l^5
"rcdÈöil
LMMKT
De Indische Begrooting
afgehandeld
PONDERDAG 18 FEBRUARI 1937
Tweede Kamer
Onderwijs, Volksgezondheid,
Economische Zaken
Oorlog en Marine
z.lu. aangenomen
Vergadering van 17 Februari 1937
Overzicht
De Indische begrooting voor 1937 is afge
handeld; alle hoofdstukken er van zijn
z.h.s. goedgekeurd. Alleen de communisten
onthielden hun instemming.
Oorlog en Marine gaven ditmaal noch bij
poe., noch bij vrijz. dem. stof tot verzet
Wel sprak de heer Cramer over „redelijke
grenzen", maar dat „redelijke" wordt be
paald door de omstandigheden. Men moet
die dus eerst kennen, eer het probleem der
redelijkheid in redelijkheid is op te lossen.
De communist Effendi hield er bij de
defensie een vrij dwaze redeneering op na
ln de weermacht stelt hij geen vertrouwen,
zoolang geen volksbewapening heeft plaats
gohao. De inheemsche bevolking zoo orakel
de hij verder, zal zich tegenover een eventu
eel en buitenlandschen vijand niet druk
waken.
Dan is zij op den verkeerden weg, merkte
minister Colijn hem op. Want dte buiten-
landsche vijand kon wel eens een macht
zijn waarmee zb' veel slechter ai is dan met
ons.
M.a.w., dat kon Japan wel eens zijn, het
land, dat op 's heeren Effendi's sympathie
niet kan bogen, als zijnde door hem gerang
schikt onder de fascistische landen, waar
tegen de communisten zich met man en
macht zouden willen verzetten!
Politieke verblindheid kan den mensch
soms parten spelen.
Dat ondervond ook ln zekeren zin de heer
Cramer, die per amendement probeerde den
in de wet vastgelegden accijns voor aard
olie te verhoogen. Deze poging was nog te
bespottelijker, omdi t de aardolie-maatschap
piien ten gevolge van overleg meer betalen
dan ze krachtens de Indische ordonnantie
zouden behoeven te betalen. Ze kunnen vol
staan met 60 cent ner eenheid en betalen
een gulden. Het is dus maar beter de be
staande regeling te laten voor wat zij is.
Voor 't overige meenen we naar het ver
slag te mogen verwijzen.
Het debat was weinig intensief, al gaf
Onderwijs wel eenige aardige momenten.
De beperking in het spreken leidde er toe
'dat zij het on een niet te vroeg uur de
heele begrooting kon worden afgedaan en
de dreigende avondvergadering achterwege
bleef.
Verslag
Voortgrezet wordt de behandeling der ïndl-
Bche begrooting.
Aan de orde is het wetsontwerp betreffend»
het departement van
Onderwijs en Eeredienst
De heer BOETZELAER VAM DUBBELDAM
rtc.h.) acht voorzichtigheid t.a.v. de kosten van
het onderwijs noodig.
Door de overdracht van een deel der zorgen
voor het onderwijs aan de plaatselijke ge
meenschappen wordt er meer met plaatselijke
belangen rekening gehouden. Veelal wordt- aan
de volksschool het doel toegekend, het analfa
betisme te helpen bestrijden. Betwijfeld wordt
of dit wel juist is. Pi
i bijgebracht, en de dorpsscholen moeten
i opvoendende kracht voor de
dessa-bevolking.
De heer v. Boetzelaer acht het een zegen
voor de Protestantsche kerk dat de administra
tieve scheiding tusschen den staat en de Prot.
Indische kerk is tot stand gekomen.
De heer IC. TER DAAN (s.d.) acht voor het
Europeesch-inlandsch onderwijs de aanbevolen
bezinning niet noodig. Daar is geducht afge
broken en moet worden herbouwd.
Er js een tekort aan Europeesch personeel.
Over het geheel zijn de onderwijzers meer
dan de andere ambtenaren door de salariskor
ting getroffen. Hun tijdelijke aohterstelling
ïnoet geen blijvende worden.
De heer v. KEMPEN (11b.) noemt het onder
Wijs niet zoo slecht als de heer Ter Laan be-
Jweg. Het aantal
scholen is maar weinig xoegenomen. het aantal
leerlingen echter met 300.000. Niet overal ech
ter voelt de bevolking voor onderwijs, waar dit
wel het geval is. krijgt zij het.
De heer EFFENDI (comm.) betoogt dat het
analfabetisme nog groot is en dat gebrek aan
geld bü de ïnlandsche bevolking oorzaak is
van het niet bezoeken der school.
De heer MOLLER (r.k.) verheugt zich, dat
het volksonderwijs in stand is gehouden, zelfs
werd uitgebreid, terwijl het ook nog op ie
nderwifs worden uitgebreid b.v. door o
van standaardscholen.
Er kan meer gebruik gemaakt worden van
ïnlandsche onderwijskrachten.
Voor de missie op Nieuw Guinea werd ten
slotte meer vrijheid bepleit.
Minister COLIJN wees er op. dat voor en
kele jaren de onderwijsvoorziening in IndiS
zoo was. dat ze dreigde los te slaan van haar
flnancieele ankers.
Er was b.v. omstreeks 1928 geen geld
nood. maar het was onmogelijk den ont
zaglijken uitbouw te betalen. De bedacht
zaamheid is ten slotte teruggekeerd
Kadeel heeft dat niet gebracht. Men vreesde
daarvoor bv. bü 't Hooger Onderwijs. Gevreesd
werd, dat velen in Japan zouden gaan studee-
ren Maar daar studeeren 25 A 26 Indisohe Jbn-
Japansch li
middelbaar onderwijl.
Het volksonderwijs is ondanks de crisis nog
uitgebreid. Het personeel verdient lof voor da
betoonde inspanning.
De Hollandsch-lnlandsche scholen hebben eer.
tijdlang tienmaal zooveel leerlingen afgeleverd
als door de maatschappij kon worden op
genomen. Daarin school een gevaar en ook om
die reden is het gelukkig dat versobering
moest Intreden.
De richting voor de toekomst zal zijn
het bevorderen van volksonderwijs, dat
zooveel mogelijk moet worden aangepast
aan de locale sfeer en de dagelUksche be-z
hoeften der bevolking. Doel moet niet
zijn het aanbrengen van westersche ken
nis, maar de school moet middel zijn ora
het eigen cultuurleven te sterken.
Gezorgd moet, dat de intellectueele boven
laag niet los komt te staan van de millloenen-
massa. Ook;
en worden gegeven. Hier
sal de onderwijzer de voorlichter van den een-
Loudlgen tali moeten zijn.
Het onderwUspeil heeft, ondanks de bezuinl-
Het is noodig om meer inlandsche onderwijs
krachten bij het onderwijs te betrekken.
Overdracht van deeleu van het onderwijs aan
zelfstandige rechtsgemeenschappen, heeft do
sympathie van den minister, omdat daardoor
het onderwijs te beter zal gaan aanpasen aan
de locale behoeften, beter dan bij oen centrall-
seerend systeem mogelijk
de
kuni
isatle ln
een handomdraaien, maar slechts geleidelijk ln
den ouden rang worden hersteld. Ze moeten de
voorkeur hebben. De Indische Regeering alleen
is hier bevoegd.
De scheiding tusschen staat en kerk is ad
ministratief geslaagd, financieel zal de afwik
keling nog wel even duren.
Art 177 Is eigelök een dood artikel. De
tijd voor intrekking is aangebroken. Maar
er zal dan Iets anders voor in de plaats
moeten komen. Wat dat andere ls, is niet
zoo gemakkelijk te zeggen. Er moeten
geen moeilijkheden ontstaan. Geen vecht
partijen b.v. als zich hebben voorgedaan
op N. Guinea tusschen goeroe's van zen-
dtng en missie. Het beste zou zfln als
belden elkaar uit den weg gingen. Er is
nog volop ruimte en werk, zonder dat
men elkaar behoeft te hinderen. Laten
zending en missie het met elkaar eens
zien te worden.
Het hoofdstuk wordt z.h.s. goedgekeurd.
Volksgezondheid
De MINISTER wjjst er op. dat het overdra
gen van overheldsinrichtingen aan zending of
missie kan beteekenen, dat de bevolking
zijn reeds weer gekomen op het peil van voor
de afvloeiing. Er zijn thans 20 t.b.c.-artsen (te
gen een paar Jaar geleden vier) en 3 sanatoria,
terwijl het vierde in aanbouw is. Laten de
middelen het toe, dan gaan we verder.
Het hoofdstuk wordt goedgekeurd.
Economische Zaken
De heer TEULINGS (r.k.) ontwikkelt bezwa
ren tegen den steun aan.de koffie door middel
van contingenteerlng. De kleine en midden
zaken in het brandersbedrijf hier te lande heb
ben daardoor belangrijke verliezen geleden. De
prijs van de koffie is nu hoog en die branders
zitten met hun verliezen. Gevraagd wordt dezo
iscliei
De heer EFFENDI (comm.) oefent crltiek o
de rijstpolitiek van de Regeering.
De MINISTER weet geen weg met een ant
woord aan den heer Teulings. Hij sprak over i
Nederland verleenden steun aan de koffieeul
tuur. De vorm van steun beviel hem niet. maa
met zijn klacht moet hö niet bU den ministe
van Koloniën zijn. De minister is echter berel
zijn betrokken collega's nog eens de klaèht on
der de aandacht Ie brengen.
t hoofdstuk wordt goedgekeurd.
Verkeer en Waterstaat
De heer CRAMER (s.d.) bespreekt den cjins
tn de ruwe olie. die in 's Rllks kas een bedrag
in f 3i,t mlllioen brengt. De heffing van f 1
per kllogramton is to weinig. Deze ciins ware
bü ordonnantie of wet te geschieden.
De MINISTER is stom van verbazing over de
gehooide betoogen.
-ee jaar geleden zaten we in moeite. Men
e één maatschappij toen aan een büzondero
heffing onderwerpen. De minister heeft dat
UB! Hie van jaren
ilddeld aan cüns ls betaald. Dat bleek f 1
per kllogramton te zün. De maatschappijen ver
klaarden zich, hoewel niet verplicht, bereid dien
gulden te betalen. Dat bedrag te gaan ver
anderen gaat niet aan en zal niet gebeuren
:oolang de minister hier zit.. Het amende-
nent is voorts een slag ln de lucht. De Hlin-
vet regelt den accijns en dit amendement gaat
ir rechtstreeks tegen ln.
„Ik ben er paf van", besloot de minister, dat
EERSTE KAMER
Zeeuwsch-Vlaamsche
Tramwegmaatschappijen
Contingente eringen
mindering
wegens rentelooze voorschotten aan
schrVlaamsche TramwegmaatschappU
Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Mi],
de heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BERG (N.S.B.) de
Hij herinnerde
tl
ovinoie 8 ton krijt-gescholde
krijgt. Op de bedrijfsvoering werd crltiek ge-
op grooten voet geleefd, ook toen
ids groote verliezen opleverden,
retsontwerp zal slechts worden ge
stemd, mits de directeur wordt ontslagen, idem
de vertegenwoordigers van Ged. Staten in het
college
de maatschappüen door den cüns
afkoi
be-
De MINISTER (met de hand op tafel slaan
de): Jïü betalen belasting en komen van geen
nkele verplichting af.
De heer CRAMER trekt zün motie In van
wege den. vorm.
De MINISTER merkt op. dat als men precies
de wet wil handhaven en van dezen vrüwillig
•hoogden cüns af wil. hli dat wil bevorderen,
maatschappüen betalen dan 60 cent en zul
len dat wel liever doen dan de f 1 van nu
betalen.
Het hoofdstuk wordt goedgekeurd.
Oorlog en Marine
HU kon zich in het algemeen met het beleid
sreenlgen. Gevraagd werd of het met den
idlovelligheidsdlenst aan de kuststations en
de alarm-inrichting aan boord van de schepen,
el heelemaal in orde ls. De omstandigheden
aaronder de v. d. WUck is vergaan, deden
sze vraag opkomen. Aan boord van twee sche-
m ln de buurt van het ten onder gegane schip
erkte de alarminrichting niet
De heer CRAMER (s.d.) zal zün stem aan
ïze begrootingen niet onthouden. Maar de uit-
ïven moeten binnen het redelüke bliiven. Ge
raagd werd een schema voor de versterking
in Indië en de daarmee gepaard gaande kosten.
De heer v. BOETZELAER (c.h.) wees op do
noodzaak, dat bü leger en marine het zedelijk
;il wordt verhoogd.
De heer EFFENDI (comm.) stelt ln do
genwoordlge weermacht geen vertrouwen. Het
Sik zelf moet bewapend worden om zich te
verdedigen.
De heer SCHAEPMAN (r.k.) zegt den heer
Effendi. dat Indiö niet minde-r dan tegen het
fascisme, verdedigd moet worden tegen het
^De"1 MINISTER merkt den heer Effendi op,
dat Ingeval van een buitenlandsche
inlandsche bevolking tot
drijf onder volledige controle
komt.
Do heer MOLTMAKER (S.D.) constateert, dat
ize Regccring aan dit govai volkomen on-
sohuldig is.
Verder bespreekt hij uitvoerig het nut van
jncentrabie vain tramwegen. Gelderland en Bra-
ant leveren daarvan het oewijs. In Z.-Vlaan-
;ren is ook één tramweg voldoende; nu wer-
jrdedigen niet
0„bevolking miskent haar
ligen belangen. Ze zou onder een ander be
vind er veel slechter aan toe raken.
Niets staat inheemschen in den weg om
hoogere functies in het leger te bereiken. Het
kan ln het burgerlük bi
:ht. Mai
hoogere functli
de
>ok ln de
sche militie ls voor IndiS een
ïoeilüke kwestie. Een beroepsleger zal er
aast toch altüd noodig blüven.
Gebleken ls. dat een alarmtoestel aan boord
an een ln de buurt van de v. d. WU.ok varend
chip niet in orde was. Er wordt thans een
nderzoek ingesteld naar de betrouwbaarheid
„ezer toestellen aan .boord van schepen.. Mocht
het blükcn, dat ze voldoende betrouwbaar zün.
dan zouden de meerdere kosten moeten worden
invaard voor de uitrusting van schepen er
ee, ook die. waar ze nu niet zün.
Het hoofdstuk wordt z.h.st. goedgekenrd.
veneens de overige hoofdstukken en een aan
vulling van de Surinaamsche begrooting voor
het jaar 1935.
Te half zeven wordt de vergadering ver-
Verboden vischzone in hei
IJsselmeer
Vragen van den heer Van der Zaal
Door den heer Van der Zaal zijn aan de
Ministers van Waterstaat en van Landbouw
de volgende vragen gesteld:
le. Is het juist, dat de verboden visch
zone vanuit den oostwal van het IJsselmeer
van 3 tot 8 of in werkelijkheid tot 22 K.M.
gebracht is?
2e. Zoo dit luist is, brengt deze maatregel
dan niet het bezwaar met zich, dat de vis-
schens aan den oostwal niet meer in staat
zullen zijn om des avonds na 5 uur op aas
te visschen voor het hoekwant?
3e. Achten de Ministers niet het gevaar
aanwezig, dat bij het inperken der visch-
gronden het gedeelte van het IJsselmeer,
dat voor bevissching overblijft, zoo klein
zal worden, dat niet alle visschers hun brood
zullen kunnen verdienen?
4e. Indien vraag 3 bevestigend beantwoord
wordt, welke tegemoetkoming zullen dan de
IJsselmeervisschers ingevolge de Zuiderzee-
steunwet ontvangen om in het levensonder
houd van het gezin te kunnen voorzien?
in hai
één vervoensappa-
Het onderzoek over de bedrijfsvoering heeft
en vernietigend resultaat opgeleverd. De hui
dige leiding is onhoudbaar. Onderhandelingen
over een uitkeering aan het personeel zün gaan
de; de minister zorge voor positieve resultaten.
Reeds Jaren geledien is in de Staten van
Zee.land over deze misstanden gesproken.
Toen ze laatstelijk aan de orde waren,
ontbraken de beide N.S.B.-Statenleden,
hoewel ze de presentielijst w«l getèekend
hadden.
rissen
sofdambtenaren en bestuurders. Het personet
as er echter slecht aan toe.
Gevraagd werd of na de voorgestelde sanee
ring voor het ontslagen personeel iets zi
worden gedaan.
De MINISTER VAN "WATERSTAAT
zegt, dat de heer De Marchant een beeld
schetste van toestanden in 1929! HU is dus
8 Jaar ten achter. Zijn vragen zün voorts
in de stukken reeds beantwoord.
De toestanden zün na 1929 reeds sterk
veranderd.
Br is hier sprako van „rentelooze voorschot
ten". Die uitdrukking is altijd iets misleidend;
reëel beteekent ze, dat men het geld geeft.
Het betrokken bedrijf maakte een tweede cri
sis -door. De tegenwoordige directeur had er,
eerste crisis, een bloeiend badrü' van j
aakt, dat echter ten slotte heeft gedeeld
;t lot van alle tramwegma&tschappüen. Hier
nie'. onkunde de oorzaak der misère.
De minister kan niet bevorderen, dat de dl-
«teur wordt ontslagen. De commisearissei
orden op de voorgeschreven wijze gekozen,
aarin kan de minister niet ingrijpen.
Een nieuwe concessie is er nog niet. Die i(
'hankelük van de fusie. Met redelüke wen
ihen der Regeering zal moeten worden gere
md; anders zal de kwijtschelding niet door-
De fusie zal niet gemakkelük zijn. Er zijn
onderhandelingen gaande. Daarom is het beter,
dat de minister zich niet eerder uitspreekt, al
arkent hü gaarne, dat de toestand in Z.-Vlaan
deren zeer onbevredigend te. Hij vertrouwt in-
tusschen, dat ten slotte overeenstemming zal
worden verkregen.
Voor het verkrijgen van een schade
loosstelling voor 't ontslagen personeel is
op 's ministers initiatief gezorgd. Een deel
der kosten zal door den Staat woTden
gedragen. De provincie wil ook een deel
dragen, mits de fusie tot stand komt.
Het wetsontwerp wordt z. h. s. g o e d-
gekeurd. De N.S.B. was tégen.
De verschillende contlngentéeringen worden
daarna alle z. h. s. aangenomen.
Te half 10 wordt de vergadering gesloten.
Officieele Berichten
LEGER EN VLÖOT
Pro-Rege
Bestuurs- en adresveranderingen
Het Maandblad deelt mee: de heer J. van
Rooyen. secretaris vain het Provinciaal Ver
band Zuid-HoMand, van Weigeldaplein 144
naar Coperaicuslaan 197, Den Haag.
De heer G. Lenderink, penningmeester
van het Provinciaal Verband Zuid-Holland,
van Frederik Ruysst-raat 48 naar Anton d«
Haenstiraat 82, Den Haag.
De jaarvergadering wordlt D.V. gehouden
6 Maart in het Ghr. Tehuis voor Militairen,
Keizerstraat 3, Bredia. Aanvang nam. 3.30 u.
Op deze vergadering wordlen ook ver
wacht de jongiens, die binnenkort de mili
taire dienst gaan verlaten.
MIJNHARDT'S
laxeer
tabletten
werken zacht en zeker^
DOOS 60CT
(Adv.)
^KPT'5
Voorkom GRIEP
Dagelijks wordt ook Gij ermee besmet.
Voorkom verdere narigheid. Bestrijdt
eiken avond het dreigend gevaar i
neem'n "AKKERTJE"
CA du. J
De gebroken steiger in het in aanbouw
zijnde „Bosbad" in Den Haag. Bij dit
ongeval werd een der arbeiders gedood
en vijf ernstig gewond.
DE LEENINGSPOLITIEK
VAN HET RIJK
Geen kunstmatige druk
op de rentevoet
De bestaansmogelijkheid
der Rijksfondsen
In eventueele tekorten zal op
andere wijze worden voorzien
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer op het Voorloopig Verslag
van de Eerste Kamer over de begrooting
1937 van het departement van Financiën
geeft Minister Oud een uitvoerige uit
eenzetting van de leeningspolitiek van
het Rijk en de Rijksfondsen. Naar de
Minister mededeelt is van een kunst
matige druk op de rentevoet geen
sprake geweest De uitgifte van de
jongste Staatsleening is geschied over
eenkomstig de open markt-condities
die ten dage van de uitgifte waren te
bedingen.
De Minister acht Het niet Juist de belan
gen van enkele rijksfondsen te stellen te
genover het algemeen rijksbelang. Evenzeer
aoht hij het onjuist de terugbrenging
de staatsschuld naar lager rentepeil in ver
band te brengen met de bestaansmogelijk
heid van die instellingen. Zouden er door
die vermindering der rentabiliteit der fonds
beleggingen tekorten in de fondsen ont
staan, dan zal daarin eventueel
op andere wijze zijn te voorzien,
maar nimmer mag dit een reden
zijn de daling van den rente
voet op de open markt bij de be
legging der fondsgelden niet
te volgen.
De fondsen zijn zeker niet ingesteld om
een beleggingspolitiek te volgen, die tracht
de rentabiliteit van de beleggingen zoo hoog
mogelijk te houden. Wel houdt het scheppen
van afzonderlijke organen voor het beleggen
der fondsgelden verband met den wensch
een onjuist gebruik van die gelden door de
regeering te voorkomen, maar bij de uitgif
ten van staatsleeningen is van misbruik
van de fondsgelden met het doel kunstmatig
een lageren rentevoet te forceeren geen
sprake geweest. Het succes van de jongste
3 staatsleening vormt daar te allen over
vloede wel het doorslaand bewijs voor.
Dit vooropstellende, kan de Minister met
waardeering toestemmen, dat in de achter
liggende jaren de fondsbesturen bij herha
ling hebben blijk gegeven een open oog te
hebben voor de rijksbelangen, welke vóór
alles met een gezond staatscrediet worden
gediend, een omstandigheid, waarin die be
langen met de fondsbelangen volkomen
parallel loopen. Een tegenstelling tusschen
de gevoerde leeningpolitiek en het belang
der rijksfondsen mag paar de overtuiging
van den Minister niet worden gemaakt.
Het ontslag van den thesaurier-generaal
Wat betreft het ontslag van den thesau-
VRIJDAG 19 FEBRUARI
HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 10.00
VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00
VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40
VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Grara.pl. 10.00
Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40
Orgelspel. 11.00 Vervolg declamatie. 11.30
Gram.pl. 12.00 Cantabilé-orkest, en orgel
spel. 2.00 Declamatie en muziek. 4.05
Gram.pl. 4.30 Voor kinderen. 5.00 „Les
Ménétriers". 6.00 Orgel en zapg. 6.30 Po
litiek radiojournaal. 6.50 Zang. 7.00 Mul-
tatuld-herdenking. 7.20 Gram.pl. 7.30 Be
richten V.G.P. 7.35 „Lezen in de Bijbel",
causerie. 8.00 Zanig en piano. 8.30 Lite
raire causerie. 9.00 „De Bohemians". 9.45
„Uit het leven van Ziegfeld". 10.30 Be
richten ANP. 10.40 Avondwijding. 11.00
Jazzmuziek (gr.pl.). 11.3012.00 Gram.pl»
HILVERSUM II 301 M. Algem. programma,
verzorgd door den KRO. 8.009.15 en
10.00 Gram.pl. 11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten. 12.15 Gram.pL 12.40 Mo
dern Klein Orkest (van 1.001.20 Gr.pl.)*l
1.45 Gram.pl. 2.10 Orgelconcert. 3.00 KRO-
Kamerorkest. 3.454.00 Gram.pL 4.05
KRO-Orkest en gram.pl. 6.00 Land- en
tuinbouwcauserie. 6.20 Dc KRO-Melodis-
ten. en solist. 7.00 Berichten. 7.15 Medi
sche causerie. 7.35 Bedrijfsreportage. 8.10
Berichten ANP. 8.20 KRO-Melodisten ed
solist. 9.00 „15 minuten in Zwitserland"» I
9.15 KRO-Symphonie-orkest en soliste.
10.00 Gram.pL 10.15 Pianorecital. 10.30
Berichten ANP. 10.40 John Kristel en zija
orkest. 11.30—12.00 Gram.pl.
DROITWICH 1500 M. 11.40 Pianosoli. 12.10
Orgelconcert. 1.35 Strijkkwartet. 4.20 BBd
orkest. 5.35 Mandoline-orkest. 6.45 BBC-»
Zangers, 7.40 BBC-Orkest en solist 8.20
Revue-programma. 0.40 Causerie over de
aardbeving van San Francisco in 1906,
10.00 Symphonie-orkest mmv solisten.
RADIO PARIS 1648 M. 1.35 Zang. 4.!
Kwartet. 6.05 Cellorecital. 8.20 Pianovoor-
dracht. 9.05 Zang. 11.20 Orkestconcert.
KEULEN 456 M. 5.50 Militair concert. 7.
Amusementsorkest. 11.20 Kamerorkest
1.35 Gevar. concert. 3.20 Concert. 5.26
Philh. Orkest en solisten. 7.30 Voor sol
daten (militair orkest, solisten en spre
kers). 10.30 Amusementsorkest
BRUSSEL 322 en 484 31. 322 M.t 12.50 Klein-
orkest. 1.30 Salonorkest 7.20 VioolrecitaL
8.20 Kleinorkest. 10.00 Kleinorkest.
484 M.: 12.40 Zang. 12.50 Salonorkest 1.30'
Kleinorkest 5.20 Accordeonmuziek. 6.50
Pianorecital. 7.35 Zang. 8.20 Symphonie-
orkest en soliste.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 Ka
merorkest en solisten. 10.20 Amusements
orkest.
Levensverzekering-Maatschappij
CONFIDENTIA NV
Catharijnesingel 48 UTRECHT
KAPITAAL- en VOLKSVERZEKERING
LIJFEENTEN
Actieve Vertegenwoordigers gevraagd.
(Adv.)
rier-generaal deelt de Minister ihet volgende!
mede:
Aan de regeering was noch voordat da
vroegere thesaurier-generaal in rijksdienst
trad, noch bij zijn benoeming in het ambil
van thesaurier-generaal iets bekend van de.
feiten waarvan de Minister van Justitie in'
de vergadering van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal van 24 November 1938i
voorlezing heeft gedaan.
De regeering kan geen gevolg geven aan
den wensch om aan de handelingen vanj
het egalisatiefonds eenige openbaarheid to
geven door op gezette tijden een verslag taj
doen verschijnen omtrent de verplichte
transacties. Geheimhouding dezer trans-j
acties welke geheel in overeenstemming 13
met de ten deze in het buitenland gehuldigde^
practijk, is destijds door de Staten-Generaal;
aanvaard.
Wat de zaak Vrijman betreft, onder ver-;
wijzing naar de inlichtingen die een en!
ander maal aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal verstrekt zijn moge de;
Minister mededeelen, dat op de in die in-'
lichtingen vermelde gronden voor hem geen
vrijheid bestaat alsnog een eervol ontslag
te bevorderen.
Veta-tAAt. uit
"'tHollandscwe
Boebcnlgvgn
(14
Zoo erg is het dus. Ze ziet geen uitkomst, geen middel om
haar man te helpen. Zij voelt er zich te zwak voor ook, om
hem in deze zware tijd tot steun te zijn. Ze denkt aan thuis.
Vader, moeder, ze hebben het zelf niet royaal. Het boeren
bedrijf ligt onder een zware druk. En nu stijgt dat gevoel van
eenzaamheid weer in haar op; met al haar kracht moet ze
een snik onderdrukken. .En in een diep, mateloos verlangen,
waartegen zij weerloos is. denkt zij aan thuis terug. Eén dag,
één uur nog eens te leven in de stille teederheid van haar
jonge-meisjesjaren. Het kan niet meer. Ze heeft nu haar
man, haar kinderen. Die moet zij nu, meer dan ooit, verwar
men, koesteren met haar liefde. Maar als je zelf zoo zwak
bent'? „O God!" zucht ze, „laat me sterk zijn".
Een paar dagen later komt het antwoord. Het adres is
geschreven met de hoekige scherpe letters van alle Bruinings.
Bij het koffiedrinken vindt Piet de brief. Hij scheurt hem
open en leest. Neeltje en Gijs kijken hem aan. Zijn lippen
;worden smal en wit» Dan frommelt hij het palier is .elkaar
en werpt het In het fornuis op de deel, waar het met één
enkele, groote vlam verbrandt.
„Je moet vanavond op de woning blijven", zegt Piet dien
avond tegen Gijs, als hij bemerkt dat deze zich wil gaan
verkleeden.
„Waarom?" vraagt Gijs onwillig. „Had je dat niet eerder
kunnen zeggen?"
„Nee. Ik moet zelf weg.**
Gijs weet dat Piet de vrouwen liever niet 's avonds alleen
achterlaat. Maar hij wil nu niet binnen blijven; het is zijn
vrije avond die hij elke week heeft. Piet weet dat.
„Ik ga ook weg", zegt hij beslist.
„Je blijft hier." De boer wordt kwaad. Hij kan de laatste
dagen geen tegenspraak velen. De drift trekt het bloed uit
zijn gelaat. Zijn oogen zijn vlammen.
Maar ook Gijs' oogen vonken. „Ik zal weggaan als ik
wil. Als ik ergens knecht ben krijg ik ook een vrije avond en
dan verdien ik nog een weekloon er bij." Hij zegt het scherp.
Nog nooit heeft hij met zijn broer over loon gesproken. Hij
ziet hoe zijn woorden den ander snijden, en een valsche
sarrende lach is er in zijn hart.
Elke week gaat hij uit, en zijn broer heeft nooit gevraagd
waar hij heen gaat. Nu zegt hij: „Je gaat veel te veel van
de woning. En als je loon wilt hebben, zoek je maar een
boer. Daar kun je dan leeren wat werken is.'' Ook zijn
woorden zijn scherp en snijdend.
Gijs wordt rood. „Werk ik niet naar je zin?" vraagt hij.
Zijn mond beeft. Het gaat niet meer om de vrije avond; hij
voelt zich in zijn eer, zijn toewijding aangetast.
Zijn broer haalt schamper de schouders op.
»,Werk ik niet goed?" vraagt hij nog eens. „Zeg het dan,
zeg hei 4»*" bitst hij aan,
Maar de ander zegt niets en wil zich afkeeren. Gijs houdt
echter aan: „Als mijn werk niet deugt moet je 't zeggen.
Maar je kunt het niet." Nu breekt bij Gijs een bitterheid,
een lang opgekropt gevoel van miskenning zich baan.
„Maar waarom werk ik? Wat krijg ik er voor? Geen cent,
geen dank-ie. Mijn zakgeld moet ik nog van je vrouw
vragen."
Piet laat heel de klacht van zijn broer over zich heen
gaan. Schijnbaar kalm, maar inwendig woestdriftig, luis
tert hij.
„In de eerste jaren kreeg ik nog wel eens wat," gaat Gijs
voort; „maar de laatste jaren zie ik nooit meer iets. Ik heb
er nog nooit gm gevraagd, omdat ik weet dat je het niet
betalen kunt. Maar dank-ie-zeggen kost geen cent, en dat
doe je ook niet."
Piet hoort hem aan; zijn gelaat is onbewogen, al kerven
de woorden van zijn broer in zijn ziel. Hij wil er echter niets
van laten blijken. Onverschillig schijnbaar hoort hij de ver
wijten aan.
„Jij bent vanavond vrij. Je hoeft niet te blijven," zegt hij
ijzig-kalm, als de ander uitgesproken is. Hij draait zich om
en laat zijn broer staan.
Gijs is de heele dag al prikkelbaar geweest. Voortdurend
had hij een tegenzin in zich voelen knagen voor de komende
avond. En wel schoot hem bij Piets woorden de gedachte
door het hoofd dat hij nu een reden had om niet naar Katrien
te gaan, maar hij bedankte voor bevelen. Hij was geen kleine
jongen meer, en liet zich niet meer als wrijfpaal voor de
booze buien van zijn broer gebruiken. Die kon maar niet
alles met hem doen wat .hij wilde.
Gijs gaat zich verkleeden. Als hij In zijn tusschen-beiden-
pak terug komt haalt hij zijn fiets uit de schuur en rijdt de
laan af. Op de landweg slaat hij echter een andere hoek oi
dan gewoonlijk. Katrien zal hem tevergeefs wachten.
Het schijnt een noodlot te zijn op „Nooit volmaakt", dat'
de bewoners ieder hun eigen leven leven, ver en ongezien
van de anderen, al zijn zij in elkanders nabijheid. Wat zijj
van elkaar kennen is het uiterlijke; het innerlijke, eigenst^(
leven verbergen zij achter een masker van dagelijksche geji
woonten en weinig beduidende woorden waarin hun gene-i
genheid voor elkander soms schuw naar buiten treedt, maafg
waardoor toch nooit de zachte melodie van hun intiemst levea1
zingt. t
Dat Gijs een meisje heeft, weten zijn broer en diens vrou\«
niet; hij vertelt hun niet waar hij heengaat. Altijd is hij een1
gesloten jongen geweest, die verborgen houdt wat er in hert*
omgaat, een echte Bruining, al mist hij het doortastende^
voortvarende van zijn broer. Hij heeft lange jaren opt
„Nooit volmaakt" afgesloten van de wereld geleefd. Kame-j
raden had hij niet; vroeger bij zijn vader thuis had hij zCc
trouwens ook niet. t
Dat zijn lewn eentonig was, deerde hem niet; het werl^
op de boerderij bood hem afwisseling genoeg. Nu en dan*
ging hij met zijn broer naar de markt, en behoefte aan om
gang met anderen had hij niet. Hij verstilde. Heele avondei^
kon hij op de bank voor het huis zwijgend zijn pijp zittel
rooken of de krant lezen. En 's winters was hij als een huis
bakken jongejuffrouw niet van de kachel te jagen.
(Wordt vervolgd)