]/\Pest&t's WECOTEX MAANDAG x MA*T 1937 TWEEDE BLAD PAG. 5 n.v; stoomvwerij herman driessenen zoon Aalten Katoenen enhalflirtnerstuk'goederen Doeken - Luiers Lans - Sloopen Lingerie Inrlock artikelen hould"ffi "j L=s$3' DC REGMJAS DE IDEALE VLIER- BE>EKKING ONS WOOUHUIS C G BERG BINNENLAND P.B.N.A. jubileert Het Nederlands oh Tedhiicum P.B.N.A. te Arnhem, het. bekende cpleidings-instituut voor schriftelijke cursusset, zal in de maand September zijn zilveren jibileum vieren. Indien in de plannen geen wijzigingen worden gebracht, zal op 17 September bij deze gelegenheid een P.B.N.A.-congres m •Musis Sacrum te Arnhem gehouden worden. Het aantal deelnemers, dat reeds zeer groot is, wordt geschat op 2000. Aan de orde komen de volgende vraag punten: 1. De plaats van de'middelbaar technicus in de tegenwoordige maatschappij. 2. Welke eischen aan middelbare technici '(M.T.) gesteld mogen worden. 3. Aan welke eischen de opleiding dei M. T. moet voldoen. 4. Kan een Bond van P.B.N.A .-gediplo meerden voor de eventueele leden van nut zijn? NIETIGVERKLARING VAN GOUDCLAUSULES Regeering handhaaft het ontwerp Werkingssfeer uitgebreid voor Oost en West Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer over 't wetsontwerp tot nietigverklaring van goudclausules in bepaalde overeen komsten. Wij lezen er o.a. in: Er werd in het voorloopig verslag o.m. be toogd, dat goudclausules in tal van gevallen in het geheel geen of slechts geringe bevoor deeling van den sohutóelsoher ten gevolge hebben, en dat het ook voorkomt, dat zij wel een zeker voordeel voor den schuldeischer meebrengen, zonder dat daar een werkelijk nadeel voor den schuldenaar tegenover staat De regeering ontkent dit in geenen deele. Vandaar dan ook, dat zij in geheele groepen van gevallen, waarin een der beide elemen ten van ongerechtvaardigde bevoordeeling van schuldeischer of verzwaring van ver plichting van den schuldenaar ontbreekt, oe goudclausule intact wil laten. In dit ver band kan gewezen worden op de goud clausules in internationale overeenkomsten overeenkomsten van koop. Het vrijwillige risico Wat betreft de opmerking, dat een schul denaar, die een goudclausule heeft aan vaard, het risico eener depreciatie vrijwil lig op zich heeft genomen, moge er op worden gewezen, dat hetgeen partijen be oogden niet beslissend kan zijn, nu blijkt dat het effect daarvan in de gegeven eco nomische verhoudingen met algemeen be lang bepaaldelijk in strijd is. Het verslag wijst er nog op, dat in het geval van een hypothecairen crediteur, die voor 26 September 1936 buiten Nederland heeft gewoond, terwijl in de akte het gebrui kelijke beding voorkomt dat ten huize van den schuldenaar moet worden betaald, de crediteur voor of na 26 September al weer naar Nederland kan zijn verhuisd, terwijl dan niettemin de goudclausule van kracht blijft Na zorgvuldige overweging van deze op merking. komt de regeering tot de slotsom» dat het gewenscht is de woorden: „voorzoo ver voor 26 Sept 1936 de nakoming dier verplichting uitsluitend in Nederland moest plaats vinden", te vervangen door; „indien op 26 Sept. de nakoming dier verplichting slechts binnen het koninkrijk rechtsgeldig zou hebben kunnen plaats vinden." Ter beurze genoteerde leeningen Vele leden opperden ernstig bezwaar tegen de uitzondering, opgenomen in artikel 4 ten aanzien van de ter beurze van Amsterdam in de prijscourant van de vereeniging voor den effectenhandel genoteerde geldlee- ningen. De loop van zaken bij de uitgifte van obli gatieleningen doet duidelijk uitkomen, dat tot de opneming van goudclausules bij der gelijke leeningen het initiatief van het lichaam, dat de leening wil plaatsen, is uit- Nog afgezien daarvan, dat er in tal van gevallen van hypothecaire geldleening wel iets gemankeerd heeft aan de „vrijwillige en welbewuste aanvaarding", waarvan in het verslag wordt gesproken, zoo kan toch zeker van de hier bedoelde hypothecaire debiteu ren niet worden gezegd, dat de goudclausule berustte op een, vrijwillig aanbod hunner zijds, zooals dit bij obligatieleeningen aan wezig was aan de zijde van de instelling- debitrice. Een argument, dat de Memorie van Toe lichting noemt, nl. dat de ter beurze geno teerde obligatieleeningen niet een specifiek binnenlandsch karakter hebben,.omdat deze obligaties in handen komen van het inter nationaal publiek, tracht het verslag te weerleggen met de opmerking, dat meer malen buitenlanders houders zijn van in Nederlandsahe munt uitgedrukte hypothe ken, waarvan de rentebetaling in Nederland moet plaats vinden. Een andere situatie De regeering ziet de situatie der in Neder- landsche munt uitgedrukte hypotheken, waarvan buitenlanders houders zijn, geheel anders. In overwegend groote meerderheid der gevallen zal betaling moeten geschieden op de woonplaats van den crediteur, zoodat dan toepassing vindt de hoofdregel, volgens welke de buitenlander betaling in goud kan eisohen. Slechts in die uitzonderingsgeval len, waarin de crediteur bijzonderlijk beta ling hier te lande heeft bedongen, brengt het ontwerp die gevallen in de binnenland sche sfeer. Ook na ernstige overweging van de tegen art. 4 geopperde bezwaren meent derhalve de regeering dit artikel te moeten handhaven. Aan den wensoh de werking van het ontwerp uit te breiden tot overeenkom sten, welker nakoming moet plaats heb- hebben in Nederlandsoh Oost- of West- Indië, is gevolg gegeven. De werkloosheid in Januari Kleiner dan een jaar geleden Vooral in de groote gemeenten Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt de volgende cijfers mede betreffende het aantal geheel werkloozen, bij alle orga nen der openbare arbeidsbemiddeling als werkzoekenden ingeschreven. Bij vergelijking met opgaven van vorige maanden houde men er rekening mede, dat loop der cijfers wordt beïnvloed door de aanwas der bevolking, door maatregelen van administratie ven aard. welke beoogen de arbeidsbemiddeling te bevorderen, als mede door seizoensin vloeden. Aantal geheel werkloozen op het einde van stijging gemeenten met: Jan.'37 Dec.'36 100.000 en meer inw.... 165.264 165.078 186 50.000—100.000 inw. 53.424 53.256 20.000—50.000 inw58.205 56.266 minder dan 20.000 inw. 189.349 180.609 8.740 Totaal 466.242 455.209 11.0: Uit onderstaand overzicht betreffende de overeenkomstige maanden van de jaren en 1935 blijkt dat de stijging van het aantal werkloozen in de groote gemeenten toen grooter, in de kleinere gemeente daar entegen kleiner was dan in de periode De cember 1936Januari 1937» Aantal geheel werkloozen op het einde van stijging gemeenten met: Jan.'36 Dec.'35 100.000 en meer inw.... 173.015 170.244 2.771 50.000—100.000 inw. 55.081 54.954 127 20.000—50.000 inw59.408 58.369 Hinder dan 20.000 inw. 188.386 188.357 29 REORGANISATIE SPOORWEGEN Nadere toelichting van de Regeering Personeel behoeft niet te vreezen voor ontslag De Commissie van Rapporteurs uit de iveede Kamer heeft het na kennisneming van de Memorie van Antwoord op het wets ontwerp Reorganisatie Spoorwegen noodig geoordeeld omtrent eenige punten in nader overleg te treden met de Regeering. In antwoord op desbetreffende vragen .eelde de Regeering mede, dat de gevraagde bevoegdheid t. a v. het niet overnemen van rechten en verplichtingen door Ned. Spoor wegen van Staats- en H. Spoor alleen strekt om af te komen van exorbitante verplich tingen, die ingevolge verouderde contracten op S. S. en H. S. en deihalve middellijk op den belastingbetaler drukken. Het personeel behoeft, aldus de regeering, niet te vreezen voor ontslag tengevolge van dit wetsontwerp, ook het spoorwegpensioenfonds is volko men veilig, want de noodig wordende wijziging van de pensioenwet spoor- wegambtenaren behoeft de mede werking van Staten-Generaal. Uit de commissie werd de vraag gesteld of het niet gewenscht zou zijn aan obliga tiehouders van S. S. en H. S. nog voor de openbare beandeling van dit wetsontwerp een zoodanig aanbod te doen, dat kan wor den verwacht, dat de overgroote meerder heid hunner daartoe vrijwillig toetreedt De regeering antwoordde, dat zulk een aanbod alleen zin zou heben, indien het nog gunstiger zou zijn dan de reeds voor gestelde conversie met verhooging van hoofd som. Aangezien de laatstgenoemde regeling voor obligatiehouders volkomen billijk is, hetgeen ten overvloede uit de koersen der spoorwegobligaties blijkt, zou een nog gun stiger aanbod tot onbillijke bevoordeeling leiden. Een aantal leden meende, dat de uitdruk king „het uitoefenen van het transport bedrijf, anders dan per spoor- of tramweg" de natuurlijke verhouding verbreekt tus- schen rail, weg, water- en luchtverkeer en drongen op schrapping aan. De Regeering deelde mede, hiervoor geen aanleiding aanwezig te vinden. Het ligt niet in de bedoeling, dat het spoorwegbedrijf voortaan anders dan te voren zich zal gaan toeleggen op wegvervoer buiten eenigen samenhang met het groote geheel. Het omtrent de vergunningen beslissend gezag zal, evenals naar de wetgeving, die sedert 1926 gold, zijn bevoegdheid vermogen uit te oefenen niet om den eenen vervoerder boen den ander te bevoorrechten, maar enkel om zoodanige voorziening te bevordp ren, dat de behoeften van het reizend en vervoerend publiek de beste, duurzame be vrediging vinden. Het ligt in het voornemen de met mach tiging van den wetgever getroffen tijdelijke i .voorzieningen zoodra mogelijk te doen yol- gen door vervangende wetsvoorstellen, zoo dat de Staten-Generaal gelegenheid zullen heben om zioh aangaande blijvende voor ziening uit te spreken. De wijziging van de Dienstplichtwet Regeering zet voordeelen ervan niteen In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot wijziging van de Dienstplichtwet merkt de Regeering op, dat het gedeelte van de, in beginsel voor Indië bestemde, zeegaande vloot, dat de regeering in de toekomst in Nederland wil doen ver blijven, bestaat uit 1 kruiser, 3 jagers en 4 onderzeebooten. In Indië blijft dan een operatief orgaan van 2 kruisers, 8 torpedoboot jagers en 12 onderzeebooten voor onmiddellijk gebruik gereed, waarbij nog 1 jager en 2 onderzee booten als onbemande materieel-reserve in Indië worden opgelegd, terwijl zoo eenigszins mogelijk, ook een der twee leaders geregeld in Indië verblijven zal. De gevolgen van het nuttiger gebruik in vredestijd van dienstplichtigen, dat mogelijk wordt door verlenging van den duur der eerste oefening, gaan verre uit boven het alleen verschaffen van oefengelegenheid aan beroepspersoneel. Daarbij komt, dat ook voor oorlogstijd een nuttiger gebruik van dienstplichtigen ge maakt zal kunnen worden, omdat zij in hun langeren oefeningstijd zijn op te leiden voor functies, als kanonnier, seiner en dergelijke, welke vroeger slechts op bevredigende wijze door beroepspersoneel konden worden ver vuld. Tenslotte zal door het langer onder de wapenen houden de lichting zeemiliciens kleiner kunnen zijn dan voorheen het geval was, zoodat van iedere jaarklasse dienst plichtigen een kleiner deel voor de zeemili tie zal kunnen worden bestemd en dus een grooter ceel beschikbaar zal komen voor inlijving bij do landmacht Voor een vergoeding voor loonderving bij opkomst voor herhalingsoefeningen, ook in dien zij beperkt zou worden tot de derde herhalingsoefening, achten de betrokken ministère geen grond aanwezig. Wel wordt, indien bij loonderving een tekort aan inkom sten voor verwanten van den dienstplichtige zou ontstaan in den zin van art 38, der dienst pliohtwet, kostwinnersvergoeding toegekend en in een niet gering aantal gevallen be loopt deze vergoeding een weinig verschil lende met dat van het gederfde loon. Hoe de toestand voor de lichting 1938 zal worden zal afhangen niet alleen van hetgeen de wet hieromtrent te zijner tijd zal bepalen maar ook hiervan, of uit een oogpunt van opleiding, huisvesting, enz. de grootere lich tingsterkte reeds in haar geheel voor die lichting kan worden toegepast De contingenteering van papier Tweede Kamerleden pleiten voor opheffing In het voorloopig verslag der Tweede Ka mer over de wetsontwerpen tot regeling van den invoer van papier en papierwaren, le der. ongesmolten dierlijk vet, lezen wij o.a.: Tegen de verlenging van de contingentee- ring van papier en papierwraen brachten verscheidene leden zeer ernstig bezwaar in. Huns inziens geeft de toestand op de pa- De Jan van BrakeV'e nieuwe mijnenlegger der Neder- landsche marine arrerde in de Amsterdamsche haven voor het brengen varen eerste bezoek aan de hoofdstad. Inwoners van Foynes in Ierland, waar een luchthaven gebouwd wordt voor de binnenkort te openen luchtverbinding Engeland—Amerika, slaan de aan komst gade van de „Cambria", het eerste toestel, dat in Foynes, voor het verricKten van proefvluchten, is i Een Junkers-vliegtuig, dat voor een Australische lucht vaartmaatschappij vervaardigd werd, vertrok van Dessau naar Melbourne, waar het toestel zal worden afgeleverd. Leden vcm.de wacht in den Beerschen Overlaat bezig met het versterken der bekisting. Dag en nacht is deze wacht in de weer omnheüen te voorkomen. In Djombang (Oost-Java) werd onlangs de van Hengel brug door een geweldigen bandjir vernield, hetgeen verwoesting door den bandjir aagericht. Goudsiroop Havermout H-O •r bestast ter werelo geen betere geen hoogere in voedingswaarde piermarkt aanleiding om tot opheffing van deze contingenteering over te gaan. De toe stand toch is aldus, dat de binnenlanoscha papierindustrie niet alleen zeer goed van orders is voorzien, doch dat zij bepaald over bezet is, zoodat reeds levertijden voor aan- maakpartijen worden bedongen van 20 we ken en meer. Bovendien zijn de prijzen van het papier: met sprongen verhoogd. Sedert de devaluatie beloopt de stijging 25 k 30 pet., voor aan- maakpartijen worden zelfs percentages van 40 h 45 pet. bedongen. Deze leden stonden geenszins afwijzend tegenover een krachtige toepassing van de crisisinvoerwet, daar waar dit werkelijk in het algemeen belang noodig. Hier is dat echter, naar zij meenden, geenszins het geval. Integendeel, handhaving van de con tingenteering leidt hier tot ongegronde bevoordeeling van de producenten en ongemotiveerd scherpe prijsstijging. Dit is in strijd met het algemeen belang. Andere leden wezen er op, dat de ge noemde gevolgen m hoofdzaak zoo niet ge heel, voortvloeien uit andere oorzaken dan de contingenteering. Opheffing van de con tingenteering zou daartegen niet of weinig helpen. Deze leden konden het standpunt dot; regeering. dat eerst moet worden afgewacht, hoe de toetand zich ontwikkelt, alvorens toé geheele opheffing der contingenteering kan worden overgegaan, billijken. Meent mou, dat de contingenteering inderdaad ernstige bezwaren meebrengt, dan kan voorloopig daaraan worden tegemoet gekomen door hét verleen en van extra-consenten. Dit is een minder radicaal middel, dat dezelfde resul taten oplevert als opheffing dei contiugen- teering, doch minder gevaarlijk in, 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5