Buivènlaiiclscli Overzie! Oude Paasgebruiken Ook ons land kent nog talrijke typische Paas- (jobruiken, maar in het bijzonder in Duitsland rwordt het Paasfeest op vele eigenaardige wijzen jgeviera. Zo treft men in verschillende gedeelten van Duits land nog enkele typische balspelen aan, die tel- ikenjare met Pasen worden gespeeld. In de om< geving van Landsberg in Noord-Duitsland b.v* (verinaken de kinderen zich op de derde Paasdag lalom op de weiden rondom hét plaatsje. Mon begint met het hóuden van een optocht door ide stad, waarin een prachtig uitgedoste ezel wordt meegevoerd waarop een ruiter gezeten is. Men besluit het feest met een grote danspartij in do •pen lucht, die enigermate doet denken aan do Mei-feesten ter verwelkoming van do Lente. In sommige plaatsen aan de Elbe, zoals te Camern, komen de jongens en meisjes twee Zondagen voor Pasen bij de huizen van hen, die het vorige jaar eijn getrouwd. De jongens vragen en krijgen dan de zgn. „Kliese", een soort hcuten bal en de meis- (jes vragen ae bruidsbal, die meestal van leer is eri vrij groot. Op de tweede Paasdag vereenigen zij zioh opnieuw voor de bewuste huizen en zingen idaar een oud lied. Het balspel zelf wordt met do „kliese" gespeeld en de bruidsbal (d.i. die van <,e meisjes) wordt net zo lang heen en weer ge gooid tot-dat hij stuk is. Allermerkwaardigst is een balspel in Engeland, idatdoor de priesters in de kerk wordt ge speeld. De Deken begint dan een lied te zingen, waarbij li ij de bal in de linkerhand houdt, terwijl bij op de maat van de muziek begint te dansen. De andere priesters vormen hand in hand een 'kring en dansen om hem heen. Af en toe verwis selt de bal van eigenaar en het geheel wordt met orgelmuziek beëindigd. [Algemeen bekend zijn de Paasvuren. In talrijke streken, ook in Duitsland, worden zij telken jare ontstoken evenals trouwens in het Oosten van ons land. In Duitsland doet men ze meestal bovenop bergen ontbranden, die daaraan hun naam „Paas- bergen" ontlenen. Doorgaans ook gaat het ontste ken van Paasvuren gepaard met het houden van fakkeloptochten. iNaast het Paasvuur kent men in vele streken, ivooral in Duitsland, het Paaswater. Twee uiter sten dus. In verschillende streken bestaat het geloof, c.at het water, dat in de prille morgen op Pasen geschept wordt, een heilzame kracht bezit ■waardoor zieken genezing kunnen vinden en dat in bet algemeen schoonheid en geluk brengt. Dergelijke gebruiken bestaan natuurlijk nog slechts uls bijgeloof; eens echter behoorden zij lot de dienst van de godin Ostara in de tijd der oude Germanen. Toch is niet alles uit de tijd van de godin Ostara Jverdwencn, allereerst leeft haar naarn enigs eins gewijzigd voort in het Duitse woord voor Pasen: Osteni en in het Engelse: Easter; haar dienst is echter allengs vervaagd en ten slotte geheel verdwenen in den loop der eeuwen en leeft nog sleohts voort in een enkel bijgeloof. Wjlde men Paaswater halen, dan moest dat altijd uit ©en stromende beok gebeuren en wel tegen do stroom in. Ook ae tijd waarop het geschiedde was daarvoor vastgesteld, n.l. tussen middernacht en zonsopgang. In andere streken speelt de windrichting tijdens het scheppen weer een rol; de wind moet dan van Oost naar West waaien, wil het water de toege dachte kracht bezitten. In een enkel plaatsje in Mecklenburg ten slotte, is het gewoonte, dat ae meisjes de avond te voren een stuk linnen in de tuin uitspreiden en zich dan de volgende morgen wassen met de dauw, regen of sneeuw die daar des nachts op gevallen is; het heet dan dat zij het gehele jaar gevrijwaard zijn voor ziekten. In het ouoe Rusland was Pasen eigenlijk de na tionale feestdag. Dan verkondigden duizenden klokken den geloovigen de boodschap van do Verrijzenis des Heeren. In lange rijen trokken de mensen ter kerke en na afloop gaven zij elkander de traditioneele Paaskus op ieoere wang. Het was gewoonte dat de Tsaar, in de Paasnacht met zijn prachtig gevolg de kerk dienst bijwoonde en dan van alle aanwezigen de Paaskus ontving; zelfs de meest eenvoudige sol daten mochten van dit voorrecht gebruik maken en gaven „Vadertje Tsaar" een kus. Lang voor het eigenlijke Paasfeest aanbrak maakte iedereen zijn toebereidselen. Op vlakke schalen en borden met aarae bedekt, werd haver gezaaid en deze moest dan vóór de Paasnacht reeds groen uitgelopen zijn. Dan werden vele eieren hard gekookt en vervolgens gekleurd. Men legde ze dan tussen de groene haver. Bovendien werd een soort tulband gebakken, „koelitschi", aie men met suikerglazuur bespoot en met papieren bloemen versierde. Overal kon men de Paasdrukte waarnemen en uit de huizén kwam een verleidelijke zoete geur den voorbijganger tegen. Maar vóór de Paasnacht mocht er niets van worden gegeten en werd er gevast; alles bleef tot de lang venbeide Paasnacht bewaard. 's Avonds was het een oruk beweeg op de straten, dan zag men alom mensen die hun lekkernijen naar de kerk brachten om ze te laten wijden. En als dan de grote avond was aangebroken, dan dekte men de tafel met een sneeuwwit glanzend laken, waarop frisse voorjaarsbloemen werden gezet. De borden weraen er netjes op geschikt en dan toog men eerst naar de kerk voor de dienst die om 12 uur begon in een prachtig versierde omgeving Van Spokenangst en Dievenvangst öoor C. Key 13) De volgende kamer is weer kaal en leeg. Eén schilderij staat zelfs op de grond. Het tapijt aan de muur is 'n beetje venschoten op de plek waar *t gehangen hoeft. En er zijn nog meer kamers, die -» één voor één doorlopen. Totdat er eindelijk een kamer ie, waac Een plaatje vit 'de oude doos3 hinderen bewaren hun palm paas in een grote bak. Let er vooral op hoe de kinderen een paar eeuwen geleden ge leden gekleed gingen. Zouden jullie zo'n pakje willen dragen?. Met man en macht wordt er gewerkt om zoveel mogelijk hout en dennen voor de paasberg bij elkaar te krijgen. Hoe groter en hoger de bcrjt is, zo veel te meer zal straks de vreugde zijn. geen deur aan 't eind is, wel een naar de gang< Ze zullen nu terug gaan. Het wordt anders heua te laat. 'Piet vindt het nu óók goed. 'Hè, fluistert daar niet iemand? 'Achter de deur. die op een kier staat, de deur, Wie ze daarnet open hebben gedaan om hier ta 'komen. Daar... daar bewéégt de deur. „Piet... Piet!" g:lt Henk, „dedeur, de deur!" 'Als een róófdiei springt hij er op afl Piet.vlaS achter hom. Doch... het is te laat! Met een dreunende slag valt de deur dicht. Ze duwen uit alle macht... Het helpt niets... Een sleutel wordt omgedraaid... "Een stem mompelt wat... Dan verwijderen zich trage voetstappen... Kees Scherpenzeel en Frans van Balen. Zo heten ze. Ze zijn er nu 's middags al op uit gegaan. 't Is de lnntste middag. „Nou zal alles nóg uitkommen!" zegt Kees, „die verwenste jongens!" ,,Zc hebben ons niet gezien!" stelt Frans gerust, „en dan; ze zitten in elk geval goed opgesloten!" „Zullen we ze weer loslaten?" vraagt Kees. „Weet n'et! Opschieten nou!" Terwijl ze dit bepraten, zijn ze weer in de eersto zaal terechtgekomen. Ze nemen ieder twee stoo- len en sjouwen die de trap af. De meubels wor den bij 't achterdeurtje neergezet. Dan gaan ze weer naar boven om nog méér te halen. Ergens in de verte wordt op de deur gebonsd. Een stem roept iets. 't Is ver weg, dus onver staanbaar. „Ja, ga zó nog maar wat door!" grinnikt Kees, „de deur is stevig genoeg, hoor!" En opnieuw daalt ie de trap af, die daarna ween bestijgt. „Kunnen ze niet door 't rfldm ontkomen?" vraagt hij aan z'n medeplichtige. „Dat zullen ze wel laten, 't js wel zes meter hoog!" „Langs een afvoerbuis of zoiets!" „Nou, dat geloof jk niet. En wat dan nóg? Dan zijn ze nóg de gracht niet over!" „Neo, da's waar!" Een poos sjouwen ze zwijgend voort. Dan vraagt Kees weer: ..Ze kunnen ons vanuit het raam zien, is 'l nietf* WOENSDAGAVOND ■In de kringen van de te Rome geaccrediteerde diplomaten heerscht op het oogenblik een merk bare spanning, een algemeen gevoel van onbeha- [gen. Het is, of men opnieuw de dagen doorleeft, waarop de Britsche oorlogsbodems van alle zijden Sde Middellandschc Zee binnenvoeren, en men vaa moment tot moment de oorlogsdreiging tusschcn Engeland en Italië zag aangroeien. Ook thans weder neemt de tegenstelling tusschcn beide lau den snel toe. Wellicht wordt men aan beide zij den slechts beteugeld door de gedachte, dat men met zijn toebereidselen nog niet afdoende gevor derd is. In Groot-Brittannië hebben vloot noch luchtmacht het voorgestelde nieuwe krachtspei! bereikt, en is men niet gereed voor het immer hachelijke bedrijf van een krijgsavontuur. In Italië prepareert men zich met man en macht, speciaal op het gebied van den innerlijken, eco- nomischen weerstand, tegen nieuwe schokken, en [voert men ondertusschen haastige, diplomatieke besprekingen, om zoo het uur der beproeviu? ,voor het nieuwe imperium mocht aanbreken zoo veel mogelijk met welwillendheid en vriendschap pen omgeven te zijn. Ciano^s plotseling vertrek paar de Zuid-Slavische hoofdstad Belgrado is er een teeken van. Intussohen verdraagt men zich, naar het bekende woord van den cynicus, zoo weinig mogelijk. Be kend is, welke uitdrukkingen de deken van Win chester zich heeft veroorloofd, toen hij in een kerk in het Londcnsche district Bloomsbury den herdenkingsdienst voor de Abessijnsche oorlogs slachtoffers leidde. Hoe sympathiek ons zijn op wekking moge zijn- tot schuldbesef, niet alleen tot het Engelsche volk, doch over hun hoofden been tot allen die als leden van den volkenbond aan het knechten van Ethiopië mede een bescha mend aandeel hebben gehad, zijn rede zou algc- meener weerklank heblien gevonden zoo bij zich in een enkel opzicht wat meerder matiging had opgelegd. „De heerscher over Italië", zoo^noet dr. Selwyn hebben gezegd, „moge gclooven, dat hij een Caesar is, doch hij is het volledig evenbeeld ivan den Assyrischen keizer Antioohus, dien men 'den „Schitterende" noemde, maar wiens bijnaam Öe „Dwaas" was. Zoo het spr.'s doel was, naan moge worden verondersteld, den overtreder der geboden tot het rechte inzicht van zijn daden te brengen, dan staat het te vreezen, dat hij daartoe niet het juiste middel heeft aangewend. Een irotsch volk, gelijk de Italiaansohe natie onder Mussolini's leiding ongetwijfeld is geworden, moet zulk een vrijheid van spreken als een zweepslag in het gelaat voelen. Er is meer geschied in de afgeloopen ween, het welk in Italië de stemming tegen Groot-Brittan nië girondig heeft bedorven. In Spanje schijnen de zaken zioh niet te ontwikkelen, gelijk Hitier en Mussolini zioh hadden voorgesteld. Dc oorlogs berichtgeving, welke toch al niet uitmuntte door groote mate van betrouwbaarheid, heeft ten op zichte van de krijgsverrichtingen op het Guada- lajara-front nieuwe onzekerheid gebracht. Naar zich uit de telegrammen der verschillende buiten- landsche berichtgevers, en uit de communiques der elkander bekampende partijen laat distillce- ren, moeten de rcchtsche strijdkrachten in dit ge bied een échec hebben geleden, waarbij in het bij zonder het Italiaansche prestige een gevoelige klap heeft gekregen. De internationale kolonne, welke in deze sector onder commando van den rooden generaal Miaja vecht, beroemt zich erop, de Italiaansche vrijwilligers in verwarring op do (vlucht te hebben gedreven, terwijl bovendien uit 'de getuigenissen van gevangen genomen fascis ten zou komen zijn vast te staan, dat men hier te doen heeft met „geregelde" Italiaansche troe pen-contingenten, die eenvoudig-weg op beschik king van hoogerhand naar Spanje zouden zijn gedirigeerd, zonder dat deze strijders wisten, dat hun bestemming een andere dan voor de nieuwe Oost-Afrikaansrlie kolonie was. Op het gebied van militair „genie" is men in Home ten zeorste gevoelig. Men heeft er de on aangename herinneringen aan den wereldoorlog, toen men door dc geallieerden niet als „ebenbür- tig" werd beschouwd, omdat men voor zware ne derlagen kwam te staan. Het nieuwe Abessijnsche succes heeft dit minderwaardigheidscomplex niet „Gij heet mij Meester en Hêcre, en gij zegt wèl, want ik ben het. Indien dan ik, de Hecre en de Meester, uwe voe ten gewasschen hebt, zoo zijt gij ook schuldig elkanders voeten te wasschen, rwant ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat go- Jij-kenvijs ik u gedaan heb, gijlieden ook doet." „Is het mijn schuld?" onder die titel js op de /witte boekband door Roeland Koning heel sober de zwarte doornenkroon van den Meester getce- kend, druipende vnn Zijn bloed, bet bloed van Zijn lijden, voor en met deze wereld; Hij droeg onze smartenKyrie eleis! Hier verstomme de vraag; de gebalde vuist ont- spanne zich en 't worde beleden: want dit is nl geschied, helaas, óók om mijn zonden! A. WAPEN AAR. afdoende kunnen wegwerken. De onverholen mar nier, waarop zekere Britsche bladen thans hun voldoening hebben aan den dag gelegd over aeze nieuwe militaire déconfiture, heeft in Rome kwaad bloed gezet. De rede, door Mussolini op den stichtingsdag der „fasci di combattamenti" uit het Palazzo Venezia gehouden, geeft daarvan over duidelijk getuigenis. „Deze verjaardag", zoo zeide de Duce, „valt juist op het oogenblik, dat een van de gebruikelijke stormen woedt tegen bet schit terende fascistische Italië. Dit is een storm van bedrukt papier, welke zich paart aan de schijn heilige welsprekendheid van zekere Anglicaan- sche katheders. Deze zijn steeds bereid den splin ter te zien in anderer oogen, terwijl hun eigen oog wordt dicht gedrukt door zware, eeuwenoude balken. Het Italiaansche volk heeft echtor een zeer hardnekkig geheugen, en het weet te wach ten. Zwarthcmden, slaat appèl en bereidt u voorl" <7 Nog een ander symptoom is er vun de spanning, waarover wij hierboven spraken. Op een van de Londensche bijeenkomsten, waar over dc niet- inmengingsaangelegenhedcn inzake Spanje het woord werd gevoerd, werd eveneens het vraag stuk van het eventueel terugroepen der oorlogs vrijwilligers ter sprake gebracht. Graaf Dino Grandi, de Italiaansche ambassadeur, heeft toen onmiddellijk aangevoerd, dat deze kwestie niet zou kunnen worden aangesneden, tenzij men even eens het vraagstuk van het naar het buitenland gevoerde goud van de Bank van Spanje in oogen- 6chouw nam. Gelijk men zich zal berinneren staan Berlijn en Rome erop, dat deze goudvoorra den, welke de volksfrontregeeering in Parijs en elders in veiligheid heeft gebracht, nis bet ware .geïnterneerd" worden, om dezen bekenden term uit den wereldoorlog nu maar eens op bet terrein der financiën aan te wenden. Dc bedoeling die daarbij voorzit is natuurlijk, aan Valencia een voorsprong te ontnemen, welke uit dezen goud- uitvoer, die strijdig met de bankstatuten zou zijn, voor de volksfrontregoeiïng voortspruit, nademaal, volgens het oude spreekwoord, geld de zenuw van den oorlog is. Het is te voorzien, dat het niet wel doenlijk zal zijn, voor deze puzzle een behoorlijke oplossing te vinden, gesteld al bet zeer onwaar schijnlijke geval, dat alle partijen geneigd zouden zijn, aan zulk een oplossing mede te werken. Door het vraagstuk van dit uitgevoerde goud aan dat der ingevoerde vrijwilligers te verbinden bereikt men slechts, dat er ook van een terugroepen van deze buitenlandsche strijdkrachten wel geen spra ke zal kunnen zijn. Grandi achtte zulks nog niet genoeg. Hij voegde aan deze opmerking de persoonlijke meening toe, dat geen enkel Italiaanseh vrijwilliger den Spaanschen bodem zou verlaten, aleer dc oorlog gewonnen was. Gezien de vroegere Italiaansche verklaringen, dat Rome een communistische slaat aan de Middellandsche Zee nimmer zou dulden, was deze ojxrn hartigheid genoeg, om alle gemoe deren in de commissie grondig te verontrusten. Inmiddels is Mussolini's schoonzoon i onderweg, om door persoonlijke besprekingen met den Zuici-Slavischen premier Stoyadinowitsj, en wellicht tevens met den prins-regent, de totstand koming te bevorderen van een verdrag niet dezen, zuidelijken nabuur. Zulk een accoord zou, naar [verkuidt, er een zijn van onderlinge vriendschap en non-agressie. Lukt het Ciano, dit inderdaad voor elkander te brengen, dan hoeft hij een ding van aanzienlijke beteekenis bereikt. Men zal zich, nog wel herinneren dat Zuid-Slavië tot de staten behoorde, die tijdens den Abessijnschen oorlog] genegen waren de Britsche vloot, bij een onver hoopt conflict met Italië, bij te staan. Maakt men; Engeland dit belangrijke steunpunt in het ooste lijk bekken der Middellandsche Zee afhandig, dan) moet dit den Italianen niet slechts een gevocB van groote innerlijke voldoening, doch tevens vani verhoogde veiligheid verschaffen. Echter de wegj naar zulk een Zuid-Slavisoh-Italiaansehe overeen stemming ligt voorloopig nog bezaaid met obsta kels van behoorlijk formaat. Daar is allereerst het verschil van meening over dc jiositie van Albanië* Dit landje is officieel zelfstandig, doch zoowel economisch als militair hangt het zoozeer van den; Italaanschen invloed af, dat Zuid-Slavië er zich! steeds over ongerust heeft gemaakt. Het beschouw de Italië's penetratie in dit land der witte bergen, als een soort van springplank naar den Balkan. En zeker niet ten onrechte. Dan zijn er ook nog andere hachelijke vraagstukken, zooals bet lot der Oestadsjis, Zuid-Slavische leden van een ge heimen terroristenbond, die een onderkomen op Italiaanschen bodem hebben gevonden, en dat vaa het bezit van Italiaansche eigendommen op Zuid- Slavisch territoir. Zal men te Belgrado voor al deze vraagstukken de si>oodoplossing kunnen vin den, die Mussolini thans wcnscht? Men heeft groote gezamenlijke handelsbelangen, misschien kunnen deze de gouden brug vormen, waarop men elkander tenslotte ontmoet en de hand reiktS In Oostenrijk en Hongarije is men mtusschen nie6 erg gerust. Nu Duitschland en Italië heide zoozeec met groote problemen overladen zijn, dat zij geheel in' elkanders vaarwater zijn gedrongen, is men in, Weenen en Boedapest bevreesd, dat de Duitsche invloed niet langer door Italië in deze streken zal worden in evenwicht gehou den. In Hongarije heeft men reeds de vrees gekend voor een Putsch, welke het land zou overleveren aan een autoritair bewind in nationaal-socialistisclien geest. Ook Schuschnigg is in dit opzicht niet op zijn gemnk en heeft zijn veilighe'dsminister Neustaedter-Stuermer, de niet! geheel en al te vertrouwen zou zijn, vervangen door de persoon van den Weenschen politic-presi dent, die het huidige Oostenrijksohe bewind vootj honderd procent is toegedaan. Is het worwcr, dat Tataroscu en Hodzja, die te Praag elkander ontmoetten, overwogen hebben of deze beide voorname deelen der voormalige Oostenrijksch-Hongaarsche du Wiel monarch ie niet onder zekere voorwaarden bij den driebond den Kleine Entente onder tc brengen zouden zijn? In Stockholm werd als ver bindingsmid del tusschcn een hoog en een laaggele gen stadsdeel een publieke lift gebouwd, waarvan het bovenstuk ter- zelfdertijd als uitkijktoren dienst doet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 15