Nieuwe regeling Handelsonderwijs
DONDERDAG 25 FEBRUARI 1937
DERDE BLAD PAG. g
Tweede Kamer
De Kamer keurt de wetsont
werpen tot wijziging van de
[Wet op het M.O. en H.O. goed
Ook het ontwerp tot wijziging
van de Geldschieterswet
wordt aangenomen
Vergadering van 24 Februari
Overzicht
Basis voor handelsonderwijs
De Regeling van het Middelbaar en Hoogcr
Onderwijs is reeds jarenlang in dispuut. In
1902 is een Staatscommissie zich er mee gaan
bezig houden. Telkens weer is aan dezen Lak
,van onderwijs gedokterd. Na 1921 verscheen
liet eCiiC project na het andere, maar nog
nimmer kwam er een voorslag ,die tie ge-
wenschte eenheid, 'n eigen structuur bracht.
Oorzaak: de deskundigen waren het hopeloos
oneens en zijn het zelfs nu nog niet eens
over de beide eenvoudige wetsomtwerpjes,
waardoor minister Slotemaker de zaak een
stap verder hoopte te brengen. Het eene
heeft in hoofdzaak deze strekking, dat aan
het handelsonderwijs een behoorlijke wettige
basis wordt gegeven; het andere brengt „een
wettelijke regeling van punten, die op het
terrein van de studie der handle wetenschap
pen in het hooger onderwijs aan de orde
zijn". De minister oordeelt het „van groot be
lang, dat aan de handelshoogeacholen en aan
,de faculteit der oeconomische wetenschappen
aan ae gemeentelijke universiteit t=. Amster
dam een wettelijke grondslag wordt gegeven
en dat de mogelijkheid wordt geopend om
aan hen, die het doctoraal examen aan deze
[instellingen hebben afgelegd, onderwijsbe-
tvoegdheden te varleenen".
Over het eerste ontwerp liep gisteren en
ook vandaag nog de discussie.
De strijd ging voornamelijk over dQ vraag:
hoe laog moet de cursus zijn voor handels-
dagscholen, drie of vier jaar?
De minister had drie jaar voorgesteld als
regel, maar met ministerieele machtiging
kon er een jaar bijkomen voor inrichtingen,
die subsidie van het Rijk ontvangen. Ande
ren waren vrij om een jaar te verlengen.
De liberalen hadden voorgesteld vier jaar
ïn de wet op te nemen, met machtiging tot
verkorting van den cursusduur. Van soc-
dem. zijde, was er een amendement om te
bepalen: „De handelsdagschool heeft een cur
sus van drie of vier jaar". Minder ver ging
Dr. Moller, die echter ten slotte, evenals de
minister, aan het amendement-Thijssen de
[voorkeur gaf.
Dit amendement werd met algemeene stem-
jmen aanvaard.
In een ander amendement bleef de Kamer
steken. Het'was van Dr. Moller en bedoelde
aan de handelsdagschool met 4 j. c. ook on
derwijs in „de letterkunde van de talen" ver
plicht te stellen. De minister had bezwaren.
De Kamer nam het amendement echter aan.
Naast die handelsdagschólèn zijn er dé
handelsavondscholen. De handelsavondscho
len zullen een cursus hebben van drie jaren
of van vijf jaren. Bij uitzondering kan de
duur echter ook op vier jaren gesteld
worden.
Over de regeling van de vakken aan de
handelsavondscholen en de vrijheid, het on
derwijs in slechts één of twee vakken te vol
gen, hebben de heer Thijssen, Dr. Moller en
mevrouw BakkerNort hun licht la.ten schij
nen. Daarover viel heden de beslissing in
dezen zin, dat er één verplicht vak zal zijn.
Voor het overige verwijzen wij naar het
tverslag.
De beide betrokken wetsontwerpen zijn ten
slotte z.h.s. goedgekeurd.
Geldschieterswet
De rest van den middag is besteed aan een
Wijziging van de Geldschieterswet
Deze wijziging betrof voor een deel de po-
fcitie der betaalzegelkassen. Voorts werd tege
moet gekomen aan geldleeners, die in han
den van een woekeraar zijn gevallen. Ze moe
ten thans, indien ze ontbinding van een
overeenkomst vragen bewijzen, dat de gell-
uitleencr een geldschieter is in den zin der
wet
Het nieuw voorgestelde artikel keert den
bewijslast om. De uitleener moet aantooncn,
dat hij geen geldschieter is.
Deze laatste belangrijke wijziging bleek op
geen verzet te stuiten een amendement-
Donker, om den ouden toestand te besten
digen vond zelfs geen steun maar enkele
Kamerleden interesseerden zich er bijzonder
ivoor om de betaalzegelkassen buiten de wet
je brengen en zelfs de controle op deze instel
lingen te verslappen. De heeren Drop en
Boon stonden hierbij vooraan.
De soc.-dem. Drop werd het krachtigst be-
fctreden door zijn partijgenoot mr Donker
den heer Schouten. In een glashelder en
sterk betoog deed laatstgenoemde de zaak uit
de doekjes. Duidelijk bleek hoe gevaarlijk de
weg is, die de heer Drop met de liberalen
op wilde. Ook minister De Wilde bestreed op
afdoende wijze de wenschen van het genoem
de tweetal. Er kwam dan ook niets van te
recht
Er waren een vrij groot aantal amende
menten ingediend. Enkele, die redactioneels
verbetering brachten, werden overgenomen;
de rest werd verworpen of ingetrokken.
Het wetsontwerp kon z.h.s. worden goed
gekeurd.
Tot 9 Maart is die Kamer op reces gegaan.
Als zij terugkeert wachten o.a. een wijzi
ging van het Wetboek van Strafrecht, die
gisteren van de agenda werd afgevoerd, een
wijziging der Zegelwet, dp contingenleeriag
-an kachels en misschien de Ziekenfondswet.
Tegen behandeling van deze laatste schijnt
nogal bezwaar te bestaan, omdat zij vrij ze
ker door de Eerste Kamer niet meer kan
worden afgedaan voor de ontbinding. De
voorzitter schijnt niettemin behandeling te
willen doorzetten., We zullen er wel nader
van hooren.
Verslag
De behandeling van de
wijziging der M.O.-wet en van de H.O.-wte
'tg-ezet.
één verplicht vak
in; in de leeuze der overige vakken zal de
leerling vrjj zijn.
De VWAren MOLLER en THIJSSEN trokken
hun desbetreffende amendementen iin.
stemming komt daarna het amendement-
ler om aan de handelsdagscholen met
dig bevoegde
leeraren voor de vreemde talen
moeten worden benoemd.
De heer DREES (s.d.) dringt- er
bevoegdheid voor stenografie-leeri
VOS (Lib.)
bijdragen van buitengemeenten
.an die voor leerli:
ïn H.B.S.
MINISTER acht deze gelijkstelling nie
38 tegen 28 s
hd a
'.d. j -l
ibsidieerde scholen vrijheid i
buiten-leerlingen
een schoolgeld te heffen, waarbij de geldelijke
draagkracht niet als grondsla;
De heer MOLLER (r.k.) be
amendement bedoelt tot hoog
kunnen komen, dan de regel
De MINISTER acht het betalen naar draai,
racht zeer gezond. Hij iaat echter de beslis
ing aan de Kamer.
Het amendement wordt a
.h.s.
De heer MOLLER (r.k) licht e
i amendement
godsdienstonderwijs
ook In handelsavondscholei
maken.
De MINISTER neemt het a
mogelijk te
indexamens van de 4 j. handelsdagscholen
imtrent - overgang van liandelsdagscholieri
laar de H.B.S. A die zonder examen zoud<
cunnen overgaan btf algemeenen maatreg
'an bestuur te regelen.
De heer MOLLER (r.k.) meent, dat door c
Het amendement wordt i n g e t r o k ke.n.
Het wetsontwerp zal aan het einde der
vergadering in stemming worden gebracht.
Dat is geschied. Het ls toen z.h.s. aange-
De
wijziging van de H.O.-wet
komt dan in behandeling.
Indologenstudie
De heer TERPSTRA (a.r.) verdedigt
amendement om in art. 133. 2e lid. slechts
de wijziging aan te brengen, welke vereis
wordt door de invoeging van de H.B.S. A
het verbinden van het reoht van toelating tot
et eind-diploma van
De MINISTER acht de kwestie te ingr
i onvoldoende voorbereid.
De heer TERPSTRA (a.r.) zegt, dat 't i
ijziging van de regelinj
aardijkskunde. Hij komt daardoor in strijd
art. 18 der wet.
e MINISTER erkent de kracht van dit
Het amendement wordt z.h.s.
Het wetsontwerp wordt z.h.s.
eurd.
Hetzelfde geschiedt met de
Wijziging Geldschieterswet
De heer DROP (s.d.) bestrijdt dit laatste
aarentegen sloot de heer DONKER (s.d.) zien
eer bij de opvatting der Regeering aan.
De heer IJSSELMUIDEN (r.k.) is net ten aan
len van de betaalzegelkassen practisoh met
et voorstel eens, maar ziet er geen ongeoor
loofde vorm van credletgeving in en !Zbu de
oorkeur geven aan een afzonderlijke regeling.
De neer BOON (lib.) betoogt,
Hjkgesteld kuni
;oepa£
woekerlnstellin gen
- - shieteri
heer SCHOUTEN (a.r.) bestrijdt, dat de
ulzegelkassen ongunstig worden behan
deld dan andere geldschletersondernemingen.
De houders van betaalzegelkassen hebben dooi
un agitatie een ongunstigen Indruk over zich
:lf in de hand gewerkt.
Een betnalzegeikas leent in den vorm var
igeis, een geldschletbank leent geld onder be-
lalde voorwaarden. Principieel is er geen ver-
ihil. Ze zijn geliiksoorbig en behooren dus on-
ïr dezelfde rechtsbedoeling
scht. dat ook de betaaizegelki
bepalingen gebond<
i nood.ig, maa:
elanghebbendei
'oezicTit en
:hieden. Gevruagd
rd of het mogelijk ls
ankelijke controle in het leven te roepen
an het overheidstoezicht te beperken of
oen vervaljen.
De heer TEULINGS (rk.) is het er mee e<
MINISTER DE WILDE i
edoelc de economisch zwakken te besc
bedragen, die worden geleend.
dit het geval. Woeker kan
relin
Da;
gekoi
het
rsbedrüf.
c-taa.'zegelkassen zUn geldschieters op afbe-
ng. Zu geven geen haar geld, '-.nar zegels
bonnen om iets te lcoopen. Zakelijk ls dat 't
do als wat geldschietban sen doen. De Uits
treven kleine badr&gen, maar juist daarom
sta;
nden worden
nd er r
:ontrole nooit a
Amendementen
Het eerste amendement is van den I
DROP (s.d.) Het wil de mogelijkheid oper
dat een centrale rechtspersoon wordt gevor
die de controletaak voro de betaaJzegélkai
Publiek
rechte] Uk toezicht is noodzakelijk.
De MINISTER sluit zich bü de uitnemende
bestrliding van den heer Donker aan.
De heer DROP trekt zijn amendement in.
Een volgend amendement is van den hee:
DONKER (s.d.) en beoogt ln art. 14 delegatii
van controlebevoegdheid mogelijk te maken. De
voorschriften zullen „bU" of „krachten
maatregel van bestuur kunnen wordei
gesteld.
De MINISTER neemt het amendement
Bij art. 18 (intrekking van vergunning) stelt
de heer VOS (lib.) voor om, al is beroep op
De heer DONKER (s.d.) ls tegen het
dement, omdat het ernstige overtreding
de bevoegdheid val
ZKER-
De heer TEULINGS (r.k.)
iet overbodig.
De MINISTER zegt, dat twee waarschuwin
ren mogelijk zijn eer het tot intrekking van d
oelating komt Dan ls er beroep. De heer Vc
vil echter alleen een waarschuwing indien het
ietreft een niet in de wet genoemd
iaar gesteld feit. Dat gaat te
Door aanneming van een amendement-V
ervalt de bepaling, dat een geldsohietacte
bepaalde provincie kan gelden.
schrappen de bepalin
nd, die geld heeft uitgeleend tegen
jelang
de geldle;
is, wil hij niet onder de straf
Het amendement wordt ingetrokken.
De heer DONKER wilde ook acten van geld
eening tot f 100 vrijstellen van zegelrecht
De MINISTER meent, dat voor commercieele
loeleinden deze vrijstelling niet kan wo
regeven. Afschriften van de acten zijn vrij
Het amendement wordt lngetrokkei
Het wetsontwerp wordt z.h.s. a a n g
Het in aanbouw zijnde Nederlandsche paviljoen voor de wereldtentoonstelling te
Parijs, dat in de nabijheid van den Eiffel toren wordt opgericht.
CONCRETE RESULTATEN
VAN MINISTERREIZEN
Verbetering van economische
betrekkingen
Initiatief van Dr. H. Colijn
vond gunstige weerklank
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de begrooting 1937
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart,
zegt de Minister, dat zijn reizen naar
Polen en Finland zeker hebben bijge
dragen tot verbetering der economische
verhoudingen, resp. vergrooting van het
handelsvolume tusschen Nederland mi
deze landen. Over de resultaten van zijn
reis naar de Scandinavische lauden,
Zweden en Noorwegen kan hij thans
nog geen definitief oordeel uitspreken;
hij heeft echter aanleiding om ook van
deze reis concrete resultaten te ver
wachten.
Het is steeds de overtuiging geweest d?/
Nederlandsche Regeering dat een verder
en duurzaam hei-stel van het Nederlandsche
bedrijfsleven in zijn geheel, gezien zijn
internationale oriëntatie, slechts denkbaar
Ts bij een vrijer ruilverkeer met het buiten
land. De Regeering heeft dan ook niet ge
schroomd op dit gebied een initiatief te
nemen, dat, naar zij hoopt, een bijdrage zal
vormen tot spoedige vermindering der han
delsbelemmeringen op basis van 'internatio
nale overeenstemming. De gunstige weer
klank, welke genoemd initiatief alom in
het buitenland heeft gehad, beschouwt de
regeering als een gelukkig en hoopgevend
verschijnsel.
Bij het nomen van eventueele invoer
verruimende maatregelen zal de regeering
slechts acht slaan op moeilijkheden en be
zwaren uit belanghebbende kringen, indien
haar blijkt, dat deze redelijk zijn.
Wijziging van de crisis-invoerwet
Een ontwerp van wet tot wijziging vai
crisisinvoerwet 1931 zal het departement
binnenkort kunnen verlaten. Of het moge
lijk zal zijn, dat dit wetsontwerp nog voor
de a.s. verkiezingen het Staatsblad zal be
reiken, laat zich voorshands niet met zeker
heid bepalen. Met de maatregelen wordt
niet beoogd een principieele afwijking van
c.e tot dusver door de regeering gevolgde
politiek inzake de wettelijke beperking van
den invoer, doch de mogelijkheid zal worden
gooi end, in bijzondere gevallen nog meer
dan voorheen van deze bevoegdheden ge
bruik te maken in het belang van den uit
voer van Nederland' en de overzeesche
gewesten.
Aangaande de eenstemmigheid van
het Kabinet inzake de te voeren han
delspolitiek behoeft geen twijfel te be
staan.
De economisch-technologische instituten
De vraag of de onderscheidene econo
misch-technologische instituten aan de
verwachtingen beantwoorden en of reeds
thans mag worden aangenomen, dat zij
nuttig werkzaam zijn voor industrie en
handel, kan de Minister in het algemeen be
vestigend beantwoorden. Ongetwijfeld kan
worden erkend, dat niet alle geconstitueerde
instituten reeds geheel zijn ingewerkt
tevens dat hier en daar een herziening van
taak en organisatie noodig zal blijken,
In hoeverre bij de uitvoering van rege
ngen krachtens de wet op het algeme;
verbindend en onverbindend verklaren van
ondernemersovereenkomsten den arbeiders
de leidende organen invloed kan worden
geven door toekenning van een beslis
sende stem, zal van geval tot geval
keurig worden nagegaan.
Eenigerlei algemeene toezegging op dit
stuk kan van den Minister niet worden
verwacht.
De saneering in de Kolenhandel
Aan de kolen conventie in Nederland is
bericht, dat thans geen aanleiding meer
bestaat om de maatregelen welke door Mr.
Verschuur als steun aan de sanecrings-
pogingen waren voorgesteld, alsnog te
treffen. Intusschen zal de Regeering niet
dulden dat misbruik wordt gemaakt
Van de agenda -wordt afgevoerd een wijzi
ging- van het Wetboek van Strafvordering.
Enkele naturalisaties en drie conclusies
seeren de revue.
Daarna wordt de vergadering verdaagd tot
Dinsdag 9 Maart a.s.
VRIJDAG 26 FEBRUARI
HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 10.00
VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00
VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40
VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00
Morgenwijding. 10.20 Declamatie en gr.pl.
12.00 Kovacs Lajos' orkest en Gram pl.
2.00 Zang, fluit en piano. 2.30 Gram.pl.
4.05 Orgelspel. 4.30 Voor de kinderen.
5.00 „Melody Circle". 5.30 Gram.pl. 5.45
„De Flierefluiters", en solist. 6.30 Politiek
radiojournaal. 6.50 Gram.pl. 7.00 „De ge
schiedenis van het ziekenfondswezen",
causerie. 7.20 Gram.pl. 7.30 Berichten
V.G.P. 7.35 „Lezen in de Bijbel", causerie.
8.00 Pianorecital. 8.30 „Jongelingsjaren",
lezing. 9.00 Orkest. 9.45 Declamatie. 10.00
„Ramblers". 10.35 Berichten ANP. 10.40
Avondwijding. 11.0 OJazzmuziek (Gr.pl.).
11.30—12.00 Gram.pl.
HILVERSUM H 301 M. Algem. Programma,
verzorgd door de NCRV. 8.00 Schrift-
zing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.).
8.80—9.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst.
11.00 Sopraan en piano. 12.00 Berichten.
12.15 Gram.pl. 12.30 Ensemble v. d. Horst,
en gram.pl. 2.00 Gram.pl. 2.30 Chr. Lec
tuur. 3.003.45 Gram.pl. 4.00 Pianokwar
tet „Die Haghe". 5.00 Gram.pl. 5.30 De
Accordeon Harmonists. 6.30 Voor tuln-
liefhebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literair
halfuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten
ANP. 8.15 Concert m.m.v. solisten, gem.
koor „Sursum Corda", en het Utr. Sted.
Orkest. (Van 9.20—9.45 Declamatie).
10.40 Berichten ANP. 10.45—11.30 Gr.pL
Hierna Schriftlezing.
DROITWICH 1500 M. 12.10 Orgelconcert.
1.40 Strijkorkest. 4.20 BBC-orkest. 5.35
Septet. 6.45 Pianorecital. 7.20 Muzikale
causerie. 7.40 Zang en viool. 8.20 Revue-
programma. 10.00 Gevar. programma.
10.20 BBC-Orkest, en solisten.
RADIO PARIS 1648 M. 12.35 Orkest 1.35
Zang. 1.50 Vervolg orkestconcert. 6.05
Vioolvoordrecht. 7.05 Vervolg vioolvoor
dracht. 8.20 Zang en piano. 9.05 Jazzorkest
en solisten. 11.201.05 Orkestconcert.
KEULEN 456 M. 5.50 Politiemuziekkorps.
7.50 Amusementsorkest 11.20 Kameror
kest. 1.35 Gevar. concert. 3.20 Omroep-
kleinorkest. 5.50 Solistenconcert 6.20
Amusementsorkest. 7.30 Voor soldaten,
9.50 Amusementsorkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Om
roeporkest. 1.30 Salonorisest. 5.20 Klein-
orkest. 8.23 Symphonieorkest.
484 M.: 12.50 Salonoikest. 1.30 Orkest en
zang. 5.50 Concert v. d. kinderen. 6.50
Pianorecital. 7.35 Klarinetsoli. 8.20 Uitz.
voor oud-strijders m.m.v. het Omroep
orkest en solisten. 9.05 Militaire signalen,
9.38 Omroeporkest en solisten.
thans geen aanleiding bestaat gebruik te
maken van zijn bevoegdheid de voorloopig
geldende saneeringsregeling onverbindend te
verklaren.
Vreemdelingenverkeer
Wat het rapport der commissie-Krayen-
hof betreft heeft de Minister de A.N.V.V.
verzocht hem een reorganisatievoorstel te
doen. De geldmiddelen laten niet toe alle
voorstellen van de Commissie in te willi
gen. Door een ruimer subsidie aan de
reorganiseerde A.N.V.V. hoopt de Minister
dat in de toekomst meer voor de bevorde
ring van het vreemdelingenverkeer kan
worden gedaan. De bestemming van de
4.5Ö0.000.voor de scheepvaart zal afhan
gen van de ontwikkeling der scheepvaart
conjunctuur.
Wat de havengelden van Amsterdam
en Rotterdam betreft zullen de extra-
bijdragen uit het Werkloosheidssubsi-
diefonds over 1936 na 1 Januari 1937
worden gecontinueerd. Bij de bepaling
van het bedrag der extra-bijdrage zal
t.z.t. acht worden geslagen op de om
standigheid. dat de budgetaire positie
der gemeente door de verlaging der ha
ventarieven ongunstig kan zijn be
ïnvloed.
Voor een hernieuwde bestudeering van
het vraagstuk der Rijnvaartpremies vindt
de Minister geen aanleiding nu door de
depreciatie de omstandigheden gewijzigd
zijn. Eerst moet de nieuwe situatie geheel
zijn doorgewerkt.
Evenredige vrachtverdeeling
Wat de evenredige vrachtverdeeling be
treft, een regeling, waardoor een meer af
doende verbetering van den toestand zou
kunnen worden verkregen, stuit af op de
belangrijke kosten, welke hiermee gemoeid
zouden zijn. Intrekking van de wet
waarvan de minister vooralsnog een die
pere inzinking verwacht wil hij daarom
CRÈME
een weldaad
yoorUwhuid
(Adv.)
nog niet voorstellen. Wetswijziging zaï
worden oveiwogen, zoodra klaarheid be
staat over de vraag, of deze zich verdraagt
met internationale regelingen omrent bin
nen het Nederlandsche territoir voorkomen
de wateren.
UIT OOST-INDIE
DE PESTBESTRIJDlNG OP JAVA
BATAVIA, 24 Febr. (Aneta-A.N.P.). Het
aantal pestgevallen op Java is in het jaar
1936 ten gevolge van de vaccinatie terugge-
loopen tot een totaal cijfer van 6.226, tegen
ruim 23.000 in 1934, dus voor de invoering
van de vaccinatie op groote schaal.
In totaal hebben er 1.800.000 inentingen
plaats gevonden, terwijl ter zelf der tijd
50.000 woningen verbeterd zijn.
OPIUM-SMOKKELAFFAIRE OP TOEAN
Zware straffen geëischt
BATAVIA, 24 Febr. (Aneta/A.N.P.). - Dö
officier van Justitie heeft tegen 5 Japansche
beklaagden uit de opium-smoklcelaffaire op
het eiland Toean waar o.m. 3.994 thail
opium ontdekt is bij de behandeling van
c.eze zaak voor den raad van Justitie resp,
21/2. 2yz, 2, 2, en 2 jaar gevangenisstraf ge
ëischt met aftrek van preventieve hechten*9,
alsmede voor ieder der beklaagden vijf
duizend gulden boete, bij niet-betaling
binnen twee maanden te vervangen door
1 jaar gijzeling.
Het aangehaalde schip „Yamato Maru"
zal verkocht worden om de kosten van het
geding te dekken, terwijl de in beslagge
nomen opium teruggegeven is aan de
i opiumregie.
Veq-waal uit
rtnOLLANDSCHE
Boerenleven
®O.VÖ2MEEa
Arie knikt onwillig van ja. Maar Arend is door het succes
overmoedig geworden.
„Ze zijn zoo arm als de mieren", gooit hij er uit. „Mijn
vader heeft het zelf gezegd", voegt hij er achter als hij slechts
een beklemmend zwijgen tot antwoord op zijn woorden hoort.
Wat helpt het of de meester een groote mond opzet? Het
is gezegd. En .wat helpt het of hij nog een preek houdt over
rijkdom en armoede en over scheldnamen. Hij ontroert alleen
zichzelf, en Arends woorden krijgen er nog meer belang
door. En de lucht wordt hoe langer hoe valer, valsch blauw
jen gelig. Tenslotte moet hij de kinderen, die vóór de anderen
,weg mogen, naar huis jagen.
Op het schoolplein is de preek natuurlijk al vergeten. Arie
fcakt Arend aan voor ze goed en wel de schooldeur uit zijn.
In een kring van jongens en meisjes, die hen aanhitsen,
Vechten zij zwijgend, maar de verbeten kwaadheid staat op
hun gezicht. De kring om hen joelt en hitst. „Stomp hem
tpgen de grond, zoo'n snotaap."
Arie staat alleen. Zijn vriendjes heeft hij onder de dorps
jongens, en die zitten nog in school.
De meester verschijnt voor het raam en tikt tegen de
ruiten. Niemand hoort het. Tenslotte moet hij zijn klas alleen
laten en naar buiten komen.
Plotseling wordt het dan stil. Nog een enkele klap wordt
in blinde drift gegeven, dan zinken de armen slap neer.
Het wordt nu in de klas roerig. Voor het raam verschijnt
een opeenstapeling van hoofden.
De meester zegt niet veel. Hij stuurt Arie vooruit de weg
op, en laat de anderen pas gaan als hij een heel stuk voor
uit is.
Arie heeft een raar gevoel als hij over de weg loopt. Ver
achter hem hoort hij nog de jongens zijn scheldnaam roepen.
Maar dat is het niet wat hem dat vreemde gevoel geeft. Het
scheldwoord, dat hem altijd driftig maakt heeft, nu niet de
scherpte en stekeligheid van anders.
Hij heeft in een bodemlooze diepte gezien. De paar woor
den van Arend de Keizer hadden hem plotseling helder ge
toond hoe het leven op hun woning was: gehaat en arm.
„Zoo arm als de mieren", het was het triomfantelijke waar
mee het gezegd werd, dat hem nog het meest pijn deed.
Want het was waar, dat zij arm waren, dat wist hij nu ineens.
Daarom was zijn vader zoo stuursch en zijn moeder zoo stil,
daarom was zijn oom zoo kort aangebonden. En nu eerst
voelt hij, dat er een zware druk op hun woning ligt.
Het wordt donker en benauwend om hem heen. Hij wil
thuis zijn en de weg is zoo lang, hij komt haast niet voort. En
de bliksem, die uit een blauw-grauwe wolk schiet en langs de
lucht vuurt, en het lange, donker dreigende gerommel maakt
hem bang. De regen, die met groote droppen begint neer te
pletsen en tot een harde steile bui aanzwelt doet hem niet
stil houden en ergens schuilen. Terwijl het vuur telkens langs
de hemel flikkert en het rommelen van de donder niet van
de lucht is, loopt hij daar in de regen, die fel en vlagend
neerruischt. Hij zou willen schreien, en misschien is het niet
alleen de regen die zijn gezicht nat maakt.
In de stortregen komt hij thuis. Zijn vader wordt kwaad.
Waarom was hij niet blijven schuilen? Zoo'n stommeling! Hij
haalde een ziekte op zijn lijf.
Hij krijgt een pak rammel en moet naar bed.
Zijn moeder trekt hem de kletsnatte blouse uit; zijn rug
en armen zijn nat en koud. Hij zwijgt en trekt zwak de
schouders op als antwoord op de vraag van zijn moeder,
waarom hij dan toch niet was blijven schuilen. Hij kan het
niet zeggen waarom hij zoo verlangde thuis te zijn, en kijkt
haar alleen even aan.
Ziet zij zijn hulpelooze oogen? Zij vraagt niet meer. Ze
stopt de dekens tegen zijn smalle jongensrug en drukt haar
gezicht tegen zijn koude wang. Hoort hij haar zuchten, als
ze weggaat?
Hij kan niet slapen. De zolder is schemerdonker; de regen
klettert nog op de dakpannen. De geruchten van het huis
dringen als van ver tot hem door.
En plotseling grijpt het gevoel van eenzaamheid hem
weer. Hij ligt daar in de stilte van de zolder en kijkt in de
donkere diepte, waarin hij deze middag gezien heeft. En
toch is het nu niet meer het eindeloos diepe, dat hem ver
schrikt, de schande en de bespotting. Hij ziet hoe zich rond
om zijn leven een verlatenheid gevormd heeft. Er is niemand
die zijn verdriet kent. Zijn vader niet. zijn moeder niet, nie
mand op de heele woning, niemand in de gansche wereld.
Hij is alleen en draagt zijn verdriet alleen, en hij voelt zich
zoo zwak en hulpeloos.
Die eenzaamheid doet hem snikken, steeds heftiger, toÉ
het in een geluidloos schreien overgaat. En schreiend slaapt
hij in.
HOOFDSTUK VII
Willem van den Berg ïs met zijn knechtje op het land.
Met de houten plukkers grijpen zij de stekels die tusschen
het gras woekeren, en trekken ze met een forsche ruk uit de
grond. Er is veel werk, want er staat nogal wat onkruid, dat
stuk voor stuk verwijderd moet worden. Een vermoeiend
werk. Het knechtje moet telkens even rusten en de rug
rechten. De boer, hoewel de zon op het land brandt, en zij
midden in de stovende hitte staan, werkt zwaar en gestadig.
De groote, getande tang hapt in de stekelboschjes, grijpt de
taaie stengels vast, en met een krachtige ruk van de breedc
handen wordt het onkruid uit de grond getrokken en op een
hoop geworpen.
„Hela! niet al te lang uitrusten!" roept de boer. als hij
ziet hoe zijn knechtje met de plukker rustend in de handen,
voor zich uit staat te kijken.
De jongen schrikt op. maar gaat toch niet aan zijn werk.
„Kijk es, baas! roept hij terug, en wijst naar de weg.
Van den Berg, die al weer aan zijn werk gegaan is, kijkt
op. Er loopt een veedrijver met een koe.
„Dat lijkt onze koe wel, die we verleden week naar het
etgroen gebracht hebben'', zegt het knechtje, dat op den boer
toekomt.
fWordt vervolgd)