l& I
1
Pi
1
u
tv
13
a
li
s
i
Ei
m
k
k
k
SCHOOIERTJES KERSTFEEST
De eerste kerstklokken hebben gejubeld over de
wijde stad. Galmend en kleppend noodden ze de
menschcn tot komen, te aanbidden den lieer van
't heelal, Die kwam als een hulpeloos kind.
Nu zwijgen ze stil. En aandachtig luisteren do
scharen naar de bekende boodschap van het oude
wonder van Bethlehem. Zij danken devoot in hun
zangen en beden den Vader voor Zijn groote gave,
Zijn eenigen Zoon.
't Feest is begonnen
Maar voor de kampmenschen niet Ook daar in
't rommelige, rookerige kamp van de wagenbewo
ners hebben de klokken geklonken en geroepen
tot komen.
Maar wie zou ze dóór ihooren?...
Rumoerig scharrelen havelooze schooiertjes aan
de ingang rond, schreeuwend en kakelend. Zo
wachten op 't komende Kerstfeest: 't Kerstfeest
van de Zondagsschool.
„Seg jö, souw-die nie komme?"
„Nauw, die meneir het 't toch fammorrege geseg,
toe se hier ware, om te singe".
„Wie dan?"
„Nauw, die meneir, die 't broowd gebroch het,
sèè 't oowk. Weejt je dat nie?"
„Wat seej-die dan?"
„Nauw, dat-ie ons kom hale; om kwat foor-
twalef!"
„Ik sic 'm! Ik sie 'm!"
„Wa dan?"
„Kèèk, dat is-tie!"
.Nietes, aaklige krentemik! jaj lieg!"
„Seg, jaj bin gek! Seg dat nog es!"
Met z'n schouder schokt ie tegen de scheldende
jongen klets! een klinkende klap! „Vóole me
nus! Leejleke siguiner! Mot je mèèn nog es
öötschelde foor krentemik!?"
Baloorig door het wachten uiten ze hun overtol
lige energie in een kakelende twist. Daar stuiven
ze de hobbelige straatsteenen over, zetten elkaar
nis razenden achterna.
„Chaa je wog, siguiner! vööle manvis!
Moor olie op de vlammen. De „manus" is nu vlak
achter hem. Met schielijk-schuwe hoofdbewegin
gen houdt hij z'n achtervolger in de gaten.
Wacht! Hup! Boem! Daar wipt hij met een
wilde sprong op een van de leege zandschuiten in
de vaart. De breede, lögge boot deint dobberend
op en neer, bonkert botsend terug tegen de stec-
nen en klotsend klakt 't water tegen de kade.
Die sprong wordt Gijs' ongeluk. Voor hij opkrab-
helt, zit de meedogenlooze „manus" boven op
.hem. Wild wiebelend schommelt de schuit, rukt
aan de rekkende, trekkende touwen. Klets! klats!
rechts! links! raak regenen kletsende klappen
neer op de rug van Gijs, die onder ligt.
Maar als een bezetene schopt de schavuit van
zich af, raakt waar hij meppen kan tegen de
schenen van z'n verwoede vijand. Waakzaam
wijkt die nu wat achteruit. Plots grabhelgraait
hij een paar vuisten vol modder en zand bijeen
en
Ineens zijn ze stilRrrrtf-tf-tfrrr!
Als schuwe hazen spitsen ze hun ooren
„Jö! de pliessie! de moowtorpliessie!Bukken.
Plat op hun buik kruipen ze broederlijk saam
tegen de koude, zanderige zijkant van 't wiebe
lend vaartuig.
„Höo je gesig!" snauwt Carlo, de zigeuner. On-
noodigc aansporing: „Höö je èège!" Roerloos
wachten ze. Daar komt ie al. Rrrrtfff.tik!
O wee! de motor staat stil.
„Manus" is een onder wagenmenschen veel
gebruikte scheldnaam voor Zigeuner.
Bewcegloos liggen de schuwe schooiertjes tegen 't
ijskoude ijzer. Hun kibbelarij is vergeten. Hun
spieren zijn trillend gespannen. De pliessie!! Zo
hooren al een statige stap, een streng gebiedende
stemze voel al de doorknijpende tikken niet
de gummistokOf zullen ze mee moeten
En 't is kerstfeest!
Maar er komt geen platte pet. OfMet in
gehouden adem luisteren ze toe.
„Zouwe ze„Stt! hóó je stil!"
Dan wachten ze weerluisteren naar iedere
stap en stem't Wordt ze haast to machtig.
Rrrrrrrrrtuff-tuf-tufNee hoor! daar
gaat ie weer.
Eindelijk luistert 't bleeke zigounertje: „Zóówe
die goowzers 't niet in de smieze gehad hebbe?..."
Gluipend-voorzichtig gluurt de ander over do
schuitrand. „Blèèf ligge, Gèès, azzc omkèéke, dan
zèène me zuur!"
„Da hep je 'm! Daar is-tie! Eej! Huij! Huij!
Luid gejuich en geschreeuw ineens aan de over
kant bij 't kamp, dat davert van 't joelend getier.
Schel schatert 't schreeuwen over de haven en
echoot terug tegen de hooge fabrieksgebouwen
van de vetsmelterij aan de overzijde van do
vaart, „De meneir van 't Sondagskoowltje! Fooi'x
kersfees!"
Van alle kanten schieten meer kinderen toe.
„Meneir! Meejster! Mag ik oowk meej?" smeeken
kleine hummels met vuile ongewasschcn snoet-
Moeders met hangende haren verward om haar
hoofd brengen haar kroost. Een troep kaartende
kerels staken even hun spel. „Goet oppasse, Tjap-
ko, hoor! En je netties gedrage! Passop! Mc-
nier, as-tie lastig is, smèèt j'em d'r ma gerus ootl
Dan geef ik em wel op s'n kanus!"
Langzaam, met kort, nijdig-tjungelcnd belgerin
kel schuift een tramwagen voorbij de gevaarlijke
bende.
„En nóó goet op je klèène broertje passé Hier,
Koowbus! hier! Bèè meka bleève!"
„Meneir! 'k wöó je *s effe wa vragc! Hoe laat
gaat 't oot? Om kwat oowver cejn? Oow, ja
siet u, om tweej uur motte de kindre in de stut
weejze. Da hebbe ze oowk kersfees. Ma dan kenne
ze toch nog wel op tèèd komme!"
„Demk-ter-om, koowbussie, drek tööskommc, oor!"
Daar gaan ze. Een wonderlijke, wilde troep.
Ravottend stormt een groepje jongens vooruit.
Moederende meisjes trekken de kleineren n>eo
aan haar hand. Achteraan sloffen een paar groo
teren. Eigenlijk vinden ze zich te groot bij al dat
grut. Maar als je nou mag
Twee zigeunerjongens vormen de achterhoede.
Eén, met zijn veel te groote scheve pet, die tot
over z'n ooren zakt, dampt stevig een sigaret. Zijn
lange pikzwarte sluikharen steken tot over z'n
jaskraag onder de zafekerige pet vandaan. Wijd
sloebert de veel te lange broek om z'n magere
beenen. Onder de jas uit hangt de rafelige voe
ring. Z'n donkere scheefliggende kleine oogen
tintelen. Grappig grinnikt ie om een lolletje, dat
z'n maat in z'n radde taaltje verkoopt. In z'n
bruine, vuile gezicht schitteren twee rijen witte
tanden.
Gijs en Carlo wagen 'hun koppen ook weer uit
de schuit te steken, loeren naar alle kuntcn langs
de kade.
„Ze zèène weg, die dooie dienders. Komma".
Neen, ze denken niet aan hun kiftcrij van daar
straks. Ze klauteren op de kant, kloppen gedien
stig 't zand wat van eikaars klccren en met een
stevige stomp draven ze naar de voorhoede.
Ineens houden ze halt.
Waar de kampmenschen wonen.
4
„Weet jaj, wa me heejn motte, Gèès?"
„Ja jö! Ga ma mè mèèn meej!"
Anderen zwermen rond den leider, belegeren hem
met hun vragen.
„Meneir, wa krèège me nauw? Snoep? Oowk
krentebroowd?"
„Ja, eej!en krèège me oowk speejlgoct
De meegebrachte tasschen toonen duidelijker nog
dan woorden, wat ze verwachten.
Hopen ze werkelijk, dat die vol zullen worden?
Enfin! je moet op mogelijke meevallers berekend
wezen, en als je met zooveel kapers op de kust
geen bergplaats bij je hebt
„Dag, baas!" Een groote, ruige, roodharige sproc-
tenkop komt plots vlak naast den leider.
„Ah, Bart! kom jij ook eens weer mee?"
„Ja baas. Krèège me oowk fillem? Ach baas, dat
sien ik soow graag!"
Een breede grinniklach trekt over Bartje's onnoo-
zele gezicht.
„Zoo, wou je dat zoo graag?"
„Veul liever as 'n verhaaltje! Neej fertelle da's
niks. Da fal ik soow baj Ln slaaip. Op schoowl
oowk. As-te Meejster gong fertelle, gong ik maffe,
zoow ma. Eejn keer het ie me wakker motte
make, toe de schoowl ootgong. Krèège me nauw
'n fillempie? Ja baas?"
„Ja hoor! jullie krijgen ook film, fijne plaatjes
Is dat goed?"
„Haaa! heuj!" juicht de heele bende.
„Nauw, wat hep ik jullie geseg? Ik hep 't an 'm
gevraag. En nöö doet-ie 't oowk. Waar baas?"
Derzulken is het Koninkrijk der hemelen?
„Maak het den Meester niet moeilijkzeiden
Jezus' discipelen, toen moeders hun kinderen tot
Hem wilden brengen.
Wat zullen déze? Zullen ze luisteren? En waar
om dan nóg?......
Maar Jezus ziet anders, oordeelt anders: „Laat zo
tot Mij komen!" „De Zoon des mschen is geko
men, oan te zoeken en zalig te maken, dat verloren
Langzaam sukkelt de stoet door de miezerigo
motregen. Pletsende kinderstappen spetteren in
de modderplassen; sjicpend sjokken ze voort in
hun doorweekte, stukkende schoenen. Stakkers!
Of niet? Hoor ze schateren en juichen van jonge,
luidruchtige feestvreugde
Haastige voonbijgangers, diep 't hoofd gebogen
in jaskragen en bontmantel staan stil even: Wie
zijn diat? Meelijdend schuddon ze 't hoofd over do
stakkerige troep. Even schrijnt het scherpe con
trast in hun hart.
Dan haasten ze zich weer voort. Een vluchtige
indruk nemen ze mee van armzalig, zielig kinder
leven. Huiverend, meer nog dan straks, vervolgen
ze hun wegom te vergeten?
Wie zal willen helpen?
In het lokaaltje is het een daverend geraas van
kleppende klompen en schuivende stoelen op
planken vloer, en stemmenwirwar.
Schreeuwende meisjes commandeeren over zus
jes en broertjes. Plak! op een stoel! „En nóó slil-
zitte!"
Kwasi-vechtende jongens lawaaien. Bom! Ramme
lend rettclcnd stommelt een stoel ondersteboven!
In de zaal worden flikkerende lichtjes aangesto
ken.
Oa! Kèèk de kersboom! Wat 'n groowte! Wat 'n
moowje balie!"
'11 Klein lucifersvlammetjc springt van 't een op
't andere kaarsje. Knip-knip! 't clcctrischc licht
gaat uit.
Onrustig nog, als onwennig in die roezemoezige
drukte, wapperen de schitterlichtjes en spreiden
een wonder-geheimzinnige, toch-feestelijke schijil
in 't kleine zaaltje.
„Ik hep oowk kaarsies, kèèk baas!"
Een klein spichtig springertje, bleek met blauwe
kringen onder de groote, blauwe kijkers, met een
wijde, rafelige jas en een kort broekje, waar stok
kerige spillebeenen onderuitsteken, toont in z'n
vuile knuistjes vijf kleurige kurketrekkerkaars-
jes. „Die mach U der oowk bèè hebbe!"
Genietend glundert hij, als de zijne ook branden.
Gepakt door 't wondermooie, wipperende schitter-
liclit. zakken ze allen nu neer op een eigen
plaatsje. Hun praten wordt rustiger. Een andcro
feeststemming komt
Zijn er onder die armoedige menschjes ook met
een hartje, dat vraagt naar den helpenden Hei
land, van Wien de Engelen zongen in 't Jicht van
de kerstnacht?
Misschien geeneen!
Maar de Koning zegt: „Dwingt zo om in te gaan,
opdat Mijn Huis vol worde!"
,,'t Was nacht in Bethlems drcveni, een schoono
stille nacht. En trouwe herders bleven bij hunne
kudde op wacht"
Rustig-zacht, na een paar stillende woorden voor
af, dwingt de stom van de leidster de lieele troep
tot luislcren. Ingespannen-stil, met open mond en
opgeheven gezichtjes, kijken de kleinen naar de
dame, die daar voor hen zingt.
Mooi is dat!
Dan: Stille nacht. Een paar grooteren neuriën
mee.
Nu vouwt de juffrouw haar handen: biddenl
SCHAAKRUBRIEK
Redacteur: W. J. H. CARON, Jacob Marisstraat 42,
Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon
dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres
te richten.
Probleem No. 525
,no. 5 van den wedstrijd)
tó:,.
Wit begint en geeft in twee zetten mat.
Wit (9): Kc8, Dh3, Tc8, Lat, Pa7, Pe6, pi. dt ct,
g7.
Zwart (10): Kd6, Db8, Tb7, Tg6, La2, Lc7, PaS, pi.
a5, e7, ht.
Gevraagd sleutclzet en varianten.
Probleem no. 52C
(no. 6 van den wedstrijd)
B
gijii
ff V
a
1§
V
mm,
MP
n
a 1
SU
PI
PjpP
fr
§J
A j
0
jjp
gj
Wit begint en geeft in twee zetten mat.
Wit (12): Kgl, Dg3, Lb7, Lc7, Pa6, Pe5, pi. b3, b5,
d7, e3, 13, f5.
Zwart (9): Kd5, Tc7, Tg8, LdG, Lh7, Pc6, Pgt, pi.
ibt, f6.
HLcsr worden de varianten niet gevraagd.
OPLOSSING van probleem no. 521
(No. 1 van den wedstrijd)
Wit (8): Kf5, De3, Tb<'., La2, Pc7, pi. bt, d5, e2.
Zwart (7): Kct, Pb3, Pf2, pi. at, c5, dG, 16.
Mat twee zetten.
Sleutelzot: 1. Pc7b5.
Varianten:
L KctX'bt; 2. Defl—c3 mat.
KctXdfr; 2. De3e6 mat,
1. at—a3; 2. De3Xb3 mat
1. c5Xbt; 2. Dc3dt mat.
1. P speelt; 2. Dc3et (of DX^t) mat
Derhalve vijf varianten.
iOiPLOSSING van probleem no. 522
(No. 2 van den wedstrijd)
Wit (12): Kol, Df3, Tb5, Tc3, LbC, Pd6, Pg6, pi.
a3, b2, c5, d3, f5.
Zwart (9): Kelt, Tat, Tht, Lg8, Lh8, Pc6, pi. ct,
e7, h3.
Sleutelzet: 1. D13—dl.
Hier zijn de varianten niet i
Voor ik ertoe overga de namen en prestaties uer
oplossers te vermelden, geef ik hier enkele nadere
mededeolingen over de oplossingen. In enkele
weken tijds heeft de post mij met een kleine hon
derd inzendingen verrast, waarvan ik mag zeggen,
dat ik ze alle nauwkeurig nagezien heb. De deel
name en geestdrift waren boven elke verwachting
En met genoegen heb ik mij ertoe gezet, een ieder
hot zijne te geven, maar... ten laatste was mijn
gevoel niet ongelijk aan dat van een Lucullus, die
wat veel van een 'ievelingsspijze genoten heeft.
Ik doe dus een beroep op de welwillende mede
werking der lezers en verzoek hun vriendelijk cn
met eenigen aandrang: een briefkaart (al of niet
in omslag) te gebruiken, niet den stand der pro
blemen te vermelden, de oplossingen te geven
naar bovenstaand voorbeeld (zonder den stand),
de briefkaart in de „hoogte" (dus korte regels)
te beschrijven, en ten slotte geen 3-cts postzegel
te gebruiken, want dan belt de post tweemaal.
U begrijpt wel, waarom.
Het gebruik van korte notatie is toegestaan, mits
geen onduidelijkheid ontstaat. Bij toren- en paard-
zetten direigt dit gevaar 90ms.
Voor probl. no. 521 kan men maximaal zeven
punten verkrijgen, zoo men sleutelzet en varianten
goed heeft. Bij enkele oplossers was dit wel het
geval, maar bovendien gaven zij een variant, die
niet deugde. De koning stond niet mat! Wat moeet
ik doen? Daar ik over dit geval niets meegedeeld
had, schoot mij niets anders over, dan het maxi
maal aantal punten toe te kennen. In de toekomst
zal ik met onjuiste varianten evenzoo handelen:
doen, alsof ze er niet zijn. Dit is, waarde lezer,
intusschen geen wenk, een lawine van zoogenaam
de varianten, daar het geen kwaad kan, uit ie
storten! WeHriobt zou het toch kwaad kunnen, al
is het niet voor U...
Daar liet begonnen is om verschillende matzetten
te verzamelen, kunnen alle varianten, die niet tot
een nieuwen matzet leiden, weggelaten worden.
Voeren vcrscliillcndo varianten tot denzelfden
matzet, dan kieze men or slechts één uit.
Er nu volgt de eeiste eerelijst. Staan er geen
punten opgegeven achter een naam, dan beduidt
.«co het maximum aantal punten behaald is
Til. 2.5.2. Degenen, die nul punten verkregen, wor
den niet vermeld.
Goede oplossingen ontvangen van: J v d Ber~
Zwijndrecht; S. Bersma, F. I. v. Bloais, J. v. Bok-
kem A. Borstlap, J. A. v Donkelaar, P v Gemereu
/n i?' y' 2,)' J' L' Go"man (2, 3, 2), A. de Groot
2), J. v. Hemert, H. v. d. Heuvel (2, 3, 0) J.
Hofwegen, G. Hollciman, R. Jansen, C. W. Kalk
man, R. D. v. d. Kooij, B. P. Loeve (2, 2, 2), W.
J. Loeve. C B. v. d. Meeberg, A. Poldervaart, A.
J. de Ruyter, C. v Santen (2, t, 2), F. A. v. San
ten (2, t, 2), K. Schippers (2, 5, 0), Chri. Steen
berg, E. P. dc Visser (0, 2), Th. Visser, B. v. d.
Zouwen, allen te Rotterdam; A. v. d. Bijl (2 t, 0),
Dc Lier; J. Blokland, J. A. Bogert, Gouda; C.'
Bode (2, 3, 2). Bolnes; W. J. de Bruijn (2, t 0)
C. Hagen, S. P. de Wit (2, t, 2), Bodegraven; J.
de Bruijne, Slootdorp; L. Brunt, J. Koomans'(2
3. 2), M. Opbroek, B. Postmn (2, t. 2), G. A. Re-
meijn, Jac. Ricdé, H. C. J. Spier, M. J. v. Steenes
(2, 0, 2), J. E. Stoffels, allen te Den Haag; Adr.
Cappon, Cadzand; J. A. v. Dillen (2, 3, 2), G. W.
Post (2, 5, 0), Zuilen; L. A. v. Duin, Dordrecht; J.
Eisenga (2, t. 0), Lisse; P. Fase (2, 2, 2), M. Vijf-
vinkei (2, 3, 0), Barendrecht; C. J. Heemskerk 2,
3, 2), Ter Aar; G. G. den Hollander, D. Hoog-
fitrate, E. J. Ouwcneel (2, 1, 0), Harderwijk; A.
Haas Jr., A. Roskam (2, t, 2), M. Versluis (2 i. 2),
Schiedam; J. v. I-Iomert (2, 1, 2,), Hekenriorp; a!
Huizer (2, t, 2), A. v. Rooijen (2, 5, 0), Rhoon; H.
IJzerman, A. Mouzclaar, Papondrecht; C. W. Kie-
boom. Werkendam; W. Kok (2, t, 2), G. Schaap
(2, 3, 2), Spakenburg; R. Kool (2, 3, 0), Hillegom;
P. Kuyper F.zn., Hilversum; P. Lindhout 2),
Noordwijk-Binnen; D. de Mos, Naaldwijk; G. F.
Muller, Almelo; J. H. J. Niolcn Jr., Utrecht; Th.
F. Pieters (2, t, 2). Zeist; J. Ruytenburg, Axel; J.
A. Scheepmaker. Noordwijkerhout; B. Schippers
(2, 0, 0), Ridderkerk; mej. M. v. d. Slikke (2, 3, 2),
Breda; D. A. Toni, Vlaardingen; C. v. Venetië (2,
t, 2), Leiden; A Verduyn (2, t, 2), Honsclersdijk;
E. P. Verhagen (2, 2, 2). Delft; Sj. Wynu (2, 2, 2),
Slikkerveer; D. Zemel, Leimuiden.
o dit.maal het maximum niet bereikt heeft, geve
den moed niet opl
CORRESPONDENTIE
Zoo men weet, kunnen tot en met 28 December do
oplossingen der problemen 523 en 52t ingezonden
warden. liet poststempel beslist erover, of de in
zending op tijd is.
B. P. te Den Haag. Dank voor probleem. Hebt U
geduld tot na den wedstrijd?
J. A. S. te Noordwijkerhout. Indien dat ook gaat,
Js het een novcnoplossing.
Mej. M. v. d. S. te Breda. F.en dual is een variant,
waarin wit op twee manieren mat kan geven, een
ontsiering van het probleem.
DE RUILBEURS,
BOVEN-HARDINXVELD
Ten dienste van de lezers der Ver. Chr. Pers
Het nieuwe Bussink-album Is verschenen. Deze
keer wordt dc provincie Utrecht behandeld, "t Is
de tiende album in dc „Mijn Land"-serie.
Hot boek biedt plaats aan 100 kleine en 2 groote
platen. Voor de groote platen moeten voor eik t
kleine plaatjes ingezonden worden. P:aatje= van
vroeger verschenen albums kunnen ook hiervoor
worden gebruikt, 't Album is reeds verkrijgbaar
bij De Ruilbeure tegen 60 cent per stuk, franco
per post 70 cent.
Voorloopig mogen geen Klokzeepbons aangevraagd
worden.
Wil s.v.p. gr
Naam:
\dres:
Woonplaats:
Datum:
Voorwaarden:
1 Het is aan „De Ruilbeurs" de waarde der bons
cn plaatjes te bepalen.
2 Iedere aanvraag moet voldoende gefrankeerd
zijn.
3 Bij iedere aanvraag tot ^00 punten moet 15 ct.
worden ingesloten; tot 1000 punten 20 ct. (aan
postzegels).
4 Als het gevraagde niet in voorraad is, wordt
Uw aanvraag genoteerd en deelcn wij dit mede
in ons Zondagsblad.
5 Uit voorgaand art volgt: vul steeds duidelijk
in van welk blad der V.C.P. (Rotterdammer,
Nieuwe Haagsche Courant, Nieuwe Utrechtscho
Courant, Nieuwe Leidsche Courant, Dordtscli
Dagblad) U lezer is.
6 Stuurt U tc veel punten, dan kunnen die ge
boekt blijven tot een volgende zending.
De waarde der bons is als volgt: Bussink 8, Coe-
lingh 3, D-E 6, v. Delft 10, Dobbclman t, H-0
Droste 20, Hagzegcls 8, Haust 5, Hille 8, Holl. Zw.
Weegsch. 3, van Houten (tijdschr. bons) 30, Paul
Kaiser 6, Klaverblad 8, Klokzeep 10, Kwatta 3,
Lever's zeep 20, van Nelle t, Patria deel I 10,
deel 2 15, Pette 10, Pleines 3, Rademaker 3, Sickesz
3, Verkade oude albums 2, Torenkraai 3, Boerderij
t. Waar Wij wonen 10, Wascholinc 2.
Wie heeft voor ons Kwatta winkelierbons?
Boerderij-bons nemen we niet meer aan!
CORRESPONDENTIE
Mej. N. B. te Groot-Ammers. U krijgt 37% Vim.
Mevr. J. P. T. te Rotterdam. De puntentelling
klopte niet. Totaal 367 pt. Daarom ontving U min-
der dan U vroeg.
A. J. N. te Delft. Gedeeltelijk verzonden, het
overige genoteerd.
S. J. C. te Zaltbommel. Er wordt 86 Waar Wij
Wonen gereserveerd.
H. v. d. S. te Zaandam. Tot 1000 pt. 20 ct. We
zien nog 20 ct .tegemoet. U krijgt er 817.
J. H. te Vlaardingen. 95 Kwatta genoteerd.
II. S. te Den Haag. Hebt U 't ontvangen? t92 pt.
P. C. N. tr Hillegersbcrg. 95 Bussink genoteerd.
Wilt U zelf de no's bij de fabriek aanvragen.
C. B. te Werkendam. 25 Vim 13 Klok geno
teerd. Wacht U nog even op die platen?
J. v. W. tc Rotterdam. 00 W.W.W. genoteerd.
A. T. te Zuid-Beyerland. We zullen 76 Patria deel
2 sturen. Ze karnen haast nooit in, dus zult U
wel geduld moeten hebben.
L. B. te Spakenburg. Alles is gedeeltelijk gezon
den en genoteerd. 157 pt over. Wilt U de'bescha
digde plaatsjes terug?
A. L. B. te Rotterdam-Zuid. 110 Bcnifo genoteerd.
ALBUMRUIL
De heer W. van Buuren, Tusschen de Dennen 3,
Zeist, biedt te koop aan: Langs do Zuiderzee 2.—;
Mijn Aquarium 1.75; Texel 1.75; Vetplanton
1.75; Bloemen cn haar Vrienden 1.75. Toezen
ding volgt na storling op gironr. 91027.
POSTZEGELNIEUWS
Tot nu toe ontvingen we heel weinig gebruikte
zegels. Toch verwachten we nog steeds van ieder
een kleine bijdrage. Vooral nu U weer zooveel
post krijgt aan het begin van het nieuwe jaar, is
er gelegenheid een duit in het postzcgclzakje te
doen van het Rotterdamsche Comité.
Postadres: De Ruilbeurs, Hardinxveld.
Wist U dat?
Bij een 6-jarigen jongen op Nieuw-Zeeland liggen
hart, maag cn lever aan de verkeerde kant van
het lichaam, terwijl overigens alle organen volko
men normaal zijn en de jongen kerngezond is.
Ten tijde van Linnaeus dacht men dat er slechts
1100 diersoorten op aarde zouden leven, terwijl
er nu reeds pl.m. tOO.OOO bekend en beschreven
zijn. Er bestaan alleen reeds 280.000 soorten in
secten, waaronder 120.000 soorten kevers en 50.000
vlinders. Er zijn 12.000 vissoorten bekend, waar
onder slechts 300, die in zoetwater leven.
Dc tong van een giraffe is bijna een halve meter
lang.
9