►IT wedijvert met Parijs!' Ko'onisatie- ogelijkheden 'OlMMKT WOENSDAG 7 APRIL 1937 DERDE BLAD PAG. 9 «am DONDERDAG 8 APRIL HILVERSUM I 1875 M. 8.00—9.15 KRO 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—11.30 NC RV. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 10.15 Morgendienst. 11.30 Godsd. halfuur. 12.15 KRO-orkest en Gram.pl. 2.00 Handwerk- cursus. 2.55 Gram.pl. 3.00 Vrouwenhaliuui 3.45 Bijbellezing. 4.45 Cursus voor de jeugd. 6.00 Cello en piano. 6.45 Causerie 7.00 Berichten, 7.15 Journ. weekoverzicht 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herh, SOS-Berichten. 8.15 Reportage. 9.15 Orgel spel. 10.00 Berichten ANP. 10.0511.30 Gram.pl. Hierna: Schriftlezing. HILVERSUM H 301 M. AVRO-Uitzending. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.3f0 omroeporkest. 12.30 De Octophonikers, 1.15 Orgelspel. 1.30 De Octophonikers. 2.00 „Het leven in Hindoestan". 2.30 Zang. 3.00 Naaid en borduurcursus. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 5.30 AVRO-Aeolian-orkest 7.00 Voor de kinderen. 7.30 Engelsche les, 8.00 Berichten ANP. 8.15 Concertgebouw* orkest. In de pauze: orgelspel. 10.30 Gram< pl. 11.00 Berichten ANP. DROITWICH 1500 M. 12.05 BBC-Welsch or kest. 1.05 De BBC-Zangers. 1.35 Sextet, 2.20 Trio. 3.10 Causerie, 3.15 Sted. orkest Bournemouth. 6.40 „This and that", cause rie. 7.00 BBC-orkest. 9.00 „Why talk about words?" causerie. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Cembalovoordracht. 11.00 „Timber", cau serie. RADIO PARIS 1648 M. 11.35 Omroeporkest en zang. 4.05 Zang. 7.05 Zang, 7.35 ZanjJ 7.50 Nat. Orkest. KEULEN 456 M. 11.20 Orkestconcert. 12.33 Concert. 1.35 Gevarieerd concert. 3,20 Zang en piano. 4.10 Gram.pl. 6.20 Omroepklein* orkest. 7.30 Omroepkleinorkest en -koor, 9.5011.20 Landesorkest Gouw Baden en mandoline-orkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.30 Kleirt orkest. 4.20 Kleinorkest. 7.20 Omroep* symphonie-orkest en „Trinitas-Koor". 484 M.: 11.20 Gram.pl. 11.50 Kleinorkest, 4.20 Omroeporkest. 5.35 Vioolvoordrachf, 7.20 Omroeporkest. 9.3010.20 Solisten* concert. een Q C Oj Jarige reputatie op muziekgebied! Daarom koopt ge ook Uw Radio bij RIJKENSDELANOE GED BINNENROTTE 15V ROTTERDAM (Adh. wordt uigegeven bij van Gorcum en Comp, N.V. te Assen en bedoelt een overzicht tel geven van de directe en indirecte overheids controle op de wisselkoers van den gulden^ die veel uitgebreider is dan men meestal denkt. De ooodige gegevens werden in een voor ieder begrijpelijke vorm verzameld. Het geschrift onthoudt zich yan iedere geld politieke waardeering. weemoed haar taak neer, maar hoopte, op andere wijze in de toekomst haar beste krachten als internationaal comitélid aan den raad te kunen blijven geven. Woorden van hulde en waardeering wer den alsnog tot haar gesproken door de dames Piepers, Baelde, Wasterman, en Marie Hemen, waarmede de aanwezigen van harte haar instemming betuigden. Het toezicht op den gulden Wij ontvingen een exemplaar van het boekje „Het Toezicht op den Gulden", door Mr B. W. Kranenburg geschreven in de serie „Vragen van nu'. Het geschriftje tere cijfers tot de conclusie zullen voeren: aan Argentinië moet met name Nederland al zijn aandacht wijden! Gelden bovengenoemde cijfers uitsluitend de producten van de landbouw, ook de vee teelt heeft zich in de loop der jaren enorm ontwikkeld; met die ontwikkeling bedoelen wc niet alleen het vermeerderen, maar spe ciaal ook het verbeteren van de veestapel. Omdat men in het algemeen van dit land een slechte opinie heeft en denkt, dat we hier nog leven zooals in de middeleeuwen, stel ik er prijs op te vermelden, dat er becl veel is gedaan en dat geen kosten zijn ont zien, om de veestapel te veredelen. Het hestc uit alle deelen der wereld is inge voerd, om dit doel te bereiken, zoowel voor koeien als voor schapen. Groote tentoon stellingen werden en worden nog telkens georganiseerd; ook 't Hollandsch stamboek vee ontbrak niet en zooals reeds gezegd, op geld werd niet gekeken. Om een enkel, maar sprekend voorbeeld te noemen: in het jaar 1925 werd voor een fokstier het enorme bedrag van 152.000 (honderd twee en vijftig duizend) pesos be taald en in dat jaar kwam dit op ruim 162.000 gulden. Dit was het record; momen teel betaalt men van 20 tot 30 duizend pesos voor en sti _r. De uitvoer van vleesch en verdere pro ducten van de veeteelt is dan ook zeer be langrijk. Laat mij ook hier eenige cijfers geven en wel van de export in het jaar 1935. Gekoeld rundvleesch. ter waarde van 161 millioen pesos. Bevroren rundvleesch, ter waarde van 7 millioen pesos. Gekoeld en bevroren schapenvleesch, ter waarde van 31 millioen pesos. Gekoeld en bevroren varkensvleesch, ter waarde van 5 millioen pesos. Bevroren tongen, ter waarde van 1 mil lioen pesos. Bevroren inwendige organen, ter waarde van 6 millioen pesos. Het is natuurlijk niet mogelijk om vol ledig te zijn; dan zou er een brochure ge schreven moeten worden. Maar nog een paar cijfers mogen hier volgen, alles be trekking hebbende op het jaar 1935. Export van wol ter waarde van ruim 115 millioer pesos. Export van wol ter waarde van ruim 115 millioen pesos; Idem van huiden en vellen, ter waarde 'an bijna 98 millioen pesos; Idem van zuivelproducten, ter waarde ran ruim 15 millioen pesos; Idem van boschproducten, ter waarde ran bijna 44 millioen pesos; Idem van granen en lijnzaad, ter waarde ;an ruim 872 millioen pesos. Tenslotte wijst de statistiek uit, dat Ar gentinië in het genoemde jaar een groote verscheidenheid van artikelen heeft uitge voerd, welke samen een waarde vertegen woordigen van ruim 1569 millioen pesos papier. We vergeten hierbij niet, dat dc peso in waarde is verminderd,, maar de waarde-vermindering van het geld betreft schier alle landen der wereld. Wie nu kennis neemt van de cijfers, 'die de uitvoer van Argentinië in het licht stel len, moet wel genezen worden van de waan alsof dit land in 6chier elk opzicht achter lijk zou zijn, zonder perspectieven voor de toekomst. Juist omdat ons telkens weer blijkt, dat er over Argentinië verkeerd ge dacht wordt, meenden we goed te doen cm die cijfers eens te publiceercn. De laatste jaren kwamen er enkele land- genooten naar hier en steeds was dan mijn vraag, nadat ze iets van Buenos Aires had den gezien en een poosje in het land waren: wat is uw indruk? En onveranderd kwam dan liet antwoord: geheel anders dan men ons in Nederland heeft wijsgemaakt. En dan in deze zin dat het hun in de meeste, zoo niet in alle opzichten meeviel. Ook uit brieven om inlichtingen die ik schier elke week uit het vaderland ontvang, blijkt dui delijk, dat men een geheel verkeerde voor stelling van Argentinië heeft. Velen denken nog, dat er op het land geen huizen zijn, dat er gebrek is aan sommige eerste levens behoeften, dat er gevaar is voor wild ge dierte, in één woord, dat we hier nog leven zooals de Papoea's of zooals Robinson Crusoe op zijn beroemd eiland. En als we vertellen, dat ook hier heel goede sociale wetten zijn dan kijken ze ons wel wat ongcloovig aan. Het zij zoo. Ern stige en eerlijke emigratie-specialiteiten kunnen in Argentinië een dankbaar object voor verdere onderzoekingen vinden; dan zullen ze zeker tot de conclusie komen eenerzijds, dat dit groote en op natuurlijk gebied zoo rijk bevoorrecht land al te lang is verwaarloosd; anderzijds, dat de vraag, of er hier kolonisatie-mogelijkheden zijn, met volle vrijmoedigheid bevestigend kan beantwoord worden. Laten we dan in de volgende artikelen over die mogelijkheden eens verder met elkaar praten. BuenosAires. X. C. SONNEVELDT I stond in ons blad van 3 April j.l. BINNENLAND Het overlijden van den Belgischen gezant Deelneming van H.M. de Koningin De grootmeester van H.M. de Koningin, J- II. F. Graaf du Monceau heeft gister middag een bezoek van rouwbeklag afge legd bij douairière Maskens en haar de deelneming van H.M. de Koningin bij het overlijden van haar echtgenoot, betuigd. Staatscommissie voor het Bankwezen Door Minister Oud geïnstalleerd In één der zalen van het Departement van Financiën is gistermiddag door den Minister van Financiën, Mr. P. Oud, ge ïnstalleerd de door hem ingestelde staats commissie voor het Bankwezen. Deze Commissie zal, naar men weet de kwestie van het toezicht op het particuliere bankwezen voorwerp van haar onderzoek maken. Tevens zullen daarbij bestudeerd worden de daarmee samenhangende vraag stukken in het bijzonder wel de vraag in hoever het bankwezen de conjunctuur kan bcinvloe&en. Voorts zal worden nagegaan of en in hoeverre het statuut van de Neder- landsche Bank "wijziging behoeft. Minister Oud hield de installatieredo welke door den Voorzitter der Commissie Jhr- Mr. D. J. de Geer werd beantwoord. Burgemeester J. in 't Veld geïnstalleerd Onder groote belangstelling is Dinsdag avond de nieuwe burgemeester van Za dam, Mr. Dr. J. i n U V e 1 d, als eoodanlg geïnstalleerd. De familie in 't Veld werd aan het station verwelkomd door een groote menschenme- nigte, waaronder vele leden van Bond van Vereenigingen, ivoor Kunst en Sport Voor 't balkon van het gemeentehuis heeft een groot aantal vereenigingen gedefileerd. Namens de reeds eerder genoemde Bond heeft de heer J. J. Kolman den burgemeester welkom geheeten. De heer In 't v^eld damikte voor de gebrachte hulde en begaf ziich vervolgens met zijn familie naar de raadszaal, waar de installatie plaats vond. Namens den gemeenteraad verwelkomde de oudste wethouder, de heer K. Prins, den burgemeester, complimenteerde hem met zijn benoeming en installeerde hem, door het omhangen van den ambtsketen, als burgemeester van Zaandam. Burgemeester in 't Veld sprak daarna een rede uit. waarin hij gewaagde van blijdschap over deze benoeming. Na de rede van den burgemeester is het woord nog gevoerd door wethouder Kan. door burgemeester H. K 1 e r k Jzm. van Krom menie en door verschillende leden van den raad namens onderscheiden fraoties. Tot degenen, die de installatieplechtigheid bijwoonden, behoorden wethouder Brautigam van Rotterdam, met den oud-wethouder Mr. A. de Jong en den gemeente-secrettaris Mr. M. Smeding, „Modes et Travaux" het bekende Parijsche Modeblad schrijft.De Nederlandsche vrouw draagt schoentjes van zeer fijnen snit onberispelijk van lijn: Swift-schoentjes! Elk Swift-schoentje kan wedijveren met wat Parijs, het centrum der Modekunst, brengt I" Dit is in 't kort het oordeel van een der voornaamste Parijscht Modebladen. 'n Hulde aan de nieuwe Swift-voorjaarscollectie, die ge roemd wordt om haar rijkdom van modellen, sierlijke lijnen en geestige garneeringen. Let U eens op die artistieke Swift-voorjaarsschoentjes in de etalages. Iedere zelfstandige schoenwinkelier heeft een rijke keuze. U vindt er zeker dat Swift-schoentje, dat volkomen harmonieert met Uw nieuwe voorjaarstoiletje, met Uw type en.... Uw beurs. f 5.50 f 6.25 f 6.95 UW VOET LIJKT EEN NUMMER KLEINER Nationale Vrouwenraad De 38e Jaarvergadering te Utrecht In de voortgezette vergadering van den Nationalen Vrouwenraad kwam de verkie zing van drie leden van het dagelijksch bestuur aan de orde. Aangezien Mr. C. Frida Katz mededeelde niet herkozen te willen worden, werd be sloten niet drie, maar twee leden van het dagelijksch bestuur te kiezen, zoodat een vacature blijft bestaan. Als leden van bet dagelijksch bestuur werden gekozen mevr. J. M. s'Jacob-Loder te Baarn, voorzitster van het hoofdbestuur van den Alg. Ned. Vrouwenvereeniging „Tes- selschade" en mevr. II. G- van Abriiy-de Kempenaer, o.a. hoofdbestuurslid en presi dente der afd. Eindhoven v. d. Ned. Ver. v. Huisvrouwen. Mevr- Westerman verk'aarde zich bereid voor een jaar het Presidentschap waar te nemen. Aangenomen werd de volgende resolutie „De N.V.R. van Nederland vestige de aandacht der Regeering op het toenemend samenbrengen van een zeker aan lal kinde ren onder den leerplichtigen leeftijd en oo de gevaren door onvoldoende regeling en toezicht daaraan verbonden. Bedoeld wor den hiermede ongesubsidieerde kleuter scholen, kleuterklasjes, kinderbewaarplaat- Na eenige discussie werd aangenomen het voorstel: ,De N.V.R. dringe bij de Regeering aan op een wettelijke regeling omtrent het toe zicht en de controle op de keuze van pleeg gezinnen en op de behandeling der pleeg kinderen." Gisteravond werd de bijeenkomst voort gezet in een openbare vergadering waar door een aantal spreeksters werd behandeld het onderwerp: „de houding der jongeren ten opzichte van de Vrouwenbeweging"- Voor deze beschouwingen bestond groote belangstelling. Na afloop werd een leven dige nabeschouwing gehouden. In de zitting van Dinsdagmiddag werd besloten dat do volgende algemeene verga dering waarschijnlijk te Haarlem zal wor den gehouden. Mevr. Mr. Frida Katz nam tenslotte met enkele woorden afscheid als presidente van- den nationalen Vrouwenraad. Ze legde met 5. 't Orgeltje draait lustig voort En verspreidt zijn klanken; Fikkie grauwt en gromt en bast En slaat aan het janken, Zoodat het niet lang meer duurt Of de honden uit de buurt Komen altegader Woedend blaffend nader! 6. Pipa pakt z'n orgel op, Gaat er mee aan 't maaien En probeert het hondsch gebroed Muzikaal te aaien. 't Blaffen stijgt tot razernij, Vaders broek krijgt averij! Kinderen, eilacie! Wat een consternatie! .(Wordt vervolgd). ii*) In ons eerste artikel wezen we, bij wijze van inleiding, op het onloochenbare feit, idat Argentinië een zeer belangrijk land is,1 niet het minst door zijn nu reeds gewel dige export van landbouw- en veeteeltpro ducten. Ik zeg: nu reeds. Dat ziet op de dunne bevolking en de omstandigheid, dat slechts 22 pet dier bevolking op het land werkt. Welke perspectieven opent dit niet voor de toekomst wanneer die bevolking eens dubbel zoo groot zal wezen en wan neer er eens degelijke landbouw-kolonies zullen gesticht zijn? Want dat het, daarheen gaat, lijdt geen twijfel! Nog in deze dagen verschijnen er in Engelsohe bladen artike len, waarin gewezen wordt én op het gun stig heden èn op een veelbelovende toe komst Aangezien het onderwerp dat we in de/.e artikelen-reeks hopen te behandelen van uiterst praktische aard is. is eenige preci- eeering in dit verband misschien niet on welkom. Geen abstracte beschouwingen, al rusten ze op de basis der werkelijkheid, maar „feiten en cijfers" mogen en moeten hier genoemd worden, opdat de belangstel lende lezers zich een juiste vooretelling kunnen vormen van de rijkdom van Argen tinië en van de plaats, welke dit land nu reeds op de wereldmarkt inneemt. Bepalen we ons nu maar tot de uitvoer van de volgende producten: tarwe rogge, haver, gerst, lijnzaad en mais. Vooraf ga de opmerking, dat met de uitvoer van tarwe, lijnzaad, gerst en mais pas in het jaar 1880 is begonnen en die van haver eerst in 1893. De statistieken laten dan zien, dat het met de export in de loop der jaren steeds opwaarts is gegaan, behoudens eenige uitzonderingen in slechte jaren. Het heeft geen nut om van al die jaren de cijfers te noemen; we volstaan met het noemen van de eerste en de laatste gegevens. Ik hoop, dat niemand die cijfers „droog" zal vinden; ze spreken een heerlijke taal; ze gewagen van vooruitgang en van Gods zegen! Tarwe: Uitvoer in 1880: 1166 ton; in '1935: 3.800.043 ton (zegge en schrijve: bijna vier millioen ton!). Rogge: Uitvoer in 1882: 8 ton; in 1935: 239.411 ton. Haver: Uitvoer in 1893: 9S5 ton; in 1935 376.521 ton. Gerst: Uitvoer in 1SS0 556 ton; in 1935: 419.862 ton. Lijnzaad: Uitvoer in 18S0: 958 ton; in ]1935: 1.777.632 ton. Mais: Uitvoer in 1S80: 15.032 ton; in 1935 •7.051.460 ton (ruim 7 millioen ton). Het is geen wonder, dat de heer v. Balen in verband met deze statistieken Argen tinië noemt: de korenschuur van de wereld. Vergelijkt men voorts hiermee de export- cijfers van andere landen, dan blijkt het volgende: als exporteur van tarwe neemt 'Argentinië de tweede plaats op de wereld markt in, slechts overtroffen door Canada; als exporteur van .lijnzaad, mais en haver staat Argentinië bovenaan; als exporteur van gerst en rogge nog op de tweede plaats. Vergeet hierbij natuurlijk niet, dat er wel landen zijn, die meer van deze producten produceeren, maar het gaat bier om het overschot, dat uitgevoerd kon worden. Ik hoop en vertrouw dat ook deze nuch- Gezicht op de „Nieuwe Haven" te Buenos 'Aires JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADER door G. TH. ROTMAN ÏNridruli verboderiX VEOWAAL UIT tHollandsc-he Boerenleven _..0,V£RMEEa (53 „Maar is dat niet een vertroosting, iets overweldigend groots, dat de Heere ons leidt, dat Hij met ons gaat, en dat Hij ons aan Zijn handen voert door de storm en de donkerte van ons leven? Ja, het is een troost, maar zij is er pas als wij tot de erkenning gekomen zijn: „Heere, neem Gij mijn handen en leid Gij mij. In de zwarte nacht van deze wereld ben ik angstig en ik zie geen uitkomst". Dan daalt er de troost van onzen Heiland in ons hart, die gezegd heeft: „Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid, en alle dingen zullen u toegeworpen worden". Dan is er de wijde vrede van het geluk in God: dan is er de zonneschijn van Gods troost, en dan gaan wij met Hem en aan Zijn hand door het leven, door de angst, door fie werkloosheid, door de crisis, door de ziekte door den dood straks. Met mijn God spring ik over een muur. Want Zijn weg is volmaakt". Het is doodstil in de kerk als de dominee uitgesproken heeft. En velen bidden in hun hart het dankgebed mee, waar in de oude predikant voor alle menschen de kracht en het ge loof vraagt om hun leven aan God, den eenig Volmaakte, in vertrouwen over te geven. Piet Bruining rijdt met zijn vrouw naar huis. Hij zit licht voorovergebogen, de leidsels losjes in de handen, strak voor zich uit te kijken over de rug en de dansende kop van het paard. Het is zijn door de jaren gewende houding. Vroeger, in zijn jonge jaren, ging hij geheel op in het genot van het in toom houden van een trotsch en fier dier. Toen zat hij nog recht en sterk op den wagenbok. Maar ook deze laatste levenslust is door de zorgen overmeesterd, al is er uiterlijk weinig veranderd. Alleen de glans in zijn oogen verdofte en de rechtheid van zijn rug werd wat gebogen. Zijn strakke blik echter bleef; slechts zijn gedachten zijn anders, zorglijker. Het is lang geleden, dat hij met de kapwagen naar de kerk geweest is. Tijdens Neeltje's ziekte is hij er, vooral op haar aandringen, enkele malen op de fiets heen gegaan, meesten tijds is hij thuis gebleven, met de verontschuldiging, dat hij andere dingen had om over te denken. Hij was nooit gods dienstig geweest, ging naar de kerk omdat het nu eenmaal hoorde. Maar wat geeft hij de laatste tijd er om wat hoort of niet hoort. Met naar de kerk te loopen red je je zaken niet. Met de doop van het jongste kind, nu al weer enkele maanden geleden is hij er voor het laatst geweest. Neeltje was daar niet bij; ze was nog te zwak. Haar oude moeder is in haar plaats meegegaan en heeft het kind ten doop gehou den. Onder de toespraak van den dominee voelde Piet zich vreemd en onwennig daar voor in de kerk. Vertrouwelijkheid had hij er nooit gevonden, tusschen al die menschen, die vreemden voor hem gebleven waren, maar nu hij de koude .nieuwsgierigheid op de gezichten las: „Waar is zijn vrouw?",. allerminst. Dominee Velt ïs ïn de week daarna op „Nooit Volmaakt" geweest om het doopbewijs te brengen. Piet verontschuldigde zich; een gesprek met een dominee leek hem iets verschrik kelijks. Maar met de vrouw in het ledikant heeft de oude man lang gesproken. Met schaamte bemerkte hij, hoe deze vrouw naar zijn bezoek gehunkerd, naar zijn troost, de troost van zijn Meester, uitgezien had. Nu Neeltje hersteld is, heeft zij er op aangedrongen naar de kerk te gaan. Dat enkele dagen geleden hun bedrijf de genadeslag gekregen heeft, en dat het dezen Zondag juist dankdienst zou zijn, heeft haar niet kunnen weerhouden. Was er nog niet veel, waarvoor zij dankbaar moesten zijn? Had de Heere haar niet door een donkere nacht van ziekte heen geleid en haar weer aan de haren teruggegeven? En was dat niet veel meer dan een kapot geslagen bedrijf? En tenslotte, juist nu hadden zij de gemeenschap met den Heere en Zijn vertroosting noodig; en waar vindt men die beter dan in de kerk? Laat de menschen dan maar vijandig zijn. De troost en de wetenschap, dat de Heere hen niet alleen Iaat, heeft zij vanmorgen opnieuw mogen ontvangen. Het is haar zelfs geweest of zij door de woorden van dominee Velt de stem van den Heiland gehoord heeft, die tot haar persoon lijk sprak en haar troostte. Nooit Volmaakt, zoo heette hun woning; en dat de oude predikant juist dezen morgen over het eenige Volmaakte van Gods leiding met den mensch ge sproken heeft, heeft haar een ontroering gegeven die nog in baar nadeint nu zij in de schemerige kapwagen naar huis rijdt; naar „Nooit Volmaakt". Moeten zij het niet zoo zien, dat het hun fout geweest is. zich aan het onvolmaakte te hebben vastgeklampt, en den Volmaakte te hebben vergeten? De preek heeft ook Piet getroffen. Het is hem of hij vroe ger, toen hij de naam op hun woning liet schilderen, reeds zijn eigen vonnis geveld heeft. Hij wist toen al, of hij meende het althans te weten, dat er geen geluk volkomen was. En toch heeft hij er het volkomen geluk gezocht Misschien juist daarom er te meer naar gestreefd. Hij heeft boven zijn men* schelijke kracht willen uitreiken, de omstandigheden willen tarten, het op willen nemen tegen de gansche wereld, omdat hij in zich zelf en in zijn eigen kracht geloofde. Het is uitge- loopen op een ontgoocheling, die hij al langen tijd verwacht had, maar die deze week definitief geworden is. Het is mis* lukt; het onvolmaakte i s onvolmaakt gebleven. De slag, zoo lang verwacht, is bijna een opluchting ge* weest. Het dreigen, maandenlang, was een marteling, die het restje van zijn zelfvertrouwen heeft murw gemaakt, zoodat het hem tenslotte een opademing was, eindelijk alles beslist te weten. Wat nu? Gelooven, dat deze weg van ontgoocheling de volmaakte weg van God geweest is, zooals de dominee zei? Erkennen dus, dat het Gods wil geweest is om hem zijn zelf vertrouwen te ontnemen en hem klein te krijgen, eronder te krijgen? Dat komt dan neer op een overgave, de erkenning het verloren te hebben. Maar dat valt tegenover omstandig heden, zooals „slechte tijden", gemakkelijker dan tegenover een bewust willenden God. Tegen een muur weet je dat je ie kapot zult loopen en daarom doe je 't niet; je erkent het Noodlot, dat even onmachtig als almachtig is. Maar de al macht van God is een vesting waartegen een mensch tot zijn laatste ademtocht stormloopt. Ook een man als Piet Bruining, die nu de laan van zijn woning oprijdt tusschen de inrijd palen waarop staat „Nooit Volmaakt"* [(Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9