Dr Colijn over de coalitie r\j\PQSt£/i9S MAANDAG 8 MAART 1937 TWEEDE BLAD PAG. 5" N.V. STOOMWEVERIJ HERMAN DRIESSEN EN ZOON AALTEN Katoenen en halflinnen stukgoederen Doeken - Luiers - Lakens - Sloopen Lingerie Interlock artikelen PUNENBURG's WEVERIJEN n.v. - GOIRLE N.Br. HESSIANS MATRASDEKKEN TARPAULINGS SPANSTOF MATRASLINNENS ZAKE EN w MULDER fcWORTELBOER SAPPEMEER TEL123 „5APP0 i» idmalJücofr DE IDEALE VLOER BEDEKKING ONS WOONHUIS BERG Commissionair in complete ROTTERDAM Beijerlandschelaan 132 Tel. 50851-54456 „Heilige orde" Geen Deputaten-, maar een jiropagandarede Een onzer oudste lezers te Rotterdam, de Keer G. van Gent, aldaar, wijst ons op een "vergissing. De rede van Dr Kuyper „Heiilige Orde", was geen Deputatenrede, maar een toespraak op 30 Mei te Amsterdam gehouden voor de Bomd van Antirev. Kiesvereenigin- gen. De Deputatenrede van dat jaar, gehou den op 24 April, was getiteld „De Meiboom ïn de kaïp". (Wij erkennen die vergissing en danken den geaclitfen (Jigger voor gijn attentie En over politieke samenwerking op breeder basis Sedert "het uitspreken van de rede, welke de Minister-President bij de algemeens be schouwingen over de Staatsbegrooting in de Tweede Kamer .hield, is in verschillen de bladen gediscussieerd over de vraag, welke weg Dr Colijn straks op wil: naar een rechtsche coalitie of naar samenwer king op breeder basis. Dezer dagen kwam in de Eerste Kamer het onderwerp weer ter sprake en aan het slot van zijn dupliek beklaagde de minister er zich over, dat sommigen blijkbaar hem weer; hadden misverstaant wat dit betreft Daarom verklaarde hij nadiuikkeJijk, dat hij de beschouwing' welke hij op 23 Februari hierover ten beste had gegeven, zorgvuldig ,had opgesteld. In tegenstelling met zijn gewoonte had hij dit deel der rede met eigen hand neergeschreven en hij verzocht zijn gehoor om dit nog eens ina te lezen in de Handelingen. Het lijkt ons gewenscht dit verzoek te beschouwen als ook aan ons gericht en daarom laten wij dit stuk hier letterlijk volgent Nu zal men de vraag stellen: Is dit nu alles, wat er over de toekomst te zeggen valt? Neen, het is niet alles! Want achter al deze vragen, die ik zooeven noemde,, ligt .deze diepere vraag: door welke alge- meene levensovertuiging moet die sar werking tusschen partijen en de samen werking van partijen met het Kabinet wor den gedragen? Die vraag is allereerst van beteekenis, wanneer het gaat om de geeste lijke volksbelangen. De Overheid is er, om dat er zonde is in de wereld. Daarom be hoort het ook tot de taak van de Overheid de uitingen der zonde te helpen beteugelen. Het is dus duidelijk, dat er tusschen samenwerkende partijen en ook in een Kabinet, waarin personen, tot verschillende partijen behoorend, aanwezig zijn, een zekere eenstemmigheid behoort te bestaan ten aanzien van de roeping en de taak der Overheid op dit gebied. Maar met deze algemeene eenstemmigheid alleen is men er weer niet, want ook bij de practische vragen, ook bij de afgeleide zaken werken de beginselen, waarvan men uitgaat, door; doet ook dat geestelijk inzicht zijn invloed gevoelen. Dit te willen betwisten, is naar mijn meening een ontkenning van een zeer ernstige realiteit. Doch aan de andere kant hoede men zich er ook voor de grenzen, waarbinnen die overeenstemming bereikt kan worden al te nauw te trekken. In de Memorie van Antwoord is er, terugslag op iets, dat in het Voorloopig Verslag voorkwam, op gewezen, dat ook bij de samenwerking der voormalige par tijen der rechterzijde op menig gebied ver schil yan opvatting is gebleken. Ik neem daarvan geen woord terug. Men kan die mededeeling zeer wel aanvaarden, als een bewijs voor de stelling, dat vruchtbare samenwerking geduTende vele jaren on danks die meeningsverschrllen mógelijk is gebleken. En dat is juist. Maar de moge lijkheid was alleen aanwezig, wanneer'men bereid was om die verschille'n te; laten ras- ten, wanneer men wederzijds bereid was op dit punt 'zekere offers -te 'brengen. En. zelfs dan zijn ongelukken soms nog niet uit gebleven. Ik denk bijv. aan de verwerping van de Vlootwet-in het najaar van 1923 en ik denk aan de afstemming van het ge zantschap hij het Vaticaan aan het eind van 1925. En nu zou ike.p toch wel met eenige nadruk op Mallen wijzen ik spreek: nu aan de hand van een ervaring van vele jaren diat er in dit opzicht geen verschil geweest tusschen dit Kabinet en som, mige Kabinetten, die gevormd werden uit de rechterzijde. Nu zoowel als toen moest afgezien worden van het aan de orde stel len van vraagstukken, waarover eensge zindheid niet aanwezig bleek. En het aan tal vraagstukken, waarvoor dit geldt, is in deze periode niet- groöter geweest dan in vroegere perioden. Dit neemt intusschen niet weg, dat samenwerking van personen in een Kabinet slechts mogelijk is tusschen hen, die de Christelijke grondslagen vain onze volks cultuur eikennen die haar willen helpen handhaven en de invloed vam die levens opvatting ook op staatkundig terrein tot gelding willen helpen brengen. Die bereidwilligheid is, indien ik het goed zie, thans over het algemeen min der beperkt dan vroeger wel eens het geval is geweest, althans wanneer men de beperkingen, die men vroeger onder rechtsche Kabinetten, wegens verschil van inzicht, verplicht was te aanvaar den, ook nu nog bereid is te aanvaar den. En zou men daartoe niet bereid zijn, dan acht ik ook samenwerking tusschen da groepen der voormalige rechterzijde een tot onvruchtbaarheid gedoemde poging. Alleen bij wederzijd- sche inschikkelijkheid op bepaalde pun ten zal men tot vruchtbare samenwer king kunnen komen. Ik zeide, dat de bereidwilligheid tot ei kenning en handhaving van de Christelijke grondslagen van ons volksleven in ruimere kring aanwezig schijnt dan voorheen wel eens gebleken is. Er is toch bij alle zicht bare afval en ontkerstening, ook een gloeiend besef waar te nemen, dat alleen de zedelijke krachten van het Christendom in staat zijn om weerstand te bieden tegen de ontworteling van ons volksleven. Wie- bereid is mede te werken aan de instand houding en versteviging van die krachten, mag niet worden geweerd, maar moet hij GOUDSIROOP Havermout H-O er bestaat terwereic geen betere geen hoogere in voedingswaarde Iets kan spreekwoordelijk zijn, „Zoo goed als HAAS' Azijn!" die van twee zijden wordt belaagd. Daarom' behooren samen te werken allen, die bereid zijn, de groote levenswaarden van 't Chris tendom te schragen, te handhaven en te versterken. De nood van deze tijd roept om eoo groot mogelijke eendracht öp dit gebied. Officieele Berichten BURGEMEESTERS Benoemd is tot burgemeester van Sneek: L. Po pp in ga, met toekenning van ge lijktijdig eervol ontslag als burgemeester van Het Bildt Aan jhr A. J. F. X. V e r h e ij e n is met ingang van 15 Maart a.s eervol ontslag ver leend als burgemeester van Standdaordt buiten. DEPARTEMENT VAN JUSTITIE BU het Dep. van Justitie zlln benoemd' tot hoofdcommies: W. h. van- DrecLvt- en me} A. Kool Xo.t adj.-commies W, J, J. Langbeen.' Een prachtige opname "van den 's-Gravenweg hij Rotter-' dam na de sneeuwbuien van de laatste dagen. Foto rechts hoven: In een der perken van het Vondelpark te Amsterdam vormen de in bloei staande crocussen de initialen van Prinses Juliana en Prins Bernhard. De eerste brahdspilit, wëWe )jëcórtsthueerd werd' door Jan vdïi der Beyden* is 'tè bèwóndèreh' opl de-- tentoonstelling welke te Amsterdam door weth. Boekman werd geopend. zyn van'Franco brengt den' generaal de militaire- eerbéwij-zen Pol&n&jpte^drii I"JBdsHcM door hem geschoten lynx, tijdens die handhaving worden betrokken, omdat aller samenwerking noodzakelijk is. De Christelijke beginselen welke gehand haafd moeten worden, zijn intusschen niet die, welke door den spreker van de natio- naal-socialistische fractie in deze Kamer j.l. Vrijdag verkondigd werden. Het. is helaas waar, dat vele Christenen, door alle eeuwen heen, hun Christendom slecht hebben be leefd. ja verloochend hebben. Maar het is even waar, dat een Christendom, dat door de Overheid gebracht wordt, niet een Chris tendom kan zijn met Christus als middel punt. Ik zeg het met eerbied, maar God behoeft niet op de troon gezet te worden door de N.S.B. De Schrift zegt mij wat anders. Aan haar ontleen ik het woord.dat de volkeren wel ij delheden bedenken, dat de vorsten wel kunnen beraadslagen, maar ok, dat Hij, Die in den Hemel woont, zal lachen en ze bespotten zal. Uw opvattingen, zoo zou ik den ge- achten afgevaardigde (der N.S.B.) wil len toevoegen, moeten er onherroepelijk toe leiden, dat een mensch- de plaats gaat innemen, die aan geen mensch toekomt. Een mensch zal moeten uit- make^ hoe God zal moeten worden ge diend. De Staat moet in zulk een systeem de richtlijnen gaan aangeven voor het kerkelijk en godsdienstig leven. Dat is een onvermijdelijkheid, en zoo worden beide, Kérk en gods dienst, van haar eer beroofd en tot hulpmiddelen voor het Staatsleven ge degradeerd. Het streven om doormiddel van 1tStaats bestel het Christendom te doen herleven, is in strijd met het wezen van het Chris tendom zelf. Niet de Staat, niet de leider van een partij, kan van slechte Christenen goede maken. Dat kan God alleen, door Zijn Genade in Jezus Christus. Maar daar voor is onafwijsbare voorwaarde, dat het Evangelie zijn vrije loop hebbe en niet ge ketend worde in de boeien door de Staat geslagen. Geestelijke vrijheid is eèn on vervreemdbaar goed en die vrijheid is het De Rotterdamsche teekenaar Machiel Wilmink maakte ten huize van Dr. Colijn enkele schetsen van den minister-president. Hierboven een proeve van snel- teekenwerk van den bekenden illustrator.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5