m
KNOOP 193
Hoe de verwoesting van Guernica
plaats had
Dobbelmann
lekker... man?
Vfi CIM IA-WATER'
SihiPOMPEN
VRIJDAG 30 APRIL 1937
EERSTE BLAD PAG. a
staan klaar om U in de komende maanden
VERKWIKKING
te brengen, evenals onze overbekende
VRUCHTENDRANKEN
GRAPE FRUITfn ORANJE
Vraagt steeds HOUWELING's vruchtenserie!
ACAM-tt'DAM-DEN HAAG - BREDA- UTCECHT-HAABLEM
Buitenland
BELGIE'S
LOTSWENDING
I I11 de laatste dagen is er veel gesproken
ten geschreven over België's nieuwe inter
nationale positie, ontstaan sinds Frankrijk
en Groot-Brittannië dit land ontsloegen
de verplichtingen, waaraan het was onder-
.worpen krachtens de bepalingen van het
verdrag van Locarno. Gelijk men weet,
.vloeide voor België uit dit tractaat voort,
dat het medegarant was voor de hand-
having van Frankrijks en Duitschlands ge
meenschappelijke grenzen. Ontstond er in
.West-Europa een conflict dan waren onze
Zuiderburen verplicht,, ook al werd hun
eigen grondgebied niet rechtstreeks ge
schonden, de wapenen op te vatten om door
actieve deelname aan den strijd deze
grenslijnen volgens hun oude teekening in
stand te helpen houden. De herbezetting van
het Rijnland en de gelijktijdige opzegging,
van Duitsche zijde, van dit in 1925 aange
gane Locarno-verdrag, gaf allereerst aan
leiding voor besprekingen tusschen de Brit-
sche, Fransqhe en Belgische militaire sta
ven, welke in Maart van het vorig jaar te
Londen plaats hadden. Heeft België eerst
toen ten volle begrepen, dat de tijden waren
veranderd, en dat de rechten en plichten^
welke het in 1925 had aangegaan, voor een
klein land als de Waalsch-Vlaamsche ge
meenschap tenslotte is, ruim tien jaren
later niet meer waren te handhaven?
Het is de verdienste van den Belgischen
minister van Buitenl. Zaken, Spaak, dat
hij in zijn Kamerrede, over dit onderwerp
gehouden het volle licht heeft laten vallen
op de verschillen, welke de jaren 1925 en
1937 in internationaal politiek opzicht op
leveren. Uit het contrast tusschen den toe
stand van toen en van thans is Brussels
gewijzigde inzicht en positie gemakkelijk
Verklaard.
Toen Briand. Stresemann en Chamberlain
in 1925 in Locarno en Londen hun overeen
komst voorbereidden en onderteekenden,
bevond Duitschland zich nog in een zeer
geïsoleerde situatie. Het land was in ont
wapenden toestand en had bovendien langs
zijn westgrenzen een breede zone, die van
forteressen en andere versterkingen geheel
was ontbloot. Het lag open. België en
Frankrijk daarentegen waren in het bezit
van hun volle militaire kracht en bereid
indien zich ook slechts een eerste symp
toom van Duitsche agressie mocht voordoen
.van deze ontbloote landstreek langs hun
grenzen gebruik te maken, om den toe-
komstigen vijand voor te wezen, en den oor
log met al zijn verwoestingen in diens eigen
land over te brengen.
Zóó waren, ruim tien jaren geleden de
militaire verhoudingen; het voordeel voor
België was evident. Ook een klein land kon
onder deze omstandigheden zijn zwaard
met redelijke kansen op succes in de weeg
schaal werpen.
Doch ook op het terrein der internatio
nale politiek waren destijds de dingen heel
anders gelegen dan thans. De Volkenbond
was nog in de jaren van zijn opkomst; zijn
aanzien had nog niet geleden door de op
zienbarende échecs, die in later tijd zijn
carrière zouden doorkruisen. Er bestond
redelijke verwachting, dat Duitschland tot
den Geneefschen kring zou toetreden en
'door deze daad ervan zou blijk geven, dat
het het nieuwe wereldrecht erkende. Zoo
zou derhalve niet langer de macht regee-
ren, doch inzicht en billijkheid zouden .hef
pad effenen, telkenmale dat obstakels van
dreigenden aard de goede relaties tusschen
naburen zouden verstoren. Van dit alles is
onder 't huidig tijdsgewricht slechts bitter
weinig overgebleven. De eigenmachtige Duit
sche politiek heeft band na band verbro
ken. Aan den Volkenbond werd op bruuske
manier den rug toegekeerd; eerst in het
verborgene later op duidelijk aan den dag
tredende wijze, werd Hitler-Duitschland her
bewapend. Het Duitsche leger werd in ver
ontrustend tempo teruggebracht tot zijn
voor-oorlogsche strijdkracht; het Rijnland
kreeg zijn nieuwe militaire bezetting; een
Versterkte linie werd aangelegd, die de
Fransche grensforten en belangrijk deel van
hun beteekenis ontnam. Militair stond aan
de frontieren weder tegenover militair. Zoo
moest België wel zich er van bewust wor-
iden dat zijn internationale rol het aan ge-
(Wielrijders
op een
'v/oro^*" ZWEEFZADEL
Heides» wasgoed
en niet duur
ZOWEL PER K.G ALS PER STUK
Bovendien zeer voordelige abonnement»
prijzen. Beleeld aanbevelend:
'JAN SNEL
STOOMWASSERIJ „NEDERHORST"
ÏIEDERHORST DEN BERG
1 (Adv.)
weldige bedreigingen bloot stelde. Het land
werd er met klem aan herinnerd, dat het
tenslotte niet in de rij der grootmachten
thuis behoorde. Koning Leopolds befaamde
rede was er naar buiten het eerste, opzien
barende symptoom van, dat men in Brussel
wenschte te eindigen met te leven boven
zijn nationalen stand.
In dit licht bezien wordt België's nieuwe
internationale positie in alle opzichten dui
delijk. Het land heeft er eenerzij ds voor
zorg gedragen, zich te bewapenen en te ver
sterken naar de mate van zijn financiën,
zoodat het niet langer, gelijk voor 1914, een
willig lijkende prooi is. Anderzijds heeft het
de toezegging verworven, dat Engeland
noch Frankrijk het in de sVek zullen laten,,
zoo ooit opnieuw de nood mocht aan den
man komen. De belangen dezer landen zijn
België's besta waarborg, dat het op dezen
ruggesteun, mocht zulks ooit noodzakelijk
wezen, niet tevergeefs een beroep zal doen.
Doch voor internationale avonturen is
men thans in Zuid-Nederland, naar men-
schelijke berekening, eens en voor al ge-
vrijwaard.
BELGIE'S INTERNATIONALE
STATUS
Minister Spaak leg',
verklaringen af
In de Belgische Kamer heeft minister
Spaak de tekst voorgelezen van het
Britsch-Fransche document, waarin
deze landen verklaren, België ontslagen
te achten van zijn verplichtingen, voort
spruitende uit de verdragen van Lo
carno en van Londen (19 Maart 1936).
Minister Spaak heeft vervolgens de
beteekenis van deze documenten uit
voerig toegelicht.
België heeft geen directe belangen buiten
zijn grenzen, zoo zeide de minister o.a. Het
vraagt dan ook niets anders, dan den vrede.
Ons land is sedert eeuwen het slagveld van
Europa. Thans is onze rol, alle invalswegen
af te sluiten, en dit slagveld met zoodanige
verdedigingsmiddelen uit te rusten, dat ook
de stoutmoedigeten de gedachte laten varen,
daarop door te dringen.
Dit is de reden, dat onze militaire politiek
nauw verbonden is met onze buitenlandsche
politiek. Wij willen samenwerken tot de
organisatie van den collectieven vrede.
Daarom, blijven wij trouw aan den Volken
bond en brengen wij hem onze loyale mede
werking.
Frankrijk en Engeland hebben kennis ge
nomen van onzen wil de Belgische lands
verdediging te verzekeren en van dezen
trouw aan den Volkenbond. Op grond van
het feit, dat onze politiek aldus gedefinieerd
is, hebben Frankrijk en Engeland ons los
gemaakt van onze uit het verdrag var
Locarno voortvloeiende verplichtingen ter
wijl zij hun waarborgen jegens ons hand
haven. Er is slechts één hypothese, waar
onder wij tot een oorlog gebracht zouden
kunnen worden en die ons allen vereenigd
zou vinden: de verdediging van ons aango
vallen gebied.
Wanneer wij op een goeden dag. gebruik
makende van onze vrijheid, onze politiek
wijzigden, zouden Frankrijk en Engeland
met recht, ons hun garantie kunnen ont
nemen.
Wat de Belgische interpretatie aangaat
van art. 16 van het Volkenbondshandvest,
verklaarde Spaak:
,Ik ben van meening, dat het aan de
Assemblee te Genève zelf is, deze interpre
tatie vast te leggen. De Belgische regeering
moet echter,
in navolging van het voorbeeld van den
Nederlandschen minister van bui
tenlandsche zaken, jhr de Graeff,
verklaren, wanneer en boe naar haar mee
ning dit artikel kan optreden ten aanzien
in wat er het belangrijkste en delicaatste
in is: het recht van passage.
De Belgische regeering stelt twee voor
waarden aan de uitoefening van dit recht:
1. Onder geen enkele omstandigheid kan
België zonder zijn toestemming de verplich-
'nig worden opgelegd troepen door te laten;
2. Dit recht kan slechts worden toegekend
wanneer bet om een gemeenschappelijke
gaat. Zeker, onder gemeenschappelijke
actie verstaan wij niet dat alle leden van
den Volkenbond er aan deelnemen. Wel
echter is vereischt het deelnemen onzer na
buren.
Wat de overeenkomst der generale sta-
en betreft, verklaarde Spaak tenslotte.
De Fransch-Britsehe verklaring sluit voor
ons het tijdvak der militaire accoorden.
Voor België kan nog slechts één hypothese
een oorlog onder oogen gezien worden:
de verdediging van zijn grondgebied. Dit
aldus vereenvoudigde probleem is een tech
nisch vraagstuk. Wij blijven vrij dit tech
nische vraagstuk op te lossen in alle onaf
hankelijkheid.
Naar van welingelichte zijde vernomen
wordt, is Hitier voornemens, met ingang
•an 1 Mei een nieuwe Duitsche orde, ml.
,de orde van verdienste van den Duitschen
adelaar" te stichten.
Deze orde zal verleend worden aan bui
tenlanders die zich bijzonder ve/dienstelijk
gemaakt hebben voor Duitschland.
Do orde wordt in vijf groepen ingedeeld:
een grootkruis, een kruis van verdienste
met ster cn een kruis van verdienste 1ste,
en 3de klasse. Daarbij komt nog een
medaille van verdienste, die eveneens voor
buitenlanders, bestemt* is,
bommenwerpers, zonder dat deze sche
pen echter werden beschadigd.
Omtrent de verdere operaties voor Bilbao
verluidt, dat in drie frontsectoren sterke
gemotoriseerde colonnes van Mola op de
veroverde hoogten gereed staan voor den
aanval.
Bij de inneming van Durango werden
door de nationalisten duizenden Basken
krijgsgevangen gemaakt. De rest van de
Baskische bezetting is deels bij dé beschie
ting der stad, deels tijdens den aanval der
rechtschen gedood.
Volgens een D.N.B.-bericht uit Vitoria
hebben de nationalisten bij hun opmarsch
gisteren 25 kanonnen, 75 machinegeweren,
3000 geweren en duizenden handgranaten
buif gemaakt.
In Eibar kwam men bij het opruimings-
werk tot de ontdekking, dat een gansche
rij huizen ondermijnd was. De dynamiet-
ladingen waren onderling door electrische
kabels verbonden, zoodat een manipulatie
voldoende was, om het geheele huizenblok
op te blazen. De snelle opmarsch der natio
nalen heeft blijkbaar de bolschewisten belet
dit misdadige plan ten uitvoer te leggen.
Vrijwilligers opgesloten
Twaalf vrijwilligers, namelijk zes Engel-
schen, drie Nederlanders, twee Polen en een
Duitscher die op 20 April gearresteerd zijn,
toen zij bij Ceret de grens naar Spanje
trachtten over te steken, zijn tot twintig
dagen gevangenissraf veroordeeld.
Een der verdachten, de Engclsche journa
list Slater Humphrey, verklaarde, dat hij
naar Spanje wilde als „reporter". Hij werd
echter tot dezelfde straf veroordeeld, omdat
hij verzuimd had, zijn paspoort van een
visum te doen voorzien.
De Spaansche burgeroorlog
Franco's eskaders
bombardeeren Bilbao
Komt op 2 Met
de groote aanval In
De kanunnik van kathedraal van Val-
ladolid, Alberto O n a i n d i a, die geboortig
is uit Biscaye en ooggetuige geweest is van
het bombardement van Guernica, is te Pa
rijs aangekomen uit Bilbao. Tegenover een
vertegenwoordiger van ITavas heeft hij o.m.
het volgende verteld:
„Aan het einde van de vorige week was
ik in Bilbao, toen ik vernam, dat de Baski
sche regeering had besloten tot de ontrui
ming van Marquina, waar ik bloedverwan
ten heb. Ik besloot er keen te gaan.
Maandag 26 April kwam ik om half vijf
in Guernica aan. Nauwelijks was ik uit de
auto gestapt, of het luchtbombardement
begon. De eerste bom sloeg in een huis van
drie verdiepingen en deed de ruiten van
alle huizen in de stad springen. Doordat
het marktdag was, waren de bewoners van
de omliggende dorpen hier bijeengekomen.
De menschen vluchtten ontzet naar het
land en lieten hun vee op de markt achter.
Ik zag eerst een jachttoestel. Het werd
onmiddellijk gevolgd door drie andere en
daarna door zeven en iets later weer door
zes driemotorige toestellen.
Na hun vernielingswerk verricht te heb
ben, verdwenen deze toestellen, zij werden
afgelost door soortgelijke formaties, die met
dezelfde razernij het uitmoordingswerk
voortzetten.
Het bombardement duurde van half vijf
tot kwart voor acht. Gedurende al dien tijd
was de lucht geen vijf minuten zonder
eenige dezer moorddadige vliegtuigen.
Steeds was de aanvalsmethode dezelfde:
eerst mitrailleurvuur, dan gewone bommen,
ten slotte brandbommen.
De bevolking vluchtte vooral in de bosch-
jes. die op een kilometer van Guernica lig-
gen. De vliegtuigen daalden zeer laag,
woest ratelden hun machinegeweren over
de bosschen en wegen, welker greppels vol
lagen met grijsaards en kinderen, die zich
tegen den grond drukten.
Tegen het einde van den middag kon men
i vijfhonderd meter afstand Guernica niet
eer zien door den dikken zwarten rook,
e over het brandend plaatsje hing.
Men hoorde klacht noch gekerm, de men
schen waren verstard van ontzetting. Som
migen baden, anderen hieven de armen ten
hemel als om goddelijke bescherming af te
smeeken.
Een vliegtuig daalde tot op 200 M. ter
plaatse, waar mijn auto stond en schoot er
een salvo mitrailleurkogels op af. Ik had
nog tijd mij te dekken in een eikenboschje
kon vervolgens Riachuelo bereiken, waar
zich eenige militiesoldaten bevonden.
Om zeven uur stond Guernica in lichter
laaie. De later aangekomen brandweerploe
gen uit Bilbao werkten aan de blussching
•an het. vuur in de gebouwen, die nog niet
;eheel in de asch gelegd waren.
De weerschijn van den brand was uit Le-
quettio, 22 K.M. verder gelegen, zichtbaar.
Het is mij niet bekend of men de bewoners
die de wijk hadden genomen in de op het
laatste oogenblik aangelegde schuilplaatsen
heeft kunnen redden, noch of zieken en ge-
•onden uit de hospitalen gered zijn. Guer
nica beschikte niet over luchtafweermidde-
len, noch over batterijen en had zelfs geen
stelling gebrachte mitrailleurs.
In de eerste uren van den nacht kon men
een smartelijk schouwspel beleven: mannen
en vrouwen zochten do nabije bosschen af
naar hun vrienden en verwanten. Het moe-
rendeel der lijken is doorzeefd door mi-
lleurkogeis. De huizen nabij den histo-
rischen boom, die op ec heuveltje staan,
zijn ongedeerd. Daarentegen is het stad
huis met de archieven, waar zich documen
ten van groote waarde bevonden, vernield.
Ik ben Dinsdagmorgen, 27 April, uit
Guernica vertrokken. Ik weet niet hoevee!
slachtoffers er gevallen zijn, het aantal
moet echter zeer groot zijn."
De weerklank in "iet buitenland
In het hoogerhuis heeft lord Robert
Cecil het luchtbombardement van Guer
nica ter sprake gebracht. Hij noemde het:
„een verschrikking zonder weerga in de ge.
schiedenis der beschaving".
Lord Robert Cecil vroeg met nadruk de
regeering energiek te protesteeren en daar
bij den steun te zoeken van alle andere
regeeringen.
Tevens verzocht hij. de kwestie zoodra
mogelijk voor den volkenbondsraad te bren
gen.
Wanneer deze gruweldaad, aldus voegde
spr. hieraan toe, gepleegd is door tusschen-
komst van Duitsche organisaties, behoorde
de Duitsche regeering onmiddellijk alle
Duitsche onderdanen terug te roepen.
Lord Plymouth antwoordde, dat de
regeering geen enkele officieele inlichting
bezat over het bombardement van Guernica
en niet kan zeggen, wie er het. bevel toe
gegeven heeft, noch welke toestellen daar
bij gebruikt zijn.
Lord Plymouth herhaalde hetgeen Eden
ten deze reeds gezegd heeft en voegde
aan toe, dat de regeering, wanneer zij
oordeel is, dat met kans op gunstig resul
taat door haar iets kan worden ondernomen
zij dit niet zal nalaten, maar deze zaak te
behandelen krachtens het volkenhonds-
handvest zou niet de beste wijze zijn,
het door allen verlangde doel te bereiken,
n.l. een herhaling van dergelijke feiten te
beletten.
Aan het slot van zijn verklaringen voor
de Fransche kamercommissie voor buiten
landsche zaken zeide minister D e I b o s
naar aanleiding van hem gestelde vragen
naar het bombardement van Guernica, dat
hij. met het oog op de verschillende lezin
gen, welke van dit gebeuren in omloop zijn,
den Franschen diplomatieken agenten ver
zocht had, een onderzoek in te stellen.
De „Berliner Illustrierte Nachtausgabe'
levert commentaar op een bericht van een
Engelschen correspondent in Bilbao waarin
beweerd werd, dat deze correspondent per
soonlijk na den bomaanval op Guernica
Duitsche vliegtuigen heeft gezien en 52
zware Junkers-homhardementsvliegtuigen
en 51 Heinkel-jac.htvliegfuignn heeft geteld
Naar aanleiding van dit bericht schrijft
het blad o.a.: „Het vermoeden ligt voor de
hand, dat de berichtgever zijn lastgevers i
Londen en vooral de met het bolschewisme
sympathiseerende parlementsleden in Lon
den voor nog dommer houdt dan hij zeil
al is.
De bolschewisten in Bilbao moeten van
degenen, die zij met hun propaganda om
den tuin willen leiden, denken, dat het uit
sluitend krankzinnigen zijn, want de cijfers
die in dit bericht bij elkander gelogen zijn
had men even goed nog van een paar nul
len extra kunnen voorzien.
Men heeft zich, aldus luidt het aan
slot van het artikel, met het puhliceeren
van dit bericht eenvoudig belachelijk ge
maakt"
De aanval op Bilbao
Het nationalistisch hoofdkwartier
deelt mede, dat de troepen van gene
raal Mola Guernica hebben bezet en
volgens bericht uit San Sobastian zijn
de rechtsche colonnes Guernica reeds
weer voorbij en staan ze voor Murueta.
Naar uit die zelfde stad wordt gemeld
heeft men in de rechtsche gelederen den
2den Mei bestemd voor de inneming
van Bilbao. Deze datum is gekozen ter
herdenking van de historische belege
ring der stad door de Carlisten in 1875
op dien zelfden dag.
Gisteravond heeft Bilbao reeds een
ontzettend luchtbombardement te ver-
duren gehad.
Ook boven de in de haven liggende
Engelsche koopvaarders cirkelden de
Een Russisch-Mandsjoerijsch
incident
Uit Hsinlting wordt vernomen dat Zater
dag j.l. de dochter van den consul van
Mandisjoekwo te Glagoveschcnsk door de
sovjet-Russische politie werd gearresteerd,
toen zij zich met een employé van het con
sulaat naar het postkantoor begaf.
Het jonge meisje werd korten tijd later
vrijgelaten, doch de ambtenaar van het
consulaat wordt nog in hechtenis gehouden.
D-e commissiaris voor Buitenl. Zaken van
Mandsjoekwo, Sji Li Pen. heeft te Charbin
bij den Sovjet-Russischen consul-generaal
krachtig geprotesteerd. Hij heeft geëischt,
dat de consulaire ambtenaar onmiddellijk
wordt vrijgelaten, de schuldige politiebe
ambten worden gestraft en de formeele
garantie wordt gegeven, dat dergelijke in
cidenten zich niet zullen herhalen.
Rookt IBiE bij voorkeur uit een IBIS-pijp.
Bij Uw winkelier verkrijgbaar.
(Adv.)
Guido Schmidt over 1
Venetiaansche besprekingen
De Oostenrijksche minister van buiten
landsche zaken Dr. Guido Schmidt heeft
m de commissie van buitenlandsche zaken
var, den Oostenrijksche.n bondsdag een uit
eenzetting gegeven van de Venetiaansche
besprekingen.
Ondanks de omzichtigheid, waarmede het
communiqué dezer vertrouwelijke commissie
vergadering is opgesteld, blijkt er genoeg
zaam duidelijk uit, dat Guido Schmidt
hoewel hij den wil van Oostenrijk bevestigde
om trouw te blijven aan de ItalTaansr.he
vriend schap en de bepalingen van de Ocw«
inoo *tsche overeenkomst van ll Juli
1936 eveneens heeft gewezen op de zorg der
Oostenrijksche regeering, de goede betrek
kingen met alle mogendheden en met name
met de buurstaten te ontwikkelen en nauwer
aan te halen.
Schmidt zette uiteen dat op het terrein d»T
buitenlandsche politiek Oostenrijk zich voor
al bedacht zou betoonen op hetgeen zijn:
economische positie zou kunnen versterken
en de economische en culfrureele betrekkin
gen met het buitenland zou kunnen begun
stigen.
Schmidt herhaalde de woorden van!
Senuschnigg, dat °ostenrijk een Oostenrijk
sche politiek voer. overeenkomstig zijn eigen
belangen en voor het oogenblik en voor da
toekomst de vorming van ieder soort, blok
vn" de hand wijst.
DE PROCESSEN TEGEN
R00MSCHE GEESTELIJKEN
De politiek spreekt
haar woord mede
In Duitschland valt een herleving te
bespeuren van de actie tegen de
Roomsch-Katholieke Kerk, welke zich
uit in het op de spits drijven van de
processen tegen geestelijken en orde
leden, welke zich op de een of andere
manier, politiek of moreel, hebben mis
gaan. Bij dit alles zit duidelijk de be
doeling voor. niet zoozeer de schuldige
individuen te treffen, dan wel over hun
hoofden heen de kerk, waarvan zij deel
uitmaken. Men stelt de kerk aansprake
lijk voor diegenen van haar aanhan
gers, die door hun daden met den straf
rechter in contact komen, alsof het mi-
lieu en niet het individu voor deze af
wijkingen aansprakelijk zou zijn.
Het proces tegen kapelaan Rossaint, die
zooals men weet veroordeeld is wegens po
ging tot hoogverraad, en de komende pro
cessen tegen katholieke priesters en monni
ken wegens zedendelicten, nemen daarom
thans in de Duitsche bladen veel plaats in.
De Völkische Beobachter schrijft volgens
het Duitsche Nieuwsbureau: „Het proccs-
Rossaint heeft weer eens aangetoond, dat
het de hoogste plicht is in den staat ten
strengste toe te zien op de opvoeding van
de jeugd en dat deze opvoeding nooit aan
dergelijke handen kan en mag worden over
gelaten. Dit proces heeft getoond, dat
vreemde elementen en machten een hond
in het spel hadden, waaraan door het volks
gerechtshof een einde is gemaakt, het
bolsjewisme, vertegenwoordigd door Joden
en eervergeten verraders, de katholieke ac
tie door een priester, die zijn ambt mis
bruikte tot stelselmatige vergiftiging van
de jeugd."
De Berliner Lokal Anzeiger schrijft: „De
katholieke kerk heeft, nadat reeds honder
den leekenbroeders en eenige priesters bij
het voorloopig onderzoek een volledige be
kentenis hadden afgelegd, nogmaals in de
langdurige pauze in de processen tusschen
verleden jaar Augustus en de laatste we
ken den tijd gehad haar tactiek van dood
zwijgen en ophitsing te wijzigen tot zake
lijke samenwerking met den staat. Het
wederopvlammcn van do ophitsing naar
aanleiding van de jongste processen toont,
dat men de waarheid nog steeds verborgen
wil houden."
De Essener National Ztg. is van meening
dat het bij een voortzetting van de stelsel
matige pogingen tot loochening van de be
trokken katholieke kringen wel eens noo-
dig zou blijken door verspreiding door de
radio het onverkorte geding van eenige bij
zonder sprekende gevallen van overtreding
van alle wetsbepalingen en moreele begrip
pen, het Duitsche volk te laten zien, dat de
kloosters en de katholieke opvoedingsinrich
tingen, waarvoor de Encycliek van den
Paus opkomt als dragers van de gedachte
van de confessioneele school, inderdaad
zijn ontaard in oorden van de ergste zonde.
Wanneer men voorts mocht willen beweren
dat men met enkele op zichzelf staande ge
vallen te doen heeft, kunnen wij daarop
antwoorden, dat de huidige reeks processen
nog maar oen inleiding vormt. Katholieke
ouders hebben zich hij honderden genoopt
gezien de bescherming van den staat in te
roepen tegen het misbruik van hun kinde
ren, ter bevrediging van de ontaards'e lus-
ten van geestelijke opvoeders. Er bevinden
zich in de Duitsche gevangenis nog meer
dan duizend leden van dp katholieke gees
telijkheid, die onder ernstige verdenking
staan van de groolste overtredingen. Men
kan daarom rekenen op verscheidene hon
derden processen.
Havas meldt nog, dat de actie in de pers
tegen de kerk feller is dan ooit en zegt, dat
de Völkische B jobachter niet verheelt, dat
het de bedoeling is van de leiders om zicK
van zekere processen inzake overtredingen
van 't gemeene recht te bedienen om druk
uit te oefenen op het Vaticaan.
„De volkenbond is een
onzeker mechanisme"
Aldus de Zweedsche minister Sandler
In een radiorede heeft de Zweedschsi
minister van Buitenl. Zaken, Sandler,
gesproken over de buitenlandsche politiek.
Hij was optimistisch gestemd ten aanzien
van 's werelds kansen om een nieuwen
oorlog te vermijden.
De buitenlandsche politiek van Zweden
formuleerde hij als volgt:
Zweden combineert zijn deelnemen aan
de activiteit van den Volkenbond met een
neutrale houding ten aanzien van de tegen
strijdige belangen van de groote mogend
heden en het verwerpt het aangaan van
verplichtingen, welke in tegenspraak zijn
met deze houding. Dientengevolge behoudt
Zweden zich voor, neutraal te blijven in:
toekomstige conflicten, in verband met het
onzekere mechanisme van den Bond.
Ten aanzien van dit Volkenbonds
mechanisme. zeide Sandler, dat op het
critieke moment twee mogelijkheden be
staan: ofwel de bond zal normaal func-
tioneeren, ofwel hij zal zich ontbinden
in tegenover elkaar staande coalities.
Men moet zich derhalve vrijheid van han
delen voorbehouden voor deze gevallen.
De noordelijke landen werken thans een
gemeenschappelijke overeenkomst uit, waar
bij de juridische en technische beginselen
van neutraliteit worden vastgelegd.
De Britsche kroningsplechtigheid
Ooggetuige-verslagen voor 12 landen
De Engelsche postautoriteiten hebben een
regeling getroffen, op grond waarvan per
radio een ooggetuigeverslag van de kro
ningsplechtigheden zal worden gegeven
voor twaalf Europeesche landen, tw. Zwe
den, Noorwegen, Denemarken Duitschland,
Nederland, België, Frankrijk, Zwitser
land, Oostenrijk Tsjecho-Slowakije, Joego
slavië en Hongarije.
De verslaggevers zullen spreken in do
taal der landen, voor welke de uitzending
bestemd is.
N V ALG INTERN TRUSTEE- EN
ACCOUNTANTSKANTOOR
„HEIJKOOP"
Accountancy, Trustee- er BelastfnBzaken
Directie: H. N. J. K HIJ Kit,
lid Ned. Inst, ran
O. HBUKiMif to li. Aca.
t«l. 2296
ZWULLB
Nahuyspleln 15;
K.XS2UB Blüh'
'»8- Groei
W LMS( Hi iTBJN:
CAdvJ