PUROL INGEZONDEN STUKKEN MAANDAG i FEBRUARI 1937 EERSTE BrAD PAG. 3 BINNENLAND Boutens rijmprent Een pleidooi dat geen kracht heelt. Wij schreven over de rijmprent: De meest vriendelijke beoordeeling was een verklarende parafrase; verklarend wat de inhoud betreft, opdat de jeugd niet al te veel naar de diepe zin van het be denkelijke vers zou speuren; en verkla rend in die beteekenis, dat men van een diepzinnig dichter (excentriek ware juis ter geweest) geen „gewoon" vers kan ver wachten. Wij doelden daarbij op een ingezonden fetuk indcTelegraaf, waarin de heer A. de Froe directeur eener Chr. H.B.S. te Am- Bterdam zijn meening zei over het rijmge dicht. In navolging van een hoofd der school in Amsterdam gaf deze bevoegde beoor- deelaar een „verklarende parafrase" van het (.inhoudrijke vers". Hij liet er echter op volgen: Ik weet niet of dit de juiste interpreta tie is. Ik heb het. niet aan den dichter durven vragen. Maar ik geloof toch niet, dat ik de tekst geweld heb aangedaan. En ik kan het niet anders zien of dit lied is een schoon, een heerlijk, een waardig lied, waarvoor ons volk dank moet brengen aan den dichter, die zoo treffend onze gevoelens vertolkte. Het gaat ongetwijfeld boven het bevattings vermogen van jonge kinderen. Als de dichter voor hen had moeten zingen, wat zou het dan voor de ouderen hebben kunnen beteekenen? Laat de jonge kin deren het bewaren tot ze rijp zijn om het te verstaan. Ook voor hen komt de tijd. dat ze het zullen waardeeren. Wij vragen: heeft iemand een zóó scherp, ©en zóó vernietigend vonnis gestreken over ihet vers? Doze bevoegde beoordeel aar weet niet bf zijn parafrase juist is; „het gaat stellig boven het bevattingsvermogen van jonge kinderen"; maar als de ouderen goed voor gelicht worden, vinden zij het ook mooi. Is dat een verdediging? Het vers diende itoch ter uitdeeling op de scholen Het was immers voor kinderen bestemd? En wat hebben zelfs de ouderen aan een gedicht, waarvan de verdediger verklaart, dat hij niet went, of zijn omschrijving juist is? Aan de letterkundige, belletristische of artistieke waarde van het vers hebben wij niet geknaagd; wij hebben alleen gezegd en houden dat vol: ongeschikt voor de school jeugd, ongewenscht vooral voor de Christe lijke school, die iets van Gods leiding in de historie moet hooren. Dr. Boutens had moeten zeggen: mijn lijf spreuk is: „waarom eenvoudig als het inge wikkeld kan" en dus vrage men voor dit idoel liever een ander. Uitgedaagd tot debat Doch daarna geweigerd Wij vonden in de R ij n 1 a n d s c h~ e C r t. feen geheele pagina gevuld met de corres pondentie tusschen de Anti-rev. Kiesvereen. te Alphen over het zonderlinge gedrag van den N.S.B.-er J. H. L. de Bruin te Amster dam, die eerst in een openbare vergadering Ds. B. E. J. Bik van Enkhuizen tot een openbaar debat uitnoodigde, doch vervol gens voor de eer bedankte. Na lezing van de geheele correspondentie komen we met Ds. Bik en met de Kiesver- eeniging te Alphen tot de conclusie, dat deze N.S.B.-sche propagandist zonderling met zijn uitnoodigingen en toezeggingen oru 6pringt. Immers, zoo schreef de Kiesvereen.: In zijn rede te Alphen deed deze heer eenige felle aanvallen op Ds. Bik en be weerde daarin o.a., dat hij wel met Ds. Bik had willen debatteeren, maar dat déze dit debat had geweigerd. Precies het tegenovergestelde dus, van wat Ds. Bik gezegd had. Wij waren van meening, dat het ver schil heel gemakkelijk uit de weg kon wor den geruimd, door beide heeren uit tp noodigen, met elkaar hier te Alphen to komen debatteeren. Ds Bik verklaarde zich op onze uitnoo- diging aanstonds bereid met den heer De Bruin te komen debatteeren. De heer J. H. L. de Bruin van Amster dam wilde onze uitnoodiging tot een de bat met Ds. Bik echter niet aanvaarden. Blijkens Volk en Vaderland, waar heen de heer de Bruin de Kiesvereen. ver wees, mocht deze propagand;st (want daar op komt in het gunstigste rcval heel de ge schiedenis neer) niet met Ds. Bik debattee ren, want deze is „geen principicele ;egeu- etander". Elke verdere poging van de Kiesvereen. om beide heeren op een podium te krijgen stuitte op deze uitvlucht af. Wij kunnen het begrijpen. Het Nationaal- socialisme moet het niet van overtui gingen hebben, maar van machtsspreuken Economisch regeerbeleid De tegenstelling GelissenSteenberghe Wij stelden dezer dagen de vraag of de tegenstelling tusschen minister Gelissen en zijn voorganger, oud-minister Steenberghe öiet hieruit zou te verklaren zijn: „Let misschien mr. Steenberghe te veel op bepaalde bedrijfsbelangen, terwijl de (tegenwoordige) minister de zaken breeder ziet?' En wij ondersteunden dez9 vraag met een verwijzing naar de be kende nieuwjaarsredevoering van mr Steenberghe, waarin „op eenzijdige wijze de resultaten der depreciatie uitgestald werden, speciaal met voorbeelden uit de de Noord-Brabantsche industrie, welke aldoor op devaluatie aangedrongen had." Het wil de r.k. Utrechtsche Crt. Toeschijnen, dat wij, toen wij deze woorden schreven, geen gelukkig oogenblik hadden. En ten bewijze daarvan wordt aangevoerd: Het valt toch niet te ontkennen, dat mr. Steenberghe de eenige in dt ministerraad geweest is, die reeds in 19:1a een goede kijk op het verloop van het monetaire vraagstuk had. Wij mogen dit met te meer stelligheid erkennen, wijl wij te dien tijde zeiven behoorden tot de meerderheid in den lande, die de politiek van de „gave gulden" voor stonden. Eind September 1936 heeft in middels uitgewezen, dat de internationale gebeurtenissen op monetair gebied ons land omvfer«ta)inLiaR' drongen in ie richting, die het noodgedwongen heeft moeten inslaan Mr. Steenl ergh« ;e niet aPeen door de feiten in n-il gelijk est'-1 t hij beeft ook ala minister getoond een van karak ter en overtuiging te zijn. door liever een eervol ambt neer te leggen dan zich zwijgend te schikken in een goudpolitiek, die hij met de economische belangen .des lands onvereenigbaar achtte. En het is, om het zacht te zeggen, niet fijn gevoeld en 't is een onrecht bovendien het nu te willen doen voorkomen, alsof zulk een man bij zijn doen en laten niet ge dreven werd door zijn diepvaste bezorgd heid voor het algemeen belang maar door bedrijfsbelangen van de Brabant- sche industrie. Wij zullen hier niet veel van zeggen. De eerste passage is voor ernstige tegenspraak vatbaar. Met evenveel recht zou men kun nen zeggen, dat b.v. Minister Oud getij* bad, die al veel eerder zei: „als sluitstuk ui de aanpassing zou muntcorrectie mis- hien goed werk kunnen doen"; zooals het op dit oogenblik trouwens het geval is. De tweede passage verwerpen wij. Zelfs al hadden wij ons veel stelliger uitgedrukt dan wij deden, dan nog behoeft de Utrechtsche Crt. het karakter en de overtuiging van Mr. Steenberghe niet in bescherming te nemen. Van aantasting ot in verdenking brengen was bij ons schijn noch schaduw aanwezig. Maar neem nu weer Tiet abrupt aftreden van Mr. Steenberghe als voorzitter van o'e Eaksteenbond en als protest tegen de hou ding der regeering. Blijkt daaruit wel de noodige bedachtzaamheid? Bewijst dat aftreden, dat Mr. Steenberghe het vraagstuk zóó breed ziet? Is men niet geneigd het omgekeerde te vragen? Vooral wanneer men nagaat hoe van lieverlede ook de roomsch-kath. persterugkrabbelt en toegeeft, dat de regeering sterk staal, als zij zich op het algemeen belang beroept, gelijk haar plicht isl Wij wezen op Tilburg. Is het soms *e weerspreken, dat de drang naar devaluatie vooral uit het zuiden kwam? En zegt het dan niets, dat de verdediger van deze muni- politiek zich juist op de opleving hier beroept? Ons dunkt, dat wij Mr. Steenberghe geen onrecht hebben aangedaan. Urn en asch In de Haagsche Gemeenteraad heeft de liberale Burgemeester Mr. de Monchy on langs in een verdediging van de democratie tegen den fascist Mr. Westerman eenige treffende woorden gesproken, naar welke meermalen is verwezen en die wij daarom hier laten volgen: ,.,De democratische instellingen, welke ik hier verdedig het zij mij veroorloofd dit te zeggen, al slaat het met deze debat ten niet in zoo heel nauw verband gaan uit van de eerbied voor de persoonlijkheid en de overtuiging van anderen. Tegenover de zelfvergoding van het fascisme: „Wij zullen wel zeggen hoe het moet", tegen over zijn menschverachting het woord is, geloof ik. van Prof. Huizinga stelt de democratie het vertrouwen in het volk, dat in hoofdzaak zijn eigen bestuurs inrichting kan aangeven. Vertrouwen schenkt zij ook in deze zin, dat zij meent, dat zonder schade over die richting in vrijheid kan worden beraadslaagd. Wij leven nu gelukkig nog onder zulle eer. regime. Daardoor is het mogelijk, dat de heer Westerman hier en misschien ook elders onze bestaande grondwettelijke in stellingen kan bestrijden, fel kan bestrij den, zonder dat hij daardoor behoeft te vreezen in een concentratiekamp of in Siberië terecht te komen, zoo al niet de urn met de asch aan zijn familie wordt thuisgestuurd. Gladstone, die heel oud ae- worden is, zei, dat de beste wijze om zijn tegenstanders te overwinnen was, ze te overleven. Gladstone bedoelde dat anders dan op de lugubere wijze, die ik zooeven aanduidde. Ik weet niet, of de heer Wes terman mij of dat ik den heer Westerman zal overleven,, maar wat 't ook zij. ik hoop, dat dit zal zijn op de wijze van Gladstom en niet op de wijze van de meer moderne strijdmethoden, die door de groepen wor den uitgeoefend, die den heer Westerman nader staan dan mij." Dat was taal, zooals een magistraat die spreken mag!, Oranje-blanje-bleu En het wapen van Batavia In De Rijkseenheid schrijft de ge schiedkundige J. W. van Nouhuys over „Onze nationale vlag en het wapen Batavia een parallel", en begint met de volgende mededeeliing: Zaterdag de 15e Augustus 1620 teeken- de Jan Pieterszoon Coen, de stichter van het Rijk in Indië, zijn decreet waarmede hij het wapen van de door hem gegrond veste ©tad Batavia vaslstelde al© te zijn geformeerd: „een swaert van asur in een orangien schilt steeckende met de pointe door een lauwrieren crans van coleur bruyn groen Later, zoo leest men in de Encyclopaedia voor Ned. Indië „is het oorspronkelijk oranjekleurig schild in de loop der tijden rood geworden", en er volgt de vergoelij kende, berustende veronderstelling op: „waarschijnlijk omdat het oranje geen heraldische lcleur is". Daarop vervolgt de heer Nouhuys: De officieel© omschrijving van het wapen was dan ook intussohen op nette, conventioneel-heraldisohe leest geschoeid met de aanhef: „in keel, een ontbloot Romeinsch zwaard". Nu daagt het in Indië gelukkig veelal vroeger dan hier, en zoo heeft de gemeenteraad van Batavia tegen het jaar 1929 de reinigende spons ter hand genomen, zich vermannende, evenals dit met het rood in de natievlag hier zou dienen te geschieden, het „rood ge worden" wapenschild zijn aloude sym- bolyk in het oranje terug te geven, en wel bij raadsbesluit van 14 Januari van dit jaar. Artikel 1 van dat besluit bepaalde kort weg: „het wonrd keel te vervangen door oranje". Habis perkara! Dit besluit is tot heden echter niet uit gevoerd. Zonder on© te mengen in de kleuren- s-trijd over de nationale vlag, laten wij hierop nog volgen, wat de heer C. K. Elout in hetzelfde nummer van de Rijkseenheid schrijft: Toen ik In Aug. 1923 ia het „Handels blad" mijn campagne voor het Oranje- blanje-blen betron, heb ik dat gedaan op drieërlei motief: eon historisch, een practisch en een aesthetisch. Het historische is saam te vatten in deze formule: onze nationale vrijheid Is bevochten onder het oranje-blanje-bl^u onze nationale welvaart goeddeels onder het rood-wit-en-blauw. En ik acht vrijheid hooger dan welvaart. Het practlsche motief is dit; met het oranje in de vlag onderscheidien wij ond van alle andere Europeesche naties. Met I het rood kan onze vlag licht worden verward met die van andere volken, die oók de combinatie rood-wit-en-blauw hebben. Het ©esthetische motief eindelijk i© gelegen in de meer harmonische com binatie van blauw (mits men het juiste blauw neemt, een fleurig licht blauw) met oranje dan met rood. Indertijd heb ik dat betoogd met een beroep op de kleurenleer van Ostwald, thans kan ik een nieuwe deskundige tot steun aan halen. In een onlangs verschenen boekje. „Bouwkunst als Levensuiting", van den bekenden Katholieken architect A. J. Kropholler (waarlijk geen „nieuwlich ter" in de kun6t), vind ik op blz. 95 een diagram van de „tegenstelling der kleu ren", d.w.z. van hun natuurlijke onder linge compensatie. En daarin staat het oranje aangegeven als de natuurlijke compensator van het blauw, het rood daarentegen als die van het groen. De schrijver zegt dan ook daarbij, dat „rood en groen, paars en geel, blauw en oranje, een zekere volledigheid uitmaken waardoor het bijzondere ka rakter van de eiene kleur door het juist daartegienoverstaande van de andere, wordt opgewogen. Maandblad van Samsom Wat leven wij', goed beschouwd, toch in een gelukkig land, speciaal ook wat pers en puhlicaties betreft. Week aan week geeft de bekende firm^ N. Samsom te Alphen een „Weekblad voor Gemeentebelangen" uit, steeds vol actueele wetenswaardigheden op het breede veld der gemeentelijke bemoeiingen; maar daarnaast verschijnt reeds meer dan een halve eeuw het maandblad voor Gemeente-admini stratie, geredigeerd door hoogst bekwj redacteuren, uitgevoerd op een wijze, alsof de financieele exploitatie geen rol speelt. Dit blijkt wel duidelijk uit het feit, dat sedert de steunverleening en werkverschaf fing aan werkloozen een belangrijk onder deel der gemeentelijke zorg is geworden hierover een apart aanhangsel in het leven is geroepen, dat maandelijks de meest onder scheiden vraagstukken en vragen op dit ter rein bespreekt. Een tweede aanhangsel handelt over Bur gerlijke Stand en bevolking, en zeer interes sante dingen komen daarin voor. Want, op de afdeeling Burgerlijke Stand in de gemeen tehuizen gaat het niet altijd even saai en plechtig toe. Het pracht nummer, het eerste van de 52 ste jaargang, heeft een veelkleurige titel plaat ter eere van het Vorstelijk Bruidspaar: klokken en kransen, wapens en vlaggen en de St. Jacobskerk op de achtergrond; het geeft op de tweede pagina foto's der pa leizen; opent dan met een vers, dat onze kinderen beter zouden verstaan dan de rijm prent; terwijl vervolgens een „nationaal-ge- meentelijk" artikel is opgenomen van Dr Ritter waarna de gewone rubrieken volgen. Hulde aan een uitgever, die zóó de belan gen der gemeenten, d.w.z. het algemeen be lang dient. In waardeering voor het Maand blad doen wij niet voor secretarie-ambtena ren onder. straat een krachtige straal van de motor spuit op het vuur gericht. De brand was te half twaalf ontdekt, doch om half één woed de hij nog met bijna omrrminderde kracht oort. Toen echter de brandweer het gevaar .oor uitbreiding had bedwongen en groote watermassa's op de vlammen richtte, kon het wol niet uitblijven of de brand moest in kracht afnemen. Omstreeks 1 uur was het ook zoo ver. Het aanwezige brandweerma teriaal kon toen successievelijk worden af gedankt Toen men even gestopt had, laaiden echter de vlammen weer hoog b> het dak op; een laatste krachtproef van vuur, want met een krachtige straal was ook deze uitbarsting spoedig bedwongen. Om kwart over een kon met de nablus- schlng worden begonnen. Tramverkeer gestaakt Uit de gard der zaak trok" de brand op Zondagavond groote belangstelling. Het was voor de politie aanvankelijk moeilijk op dit drukke punt een goede afzetting te maken. Onder leiding van hoofdinspecteur Bonten bal is dit echter toch keurig geslaagd, zoo dat de brandweer rustig kon werken. H--t tramverkeer werd omgelegd via de Kruis kade en de stroom uitgeschakeld. Op het gerucht, dat er in een belendend perceel een meisje bewusteloos was gewor den is een auto van den Geneesk. Dienst uitgerukt en voor alle eventualiteiten op post gebleven. Behalve hoofdman Ten Broek, die de lei ding had, waren vrijwel alle andere hoofd lieden ook ter Dlaatse; de reservewagen was uitgerukt onder leiding van den lsten op zichter. den heer Way. Ook de adjunct-di recteur van den motordienst, Ir. Kohier, was ter Dlaatse. Oorzaak en gevolg Hoewel omtrent de oorzaak van den brand met zekerheid nieits valt te zeggen, moet wel worden aangenomen, dat er vonken zijn gevallen uit een kachel, welke op de tweede etage in de woning van den heer Vermeu len brandde. De familie Vermeulen was niet thuis. Toen do brand was gëbluscht, bleek, dat de tweede en derde etage zoomede de zolder verdieping geheel zijn uitgebrand, terwijl de beneden liggende verdiepingen ernstige wa terschade hebben opgeloopen. Ook de belendende panden, waarin de kan toren van de Continental Vruchten Handels- Mij., Van der Engels Agency en het dagblad „De Telegraaf" zijn gevestigd, hebben wa terschade opgeloopen. De heer Vermeulen en ook de eigenaar van de kapsalon waren verzekerd, de exploi tant van de Astoriabar niet. UITSLAANDE BRAND TE ROTTERDAM Een bovenhuis uitgebrand Vuur met g stralen bedwongen In den afgeloopen nacht heeft op de Diergaardelaan een zeer felle brand ge woed in een bovenhuis van het pand 14. De brand, die vermoedelijk ontstaan is door het vallen van vonken uit een op de tweede verdieping brandende kachel, heeft twee verdiepingen en de zolderver dieping vrijwel verwoest. De brandweer kon met 9 stralen het vuur meester worden. Glasgerinkel In het pand 14 is beneden gevestigd de Astoria-bar, een café, waarvan de heer J Steenbergen, die vroeger cabaret Jostin op den Stationsweg heeft geëxploiteerd, de gérant is. Op de 1ste verdieping is een kap salon gevestigd, de tweede en derde verdie ping zijn in gebruik bij den heer Vermeulen, die vroeger ook het café dreef. De heer Steenbergen had omstreeks 11 uur een dronken klant naar huis gebracht hing, toen hij terug gekomen was, zijn tas in de keuken op. Terwijl hij daarmee bezig was hoorde hij achter het huis glasgerinkel. Naar buiten kijkende zag hij de vlammen reeds fel uit de tweede verdieping slaan. In het café waarschuwde hij onmiddellijk de brandweer. Ook aan de voorzijde braker spoedig de vlammen uit en nog voor de eer ste slangenwagen ter plaatse was had h- t vuur zich reeds medegedeeld aan de derde verdieping en den zolder. Op dezen zolder stond een geheele café-inventaris van den heer Vermeulen, die, gelijk we reeds mede deelden, vroeger een café dreef. In al dit houtwerk kreeg 't vuur zooveel voedsel, dat de brand zich direct zeer ernstig liet aanzien. Groot materiaal Slangenwagen 29, die met onderbrand meester P. A. J. van Schaik het eerst bij den brand aankwam, liet een slang via het trap gat van het brandende pand naar binnen voeren en ook van de s'raat werd een straal op het vuur gericht. An de achterzijde heeft een waker van het Doofstoinmeninstituut getracht een slang van de huisieiding cp hut vuur te richten, doch de brand zat te hoog. Daarom was het ook ncodig groot mate riaal te ontbieden. De leiding van het blus- schingswerk was intusschen overgenomen door hrandmees'er 's-Gravensande en hoofd man Ten Broek Er werden twee mo'orspui- tne en een aufoladder ontboden, die spoedig ter plaatse waren. Achtereenvolgens werden nog 7 stralen op het vuur gericht, nl. twee van shv. 27, één van slw. 15 en drie van motorspuit IV, bediend door personel van shv. 16 en ten slotte één van slw. 17; de shv. 28. 21 en 20 werden eereed gehouden, evenals motor spuit. VII. Het blusohmateriaal werd zoodanig ver deeld, dat het vuur aan alle kanten werd ingesloten. Geruimen tijd heeft pand 16 groot gevaar geloonon te worden aangetast dorh de brandweerlieden zaten -veer hoven op de dak<an en zetten er a'le« op om dit te voorkomen wat dan ook .s ge'ukt. De autoladder heeft bij deze brand prach tig werk gedaan, omdat juist in de hoogge legen zolderverdieping de brand met schier ontembare kracht woedde en met de vaste straalpijp telkens het meest bedreigde punt kon iworden bespoten. Ook werd van de Ruwe handen genezen vlug met Doos30-60ct Bij Apoth.en Drogisten „Publieke Werken" Op nieuwe lees! geschoeid Van maand tot maand vinden we op onze schrijftafel een aflevering van „Publieke Werken", officieel orgaan van de Vereeni- ging van directeuren van Gemeentewerken, Openbare Werken, Bouw- en Woningtoezicht en Woningdienst. Het is een van de fraaist uitgevoerde degelijkste tijdschriften; zooals vanzelf spreekt meer geëigend voor deskundigen en belanghebbenden, dan voor het groote pu bliek, doch interessant voor iedereen. Maar wat is nu het typeerende van dit en menig ander tijdschrift? Waarom heeft het zooveel innerlijke waarde? Omdat het de vrije meeningsuiting is van „ambte naren", in dienst der Overheid; die echter geen opdracht van die Overheid noodig heb ben om met elkaar de belangen van hun diensten, d.w.z. van het algemeen belang te bespreken en te verdedigen. Dèt is het mooie in ons vrije land, dat der diensten, strijden voor het welzijn van de aan hun zorg toevertrouwde diensten en bedrijven, alsof het hun eigen, persoonlijke zaak is; én. dat zij zulks ongedwongen, volle vrijheid doen. „Publieke Werken", een uitgave van A. W Sijthoffs uitgevers Mij. te Leiden ging een tweede vijfjarig tijdvak in. Dit was voor uit geefster en redactie een reden om tot reor ganisatie, d.w.z. vermooiing en verbetering over te gaan. De nieuwe omslag in tweekleu rendruk herbergt een rijk geïllustreerde en gevarieerde, maar altijd degelijke en leer zame inhoud. En dient zóó allerlei... publie ken werken. Dit nummer opent met een foto en een gelukwensch aan Nederlands Bruidspaar, DEN HAAG *3ük opgehelderd Tijdens de Pinksterdagen yan het vorige jaar werd ingebroken in een perceel aan de v. d. Woertstraat alhier, bewoond door de familie B. Gedurende de afwezigheid der familie wist de dader zich den toegang te verschaffen tot het perceel via een kelderopening. In den ke'dcr verbrak hij een deur, waardoor hij het binnenhuis kon berei ken. De dader doorzocht daarop het ge heele perceel en ontvreemdde daaruit gouden en zilveren sieraden en geld tot een gezamenlijke waarde van ruim f 600. Bij het onderzoek kwam de mogelijkheid naar voren, dat de inbraak was gepleegd door een Duitsche huisschilder, genaamd J. T„ die destijd6 in het perceel had gewerkt en daardoor met de inrichting ervan ge heel bekend was. T. vertoefde echter ia Duitschland. Verder kwam vast to staan, dat T. in den avond van den len Pinksterdag alhier ha-I vertoefd en den daaropvolgenden nacht -n eenu hotel hier ter stede had door gebracht Aanvankelijk ontkende T. bij zijn aanhou ding in Duitschland, zelfs tijdens de Pink sterdagen te 's-Gravenhage te zijn geweest doch later gaf hij zulks toe. Hij verklaarde echter alleen in Den Haag te zijn geweest om zijn verloofde te bezoeken De bewegingen van T. werden nadien door de Duitsche Politie nauwlettend gade geslagen. Toen hij onlangs ernstig werd verdacht van een nieuwen, in Duitschland geplee*- rlen diefstal, werd door de Duitsche Politie ou een voor T. volkomen onverwacht tijd stip een onderzoek ingesteld in een bij hem »c gebruik zijnde bergplaats. Aldaar werden toen niet alleen de voorwerpen gevonden, afkomstig van den door T. in Duitschland gepleegden diefstal, doch ook de sieraden, afkomstig van de hier ter stede gepleegde inbraak. T. heeft ook voor de alhier gepleegde in braak in Duitschland terecht gestaan en terzake reeds gevonnist. De door hem ontvreemde voorwerpen wrrden dezer dagen door de Duitsche auto riteiten aan de Politie alhier toegezonden er zijn thans reeds weer in het bezit der familie B. Inbraken postkantoren Dader gevat Op den 26en December 1936 werd in gebroken in het Postkantoor aan de Wouwermanstraat, alhier. Deze inbraak werd gevolgd, steeds met tusschenpoo- zen van eenige dagen, doop een drietal inbraken, resp. in de postkantoren aan de Appelstraat, het Goudenregenplein en de Conradkade. Ontvreemd werd in totaal voor pl.m. 2000 gulden aan postzegels, benevens een 40-tal rij wiel belast ingmerken. In verband met deze inbraken werden uitgebreide politiemaatregelen genomen, d.e weldra tot aanhouding van den dader leid den. In den avond van Donderdag j.l. zagen twee agenten van politie in de Charlotte de Bourbonstraat alhier, een man, die op zeker oogenblik een ruit aan de voor zijde van dat postkantoor met een glas snijder bewerkte, die ruit indrukte en door de ontstane opening naar binnen klom. Do agenten hielden daarop den man aan. Hij bleek te zijl de 33-jarige P. W. v Z.,een gor-r|p hekende dpr politie. Bij fouilloering werden on hom bevonden een elortrisrhe zaklantaarn en diverse in- brekerswerktuigen. Van Z. die ontkent zich aan de andere inbraken in de hiervoor genoemd® postkan toren te hebben schuldig gemaakt, is inge sloten aan het hoofdbureau van politie, alhier. UIT HET SOCIALE LEVEN Wonderlijke houding Het schijnt, dat niet alleen t.a.v. de dag- loonborekening hij de ziekengeld-uilkeeria- gen, doch ook t.a.v. de dagloonberekening bij de tijdelijke uitkeeringen en de renten ingevolge de ongevallenwetten moeilijkhe Voor wat de Ziektewet betreft, zijn deze moeilijkheden bij de bedrijfsvereenigingen gedeeltelijk te ondervangen door vaststelling van bepaalde minimum-dagloonen. Voor wat de ongevallenwetten betreft, schijnt het bestuur der Rijksverzekerings bank eveneens maatregelen te hebben ge nomen om een laag dagloon te voorkomen. Men zou zoo zeggen: daarvoor verdient het bestuur van de R.V.B. lof. Neen, zegt „De R isi coba n k" van 15 December 1936 (orgaan der Centrale Werkgevers Ri- sico-Eank, aangesloten bij Centraal Be heer"). Zonder toestemming van den wetgever of van de betrokken werkgevers mag het be stuur van de R.V.B. dat niet doen. zegt „D e Risico-bank" oftewel „Centraal Beheer" Zelfs dpelt men mede dat men tegen zoo danige beslissingen van de R.V.B. in beruep zal gaan, hoewel men zelf erkent, dat de uitslag „in strijd geacht moet worden met het billijkheidsgevoel". 't Is fraaiI En datzelfde „Centraal Beheer" werkt op 't terrein van de Ziektewet wel mede tot een billijker dagloonberekening; ook op het ter rein der ongevallenwetten schijnen plannen in voorbereiding te zijn. En zou de Rijksverzekeringsbank dat zelfde niet mogen doen? Wonderlijke houding! Een compliment, geen verwijt Sedert 1918 is er in ons land heel wat gebeurd en veranderd- In Holland zijn de heeren sociaal-demo craten zoo van tactiek en richting veranderd dat menigeen in eigen kring er geen wijs meer uit kan worden. Toch is deze koersverandering, aldus Het Seinlicht, meer schijn dan werkelijk heid. In de „Vakbeweging", het orgaan van het socialistisch Ned. Vakverbond (N.V.V van 7 Januari 1937, waarin de redacteur het heeft over „perspectieven der vakbeweging1* en het betreurt dat nog steeds een zoo be langrijk deel der arbeiders niet „modern", dat is socialistisch georganiseerd is, schrijft hij, dat de „groote nadoelen van de ver splintering der Ned. Vakbeweging" wel het sterkst spreken in „beslissende oogen- blikken". Als voorbeeld wordt dan genoemd *do bekende November 1918-gebeurtenissen". toen de confessioneele vakbeweging pn, zij het minder sportaan, ook de neutrale bonden „hand- en spandiensten" aan ae „bourgeoisie" hebben bewezen. Wij achten deze opmerking een compli» ment voor dc Christelijke vakbeweging te zijn; maar ten aanzien van het N.V.V. zou men denken aan het spreekwoord: de vos, zijn haren en zijn streken. (Bulten verantwoordelijkheid der Redactie). i het i irlne- blad gebruik ht lk reeds een, teneinde sommige misstanden te be lichten en te trachten aan te toonen, hoe daar- e gewenschte verbeteringen aan te bren- We zijn aan sommige dingen, die ons na deel berokkenen weliswaar al eenigszins ge- geraakt door het van boven ar gegeven ianbevolen middel. „Aanpassing", doch nu komt. volgens de laatste berichten ons maar eer een nieuw monster belagen.- en wel In ;n vorm van de aangekondigde ..distributie tn bak- en braadvet" voor werkloozen. Wel Ja! er kan zeker nog wel een schepje bü? Toonden we In een vorig schrijven aan. de n trniengde margarine. zooiets van knauw, zoo geen doodssteek beteekende den margarlnehandel. de winstmarge van product ls sedertdien voor den detaillist weer verslechterd, doch voor de t brikan- Nu bovendien ni Wat een schr egen.stellingen w< ers omhoog' Bultenlandsche de vet-affalre! ïende, onverantwoordelijke den er toch te voorschijn de vetprijzen loopen de niet atul- ernde gul- dstoffen, zv den etc., worden door fabrikanten genoemd als reden tot deze verhooging. Maar waarom dan die abnormaal hooge hef fing niet wat verlaagd? Of moet dat deel van het "publiek, dat niet van deze distributie kan proflteeren, het gelag beulen voor deze gredkoope verstrekking? En d i detaillist maar weer zonder winst en met verlies van omzet genoegen nemen? Is de maat nog niet vol gemeten? Moeten we nu In e:n dergelijk afmaak- systeem housch zonder meer nog langer be rusten? Voor den margarine-menger la elk ïf zoo goed als verkeken! we hebben wel een nieuwe detall- lTde fabrikant is door zijn positie gesteld voor alle mogelllue afbras li jn gemengd product aan to bieden. dochberekent den klant den menger volgens het (door de N Z.C. beschermde) t de hoogst mogelijke prijs.' (buiten den bonaflden, zaakkundige langhebbenden handel om) Is ontwoi indien het gelukt deze In werking M. de R.l Welke stemming wordt op deze O ja! we krijgen de vestigingswet! helaas chter zonder het door zeer velen begeerde ehoefte-element, dus m.a.w: Heb je kapitaal* Ja' Allright, de kennis kan er bij gekocht wor- gevolg nog maar wat gelegen heid voor grootere lichamen. We gaan de verkiezingen weer tegemoet •rozrama zijn opgemaakt en wereldkundig ge- rorden. Hou vast aan het beginsel! Ben Ik 100 pro ent voor! maardat beginsel sluit ln alch at de Overheid een dienende taak heeft voor et geheele volk: wa-3 van alle bijkomstig ge- n op deze dingen en :uchtlge medewerking. DE RIJMPRENT VAN BOUTENS Het spijt me. dat U ln Uw driestar „Onjuiste slotrede" van 19 Jan 1.1. niet vermeldde dat de WeTkendlV" De" We r k"!'n'c.6" met'de toevoeging dat deze !s een warm voorstander van de v-fle school met den Btlbel. Als U dan ook vraagt: „Waarom werd dan de Schoolstrijd gestreden?" dan voel Ik dit als een verwijt, re dieper, omdat lk een zoon van een voortrek, ker ben. die dien strijd en dat onrecht heeft gevoe-d en geleden. Als leerling der Christelijke School In de tarti tlger jaren herinner lk mt) drie schrilfvoorbeel- d ..Vreest God. ee"t den Ko ng- eld c „Allo zH de ..Mei t)n dan den men die drie pöiera er vast Ingeheid! Wat was dat ln dien tUd vsn dle(n) schoolmeester(s) wils gezien. Zo0 werd ln dien tlld van smaad, hoon. verdrukking en onrecht, op school- en kerkelijk gebied het hart der kinderen van den revolutionairen haat vrij gehouden en geleerd de absolute aouverelnltelt Gods, Uit dien tijd herinner lk mil. dat de eerwaarde Dom Ploos van Amstel ln Friesland werd „Vader Ploos" genoemd onze school bezi en naai aanleiding van de schrijfles: „Alle zU de machten over haar gesteld onderwon een leerling vroeg: „Geldt dit altüd?" en ie, bij m|j komt n u wel schoot het scnoolhe- motlef genoemd ren, te verguizen en bespottelijk te maken. Haar een kaakslag gegeven wel niet. maar tocb Haar zeer onbeleefd bejegend. Toen de gemeen tebode met zijn pakket rcgeerlngsriimprenten weer b(J m|l terug kwam met de boodschap: „Geweigerd door het Hoofd namens het School bestuur". dacht lk aan Davids knechten, die met afgesneden kleeren b(j hem terug kwamen na het verrichten van hun vredelievende bood schap Toen werd miln besluit tot beschikbaar stelling ten Gemeentehuize genomen, en open baar bekend gemaakt, terwijl het met r e d e- omkleed werd. Uw slot. dat het School lof der zien. Elke 2 ka t Reget lk ln s 1 g licht 1 eigei als ngsbesluit 1 :rlng a mti als 1. of wil men, verzocht was. meen Ik. dat niet van re volutionaire smetten, zij hét ongewild, vrfl Is. In dit geval heb lk ine niet schuldig ge maakt aan het ingrijpen in de rechten van het schoolhestuur. als „souvereln In e'gen kring". W ti moeten oppassen geen smet op ons rein vaandel te werpen, al wordt rot leid e Da 1 Ove-heid omlaag, ïsvaalsche zegswtlse. nooit. Z11 Is en bljift Gods dienares, die 3 om Gods wille zullen b UI v e n e e zie lk deze dingen als geloovlg Chris! burgemeester. W. BEUKENKAMP, e d a c 11 e. Het is dul- nkamp nl langer dan 35 jaar der van het b(1zonder onder- ce gedachte aan persoonlflke ons was t»-wül we ook de Irhaar achtten. NatuurlHk r)1g kenden, maar dat hebben wü onwillekeurig verzuimd. Overigens onthouden w(J ons thans van een sndersehrlft: wH meenen. dat ens betoog ge handhaafd kan bltiven en wanneer een plaatse- IHk orgaan onze driestar In z|1n gehe®! „op rebrulken «schreven DANKBETUIGING Het bestuu- der Herv. Evangelisatie „Ebon- Haözer" te Vledder. wil nog hartelHk dankzeg gen allen, die een gave gezonden hebben voor het Keistfeest in Vledrterveen (Drente). Daar sommigen geen adres van afzender vermeld hebben, komen wü door middel van dit blad. onzen op'echten dank brengen. Van enkelen ontvingen w(| kleedin gstul< leen die ook ze^r 'eld de kindei Het 5 nlng geweest zlln de bltlde gezlehten der kinde ren en der ouders te zl-n. Aardige dingen we-- den door ons ontvangen. Zoo verblHdde ook Iemand ons met eenige hulshoiidelflke artikelen, welke spoedig onder enkele der armste mon- «chen verdeeld werden Ook de hewone-s van d« Iftggenhut (onlangs ln h®t Zondagsblad afge- •ïeeld) hehhen daarvan ontvnngon Wil kunnen weinig doen voor de vele behoeftige gezlnn-n. Gaarne bevelen wü ook In de toekomst dit werk b|i U aan ellen die let» doen willen voor de stoffelHke en geestelllke nooden van de be- wone-s van Vledlerveen. Postgiro 184652. Namens het Bestuur van bovengen. Evang. H. VAN RHEENEN. Evangelist .Vledder Jan. 1937.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 3