l& I 1 Pi 1 u tv 13 a li s i Ei m k k k SCHOOIERTJES KERSTFEEST De eerste kerstklokken hebben gejubeld over de wijde stad. Galmend en kleppend noodden ze de menschcn tot komen, te aanbidden den lieer van 't heelal, Die kwam als een hulpeloos kind. Nu zwijgen ze stil. En aandachtig luisteren do scharen naar de bekende boodschap van het oude wonder van Bethlehem. Zij danken devoot in hun zangen en beden den Vader voor Zijn groote gave, Zijn eenigen Zoon. 't Feest is begonnen Maar voor de kampmenschen niet Ook daar in 't rommelige, rookerige kamp van de wagenbewo ners hebben de klokken geklonken en geroepen tot komen. Maar wie zou ze dóór ihooren?... Rumoerig scharrelen havelooze schooiertjes aan de ingang rond, schreeuwend en kakelend. Zo wachten op 't komende Kerstfeest: 't Kerstfeest van de Zondagsschool. „Seg jö, souw-die nie komme?" „Nauw, die meneir het 't toch fammorrege geseg, toe se hier ware, om te singe". „Wie dan?" „Nauw, die meneir, die 't broowd gebroch het, sèè 't oowk. Weejt je dat nie?" „Wat seej-die dan?" „Nauw, dat-ie ons kom hale; om kwat foor- twalef!" „Ik sic 'm! Ik sie 'm!" „Wa dan?" „Kèèk, dat is-tie!" .Nietes, aaklige krentemik! jaj lieg!" „Seg, jaj bin gek! Seg dat nog es!" Met z'n schouder schokt ie tegen de scheldende jongen klets! een klinkende klap! „Vóole me nus! Leejleke siguiner! Mot je mèèn nog es öötschelde foor krentemik!?" Baloorig door het wachten uiten ze hun overtol lige energie in een kakelende twist. Daar stuiven ze de hobbelige straatsteenen over, zetten elkaar nis razenden achterna. „Chaa je wog, siguiner! vööle manvis! Moor olie op de vlammen. De „manus" is nu vlak achter hem. Met schielijk-schuwe hoofdbewegin gen houdt hij z'n achtervolger in de gaten. Wacht! Hup! Boem! Daar wipt hij met een wilde sprong op een van de leege zandschuiten in de vaart. De breede, lögge boot deint dobberend op en neer, bonkert botsend terug tegen de stec- nen en klotsend klakt 't water tegen de kade. Die sprong wordt Gijs' ongeluk. Voor hij opkrab- helt, zit de meedogenlooze „manus" boven op .hem. Wild wiebelend schommelt de schuit, rukt aan de rekkende, trekkende touwen. Klets! klats! rechts! links! raak regenen kletsende klappen neer op de rug van Gijs, die onder ligt. Maar als een bezetene schopt de schavuit van zich af, raakt waar hij meppen kan tegen de schenen van z'n verwoede vijand. Waakzaam wijkt die nu wat achteruit. Plots grabhelgraait hij een paar vuisten vol modder en zand bijeen en Ineens zijn ze stilRrrrtf-tf-tfrrr! Als schuwe hazen spitsen ze hun ooren „Jö! de pliessie! de moowtorpliessie!Bukken. Plat op hun buik kruipen ze broederlijk saam tegen de koude, zanderige zijkant van 't wiebe lend vaartuig. „Höo je gesig!" snauwt Carlo, de zigeuner. On- noodigc aansporing: „Höö je èège!" Roerloos wachten ze. Daar komt ie al. Rrrrtfff.tik! O wee! de motor staat stil. „Manus" is een onder wagenmenschen veel gebruikte scheldnaam voor Zigeuner. Bewcegloos liggen de schuwe schooiertjes tegen 't ijskoude ijzer. Hun kibbelarij is vergeten. Hun spieren zijn trillend gespannen. De pliessie!! Zo hooren al een statige stap, een streng gebiedende stemze voel al de doorknijpende tikken niet de gummistokOf zullen ze mee moeten En 't is kerstfeest! Maar er komt geen platte pet. OfMet in gehouden adem luisteren ze toe. „Zouwe ze„Stt! hóó je stil!" Dan wachten ze weerluisteren naar iedere stap en stem't Wordt ze haast to machtig. Rrrrrrrrrtuff-tuf-tufNee hoor! daar gaat ie weer. Eindelijk luistert 't bleeke zigounertje: „Zóówe die goowzers 't niet in de smieze gehad hebbe?..." Gluipend-voorzichtig gluurt de ander over do schuitrand. „Blèèf ligge, Gèès, azzc omkèéke, dan zèène me zuur!" „Da hep je 'm! Daar is-tie! Eej! Huij! Huij! Luid gejuich en geschreeuw ineens aan de over kant bij 't kamp, dat davert van 't joelend getier. Schel schatert 't schreeuwen over de haven en echoot terug tegen de hooge fabrieksgebouwen van de vetsmelterij aan de overzijde van do vaart, „De meneir van 't Sondagskoowltje! Fooi'x kersfees!" Van alle kanten schieten meer kinderen toe. „Meneir! Meejster! Mag ik oowk meej?" smeeken kleine hummels met vuile ongewasschcn snoet- Moeders met hangende haren verward om haar hoofd brengen haar kroost. Een troep kaartende kerels staken even hun spel. „Goet oppasse, Tjap- ko, hoor! En je netties gedrage! Passop! Mc- nier, as-tie lastig is, smèèt j'em d'r ma gerus ootl Dan geef ik em wel op s'n kanus!" Langzaam, met kort, nijdig-tjungelcnd belgerin kel schuift een tramwagen voorbij de gevaarlijke bende. „En nóó goet op je klèène broertje passé Hier, Koowbus! hier! Bèè meka bleève!" „Meneir! 'k wöó je *s effe wa vragc! Hoe laat gaat 't oot? Om kwat oowver cejn? Oow, ja siet u, om tweej uur motte de kindre in de stut weejze. Da hebbe ze oowk kersfees. Ma dan kenne ze toch nog wel op tèèd komme!" „Demk-ter-om, koowbussie, drek tööskommc, oor!" Daar gaan ze. Een wonderlijke, wilde troep. Ravottend stormt een groepje jongens vooruit. Moederende meisjes trekken de kleineren n>eo aan haar hand. Achteraan sloffen een paar groo teren. Eigenlijk vinden ze zich te groot bij al dat grut. Maar als je nou mag Twee zigeunerjongens vormen de achterhoede. Eén, met zijn veel te groote scheve pet, die tot over z'n ooren zakt, dampt stevig een sigaret. Zijn lange pikzwarte sluikharen steken tot over z'n jaskraag onder de zafekerige pet vandaan. Wijd sloebert de veel te lange broek om z'n magere beenen. Onder de jas uit hangt de rafelige voe ring. Z'n donkere scheefliggende kleine oogen tintelen. Grappig grinnikt ie om een lolletje, dat z'n maat in z'n radde taaltje verkoopt. In z'n bruine, vuile gezicht schitteren twee rijen witte tanden. Gijs en Carlo wagen 'hun koppen ook weer uit de schuit te steken, loeren naar alle kuntcn langs de kade. „Ze zèène weg, die dooie dienders. Komma". Neen, ze denken niet aan hun kiftcrij van daar straks. Ze klauteren op de kant, kloppen gedien stig 't zand wat van eikaars klccren en met een stevige stomp draven ze naar de voorhoede. Ineens houden ze halt. Waar de kampmenschen wonen. 4 „Weet jaj, wa me heejn motte, Gèès?" „Ja jö! Ga ma mè mèèn meej!" Anderen zwermen rond den leider, belegeren hem met hun vragen. „Meneir, wa krèège me nauw? Snoep? Oowk krentebroowd?" „Ja, eej!en krèège me oowk speejlgoct De meegebrachte tasschen toonen duidelijker nog dan woorden, wat ze verwachten. Hopen ze werkelijk, dat die vol zullen worden? Enfin! je moet op mogelijke meevallers berekend wezen, en als je met zooveel kapers op de kust geen bergplaats bij je hebt „Dag, baas!" Een groote, ruige, roodharige sproc- tenkop komt plots vlak naast den leider. „Ah, Bart! kom jij ook eens weer mee?" „Ja baas. Krèège me oowk fillem? Ach baas, dat sien ik soow graag!" Een breede grinniklach trekt over Bartje's onnoo- zele gezicht. „Zoo, wou je dat zoo graag?" „Veul liever as 'n verhaaltje! Neej fertelle da's niks. Da fal ik soow baj Ln slaaip. Op schoowl oowk. As-te Meejster gong fertelle, gong ik maffe, zoow ma. Eejn keer het ie me wakker motte make, toe de schoowl ootgong. Krèège me nauw 'n fillempie? Ja baas?" „Ja hoor! jullie krijgen ook film, fijne plaatjes Is dat goed?" „Haaa! heuj!" juicht de heele bende. „Nauw, wat hep ik jullie geseg? Ik hep 't an 'm gevraag. En nöö doet-ie 't oowk. Waar baas?" Derzulken is het Koninkrijk der hemelen? „Maak het den Meester niet moeilijkzeiden Jezus' discipelen, toen moeders hun kinderen tot Hem wilden brengen. Wat zullen déze? Zullen ze luisteren? En waar om dan nóg?...... Maar Jezus ziet anders, oordeelt anders: „Laat zo tot Mij komen!" „De Zoon des mschen is geko men, oan te zoeken en zalig te maken, dat verloren Langzaam sukkelt de stoet door de miezerigo motregen. Pletsende kinderstappen spetteren in de modderplassen; sjicpend sjokken ze voort in hun doorweekte, stukkende schoenen. Stakkers! Of niet? Hoor ze schateren en juichen van jonge, luidruchtige feestvreugde Haastige voonbijgangers, diep 't hoofd gebogen in jaskragen en bontmantel staan stil even: Wie zijn diat? Meelijdend schuddon ze 't hoofd over do stakkerige troep. Even schrijnt het scherpe con trast in hun hart. Dan haasten ze zich weer voort. Een vluchtige indruk nemen ze mee van armzalig, zielig kinder leven. Huiverend, meer nog dan straks, vervolgen ze hun wegom te vergeten? Wie zal willen helpen? In het lokaaltje is het een daverend geraas van kleppende klompen en schuivende stoelen op planken vloer, en stemmenwirwar. Schreeuwende meisjes commandeeren over zus jes en broertjes. Plak! op een stoel! „En nóó slil- zitte!" Kwasi-vechtende jongens lawaaien. Bom! Ramme lend rettclcnd stommelt een stoel ondersteboven! In de zaal worden flikkerende lichtjes aangesto ken. Oa! Kèèk de kersboom! Wat 'n groowte! Wat 'n moowje balie!" '11 Klein lucifersvlammetjc springt van 't een op 't andere kaarsje. Knip-knip! 't clcctrischc licht gaat uit. Onrustig nog, als onwennig in die roezemoezige drukte, wapperen de schitterlichtjes en spreiden een wonder-geheimzinnige, toch-feestelijke schijil in 't kleine zaaltje. „Ik hep oowk kaarsies, kèèk baas!" Een klein spichtig springertje, bleek met blauwe kringen onder de groote, blauwe kijkers, met een wijde, rafelige jas en een kort broekje, waar stok kerige spillebeenen onderuitsteken, toont in z'n vuile knuistjes vijf kleurige kurketrekkerkaars- jes. „Die mach U der oowk bèè hebbe!" Genietend glundert hij, als de zijne ook branden. Gepakt door 't wondermooie, wipperende schitter- liclit. zakken ze allen nu neer op een eigen plaatsje. Hun praten wordt rustiger. Een andcro feeststemming komt Zijn er onder die armoedige menschjes ook met een hartje, dat vraagt naar den helpenden Hei land, van Wien de Engelen zongen in 't Jicht van de kerstnacht? Misschien geeneen! Maar de Koning zegt: „Dwingt zo om in te gaan, opdat Mijn Huis vol worde!" ,,'t Was nacht in Bethlems drcveni, een schoono stille nacht. En trouwe herders bleven bij hunne kudde op wacht" Rustig-zacht, na een paar stillende woorden voor af, dwingt de stom van de leidster de lieele troep tot luislcren. Ingespannen-stil, met open mond en opgeheven gezichtjes, kijken de kleinen naar de dame, die daar voor hen zingt. Mooi is dat! Dan: Stille nacht. Een paar grooteren neuriën mee. Nu vouwt de juffrouw haar handen: biddenl SCHAAKRUBRIEK Redacteur: W. J. H. CARON, Jacob Marisstraat 42, Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres te richten. Probleem No. 525 ,no. 5 van den wedstrijd) tó:,. Wit begint en geeft in twee zetten mat. Wit (9): Kc8, Dh3, Tc8, Lat, Pa7, Pe6, pi. dt ct, g7. Zwart (10): Kd6, Db8, Tb7, Tg6, La2, Lc7, PaS, pi. a5, e7, ht. Gevraagd sleutclzet en varianten. Probleem no. 52C (no. 6 van den wedstrijd) B gijii ff V a 1§ V mm, MP n a 1 SU PI PjpP fr §J A j 0 jjp gj Wit begint en geeft in twee zetten mat. Wit (12): Kgl, Dg3, Lb7, Lc7, Pa6, Pe5, pi. b3, b5, d7, e3, 13, f5. Zwart (9): Kd5, Tc7, Tg8, LdG, Lh7, Pc6, Pgt, pi. ibt, f6. HLcsr worden de varianten niet gevraagd. OPLOSSING van probleem no. 521 (No. 1 van den wedstrijd) Wit (8): Kf5, De3, Tb<'., La2, Pc7, pi. bt, d5, e2. Zwart (7): Kct, Pb3, Pf2, pi. at, c5, dG, 16. Mat twee zetten. Sleutelzot: 1. Pc7b5. Varianten: L KctX'bt; 2. Defl—c3 mat. KctXdfr; 2. De3e6 mat, 1. at—a3; 2. De3Xb3 mat 1. c5Xbt; 2. Dc3dt mat. 1. P speelt; 2. Dc3et (of DX^t) mat Derhalve vijf varianten. iOiPLOSSING van probleem no. 522 (No. 2 van den wedstrijd) Wit (12): Kol, Df3, Tb5, Tc3, LbC, Pd6, Pg6, pi. a3, b2, c5, d3, f5. Zwart (9): Kelt, Tat, Tht, Lg8, Lh8, Pc6, pi. ct, e7, h3. Sleutelzet: 1. D13—dl. Hier zijn de varianten niet i Voor ik ertoe overga de namen en prestaties uer oplossers te vermelden, geef ik hier enkele nadere mededeolingen over de oplossingen. In enkele weken tijds heeft de post mij met een kleine hon derd inzendingen verrast, waarvan ik mag zeggen, dat ik ze alle nauwkeurig nagezien heb. De deel name en geestdrift waren boven elke verwachting En met genoegen heb ik mij ertoe gezet, een ieder hot zijne te geven, maar... ten laatste was mijn gevoel niet ongelijk aan dat van een Lucullus, die wat veel van een 'ievelingsspijze genoten heeft. Ik doe dus een beroep op de welwillende mede werking der lezers en verzoek hun vriendelijk cn met eenigen aandrang: een briefkaart (al of niet in omslag) te gebruiken, niet den stand der pro blemen te vermelden, de oplossingen te geven naar bovenstaand voorbeeld (zonder den stand), de briefkaart in de „hoogte" (dus korte regels) te beschrijven, en ten slotte geen 3-cts postzegel te gebruiken, want dan belt de post tweemaal. U begrijpt wel, waarom. Het gebruik van korte notatie is toegestaan, mits geen onduidelijkheid ontstaat. Bij toren- en paard- zetten direigt dit gevaar 90ms. Voor probl. no. 521 kan men maximaal zeven punten verkrijgen, zoo men sleutelzet en varianten goed heeft. Bij enkele oplossers was dit wel het geval, maar bovendien gaven zij een variant, die niet deugde. De koning stond niet mat! Wat moeet ik doen? Daar ik over dit geval niets meegedeeld had, schoot mij niets anders over, dan het maxi maal aantal punten toe te kennen. In de toekomst zal ik met onjuiste varianten evenzoo handelen: doen, alsof ze er niet zijn. Dit is, waarde lezer, intusschen geen wenk, een lawine van zoogenaam de varianten, daar het geen kwaad kan, uit ie storten! WeHriobt zou het toch kwaad kunnen, al is het niet voor U... Daar liet begonnen is om verschillende matzetten te verzamelen, kunnen alle varianten, die niet tot een nieuwen matzet leiden, weggelaten worden. Voeren vcrscliillcndo varianten tot denzelfden matzet, dan kieze men or slechts één uit. Er nu volgt de eeiste eerelijst. Staan er geen punten opgegeven achter een naam, dan beduidt .«co het maximum aantal punten behaald is Til. 2.5.2. Degenen, die nul punten verkregen, wor den niet vermeld. Goede oplossingen ontvangen van: J v d Ber~ Zwijndrecht; S. Bersma, F. I. v. Bloais, J. v. Bok- kem A. Borstlap, J. A. v Donkelaar, P v Gemereu /n i?' y' 2,)' J' L' Go"man (2, 3, 2), A. de Groot 2), J. v. Hemert, H. v. d. Heuvel (2, 3, 0) J. Hofwegen, G. Hollciman, R. Jansen, C. W. Kalk man, R. D. v. d. Kooij, B. P. Loeve (2, 2, 2), W. J. Loeve. C B. v. d. Meeberg, A. Poldervaart, A. J. de Ruyter, C. v Santen (2, t, 2), F. A. v. San ten (2, t, 2), K. Schippers (2, 5, 0), Chri. Steen berg, E. P. dc Visser (0, 2), Th. Visser, B. v. d. Zouwen, allen te Rotterdam; A. v. d. Bijl (2 t, 0), Dc Lier; J. Blokland, J. A. Bogert, Gouda; C.' Bode (2, 3, 2). Bolnes; W. J. de Bruijn (2, t 0) C. Hagen, S. P. de Wit (2, t, 2), Bodegraven; J. de Bruijne, Slootdorp; L. Brunt, J. Koomans'(2 3. 2), M. Opbroek, B. Postmn (2, t. 2), G. A. Re- meijn, Jac. Ricdé, H. C. J. Spier, M. J. v. Steenes (2, 0, 2), J. E. Stoffels, allen te Den Haag; Adr. Cappon, Cadzand; J. A. v. Dillen (2, 3, 2), G. W. Post (2, 5, 0), Zuilen; L. A. v. Duin, Dordrecht; J. Eisenga (2, t. 0), Lisse; P. Fase (2, 2, 2), M. Vijf- vinkei (2, 3, 0), Barendrecht; C. J. Heemskerk 2, 3, 2), Ter Aar; G. G. den Hollander, D. Hoog- fitrate, E. J. Ouwcneel (2, 1, 0), Harderwijk; A. Haas Jr., A. Roskam (2, t, 2), M. Versluis (2 i. 2), Schiedam; J. v. I-Iomert (2, 1, 2,), Hekenriorp; a! Huizer (2, t, 2), A. v. Rooijen (2, 5, 0), Rhoon; H. IJzerman, A. Mouzclaar, Papondrecht; C. W. Kie- boom. Werkendam; W. Kok (2, t, 2), G. Schaap (2, 3, 2), Spakenburg; R. Kool (2, 3, 0), Hillegom; P. Kuyper F.zn., Hilversum; P. Lindhout 2), Noordwijk-Binnen; D. de Mos, Naaldwijk; G. F. Muller, Almelo; J. H. J. Niolcn Jr., Utrecht; Th. F. Pieters (2, t, 2). Zeist; J. Ruytenburg, Axel; J. A. Scheepmaker. Noordwijkerhout; B. Schippers (2, 0, 0), Ridderkerk; mej. M. v. d. Slikke (2, 3, 2), Breda; D. A. Toni, Vlaardingen; C. v. Venetië (2, t, 2), Leiden; A Verduyn (2, t, 2), Honsclersdijk; E. P. Verhagen (2, 2, 2). Delft; Sj. Wynu (2, 2, 2), Slikkerveer; D. Zemel, Leimuiden. o dit.maal het maximum niet bereikt heeft, geve den moed niet opl CORRESPONDENTIE Zoo men weet, kunnen tot en met 28 December do oplossingen der problemen 523 en 52t ingezonden warden. liet poststempel beslist erover, of de in zending op tijd is. B. P. te Den Haag. Dank voor probleem. Hebt U geduld tot na den wedstrijd? J. A. S. te Noordwijkerhout. Indien dat ook gaat, Js het een novcnoplossing. Mej. M. v. d. S. te Breda. F.en dual is een variant, waarin wit op twee manieren mat kan geven, een ontsiering van het probleem. DE RUILBEURS, BOVEN-HARDINXVELD Ten dienste van de lezers der Ver. Chr. Pers Het nieuwe Bussink-album Is verschenen. Deze keer wordt dc provincie Utrecht behandeld, "t Is de tiende album in dc „Mijn Land"-serie. Hot boek biedt plaats aan 100 kleine en 2 groote platen. Voor de groote platen moeten voor eik t kleine plaatjes ingezonden worden. P:aatje= van vroeger verschenen albums kunnen ook hiervoor worden gebruikt, 't Album is reeds verkrijgbaar bij De Ruilbeure tegen 60 cent per stuk, franco per post 70 cent. Voorloopig mogen geen Klokzeepbons aangevraagd worden. Wil s.v.p. gr Naam: \dres: Woonplaats: Datum: Voorwaarden: 1 Het is aan „De Ruilbeurs" de waarde der bons cn plaatjes te bepalen. 2 Iedere aanvraag moet voldoende gefrankeerd zijn. 3 Bij iedere aanvraag tot ^00 punten moet 15 ct. worden ingesloten; tot 1000 punten 20 ct. (aan postzegels). 4 Als het gevraagde niet in voorraad is, wordt Uw aanvraag genoteerd en deelcn wij dit mede in ons Zondagsblad. 5 Uit voorgaand art volgt: vul steeds duidelijk in van welk blad der V.C.P. (Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant, Nieuwe Utrechtscho Courant, Nieuwe Leidsche Courant, Dordtscli Dagblad) U lezer is. 6 Stuurt U tc veel punten, dan kunnen die ge boekt blijven tot een volgende zending. De waarde der bons is als volgt: Bussink 8, Coe- lingh 3, D-E 6, v. Delft 10, Dobbclman t, H-0 Droste 20, Hagzegcls 8, Haust 5, Hille 8, Holl. Zw. Weegsch. 3, van Houten (tijdschr. bons) 30, Paul Kaiser 6, Klaverblad 8, Klokzeep 10, Kwatta 3, Lever's zeep 20, van Nelle t, Patria deel I 10, deel 2 15, Pette 10, Pleines 3, Rademaker 3, Sickesz 3, Verkade oude albums 2, Torenkraai 3, Boerderij t. Waar Wij wonen 10, Wascholinc 2. Wie heeft voor ons Kwatta winkelierbons? Boerderij-bons nemen we niet meer aan! CORRESPONDENTIE Mej. N. B. te Groot-Ammers. U krijgt 37% Vim. Mevr. J. P. T. te Rotterdam. De puntentelling klopte niet. Totaal 367 pt. Daarom ontving U min- der dan U vroeg. A. J. N. te Delft. Gedeeltelijk verzonden, het overige genoteerd. S. J. C. te Zaltbommel. Er wordt 86 Waar Wij Wonen gereserveerd. H. v. d. S. te Zaandam. Tot 1000 pt. 20 ct. We zien nog 20 ct .tegemoet. U krijgt er 817. J. H. te Vlaardingen. 95 Kwatta genoteerd. II. S. te Den Haag. Hebt U 't ontvangen? t92 pt. P. C. N. tr Hillegersbcrg. 95 Bussink genoteerd. Wilt U zelf de no's bij de fabriek aanvragen. C. B. te Werkendam. 25 Vim 13 Klok geno teerd. Wacht U nog even op die platen? J. v. W. tc Rotterdam. 00 W.W.W. genoteerd. A. T. te Zuid-Beyerland. We zullen 76 Patria deel 2 sturen. Ze karnen haast nooit in, dus zult U wel geduld moeten hebben. L. B. te Spakenburg. Alles is gedeeltelijk gezon den en genoteerd. 157 pt over. Wilt U de'bescha digde plaatsjes terug? A. L. B. te Rotterdam-Zuid. 110 Bcnifo genoteerd. ALBUMRUIL De heer W. van Buuren, Tusschen de Dennen 3, Zeist, biedt te koop aan: Langs do Zuiderzee 2.—; Mijn Aquarium 1.75; Texel 1.75; Vetplanton 1.75; Bloemen cn haar Vrienden 1.75. Toezen ding volgt na storling op gironr. 91027. POSTZEGELNIEUWS Tot nu toe ontvingen we heel weinig gebruikte zegels. Toch verwachten we nog steeds van ieder een kleine bijdrage. Vooral nu U weer zooveel post krijgt aan het begin van het nieuwe jaar, is er gelegenheid een duit in het postzcgclzakje te doen van het Rotterdamsche Comité. Postadres: De Ruilbeurs, Hardinxveld. Wist U dat? Bij een 6-jarigen jongen op Nieuw-Zeeland liggen hart, maag cn lever aan de verkeerde kant van het lichaam, terwijl overigens alle organen volko men normaal zijn en de jongen kerngezond is. Ten tijde van Linnaeus dacht men dat er slechts 1100 diersoorten op aarde zouden leven, terwijl er nu reeds pl.m. tOO.OOO bekend en beschreven zijn. Er bestaan alleen reeds 280.000 soorten in secten, waaronder 120.000 soorten kevers en 50.000 vlinders. Er zijn 12.000 vissoorten bekend, waar onder slechts 300, die in zoetwater leven. Dc tong van een giraffe is bijna een halve meter lang. 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 18