Nieuwe regeling Handelsonderwijs DONDERDAG 25 FEBRUARI 1937 DERDE BLAD PAG. g Tweede Kamer De Kamer keurt de wetsont werpen tot wijziging van de [Wet op het M.O. en H.O. goed Ook het ontwerp tot wijziging van de Geldschieterswet wordt aangenomen Vergadering van 24 Februari Overzicht Basis voor handelsonderwijs De Regeling van het Middelbaar en Hoogcr Onderwijs is reeds jarenlang in dispuut. In 1902 is een Staatscommissie zich er mee gaan bezig houden. Telkens weer is aan dezen Lak ,van onderwijs gedokterd. Na 1921 verscheen liet eCiiC project na het andere, maar nog nimmer kwam er een voorslag ,die tie ge- wenschte eenheid, 'n eigen structuur bracht. Oorzaak: de deskundigen waren het hopeloos oneens en zijn het zelfs nu nog niet eens over de beide eenvoudige wetsomtwerpjes, waardoor minister Slotemaker de zaak een stap verder hoopte te brengen. Het eene heeft in hoofdzaak deze strekking, dat aan het handelsonderwijs een behoorlijke wettige basis wordt gegeven; het andere brengt „een wettelijke regeling van punten, die op het terrein van de studie der handle wetenschap pen in het hooger onderwijs aan de orde zijn". De minister oordeelt het „van groot be lang, dat aan de handelshoogeacholen en aan ,de faculteit der oeconomische wetenschappen aan ae gemeentelijke universiteit t=. Amster dam een wettelijke grondslag wordt gegeven en dat de mogelijkheid wordt geopend om aan hen, die het doctoraal examen aan deze [instellingen hebben afgelegd, onderwijsbe- tvoegdheden te varleenen". Over het eerste ontwerp liep gisteren en ook vandaag nog de discussie. De strijd ging voornamelijk over dQ vraag: hoe laog moet de cursus zijn voor handels- dagscholen, drie of vier jaar? De minister had drie jaar voorgesteld als regel, maar met ministerieele machtiging kon er een jaar bijkomen voor inrichtingen, die subsidie van het Rijk ontvangen. Ande ren waren vrij om een jaar te verlengen. De liberalen hadden voorgesteld vier jaar ïn de wet op te nemen, met machtiging tot verkorting van den cursusduur. Van soc- dem. zijde, was er een amendement om te bepalen: „De handelsdagschool heeft een cur sus van drie of vier jaar". Minder ver ging Dr. Moller, die echter ten slotte, evenals de minister, aan het amendement-Thijssen de [voorkeur gaf. Dit amendement werd met algemeene stem- jmen aanvaard. In een ander amendement bleef de Kamer steken. Het'was van Dr. Moller en bedoelde aan de handelsdagschool met 4 j. c. ook on derwijs in „de letterkunde van de talen" ver plicht te stellen. De minister had bezwaren. De Kamer nam het amendement echter aan. Naast die handelsdagschólèn zijn er dé handelsavondscholen. De handelsavondscho len zullen een cursus hebben van drie jaren of van vijf jaren. Bij uitzondering kan de duur echter ook op vier jaren gesteld worden. Over de regeling van de vakken aan de handelsavondscholen en de vrijheid, het on derwijs in slechts één of twee vakken te vol gen, hebben de heer Thijssen, Dr. Moller en mevrouw BakkerNort hun licht la.ten schij nen. Daarover viel heden de beslissing in dezen zin, dat er één verplicht vak zal zijn. Voor het overige verwijzen wij naar het tverslag. De beide betrokken wetsontwerpen zijn ten slotte z.h.s. goedgekeurd. Geldschieterswet De rest van den middag is besteed aan een Wijziging van de Geldschieterswet Deze wijziging betrof voor een deel de po- fcitie der betaalzegelkassen. Voorts werd tege moet gekomen aan geldleeners, die in han den van een woekeraar zijn gevallen. Ze moe ten thans, indien ze ontbinding van een overeenkomst vragen bewijzen, dat de gell- uitleencr een geldschieter is in den zin der wet Het nieuw voorgestelde artikel keert den bewijslast om. De uitleener moet aantooncn, dat hij geen geldschieter is. Deze laatste belangrijke wijziging bleek op geen verzet te stuiten een amendement- Donker, om den ouden toestand te besten digen vond zelfs geen steun maar enkele Kamerleden interesseerden zich er bijzonder ivoor om de betaalzegelkassen buiten de wet je brengen en zelfs de controle op deze instel lingen te verslappen. De heeren Drop en Boon stonden hierbij vooraan. De soc.-dem. Drop werd het krachtigst be- fctreden door zijn partijgenoot mr Donker den heer Schouten. In een glashelder en sterk betoog deed laatstgenoemde de zaak uit de doekjes. Duidelijk bleek hoe gevaarlijk de weg is, die de heer Drop met de liberalen op wilde. Ook minister De Wilde bestreed op afdoende wijze de wenschen van het genoem de tweetal. Er kwam dan ook niets van te recht Er waren een vrij groot aantal amende menten ingediend. Enkele, die redactioneels verbetering brachten, werden overgenomen; de rest werd verworpen of ingetrokken. Het wetsontwerp kon z.h.s. worden goed gekeurd. Tot 9 Maart is die Kamer op reces gegaan. Als zij terugkeert wachten o.a. een wijzi ging van het Wetboek van Strafrecht, die gisteren van de agenda werd afgevoerd, een wijziging der Zegelwet, dp contingenleeriag -an kachels en misschien de Ziekenfondswet. Tegen behandeling van deze laatste schijnt nogal bezwaar te bestaan, omdat zij vrij ze ker door de Eerste Kamer niet meer kan worden afgedaan voor de ontbinding. De voorzitter schijnt niettemin behandeling te willen doorzetten., We zullen er wel nader van hooren. Verslag De behandeling van de wijziging der M.O.-wet en van de H.O.-wte 'tg-ezet. één verplicht vak in; in de leeuze der overige vakken zal de leerling vrjj zijn. De VWAren MOLLER en THIJSSEN trokken hun desbetreffende amendementen iin. stemming komt daarna het amendement- ler om aan de handelsdagscholen met dig bevoegde leeraren voor de vreemde talen moeten worden benoemd. De heer DREES (s.d.) dringt- er bevoegdheid voor stenografie-leeri VOS (Lib.) bijdragen van buitengemeenten .an die voor leerli: ïn H.B.S. MINISTER acht deze gelijkstelling nie 38 tegen 28 s hd a '.d. j -l ibsidieerde scholen vrijheid i buiten-leerlingen een schoolgeld te heffen, waarbij de geldelijke draagkracht niet als grondsla; De heer MOLLER (r.k.) be amendement bedoelt tot hoog kunnen komen, dan de regel De MINISTER acht het betalen naar draai, racht zeer gezond. Hij iaat echter de beslis ing aan de Kamer. Het amendement wordt a .h.s. De heer MOLLER (r.k) licht e i amendement godsdienstonderwijs ook In handelsavondscholei maken. De MINISTER neemt het a mogelijk te indexamens van de 4 j. handelsdagscholen imtrent - overgang van liandelsdagscholieri laar de H.B.S. A die zonder examen zoud< cunnen overgaan btf algemeenen maatreg 'an bestuur te regelen. De heer MOLLER (r.k.) meent, dat door c Het amendement wordt i n g e t r o k ke.n. Het wetsontwerp zal aan het einde der vergadering in stemming worden gebracht. Dat is geschied. Het ls toen z.h.s. aange- De wijziging van de H.O.-wet komt dan in behandeling. Indologenstudie De heer TERPSTRA (a.r.) verdedigt amendement om in art. 133. 2e lid. slechts de wijziging aan te brengen, welke vereis wordt door de invoeging van de H.B.S. A het verbinden van het reoht van toelating tot et eind-diploma van De MINISTER acht de kwestie te ingr i onvoldoende voorbereid. De heer TERPSTRA (a.r.) zegt, dat 't i ijziging van de regelinj aardijkskunde. Hij komt daardoor in strijd art. 18 der wet. e MINISTER erkent de kracht van dit Het amendement wordt z.h.s. Het wetsontwerp wordt z.h.s. eurd. Hetzelfde geschiedt met de Wijziging Geldschieterswet De heer DROP (s.d.) bestrijdt dit laatste aarentegen sloot de heer DONKER (s.d.) zien eer bij de opvatting der Regeering aan. De heer IJSSELMUIDEN (r.k.) is net ten aan len van de betaalzegelkassen practisoh met et voorstel eens, maar ziet er geen ongeoor loofde vorm van credletgeving in en !Zbu de oorkeur geven aan een afzonderlijke regeling. De neer BOON (lib.) betoogt, Hjkgesteld kuni ;oepa£ woekerlnstellin gen - - shieteri heer SCHOUTEN (a.r.) bestrijdt, dat de ulzegelkassen ongunstig worden behan deld dan andere geldschletersondernemingen. De houders van betaalzegelkassen hebben dooi un agitatie een ongunstigen Indruk over zich :lf in de hand gewerkt. Een betnalzegeikas leent in den vorm var igeis, een geldschletbank leent geld onder be- lalde voorwaarden. Principieel is er geen ver- ihil. Ze zijn geliiksoorbig en behooren dus on- ïr dezelfde rechtsbedoeling scht. dat ook de betaaizegelki bepalingen gebond< i nood.ig, maa: elanghebbendei 'oezicTit en :hieden. Gevruagd rd of het mogelijk ls ankelijke controle in het leven te roepen an het overheidstoezicht te beperken of oen vervaljen. De heer TEULINGS (rk.) is het er mee e< MINISTER DE WILDE i edoelc de economisch zwakken te besc bedragen, die worden geleend. dit het geval. Woeker kan relin Da; gekoi het rsbedrüf. c-taa.'zegelkassen zUn geldschieters op afbe- ng. Zu geven geen haar geld, '-.nar zegels bonnen om iets te lcoopen. Zakelijk ls dat 't do als wat geldschietban sen doen. De Uits treven kleine badr&gen, maar juist daarom sta; nden worden nd er r :ontrole nooit a Amendementen Het eerste amendement is van den I DROP (s.d.) Het wil de mogelijkheid oper dat een centrale rechtspersoon wordt gevor die de controletaak voro de betaaJzegélkai Publiek rechte] Uk toezicht is noodzakelijk. De MINISTER sluit zich bü de uitnemende bestrliding van den heer Donker aan. De heer DROP trekt zijn amendement in. Een volgend amendement is van den hee: DONKER (s.d.) en beoogt ln art. 14 delegatii van controlebevoegdheid mogelijk te maken. De voorschriften zullen „bU" of „krachten maatregel van bestuur kunnen wordei gesteld. De MINISTER neemt het amendement Bij art. 18 (intrekking van vergunning) stelt de heer VOS (lib.) voor om, al is beroep op De heer DONKER (s.d.) ls tegen het dement, omdat het ernstige overtreding de bevoegdheid val ZKER- De heer TEULINGS (r.k.) iet overbodig. De MINISTER zegt, dat twee waarschuwin ren mogelijk zijn eer het tot intrekking van d oelating komt Dan ls er beroep. De heer Vc vil echter alleen een waarschuwing indien het ietreft een niet in de wet genoemd iaar gesteld feit. Dat gaat te Door aanneming van een amendement-V ervalt de bepaling, dat een geldsohietacte bepaalde provincie kan gelden. schrappen de bepalin nd, die geld heeft uitgeleend tegen jelang de geldle; is, wil hij niet onder de straf Het amendement wordt ingetrokken. De heer DONKER wilde ook acten van geld eening tot f 100 vrijstellen van zegelrecht De MINISTER meent, dat voor commercieele loeleinden deze vrijstelling niet kan wo regeven. Afschriften van de acten zijn vrij Het amendement wordt lngetrokkei Het wetsontwerp wordt z.h.s. a a n g Het in aanbouw zijnde Nederlandsche paviljoen voor de wereldtentoonstelling te Parijs, dat in de nabijheid van den Eiffel toren wordt opgericht. CONCRETE RESULTATEN VAN MINISTERREIZEN Verbetering van economische betrekkingen Initiatief van Dr. H. Colijn vond gunstige weerklank In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting 1937 van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, zegt de Minister, dat zijn reizen naar Polen en Finland zeker hebben bijge dragen tot verbetering der economische verhoudingen, resp. vergrooting van het handelsvolume tusschen Nederland mi deze landen. Over de resultaten van zijn reis naar de Scandinavische lauden, Zweden en Noorwegen kan hij thans nog geen definitief oordeel uitspreken; hij heeft echter aanleiding om ook van deze reis concrete resultaten te ver wachten. Het is steeds de overtuiging geweest d?/ Nederlandsche Regeering dat een verder en duurzaam hei-stel van het Nederlandsche bedrijfsleven in zijn geheel, gezien zijn internationale oriëntatie, slechts denkbaar Ts bij een vrijer ruilverkeer met het buiten land. De Regeering heeft dan ook niet ge schroomd op dit gebied een initiatief te nemen, dat, naar zij hoopt, een bijdrage zal vormen tot spoedige vermindering der han delsbelemmeringen op basis van 'internatio nale overeenstemming. De gunstige weer klank, welke genoemd initiatief alom in het buitenland heeft gehad, beschouwt de regeering als een gelukkig en hoopgevend verschijnsel. Bij het nomen van eventueele invoer verruimende maatregelen zal de regeering slechts acht slaan op moeilijkheden en be zwaren uit belanghebbende kringen, indien haar blijkt, dat deze redelijk zijn. Wijziging van de crisis-invoerwet Een ontwerp van wet tot wijziging vai crisisinvoerwet 1931 zal het departement binnenkort kunnen verlaten. Of het moge lijk zal zijn, dat dit wetsontwerp nog voor de a.s. verkiezingen het Staatsblad zal be reiken, laat zich voorshands niet met zeker heid bepalen. Met de maatregelen wordt niet beoogd een principieele afwijking van c.e tot dusver door de regeering gevolgde politiek inzake de wettelijke beperking van den invoer, doch de mogelijkheid zal worden gooi end, in bijzondere gevallen nog meer dan voorheen van deze bevoegdheden ge bruik te maken in het belang van den uit voer van Nederland' en de overzeesche gewesten. Aangaande de eenstemmigheid van het Kabinet inzake de te voeren han delspolitiek behoeft geen twijfel te be staan. De economisch-technologische instituten De vraag of de onderscheidene econo misch-technologische instituten aan de verwachtingen beantwoorden en of reeds thans mag worden aangenomen, dat zij nuttig werkzaam zijn voor industrie en handel, kan de Minister in het algemeen be vestigend beantwoorden. Ongetwijfeld kan worden erkend, dat niet alle geconstitueerde instituten reeds geheel zijn ingewerkt tevens dat hier en daar een herziening van taak en organisatie noodig zal blijken, In hoeverre bij de uitvoering van rege ngen krachtens de wet op het algeme; verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten den arbeiders de leidende organen invloed kan worden geven door toekenning van een beslis sende stem, zal van geval tot geval keurig worden nagegaan. Eenigerlei algemeene toezegging op dit stuk kan van den Minister niet worden verwacht. De saneering in de Kolenhandel Aan de kolen conventie in Nederland is bericht, dat thans geen aanleiding meer bestaat om de maatregelen welke door Mr. Verschuur als steun aan de sanecrings- pogingen waren voorgesteld, alsnog te treffen. Intusschen zal de Regeering niet dulden dat misbruik wordt gemaakt Van de agenda -wordt afgevoerd een wijzi ging- van het Wetboek van Strafvordering. Enkele naturalisaties en drie conclusies seeren de revue. Daarna wordt de vergadering verdaagd tot Dinsdag 9 Maart a.s. VRIJDAG 26 FEBRUARI HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie en gr.pl. 12.00 Kovacs Lajos' orkest en Gram pl. 2.00 Zang, fluit en piano. 2.30 Gram.pl. 4.05 Orgelspel. 4.30 Voor de kinderen. 5.00 „Melody Circle". 5.30 Gram.pl. 5.45 „De Flierefluiters", en solist. 6.30 Politiek radiojournaal. 6.50 Gram.pl. 7.00 „De ge schiedenis van het ziekenfondswezen", causerie. 7.20 Gram.pl. 7.30 Berichten V.G.P. 7.35 „Lezen in de Bijbel", causerie. 8.00 Pianorecital. 8.30 „Jongelingsjaren", lezing. 9.00 Orkest. 9.45 Declamatie. 10.00 „Ramblers". 10.35 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. 11.0 OJazzmuziek (Gr.pl.). 11.30—12.00 Gram.pl. HILVERSUM H 301 M. Algem. Programma, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schrift- zing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.). 8.80—9.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst. 11.00 Sopraan en piano. 12.00 Berichten. 12.15 Gram.pl. 12.30 Ensemble v. d. Horst, en gram.pl. 2.00 Gram.pl. 2.30 Chr. Lec tuur. 3.003.45 Gram.pl. 4.00 Pianokwar tet „Die Haghe". 5.00 Gram.pl. 5.30 De Accordeon Harmonists. 6.30 Voor tuln- liefhebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literair halfuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Concert m.m.v. solisten, gem. koor „Sursum Corda", en het Utr. Sted. Orkest. (Van 9.20—9.45 Declamatie). 10.40 Berichten ANP. 10.45—11.30 Gr.pL Hierna Schriftlezing. DROITWICH 1500 M. 12.10 Orgelconcert. 1.40 Strijkorkest. 4.20 BBC-orkest. 5.35 Septet. 6.45 Pianorecital. 7.20 Muzikale causerie. 7.40 Zang en viool. 8.20 Revue- programma. 10.00 Gevar. programma. 10.20 BBC-Orkest, en solisten. RADIO PARIS 1648 M. 12.35 Orkest 1.35 Zang. 1.50 Vervolg orkestconcert. 6.05 Vioolvoordrecht. 7.05 Vervolg vioolvoor dracht. 8.20 Zang en piano. 9.05 Jazzorkest en solisten. 11.201.05 Orkestconcert. KEULEN 456 M. 5.50 Politiemuziekkorps. 7.50 Amusementsorkest 11.20 Kameror kest. 1.35 Gevar. concert. 3.20 Omroep- kleinorkest. 5.50 Solistenconcert 6.20 Amusementsorkest. 7.30 Voor soldaten, 9.50 Amusementsorkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Om roeporkest. 1.30 Salonorisest. 5.20 Klein- orkest. 8.23 Symphonieorkest. 484 M.: 12.50 Salonoikest. 1.30 Orkest en zang. 5.50 Concert v. d. kinderen. 6.50 Pianorecital. 7.35 Klarinetsoli. 8.20 Uitz. voor oud-strijders m.m.v. het Omroep orkest en solisten. 9.05 Militaire signalen, 9.38 Omroeporkest en solisten. thans geen aanleiding bestaat gebruik te maken van zijn bevoegdheid de voorloopig geldende saneeringsregeling onverbindend te verklaren. Vreemdelingenverkeer Wat het rapport der commissie-Krayen- hof betreft heeft de Minister de A.N.V.V. verzocht hem een reorganisatievoorstel te doen. De geldmiddelen laten niet toe alle voorstellen van de Commissie in te willi gen. Door een ruimer subsidie aan de reorganiseerde A.N.V.V. hoopt de Minister dat in de toekomst meer voor de bevorde ring van het vreemdelingenverkeer kan worden gedaan. De bestemming van de 4.5Ö0.000.voor de scheepvaart zal afhan gen van de ontwikkeling der scheepvaart conjunctuur. Wat de havengelden van Amsterdam en Rotterdam betreft zullen de extra- bijdragen uit het Werkloosheidssubsi- diefonds over 1936 na 1 Januari 1937 worden gecontinueerd. Bij de bepaling van het bedrag der extra-bijdrage zal t.z.t. acht worden geslagen op de om standigheid. dat de budgetaire positie der gemeente door de verlaging der ha ventarieven ongunstig kan zijn be ïnvloed. Voor een hernieuwde bestudeering van het vraagstuk der Rijnvaartpremies vindt de Minister geen aanleiding nu door de depreciatie de omstandigheden gewijzigd zijn. Eerst moet de nieuwe situatie geheel zijn doorgewerkt. Evenredige vrachtverdeeling Wat de evenredige vrachtverdeeling be treft, een regeling, waardoor een meer af doende verbetering van den toestand zou kunnen worden verkregen, stuit af op de belangrijke kosten, welke hiermee gemoeid zouden zijn. Intrekking van de wet waarvan de minister vooralsnog een die pere inzinking verwacht wil hij daarom CRÈME een weldaad yoorUwhuid (Adv.) nog niet voorstellen. Wetswijziging zaï worden oveiwogen, zoodra klaarheid be staat over de vraag, of deze zich verdraagt met internationale regelingen omrent bin nen het Nederlandsche territoir voorkomen de wateren. UIT OOST-INDIE DE PESTBESTRIJDlNG OP JAVA BATAVIA, 24 Febr. (Aneta-A.N.P.). Het aantal pestgevallen op Java is in het jaar 1936 ten gevolge van de vaccinatie terugge- loopen tot een totaal cijfer van 6.226, tegen ruim 23.000 in 1934, dus voor de invoering van de vaccinatie op groote schaal. In totaal hebben er 1.800.000 inentingen plaats gevonden, terwijl ter zelf der tijd 50.000 woningen verbeterd zijn. OPIUM-SMOKKELAFFAIRE OP TOEAN Zware straffen geëischt BATAVIA, 24 Febr. (Aneta/A.N.P.). - Dö officier van Justitie heeft tegen 5 Japansche beklaagden uit de opium-smoklcelaffaire op het eiland Toean waar o.m. 3.994 thail opium ontdekt is bij de behandeling van c.eze zaak voor den raad van Justitie resp, 21/2. 2yz, 2, 2, en 2 jaar gevangenisstraf ge ëischt met aftrek van preventieve hechten*9, alsmede voor ieder der beklaagden vijf duizend gulden boete, bij niet-betaling binnen twee maanden te vervangen door 1 jaar gijzeling. Het aangehaalde schip „Yamato Maru" zal verkocht worden om de kosten van het geding te dekken, terwijl de in beslagge nomen opium teruggegeven is aan de i opiumregie. Veq-waal uit rtnOLLANDSCHE Boerenleven ®O.VÖ2MEEa Arie knikt onwillig van ja. Maar Arend is door het succes overmoedig geworden. „Ze zijn zoo arm als de mieren", gooit hij er uit. „Mijn vader heeft het zelf gezegd", voegt hij er achter als hij slechts een beklemmend zwijgen tot antwoord op zijn woorden hoort. Wat helpt het of de meester een groote mond opzet? Het is gezegd. En .wat helpt het of hij nog een preek houdt over rijkdom en armoede en over scheldnamen. Hij ontroert alleen zichzelf, en Arends woorden krijgen er nog meer belang door. En de lucht wordt hoe langer hoe valer, valsch blauw jen gelig. Tenslotte moet hij de kinderen, die vóór de anderen ,weg mogen, naar huis jagen. Op het schoolplein is de preek natuurlijk al vergeten. Arie fcakt Arend aan voor ze goed en wel de schooldeur uit zijn. In een kring van jongens en meisjes, die hen aanhitsen, Vechten zij zwijgend, maar de verbeten kwaadheid staat op hun gezicht. De kring om hen joelt en hitst. „Stomp hem tpgen de grond, zoo'n snotaap." Arie staat alleen. Zijn vriendjes heeft hij onder de dorps jongens, en die zitten nog in school. De meester verschijnt voor het raam en tikt tegen de ruiten. Niemand hoort het. Tenslotte moet hij zijn klas alleen laten en naar buiten komen. Plotseling wordt het dan stil. Nog een enkele klap wordt in blinde drift gegeven, dan zinken de armen slap neer. Het wordt nu in de klas roerig. Voor het raam verschijnt een opeenstapeling van hoofden. De meester zegt niet veel. Hij stuurt Arie vooruit de weg op, en laat de anderen pas gaan als hij een heel stuk voor uit is. Arie heeft een raar gevoel als hij over de weg loopt. Ver achter hem hoort hij nog de jongens zijn scheldnaam roepen. Maar dat is het niet wat hem dat vreemde gevoel geeft. Het scheldwoord, dat hem altijd driftig maakt heeft, nu niet de scherpte en stekeligheid van anders. Hij heeft in een bodemlooze diepte gezien. De paar woor den van Arend de Keizer hadden hem plotseling helder ge toond hoe het leven op hun woning was: gehaat en arm. „Zoo arm als de mieren", het was het triomfantelijke waar mee het gezegd werd, dat hem nog het meest pijn deed. Want het was waar, dat zij arm waren, dat wist hij nu ineens. Daarom was zijn vader zoo stuursch en zijn moeder zoo stil, daarom was zijn oom zoo kort aangebonden. En nu eerst voelt hij, dat er een zware druk op hun woning ligt. Het wordt donker en benauwend om hem heen. Hij wil thuis zijn en de weg is zoo lang, hij komt haast niet voort. En de bliksem, die uit een blauw-grauwe wolk schiet en langs de lucht vuurt, en het lange, donker dreigende gerommel maakt hem bang. De regen, die met groote droppen begint neer te pletsen en tot een harde steile bui aanzwelt doet hem niet stil houden en ergens schuilen. Terwijl het vuur telkens langs de hemel flikkert en het rommelen van de donder niet van de lucht is, loopt hij daar in de regen, die fel en vlagend neerruischt. Hij zou willen schreien, en misschien is het niet alleen de regen die zijn gezicht nat maakt. In de stortregen komt hij thuis. Zijn vader wordt kwaad. Waarom was hij niet blijven schuilen? Zoo'n stommeling! Hij haalde een ziekte op zijn lijf. Hij krijgt een pak rammel en moet naar bed. Zijn moeder trekt hem de kletsnatte blouse uit; zijn rug en armen zijn nat en koud. Hij zwijgt en trekt zwak de schouders op als antwoord op de vraag van zijn moeder, waarom hij dan toch niet was blijven schuilen. Hij kan het niet zeggen waarom hij zoo verlangde thuis te zijn, en kijkt haar alleen even aan. Ziet zij zijn hulpelooze oogen? Zij vraagt niet meer. Ze stopt de dekens tegen zijn smalle jongensrug en drukt haar gezicht tegen zijn koude wang. Hoort hij haar zuchten, als ze weggaat? Hij kan niet slapen. De zolder is schemerdonker; de regen klettert nog op de dakpannen. De geruchten van het huis dringen als van ver tot hem door. En plotseling grijpt het gevoel van eenzaamheid hem weer. Hij ligt daar in de stilte van de zolder en kijkt in de donkere diepte, waarin hij deze middag gezien heeft. En toch is het nu niet meer het eindeloos diepe, dat hem ver schrikt, de schande en de bespotting. Hij ziet hoe zich rond om zijn leven een verlatenheid gevormd heeft. Er is niemand die zijn verdriet kent. Zijn vader niet. zijn moeder niet, nie mand op de heele woning, niemand in de gansche wereld. Hij is alleen en draagt zijn verdriet alleen, en hij voelt zich zoo zwak en hulpeloos. Die eenzaamheid doet hem snikken, steeds heftiger, toÉ het in een geluidloos schreien overgaat. En schreiend slaapt hij in. HOOFDSTUK VII Willem van den Berg ïs met zijn knechtje op het land. Met de houten plukkers grijpen zij de stekels die tusschen het gras woekeren, en trekken ze met een forsche ruk uit de grond. Er is veel werk, want er staat nogal wat onkruid, dat stuk voor stuk verwijderd moet worden. Een vermoeiend werk. Het knechtje moet telkens even rusten en de rug rechten. De boer, hoewel de zon op het land brandt, en zij midden in de stovende hitte staan, werkt zwaar en gestadig. De groote, getande tang hapt in de stekelboschjes, grijpt de taaie stengels vast, en met een krachtige ruk van de breedc handen wordt het onkruid uit de grond getrokken en op een hoop geworpen. „Hela! niet al te lang uitrusten!" roept de boer. als hij ziet hoe zijn knechtje met de plukker rustend in de handen, voor zich uit staat te kijken. De jongen schrikt op. maar gaat toch niet aan zijn werk. „Kijk es, baas! roept hij terug, en wijst naar de weg. Van den Berg, die al weer aan zijn werk gegaan is, kijkt op. Er loopt een veedrijver met een koe. „Dat lijkt onze koe wel, die we verleden week naar het etgroen gebracht hebben'', zegt het knechtje, dat op den boer toekomt. fWordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9