De Grondwetsherziening in de Tweede Kamer AKKERTJES WOENSDAG 3 FEBRUARI 1937 DERDE BLAD PAG. 0 WAT ZIJN REVOLUTIONAIRE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Heden zal Minister De Wilde het woord voeren Vergadering van 2 Februari 1937 Overzicht Wat zijn revolutionaire volksvertegen woordigers? Een eenvoudige vraag en het antwoord schijnt niet minder eenvoudig dan het aan wijzen van de middelen om hun optreden en spreken onmogelijk te maken. Zoo denken velen. O.a. het Kamerlid, dat zonder bewijs ver klaarde, dat de Regeering beschikt over de rechts- en machtsmiddelen om het bestaan van z.g. revolutionaire partijen te verbie den. Deze wijze afgevaardigde vergat, dat het geen hij gratuit beweerde ook bewezen be hoort te worden. En daarbij kan niet wor den geredeneerd uit dictatoriale theorieën, maar zal het bestaande positieve recht grondslag moeten zijn. Wie dat doet, zal ontdekken, dat de ge stelde vraag niet zoo eenvoudig is als ze er uitziet en het debat van gisteren kan hem leeren, dat deze uitspraak inderdaad juist is. Wat zijn revolutionaire volksvertegen woordigers? Voor den anti-rev. is het parlement de representatie van de rechten des volks te genover de overheid, historisch aangevuld in dezen zin, dat in het parlement de plaats is gegeven, waar de overheid het contact vindt met de in de natie levende overtui gingen. Revolutie is opgevat in den zm. waar- ji dit begrip voorkomt in den naam der anti-rev. partij de toepassing der begin selen van hot ongeloof op het staatsrecht in theorie en practijk. Of om het met de omschrijving van Groen te zeggen: Revolutie i de stelselmatige omkeer van beginselen a ontplooiing van bet ongeloof in weten schap en practijk. Groen zag de losmaking van den band tusschen Staat en God in het denken en het bewustzijnsleven der menschen, het omzetten der geestelijke waarden, die de levensvisie en de levenspractijk bepalen, als de Revolutie. Daarnaast sprak hij echter ook van revo lutie als hij doelde op verplaatsing van het gezag of wijziging van den regeeringsvorm. Dit nastreven van een andere orde van za ken langs den weg der bestaande rechts orde maakt het woord „revolutie" tot een begrip, dat ook ons historisch niet onbe kend is. Aan 17S9 denken we daarbij niet. Tegen dezulken heeft Groen nooit onder drukking van hun gevoelen met mechani sche machtsmiddelen bepleit. Groen voerde den geestelijken strijd met-de wapenen des geestes. i. Intusschen wordt met het woord revolutie formeel -nog een derde begrip aangeduid, waarbij gedacht wordt aan een breken met de positieve rechtsorde en het hanteeren van illegale middelen. Wanneer we spreken van „revolutionaire volksvertegenwoordigers" denken we aan zulke vertegenwoordigers, die de rechtsorde ■willen omkeeren, maar desnoods met ge bruikmaking van middelen, die vreemd zijn aan de bestaande rechtsorde. Buitenparlementaire, ondemocratische dus, om in den modernen stijl te spreken. Of een vertegenwoordiger des volks revo lutionair te noemen is, hangt dus samen met zijn houding met betrekking tot de re volutie-begrippen, meer in 't bijzonder zoo als ze in den laatstelijk aangegeven zin zich openbaren. Zou men een volksvertegenwoordiger re volutionair noemen als hij in het parlement zijn overtuiging principieel uiteenzet, maar verklaart zich op legale wegen te willen be wegen, althans niet verklaart buiten-parle mentaire middelen te willen gebruiken om zoo noodig zijn doel te bereiken? Het antwoord op deze vraag wordtwel [verschillend gegeven. Overeenstemming is er echter hierover, dat het onduldbaar is, dat in de Volksver- tegenwoordi<ring de stem zou weerklinken, die revolutie predikt in den zin, dat aange spoord wordt tot actueele revolutie. Hoe daartegen op te treden? Door middel van de middelen, welke het parlement als zoodanig huishoudelijk ten dienste staan in het Reglement van orde. Dat is h e t middel der repressie, der onder drukking, zeggen velen. En voorts kan men de Strafwet aanvullen. Anderen wenschen echter ook preventieve maatregelen. Daarbij zijn er wier wen schen in zeer radicale richting gaan, al be seffen ze misschien zelf niet ten volle hoe moeilijk hun verlangen verwezenlijkbaar is in een rechtsstaat, waarin de geestelijke vrijheid niet door dictatuur is onderdrukt. De hier bedoelde radicale opvattingen werden door de Regeering niet gedeeld. Niettemin achtte ze maatregelen noodig en tracht men deze door middel van Grond wetsherziening, zulks in de lijn, welke in dertijd door de staatscommissie-Kooien is aangegeven, in ons staatsbestel opgenomen te krijgen. Zij wil de mogelijkheid openen, dat leden an vertegenwoordigende lichamen, die een streven tot uitdrukking brengen, gericht op verandering van de bestaande rechtsorde met toepassing of bevordering van onwet tige middelen van hun lidmaatschap ver vallen kunnen worden verklaard. Die vervallen-verklaring moet worden uitgesproken door twee-derden van het aan tal leden, waaruit de betrokken colleges bestaan. De wet regelt rechtspleging en ge volgen van vervallenverklaring. De gevolgen kunnen mede het lidmaatschap betreffen van de andere vertegenwoordigende licha men, in de Grondwet genoemd. De plaats van het vervallen verklaarde lid blijft gedu rende de loopende periode onbezet Voor een lid van een Gemeenteraad staat beroep op Gedeputeerde Staten open en eventueel op de Kroon. Soc.- en vrijz.-dem. in de Grondwets commissie hadden tegen deze regeling bezwaar. Er was dus nu een concreet voorstel, dat later nog zal worden aangevuld door een bepaling die later aan de orde komt dat opruiing in een vertegenwoordigend lichaam leiden kan tot opheffing van de onschendbaarheid. Het ging om de revolutionaire volksver tegenwoordigers. Het verzet er tegen bleek groot. Zoo groot, dat er nog heel wat zal moeten gebeuren eer de door de Regeering voorge stelde bepaling een plaats krijgt in Grondwet, Zooals de zaak thans staat, lijkt het vrijwel uitgesloten, dat er ten slotte de grondwettelijke meerderheid voor te vinden zal zijn. Tenzij in de nieuwe Kamer een aantal tegenstanders door voorstanders zal worden vervangen. Zal dat gebeuren? We vreezen te meer, omdat in het koor der bestrijders ook mee zong iemand als de heer Westerman, die in een weerzinwekkend-critische boutade tegen de Regeering tekeer ging. Voor 100 pet naar fascistisch recept uit de dagbladlectuur der N.S.B. gereed gemaakt, werd in deze rede de vrees uitgesproken, dat ook „wij" ken nelijk waren de aanhangers van de N.S.B. bedoeld, die minder juist als aanhangers van een, nationaal réveil werden vermomd van het voorstel der Regeering wel eens de dupe zouden kunnen worden. De heer Westérman redeneerde blijkbaar zoo: „wij" zouden zulke machtsmiddelen hanteeren om onze tegenstanders te vernietigen gelijk „wij" elders hebben gedaan en de Russische marxisten op hun gebied doen het is dus begrijpelijk, dat de tegenwoordige macht hebbers in omgekeerde'situatie ons bedrei gen. Zoo redeneerde ook de heer De Visser voor dè communisten en de heer v. Dis voor de S.G.P., aan welker leider de heer De Vis- eens tijdens een onbehoorlijke critiek op het beleid der Regeering, de woorden toevoegde: en dan gaan wij samen den boer op! Ook nu was deze eenheid van tegendeelen weer, welk -front in het nette versterkt werd door de 60c.-dem. en de vrijz.-dem. Bij de soc.-dem. werkten kennelijk ook het oude revolutionaire sentiment en valsch- democratische opvattingen. De vrijz.-dem. hadden beter deze ..eenheid in de democratie" kunnen laten varen. De angst van mr. Joekes achten we schromelijk overdreven. Slechts de partijen der rechterzijde en de liberalen stelden zich zonder reserve ach ter het denkbeeld der Regeering. al was er omtrent de uitwerking wei eenige divergen tie. Deze is echter van secondair belang. Over deze zaak is den ganschen middag gesproken. Minister De Wilde kwam even aan het woord; hij zal heden zijn rede voortzetten. ingeschikt als i rit de corps" v De Tweede Kaï ?r. dat 't de heer De G< klaagden en De heer DONKER (s.d.) acht het nieuwe rtlkel te vaag omschreven; dat is In strüd met et wezen van den democratischen rechtsstaat. Verslag Grondwetsherziening behandeling van de Grondwetsherziening Jt voortgezet it wetsontwerp, dat aan de orde is, geldt de van leden van vertegenwoordigende licha men, die een streven tot uitdrukking bren gen, gericht op verandering van de be staande rechtsorde met toepassing of be vordering van onwettige middelen. de Tweede Kamer, waarin dit Tweede Kamer lid betoogde, dat de schending van den irtegen woord ïgers tot ambt! :steldi hU beantwoordt leeft en wat geëischt gezag treffend amendei •at onder het voil ter wille van he rdigheid der vertegenwoordi- De heer ALBARDA (s.d.) meent, dat igelen tegen hen, die de democratie bedreigen mogen wordi politiek onrecht d( MTiooratie zelf gt... De Regcerlng acht hU iat hier niet om tucht, maar om ren van de hechtheid van het par- ■e stelsel en van den grondslag 'ertegenwoordigende lichamen. lafhankelükheld worden beïnvloed, in. West-Europa Alle in een democr ylaJete komen. fer,treB' GOSELING (r.k.) he Thorbecke's uitspraak, dat verlceei 3 niet in de Tweede Kaï ivoordigd te zijn. Maar al vil nemen, dan moet het Ier alsof men een tüger il voeren. (VrooUJkheld). Do vraag doet zich voorts voor gebeuren met de opengevallen i kOm* *-~* ----* ',ot door zal de vrUheld e iet Parlement kunne lfs de samenstelling c dat geleerd, het volksleven moete atsbestel aan de opper- lutionalre groepen heer De Vis: spraken. de Kroon is benoem om politieke stroorr de Hooge Raad moe heer Goseling heeft jrklare an State, welke door it Is niet een lichaam n te beoordeelen. •den uitgeschakeld keur voor het vei door het college zelf. De Tw Het ontmoet geen bezwaar, dat Iemand uit de Tweede Kamer wordt gezet en dan tevens het lidmaatschap van Provinciale en (of) Ge meenteraad verliest, Indien hü daarvan tege- lijk deel uitmaakt. Hier wordt geen geestelüke vrUheld aan getast. Voorkomen moet worden, dat de grondslagen van de Staat systematisch ondergraven worden. De infectiehaarden voor het revolutionair op treden liggen in het politieke leven. Daarteger Is de Regeering ln het verleden te passief op- Mag niet meer worden lng rechtsregelen, zooals b.v. Dultschland het geval Is? Mag wel instemmlr orden betuigd met een beweging van h\ nbtseed geschonden hebbende generaals? W blijft er over van het recht? Een STEM: Dan moet je het recht in Ruslai ebben. De heer DE VISSER: Dat la een recht vi itstekenden aard. De heer STE1NMETZ: Moordenaars. De heer DE VISSER: Terugnemen moet deze interrupt!» ïeer DE VISSER: Hoe moet het gaan r er Kersten, die opruide tegen regeerin; ïgelen en dat doet op een puntjj k schade lüden. mislukte poging n een moellük vraagstuk op te lossen. Onjuist ls het om een door de Kroon Inge- eld college de Raad van State met d« chtspraak ln deze belangrüke aangelegenheid belasten, gelUk de heer Schouten wil. In dit college waarin nog niet alle richtingen in het volksleven zün doorgedrongen, zouden politieKe rweglngen niet uitgesloten zün. De heer Coops wil den Hoogen Raad laten beslissen, aar dan lcomen de volksvertegenwoordigers ider voortdurend toezicht van den procureur- ïneraal. Al ls dit minder slecht dan wat de ;er Schouten wil. als het onjuiste toch ge- ïuren moet, ls het het beste, dat de Kamer zaak ln de hand houdt ZU kan elgenlük door haar Reglement van Orde voldoende preventief optreden. Voor wat een Kamerlid bulten de Kamer zegt heeft de strafrechter te handelen. Indien daartoe aan leiding bestaat In tüden van spanning kan gemakkei Uk aan leiding worden gevonden tot een toepassing, welke tot scherpe critiek stof biedt. Op aller lei wüzen kan dan gevaar ontstaan voor uit latingen over en betuigingen van Instemming met een zeker streven, dat als opruiing kan worden gekwalificeerd. De bezwaren zün te ernstiger, plaats ook onbezet blüft. vastgesteld. Juridisc rthode kan Ook :elfs ivüderd. heele fractie uit de ondergrondsche ivloéd op jrgelöke Gemeenteraden jpallng gevaarlük. Haar toepassing kan Intusschen ook een stimuleTenden roerige bewegingen --•*--*- bewegingen Men moet deze dingen aan het gezonde volks oordeel overlaten. De democratie kan zelf Bet kwaad uitbannen. Met aanneming van dit voorstel doen we een stap achteruit. Het voorstel moet om ai deze redenen worden verworpen. 1 wlist er op, dat mlssle-Koo- n de makt rekking ettlge r HÜ9 -- en daarmee deiT'door hën'afgelegd'en eed schenden. De meening. dat de thans bestaande mlddi len ter bestrüdlng voldoende zün. ls eenzüdlg enzuaadi<o°0z°oWredeneerent vergeten, dat het dulden van revolutionair optredende vertegen woordigers ln een College, dat zich stelt op de basis der bestaande rechtsorde, het parlemen taire stelsel ondermünt. ZU tasten en karakter, grondslag en doei as In dagen van volksbeweging maatregelen nemen, ls bovendien gevaarlüker dan hetzelfde doen In rustlgen tüd. kan het bestrijden ïstltutie zelf i ti-rov. fractie riften rien'jelf. De Vrees voor misbruik koestert de heei Schouten niet We zün zelfs ln deze dingen nog al vrü lankmoedig. Wat de heer Al- barda op dit punt aan vrees uitte, is on denkbaar en niet te gelooven. Het nieuwe voorschrift i tlef werken. De ervaring r len heeft ■al pre :ds geleerd. Wie de -hrlften overtreedt, staat zelf vooi volgen. Als één richting heilz! De consekw plaatsen heeh lischt dat opengevallen i de Regeering itaatkundlge Een geordende staatsgem geen revolutionairen In he moet ook niet organlsatoi kunnen worden ondergrave raarborgd. Vreemdelingen, e zün. moeten geen lid igingen kunnen zün. enschap duldt parlement en sch-methodlscb heer JOEKES (V.D.) acht het aanprü'zen onwettige middelen ontoelaatbaar, in de te plaats door leien van openbare lichamen, m nieuwe grondslag ln onze Grondt deze zaak niet noodig. Zij. die Illegal» ielen aanbevelen, zon buiten 1 men de Strafwet wüzlgen om bepaalde uitingen nader strafbaar te stellen, dan valt laarover te spreken. B.v. over vervallenverkla ring van actief en passief kiesrecht. Wat de Regeering wil, Ls echter onjuist. Het rechtstreeks uitkomen voor onwet tige middelen zal wel niet voorkomen; de beschuldiging zal wel meestal moeten worden geconstrueerd uit een combinatie vaa uitlatingen. En dal gevaarlijk. Vóór basllsrfngen ls de Raad van State niet iet aangewezen college. Ambtenai liet tegen volksvertegenwoordlgei jptreden; daarbij bestaat het geva welgevallige politieke personen of richtingen worden weggewerkt Opdracht van de beslissing aan den Hoogen Raad betrekt onze rechterlijke macht in poi tieke geschillen. Ook dat- Ls niet aanbevelen! irdlg. Voor Gemeenteraden klemt dit bezwaar nog in sterker mate. omdat de werkzaamheden de Kamer veel meer in het openbare geschil, den dan ln vele. vooral kleine gemeenteraden. Het allerergste ls. dat dt vrijkomende plaats niet wordt vervuld. Men treft de heele richting van hem, die wordt gestraft De heer DE VISSER (Comm.) zag ln het voorstel een succes van de reactionai re politieke scherpslüpers. Die willen niet een feit. maar een streven straffen. Waar uit blükt de noodzaak van dit voorstel? Nooit ls in ons paxlement iets gebeurd, dat zoo'n hyper-reactionair voorstel reohtvaardigt. Opruien is nergens verboden. Te bewüzen zün, dat tot strafrechtelüke feiten is opgeru Na de wijziging van het Reglement van Or is er nog minder aanleiding om tot dit vo< stel te komen. Wie tot strafrechtelijke feit zou willen opruien, krijgt geen kans in Kamer. Geestverwanten van dezen minister hebbel zich aan strafrechtelüke feiten schuldig ge maakt. waaraan de heer De Visser gaarne zou schuldig maken. Hü bedoelde de zgn. „paneelzagerij". De voorgestelde bepaling ls zeei en dat Ls hoogst gevaarlijk, vooral tüd als in het parlement de partüen fel die va go bepalingen het ls voorgekomen, veroordeelde, aldus De koorts daalt onmiddellijk, De besmetting wordt gestuit, De ziekte-duur word! ingekort, Steeds goede resultaten meti Volgens recept van Apotheker Dumont Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent. (Adv.) Deze Regeerlrig neemt het met de rechten van sommige tegenstanders en het pariemei met welgevallen. De fatsoenlüke democratie. kleine coterie de dingen beslist. 1 del gezocht om zivJi van haar tan.'ers te ontdoen, hebben hlen ls tegen het best jlksgenooten. ..We" begrijpen i ijziglng 1 hoogere mü vrij- geUik ^zegd Is? ■orden opgekomen tegen or ht? B.v. tegen de dwangwetten van 1903 ,g men niet meer instemmen met het oi den van Willem de Zwijger, dat tegen d ttelijke machten inging? Als we hetzelfd ïn. loopen we gevaar uit het parlement t rden verwüderd. Moet de arbeidersbewegin de illegaliteit worden gedreven? Dat doet c igeering met haar voorstellen. Maar we li i ons niet provoceeren. We weten den juli Dit voorstel moet vierkant worden terugge- zen. Het brengt ons op het hellend vlak. Set voorstel is gericht tegen ons, maar lukt niet. De MINISTER: Een goed >rden. B.v. volgelinger heerschen. Dan zegt men: kip. ik heb je! Voor chting-Kersten geldt hetzelfde. Ook de gezellige kwartiertjes v.n den heer Lingbeek ergste van alles ls, dat niet alleen getroffen worden, maar ook e partü.-de richting, welke de Grond- et echter niet kent. Het grofste onrecht ordt hleT begaan. iar dit voorstel zal bü tweede lezing ln we Kamer als een baksteen vallen. Dat ve t het Want het leidt tot de bruutste will Het ontklezert groote groepen en kan e kunstmatige meerderheid kweeken. Het pari ent zal echter geen rompparlement kunn ■orden. Raad van State noch Hooge Raad zijn te aa aarden als beoordeelaars van handelingen ent. Het parlement zelf moet daar- iver oordeelei >rdeel uitspreken, dat niet neest reactionaire uitingen over tak zün gekomen van den heer Goseling, die >k al de wet van 1855 wil verscherpen. De heer WESTERMAN meende, dat pai -mentaire regeeringen niet oorzaken bestrüdei aar alleen hinderlijke plooien gladstrrijkei 56 oök In' dit geval. Het is niet gemakkelük het begTlp revolu- onair vast te stellen. Dat ondervond de missie-Kooien. Men kan op den grondslag van üe Christelij ke beginseelen en de nationale traditie* itaatsbestel willen reconstrueeren. Voor dt nunisten staat het anders; die begeerer radicale omkeering. WIc door uiterlijk geweld tot een verander- len toestand wil koir.on, ls door de commissie- Kooien als revolutionair gekwalificeerd. Regeering nu wil is een wanhoops- oplossing, die alle objectiviteit en begr '-uitdrukkingen sr toe lelden kan. dat i de willekeur an deze anhangers kan worden :gen het het i xisin Vier Jaar geleden had de heer Wes terman neg vertrouwen, maar nu begrüpt hü. dat van een Nederlandsche rechtsorde niet gesproken kan worden. Men la er slechts op uit nieuw opkomende stroomin gen er onder te houden. De heer VLIEGEN S.D.) begrijpt niet. wat in ons land aan de hand is om een voorstel te doen als waarover nu gesproken wordt. Het een blamage. Een bepaling als deze bestaat •gens. Er is niet voldoende aanleld'ng voor ook is ze niet doelmatig. Mede op pra gronden is z i aanvaarden. Mond vrü en handen thuis, dat moet het standpunt der overheid ztjn tegenover revolutionaire strooralngen. De heer VAN DIS (S.G.P.) meent, dat door >i voorstel niet veel veranderen zal. De com- unlsten hebben zich reeds lang bekeerd van ^toelaatbare uitdrukkingen, al blüven ze aan hangers "an de wereldrevolutie. Ze zullen dus rustig ln de openbare colleges zitting kunnen blijven houder i heeft het volle instemming van de S.G.P. ZU voelt ér >k daarom weinig voor. omdat het ln staat -' stellen tegen leden der S.G.P. op te treden, s zij critilek op den bestaanden toestand Alleen wat revolutionair Is. behoort niet In 3 vertegenwoordigende lichamen te worden (gelaten. De revolutionaire partijen moeten orden verboden. De rechts- en machtsmidde len zün er voor. De houding f Daniël Goedkoop" teruggekeerd De ijsbreker .Daniël Goedkoop", die Maan dagavond van Schel lingwoude was vertrok ken om een geladen dekschuit naar Huizen te vervoeren, en gistermorgen nog steeds niet was teruggekeerd, is gistermorgen hij de Oranjesluizen aangekomen. Het schip kon het vele ijs heel moeilijk verwerken. De aanvaring op de Westerschelde Het Zweedsche motorschip „Bullaren", hetwelk gisteren bij een aanvaring op de Westersi."-elde ernstige schade aan het voor schip boven de waterlijn heeft gekregen. \s in den namiddag teruggekeerd naar Ant werpen. De „Condé" is, zooals gemeld, op een zand plaat gezet Sleepbooten blijven in de nabij heid. OPONTHOUD VAN EEN SNELTREIN Gisterochtend heeft de sneltrein Den Haag—Groningen tusschen Oude water en Woerden eenig oponthoud gehad. De machine kwam nl. in aanraking met een kelderwinoh. daar gebruikt door eenige ar beiders van Weg en Werken. Er ontstond een defect aan de reminstallatie. Na onge veer acht minuten was het euvel verhol pen. Met ruim twintig minuten vertraging is de trein te Utrecht binnengeloopen. DE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET 97. Ik keer op mijn schreden terug en ca naast hem loopen. „Heb je er soms wat op tegen?" zeg ik dreigend. „Man. ga weg", zegt hij, „je stinkt heelemaal naar de verf. Akkeba, ga naast me vandaan met dat vieze luchtje! Ik hoef lekker geen verver te wor den!" En meteen wil hij weer doorloopen. 98. Nou, ik word wild. dat vat je. Tk b*n trotsch op mijn vak en ik laat me door zoo n aap niet beleedigen „Ik vind die verf wat lekker ruiken!" zeg jk, „hier. ruik maar eens goed!" En meteen duw ik hem de verfkwast in zijn gezicht, zoodat zijn neus er heele maal in uerdwijnt. (Wordt vervolgd) ^^^^^^^TTHollandsohe BoeacNLGveu BCSt HOOFDSTUK I Hij kwam uit een vreemde streek. Piet Bruining. De wo ning van zijn vader stond breed en plat aan de voet van een hooge rivierdijk, de nok van het dak stak er nauwelijks boven uit. De oude boer was een kolossale vent, pezig en taai, die er de wind onder had bij zijn jongens, welke in het bedrijf opgroeiden. Huis en land werden krachtig onder houden. Van de vijf jongens, pootige kerels met breede werk handen en helder hoofd, was Piet de tweede. In de mobili satie, toen veel jonge boeren dienst moesten nemen, kwamen zij zeer onthand te zitten. De oudste, die vroeger gediend had, trok mee naar de grens, en diens werk kwam voor reke ning van de nog jonge Piet. In dien tijd heeft hij dat stugge, taaie, nergens voor wijkende werken geleerd, waarmee hij later ziin eigen bedrijf zoo stoer onderhouden zou. Hij had durf, en door op het juiste oogenblik te handelen, gelukte hem veel van wat hij aanpakte. Ook Piet moest later naar dienst, maar toen beide broers aan het eind van de mobilisatie terugkeerden, kon hij zich moeilijk meer onder de leiding van zijn broer schikken. En onder vaders leiding vlotte het evenmin. Er was telkens geharrewar. Voor vader had hij altijd de kinds-eerbied gehad, toch botsten alle drie de zelfstandige karakters tegen elkander op, zoodat zij dikwijl^ met harde koppen elkaar voorbij liepen. „Piet mot maar de deur uit", zei de oudste toen tegen den vader. Die maakte zich kwaad. „Dat zal ik het beste weten", zei hij, „het is een schande, dat broers mekaar niet verstaan", „Hij verstaat zijn vader ook niet". „Zwijg!" beval de oude, zijn oogen vonkten. De groote kerel draaide zich om en droop af. Hij heeft gelijk, dacht de vader. Piet moet zelf gaan boeren. Maar waar? En met wie? „Piet, het gaat niet goed hier", zei hij een paar dagen later, toen ze samen aan 't hout kappen waren, 't Was winter. Piet antwoordde niet; hij stond op, met het hakmes in de hand. ,,'t Is beter dat je op je eigen gaat." „Ja vader". „Had je daar zelf ook al over gedacht?" vroeg de vader, verwonderd over de gelaten houding en de kalme woorden van zijn zoon. „Jaa...'t," antwoordde de ander, opgelucht, ,,'k Had er zelf over willen spreken''. „Dat treft dan", zei de vader, ook opgelucht. „Heb je ergens kijk op?" „Op een woning niet". „Op een vrouw", begreep de vader. „Heb je 'n meid?'* „Hébben nog niet, maar dat komt wel". Piet zei het overtuigd, ,,'k Heb er een op 't oog". De oude man vroeg niets, maar bleef wachtend staan. Zijn zoon zou wel verder vertellen. ,,'k Ga Zondag naar d'r vader Verkoren", lichtte hij in. „Neeltje Verkoren". Hij moest een raar gevoel weg slikken, nu hij haar naam noemde. De vader antwoordde niet dadelijk. O diedacht hij. Nou, moet je zelf weten. Veel geld zit er niet. Maar dan zei hij: „Nou. de zegen d'r op". Ze gingen weer aan 'twerk, sloegen de messen in de takken. „Naar een woning kijk je alvast maar eens uit," zei de vader, even ophoudend. „Moeders deel ligt voor je klaar." Piet knikte. „Goed". En kapte met het vlijmscherpe mes de takken van de wilgekop die voor hem lag. Een week later zei hij zijn vader dat Verkoren hem ver wachtte. 't Was in orde gekomen met Neeltje. De Verkorens waren kerksch, dat wil zeggen dat ze zich niet alleen 's Zondags met de kerk bemoeiden. De boer zelf was vroeger ouderling geweest, doch moest dit ambt wegens ziekte neerleggen. Na deze ziekte, een leverkwaal, was hij sukkelend gebleven. Hij moest zich voor alles in acht nemen en mocht geen zwaar werk doen. Gelukkig was de oudste zoon toen in staat om dit voor zijn rekening te nemen, met een boerenarbeider die het geheele jaar door in dienst bleef, kon nu al het werk behoorlijk gedaan worden. De jongens bezochten de jongelingsvereeniging. de meisjes de hunne. Hoe druk het soms was. de boer stond er op dat zij geen vergadering verzuimden. „Het werk is wel een middel om te leven", zei hij, als er een mopperde omdat nog zooveel werk gedaan moest worden, „maar je moet oppassen dat het niet je leven-zelf wordt, of dat het je niet in zijn macht krijgt. Het leven is meer dan het voedsel. Dat zegt de Schrift". En in een zeer vertrouwelijk oogenblik voegde hij er bij: „Het doel van je leven is de Heere." Alleen wie de boer in de kracht van zijn leven gekend had. kon begrijpen wat deze woorden voor hemzelf beteekenden. Midden in de drukte van het zomerseizoen was hij ziek geworden. In de kracht van zijn leven toen het hem als hoogste eer gold zijn kinderen een bloeiend bedrijf na te laten en een erfdeel waarvan zij een onbezwaarde woning konden koopen, werd hij krachteloos gemaakt. En de maanden in de schemerige bedstede doorleden waren de crisistijd van zijn leven geworden. Later was het hem of God hem uit zijn wereldsche zorgen gerukt en hem voor zich geplaatst had. En pas toen hij zijn ambt van ouderling had moeten loslaten had hij zijn geloof het diepst leeren beleven. In die zware maanden heeft hij God leeren danken voor zijn ziekte. Nu gingen zijn oogen open voor veel wat hij altijd zonder zien voorbijgegaan was. Hij bemerkte de warme zorgen van zijn vrouw voor wie hij zijn heele leven niet anders dan de boer gebleven was. Een hechter band bond hen toen, en er ontstond een liefde tusschen hen die zij nog nooit, ook in de eerste jaren van hun huwelijk niet, hadden gekend. Neeltje had heel haar leven van haar vader gehouden. Als kind. toen zij nog niet naar school ging, was zij het liefst bij hem in de stal of op het land- En later, toen zij van school gekomen was, en mee hielp werken, had de aard van het huishoudelijk werk haar wel veel bij hem vandaan gehouden, maar altijd was zij blij geweest als zij bij het eten of 's avonds op de bank voor het huis zijn vriendelijk gezicht met de zachte oogen zag. .(Wordt vervolgd^ j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9