m KNOOP 193 Hoe de verwoesting van Guernica plaats had Dobbelmann lekker... man? Vfi CIM IA-WATER' SihiPOMPEN VRIJDAG 30 APRIL 1937 EERSTE BLAD PAG. a staan klaar om U in de komende maanden VERKWIKKING te brengen, evenals onze overbekende VRUCHTENDRANKEN GRAPE FRUITfn ORANJE Vraagt steeds HOUWELING's vruchtenserie! ACAM-tt'DAM-DEN HAAG - BREDA- UTCECHT-HAABLEM Buitenland BELGIE'S LOTSWENDING I I11 de laatste dagen is er veel gesproken ten geschreven over België's nieuwe inter nationale positie, ontstaan sinds Frankrijk en Groot-Brittannië dit land ontsloegen de verplichtingen, waaraan het was onder- .worpen krachtens de bepalingen van het verdrag van Locarno. Gelijk men weet, .vloeide voor België uit dit tractaat voort, dat het medegarant was voor de hand- having van Frankrijks en Duitschlands ge meenschappelijke grenzen. Ontstond er in .West-Europa een conflict dan waren onze Zuiderburen verplicht,, ook al werd hun eigen grondgebied niet rechtstreeks ge schonden, de wapenen op te vatten om door actieve deelname aan den strijd deze grenslijnen volgens hun oude teekening in stand te helpen houden. De herbezetting van het Rijnland en de gelijktijdige opzegging, van Duitsche zijde, van dit in 1925 aange gane Locarno-verdrag, gaf allereerst aan leiding voor besprekingen tusschen de Brit- sche, Fransqhe en Belgische militaire sta ven, welke in Maart van het vorig jaar te Londen plaats hadden. Heeft België eerst toen ten volle begrepen, dat de tijden waren veranderd, en dat de rechten en plichten^ welke het in 1925 had aangegaan, voor een klein land als de Waalsch-Vlaamsche ge meenschap tenslotte is, ruim tien jaren later niet meer waren te handhaven? Het is de verdienste van den Belgischen minister van Buitenl. Zaken, Spaak, dat hij in zijn Kamerrede, over dit onderwerp gehouden het volle licht heeft laten vallen op de verschillen, welke de jaren 1925 en 1937 in internationaal politiek opzicht op leveren. Uit het contrast tusschen den toe stand van toen en van thans is Brussels gewijzigde inzicht en positie gemakkelijk Verklaard. Toen Briand. Stresemann en Chamberlain in 1925 in Locarno en Londen hun overeen komst voorbereidden en onderteekenden, bevond Duitschland zich nog in een zeer geïsoleerde situatie. Het land was in ont wapenden toestand en had bovendien langs zijn westgrenzen een breede zone, die van forteressen en andere versterkingen geheel was ontbloot. Het lag open. België en Frankrijk daarentegen waren in het bezit van hun volle militaire kracht en bereid indien zich ook slechts een eerste symp toom van Duitsche agressie mocht voordoen .van deze ontbloote landstreek langs hun grenzen gebruik te maken, om den toe- komstigen vijand voor te wezen, en den oor log met al zijn verwoestingen in diens eigen land over te brengen. Zóó waren, ruim tien jaren geleden de militaire verhoudingen; het voordeel voor België was evident. Ook een klein land kon onder deze omstandigheden zijn zwaard met redelijke kansen op succes in de weeg schaal werpen. Doch ook op het terrein der internatio nale politiek waren destijds de dingen heel anders gelegen dan thans. De Volkenbond was nog in de jaren van zijn opkomst; zijn aanzien had nog niet geleden door de op zienbarende échecs, die in later tijd zijn carrière zouden doorkruisen. Er bestond redelijke verwachting, dat Duitschland tot den Geneefschen kring zou toetreden en 'door deze daad ervan zou blijk geven, dat het het nieuwe wereldrecht erkende. Zoo zou derhalve niet langer de macht regee- ren, doch inzicht en billijkheid zouden .hef pad effenen, telkenmale dat obstakels van dreigenden aard de goede relaties tusschen naburen zouden verstoren. Van dit alles is onder 't huidig tijdsgewricht slechts bitter weinig overgebleven. De eigenmachtige Duit sche politiek heeft band na band verbro ken. Aan den Volkenbond werd op bruuske manier den rug toegekeerd; eerst in het verborgene later op duidelijk aan den dag tredende wijze, werd Hitler-Duitschland her bewapend. Het Duitsche leger werd in ver ontrustend tempo teruggebracht tot zijn voor-oorlogsche strijdkracht; het Rijnland kreeg zijn nieuwe militaire bezetting; een Versterkte linie werd aangelegd, die de Fransche grensforten en belangrijk deel van hun beteekenis ontnam. Militair stond aan de frontieren weder tegenover militair. Zoo moest België wel zich er van bewust wor- iden dat zijn internationale rol het aan ge- (Wielrijders op een 'v/oro^*" ZWEEFZADEL Heides» wasgoed en niet duur ZOWEL PER K.G ALS PER STUK Bovendien zeer voordelige abonnement» prijzen. Beleeld aanbevelend: 'JAN SNEL STOOMWASSERIJ „NEDERHORST" ÏIEDERHORST DEN BERG 1 (Adv.) weldige bedreigingen bloot stelde. Het land werd er met klem aan herinnerd, dat het tenslotte niet in de rij der grootmachten thuis behoorde. Koning Leopolds befaamde rede was er naar buiten het eerste, opzien barende symptoom van, dat men in Brussel wenschte te eindigen met te leven boven zijn nationalen stand. In dit licht bezien wordt België's nieuwe internationale positie in alle opzichten dui delijk. Het land heeft er eenerzij ds voor zorg gedragen, zich te bewapenen en te ver sterken naar de mate van zijn financiën, zoodat het niet langer, gelijk voor 1914, een willig lijkende prooi is. Anderzijds heeft het de toezegging verworven, dat Engeland noch Frankrijk het in de sVek zullen laten,, zoo ooit opnieuw de nood mocht aan den man komen. De belangen dezer landen zijn België's besta waarborg, dat het op dezen ruggesteun, mocht zulks ooit noodzakelijk wezen, niet tevergeefs een beroep zal doen. Doch voor internationale avonturen is men thans in Zuid-Nederland, naar men- schelijke berekening, eens en voor al ge- vrijwaard. BELGIE'S INTERNATIONALE STATUS Minister Spaak leg', verklaringen af In de Belgische Kamer heeft minister Spaak de tekst voorgelezen van het Britsch-Fransche document, waarin deze landen verklaren, België ontslagen te achten van zijn verplichtingen, voort spruitende uit de verdragen van Lo carno en van Londen (19 Maart 1936). Minister Spaak heeft vervolgens de beteekenis van deze documenten uit voerig toegelicht. België heeft geen directe belangen buiten zijn grenzen, zoo zeide de minister o.a. Het vraagt dan ook niets anders, dan den vrede. Ons land is sedert eeuwen het slagveld van Europa. Thans is onze rol, alle invalswegen af te sluiten, en dit slagveld met zoodanige verdedigingsmiddelen uit te rusten, dat ook de stoutmoedigeten de gedachte laten varen, daarop door te dringen. Dit is de reden, dat onze militaire politiek nauw verbonden is met onze buitenlandsche politiek. Wij willen samenwerken tot de organisatie van den collectieven vrede. Daarom, blijven wij trouw aan den Volken bond en brengen wij hem onze loyale mede werking. Frankrijk en Engeland hebben kennis ge nomen van onzen wil de Belgische lands verdediging te verzekeren en van dezen trouw aan den Volkenbond. Op grond van het feit, dat onze politiek aldus gedefinieerd is, hebben Frankrijk en Engeland ons los gemaakt van onze uit het verdrag var Locarno voortvloeiende verplichtingen ter wijl zij hun waarborgen jegens ons hand haven. Er is slechts één hypothese, waar onder wij tot een oorlog gebracht zouden kunnen worden en die ons allen vereenigd zou vinden: de verdediging van ons aango vallen gebied. Wanneer wij op een goeden dag. gebruik makende van onze vrijheid, onze politiek wijzigden, zouden Frankrijk en Engeland met recht, ons hun garantie kunnen ont nemen. Wat de Belgische interpretatie aangaat van art. 16 van het Volkenbondshandvest, verklaarde Spaak: ,Ik ben van meening, dat het aan de Assemblee te Genève zelf is, deze interpre tatie vast te leggen. De Belgische regeering moet echter, in navolging van het voorbeeld van den Nederlandschen minister van bui tenlandsche zaken, jhr de Graeff, verklaren, wanneer en boe naar haar mee ning dit artikel kan optreden ten aanzien in wat er het belangrijkste en delicaatste in is: het recht van passage. De Belgische regeering stelt twee voor waarden aan de uitoefening van dit recht: 1. Onder geen enkele omstandigheid kan België zonder zijn toestemming de verplich- 'nig worden opgelegd troepen door te laten; 2. Dit recht kan slechts worden toegekend wanneer bet om een gemeenschappelijke gaat. Zeker, onder gemeenschappelijke actie verstaan wij niet dat alle leden van den Volkenbond er aan deelnemen. Wel echter is vereischt het deelnemen onzer na buren. Wat de overeenkomst der generale sta- en betreft, verklaarde Spaak tenslotte. De Fransch-Britsehe verklaring sluit voor ons het tijdvak der militaire accoorden. Voor België kan nog slechts één hypothese een oorlog onder oogen gezien worden: de verdediging van zijn grondgebied. Dit aldus vereenvoudigde probleem is een tech nisch vraagstuk. Wij blijven vrij dit tech nische vraagstuk op te lossen in alle onaf hankelijkheid. Naar van welingelichte zijde vernomen wordt, is Hitier voornemens, met ingang •an 1 Mei een nieuwe Duitsche orde, ml. ,de orde van verdienste van den Duitschen adelaar" te stichten. Deze orde zal verleend worden aan bui tenlanders die zich bijzonder ve/dienstelijk gemaakt hebben voor Duitschland. Do orde wordt in vijf groepen ingedeeld: een grootkruis, een kruis van verdienste met ster cn een kruis van verdienste 1ste, en 3de klasse. Daarbij komt nog een medaille van verdienste, die eveneens voor buitenlanders, bestemt* is, bommenwerpers, zonder dat deze sche pen echter werden beschadigd. Omtrent de verdere operaties voor Bilbao verluidt, dat in drie frontsectoren sterke gemotoriseerde colonnes van Mola op de veroverde hoogten gereed staan voor den aanval. Bij de inneming van Durango werden door de nationalisten duizenden Basken krijgsgevangen gemaakt. De rest van de Baskische bezetting is deels bij dé beschie ting der stad, deels tijdens den aanval der rechtschen gedood. Volgens een D.N.B.-bericht uit Vitoria hebben de nationalisten bij hun opmarsch gisteren 25 kanonnen, 75 machinegeweren, 3000 geweren en duizenden handgranaten buif gemaakt. In Eibar kwam men bij het opruimings- werk tot de ontdekking, dat een gansche rij huizen ondermijnd was. De dynamiet- ladingen waren onderling door electrische kabels verbonden, zoodat een manipulatie voldoende was, om het geheele huizenblok op te blazen. De snelle opmarsch der natio nalen heeft blijkbaar de bolschewisten belet dit misdadige plan ten uitvoer te leggen. Vrijwilligers opgesloten Twaalf vrijwilligers, namelijk zes Engel- schen, drie Nederlanders, twee Polen en een Duitscher die op 20 April gearresteerd zijn, toen zij bij Ceret de grens naar Spanje trachtten over te steken, zijn tot twintig dagen gevangenissraf veroordeeld. Een der verdachten, de Engclsche journa list Slater Humphrey, verklaarde, dat hij naar Spanje wilde als „reporter". Hij werd echter tot dezelfde straf veroordeeld, omdat hij verzuimd had, zijn paspoort van een visum te doen voorzien. De Spaansche burgeroorlog Franco's eskaders bombardeeren Bilbao Komt op 2 Met de groote aanval In De kanunnik van kathedraal van Val- ladolid, Alberto O n a i n d i a, die geboortig is uit Biscaye en ooggetuige geweest is van het bombardement van Guernica, is te Pa rijs aangekomen uit Bilbao. Tegenover een vertegenwoordiger van ITavas heeft hij o.m. het volgende verteld: „Aan het einde van de vorige week was ik in Bilbao, toen ik vernam, dat de Baski sche regeering had besloten tot de ontrui ming van Marquina, waar ik bloedverwan ten heb. Ik besloot er keen te gaan. Maandag 26 April kwam ik om half vijf in Guernica aan. Nauwelijks was ik uit de auto gestapt, of het luchtbombardement begon. De eerste bom sloeg in een huis van drie verdiepingen en deed de ruiten van alle huizen in de stad springen. Doordat het marktdag was, waren de bewoners van de omliggende dorpen hier bijeengekomen. De menschen vluchtten ontzet naar het land en lieten hun vee op de markt achter. Ik zag eerst een jachttoestel. Het werd onmiddellijk gevolgd door drie andere en daarna door zeven en iets later weer door zes driemotorige toestellen. Na hun vernielingswerk verricht te heb ben, verdwenen deze toestellen, zij werden afgelost door soortgelijke formaties, die met dezelfde razernij het uitmoordingswerk voortzetten. Het bombardement duurde van half vijf tot kwart voor acht. Gedurende al dien tijd was de lucht geen vijf minuten zonder eenige dezer moorddadige vliegtuigen. Steeds was de aanvalsmethode dezelfde: eerst mitrailleurvuur, dan gewone bommen, ten slotte brandbommen. De bevolking vluchtte vooral in de bosch- jes. die op een kilometer van Guernica lig- gen. De vliegtuigen daalden zeer laag, woest ratelden hun machinegeweren over de bosschen en wegen, welker greppels vol lagen met grijsaards en kinderen, die zich tegen den grond drukten. Tegen het einde van den middag kon men i vijfhonderd meter afstand Guernica niet eer zien door den dikken zwarten rook, e over het brandend plaatsje hing. Men hoorde klacht noch gekerm, de men schen waren verstard van ontzetting. Som migen baden, anderen hieven de armen ten hemel als om goddelijke bescherming af te smeeken. Een vliegtuig daalde tot op 200 M. ter plaatse, waar mijn auto stond en schoot er een salvo mitrailleurkogels op af. Ik had nog tijd mij te dekken in een eikenboschje kon vervolgens Riachuelo bereiken, waar zich eenige militiesoldaten bevonden. Om zeven uur stond Guernica in lichter laaie. De later aangekomen brandweerploe gen uit Bilbao werkten aan de blussching •an het. vuur in de gebouwen, die nog niet ;eheel in de asch gelegd waren. De weerschijn van den brand was uit Le- quettio, 22 K.M. verder gelegen, zichtbaar. Het is mij niet bekend of men de bewoners die de wijk hadden genomen in de op het laatste oogenblik aangelegde schuilplaatsen heeft kunnen redden, noch of zieken en ge- •onden uit de hospitalen gered zijn. Guer nica beschikte niet over luchtafweermidde- len, noch over batterijen en had zelfs geen stelling gebrachte mitrailleurs. In de eerste uren van den nacht kon men een smartelijk schouwspel beleven: mannen en vrouwen zochten do nabije bosschen af naar hun vrienden en verwanten. Het moe- rendeel der lijken is doorzeefd door mi- lleurkogeis. De huizen nabij den histo- rischen boom, die op ec heuveltje staan, zijn ongedeerd. Daarentegen is het stad huis met de archieven, waar zich documen ten van groote waarde bevonden, vernield. Ik ben Dinsdagmorgen, 27 April, uit Guernica vertrokken. Ik weet niet hoevee! slachtoffers er gevallen zijn, het aantal moet echter zeer groot zijn." De weerklank in "iet buitenland In het hoogerhuis heeft lord Robert Cecil het luchtbombardement van Guer nica ter sprake gebracht. Hij noemde het: „een verschrikking zonder weerga in de ge. schiedenis der beschaving". Lord Robert Cecil vroeg met nadruk de regeering energiek te protesteeren en daar bij den steun te zoeken van alle andere regeeringen. Tevens verzocht hij. de kwestie zoodra mogelijk voor den volkenbondsraad te bren gen. Wanneer deze gruweldaad, aldus voegde spr. hieraan toe, gepleegd is door tusschen- komst van Duitsche organisaties, behoorde de Duitsche regeering onmiddellijk alle Duitsche onderdanen terug te roepen. Lord Plymouth antwoordde, dat de regeering geen enkele officieele inlichting bezat over het bombardement van Guernica en niet kan zeggen, wie er het. bevel toe gegeven heeft, noch welke toestellen daar bij gebruikt zijn. Lord Plymouth herhaalde hetgeen Eden ten deze reeds gezegd heeft en voegde aan toe, dat de regeering, wanneer zij oordeel is, dat met kans op gunstig resul taat door haar iets kan worden ondernomen zij dit niet zal nalaten, maar deze zaak te behandelen krachtens het volkenhonds- handvest zou niet de beste wijze zijn, het door allen verlangde doel te bereiken, n.l. een herhaling van dergelijke feiten te beletten. Aan het slot van zijn verklaringen voor de Fransche kamercommissie voor buiten landsche zaken zeide minister D e I b o s naar aanleiding van hem gestelde vragen naar het bombardement van Guernica, dat hij. met het oog op de verschillende lezin gen, welke van dit gebeuren in omloop zijn, den Franschen diplomatieken agenten ver zocht had, een onderzoek in te stellen. De „Berliner Illustrierte Nachtausgabe' levert commentaar op een bericht van een Engelschen correspondent in Bilbao waarin beweerd werd, dat deze correspondent per soonlijk na den bomaanval op Guernica Duitsche vliegtuigen heeft gezien en 52 zware Junkers-homhardementsvliegtuigen en 51 Heinkel-jac.htvliegfuignn heeft geteld Naar aanleiding van dit bericht schrijft het blad o.a.: „Het vermoeden ligt voor de hand, dat de berichtgever zijn lastgevers i Londen en vooral de met het bolschewisme sympathiseerende parlementsleden in Lon den voor nog dommer houdt dan hij zeil al is. De bolschewisten in Bilbao moeten van degenen, die zij met hun propaganda om den tuin willen leiden, denken, dat het uit sluitend krankzinnigen zijn, want de cijfers die in dit bericht bij elkander gelogen zijn had men even goed nog van een paar nul len extra kunnen voorzien. Men heeft zich, aldus luidt het aan slot van het artikel, met het puhliceeren van dit bericht eenvoudig belachelijk ge maakt" De aanval op Bilbao Het nationalistisch hoofdkwartier deelt mede, dat de troepen van gene raal Mola Guernica hebben bezet en volgens bericht uit San Sobastian zijn de rechtsche colonnes Guernica reeds weer voorbij en staan ze voor Murueta. Naar uit die zelfde stad wordt gemeld heeft men in de rechtsche gelederen den 2den Mei bestemd voor de inneming van Bilbao. Deze datum is gekozen ter herdenking van de historische belege ring der stad door de Carlisten in 1875 op dien zelfden dag. Gisteravond heeft Bilbao reeds een ontzettend luchtbombardement te ver- duren gehad. Ook boven de in de haven liggende Engelsche koopvaarders cirkelden de Een Russisch-Mandsjoerijsch incident Uit Hsinlting wordt vernomen dat Zater dag j.l. de dochter van den consul van Mandisjoekwo te Glagoveschcnsk door de sovjet-Russische politie werd gearresteerd, toen zij zich met een employé van het con sulaat naar het postkantoor begaf. Het jonge meisje werd korten tijd later vrijgelaten, doch de ambtenaar van het consulaat wordt nog in hechtenis gehouden. D-e commissiaris voor Buitenl. Zaken van Mandsjoekwo, Sji Li Pen. heeft te Charbin bij den Sovjet-Russischen consul-generaal krachtig geprotesteerd. Hij heeft geëischt, dat de consulaire ambtenaar onmiddellijk wordt vrijgelaten, de schuldige politiebe ambten worden gestraft en de formeele garantie wordt gegeven, dat dergelijke in cidenten zich niet zullen herhalen. Rookt IBiE bij voorkeur uit een IBIS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. (Adv.) Guido Schmidt over 1 Venetiaansche besprekingen De Oostenrijksche minister van buiten landsche zaken Dr. Guido Schmidt heeft m de commissie van buitenlandsche zaken var, den Oostenrijksche.n bondsdag een uit eenzetting gegeven van de Venetiaansche besprekingen. Ondanks de omzichtigheid, waarmede het communiqué dezer vertrouwelijke commissie vergadering is opgesteld, blijkt er genoeg zaam duidelijk uit, dat Guido Schmidt hoewel hij den wil van Oostenrijk bevestigde om trouw te blijven aan de ItalTaansr.he vriend schap en de bepalingen van de Ocw« inoo *tsche overeenkomst van ll Juli 1936 eveneens heeft gewezen op de zorg der Oostenrijksche regeering, de goede betrek kingen met alle mogendheden en met name met de buurstaten te ontwikkelen en nauwer aan te halen. Schmidt zette uiteen dat op het terrein d»T buitenlandsche politiek Oostenrijk zich voor al bedacht zou betoonen op hetgeen zijn: economische positie zou kunnen versterken en de economische en culfrureele betrekkin gen met het buitenland zou kunnen begun stigen. Schmidt herhaalde de woorden van! Senuschnigg, dat °ostenrijk een Oostenrijk sche politiek voer. overeenkomstig zijn eigen belangen en voor het oogenblik en voor da toekomst de vorming van ieder soort, blok vn" de hand wijst. DE PROCESSEN TEGEN R00MSCHE GEESTELIJKEN De politiek spreekt haar woord mede In Duitschland valt een herleving te bespeuren van de actie tegen de Roomsch-Katholieke Kerk, welke zich uit in het op de spits drijven van de processen tegen geestelijken en orde leden, welke zich op de een of andere manier, politiek of moreel, hebben mis gaan. Bij dit alles zit duidelijk de be doeling voor. niet zoozeer de schuldige individuen te treffen, dan wel over hun hoofden heen de kerk, waarvan zij deel uitmaken. Men stelt de kerk aansprake lijk voor diegenen van haar aanhan gers, die door hun daden met den straf rechter in contact komen, alsof het mi- lieu en niet het individu voor deze af wijkingen aansprakelijk zou zijn. Het proces tegen kapelaan Rossaint, die zooals men weet veroordeeld is wegens po ging tot hoogverraad, en de komende pro cessen tegen katholieke priesters en monni ken wegens zedendelicten, nemen daarom thans in de Duitsche bladen veel plaats in. De Völkische Beobachter schrijft volgens het Duitsche Nieuwsbureau: „Het proccs- Rossaint heeft weer eens aangetoond, dat het de hoogste plicht is in den staat ten strengste toe te zien op de opvoeding van de jeugd en dat deze opvoeding nooit aan dergelijke handen kan en mag worden over gelaten. Dit proces heeft getoond, dat vreemde elementen en machten een hond in het spel hadden, waaraan door het volks gerechtshof een einde is gemaakt, het bolsjewisme, vertegenwoordigd door Joden en eervergeten verraders, de katholieke ac tie door een priester, die zijn ambt mis bruikte tot stelselmatige vergiftiging van de jeugd." De Berliner Lokal Anzeiger schrijft: „De katholieke kerk heeft, nadat reeds honder den leekenbroeders en eenige priesters bij het voorloopig onderzoek een volledige be kentenis hadden afgelegd, nogmaals in de langdurige pauze in de processen tusschen verleden jaar Augustus en de laatste we ken den tijd gehad haar tactiek van dood zwijgen en ophitsing te wijzigen tot zake lijke samenwerking met den staat. Het wederopvlammcn van do ophitsing naar aanleiding van de jongste processen toont, dat men de waarheid nog steeds verborgen wil houden." De Essener National Ztg. is van meening dat het bij een voortzetting van de stelsel matige pogingen tot loochening van de be trokken katholieke kringen wel eens noo- dig zou blijken door verspreiding door de radio het onverkorte geding van eenige bij zonder sprekende gevallen van overtreding van alle wetsbepalingen en moreele begrip pen, het Duitsche volk te laten zien, dat de kloosters en de katholieke opvoedingsinrich tingen, waarvoor de Encycliek van den Paus opkomt als dragers van de gedachte van de confessioneele school, inderdaad zijn ontaard in oorden van de ergste zonde. Wanneer men voorts mocht willen beweren dat men met enkele op zichzelf staande ge vallen te doen heeft, kunnen wij daarop antwoorden, dat de huidige reeks processen nog maar oen inleiding vormt. Katholieke ouders hebben zich hij honderden genoopt gezien de bescherming van den staat in te roepen tegen het misbruik van hun kinde ren, ter bevrediging van de ontaards'e lus- ten van geestelijke opvoeders. Er bevinden zich in de Duitsche gevangenis nog meer dan duizend leden van dp katholieke gees telijkheid, die onder ernstige verdenking staan van de groolste overtredingen. Men kan daarom rekenen op verscheidene hon derden processen. Havas meldt nog, dat de actie in de pers tegen de kerk feller is dan ooit en zegt, dat de Völkische B jobachter niet verheelt, dat het de bedoeling is van de leiders om zicK van zekere processen inzake overtredingen van 't gemeene recht te bedienen om druk uit te oefenen op het Vaticaan. „De volkenbond is een onzeker mechanisme" Aldus de Zweedsche minister Sandler In een radiorede heeft de Zweedschsi minister van Buitenl. Zaken, Sandler, gesproken over de buitenlandsche politiek. Hij was optimistisch gestemd ten aanzien van 's werelds kansen om een nieuwen oorlog te vermijden. De buitenlandsche politiek van Zweden formuleerde hij als volgt: Zweden combineert zijn deelnemen aan de activiteit van den Volkenbond met een neutrale houding ten aanzien van de tegen strijdige belangen van de groote mogend heden en het verwerpt het aangaan van verplichtingen, welke in tegenspraak zijn met deze houding. Dientengevolge behoudt Zweden zich voor, neutraal te blijven in: toekomstige conflicten, in verband met het onzekere mechanisme van den Bond. Ten aanzien van dit Volkenbonds mechanisme. zeide Sandler, dat op het critieke moment twee mogelijkheden be staan: ofwel de bond zal normaal func- tioneeren, ofwel hij zal zich ontbinden in tegenover elkaar staande coalities. Men moet zich derhalve vrijheid van han delen voorbehouden voor deze gevallen. De noordelijke landen werken thans een gemeenschappelijke overeenkomst uit, waar bij de juridische en technische beginselen van neutraliteit worden vastgelegd. De Britsche kroningsplechtigheid Ooggetuige-verslagen voor 12 landen De Engelsche postautoriteiten hebben een regeling getroffen, op grond waarvan per radio een ooggetuigeverslag van de kro ningsplechtigheden zal worden gegeven voor twaalf Europeesche landen, tw. Zwe den, Noorwegen, Denemarken Duitschland, Nederland, België, Frankrijk, Zwitser land, Oostenrijk Tsjecho-Slowakije, Joego slavië en Hongarije. De verslaggevers zullen spreken in do taal der landen, voor welke de uitzending bestemd is. N V ALG INTERN TRUSTEE- EN ACCOUNTANTSKANTOOR „HEIJKOOP" Accountancy, Trustee- er BelastfnBzaken Directie: H. N. J. K HIJ Kit, lid Ned. Inst, ran O. HBUKiMif to li. Aca. t«l. 2296 ZWULLB Nahuyspleln 15; K.XS2UB Blüh' '»8- Groei W LMS( Hi iTBJN: CAdvJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2