>jt
'OLMMKT
Indische Begrooting 1937
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1937
Tweede Kamer
EEN VOORZICHTIG
OPTIMIST
Veel instemming voor het
regeeringsbeleid
Vergadering van 10 Februari 1937
Overzicht
De Indische begrooting voor 1937 ziet er
iets gunstiger uit dan vele van haar voor
gangsters. Voor het eerst na 7 jaar is de
Regeering er namelijk in geslaagd om den
gewonen dienst van de begrooting sluitend
te maken op de schuldaflossing na. M.a.w.:
er heeft geen vermeerdering van schuld
meer plaats en alle veaibetering, die verder
intreedt, werkt mee om den algemeenen
toestand gunstiger en 6terker te maken.
In 1929 bedroegen de ontvangsten nog
523 millioen en de uitgaven 513 millioen.
Voor 1937 is geraamd aan ontvangsten
2S9 millioen en aan uitgaven 330 millioen.
Over 1936 wordt nog een nadeelig slot
van 33 millioen verwacht; voor het loopende
jaar is dit cijfer begroot op 25 millioen.
Wat. deze cijfers beteekenen, kan men
beseffen, indien herinnerd wordt aan het
uitgaven-overschot dat er geweest is en
niet minder dan f 141% millioen gulden
heeft bedragen.
Er is dus in Indië wel wat gebeurd. De
daar verrichte bezuinigingsarbeid was van
grooten omvang, maar draagt thans, bij de
gewijzigde monetaire verhoudingen, vrucht
Indië heeft onmiddellijk, toen in den loop
van 1936 opleving intrad, zijn plaats in het
wereldverkeer kunnen innemen. De ver
wachting is zelfs, dat dientengevolge de
ramingscijfers voor 1937 niet onbelangrijk
en in gunstigen zin zullen worden beïnvloed.
Indië profiteert dus van het economisch
herstel, maar het zou onvoorzichtig zijn
om al te "voorbarig toekomstverwachtingen
te gaan verdiseonteeren in hoogere uit
gaver. Dan zouden misschien gevaren wor
den opgeroepen en verloren zou wellicht
gaan wat Indië door gebrachte offers aan
nieuwe economische kracht verworven
heeft
De Kamer is bereid tot de voorzichtigheid
door de Regeering aanbevolen en toegepast.
Zelfs de heer Cramer voorheen de man
van de losse leeningpolitiek was bereid
die voorzichtigheid te betrachten, ondanks
het optimisme, dat omtrent de toekomstige
economische ontwikkeling bij hem leeft
Hij moest erkennen, dat de bezuinigings
arbeid positieve gunstige resultaten heeft
opgeleverd. Echter vergunde hij zich de
vraag: Zou het met ons plan van den arbeid
nog niet beter gegaan zijn?
Daar is geen antwoord op te geven. Dat
weet de voorzichtige optimist ook wel. En
dus kon hij zich gevoeglijk deze vraag
stelling veroorloven.
Indien deze rede de „zwanenzang" van
den heer Cramer geweest mocht zijn, dan
zal ieder moeten toegeven, dat het soc. dem.
woord nog nimmer zoo mak en rustig ge
klonken heeft. Elke extreme oritiek ont
brak ook verder en voor zoover een critisch
woord noodig werd geacht, bleef dit binnen
zeer redelijke en bescheiden perken.
Iets meer aan vde politiek offerde de heer
Roestam. 't Was echter alles heel netjes.
Zelfs de vorm. waarin hij zijn angst voor
het nationaal-socialisme in zijn rede
stonden Japan en Duitschland als schimmen
op den achtergrond formuleerde was van
ongekende soberheid.
Over de beide andere in den middag ge
houden redevoeringen behoeven we niets
te zeggen. De miskenning van het regee-
ringsheleid was daarin overheerschend.
's Avonds werd het debat voortgezet
Verslag
Aan de orde Is de
Indische begrooting voor 1937
met enkele daarfoü behoorende
o.a. dat betreffende de
van 2 pCt
De heer CRAMER (S.D.) ontkende, dat de
afgetreden gouverneur-generaal ln lndiö rust
en orde zou hebben h e r s t e ld. Er viel niets
te herstellen. Het grootste deel der Indische
bevolking is met dit beleid weinig ingenomen
weinig te
iff.
i do Volksraa
In den algemeenen toestand Is hier en
daar eenige verbetering gekomen.
Het resultaat der monetaire politiek Is
niet onbelangrijk.
andere wegen.
ng is onvoldoende gei
finai
leele
nedei
orde»
20 jaar te laat.
economische actie ls voor
wel uitgesloten; de
maatregelen, dat alt
zijn. niet lager wore
mlsohe samenwerking mo
.bsolute gelijkheid van belde
Is een economische op'
de richting i
gebieden.
Du dellik merkbat
•elders vrü-
3 de loonen, die al laag
ving
de devi
De
den lnvlo<
ren kant echter drukken laj
irder op de bevolking.
nlddelei
zullen
lan den
Eooveel te
Al Is de heer Cramer optimistisch ge
stemd ten aanzien van de opgaande lün voor
de middelen, toch geeft hü den minister
toe. dat voorzichtigheid gewensclit Is.
Ontkend wer
lek van potverteren" is i
'loeiende middelen is mei
reweest voor de welvaart
liilg heeft de Regt
het verledei
De
In het verlei
el 4^ pet. kunnen zlln in
Doge alsnog
laag. Het had
plaats van 2. En
die voor de ondernemers zoo gr
heeft gebracht De minister
het percentage.
Er moet op allerlei gebied, niet alleen ten
aanzien van de weermacht achterstand worden
Ingehaald. De bevolking moet zoo paraat
mogelijk gemaakt worden. Als de defensie
30 millioen extra vraagt wat gebeurt er dan
voor de volksgezondheid en andere zaken die
volkswelvi
de Indische defense moeten gaan bijdrage:
Het belastlngaccoord mêt de oliemaatsc
•keurd. Bjj de behandeling
zeer hinderltik voor het loyale deel der bevol
king. Het vertrouwen ln de overheid is achter
uit gegaan. De minister schenke aan dit
verschijnsel aandacht De gezonde volksbewe
ging wordt door het gesignaleerde optreden
belemmerd. Bovendien leveren de huiszoekingen
waarin het Hoofdparket sterk de hand heeft,
-einig op.
Ie Europeesche
Biking Is er instemming. Tenslotte verklaa.t
de heei Cramer zich voorstander van toekenning
van het interpellatierecht aan den Volksraad;
,ulks in tegenstelling met den minister. Toe
kenning van dit recht zal in het belang zijn
van de ontwikkeling van een goede verhouding
Nederland—IndlS. Men leeft daar zeer snel en
gebeurtenissen als de onafhankelijk'
der Pliilippljnen maken
redelflke
Indruk. Het
ïlen door met
Volksraad reke-
BOETZELAER v. DUBBELDAM
lame Iets naders hooren over de
herziening van de Ind:sche
kan slechts
•nschen var
houd)
De heer 3
aan^ko^digd
Staatsregeling.
De herberekening der Indische pensioenen
Is. na de gedane concessies, te aanvaarden.
De 1 millioen opbrengst kunnen door de
Indische financiën niet worden gemist
Het algemeen financieel aspect is gunstiger
geworden. Dat Is niet uitsluitend gevolg van
de monetaire maatregelen. De vroegere aan
passing heeft groote schokken en prijsverhoo-
glngen voorkomei
ite hand ge-
ar nut bewezen. Op den
behoorlijk deel van zijn
eigen defensie moeten betalen.
De lasten, die op de bevolking en op de be
drijven rusten, moeten worden verlicht
De Regeering bevordere den spaarzin van de
bevolking die nu de voordeelen geniet van de
rubber-hausse en er tegen beschermd moet
worden haar verdiensten aan waardelooze prul
len te verdoen.
Uit hetgeen door den minister ls gezegd over
de 25 millioen extra-steun valt af te lelden, dat
dé idee van schuldoverneming niet is losse
aten, maar dat de vervulllni
lofte op gun:
De ieden vi
zocht om Indie Dim
der Grondwet den s
toe te kennen, verlli
aan den dominion-s
conferenties daarove
ontwikkeling moet i
art 1
fstandieheld
•g. dat Indië
rst verder voortschrijden,
wordt het noodlge gedaan,
i uitgroeien tot een staat-
open voor het
vorigen G.G. is
„plat koopmansbeieia xer Devooraeeuns vuai u«s
heerschende klasse"
De volkshuishouding moet voor alles gezond
zijn. Daarop moet de politiek worden gericht,
maar het beleid houdt er te weinig rekening
leer EFFENDI: Das
3 niet r
iets heSbcn. dat kan worden betaald.
Er dreigen in het Oosten gevaren voor de
positie van Indië. Duitschland en Japan hebben
bijzondere aandacht voor het land van de olie
en rubber. Hier dreigt fascistisch gevaar.
Japan dringt door in
Het trekt Indoi
minimalen Invloed.
iche s
bereid
De communisten zfln voorstanders van de
onafhankelijkheid van Indië, maar zij zul
len die nimmer bevorderen wanneer een
fascistische slaat daarvan de voordeelen
iBlë tot een belangrijke
Regeering moet met de bevolking samenwerken
tegen het fascistisch gevaar. Er moet een
democratisch beleid worden gevolgd. In Indische
zaken moet Indië vr(j zijn; de politieke en
economlscfie banden kunnen daarbij blijven be-
De politieke Instellingen moeten ln stand ge-
van Indië is de heer Effendl geen tegenstander.
Het principe der pensioenkorting is niet te
aanvaarden, de uitwerking ls schadelijk geweest
voor do lagere pensioenen.
De heer v. KEMPEN (Lib.) is bet eens met
de algemeene beschouwingen der Regeerirg
omtrent den econoraischen toestand. De econo
mische weerbaarneid van de bevolking als
geheel ls behouden. Een speciaal onderzoek ls
dan ook niet noodig.
Uit feiten en cUfers blijkt dat ln 1938
reeds voor de depreciatie de kentering van
den economischen toestand ln Indië was
De opleving bleek o.a. uit vergroot® Invoeren:
de producten brachten betere prijzen op. de
lklng kon meer luxc-artlkelen koopen, de
oodlge ovferheidi
wordt bevrlld.
Een regeling van het grondbezit van Indo-
Etur°peanen kome 7-00 8poe<i|S mogelijk tot
Sprekende over de cultures wees de heer v.
Kempen er op, dat voor verschillende produc
ten do positie gunstig Is. De Instelling van een
rubberfonds heeft zijn Instemming. Heeft dit
fonds uitgewerkt, dan zouden de Inkomsten
kunnen worden aangewend voor de algemeene
:rhoogde salarissen
worden
De verhooging van het uitvoirrecht mot
2 pCt zet de economisch, grondslagen op ztJ.
Het verzwaart de bedrijfslasten en vergroot
handelsbelemmeringen. Investeering van kapi
taal wordt er door .bemoeilijkt.
Gehoopt wordt, dat de conversie van leenin
gen spoedig grooter afmetingen zal aan-
ls daartoe sterk aangepast Gehoopt wordt, dftt
den geademd. De minister is daarbij echter
weinig optimistisch. -------
den status van IndlS 1
erecht door de Regeering afgewezen.
De inwendige politieke toestand in Indië 1
extreml
ibeweglng ondervindt geen
onbehoorlijke belemmeringen. Maar het be
stuursapparaat moet de noodlge machtsmidde
len ter beschikking hebben.
De Internationale situatie brengt mee do
positie van Indië in den Pacific veilig te
AVONDVERGADERING
De heer WESTERMAN betoogt, dat nu
de begrooting zoo wat klopt, sommigen weer
allerlei uitgaven willen doen. Dat moet niet
Indië moet eerst weer eenlgszins op adem
komen na de slagen ln het verleden.
Nogmaals betoogt de heer Westerman de
noodzaak van een welvaartsplan.
Een Leldsch professor wil aan Indië, buiten
de 25 millioen die reeds beschikbaar zUn ge
steld, nog jaarlijks 30 millioen voor schuld
aflossing geven. Deze wensch staat volkomen
buiten de werkelijkheid en vergeet b.v. welk
voordeel Indië voor zijn Jeeningen geniet door
de garantie van Nederland. De „Leldsche school"
schijnt steeds te moeten uitblinken door gemis
aan werkelijkheidszin. Zuiver Westersch denken
wil zij toepassen op Indië en geeft daardoor blijk
van een geheel verkeerden kUk op het Oosten.
De ethische politiek yan Lelden ls tioch ln hot
belang van het Indische volk. noch ln dat van
Nederland. Daardoor wordt niets dan onrust
gekweekt en onvervulbare verwachtingen op
gewekt
Er wordt „Indianisatle" bepleit, maar dat
beteekent abdicatie voor ons Nederlandsch
gezag. Er zijn vele functies, die voortreffelijk
door Indische krachten kunnen worden vervuld,
maar de leiding moet toch alttjd b(j de Neder-
landsche ambtenaren blijven. Het aantal Neder-
landsche ambtenaren is reeds veel te veel
teruggeloopen.
De Volksraad kan reeds veel. maar moet niet
vorden gemaakt tot een cople van de Tweede
Camer. Gebeurt dat. dan wordt de positie van
len G. G. ondergraven. Deze behoort eerder te
die
„I
1 echts groote onrust zou wekken. Indië ver
volge zijn geleidelijke, rustige, economische
ontwikkeling.
Noodig is een oplossing voor het Indo-vraag
stuk; dat zal een hechte pijler zijn voor het
Nederlandsoh gezag ln Indië. De Indo's behoo-
ren tot de trouwste aanhangers der Regeering:
zij behooren een eigen plaats te hebben in de
Indische samenleving.
Erkend wordt het recht der Regeering om
maatregelen te nemen tegen wat den grondslag
van haar gezag aantast en ook mag zij zich
verweren tegen uitingen, die de integriteit van
de personen der regeerders aantasten. Maar ln
dat kader passen geen ambtenaren- of kranten-
verboden. Onjuist was ook het optreden tegi
de Europeanen in Indië.
De minister trachte deze beweging objectle
ver te zien dan ln het verleden wel gebeurd
Is. Hö vrage zich ook eens af. wat soc.-dem.
In Indië bv. prof. v Gelderenzich wel
veroorloofd hebben te zeggen, waardoor het ge
zag der Regeering ln Indië en ln Nederland
Indische delegatie
zal
rlgheld t<
ken den band van saamhoo-
beleid van den afgetreden landvoogd !s
ln meer dan één opzicht niet Juist geweest In
kringen als de Stuwgroep ls door zün optre
den een zekere matheid ontstaan. Ook het
vereenlglngsrecht heeft geleden. De wijze, waar
op voorts de heer De Jonge den heer Mussert
heeft ontvangen was onjuist Het was alsof do
•ing ln Indië een ander karakter
heeft dan die hier te lande. Dat ls onhoudbaar.
:chte heeft de heer Müssert het voor-
fit)' het transport van
een brandkast van de
eerste naar de tweede
verdieping van het
ministerie van finan
ciën te Den Haag
kwam het gevaarte te
vallenwaardoor het
straatplaveisel een
flinke deuk opliep.
gesteld alsof ln Indië zoo half en half fasi
tisch geregeerd wordt
Het verlaten van den gouden standaard i
In 1936 ls een zeer belangrijke verande
ring ten goede Ingetreden, ook ln de ge
bieden waar voorheen groote nood was.
Büv. In Banjoemas en Cherlbon, die tot de
zwaarst getroffen streken behoorden. Ook
andere aanwijzingen ztjn er, dat reeds voor
de mnntdepreclntle verbetering was lnge-
De economische samenwerking met Indië ls
krachtig bevorderd. O.a. door de handelsver
dragen met Duitschland en Amerika, den steun
aan de suiker en de f 25 millioen. Hnt bezoek
van mr Hart verleden Jaar heeft verhelderend
gewerkt.
De muntdepreclatle heeft de prijzen der ex
portartikelen doen verhoogen. Gewaakt ls teger.
onnoodlge prjjsverhooging in de Indische maat
schappij: een geleidelijke verhooging zal ech
ter niet geheel zijn te ontgaan. Treedt verhoo
ging ln. dan zal daarmee rekening moeten wor
den gehouden ln verband met de salarls-
Indlë is economisch ln beter positie gekomen
en dat zul ook den flnancleelen toestand gun
stig beïnvloeden. Straks zullen zich nieuwe uit
gaven opdringen voor sociale zaken, voor on
derwijs en voor de defensie.
Voor de beperking van "t extra uitvoerrecht
tot 2 pet heeft de heer Joekes weinig waar
deering. Toegejuicht werd echter, dat het bu-
zonder uitvoerrecht op inlandsche rubbers ls
vervangen door een algemeen uitvoerrecht.
J>e herberekening der pensioenen ontmoet
ernstige bezwaren. De grond voor de korting
was indortüd de nood van de Indische schat
kist. In die Jaren waren er tekorten van over
de 100 millioen. Die toestand Is voorbö en zoo
geworden, dat de 4 millioen van de pensioenen
wel gemist kan worden zonder de begrootmgo-
den Volks-
istig 1
Het Interpellatierecht m
raad niet worden onthouden, voor een c
rentte omtrent den dominion-status be
geen reden.
De heer v. POLL (r.k.) wöst er op, di
Ier bestuurst
moet worde
moeilijke periode het bewind
heeft gevoerd
Het interpellatierecht zit onverbrekelijk vast
a&n de mlnistèrleelè verantwoordelökheid. Daar
•m kan het aan den Volksraad niet worden
toegekend.
i Geïnformeerd werd welke gronden hebben
geleld tot de benoemingJ n
wel op 4 pet gebracht
vloeden.
De omstandigheden hebben zich zoo ontwik
keld. dat een meer principieel*
Ten slotte schonk de heer v. Poll aandacht
aan de situatie rondom den Pacific. Hö meen
de daar zekere ontspanning In
militaire positie
mdigheder
ter zoo veranderd, dat de voorgestelde
rei der herberekening
•eden heeft de i
Ook de afgevloeide ambtenaren worden door
de verlaging getroffen. Voor hen werkt ze on
billijk.
Als de Indische financiën nog gesteund moe
ten worden, dan zou misschien de tijdelijke
korting kunnen worden voortgezet, bijv. tot
De heer SNEEVLIET (r.s.a.p) gelooft niet aan
nationale feestvreugde in Indië ter gelegenheid
van het huwelijk van de Prinses. De Indische
delegaties kannen niet als vertegenwoordigers
van de menschen in de kampongs en desa's
worden beschouwd.
De ellende van de lnheemsche bevolking van
Indië Is er de laatste Jaren toegenomen. Breede
menschelijkheid heeft spr. ln de Memorie van
Antwoord gemist: hö critlseert ln dit verband
dat het Boven-Dlgoelkamp ls gehandhaafd
Bijna tien Jaar bestaat dit „monument van
overheerschersvrees". Het had bü deze feeste-
ltfke gelegenheid moeten worden opgeheven.
De amnestie voor de veroordeelden van de „De
Zeven Provinciën" ls schriel toegepast, nu deze
voorwaardelijk in vröheid gesteld zün.
De exorbitante rechten en de haatzaaiaftlke-
len zün tot spr's spijt ook gebleven. De minis-
ls op dit punt-moeilijk
zal..
dat dit niet gebei
MINISTER COLIJN: Juist!
De heer SNEEVLIET (r.s.a.p.): De wijzigin
gen voltrekken zich zoo snel, dat juist wel eens
onjuist zou kunnen blüken.
De Regeering were Ds van Duyl e.a. dus niet
uit Indië, doch betrachte waakzaamheid.
Een gezonde volksbeweging ls in Indië thans
niet meer mogelük, overal ztjn spionnen. Toch
is zulk een beweging noodig.
Economische samenwerking beteekent be
nadeeling van het koloniaal belang, omdat het
hemd nader ls dan de rok. In dat verband
vraagt spr. aandacht voor de groote hoeveel
heden textlelgoederen, opgeslagen in Catalonlë,
nu er een samenwerking op handelsgebied tus-
schen Nederland en Spanje zal komen. Deze
goederen zouden kunnen worden aangewend
om de Invasie van Japansche goederen ln Indië
te corrlgeeren.
Wie oog heeft voor de amnestie ln Indië, zal
niet kunnen meegaan met hen, die ln de eerste
plaats de defensie willen versterken.
De millloenen van Indië hebben geen pers-
De begraafplaats van Giessendam
Behandeling voor Raad van State
De gemeenteraad van Giessendam heeft
op 31 Juli 1936 l>esloten tot den aanleg van
een nieuwe begraafplaats. De kosten zouden
15 a 16 mille bedragen.
Gedep. Staten van Zuid-Holland hebben
evenwel hun goedkeuring aan het Giesen-
damsche plan onthouden.
De meerderheid van den raad van Gies
sendam besloot tegen deze beslissing in be
roep te gaan bij de kroon.
Voor de afdeeling geschillen van bestuur
van den Raad van State heeft gister de
heer J. Kazen, wethouder van Giessen
dam, het beroep toegelicht
De heer Tukker, lid van den gemeente
raad, verdedigde het standpunt van de
minderheid
Het raadsbesluit was n.l met 7 tegen 3
stemmen genomen.
Op e envraag van Staatsraad Kooien,
waarom men destijds de begraafplaats tot
6 K.M. toe van het centrum af heeft aange
legd, antwoordde de heer Tukker, dat deze
begraafplaats al een paar honderd jaar oud
is en dat destijds het centrum van het dorp
bij die begraafplaats, nl. bij de kerk, lag,
doch dat in den lateren tijd de bebouwing
van de gemeente veel verder is verwijderd,
terwijl het centrum van de gemeente ge
heel is verplaatst naar het nieuwe deel der
gemeente.
De Knoiniklijke beslissing volgt later.
Koloniaal Militairen Tehuis
te Nijmegen
Zegenrijke arbeid in 1936
Aan het jaarverslag over 1936 van het
Koloniaal Militairen Tehuis aan het Suma-
traplein te Nijmegen ontleenen wij het vol
gende:
Door subsidies en giften van verschillen
de colleges, stichtingen of personen konden
we dit jaar met een klein voordeelig saldo
sluiten. Onze vrees, het vorige jaar uitge
sproken, is wel beschaamd, maar bij deze
wisselvallige inkomsten blijft het steeds
moeilijk ons Tehuis te financieren. Zoo
gaarne zouden we willen rekenen op een
aantal vaste contributies; daardoor wordt
ook onze subsidie van de Prov. Staten ver
hoogd en worden we dus dubbel geholpen.
Plannen zijn dan ook ontworpen, om deze
actie in 1937 krachtg ter hand te nemen en,
hoewel de tijden er voor niet gunstig zijn.
door de opleving, die hier en daar merkbaar
is, bij name in de Overzeesohe Gewesten,
hopen we, dat de pogingen niet geheel ver-
geefsch zullen zijn.
In het bestuur kwamen enkele groote ver
anderingen. Om gezondheidsredenen gingen
de vice-voorzitter gen. A. L. Klerk de Reu*
en de penningmeester majoor C G. Meer
burg als bestuursleden heen. Laatstgenoem
de werd vervangen door den heer R. A. Dijk
stra. Tevens besloot het bestuur, mede op
VRIJDAG 12 FEBRUARI
HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 10.00
VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00
VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40
VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Gram.pl. 8.
Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.20 De
clamatie en gram.pl. 12.00 Gram.pl. 12.r
De Palladians. 1.30 Willy Koks ensemble,
2.00 Modepraatje. 2.20 Vervolg concert,
2.35 Gram.pl. 4.05 Gram.pl. 5.00 Kinder
uurtje. 5.30 „Les Ménétriers". 6.25 Poli
tiek radiojournaal. 7.00 Gram.pl. 7.10 Li
teraire lezing. 7.30 Berichten V.G.P. 7.35
„Lezen in de Bijbel", causerie. 8.00 Fluit
en piano. 8.30 „Nederlandsche vertalingen
uit de wereldpoëzie", voordracht. 9.00
15-Jarig bestaan van Cinema Royal, Am
sterdam. 9.50 „35 Jaar arbeiderszangcul-
tuur", m.m.v. spreker en solisten. 10.15
Revue-uitzending. 10.30 Berichten ANP,
10.40 Avondwjjding. 11.3012.00 Gr.pl.
HILVERSUM II 301 M. Algem. Programma,
verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftle
zing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.),
8.30—9.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst,
11.00 Tenor en piano. 12.00 Berichten,
12.15 Gram.pl. 12.30 Ensemble v. d. Horst
2.00 Gram.pl. 2.30 Chr. Lectuur.
Gram.pl. 3.153.45 en 4.00 Trio Beute-
Zepparoni-Hemerik. 4.30 Orgelspel. 5.3(
Declamatie en gram.pl. 6.30 Voor tuinlief-
hebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literair half
uur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP,
8.15 Haarl. Orkestvereen. 9.00 „Emigratie
perspectieven", causerie. 9.30 Vervolj
concert m.m.v. soliste, en de Kon. Liede-
rentafel „Zang en Vriendschap". 10.15
Berichten ANP. 10.2011.30 Gram.pl,
Hierna schriftlezing.
DROITWICH 1500 M. 11.40—11.50 Pianosoli,
12.10 Orgelconcert. 1.352.20 Philh,
Strijkorkest en solisten. 4.20 BBC-orkest,
5.35 De „Alphas". 6.45 BBC-orkest. 7.20
Muzikale causerie. 7.40 Pianorecital. 8.f"
Revueprogramma. 10.00 BBC-Zangers, en
orgel. 10.30 BBC-orkest en solist.
RADIO PARIS 1648 M. 1.35 Zang. 4.20 Trio,
6.05 Pianorecital. 7.05 Vervolg pianoreci
tal. 8.20 Sonateconcert. 9.05 Zang. 11.20—
1.05 Orkestconcert.
KEULEN 456 M. 5.50 Blaasconcert. 7.50
Kwintet. 11.20 Kleinorkest. 1.35 Gevar,
concert. 3.20 Omroeporkest. 5.20 Philh,
Orkest en solisten. 7.30 Voor soldaten
(concert en berichten). 9.50 Trio. 10.35
Amusementsorkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.30 Salon
orkest. 5.20 Salonorkest en solist. 7.2{
Zang. 8.20 „Polenblut", operette.
484 M.: 12.50 Salonorkest. 5.20 Omroep
orkest. 6.50 Pianorecital. 7.35 Zang. 8.20
Stafmuziek 9de Linie-Reg. 10.30 Orkest.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 Solis-
tenconcert. 8.20 Gevar. concert. 9.55 Amu
sementsorkest.
Voorkom GRIEP!
Dagelijks wordt ook Gij ermee besm^l.
Voorkom verdere narigheid. Bestrijdt
eiken avond het dreigend gevaar»
neemV'AKKERTJE"
verzoek van Moeder Brouwer, uit te zien
naar enkele dames, die genegen zouden zijn
een bestuursfunctie te aanvaarden. Tot onze
groote voldoening is het bestuur aangevuld
met de volgende dames: Mevr. A. G. A
Snoeck-Pijnacker Hordijk, mevr. C. W. W
lod Versprilleden Breejen y. d. Bout en
mej. C. M. Haspels.
Het bezoek aan het Tehuis was zeer druk
fn 1936. Het gemiddeld huisbezoek per avond
bedroeg 45 personen. In den loop van het
jaar werden o.a. 20 afscheidsavonden gege
ven voor de naar Indië vertrekkende en en
kele met groot verlof gaande -Nederlandsch#
militairen.
Vele Indische militairen deden nog Voor
hun vertrek naar Indië belijdenis des geloofa
mede een gevolg van de catechisaties, welke
geregeld in ons studiezaaltje werden gehou
den en goed bezocht waren.
Het blijkt telkens weer, dat ons tehuis in
een diep gevoelde behoefte voorziet. Wel
licht zal deze of gene ons mooie werk daad
werkelijk willen steunen. Het adres van den
penningmeester is: R. A. Dijkstra, Groesbeelr-
scheweg 109, Nijmegen. Gironummer 266776.
Calv. Juristen Vereeniging
Telegram aan Prof. Dr. A. Anema
De Calvinistische Juristen Vereeniging,
gevestigd te Amersfoort, Korte Bergstraat
15, zond aan Prof. Dr. Anne Anema op zijn
65sten verjaardag het volgende telegram:
Calvinistische Juristen Vereeniging wenscht
ii als haren vader en eersten voorzitter
hartelijk geluk op uw 65sten verjaardag met
de bede, dat God u nog zéér lang beware
voor haren kring, de juridische wetenschap
en het Calvinistische volk. (w.g.) Donner,
voorzitter; Scheurer, secretaris.
Vedmaal uit
nOLLANDSO-IE
Boerenleven
®G^£Q3MEEe
(S
Met zijn broer Piet Bruining. die in de omtrek boert, is
Gijs naar het dorp gekomen. Iedere week gaan zij er heen,
al jaren lang, om het geld aan de Zuivelfabriek te halen en
inkoopen te doen. Maar nooit blijven zij er langer dan nood
zakelijk is. In „De Bonte Os" zit het altijd vol boeren, maar
zij gaan nooit de gelagkamer binnen.
De Bruinings zijn vreemdelingen gebleven, ondanks de
vijftien jaar die zij in de polder wonen. Zij hebben er geen
familie en geen vrienden. Zij staan buiten de kring van
bloedverwanten, die alle boeren uit de omtrek tot een groote
familie samenbindt, een soort sippe zooals hun voorvaderen
in hun Germaansche stammen kenden, en die bij hen nog een
levend verband gebleven is. Vreemdelingen blijven daar
buiten. En de 'inings zijn vreemdelingen, zij doen anders
dan de anderen het is dadelijk te hooren aan de rare
Jdank in hun stem, omdat zij het dialect van hun geboorte
streek niet hebben kunnen afleeren. Zij moeten aan zich
zelf genoeg hebben; en zij hebben dat ook. Want zij zijn hard,
kerels met een kop van ijzer; zij stellen er een eer in het'
zonder iemand anders af te kunnen en in hun eentje door
te ploeteren. Niet voor niets zijn hun oogen hard en blauw
als staal en komen de woorden kort en onwillig over de lippen
die zich moeilijk openen. Zij klemmen hun kaken op elkaar
en geven geen kamp. Nooit!
Ook Gijs niet, al is hij minder resoluut dan zijn broer. De
jongste van de groote Bruining-familie, heeft hij altijd de
bazigheid van zijn oudere broers moeten eerbiedigen, en
toen hij na de schooljaren bij zijn broer Piet als knechtje is
komen helpen, kwam hij weer onder een gezag, dat geen
tegenspraak duldde, en geen andere wil dan de eigen er
kende. Daarom komt het Bruining-bloed bij hem, die zich
tegenover vreemden verlegen gevoelt en vaak besluiteloos is.
nu en dan in een plotselinge stijfhoofdigheid tot uiting, waar
over zijn broer zich verwondert.
Gijs vindt zijn broer, als deze bij een koopman in ijzer
waren staat. Hij heeft een hamer in de hand, die hij dadelijk
neerlegt als hij Gijs ziet.
„Kom maar mee, ik wacht al lang op je", zegt hij. Zijn
stem is hard: harder, scherper dan anders. Gijs kijkt hem
aan en ziet zijn oogen fel over menschen en dingen weg-
staren. De koopman roept hem terug, maar hij hoort het
niet, dringt zich door het volk, dat zich als een dikke prop
op het smalle pad tusschen de uitstallingen voetje voor voetje
voortbeweegt. Norsch, en niet op hun gemopper lettend,
dringt hij de menschen op zij, en kijkt niet om naar zijn
broer, die voorzichtiger dringend, langzamer achteraan komt
Er is iets, denkt Gijs. Piet is kwaad. Misschien weer mot
gehad op de Zuivelfabriek, net als een paar weken terug,
over het vetgehalte van de melk. Of zou Leemans mis
schienPiet zou een rekening gaan betalen bij den
meelboer
Als Gijs zich nog moeilijk tusschen de menschen door
werkt, staat zijn broer al buiten de marktdrukte hem op te
wachten. Hij komt bij hem, maar Piet spreekt geen woord.
Zij gaan de dorpsstraat in en doen daar bij den grutter hun
wekelijksche boodschappen. Daarna halen zij hun paard en
wagen af, die zij in de uitspanning „De Bonte Os" gestald
hebben.
Op de bok van de bijna leege boerenwagen alleen de
zakken van den grutter staan achter in de groene wagenbak
rijden de Bruinings naar hun woning. De wielen ruischen
over het fijn geknerpte grint; de vos draaft met klappende
hoeven op het steenen paardenpad, de blonde manen en de
staart dansen op de maatslag der pooten.
Wit blinkend slingert de weg voor hen uit tusschen het
warm trillende groen der weiden. Daarboven staat de hemel,
hoog en stralend. Een reiger roeit met loome vleugelslag van
de eene sloot naar de andere. Een leeuwerik laat zich met
een laatste kreet, vermoeid van het zingen, op de groene
aarde neervallen.
De b^ide mannen zitten zwijgend naast elkander. Piet
heeft de leidsels in zijn vastgebalde vuisten; hij kijkt strak
voor zich uit naar de horizont, waar de flauwe contouren
van torens en fabrieksschoorsteenen boven een donkere
boomenrij uitrijzen. Maar hij ziet niets daarvan. Hij ziet alleen
maar het stugge gezicht van Leemans, die het bankpapier, dat
hij met groote moeite bij elkaar gebracht heeft, gemelijk naar
zich toehaalt, en met tegenzin een nieuwe bestelling noteert.
Alsof hij bang is voor het geld!
Nog vaster knijpen de vuisten de leidsels in hun cjfceep. De
Bruinings geven geen kamp! Zij zijn gewend om te vechten,
fel en met de inzet van al hun krachten.
Gijs staart ook voor zich uit. Als zijn hand langs de zak
strijkt, voelt hij de harde, stekelige broche. Het gesprek met
Jan Vlietman heeft zijn weerzin weer sterker gemaakt, weer
zin tegen dat heele jongens-gedoe om meisjes aan te hitsen
en dan weer te laten schieten, wat hij toch ook niet lichthar
tig als anderen doen kon. Wat had hij tegen Katrien? Niets
immers. Alleen voelde hij een diepe weerzin tegen haar op
dringerigheid, maar meest nog tegen zichzelf, omdat hij' het
zelf uitgelokt heeft, en zich nu als een zwakkeling heeft laten
inpalmen en mee laten troonen in een verhouding die hij niet
gewenscht heeft. Zal hij dat ding in zijn zak maar niet
liever weggooien? Maak het uit! tracht hij zich zelf op te
porren. Maar als hij de hand in de zak wil steken, aarzelt
hij, alsof haar oogen, haar heete bruine oogen, hem aanzien,
Zij zal mij nooit loslaten, denkt hij bitter, ik zal nog last
genoeg van haar beleven.
Zoo, elk verdiept in eigen zorgen, rijden zij de laan van
hun woning op.
(Wordt vervolgd)