale d'Italia" ovotj
hetgeen zijns inziens in de dogenstad verhandeld
was. Uit zijn artikel kwam met overgroote dui
delijkheid naar voren, dat Mussolini's houding ten:
opzichte der Oostenrijksch-Italiaansche vraagstuk
ken geheel en al werd beheerscht dooij
de vraag, hoe hij het best de vriend
schap met Duitschland zou kunnen in stand hou
den en bevorderen. De Oostenrijksche kwesties
zouden daaraan, wel heel beleefd, doch toch op,
onmiskenbare wijze, zijn ondergeschikt gemaakt.
Zoo zou de Duce hebben aangedrongen op een
conciliante houding van Schuschnigg ten opzichte
van de Oostenrijksche nationaal-socialisten ,vooc
wie zelfs geleidelijk, een aandeel in de bondsrcgce-
ring zou worden gereed gemaakt. Wel heeft
Gayda later moeten verduidelijken, dat hij slechts
eigen inzichten en geenszins de opinies van do
Italiaansche diplomatie in liet daglicht heeft ge
steld, doch de onaangerïïime indruk, die zijn woor
den hebben gewekt, zoowel te Weenen als elders,
ds daarmede niet ongedaan gemaakt.
De Londenschc brandweer heeft een
nieuw hoofdkwartier gekregen, dat
dezer dagen in gebruik is genomen.
Het is een zeer modern gebouw
geworden en behoort tot de aller
best ingerichte brandweercentrales,
van de wereld.
ZOT