l^5 "rcdÈöil LMMKT De Indische Begrooting afgehandeld PONDERDAG 18 FEBRUARI 1937 Tweede Kamer Onderwijs, Volksgezondheid, Economische Zaken Oorlog en Marine z.lu. aangenomen Vergadering van 17 Februari 1937 Overzicht De Indische begrooting voor 1937 is afge handeld; alle hoofdstukken er van zijn z.h.s. goedgekeurd. Alleen de communisten onthielden hun instemming. Oorlog en Marine gaven ditmaal noch bij poe., noch bij vrijz. dem. stof tot verzet Wel sprak de heer Cramer over „redelijke grenzen", maar dat „redelijke" wordt be paald door de omstandigheden. Men moet die dus eerst kennen, eer het probleem der redelijkheid in redelijkheid is op te lossen. De communist Effendi hield er bij de defensie een vrij dwaze redeneering op na ln de weermacht stelt hij geen vertrouwen, zoolang geen volksbewapening heeft plaats gohao. De inheemsche bevolking zoo orakel de hij verder, zal zich tegenover een eventu eel en buitenlandschen vijand niet druk waken. Dan is zij op den verkeerden weg, merkte minister Colijn hem op. Want dte buiten- landsche vijand kon wel eens een macht zijn waarmee zb' veel slechter ai is dan met ons. M.a.w., dat kon Japan wel eens zijn, het land, dat op 's heeren Effendi's sympathie niet kan bogen, als zijnde door hem gerang schikt onder de fascistische landen, waar tegen de communisten zich met man en macht zouden willen verzetten! Politieke verblindheid kan den mensch soms parten spelen. Dat ondervond ook ln zekeren zin de heer Cramer, die per amendement probeerde den in de wet vastgelegden accijns voor aard olie te verhoogen. Deze poging was nog te bespottelijker, omdi t de aardolie-maatschap piien ten gevolge van overleg meer betalen dan ze krachtens de Indische ordonnantie zouden behoeven te betalen. Ze kunnen vol staan met 60 cent ner eenheid en betalen een gulden. Het is dus maar beter de be staande regeling te laten voor wat zij is. Voor 't overige meenen we naar het ver slag te mogen verwijzen. Het debat was weinig intensief, al gaf Onderwijs wel eenige aardige momenten. De beperking in het spreken leidde er toe 'dat zij het on een niet te vroeg uur de heele begrooting kon worden afgedaan en de dreigende avondvergadering achterwege bleef. Verslag Voortgrezet wordt de behandeling der ïndl- Bche begrooting. Aan de orde is het wetsontwerp betreffend» het departement van Onderwijs en Eeredienst De heer BOETZELAER VAM DUBBELDAM rtc.h.) acht voorzichtigheid t.a.v. de kosten van het onderwijs noodig. Door de overdracht van een deel der zorgen voor het onderwijs aan de plaatselijke ge meenschappen wordt er meer met plaatselijke belangen rekening gehouden. Veelal wordt- aan de volksschool het doel toegekend, het analfa betisme te helpen bestrijden. Betwijfeld wordt of dit wel juist is. Pi i bijgebracht, en de dorpsscholen moeten i opvoendende kracht voor de dessa-bevolking. De heer v. Boetzelaer acht het een zegen voor de Protestantsche kerk dat de administra tieve scheiding tusschen den staat en de Prot. Indische kerk is tot stand gekomen. De heer IC. TER DAAN (s.d.) acht voor het Europeesch-inlandsch onderwijs de aanbevolen bezinning niet noodig. Daar is geducht afge broken en moet worden herbouwd. Er js een tekort aan Europeesch personeel. Over het geheel zijn de onderwijzers meer dan de andere ambtenaren door de salariskor ting getroffen. Hun tijdelijke aohterstelling ïnoet geen blijvende worden. De heer v. KEMPEN (11b.) noemt het onder Wijs niet zoo slecht als de heer Ter Laan be- Jweg. Het aantal scholen is maar weinig xoegenomen. het aantal leerlingen echter met 300.000. Niet overal ech ter voelt de bevolking voor onderwijs, waar dit wel het geval is. krijgt zij het. De heer EFFENDI (comm.) betoogt dat het analfabetisme nog groot is en dat gebrek aan geld bü de ïnlandsche bevolking oorzaak is van het niet bezoeken der school. De heer MOLLER (r.k.) verheugt zich, dat het volksonderwijs in stand is gehouden, zelfs werd uitgebreid, terwijl het ook nog op ie nderwifs worden uitgebreid b.v. door o van standaardscholen. Er kan meer gebruik gemaakt worden van ïnlandsche onderwijskrachten. Voor de missie op Nieuw Guinea werd ten slotte meer vrijheid bepleit. Minister COLIJN wees er op. dat voor en kele jaren de onderwijsvoorziening in IndiS zoo was. dat ze dreigde los te slaan van haar flnancieele ankers. Er was b.v. omstreeks 1928 geen geld nood. maar het was onmogelijk den ont zaglijken uitbouw te betalen. De bedacht zaamheid is ten slotte teruggekeerd Kadeel heeft dat niet gebracht. Men vreesde daarvoor bv. bü 't Hooger Onderwijs. Gevreesd werd, dat velen in Japan zouden gaan studee- ren Maar daar studeeren 25 A 26 Indisohe Jbn- Japansch li middelbaar onderwijl. Het volksonderwijs is ondanks de crisis nog uitgebreid. Het personeel verdient lof voor da betoonde inspanning. De Hollandsch-lnlandsche scholen hebben eer. tijdlang tienmaal zooveel leerlingen afgeleverd als door de maatschappij kon worden op genomen. Daarin school een gevaar en ook om die reden is het gelukkig dat versobering moest Intreden. De richting voor de toekomst zal zijn het bevorderen van volksonderwijs, dat zooveel mogelijk moet worden aangepast aan de locale sfeer en de dagelUksche be-z hoeften der bevolking. Doel moet niet zijn het aanbrengen van westersche ken nis, maar de school moet middel zijn ora het eigen cultuurleven te sterken. Gezorgd moet, dat de intellectueele boven laag niet los komt te staan van de millloenen- massa. Ook; en worden gegeven. Hier sal de onderwijzer de voorlichter van den een- Loudlgen tali moeten zijn. Het onderwUspeil heeft, ondanks de bezuinl- Het is noodig om meer inlandsche onderwijs krachten bij het onderwijs te betrekken. Overdracht van deeleu van het onderwijs aan zelfstandige rechtsgemeenschappen, heeft do sympathie van den minister, omdat daardoor het onderwijs te beter zal gaan aanpasen aan de locale behoeften, beter dan bij oen centrall- seerend systeem mogelijk de kuni isatle ln een handomdraaien, maar slechts geleidelijk ln den ouden rang worden hersteld. Ze moeten de voorkeur hebben. De Indische Regeering alleen is hier bevoegd. De scheiding tusschen staat en kerk is ad ministratief geslaagd, financieel zal de afwik keling nog wel even duren. Art 177 Is eigelök een dood artikel. De tijd voor intrekking is aangebroken. Maar er zal dan Iets anders voor in de plaats moeten komen. Wat dat andere ls, is niet zoo gemakkelijk te zeggen. Er moeten geen moeilijkheden ontstaan. Geen vecht partijen b.v. als zich hebben voorgedaan op N. Guinea tusschen goeroe's van zen- dtng en missie. Het beste zou zfln als belden elkaar uit den weg gingen. Er is nog volop ruimte en werk, zonder dat men elkaar behoeft te hinderen. Laten zending en missie het met elkaar eens zien te worden. Het hoofdstuk wordt z.h.s. goedgekeurd. Volksgezondheid De MINISTER wjjst er op. dat het overdra gen van overheldsinrichtingen aan zending of missie kan beteekenen, dat de bevolking zijn reeds weer gekomen op het peil van voor de afvloeiing. Er zijn thans 20 t.b.c.-artsen (te gen een paar Jaar geleden vier) en 3 sanatoria, terwijl het vierde in aanbouw is. Laten de middelen het toe, dan gaan we verder. Het hoofdstuk wordt goedgekeurd. Economische Zaken De heer TEULINGS (r.k.) ontwikkelt bezwa ren tegen den steun aan.de koffie door middel van contingenteerlng. De kleine en midden zaken in het brandersbedrijf hier te lande heb ben daardoor belangrijke verliezen geleden. De prijs van de koffie is nu hoog en die branders zitten met hun verliezen. Gevraagd wordt dezo iscliei De heer EFFENDI (comm.) oefent crltiek o de rijstpolitiek van de Regeering. De MINISTER weet geen weg met een ant woord aan den heer Teulings. Hij sprak over i Nederland verleenden steun aan de koffieeul tuur. De vorm van steun beviel hem niet. maa met zijn klacht moet hö niet bU den ministe van Koloniën zijn. De minister is echter berel zijn betrokken collega's nog eens de klaèht on der de aandacht Ie brengen. t hoofdstuk wordt goedgekeurd. Verkeer en Waterstaat De heer CRAMER (s.d.) bespreekt den cjins tn de ruwe olie. die in 's Rllks kas een bedrag in f 3i,t mlllioen brengt. De heffing van f 1 per kllogramton is to weinig. Deze ciins ware bü ordonnantie of wet te geschieden. De MINISTER is stom van verbazing over de gehooide betoogen. -ee jaar geleden zaten we in moeite. Men e één maatschappij toen aan een büzondero heffing onderwerpen. De minister heeft dat UB! Hie van jaren ilddeld aan cüns ls betaald. Dat bleek f 1 per kllogramton te zün. De maatschappijen ver klaarden zich, hoewel niet verplicht, bereid dien gulden te betalen. Dat bedrag te gaan ver anderen gaat niet aan en zal niet gebeuren :oolang de minister hier zit.. Het amende- nent is voorts een slag ln de lucht. De Hlin- vet regelt den accijns en dit amendement gaat ir rechtstreeks tegen ln. „Ik ben er paf van", besloot de minister, dat EERSTE KAMER Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaatschappijen Contingente eringen mindering wegens rentelooze voorschotten aan schrVlaamsche TramwegmaatschappU Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Mi], de heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BERG (N.S.B.) de Hij herinnerde tl ovinoie 8 ton krijt-gescholde krijgt. Op de bedrijfsvoering werd crltiek ge- op grooten voet geleefd, ook toen ids groote verliezen opleverden, retsontwerp zal slechts worden ge stemd, mits de directeur wordt ontslagen, idem de vertegenwoordigers van Ged. Staten in het college de maatschappüen door den cüns afkoi be- De MINISTER (met de hand op tafel slaan de): Jïü betalen belasting en komen van geen nkele verplichting af. De heer CRAMER trekt zün motie In van wege den. vorm. De MINISTER merkt op. dat als men precies de wet wil handhaven en van dezen vrüwillig •hoogden cüns af wil. hli dat wil bevorderen, maatschappüen betalen dan 60 cent en zul len dat wel liever doen dan de f 1 van nu betalen. Het hoofdstuk wordt goedgekeurd. Oorlog en Marine HU kon zich in het algemeen met het beleid sreenlgen. Gevraagd werd of het met den idlovelligheidsdlenst aan de kuststations en de alarm-inrichting aan boord van de schepen, el heelemaal in orde ls. De omstandigheden aaronder de v. d. WUck is vergaan, deden sze vraag opkomen. Aan boord van twee sche- m ln de buurt van het ten onder gegane schip erkte de alarminrichting niet De heer CRAMER (s.d.) zal zün stem aan ïze begrootingen niet onthouden. Maar de uit- ïven moeten binnen het redelüke bliiven. Ge raagd werd een schema voor de versterking in Indië en de daarmee gepaard gaande kosten. De heer v. BOETZELAER (c.h.) wees op do noodzaak, dat bü leger en marine het zedelijk ;il wordt verhoogd. De heer EFFENDI (comm.) stelt ln do genwoordlge weermacht geen vertrouwen. Het Sik zelf moet bewapend worden om zich te verdedigen. De heer SCHAEPMAN (r.k.) zegt den heer Effendi. dat Indiö niet minde-r dan tegen het fascisme, verdedigd moet worden tegen het ^De"1 MINISTER merkt den heer Effendi op, dat Ingeval van een buitenlandsche inlandsche bevolking tot drijf onder volledige controle komt. Do heer MOLTMAKER (S.D.) constateert, dat ize Regccring aan dit govai volkomen on- sohuldig is. Verder bespreekt hij uitvoerig het nut van jncentrabie vain tramwegen. Gelderland en Bra- ant leveren daarvan het oewijs. In Z.-Vlaan- ;ren is ook één tramweg voldoende; nu wer- jrdedigen niet 0„bevolking miskent haar ligen belangen. Ze zou onder een ander be vind er veel slechter aan toe raken. Niets staat inheemschen in den weg om hoogere functies in het leger te bereiken. Het kan ln het burgerlük bi :ht. Mai hoogere functli de >ok ln de sche militie ls voor IndiS een ïoeilüke kwestie. Een beroepsleger zal er aast toch altüd noodig blüven. Gebleken ls. dat een alarmtoestel aan boord an een ln de buurt van de v. d. WU.ok varend chip niet in orde was. Er wordt thans een nderzoek ingesteld naar de betrouwbaarheid „ezer toestellen aan .boord van schepen.. Mocht het blükcn, dat ze voldoende betrouwbaar zün. dan zouden de meerdere kosten moeten worden invaard voor de uitrusting van schepen er ee, ook die. waar ze nu niet zün. Het hoofdstuk wordt z.h.st. goedgekenrd. veneens de overige hoofdstukken en een aan vulling van de Surinaamsche begrooting voor het jaar 1935. Te half zeven wordt de vergadering ver- Verboden vischzone in hei IJsselmeer Vragen van den heer Van der Zaal Door den heer Van der Zaal zijn aan de Ministers van Waterstaat en van Landbouw de volgende vragen gesteld: le. Is het juist, dat de verboden visch zone vanuit den oostwal van het IJsselmeer van 3 tot 8 of in werkelijkheid tot 22 K.M. gebracht is? 2e. Zoo dit luist is, brengt deze maatregel dan niet het bezwaar met zich, dat de vis- schens aan den oostwal niet meer in staat zullen zijn om des avonds na 5 uur op aas te visschen voor het hoekwant? 3e. Achten de Ministers niet het gevaar aanwezig, dat bij het inperken der visch- gronden het gedeelte van het IJsselmeer, dat voor bevissching overblijft, zoo klein zal worden, dat niet alle visschers hun brood zullen kunnen verdienen? 4e. Indien vraag 3 bevestigend beantwoord wordt, welke tegemoetkoming zullen dan de IJsselmeervisschers ingevolge de Zuiderzee- steunwet ontvangen om in het levensonder houd van het gezin te kunnen voorzien? in hai één vervoensappa- Het onderzoek over de bedrijfsvoering heeft en vernietigend resultaat opgeleverd. De hui dige leiding is onhoudbaar. Onderhandelingen over een uitkeering aan het personeel zün gaan de; de minister zorge voor positieve resultaten. Reeds Jaren geledien is in de Staten van Zee.land over deze misstanden gesproken. Toen ze laatstelijk aan de orde waren, ontbraken de beide N.S.B.-Statenleden, hoewel ze de presentielijst w«l getèekend hadden. rissen sofdambtenaren en bestuurders. Het personet as er echter slecht aan toe. Gevraagd werd of na de voorgestelde sanee ring voor het ontslagen personeel iets zi worden gedaan. De MINISTER VAN "WATERSTAAT zegt, dat de heer De Marchant een beeld schetste van toestanden in 1929! HU is dus 8 Jaar ten achter. Zijn vragen zün voorts in de stukken reeds beantwoord. De toestanden zün na 1929 reeds sterk veranderd. Br is hier sprako van „rentelooze voorschot ten". Die uitdrukking is altijd iets misleidend; reëel beteekent ze, dat men het geld geeft. Het betrokken bedrijf maakte een tweede cri sis -door. De tegenwoordige directeur had er, eerste crisis, een bloeiend badrü' van j aakt, dat echter ten slotte heeft gedeeld ;t lot van alle tramwegma&tschappüen. Hier nie'. onkunde de oorzaak der misère. De minister kan niet bevorderen, dat de dl- «teur wordt ontslagen. De commisearissei orden op de voorgeschreven wijze gekozen, aarin kan de minister niet ingrijpen. Een nieuwe concessie is er nog niet. Die i( 'hankelük van de fusie. Met redelüke wen ihen der Regeering zal moeten worden gere md; anders zal de kwijtschelding niet door- De fusie zal niet gemakkelük zijn. Er zijn onderhandelingen gaande. Daarom is het beter, dat de minister zich niet eerder uitspreekt, al arkent hü gaarne, dat de toestand in Z.-Vlaan deren zeer onbevredigend te. Hij vertrouwt in- tusschen, dat ten slotte overeenstemming zal worden verkregen. Voor het verkrijgen van een schade loosstelling voor 't ontslagen personeel is op 's ministers initiatief gezorgd. Een deel der kosten zal door den Staat woTden gedragen. De provincie wil ook een deel dragen, mits de fusie tot stand komt. Het wetsontwerp wordt z. h. s. g o e d- gekeurd. De N.S.B. was tégen. De verschillende contlngentéeringen worden daarna alle z. h. s. aangenomen. Te half 10 wordt de vergadering gesloten. Officieele Berichten LEGER EN VLÖOT Pro-Rege Bestuurs- en adresveranderingen Het Maandblad deelt mee: de heer J. van Rooyen. secretaris vain het Provinciaal Ver band Zuid-HoMand, van Weigeldaplein 144 naar Coperaicuslaan 197, Den Haag. De heer G. Lenderink, penningmeester van het Provinciaal Verband Zuid-Holland, van Frederik Ruysst-raat 48 naar Anton d« Haenstiraat 82, Den Haag. De jaarvergadering wordlt D.V. gehouden 6 Maart in het Ghr. Tehuis voor Militairen, Keizerstraat 3, Bredia. Aanvang nam. 3.30 u. Op deze vergadering wordlen ook ver wacht de jongiens, die binnenkort de mili taire dienst gaan verlaten. MIJNHARDT'S laxeer tabletten werken zacht en zeker^ DOOS 60CT (Adv.) ^KPT'5 Voorkom GRIEP Dagelijks wordt ook Gij ermee besmet. Voorkom verdere narigheid. Bestrijdt eiken avond het dreigend gevaar i neem'n "AKKERTJE" CA du. J De gebroken steiger in het in aanbouw zijnde „Bosbad" in Den Haag. Bij dit ongeval werd een der arbeiders gedood en vijf ernstig gewond. DE LEENINGSPOLITIEK VAN HET RIJK Geen kunstmatige druk op de rentevoet De bestaansmogelijkheid der Rijksfondsen In eventueele tekorten zal op andere wijze worden voorzien In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer op het Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer over de begrooting 1937 van het departement van Financiën geeft Minister Oud een uitvoerige uit eenzetting van de leeningspolitiek van het Rijk en de Rijksfondsen. Naar de Minister mededeelt is van een kunst matige druk op de rentevoet geen sprake geweest De uitgifte van de jongste Staatsleening is geschied over eenkomstig de open markt-condities die ten dage van de uitgifte waren te bedingen. De Minister acht Het niet Juist de belan gen van enkele rijksfondsen te stellen te genover het algemeen rijksbelang. Evenzeer aoht hij het onjuist de terugbrenging de staatsschuld naar lager rentepeil in ver band te brengen met de bestaansmogelijk heid van die instellingen. Zouden er door die vermindering der rentabiliteit der fonds beleggingen tekorten in de fondsen ont staan, dan zal daarin eventueel op andere wijze zijn te voorzien, maar nimmer mag dit een reden zijn de daling van den rente voet op de open markt bij de be legging der fondsgelden niet te volgen. De fondsen zijn zeker niet ingesteld om een beleggingspolitiek te volgen, die tracht de rentabiliteit van de beleggingen zoo hoog mogelijk te houden. Wel houdt het scheppen van afzonderlijke organen voor het beleggen der fondsgelden verband met den wensch een onjuist gebruik van die gelden door de regeering te voorkomen, maar bij de uitgif ten van staatsleeningen is van misbruik van de fondsgelden met het doel kunstmatig een lageren rentevoet te forceeren geen sprake geweest. Het succes van de jongste 3 staatsleening vormt daar te allen over vloede wel het doorslaand bewijs voor. Dit vooropstellende, kan de Minister met waardeering toestemmen, dat in de achter liggende jaren de fondsbesturen bij herha ling hebben blijk gegeven een open oog te hebben voor de rijksbelangen, welke vóór alles met een gezond staatscrediet worden gediend, een omstandigheid, waarin die be langen met de fondsbelangen volkomen parallel loopen. Een tegenstelling tusschen de gevoerde leeningpolitiek en het belang der rijksfondsen mag paar de overtuiging van den Minister niet worden gemaakt. Het ontslag van den thesaurier-generaal Wat betreft het ontslag van den thesau- VRIJDAG 19 FEBRUARI HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Grara.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Orgelspel. 11.00 Vervolg declamatie. 11.30 Gram.pl. 12.00 Cantabilé-orkest, en orgel spel. 2.00 Declamatie en muziek. 4.05 Gram.pl. 4.30 Voor kinderen. 5.00 „Les Ménétriers". 6.00 Orgel en zapg. 6.30 Po litiek radiojournaal. 6.50 Zang. 7.00 Mul- tatuld-herdenking. 7.20 Gram.pl. 7.30 Be richten V.G.P. 7.35 „Lezen in de Bijbel", causerie. 8.00 Zanig en piano. 8.30 Lite raire causerie. 9.00 „De Bohemians". 9.45 „Uit het leven van Ziegfeld". 10.30 Be richten ANP. 10.40 Avondwijding. 11.00 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.3012.00 Gram.pl» HILVERSUM II 301 M. Algem. programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30 Bijbelsche causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Gram.pL 12.40 Mo dern Klein Orkest (van 1.001.20 Gr.pl.)*l 1.45 Gram.pl. 2.10 Orgelconcert. 3.00 KRO- Kamerorkest. 3.454.00 Gram.pL 4.05 KRO-Orkest en gram.pl. 6.00 Land- en tuinbouwcauserie. 6.20 Dc KRO-Melodis- ten. en solist. 7.00 Berichten. 7.15 Medi sche causerie. 7.35 Bedrijfsreportage. 8.10 Berichten ANP. 8.20 KRO-Melodisten ed solist. 9.00 „15 minuten in Zwitserland"» I 9.15 KRO-Symphonie-orkest en soliste. 10.00 Gram.pL 10.15 Pianorecital. 10.30 Berichten ANP. 10.40 John Kristel en zija orkest. 11.30—12.00 Gram.pl. DROITWICH 1500 M. 11.40 Pianosoli. 12.10 Orgelconcert. 1.35 Strijkkwartet. 4.20 BBd orkest. 5.35 Mandoline-orkest. 6.45 BBC-» Zangers, 7.40 BBC-Orkest en solist 8.20 Revue-programma. 0.40 Causerie over de aardbeving van San Francisco in 1906, 10.00 Symphonie-orkest mmv solisten. RADIO PARIS 1648 M. 1.35 Zang. 4.! Kwartet. 6.05 Cellorecital. 8.20 Pianovoor- dracht. 9.05 Zang. 11.20 Orkestconcert. KEULEN 456 M. 5.50 Militair concert. 7. Amusementsorkest. 11.20 Kamerorkest 1.35 Gevar. concert. 3.20 Concert. 5.26 Philh. Orkest en solisten. 7.30 Voor sol daten (militair orkest, solisten en spre kers). 10.30 Amusementsorkest BRUSSEL 322 en 484 31. 322 M.t 12.50 Klein- orkest. 1.30 Salonorkest 7.20 VioolrecitaL 8.20 Kleinorkest. 10.00 Kleinorkest. 484 M.: 12.40 Zang. 12.50 Salonorkest 1.30' Kleinorkest 5.20 Accordeonmuziek. 6.50 Pianorecital. 7.35 Zang. 8.20 Symphonie- orkest en soliste. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 Ka merorkest en solisten. 10.20 Amusements orkest. Levensverzekering-Maatschappij CONFIDENTIA NV Catharijnesingel 48 UTRECHT KAPITAAL- en VOLKSVERZEKERING LIJFEENTEN Actieve Vertegenwoordigers gevraagd. (Adv.) rier-generaal deelt de Minister ihet volgende! mede: Aan de regeering was noch voordat da vroegere thesaurier-generaal in rijksdienst trad, noch bij zijn benoeming in het ambil van thesaurier-generaal iets bekend van de. feiten waarvan de Minister van Justitie in' de vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 24 November 1938i voorlezing heeft gedaan. De regeering kan geen gevolg geven aan den wensch om aan de handelingen vanj het egalisatiefonds eenige openbaarheid to geven door op gezette tijden een verslag taj doen verschijnen omtrent de verplichte transacties. Geheimhouding dezer trans-j acties welke geheel in overeenstemming 13 met de ten deze in het buitenland gehuldigde^ practijk, is destijds door de Staten-Generaal; aanvaard. Wat de zaak Vrijman betreft, onder ver-; wijzing naar de inlichtingen die een en! ander maal aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal verstrekt zijn moge de; Minister mededeelen, dat op de in die in-' lichtingen vermelde gronden voor hem geen vrijheid bestaat alsnog een eervol ontslag te bevorderen. Veta-tAAt. uit "'tHollandscwe Boebcnlgvgn (14 Zoo erg is het dus. Ze ziet geen uitkomst, geen middel om haar man te helpen. Zij voelt er zich te zwak voor ook, om hem in deze zware tijd tot steun te zijn. Ze denkt aan thuis. Vader, moeder, ze hebben het zelf niet royaal. Het boeren bedrijf ligt onder een zware druk. En nu stijgt dat gevoel van eenzaamheid weer in haar op; met al haar kracht moet ze een snik onderdrukken. .En in een diep, mateloos verlangen, waartegen zij weerloos is. denkt zij aan thuis terug. Eén dag, één uur nog eens te leven in de stille teederheid van haar jonge-meisjesjaren. Het kan niet meer. Ze heeft nu haar man, haar kinderen. Die moet zij nu, meer dan ooit, verwar men, koesteren met haar liefde. Maar als je zelf zoo zwak bent'? „O God!" zucht ze, „laat me sterk zijn". Een paar dagen later komt het antwoord. Het adres is geschreven met de hoekige scherpe letters van alle Bruinings. Bij het koffiedrinken vindt Piet de brief. Hij scheurt hem open en leest. Neeltje en Gijs kijken hem aan. Zijn lippen ;worden smal en wit» Dan frommelt hij het palier is .elkaar en werpt het In het fornuis op de deel, waar het met één enkele, groote vlam verbrandt. „Je moet vanavond op de woning blijven", zegt Piet dien avond tegen Gijs, als hij bemerkt dat deze zich wil gaan verkleeden. „Waarom?" vraagt Gijs onwillig. „Had je dat niet eerder kunnen zeggen?" „Nee. Ik moet zelf weg.** Gijs weet dat Piet de vrouwen liever niet 's avonds alleen achterlaat. Maar hij wil nu niet binnen blijven; het is zijn vrije avond die hij elke week heeft. Piet weet dat. „Ik ga ook weg", zegt hij beslist. „Je blijft hier." De boer wordt kwaad. Hij kan de laatste dagen geen tegenspraak velen. De drift trekt het bloed uit zijn gelaat. Zijn oogen zijn vlammen. Maar ook Gijs' oogen vonken. „Ik zal weggaan als ik wil. Als ik ergens knecht ben krijg ik ook een vrije avond en dan verdien ik nog een weekloon er bij." Hij zegt het scherp. Nog nooit heeft hij met zijn broer over loon gesproken. Hij ziet hoe zijn woorden den ander snijden, en een valsche sarrende lach is er in zijn hart. Elke week gaat hij uit, en zijn broer heeft nooit gevraagd waar hij heen gaat. Nu zegt hij: „Je gaat veel te veel van de woning. En als je loon wilt hebben, zoek je maar een boer. Daar kun je dan leeren wat werken is.'' Ook zijn woorden zijn scherp en snijdend. Gijs wordt rood. „Werk ik niet naar je zin?" vraagt hij. Zijn mond beeft. Het gaat niet meer om de vrije avond; hij voelt zich in zijn eer, zijn toewijding aangetast. Zijn broer haalt schamper de schouders op. »,Werk ik niet goed?" vraagt hij nog eens. „Zeg het dan, zeg hei 4»*" bitst hij aan, Maar de ander zegt niets en wil zich afkeeren. Gijs houdt echter aan: „Als mijn werk niet deugt moet je 't zeggen. Maar je kunt het niet." Nu breekt bij Gijs een bitterheid, een lang opgekropt gevoel van miskenning zich baan. „Maar waarom werk ik? Wat krijg ik er voor? Geen cent, geen dank-ie. Mijn zakgeld moet ik nog van je vrouw vragen." Piet laat heel de klacht van zijn broer over zich heen gaan. Schijnbaar kalm, maar inwendig woestdriftig, luis tert hij. „In de eerste jaren kreeg ik nog wel eens wat," gaat Gijs voort; „maar de laatste jaren zie ik nooit meer iets. Ik heb er nog nooit gm gevraagd, omdat ik weet dat je het niet betalen kunt. Maar dank-ie-zeggen kost geen cent, en dat doe je ook niet." Piet hoort hem aan; zijn gelaat is onbewogen, al kerven de woorden van zijn broer in zijn ziel. Hij wil er echter niets van laten blijken. Onverschillig schijnbaar hoort hij de ver wijten aan. „Jij bent vanavond vrij. Je hoeft niet te blijven," zegt hij ijzig-kalm, als de ander uitgesproken is. Hij draait zich om en laat zijn broer staan. Gijs is de heele dag al prikkelbaar geweest. Voortdurend had hij een tegenzin in zich voelen knagen voor de komende avond. En wel schoot hem bij Piets woorden de gedachte door het hoofd dat hij nu een reden had om niet naar Katrien te gaan, maar hij bedankte voor bevelen. Hij was geen kleine jongen meer, en liet zich niet meer als wrijfpaal voor de booze buien van zijn broer gebruiken. Die kon maar niet alles met hem doen wat .hij wilde. Gijs gaat zich verkleeden. Als hij In zijn tusschen-beiden- pak terug komt haalt hij zijn fiets uit de schuur en rijdt de laan af. Op de landweg slaat hij echter een andere hoek oi dan gewoonlijk. Katrien zal hem tevergeefs wachten. Het schijnt een noodlot te zijn op „Nooit volmaakt", dat' de bewoners ieder hun eigen leven leven, ver en ongezien van de anderen, al zijn zij in elkanders nabijheid. Wat zijj van elkaar kennen is het uiterlijke; het innerlijke, eigenst^( leven verbergen zij achter een masker van dagelijksche geji woonten en weinig beduidende woorden waarin hun gene-i genheid voor elkander soms schuw naar buiten treedt, maafg waardoor toch nooit de zachte melodie van hun intiemst levea1 zingt. t Dat Gijs een meisje heeft, weten zijn broer en diens vrou\« niet; hij vertelt hun niet waar hij heengaat. Altijd is hij een1 gesloten jongen geweest, die verborgen houdt wat er in hert* omgaat, een echte Bruining, al mist hij het doortastende^ voortvarende van zijn broer. Hij heeft lange jaren opt „Nooit volmaakt" afgesloten van de wereld geleefd. Kame-j raden had hij niet; vroeger bij zijn vader thuis had hij zCc trouwens ook niet. t Dat zijn lewn eentonig was, deerde hem niet; het werl^ op de boerderij bood hem afwisseling genoeg. Nu en dan* ging hij met zijn broer naar de markt, en behoefte aan om gang met anderen had hij niet. Hij verstilde. Heele avondei^ kon hij op de bank voor het huis zwijgend zijn pijp zittel rooken of de krant lezen. En 's winters was hij als een huis bakken jongejuffrouw niet van de kachel te jagen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8