Kolonisatie-mogelijkheden
in Argentinië
N ATIONALE
85
WOENSDAG 14 APRIL 1937
DERDE BLAD PAG. 0
IV
I-Iet vraagstuk van emigratie en koloni
satie naar Argentinië is niet door mij aan
de orde gesteld. In het jaar 1923 kwam ik
met verlof naar Nederland om, zooals in
zulk geval vriendelijk wordt gezegd, een
„welverdiende" vaCantie en rust te genieten
en daarna weer terug te keeren naar het
arbeidsveld, waar ik mij geroepen voelde.
Die vaeantle-tijd werd echter de drukste
periode in mijn leven. Al heel spoedig kreeg
ik een vriendelijke uitnoodiging van den
heer Jhr. Sandberg, toen directeur van
„Landverhuizing". Door Jhr. Sandberg
werd geïnformeerd of Cr misschien moge
lijkheid bestond een aantal landgenooten,
voornamelijk uit de steden, naar Argentinië
te doen emigreeren. Toen stond Argentinië
dus nog niet op de zwarte lijst". Bovendien
ontving ik uit verschillende plaatsen, ook
van landbouwverecnigingen, het verzoek
om eens een lezing over dit land te houden.
En het duurde ook niet lang, of ik kreeg
vele bezoeken van allerlei mensc-hen, ook
van jonge boeren, en daarbij een drukke
correspondentie. Daardoor kreeg ik den in
druk, dat er, met name voor onze jonge
landbouwers, behoefte was aan emigratie.
Ook hier kan dus gezegd worden: de nood
werd mij voorgelegd en een nieuwe roeping
mij opgelegd. Bij het verzamelen van ge
gevens bleek o.a. dat er destijds feitelijk
25000 boerderijen te kort waren en dat dit
aantal jaarlijks met 2 k 3000 vermeerderde
Aan de behoefte, om voor onzen boeren
stand een uitweg te zoeken^ behoefde dus
niet getwijfeld te worden, en daarom gaf ik
mij gaarne en gewillig voor dit moeilijko
cn vaak ondankbare werk.
Van die gehouden vergaderingen met ge
legenheid om vragen te stellen en desnoods
te debatteeren, behoud ik nog altijd de
meest aangename herinneringen. Er was
belangstelling; er kwam geestdrift en ik
had ongezocht gelegenheid om van het on
bekende Argentinië iets te vertellen. Geluk
kig ontbrak het ook niet aan tegenwerking
en waarschuwingen. Ik zeg: gelukkig, want
dit brengt leven in de brouwerij en dwingt,
om het vraagstuk van alle kanten te bezien.
Meenende geen overbodig werk te doen,
schreef ik ook een kleine brochure, om en
kele inlichtingen en gegevens over dit land
1e verstrekken. In dit geschriftje wees ik
allereerst er op, dat hier een nationaal be
lang aan de orde is en voorts, dat het niet
gaat om eenige emigratie, maar bepaalde
lijk over kolonisatie. En dan wijs ik op de
eischen die naar mijn oordeel gesteld moe-,
ten Worden aan het land en de streek, waar
we eventueel Nederlandsche kolonies kun
nen en vrijmoedig mogen stichten. Men ziet
dat ik nooit zoo maar in het algemeen
over Argentinië heb gesproken, maar dat ik
hen begonnen met het stellen van eischen.
Gaarne schrijf ik hier over, hetgeen door
mij toen over dit punt is gezegd en geschre-
„Op de voorgrond sta, dat het nergens in
de wereld volmaakt is; dat er overal gear
beid moet worden in het zweet des aan-
schijns en dat niemand ook in Argentinië
een paradijs verwachte, waar nooit tegen
spoed ons zal treffen.
Om echter in aanmerking te komen voor
het stichten eencr Nederlandsche Land-
bouw-Kolonie, moet het land of de streek
m.i. aan de volgende eischen in hoofdzaak
voldoen:
1. Het klimaat moet gezond zijn.
2. De bodem behoort vruchtbaar te
wezen.
3. De Nederlandsche Kolonist moet de
zelfde producten kunnen verbouwen
als in ons land.
4. Er moeten voldoende middelen
van vervoer zijn, en de afstand naar
een station niet te groot
5. De landbouwer moet onafhanke
lijk, in vrije concurrentie zijn pro
ducten kunnen verkoopen.
6. De regenval moet in het algemeen,
voldoende zijn; de r e g e n t ij d ook
7. De streek behoort voldoende
drinkwater te hebben, doch vrij te zijn
vansprinkhanen.
We gelooven, dat een streek, of land, wel
ke aan bovenstaande eischen redelijk vol
doet, in aanmerking mag komen voor ons
Van opverantwoord optimisme, van een
zwammen in do ruimte, van een blijven
hangen in het- algemeene en vage, is dus
nooit sprake geweest. Van meet af hebben
we én aan ons zelf én aan de plaats, waar
we onze landgenooten willen leiden de
zwaarste eischen gestold, zoodit al dadelijk
allerlei bezwaren worden uitgeschakeld
Wanneer men met mcnschén spreekt over
emigreeren en koloniseeren naar en in een
vreemd, vergelegen land, dan wordt al da
delijk gedacht aan het uitroeien van bos-
schen, aan het veriagen van wild gedierte,
soms nog aan vechten tegen Indianen. De
opinie is voorts vrij algmeen, dat er in het
gebied, waar de Nederlandsche kolonie ge
vestigd zal worden, wel geen spoorwegen
zullen zijn en vaak is er angst, dat men in
een soort slavernij zal komen te leven. Dat
men mij in het jaar 1910 toen ik voor het
eerst naar Argentinië ging, nog verzekerde,
dat. er in de hoofdstad Buenos Aires nog
wide dieren rond liepen, dat nog altijd het
sprookje opgeld doet, dat men in dit land
niet ongewapend kan reizen, zullen we
maar laten passeeren. Maar dat er heden
ten dage nog zooveel onkunde en verkeerde
opvattingen omtrent dit belangrijke land
heerschen, dat wijst toch wel op een leemte
in hot onderwijs. En het treft ons steeds,
dat men blijkbaar liever het verkeerde en
slechte, dan het goede van Argentinië wil
hoor'en en gelooven. Frappante staaltjes zou
ik daarvan kunnen geven; vooral zou dan
gewezen moeten worden op de verhalen van
zeelieden, die niets van land en hoofdstad
afwetèn en die de reizigers dikwijls allerlei
vreeselijke dingen vertellen. Enkel fantasie
en de zucht om sensatie te verwekken, of
een bewijs in welke kringen die zee
lieden alleen verkeeren.
Gaarne zal ik van onze Hollandsche toe
ren wlïën vernemen of de door mij gestelde
eischen voldoende zijn. En ook burgers en
buitenlui kunnen desgewenscht hun stem
in het kapittel laten hooren. Het. is altijd
mogelijk, dat ik een of ander gewichtig
punt heb verwaarloosd. En dan kan dat als
nog in aanmerking komen. Het behoeft toch
zeker niet gezegd te worden, dat bij het
vraagstuk en de verwerkelijking van het
stichten van Kolonies in een vreemd land,
er o zoo gemakkelijk allerlei bezwaren kun
nen geopperd worden. Die bezwaren zijn er
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
WAARBORGSOM
voor polishouders
-195 millioen gulden
natuurlijk en niemand is zoo dwaas, om
te veronderstellen, dat er geen moeilijkhe
den zouden verbonden zijn aan zulk een on
dernemen. Maar wordt niet gezegd tot allen,
die vrij zijn van den Jan Salie-geest: be
zwaren zijn er, om overwonnen te worden?
Dat geldt ook hier. En die bezwaren moeten
niet alleen door verstandig beleid worden
overwonnen of tot een minimum terug ge
bracht, ze moeten ook onder de oogen gezien
worden. De lezers kunnen gerust zijn. We
zullen alle mogelijke en vaak genoemde be
zwaren in deze artikelenreeks bespreken er.
dan zien, welke werkelijk bezwaren zijn en
op welke wijze die kunnen overwonnen
worden met Gods hulp cn zegen. In het vol
gend artikel hopen we dan te handelen
over dat deel van Argentinië dat, gelet op
de gestelde eischen, in aanmerking mag
komen voor Nederlandsche kolonisatie. Na
der gaan we dan met elkander overwegen,
dat het kan en op welke wijze
het moet.
A. C. SONNEVELDT
Buenos Aires, Februari 1937.
III stond in ons blad van 12 April
BINNENLAND
De „Piet Hein" in aanbouw
Bezoek van het Prinselijk Paar
Gistermiddag bracht Z K. H. Prins
Bernhard een bezoek aan de fabrie
ken en magazijnen van de Kon. Ned.
Meubelenfabriek H. r. Mutters en Zn.
te Den Haag.
Het bezoek van Z. K. H. gold o.a.
het bezichtigen van de betimmerin
gen en meubelen ten dienste van het
Nationaal Geschenk, het diesel-motor
jacht' ,.Piet Hein".
Bij het bezoek aan de fabrieken en ma
gazijnen van de firma H. P. Mutters en Zn.
was Z. K. H. Prins Bernhard vergezeld van
H. K H. Prinses Juliana.
In oogenschouw werden genomen de op
natuurlijke grootte geteekende papieren
wanden en de aankleeding der toekomsti
ge vertrekken van het jacht. Bij de bezich
tiging waren mede aanwezig de heeren
Ernst Crone voorzitter van het comité van
uitvoering, Ir. S. van Ravestevn en H. P.
Mutters als ontwerpers van de interieurs
van het jacht
Het Prinselijk Echtpaar nam met groot/3
belangstelling het geëxposeerde in oogen
schouw en bezichtigde tevens een kleine
tentoonstelling van vroegere door de firma
Mutters uitgevoerde Koninklijke opdrach
ten. Het bezoek duurde ongeveer een uur.
De weg Den HaagUtrecht
Donderdag voor het verkeer opengesteld
De K.N.A.C deelt mede, dat op Donder
dag 15 April as. des ochtends om 8 uur. 't
eerste 12 K.M. lange wegvak van den nieu
wen rijksweg Den Haag—Utrecht met de
bijbehoorende verbindingswegen voor het
verkeer wordt opgesteld.
Het betreffende weggedeelte loopt van
Voorburg (Oostzijde van den Vliet) tot het
station Zoetermeer.
D E V E O
Steunkousen voor spataderen
Niet knellend, niet warm
Alleeiv-verkoop:
Wester-Apotheek S^™3.m"nT.".Tl4602
Deveo-DepSt ""'"S."''»!'.* tW 337055
Fa. C. Roosen Zn. BSJÏ'iïEtSre
Elders wende men zich tot de labrikante:
Fa. D. VAN OORT te Baarn
Na het Prinselijk huwelijk
Een onderscheiding voor den heer G. Smol
Naar wij vernemen hebben H. K. H. Prin
ses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard aan
den heer G. Smol, chef van de afdeeling
Buitenland" van het reisbureau Lissone-
Lindeman te Den Haag een zilveren
draagmedaille verleend ter herinnering aan
de huwelijksplechtigheid op 7 Januari 1937.
De heer Smol heeft deze onderscheiding
gekregen als blijk van waardeering voor
hetgeen hij ter voorbereiding van verschil
lende reizen van het Prinselijk echtpaar
heeft verricht.
Vereenvoudiging
Gemeente-administratie
Het laatste woord nog niet gesproken
Aan de memorie van antwoord aan
Eerste Kamer inzake de wijziging van do
gemeentewet de provinciale wet en d<
kieswet en intrekking van de gemeente-
horgtochten-wet wordt het volgende ont
leend:
De Minister van Binnenlandsche Zaken
verwacht geenszins, dat met deze projecten
het laatste woord met betrekking tot ver
eenvoudiging der gemeentelijke administra
tie (en de daarmede samenhangende provin
ciale en rijksadministratie) zal zijn gespro
ken. Voor zooveel van hem afhangt blijft
de aandacht der regeering daarop gevestigd
en blijven de organen die daarvoor mede de
bouwstoffen aanvoeren, ter zake diligent
Het ligt niet in de bedoeling, de aanwij
zing van gemeenten voor het gecombineerd
ontvangerschap te doen plaats vinden zon
der inachtneming van den bestaamden toe
stand. In het algemeen kan worden aan
genomen ,dat alleen bij het bestaan van
vacatures van de bevoegdheid bij artikel 1
te scheppen, zal worden gebruik gemaakt.
Brochures
voor onze huisbezoekers
Dr. H. Colijn heeft indertijd het gedenk
boek van de A.R. Partij „Schrift en Historie"
geopend met een buitengewoon helder ge
steld artikel over: „Het karakter der A.R.
Partij." Dr. Colijn heeft toestemming ver
leend om voor de Kiesvereenigingen een
goedkoope overdruk te maken van dit
vooral met het oog op de komende ver
kiezingsstrijd zoo belangrijk artikel. Dit
hoekje is bij uitnemendheid geschikt om
te worden uitgereikt aan de „weifelenden".
Onze huisbezoekers kunnen er hun voordeel
mee doen, evenals met de brochure „Tegen
valsche democratie en Nationaal-Socialis-
tische Dictatuur" van de hand van den
heer C. Smeenk. Dit is uitnemend strijd
materiaal tegen N.S.B. en C.D.U. Op kalme
en bezadigde wijze weet de heer Smeenk
argument op argument te stapelen en de
tegenwerpingen stuk voor stuk te ont
zenuwen.
Beidn boekjes bevatten een helder en
overtuigend betoog, dat velen die in de
wateren van de genoemde bewegingen zijn
verzeild geraakt, tot nadenken en bezinning
en weer in den rechten koers kan brengen.
De prijs van deze brochures is zeer laag
gesteld. Zij wordien uitgegeven bij J. H.
Kok N.V., te Kampen.
Dagbladpers en N.S.B.
Nadere verklaring van de N.J.K
Het bestuur van de Nederl. Journalisten
kring nam in zijn vergadering van 10 April
kennis van het „antwoord", dat de heer A.
A Mussert. algemeen leider van de Nat
Soc. Beweging, in „Volk en Vaderland" van
9 April heeft gegeven op het protest van
het kringbestuur tegen de even grievende
als ongefundeerde uitlatingen van den heer
Mussert, welk protest on 23 Maart daaraan
voorafgaand in de dagbladpers was opge
nomen.
Het kringbestuur constateerde dat de
heer Mussert zelfs geen poging doet om
zijn beschuldiging van vervalsching der
parlementaire verslagen te bewijzen. Wal
worden ergerlijke kwalificaties en insinua
ties herhaald en nieuwe onbehoorlijkheden
daaraan toegevoegd.
Het kringbestuur is daardoor in zijn over
tuiging bevestigd dat men hier met waan
voorstellingen heeft te doen, waartegen
redelijke argumentatie niet kan baten.
Het feit dat de heer Mussert in zijn
„antwoord" geen onderscheid blijkt te ken
nen tusschen de zakelijke Kamerversla
gen en de uiteraard meer beschouwende
Kamero verzichten bewijst overigens
ederom dat hij publieke voorlichting heeft
willen geven op een gebied, waar de meest
elementaire kennis hem ontbreekt.
Godsdienstige gezindheid
van sollicitanten
Op de vragen van den heer Donker be
treffende het vragen van inlichtingen' om
trent de godsdienstige gezindheid van sol
licitanten voor de betrekking van contro
leur bij bet Uitvoer-controle-bureau voor
groenten, fruit en aardappelen heeft dc
Minister van Landhouw geantwoord, van
meening te zijn dat de eisch van opgave
van godsdienstige gezindheid in een sollici
tatie als de onderhavige gevoegelijk ach
terwege kan blijven. De Minister deelde dit
de betreffende instanties mede.
KOLSTER BRANDES RADIO
SUPERIEUItE TOONXWALITEIT
Vraagt complete prijscourant en condities
bij onzen plaatselijken agent, of bij de
Imp.: N. V. PH. J. SCHUT
Keizersgracht 684, Amsterdam (C.)
Kon. Familie beleedigd
Schilder veroordeeld
De schilder B. L. te GlanerSrug bij
Enschedé is door de Almelosche rechtbank
veroordeeld tot een maand gevangenisstraf.
Hij stond terecht wegens 't beleedigen van
de Koninklijke Familie door middel van
een geheime zender. Deswege werd de zaak
met gesloten deuren behandeld. Er was zes
maanden gevangenisstraf gevorderd.
Vlag met wolfsangel
I 10,— boete geëischt
De Officier van Justitie te'Amsterdam
requireerde gister tegen een N.S.B.-er die
op zijn fiets een vlaggetje met een wolfs
angel had gedragen, een geldboete van f 10.
Het O. M. was van oordeel, dat dit vlagge
tje een opzichtig teeken was, uitdrukking
gevende aan een bepaald staatkundig stre
ven. Ook de Kantonrechter had f 10 boete
opgelegd.
Onregelmatigheden te Nijmegen
Bij het verspreiden van een politiek orgaan
Bij het verspreiden van het orgaan van
een politieke partij, met het oog op de a.s.
Kamerverkiezingen is het in N ij m e g e n
tot wanordelijkheden gekomen. Er ontstond
een volksoploop. De politie greep in en nam
een vijftal aanhangers van deze partij, onder
wie zich ook haar Kamer-candidaat H. W.
P. bevond, mee naar het politiebureau.
Tegen hem werd proces-verbaal opge
maakt wegens overtreding van artikel 8h
van de politieverordening.
HUIS LEEGGESTOLEN
Een merkwaardige inbraak is te Nijme
gen gepleegd.
Tijdens de afwezigheid van den bewo
ner B. W. V.. hebben inbrekers zijn wonine
leeggehaald. De geheele inboedel hebben de
dieven meegenomen.
Er was geen geld in de woning aanwezig.
Van de daders heeft de politie nog geen en
kel spoor ontdekt.
(Adv.)'
DONDERDAG 15 APRIL
HILVERSUM I 1875 M. 8.00—9.15 KRO.
10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—11.30
NCRV. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 10.15
Morgendienst. 11.30 Godsd. halfuur. 12.00
Berichten. 12.15 KRO-orkest. 2.00 Hand-
werkcursus. 3.00 Piano voordracht en
gram.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Cursus
handenarbeid v. d. jeugd. 6.00 „Medische
zending, haar motief, taak en werkmg",
causerie. 6.30 Gram.pl. 6.45 CNV-kwar-
tiertje. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie van
wege de Nederl. Chr. Reisvereeniging.
7.35 „De Vondeluitgave van Albert Ver-
wey", causerie. 8.00 Berichten ANP. Herh.
SOS-Ber. 8.15 Mannenkoor „Die Haghe
Sanghers" en het Residentie-orkest. 9.15
„Het Protestantisme in Oostenrijk en
Hongarije", causerie. 9.45 Vervolg concert.
10.25 Berichten ANP. 10.30—11.30 Gr.pl.
Hierna: Schriftlezing.
HILVERSUM n 301 M. AVRO-Uitzendingr.
8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10 30
Het Omroeporkest en soliste. 3.00 Naai
cursus. 4.00 Voor zieken en thuiszitten
den. 5.00 Voor groote kinderen. 7.00 Voor
de kinderen. 7.30 Engelsche les. 8.00 Be
richten ANP. Mededeelingen. 8.15 Con
certgebouw-orkest en soliste. 10.30 Gr.pl,
11.0r Berichten ANP.
DROITWICH 1500 M. 12.05 BBC-Welsh-
orkest en solist. 1.05 Alt en tenor. 1.35
Trio. 2.20 Ensemble. 3.35 Orkest. 6.40
Boekbespreking. 7.00 BBC-Schotsch Strijk
orkest. 9.00 „The Need for New Words",
causerie. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Viool en
piano.
RADIO PARIS 1648 M. 11.35 Omroeporkest
en zang. 3.50 Zang. 7.05 Zang. 7.50 Kwar
tet. 9.05 Omroeporkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 11.50 Omroeporkest.
4.20 Salonorkest en soliste. 7.20 Klein-
orkest.
484 M.: 11.50 Salonorkest. 12.30 Omroep
orkest. 4.30 Zang. 7.20 Omroeporkest. 8.35
Dito.
Jarige reputatie
op muziekgebied!
Dus ook voor een
gebruikte piano naar
JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADER
door G. TH. ROTMAN 7Nadruk verboden')
11. Spoedig ziet men voor het raam
Jonkheer Dunn van Duyten;
Waar het orgel binnenging
Steekt zijn hoofd naar buiten....,
Wacht! Daar staat de onverlaat,
Die dit snoode attentaat
Op zijn eer en leven
Zoo maar heeft bedreven!
12. „Wacht maar!" roept de jonker uit,
,,'k Zal dien vlegel leeren,
Omdat hij bij mij niets krijgt,
M'n boel te ruïneeren!"
Hij kan zijn woede niet weerstaan,
Vat bij den riem het orgel aan
En sliert het door de ruiten
Weer terug naar buiten
(Wordt vervolgd).
;§öVêït de Poolcirkel.
"^SOOR RE6INA V.D.flAUW- V€LTMAN T
HOOFDSTUK I
Dat gaf een heele drukte en bedrijvigheid ïn de huis
houding van Ikanoff, den Eskimo. Hij had besloten, dit voor
jaar vroeg naar Nermilak te gaan, om de voorraad pelzen en
huiden, die hij bezat, ,te verkoopen aan den kapitein van de
„Laura", dien hij vele jaren kende en die ieder jaar naar deze
kustplaats kwam om reusachtige partijen pelzen van de Es
kimo's in te koopen.
De heele nederzetting leefde mee met het aanstaand ver-
irek van Ikanoff en zijn gezin. Sommigen zeiden, dat hij veel
te vroeg vertrok en voorspelden hem een slechte reis, waarop
hij zou moeten kampen tegen geweldige sneeuwstormen.
Anderen beweerden, dat hij z'n voordeel kon doen, met de
bevroren baaien en rivieren over .te steken, waardoor hij een
yluggere revs zou hebben.
Zwartkijkers bezwoeren hem niet te gaan. Ze zeiden, dat
hij veel kans had, met z'n heele gezin onderweg te bevriezen.
Al die goedgemeende raadgevingen bewezen in ieder geval.
Bat Ikanoff een welgezien man was op de nederzetting Ikoetha.
Geen wonder ook.
Ikanoff stond niet alleen bekend als één van de beste en
rijkste jagers van de streek, maar ook keilde men hem als de
goedaardigste en eerlijkste man uit de omtrek.
Wanneer bijvoorbeeld in de nawinter één der huisgezinnen
niet toe kon met zijn voorraad vleesch en er honger dreigde,
vond zoo'n getroffen huisvader doorgaans spoedig de weg
naar Ikanoffs igloe1) en hij kon er zeker van zijn met een
voldoende voorraad bevroren robben-, walrussen- of rendier-
vleesch en eenige gedroogde zalmen huiswaarts te keeren.
Toch was er, behalve hij, nog een man, die als nummer
één gold op de vestiging. Dat was Naa-ank. Deze man was
van een andere stam, dan de overige bewoners van deze
streken. Hij was een beste jager en een voortreffelijk vis-
scher. Geen tweede in de omtrek als hij. Natuurlijk had hij
veel benijders.
Men fluisterde onder elkaar, dat hij in stormachtige nach
ten de groote geesten raadpleegde, met behulp van beenen
instrumenten. De geesten wezen hem het spoor in de on
metelijke sneeuwvelden en stuurden de ijsberen en rendieren
op zijn pad en lieten de robben rustig op hem wachten in het
ijs. Zoo kwam het, dat hij altijd met een flinke buit huis
waarts keerde.
Naa-ank daarentegen verweet de anderen, dat ze te lui
waren om een flinke jachtreis te maken, dat ze hun gereed
schap niet in orde hadden en te gierig waren om hun honden
goed te voeden, zoodat de beesten te zwak waren voor een
inspannende tocht.
Nu was het waar, dat Naa-ank z'n heele leven het geluk
had mee gehad. Rampen waren hem gespaard gebleven en
tegenspoeden hadden hem nooit ontmoedigd. Deze begun
stiging van de Goede Geest, zooals de Eskimo's het noem
den. had echter tot gevolg gehad, dat Naa-ank een heersch-
zuchtig en hardvochtig man geworden was.
Dat hij dan ook als ongekroonde koning van de neder
zetting „Skoetha" erkend werd, was niet omdat hij zoo bemind
was, doch veeleer omdat hij door ieder gevreesd werd.
Was er in de omtrek eenig misdrijf gepleegd en Naa-ank
verkoos er geen onderzoek naar te doen, dan was er niemand
die zich er verder om bekommerde.
Alleen Ikanoff verkoos niet voor Naa-ank opzij .te gaan.
Daar was dan ook in 't geheel geen reden toe. Zelfs Naa-ank
zou, wanneer dit te pas kwam, eerlijk erkennen, dat Ikanoff
als jager niet voor tem onder behoefde te doen.
Ikanoff bezat mee*' honden, dan Naa-ank. Ook waren ze
van een beter ras. Z'n sleden en tuigen, z'n kajaks2) en
harpoenen waren van de beste soort. En de pelzen en huiden
van Ikanoff werden minstens evengoed betaald als die van
Naa-ank.
Verregaande oneenigheid hadden de beide mannen nooit
gehad, daarvoor kenden ze te goed eikaars kracht en macht.
Doch evenmin was er ooit sprake van vriendschap geweest,
daarvoor liepen hun karakters te veel uiteen en was Ikanoff
onder zijn soortgenooten een man van te goede beschaving.
Deze meerdere beschaving had hij in z'n jeugd opgedaan,
toen hij enkele jaren op kustplaatsen gewoond had en daar
eenige invloed van de Westersche beschaving had onder
gaan.
En toch was het alleen Naa-ank, die de reden giste, van
het vroege vertrek van Ikanoff.
En daar was een oorzaak voor.
Enkele weken voor Ikanoff besloten had de groote reis
te wagen, had Naa-ankfe'n vrouw door de dood verloren.
Deze vrouw, die de geheele winter bijna niet buiten de in
gang van haar sneeuwhut kwam en zoodoende dagen, ja
maanden lang in de verstikkende atmosfeer van haar hut
vertoefde, met als eenig licht de vage gloed van de lampen,
die brandden van walvischtraan en die de gansche dag robben-
vleesch kookte voor haar gezin, was plotseling blind gewor
den. Daarna was ze ziek geworden en na enkele weken in
groote ellende gestorven.
Men had haar begraven onder een steenhoop, die met
eenige robbenvellen toegedekt werd. Sinds die dag was ze
door Naa-ank vergeten.
Enkele weken daarna had Naa-ank Ikanoff in z'n hut op-<
gezocht. Ikanoff had niets van z'n verwondering laten blijken,
doch had gewoon over allerlei dingen gesproken, onderwijl
bedenkend, welke reden Naa-ank voor zijn bezoek aan hem
mocht hebben.
Naa-ank had het gesprek op de jacht gebracht en terloops
gevraagd of Ikanoff tevreden was over z'n voorraad huiden
en vleesch.
Zonder diep op bijzonderheden in te gaan, had Ikanoff
gezegd, dat hij geen reden tot klagen had over z'n bezit.
Na nog eenig dralen, had Naa-ank toen gezegd, dat hij
weer een vrouw wilde hebben en dat hij Jessie. Ikanoffs
vrouw, tot vrouw wenschte. Hij zou hem, indien deze toe
stemde, ruimschoots voor haar betalen met een flinke voor*
raad pelzen en zoo hij dit verlangde met twee zware zee
bonden. 3)
1) Koepelvormige sneeuwhut
2) Licht houten bootje met robbenhuid overtrokken.
3) Het mag bekend geacht worden, dat de Eskimo's over
t algemeen aangaande het huwelijk andere en minder strenge
opvattingen huldigen dan Europeanen. Het houden van twee
of meer vrouwen wordt als iets gewoons beschouwd, even
als onderlinge vrouwenruil. Ook komt het soms voor dat
twee vrouwen één man hebben, wat wel zijn oorzaak zal
vinden in een tekort aan mannen, die aan vele gevaren op
jacht en vischvangst bloot staan. Van eenige huwelijks-i
ceremonie is dan ook geen sprake.
(Wordt vervolgd^