>jt 'OLMMKT Indische Begrooting 1937 DONDERDAG 11 FEBRUARI 1937 Tweede Kamer EEN VOORZICHTIG OPTIMIST Veel instemming voor het regeeringsbeleid Vergadering van 10 Februari 1937 Overzicht De Indische begrooting voor 1937 ziet er iets gunstiger uit dan vele van haar voor gangsters. Voor het eerst na 7 jaar is de Regeering er namelijk in geslaagd om den gewonen dienst van de begrooting sluitend te maken op de schuldaflossing na. M.a.w.: er heeft geen vermeerdering van schuld meer plaats en alle veaibetering, die verder intreedt, werkt mee om den algemeenen toestand gunstiger en 6terker te maken. In 1929 bedroegen de ontvangsten nog 523 millioen en de uitgaven 513 millioen. Voor 1937 is geraamd aan ontvangsten 2S9 millioen en aan uitgaven 330 millioen. Over 1936 wordt nog een nadeelig slot van 33 millioen verwacht; voor het loopende jaar is dit cijfer begroot op 25 millioen. Wat. deze cijfers beteekenen, kan men beseffen, indien herinnerd wordt aan het uitgaven-overschot dat er geweest is en niet minder dan f 141% millioen gulden heeft bedragen. Er is dus in Indië wel wat gebeurd. De daar verrichte bezuinigingsarbeid was van grooten omvang, maar draagt thans, bij de gewijzigde monetaire verhoudingen, vrucht Indië heeft onmiddellijk, toen in den loop van 1936 opleving intrad, zijn plaats in het wereldverkeer kunnen innemen. De ver wachting is zelfs, dat dientengevolge de ramingscijfers voor 1937 niet onbelangrijk en in gunstigen zin zullen worden beïnvloed. Indië profiteert dus van het economisch herstel, maar het zou onvoorzichtig zijn om al te "voorbarig toekomstverwachtingen te gaan verdiseonteeren in hoogere uit gaver. Dan zouden misschien gevaren wor den opgeroepen en verloren zou wellicht gaan wat Indië door gebrachte offers aan nieuwe economische kracht verworven heeft De Kamer is bereid tot de voorzichtigheid door de Regeering aanbevolen en toegepast. Zelfs de heer Cramer voorheen de man van de losse leeningpolitiek was bereid die voorzichtigheid te betrachten, ondanks het optimisme, dat omtrent de toekomstige economische ontwikkeling bij hem leeft Hij moest erkennen, dat de bezuinigings arbeid positieve gunstige resultaten heeft opgeleverd. Echter vergunde hij zich de vraag: Zou het met ons plan van den arbeid nog niet beter gegaan zijn? Daar is geen antwoord op te geven. Dat weet de voorzichtige optimist ook wel. En dus kon hij zich gevoeglijk deze vraag stelling veroorloven. Indien deze rede de „zwanenzang" van den heer Cramer geweest mocht zijn, dan zal ieder moeten toegeven, dat het soc. dem. woord nog nimmer zoo mak en rustig ge klonken heeft. Elke extreme oritiek ont brak ook verder en voor zoover een critisch woord noodig werd geacht, bleef dit binnen zeer redelijke en bescheiden perken. Iets meer aan vde politiek offerde de heer Roestam. 't Was echter alles heel netjes. Zelfs de vorm. waarin hij zijn angst voor het nationaal-socialisme in zijn rede stonden Japan en Duitschland als schimmen op den achtergrond formuleerde was van ongekende soberheid. Over de beide andere in den middag ge houden redevoeringen behoeven we niets te zeggen. De miskenning van het regee- ringsheleid was daarin overheerschend. 's Avonds werd het debat voortgezet Verslag Aan de orde Is de Indische begrooting voor 1937 met enkele daarfoü behoorende o.a. dat betreffende de van 2 pCt De heer CRAMER (S.D.) ontkende, dat de afgetreden gouverneur-generaal ln lndiö rust en orde zou hebben h e r s t e ld. Er viel niets te herstellen. Het grootste deel der Indische bevolking is met dit beleid weinig ingenomen weinig te iff. i do Volksraa In den algemeenen toestand Is hier en daar eenige verbetering gekomen. Het resultaat der monetaire politiek Is niet onbelangrijk. andere wegen. ng is onvoldoende gei finai leele nedei orde» 20 jaar te laat. economische actie ls voor wel uitgesloten; de maatregelen, dat alt zijn. niet lager wore mlsohe samenwerking mo .bsolute gelijkheid van belde Is een economische op' de richting i gebieden. Du dellik merkbat •elders vrü- 3 de loonen, die al laag ving de devi De den lnvlo< ren kant echter drukken laj irder op de bevolking. nlddelei zullen lan den Eooveel te Al Is de heer Cramer optimistisch ge stemd ten aanzien van de opgaande lün voor de middelen, toch geeft hü den minister toe. dat voorzichtigheid gewensclit Is. Ontkend wer lek van potverteren" is i 'loeiende middelen is mei reweest voor de welvaart liilg heeft de Regt het verledei De In het verlei el 4^ pet. kunnen zlln in Doge alsnog laag. Het had plaats van 2. En die voor de ondernemers zoo gr heeft gebracht De minister het percentage. Er moet op allerlei gebied, niet alleen ten aanzien van de weermacht achterstand worden Ingehaald. De bevolking moet zoo paraat mogelijk gemaakt worden. Als de defensie 30 millioen extra vraagt wat gebeurt er dan voor de volksgezondheid en andere zaken die volkswelvi de Indische defense moeten gaan bijdrage: Het belastlngaccoord mêt de oliemaatsc •keurd. Bjj de behandeling zeer hinderltik voor het loyale deel der bevol king. Het vertrouwen ln de overheid is achter uit gegaan. De minister schenke aan dit verschijnsel aandacht De gezonde volksbewe ging wordt door het gesignaleerde optreden belemmerd. Bovendien leveren de huiszoekingen waarin het Hoofdparket sterk de hand heeft, -einig op. Ie Europeesche Biking Is er instemming. Tenslotte verklaa.t de heei Cramer zich voorstander van toekenning van het interpellatierecht aan den Volksraad; ,ulks in tegenstelling met den minister. Toe kenning van dit recht zal in het belang zijn van de ontwikkeling van een goede verhouding Nederland—IndlS. Men leeft daar zeer snel en gebeurtenissen als de onafhankelijk' der Pliilippljnen maken redelflke Indruk. Het ïlen door met Volksraad reke- BOETZELAER v. DUBBELDAM lame Iets naders hooren over de herziening van de Ind:sche kan slechts •nschen var houd) De heer 3 aan^ko^digd Staatsregeling. De herberekening der Indische pensioenen Is. na de gedane concessies, te aanvaarden. De 1 millioen opbrengst kunnen door de Indische financiën niet worden gemist Het algemeen financieel aspect is gunstiger geworden. Dat Is niet uitsluitend gevolg van de monetaire maatregelen. De vroegere aan passing heeft groote schokken en prijsverhoo- glngen voorkomei ite hand ge- ar nut bewezen. Op den behoorlijk deel van zijn eigen defensie moeten betalen. De lasten, die op de bevolking en op de be drijven rusten, moeten worden verlicht De Regeering bevordere den spaarzin van de bevolking die nu de voordeelen geniet van de rubber-hausse en er tegen beschermd moet worden haar verdiensten aan waardelooze prul len te verdoen. Uit hetgeen door den minister ls gezegd over de 25 millioen extra-steun valt af te lelden, dat dé idee van schuldoverneming niet is losse aten, maar dat de vervulllni lofte op gun: De ieden vi zocht om Indie Dim der Grondwet den s toe te kennen, verlli aan den dominion-s conferenties daarove ontwikkeling moet i art 1 fstandieheld •g. dat Indië rst verder voortschrijden, wordt het noodlge gedaan, i uitgroeien tot een staat- open voor het vorigen G.G. is „plat koopmansbeieia xer Devooraeeuns vuai u«s heerschende klasse" De volkshuishouding moet voor alles gezond zijn. Daarop moet de politiek worden gericht, maar het beleid houdt er te weinig rekening leer EFFENDI: Das 3 niet r iets heSbcn. dat kan worden betaald. Er dreigen in het Oosten gevaren voor de positie van Indië. Duitschland en Japan hebben bijzondere aandacht voor het land van de olie en rubber. Hier dreigt fascistisch gevaar. Japan dringt door in Het trekt Indoi minimalen Invloed. iche s bereid De communisten zfln voorstanders van de onafhankelijkheid van Indië, maar zij zul len die nimmer bevorderen wanneer een fascistische slaat daarvan de voordeelen iBlë tot een belangrijke Regeering moet met de bevolking samenwerken tegen het fascistisch gevaar. Er moet een democratisch beleid worden gevolgd. In Indische zaken moet Indië vr(j zijn; de politieke en economlscfie banden kunnen daarbij blijven be- De politieke Instellingen moeten ln stand ge- van Indië is de heer Effendl geen tegenstander. Het principe der pensioenkorting is niet te aanvaarden, de uitwerking ls schadelijk geweest voor do lagere pensioenen. De heer v. KEMPEN (Lib.) is bet eens met de algemeene beschouwingen der Regeerirg omtrent den econoraischen toestand. De econo mische weerbaarneid van de bevolking als geheel ls behouden. Een speciaal onderzoek ls dan ook niet noodig. Uit feiten en cUfers blijkt dat ln 1938 reeds voor de depreciatie de kentering van den economischen toestand ln Indië was De opleving bleek o.a. uit vergroot® Invoeren: de producten brachten betere prijzen op. de lklng kon meer luxc-artlkelen koopen, de oodlge ovferheidi wordt bevrlld. Een regeling van het grondbezit van Indo- Etur°peanen kome 7-00 8poe<i|S mogelijk tot Sprekende over de cultures wees de heer v. Kempen er op, dat voor verschillende produc ten do positie gunstig Is. De Instelling van een rubberfonds heeft zijn Instemming. Heeft dit fonds uitgewerkt, dan zouden de Inkomsten kunnen worden aangewend voor de algemeene :rhoogde salarissen worden De verhooging van het uitvoirrecht mot 2 pCt zet de economisch, grondslagen op ztJ. Het verzwaart de bedrijfslasten en vergroot handelsbelemmeringen. Investeering van kapi taal wordt er door .bemoeilijkt. Gehoopt wordt, dat de conversie van leenin gen spoedig grooter afmetingen zal aan- ls daartoe sterk aangepast Gehoopt wordt, dftt den geademd. De minister is daarbij echter weinig optimistisch. ------- den status van IndlS 1 erecht door de Regeering afgewezen. De inwendige politieke toestand in Indië 1 extreml ibeweglng ondervindt geen onbehoorlijke belemmeringen. Maar het be stuursapparaat moet de noodlge machtsmidde len ter beschikking hebben. De Internationale situatie brengt mee do positie van Indië in den Pacific veilig te AVONDVERGADERING De heer WESTERMAN betoogt, dat nu de begrooting zoo wat klopt, sommigen weer allerlei uitgaven willen doen. Dat moet niet Indië moet eerst weer eenlgszins op adem komen na de slagen ln het verleden. Nogmaals betoogt de heer Westerman de noodzaak van een welvaartsplan. Een Leldsch professor wil aan Indië, buiten de 25 millioen die reeds beschikbaar zUn ge steld, nog jaarlijks 30 millioen voor schuld aflossing geven. Deze wensch staat volkomen buiten de werkelijkheid en vergeet b.v. welk voordeel Indië voor zijn Jeeningen geniet door de garantie van Nederland. De „Leldsche school" schijnt steeds te moeten uitblinken door gemis aan werkelijkheidszin. Zuiver Westersch denken wil zij toepassen op Indië en geeft daardoor blijk van een geheel verkeerden kUk op het Oosten. De ethische politiek yan Lelden ls tioch ln hot belang van het Indische volk. noch ln dat van Nederland. Daardoor wordt niets dan onrust gekweekt en onvervulbare verwachtingen op gewekt Er wordt „Indianisatle" bepleit, maar dat beteekent abdicatie voor ons Nederlandsch gezag. Er zijn vele functies, die voortreffelijk door Indische krachten kunnen worden vervuld, maar de leiding moet toch alttjd b(j de Neder- landsche ambtenaren blijven. Het aantal Neder- landsche ambtenaren is reeds veel te veel teruggeloopen. De Volksraad kan reeds veel. maar moet niet vorden gemaakt tot een cople van de Tweede Camer. Gebeurt dat. dan wordt de positie van len G. G. ondergraven. Deze behoort eerder te die „I 1 echts groote onrust zou wekken. Indië ver volge zijn geleidelijke, rustige, economische ontwikkeling. Noodig is een oplossing voor het Indo-vraag stuk; dat zal een hechte pijler zijn voor het Nederlandsoh gezag ln Indië. De Indo's behoo- ren tot de trouwste aanhangers der Regeering: zij behooren een eigen plaats te hebben in de Indische samenleving. Erkend wordt het recht der Regeering om maatregelen te nemen tegen wat den grondslag van haar gezag aantast en ook mag zij zich verweren tegen uitingen, die de integriteit van de personen der regeerders aantasten. Maar ln dat kader passen geen ambtenaren- of kranten- verboden. Onjuist was ook het optreden tegi de Europeanen in Indië. De minister trachte deze beweging objectle ver te zien dan ln het verleden wel gebeurd Is. Hö vrage zich ook eens af. wat soc.-dem. In Indië bv. prof. v Gelderenzich wel veroorloofd hebben te zeggen, waardoor het ge zag der Regeering ln Indië en ln Nederland Indische delegatie zal rlgheld t< ken den band van saamhoo- beleid van den afgetreden landvoogd !s ln meer dan één opzicht niet Juist geweest In kringen als de Stuwgroep ls door zün optre den een zekere matheid ontstaan. Ook het vereenlglngsrecht heeft geleden. De wijze, waar op voorts de heer De Jonge den heer Mussert heeft ontvangen was onjuist Het was alsof do •ing ln Indië een ander karakter heeft dan die hier te lande. Dat ls onhoudbaar. :chte heeft de heer Müssert het voor- fit)' het transport van een brandkast van de eerste naar de tweede verdieping van het ministerie van finan ciën te Den Haag kwam het gevaarte te vallenwaardoor het straatplaveisel een flinke deuk opliep. gesteld alsof ln Indië zoo half en half fasi tisch geregeerd wordt Het verlaten van den gouden standaard i In 1936 ls een zeer belangrijke verande ring ten goede Ingetreden, ook ln de ge bieden waar voorheen groote nood was. Büv. In Banjoemas en Cherlbon, die tot de zwaarst getroffen streken behoorden. Ook andere aanwijzingen ztjn er, dat reeds voor de mnntdepreclntle verbetering was lnge- De economische samenwerking met Indië ls krachtig bevorderd. O.a. door de handelsver dragen met Duitschland en Amerika, den steun aan de suiker en de f 25 millioen. Hnt bezoek van mr Hart verleden Jaar heeft verhelderend gewerkt. De muntdepreclatle heeft de prijzen der ex portartikelen doen verhoogen. Gewaakt ls teger. onnoodlge prjjsverhooging in de Indische maat schappij: een geleidelijke verhooging zal ech ter niet geheel zijn te ontgaan. Treedt verhoo ging ln. dan zal daarmee rekening moeten wor den gehouden ln verband met de salarls- Indlë is economisch ln beter positie gekomen en dat zul ook den flnancleelen toestand gun stig beïnvloeden. Straks zullen zich nieuwe uit gaven opdringen voor sociale zaken, voor on derwijs en voor de defensie. Voor de beperking van "t extra uitvoerrecht tot 2 pet heeft de heer Joekes weinig waar deering. Toegejuicht werd echter, dat het bu- zonder uitvoerrecht op inlandsche rubbers ls vervangen door een algemeen uitvoerrecht. J>e herberekening der pensioenen ontmoet ernstige bezwaren. De grond voor de korting was indortüd de nood van de Indische schat kist. In die Jaren waren er tekorten van over de 100 millioen. Die toestand Is voorbö en zoo geworden, dat de 4 millioen van de pensioenen wel gemist kan worden zonder de begrootmgo- den Volks- istig 1 Het Interpellatierecht m raad niet worden onthouden, voor een c rentte omtrent den dominion-status be geen reden. De heer v. POLL (r.k.) wöst er op, di Ier bestuurst moet worde moeilijke periode het bewind heeft gevoerd Het interpellatierecht zit onverbrekelijk vast a&n de mlnistèrleelè verantwoordelökheid. Daar •m kan het aan den Volksraad niet worden toegekend. i Geïnformeerd werd welke gronden hebben geleld tot de benoemingJ n wel op 4 pet gebracht vloeden. De omstandigheden hebben zich zoo ontwik keld. dat een meer principieel* Ten slotte schonk de heer v. Poll aandacht aan de situatie rondom den Pacific. Hö meen de daar zekere ontspanning In militaire positie mdigheder ter zoo veranderd, dat de voorgestelde rei der herberekening •eden heeft de i Ook de afgevloeide ambtenaren worden door de verlaging getroffen. Voor hen werkt ze on billijk. Als de Indische financiën nog gesteund moe ten worden, dan zou misschien de tijdelijke korting kunnen worden voortgezet, bijv. tot De heer SNEEVLIET (r.s.a.p) gelooft niet aan nationale feestvreugde in Indië ter gelegenheid van het huwelijk van de Prinses. De Indische delegaties kannen niet als vertegenwoordigers van de menschen in de kampongs en desa's worden beschouwd. De ellende van de lnheemsche bevolking van Indië Is er de laatste Jaren toegenomen. Breede menschelijkheid heeft spr. ln de Memorie van Antwoord gemist: hö critlseert ln dit verband dat het Boven-Dlgoelkamp ls gehandhaafd Bijna tien Jaar bestaat dit „monument van overheerschersvrees". Het had bü deze feeste- ltfke gelegenheid moeten worden opgeheven. De amnestie voor de veroordeelden van de „De Zeven Provinciën" ls schriel toegepast, nu deze voorwaardelijk in vröheid gesteld zün. De exorbitante rechten en de haatzaaiaftlke- len zün tot spr's spijt ook gebleven. De minis- ls op dit punt-moeilijk zal.. dat dit niet gebei MINISTER COLIJN: Juist! De heer SNEEVLIET (r.s.a.p.): De wijzigin gen voltrekken zich zoo snel, dat juist wel eens onjuist zou kunnen blüken. De Regeering were Ds van Duyl e.a. dus niet uit Indië, doch betrachte waakzaamheid. Een gezonde volksbeweging ls in Indië thans niet meer mogelük, overal ztjn spionnen. Toch is zulk een beweging noodig. Economische samenwerking beteekent be nadeeling van het koloniaal belang, omdat het hemd nader ls dan de rok. In dat verband vraagt spr. aandacht voor de groote hoeveel heden textlelgoederen, opgeslagen in Catalonlë, nu er een samenwerking op handelsgebied tus- schen Nederland en Spanje zal komen. Deze goederen zouden kunnen worden aangewend om de Invasie van Japansche goederen ln Indië te corrlgeeren. Wie oog heeft voor de amnestie ln Indië, zal niet kunnen meegaan met hen, die ln de eerste plaats de defensie willen versterken. De millloenen van Indië hebben geen pers- De begraafplaats van Giessendam Behandeling voor Raad van State De gemeenteraad van Giessendam heeft op 31 Juli 1936 l>esloten tot den aanleg van een nieuwe begraafplaats. De kosten zouden 15 a 16 mille bedragen. Gedep. Staten van Zuid-Holland hebben evenwel hun goedkeuring aan het Giesen- damsche plan onthouden. De meerderheid van den raad van Gies sendam besloot tegen deze beslissing in be roep te gaan bij de kroon. Voor de afdeeling geschillen van bestuur van den Raad van State heeft gister de heer J. Kazen, wethouder van Giessen dam, het beroep toegelicht De heer Tukker, lid van den gemeente raad, verdedigde het standpunt van de minderheid Het raadsbesluit was n.l met 7 tegen 3 stemmen genomen. Op e envraag van Staatsraad Kooien, waarom men destijds de begraafplaats tot 6 K.M. toe van het centrum af heeft aange legd, antwoordde de heer Tukker, dat deze begraafplaats al een paar honderd jaar oud is en dat destijds het centrum van het dorp bij die begraafplaats, nl. bij de kerk, lag, doch dat in den lateren tijd de bebouwing van de gemeente veel verder is verwijderd, terwijl het centrum van de gemeente ge heel is verplaatst naar het nieuwe deel der gemeente. De Knoiniklijke beslissing volgt later. Koloniaal Militairen Tehuis te Nijmegen Zegenrijke arbeid in 1936 Aan het jaarverslag over 1936 van het Koloniaal Militairen Tehuis aan het Suma- traplein te Nijmegen ontleenen wij het vol gende: Door subsidies en giften van verschillen de colleges, stichtingen of personen konden we dit jaar met een klein voordeelig saldo sluiten. Onze vrees, het vorige jaar uitge sproken, is wel beschaamd, maar bij deze wisselvallige inkomsten blijft het steeds moeilijk ons Tehuis te financieren. Zoo gaarne zouden we willen rekenen op een aantal vaste contributies; daardoor wordt ook onze subsidie van de Prov. Staten ver hoogd en worden we dus dubbel geholpen. Plannen zijn dan ook ontworpen, om deze actie in 1937 krachtg ter hand te nemen en, hoewel de tijden er voor niet gunstig zijn. door de opleving, die hier en daar merkbaar is, bij name in de Overzeesohe Gewesten, hopen we, dat de pogingen niet geheel ver- geefsch zullen zijn. In het bestuur kwamen enkele groote ver anderingen. Om gezondheidsredenen gingen de vice-voorzitter gen. A. L. Klerk de Reu* en de penningmeester majoor C G. Meer burg als bestuursleden heen. Laatstgenoem de werd vervangen door den heer R. A. Dijk stra. Tevens besloot het bestuur, mede op VRIJDAG 12 FEBRUARI HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Gram.pl. 8. Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.20 De clamatie en gram.pl. 12.00 Gram.pl. 12.r De Palladians. 1.30 Willy Koks ensemble, 2.00 Modepraatje. 2.20 Vervolg concert, 2.35 Gram.pl. 4.05 Gram.pl. 5.00 Kinder uurtje. 5.30 „Les Ménétriers". 6.25 Poli tiek radiojournaal. 7.00 Gram.pl. 7.10 Li teraire lezing. 7.30 Berichten V.G.P. 7.35 „Lezen in de Bijbel", causerie. 8.00 Fluit en piano. 8.30 „Nederlandsche vertalingen uit de wereldpoëzie", voordracht. 9.00 15-Jarig bestaan van Cinema Royal, Am sterdam. 9.50 „35 Jaar arbeiderszangcul- tuur", m.m.v. spreker en solisten. 10.15 Revue-uitzending. 10.30 Berichten ANP, 10.40 Avondwjjding. 11.3012.00 Gr.pl. HILVERSUM II 301 M. Algem. Programma, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftle zing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.), 8.30—9.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst, 11.00 Tenor en piano. 12.00 Berichten, 12.15 Gram.pl. 12.30 Ensemble v. d. Horst 2.00 Gram.pl. 2.30 Chr. Lectuur. Gram.pl. 3.153.45 en 4.00 Trio Beute- Zepparoni-Hemerik. 4.30 Orgelspel. 5.3( Declamatie en gram.pl. 6.30 Voor tuinlief- hebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literair half uur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP, 8.15 Haarl. Orkestvereen. 9.00 „Emigratie perspectieven", causerie. 9.30 Vervolj concert m.m.v. soliste, en de Kon. Liede- rentafel „Zang en Vriendschap". 10.15 Berichten ANP. 10.2011.30 Gram.pl, Hierna schriftlezing. DROITWICH 1500 M. 11.40—11.50 Pianosoli, 12.10 Orgelconcert. 1.352.20 Philh, Strijkorkest en solisten. 4.20 BBC-orkest, 5.35 De „Alphas". 6.45 BBC-orkest. 7.20 Muzikale causerie. 7.40 Pianorecital. 8.f" Revueprogramma. 10.00 BBC-Zangers, en orgel. 10.30 BBC-orkest en solist. RADIO PARIS 1648 M. 1.35 Zang. 4.20 Trio, 6.05 Pianorecital. 7.05 Vervolg pianoreci tal. 8.20 Sonateconcert. 9.05 Zang. 11.20— 1.05 Orkestconcert. KEULEN 456 M. 5.50 Blaasconcert. 7.50 Kwintet. 11.20 Kleinorkest. 1.35 Gevar, concert. 3.20 Omroeporkest. 5.20 Philh, Orkest en solisten. 7.30 Voor soldaten (concert en berichten). 9.50 Trio. 10.35 Amusementsorkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.30 Salon orkest. 5.20 Salonorkest en solist. 7.2{ Zang. 8.20 „Polenblut", operette. 484 M.: 12.50 Salonorkest. 5.20 Omroep orkest. 6.50 Pianorecital. 7.35 Zang. 8.20 Stafmuziek 9de Linie-Reg. 10.30 Orkest. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 Solis- tenconcert. 8.20 Gevar. concert. 9.55 Amu sementsorkest. Voorkom GRIEP! Dagelijks wordt ook Gij ermee besm^l. Voorkom verdere narigheid. Bestrijdt eiken avond het dreigend gevaar» neemV'AKKERTJE" verzoek van Moeder Brouwer, uit te zien naar enkele dames, die genegen zouden zijn een bestuursfunctie te aanvaarden. Tot onze groote voldoening is het bestuur aangevuld met de volgende dames: Mevr. A. G. A Snoeck-Pijnacker Hordijk, mevr. C. W. W lod Versprilleden Breejen y. d. Bout en mej. C. M. Haspels. Het bezoek aan het Tehuis was zeer druk fn 1936. Het gemiddeld huisbezoek per avond bedroeg 45 personen. In den loop van het jaar werden o.a. 20 afscheidsavonden gege ven voor de naar Indië vertrekkende en en kele met groot verlof gaande -Nederlandsch# militairen. Vele Indische militairen deden nog Voor hun vertrek naar Indië belijdenis des geloofa mede een gevolg van de catechisaties, welke geregeld in ons studiezaaltje werden gehou den en goed bezocht waren. Het blijkt telkens weer, dat ons tehuis in een diep gevoelde behoefte voorziet. Wel licht zal deze of gene ons mooie werk daad werkelijk willen steunen. Het adres van den penningmeester is: R. A. Dijkstra, Groesbeelr- scheweg 109, Nijmegen. Gironummer 266776. Calv. Juristen Vereeniging Telegram aan Prof. Dr. A. Anema De Calvinistische Juristen Vereeniging, gevestigd te Amersfoort, Korte Bergstraat 15, zond aan Prof. Dr. Anne Anema op zijn 65sten verjaardag het volgende telegram: Calvinistische Juristen Vereeniging wenscht ii als haren vader en eersten voorzitter hartelijk geluk op uw 65sten verjaardag met de bede, dat God u nog zéér lang beware voor haren kring, de juridische wetenschap en het Calvinistische volk. (w.g.) Donner, voorzitter; Scheurer, secretaris. Vedmaal uit nOLLANDSO-IE Boerenleven ®G^£Q3MEEe (S Met zijn broer Piet Bruining. die in de omtrek boert, is Gijs naar het dorp gekomen. Iedere week gaan zij er heen, al jaren lang, om het geld aan de Zuivelfabriek te halen en inkoopen te doen. Maar nooit blijven zij er langer dan nood zakelijk is. In „De Bonte Os" zit het altijd vol boeren, maar zij gaan nooit de gelagkamer binnen. De Bruinings zijn vreemdelingen gebleven, ondanks de vijftien jaar die zij in de polder wonen. Zij hebben er geen familie en geen vrienden. Zij staan buiten de kring van bloedverwanten, die alle boeren uit de omtrek tot een groote familie samenbindt, een soort sippe zooals hun voorvaderen in hun Germaansche stammen kenden, en die bij hen nog een levend verband gebleven is. Vreemdelingen blijven daar buiten. En de 'inings zijn vreemdelingen, zij doen anders dan de anderen het is dadelijk te hooren aan de rare Jdank in hun stem, omdat zij het dialect van hun geboorte streek niet hebben kunnen afleeren. Zij moeten aan zich zelf genoeg hebben; en zij hebben dat ook. Want zij zijn hard, kerels met een kop van ijzer; zij stellen er een eer in het' zonder iemand anders af te kunnen en in hun eentje door te ploeteren. Niet voor niets zijn hun oogen hard en blauw als staal en komen de woorden kort en onwillig over de lippen die zich moeilijk openen. Zij klemmen hun kaken op elkaar en geven geen kamp. Nooit! Ook Gijs niet, al is hij minder resoluut dan zijn broer. De jongste van de groote Bruining-familie, heeft hij altijd de bazigheid van zijn oudere broers moeten eerbiedigen, en toen hij na de schooljaren bij zijn broer Piet als knechtje is komen helpen, kwam hij weer onder een gezag, dat geen tegenspraak duldde, en geen andere wil dan de eigen er kende. Daarom komt het Bruining-bloed bij hem, die zich tegenover vreemden verlegen gevoelt en vaak besluiteloos is. nu en dan in een plotselinge stijfhoofdigheid tot uiting, waar over zijn broer zich verwondert. Gijs vindt zijn broer, als deze bij een koopman in ijzer waren staat. Hij heeft een hamer in de hand, die hij dadelijk neerlegt als hij Gijs ziet. „Kom maar mee, ik wacht al lang op je", zegt hij. Zijn stem is hard: harder, scherper dan anders. Gijs kijkt hem aan en ziet zijn oogen fel over menschen en dingen weg- staren. De koopman roept hem terug, maar hij hoort het niet, dringt zich door het volk, dat zich als een dikke prop op het smalle pad tusschen de uitstallingen voetje voor voetje voortbeweegt. Norsch, en niet op hun gemopper lettend, dringt hij de menschen op zij, en kijkt niet om naar zijn broer, die voorzichtiger dringend, langzamer achteraan komt Er is iets, denkt Gijs. Piet is kwaad. Misschien weer mot gehad op de Zuivelfabriek, net als een paar weken terug, over het vetgehalte van de melk. Of zou Leemans mis schienPiet zou een rekening gaan betalen bij den meelboer Als Gijs zich nog moeilijk tusschen de menschen door werkt, staat zijn broer al buiten de marktdrukte hem op te wachten. Hij komt bij hem, maar Piet spreekt geen woord. Zij gaan de dorpsstraat in en doen daar bij den grutter hun wekelijksche boodschappen. Daarna halen zij hun paard en wagen af, die zij in de uitspanning „De Bonte Os" gestald hebben. Op de bok van de bijna leege boerenwagen alleen de zakken van den grutter staan achter in de groene wagenbak rijden de Bruinings naar hun woning. De wielen ruischen over het fijn geknerpte grint; de vos draaft met klappende hoeven op het steenen paardenpad, de blonde manen en de staart dansen op de maatslag der pooten. Wit blinkend slingert de weg voor hen uit tusschen het warm trillende groen der weiden. Daarboven staat de hemel, hoog en stralend. Een reiger roeit met loome vleugelslag van de eene sloot naar de andere. Een leeuwerik laat zich met een laatste kreet, vermoeid van het zingen, op de groene aarde neervallen. De b^ide mannen zitten zwijgend naast elkander. Piet heeft de leidsels in zijn vastgebalde vuisten; hij kijkt strak voor zich uit naar de horizont, waar de flauwe contouren van torens en fabrieksschoorsteenen boven een donkere boomenrij uitrijzen. Maar hij ziet niets daarvan. Hij ziet alleen maar het stugge gezicht van Leemans, die het bankpapier, dat hij met groote moeite bij elkaar gebracht heeft, gemelijk naar zich toehaalt, en met tegenzin een nieuwe bestelling noteert. Alsof hij bang is voor het geld! Nog vaster knijpen de vuisten de leidsels in hun cjfceep. De Bruinings geven geen kamp! Zij zijn gewend om te vechten, fel en met de inzet van al hun krachten. Gijs staart ook voor zich uit. Als zijn hand langs de zak strijkt, voelt hij de harde, stekelige broche. Het gesprek met Jan Vlietman heeft zijn weerzin weer sterker gemaakt, weer zin tegen dat heele jongens-gedoe om meisjes aan te hitsen en dan weer te laten schieten, wat hij toch ook niet lichthar tig als anderen doen kon. Wat had hij tegen Katrien? Niets immers. Alleen voelde hij een diepe weerzin tegen haar op dringerigheid, maar meest nog tegen zichzelf, omdat hij' het zelf uitgelokt heeft, en zich nu als een zwakkeling heeft laten inpalmen en mee laten troonen in een verhouding die hij niet gewenscht heeft. Zal hij dat ding in zijn zak maar niet liever weggooien? Maak het uit! tracht hij zich zelf op te porren. Maar als hij de hand in de zak wil steken, aarzelt hij, alsof haar oogen, haar heete bruine oogen, hem aanzien, Zij zal mij nooit loslaten, denkt hij bitter, ik zal nog last genoeg van haar beleven. Zoo, elk verdiept in eigen zorgen, rijden zij de laan van hun woning op. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8