f
fEN VERHOORDE BEDE
"erst-verlangen
erstfeest in ind1e
een aantrekkelijke
feestmaaltijd
Schaakproblemen voor Kerstmis
-ÜNDERDAG 24 DECEMBER 1936 VIERDE BLAD PAG. 13
'erhaal door L. M. VAN A. B.
't Is buiten guur en koud, maar hier bin-
jen in do ruime gezellige keuken merkt
ts van. Het groote geëmailleerde
•spreidt een behagelijke warmte
Kleine Els, het tien-jarig dochtertje van
ulijnheer en Mevrouw Berkenhorst zit op
rieten keukenstoel, vlak voor 't fornuis.
_ar beide voetjes rusten op de sporten,
!t hoofdje met de blonde krullen houdi
tussclien de kleine handen, haar elle
n steunt ze op de hoog-opgetrokken
jeën. Met aandacht volgt ze de ijverige
Wegingen van Jans, het bellemeisje, die
iet verhoogde kleur aan 't koper poetsen is.
„Zeg Jans, wat ben jij toch vreeselijk
lap. Kijk die koperen vaas nou toch eens
ichtig glimmen en Vaders lamp, die
t wel van goud. 'k Wou dat ik 't ook
mooi kon, maar Mama wil niet hebben
ik m'n handen en schort vuil maak,
zegt dat 't geen werk voor jongedames
en Jufbah, die zou wel willen dat
heel den dag stijf als een pop op m'n
loei bleef .zitten met een boek of een hand-
'erkje! 'k Ben wat blij, dat ze een paar
3"kgen met vacantie is en Mama is uit en
blijf ik fijn hier bij jou in de keuken,
}ti{iaar dan moet je ook heel lief voor ^me
h en me een mooi verhaal vertellen."
,Och Els jongejuffrouw bedoel ik."
,Pas op, je mag me niet boos maken,
nsepans, als we met ons beidjes alleen
in heet ik Els hoor, binnen bij Mama mag
jongejuffrouw zeggen."
„Nu Els dan, ik weet heusch geen één
rhaal meer. ik heb ze allemaal al verteld
ben heelemaal niet knap, op school hn
altijd slechte cijfers, maar Moeder zeg',
at ik een paar flinke handen aan mijn
jf heb en nou ja, ze zegt daar zal ik de
ereld wel mee door komen, vind jij dat
k, jongejElsje bedoel ik?"
vind jou heel erg lief cn ik houd
-. _n je vooral als je doet, wat ik zeg.
ijk ik houd mijn ooren wijd open, begin
u maar te vertellen en als je geen ver
aal meer weet. vertel dan maar van je
oeder en je broertjes en zusjes. Dat vind
ook leuk maar denk er om, als er ge-
d word1 en 't is Mama, dan moet je
achtjes fluiten hoor, dan kan ik zoo gauw
ogelijk hier vandaan en naar de kinder
amer rennen."
Jans lacht ondeugend, Ze zijn goede ka
meraadjes die twee, blonde Els met haar
zachte lange ki-ullen en de magere leelijke
Jans, met 't sluike, zwarte haar.
Menig gezellig uurtje hebben ze samen
al doorgebracht. Mevrouw Berkenhorst was
veel weg van huis. Ze had 't altoos heel
erg druk met visites en theeuurtjes, zoo
dat er maar heel weinig tijd overschoot
voor haar dochtertje. Ze had een vertrouw
de juffrouw in dienst genomen, die voor
de opvoeding van Els zorg moest dragen.
De juffrouw, die van een makkelijk leventje
hield, liet den omgang met Jans ooglui
kend toe, ze had zoo nu en dan ook eens
een makkelijk uurtje. Mijnheer Berken-
horst vertoefde veel in 't buitenland en de
dagen dat hij thuis was, waren zoo vol van
zakendrukte, dat er van huiselijk verkeer
met vrouw en kind haast geen sprake was.
Zoo groeide blond Elsje op, vaak een
zaam in 't groote mooie huis snakkend
naar liefde, ofschoon ze dit zelf nog niet
vermoedde.
Maar Jans, 't onaanzienlijke bellemeisje
met haar warm liefdevol hart, begreep wat
Els miste. Hoe geheel anders was het leven
in haar kleine armoedige huisje als hier!
Haar lief eigen moedertje, die heel den
dag draafde en zwoegde voor haar Vader
en broertjes en zusjes, en steeds voor ieder
een vriendelijk woord over had. Wat kon
ze je zoo echt weer heelemaal opbeuren en
als ze met haar ruwe werkhand over Jans
magere wangen streelde, dan zou ze voor
geen schatten met een ander willen ruilen.
Ze hield o zoo veel van haar kleine mees
teresje: ,Ze is nou niks groos, zie je moe
der", kon ze dan zeggen. „Verheeld je, ze
gaf me vanmiddag zoo maar een zoen op
m'n zwarte wang. omdat ik een paar pop-
penkousjes voor d'r gewasschen had."
Maar laten we nu weer naar dp warme
keuken terugkeeren. Jans trekt diepe rim
pels in haar voorhoofd en tracht tevergeefs
een verhaal te bedenken. Eindelijk krijgt
ze een goede gedachte. „Zeg. weet je waar
ik je nou eens van vertellen zal? Van 't
Kerstfeest, dat we op de Zondagsschool
gaan vieren".
„Goed, vooruit maar! En wie komen
daar?"
Jans komt in actie, want als ze over de
Zondagsschool begint, is ze zoo gauw niet
uitgepraat. „De juffrouw daar is ook zoo
lief en weet je Els, zoo echt vroom!"
„Vroom, wat is dat?" vraagt Els.
„Kind, weet je dat niet?" is 't verbaasde
antwoord.
Els schudt heftig van neen.
„Nou, vroom, ja dat is, dat je heel veel
van den Heere Jezus houdt, zie je"
„O ja, daar weet ik niet veel van, hoor!
Mama zegt, dat ze van die fabeltjes niet
veel afweet, dat zal ik naderhand wel lee-
ren als ik naar de catechisatie ga!"
Jans zwijgt, durft niets te zeggen, maar
in haar hart voelt ze pijn. Verbeeld je „fa
beltjes!,, Dat zou ze eens aan moeder ver
tellen. maar tegen Els durft ze zich niet te
uiten, bang dat deze er met mevrouw over
spreken zou en stel je voor, dat haar me
vrouw eens echt boos op haar zou worden
en haar weg zou sturen van Elsje.
„Kom Jans, waarom ga je nu niet verder
met vertellen?"
„O, ja, dat is waar! Nou dan, enne
Enne Tweede Kerstdag zie je, dan komen
alle kinderen in ons lokaal en dan vertelt
de Juffrouw zoo 'n mooi verhaal! Eerst na
tuurlijk over de geboorte van den Heer
Jezus, enne dan krijgen we verrukklijke
chocolademelk, hè". Jans klapt met haar
tong. „Enne kransjes, met een heeleboel
suiker d'r op en krentenbollen en dan, nou
dan vertelt Juffie nog een Kerstverhaal en
misschien vertoont ze er, net als verlejen
jaar, nog platen bij. Fijn zeg! Ik had zoo
graag een mooie nieuwe jurk gehad, om
dan an te trekken, maar Moeder zegt: 't
kan niet lijjen en nou mot ik m'n oüwe
rooie weer an. Jammer hè?"
Els knikt van ja. „Zeg Jans, zou ik je
niet een jurk kunnen leenen? M'n bruin
fluweelcn, die is nog al lang. Ja zeg, leuk!
Ik ga 'm dadelijk halen".
„Nee, nee" roept Jcns angstig. Maar Els
is al weg gehuppeld en komt weldra terug
met het bruin-fluweeljte. „Kijk, ik heb er
een mooie haarstrik bij gedaan, een rose!
O, wat staat dat lief bij je zwarte haar!"
„Als Moeder 't maar goed vindt", brengt
Jans er weer tegen in.
„Ben je mal, meid. Ik draag hem haast
nooit meer! Toe pak hem nou gauw in!
Echt leuk, dat ik jou nou ook eens een
pleiziertje kan doen. .Maar luister eens
Ja nsepans! Wat zou je denken, zou ik ook
met op dat Kerstfeest van jou mogen ko
men, zeg vraag 't eens aan je Juffie!"
„En wat zal mevrouw daar wel van zeg
gen! Zie je. daar komen geen rijke kinde
ren zoonis jij, Els!"
„O, maar dan doe ik m'n schooljurk aan
en zwarte strikken in m'n haar en dan zie
ik er ook heel gewoon uit. Ik krijg er ge-
wooQ dolle zin, in. Eet zingen jullie daar
ook Kerstliederen, ja? Toe meid vooruit,
leer ze mij dan ook".
„Ja, zoo dadelijk, maar Els, denk er om
dat je niet spreekt over fabeltjes. De Juf
frouw zou dan heel boos worden, want 't
is alles heel waar gebeurd".
„Ik beloof je Jans, dat ik goed zal luis
teren. Maar laten we nu gaan zingen".
Even later, terwijl de zangles in vollen
gang was, klonk storend het electrisch bel
letje van de straatdeur. „O, Mania", schrok
Els. „Denk om te fluiten".
Jans sloft de hal in en even later klinkt
een zacht fluiten. Els vloog holderdebolder
de trap op naar boven en de kinderkamer
in. Geen oogenblik kwam 't in haar op. dat
ze verkeerd deed, tegen haar moeders zin
in met Jans in de keuken te gaan praten.
's Middags aan tafel was ze erg ver
strooid. Hoe moest ze nu van Mama toe
stemming krijgen om met Jans mee naar
't Kerstfeest te gaan?
Alles liep haar echter mee vanmiddag.
Mama vertelde Juf dat ze Tweede Kerstdag
op bezoek ging bij een vriendin. Juf moest
Els dan maar bezighouden. Deze was daar
over niet erg gesticht Haar plannetje om
een uitstapje naar buiten te maken, viel
nu geheel in duigen. Els echter vond 't fijn.
van Juf zou ze wel gedaan weten te krij
gen, om met Jans naar 't Kerstfeest te
gaan.
En zoo was 't ook. Juf liet zich al gauw
/erhalen om haar toestemming te geven,
„Maar denk er aan, om 5 uur terug te zijn!"
Tweede Kerstdag 's middags stormde een
innig-gelukkig Elsekind de trappen af. Met
een bons viel de straatdeur dicht Op den
hoek stond Jans, omringd door broertjes
zusjes, op haar te wachten. „Hoera!
daar is ze!" klonk 't in koor. Gezamenlijk
ging 't toen verder door vele straten en
straatjes, tot ze eindelijk stil stonden voor
een groot gebouw.
„Kijk Els, daar is 't nou", wees Jans.
Hecle scharen kinderen stonden te wach
ten. Allen gaapten ze 't net gekleede meisje
aan. „Hè, wat akelig", zei Els. „Kom",
troostte Jans, „let er maar niet op. Ze vin
den je natuurlijk een echte jongejuffrouw
en je hebt zulke mooie krullen, zie je. La
ten we een eindje terugloopen!"
Plotseling ging er een :uichkreet onder
de kinderen op. De beide deuren gingen
wijd open. Een dame stond aan den ingang
Ze legde een vinger op den mond en be
duidde de kinderen zacht naar binnen te
gaan. Ieder wilde echter de eerste zijn. Al
stompend en duwend ging 't voetje voor
voetje voorwaarts.
„Zoo, is dat nu je jongejuffrouw, Jans"
zei ze met haar prettig-heldera stem, ter
wijl ze Els de hand reikte. „Aardig, dat je
meegekomen bent. meisje! Zoek maar een
goed plaatsje voor haar, Jans".
Eindelijk waren ze allen gezeten. Wat een
lawaai, dacht Els. Dat moest Mama eens
hooren. Even klonk er eon stemmetje in
haar hart: „Is 't wel goed van me, dat ik
ztnder haar toestemming ben gegaan?"
Daar kwam de Juffrouw voor de klasse
staan. Ze klapte even in de handen. Direct
was T muisstil. „We zullen bidden, kinde
ren". Verwonderd keek Els rond. Bidden!
Dat had ze nog nooit gedaan. Aandachtig
luisterde ze. Even keek ze naar Jans. Eer
biedig zat deze naast haar. Lieve meid toch,
die Jans.
Nu begon de Juffrouw te vertellen, van
de geboorte van 't kindeke Jezus. Spoedig
was Els alles om zich heen vergeten, ge
boeid als ze werd door 't verhaal van 't
Kindeke in den stal van Bethlehem.
De Juffrouw zag de stralende blauwe
oogen van 't blondje. Ze wist veel van
Elsje. Jansje had haar verrukt over alles
verteld. Een stille bede rees in haar hart
op voor 't arme rijke kind.
Nu was 't verhaal uit. Een diepe zucht
klonk er naast Jans. „Vind je 't mooi, ja?"
Els knikt, spreken kon ze niet.
„O, wat mooi, wat heerlijk" fluisterde ze
eindelijk. „Mama heeft 't verhaal zeker
nooit goed gehoord, nee vast niet, anders
zou ze dat geen fabeltjes noemen. Straks
als ze thuiskwam, dan zou ze 't Mama ver-
tellen. Ze zou eerst wel heel boos zijn, dat
Els stilletjes hierheen was gegaan. Maar
als ze haar alles verhaalde van 't kindje
Jezus, van Maria en Jozef, de engelen en
de herders, nu, dan kon ze natuurlijk niet
boos meer blijven. Ze zou vragen of ze ook
naar de Zondagsschool mocht, ze wilde zoo
graag er meer van hooren.
Nu was 't echt Kerstfeest voor haar.
Thuis hadden ze altijd een kerstboom ge
had, die elk jaar steeds mooier werd. Maar
daar dacht ze nu niet aan. Ze was even
verrukt als de andere kinderen en nam
even gelukkig de verschillende lekkernijen
in ontvangst. Ook zij kreeg een heel mooi
boekje als een blijvend aandenken van deze
Kerst feestviering.
Bij 't afscheid nemen drukte ze de lieve
Juffrouw hartelijk de hand. „Juffrouw"
stotterde ze, „ik dank U heel hartelijk en
mag ik asjeblieft ook op Zondagsschool ko
men, ja?" Smee' end keek ze de Juffrouw
„Ja, hoor, ik kom eens met Mama praten.
Vond je 't prettig hier?"
Nu stormde 't vroolijke troepje naar huls.
Jans met haar trawanten bracht Els tot
aan de voordeur. „Dag Els, dag hoorl tot
morgen. Prettig, dat je 't zoo heerlijk vond*
En w-el bedankt voor 't leenen van dei
jurk".
Zachtjes viel de straatdeur achter Elska
toe. Nu moest ze het Mama vertellen, als
deze straks thuis kwam. Bang was ze voor
Mama's spottende oogen als ze zou gaan
vertellen. Maar dapper besloot ze niet ang
stig te zijn. Als Mama 't maar eerst goed
wist, dan zou ze er wel anders over denken.
Juffie was dolblij dat ze op tijd thuis
kwam, naar verdere bijzonderheden vroeg
ze niet. Niet lang daarna kwamen Papa en
Mama thuis en nu trok Els de stoute
schoenen aan. Eerst vertelde ze van haar
ongehoorzaamheid. Natuurlijk werden bei
den heel boos en niet alleen op haar, maar
ook op de onbeschaamde Jans; die moest
nu maar over een paar weken vertrekken.
Maar Elske pleitte zoo flink voor haar ka
meraadje, dat Mevrouw half brommende
toestemde, het nog eens met haar te pro*
beeren. Ze dacht dat nu de zaak afgehan
deld was, maar daar begon Els vol vuur
het Kerstverhaal te vertellen. Niets sloeg
ze over. De Juffrouw zou 't heerlijk ge
vonden hebben, zoo goed als Els alles weer
gaf. Eerst luisterden Vader en Moeder on
verschillig toe, toen wat opmerkzamer, ge
boeid door 't opgewonden gezichtje van hun
dochtertje. Zoo hadden ze hun Elsje nog
nooit gezien.
„O, Mama, Papa, denk eens aan, dat
kleine lieve kindje in een krib, niet in een
mooi, zacht wiegje en dat alles voor ons,
omdat wij later in den hemel mogen komen.
Zóóveel heeft de Heere Jezus ook later voor
ons geleden en eindelijk hebben de booze
menschen hem aan 't kruis genageld. Alles
voor ons. O, mag ik ook naar Zondagsschool
net als Jans, ik wilde zoo graag meer van
Hem hooren. Ja, mag ik?"
„Lieve kind, je bent zoo opgewonden, be
daar eens wak Later zullen we daar over
praten."
Onder 't middageten werd niet veel ge
sproken. Hoorden Vader en Moeder mis
schien wel een duidelijke stem in hun
hart, die hen sprak van hemelsrhe dingen,
waarover ze vroeger ook wel zoo veel ve-
hoord hadden, maar waar ze later niet
meer naar konden luisteren, omdat ze het
zoo druk hadden met de dingen van dit
leven?
Hoe *t zij. de Juffrouw kwam en al heel
spoedig mocht Els naar de Zondagsschool.
Nog heel vaak zat ze hij Jans in de keu
ken en samen zongen ze hun versjes maar
nu behoefde 't niet meer stilletjes te gaan.
Zoo werd Elsjes eerste echte Kerstfeest
door meerdere gevolgd, maar 't eerstel
bleef toch altoos 't heerlijkste. ,_j
■t"H'
Ïït
Gij, mijn troost, mijn zoet verlangen,
Wijn Jezus, Helper in mijn smart,
naijn ziel begeert U aan te hangen!
Ni) neem uw intrek in mijn hart;
l lust des hemels, heil der aarde,
°pOr Wien 'k aanbiddend nederkniel,
God-mensch, nooit geroemd naar
len: waarde
Morgenster verlicht mijn ziel!
n h mocht mijn hart de kribbe wezen,
Waarin het heilig Godskind ligt!
P ai werd ik van mijn smart genezen.
Dan had ik kracht tot eiken plicht;
2 werd mij troost en moed gegeven,
es Jrdreven d'angst, gestild de pijn!
istah Heer! wanneer G' in mij zult leven,
jet G' eerst in mij geboren zijn!
geef gehoor aan mijn verlangen,
'H/ervul' m' uw komst met zaligheid!
Cr Lil in ootmoed U ontvangen;
(dijn hart en ziel zij zijn bereid!
:n leg gedachten, wil en zinnen,
„/Heiland! aan uw voeten neer;
wil U dienen, U beminnen;
5 Ineem bij mij uw intrek, Heer!
0 OSTERWALD.
rtl#-
Jaie het in het Ziekenhuis te
■rdpdjowamo gevierd wordt
dvjlet Zendingsbureau te Oegstgeest vertelt
y, van het Kerstfeest, het feest van het
H#ht der Wereld, dat het vorige jaar op
mbolische wijze gevierd werd in het zie-
ogphuis te Modjowarno (Oo6t-Java). Het
)utsoneel, vol enthousiasme bijgestaan door
"patiënten, die zoover waren, dat ze hel-
mochten, had de versiering aangebracht
zoo werd eerst het Kerstfeest op de kin-
rzaal gevierd, waarna *s avonds al de pa
cten verzameld werden voor de operatie-
mer. Meer dan 300 zaten er op de groote
©er (galerij). De Kerstgeschiedenis werd
iteld door Mas Soewata, den goeroe-indjil
aa© het ziekenhuis en door Tasmadji, den
"Vuffeur, tevens Kerkeraadslid. Na afloop
ntird aan iedere patiënt een brandend kaarsje
z"f een versnapering op zijn bed gebracht.
tpet is heel moeilijk te zeggen welke de uit-
ar'[rking is van zoo'n Kerstfeest, maar zeker
dat er veel aandacht was en allen gedu-
^™nde het gebed eerbiedig het hoofd bogen,
dag daarop zou het Kerstfeest met het
jwneel gevierd worden. Nu is het in de ge-
tirte Modjowarno de gewoonte, dat de
ïen in iedere wijk een samenkomst
i. waama zij gemeenschappelijk met
,_s gewapend en zingende or
het kerkgebouw, waar dan koi
gebeden en gezongen wordt. Het ge
luwde personeel nu vierde op deze wijze
Kerstfeest, terwijl in het ziekenhuis voor
jongens en meisjes van het internaat een
jdincsavond gehouden werd. Deze avond
■d een zeer symbolisch karakter. In de
ioempoelan-zaal stond een donkere Kerst-
vtjom, terwiil daarvoor een groote kaars was
'^gesteld. Onder het uitspreken van profe-
afeën werden door de meisjes de eerste kaar-
aan den boom aangestoken, daarna de
foote kaars als symbool van de komst van
S (zus Christus, waarna de boom verder ver-
etht werd als symbool van de beteekenis v
(zus Christus, terwijl de evangelisatie z
(beeldig werd voorgesteld doordat ieder
"Atroleumlampje aanstak aan de groote
Een typisch straattafereeltje in Bethlehem
Kleinighedenwaarop het
voor de huisvrouw aankomt
De gastvrouw op haar best
De Decembermaand vliegt ten einde. De
Kerstdagen staan voor de deur en straks zal
het oude jaar in het nieuwe verglijden.
Zoowel het Kerstfeest als „Oud en Nieuw"
zijn de familiefeesten bij uitnemendheid, en
van Oost tot West, van Noord tot Zuid,
trekt men het land door om in gezellige
familie en kennissenbijcenkomsten vanouds
gelegde banden te verstevigen of nauwer
aan te halen.
In deze dagen komt het er zoo vaak voor
de huisvrouw op aan om zonder al te veel
kosten toch voor den dag te komen met een
goed verzorgde tafel, die het Kerstfeest, de
Oudejaarsavond en misschien ook we!
andere gezellige familie-bijeenkomsten, de
noodige eer aandoet
En werkelijk, men behoeft in dit geval
heusch geen groote uitgaven te doen! Met
eenig overleg en wat handigheid slaagt men
er gemakkelijk in het „alledaagsche" aan
een maaltijd te ontnemen, zonder dat men
er al te diep voor in de huishoudbeurs be
hoeft te tasten!
Daar is ten eerste de kop bouillon of het
bordje soep, waarmee we een maaltijd kun"
nen laten beginnen; en dit geldt zoowel
voor het soupéetje of de wat feestelijk aan-
gekleede lunch, als voor het middagmaal.
Een bouillonblokje in eiken bouillonkop,
wat kokend wateren de geurige inlei
ding tot de maaltijd is gereedl
Of wel één of meer Soeptabletten (voor
3 personen één tablet) volgens de ge
bruiksaanwijzing op de pakjes in Vz liter
water een half uurtje gekookten de
Ossestaart-, Mockturtle-, Londonderry- of
Kerry-soep (ook nog wel andere soorten1)
kunnen wedijveren met de beste koks-pro
ducten en dat tegen een prijs, die per per
soon op niet meer dan 3V& cent behoeft te
komen.
Nog even een raad: Hebt u wel eens ge
probeerd „zoo'n inleidende portie soep in
een bouillonkop te presenteeren, met een
stukje geroosterd brood (toast) er bij? 't Is
weer eens iats anders dan de bekende soep
borden en de taak van de soep om slechts
een „feestelijk hapje vooraf' te "zijn en geen
belangrijk onderdeel van den maaltijd,
Wordt er op de beste wijze door vervuld.
Van „hapjes-vooraf" gesproken die zijn
er behalve de soep en den bouillon nog in
soorten! Gewoonlijk volgen ze op de soepen
Onder de menscheneters
Hoe de Zending der Broedergemeente in
Australië onder de meest woeste heiden-
stammen gearbeid heeft, vertelt de heer P.
M. L e g n e, voorz. en secr. der Suriname
Zending, in een geïllustreerd, door het
Zeister Zendingsgenootschap
uitgegeven boekje. Van 1860 tot 1919 heeft
deze gezegende arbeid geduurd; het lang
zamerhand uitsterven der bereikte stammen
maakte er vanzelfsprekend een einde aan
en in 1919 verliet de laatste Zendeling,
Br. Hey, zijn post na 28-jarigen dienst.
Natuurlijk lost men dit dingetje in een
ommezien op ,doch de bijzondere aardigheid
is, dat nodh wit, noch. zwart, met de beste
Hierbij een fraaie opname van het eeuwenoude kerkgebouw der Ned. Herv. Gem.
te Rijswijk (Z.H.), van waaruit op den Eersten Kerstdag, des morgens van half
acht tot half negen, een interkerkelijke wijdingssamenkomst door de N.C.R.V. zal
worden uitgezonden.
TV. Ook voor den jongsten zoon had opa
een grap, een simpele opgave: Wit geeft mat
in 1 (één) zet, doch het kostte het knaapje
heel wat hoofdbrekens om de juiste oplos
sing te vinden. Terwille van de plaatsruimte
geef ik den stand in notatie-vorm: Wit: Ke2,
Tc4, Tf6, Ld6, Pf4, Pe8, pionnen d4, d5 en
g4 (9 stuks). Zwart: Ke4, pion e7( 2 stuks).
Naar ik hoop, zullen onze lezers met even
veel genoegen van deze probleempjes kenn if
nemen als ik het deed. In hetzelfde nummeu
vond ik een nieuwe serie opgaven „mat in 1
zet" van Andrade, uit wiens eerste serie ik
destijds een aantal overnam. Binnenkort
hoop ik gelegenheid te hebben dit opnieuw
te doen.
De Bijbel in het hotel
In aansluiting op wat wij destijds schreven
over de aanwezigheid van Bijbels in da
hotels, trekt onze aandacht, dat zelfs in
China Bijbels in hotels te vinden zijn. De
Gideon Vereeniging in N. Amerika, die zich
ten doel stelt om Bijbels in hotels te plaat
sen werkt door haar vertegenwoordiger in
China in Noord en Zuid China. Honderden
van Bijbels zijn reeds geplaatst In een
groep van Christen-hotels te Canton, Hong
Kong en Shanghai, wordt de Gideon Bijbel
hoog gewaardeerd. Elke kamer bezit niet
slechts een Bijbel, maar aan de jongens
wordt last gegeven de Bijbels zorgvuldig
te bewaren en de lezers voor te houden. De
Dollar Steamship Company die in elke
kamer van hun wereldberoemde schepen
een Gideon Bijbel heeft, heeft een speciale
zending van Bijbels te San Francisco steeds
voorhanden om gestolen Bijbels aan te
vullen. Deze groote Companie zendt de
Gideon Bijbels ook gratis naar alle deelen
der wereld, door hunne schepen e
maar ook wel gaan ze vooraf aan de
hoofdgerechten; vandaar hun naam, maar
in veel gevallen kunnen ze geheel op zich
zelf dienst doen en bijv. de lunch helpen
aan iet3 warms of het „gezellige avondje"
voorzien van iets pittigs.
Ook die versnaperingen kunnen gemakke
lijk thuis bereid worden zonder veel kosten.
Gevoelige terechtwijzing
In een der Zuidelijke Staten van N.-
Amenka arLeidt een methodistisch predi
kant' die gewoon is, in of buiten zijn preek
gepeperde woorden te gebruiken.
Van dezen Sam Jones vond „De Hpiden
wereld", (red. Dr Henry Beets), bet volgen
de beschreven:
Iemand, een kerklid, gaf dezen Evangelist
te kennen dat de Kerk hem tq hoog had
aangeschreven voor het onderhoud der ge
meente en de zaken van het Godsrijk.
„Hoeveel betaalt ge?" vroeg Jones. Het
antwoord was: „Vijf dollars per jaar". „Zoo"
hernam Jon.es: „Hoelang zijt gij reeds
bekeerd?" „Plus minus vier jaar", was het
antwoord. „Wat waart gij vóór uwe be-
keering?" „Ik was een dronkaard." „Hoe
veel verteerdet ge toen voor den drank?"
„Plus minus 250 dollars per jaar." „Hoeveel
was uwe bezitting toen?" „Ik huurde mijn
land en ploegde met een os." „Wat bezit ge
thans?" „Ik heb een goede plantage en een
span paarden." „Wel", antwoordde de
Evangelist met nadruk, „gij hebt den duivel
250 dollars per jaar betaald voor het ploegen
met .een os en een gehuurd land en nu wilt
go God, die u gered heeft, geen vijf dollars
per jaar geven voor het voorrecht dat ge
kunt ploegen met paarden op uwe plantage.
Je bent een schurk van de hoofdschedel tot
do voetzooll"
De heer H. J. J. Slavekoorde te den Haag
schrijft ons:
Er bestaat im de schaakwereld hier en
daar de gewoonte om tegen het einde des
jaars iets bijzonders te doen. Sommige com
ponisten laten een speciale compositie druk
ken en zenden deze aan hun schaakvrienden
in alle deelen der aarde. Andere zenden iets
bijzonders bij een schaakperiodiek in, voor
zien van een opdracht. Sommige schaaktijd
schriften maken veel werk van hun Decem
ber-nummer en noemen het dan Kerstnum
mer. Hoewel deze benaming in geenen deele
op het Kerstfeest duidt en er in de verete
verte niets mede te maken heeft, is het toch
een onweerlegbaar feit, dat de schaaklitera
tuur op deze wijze al met heel wat aardige
composities en geschriften is verrijkt. Zoo
vond ik ditmaal in het Engelsche tijdschrift
„Chess" een geestig artikel, waarin de schrij
vers een geheele familie rondom het schaak
bord doen plaats nemen, waarna de oude
grootvader een reeks problemen uit de oude
doos de revue laat passeeren. Het aardige
van de zaak is, dat ieder lid van de familie
op zijn beurt een opgave moet oplossen, on
geacht of hij (zij) veel of weinig van het
schaakspel afweet. En een ieder slaagt daar
ook ia., dank zij het feit, dat grootvader ieder
een opgave, overeenkomstig zijn capaciteiten
weet voor te zetten. Zoo zet hij een inwonen
de tante, die niet veel anders dan den loop
der stukken kent, onderstaand probleem
voor, met de opgave: Wit beginit en geeft
mat in 2 zetten.
wil van de wereld iets anders kunnen doen
dan medewerken tot de juiste oplossing, een
grap, welke aan genoemde tante natuurlijk
onteing.
Een ander lid van de familie, wat verder
gevorderd, kreeg het navolgende probleem op
te lossen, met de opdracht: Wit begint en
geeft mat in 5 zetten, doch hier moest groot
vader er, na eenig wachten, toch aan toe
voegen: En dan te weten, dat één onnoozel
pionnetje al het we.k doet!
Aan den vader des huizes zette hij een
probleem voor, dat, hoewel niet bijster moei
lijk, toch eenig nadenken vordert. Ook hier
luidde de opdracht: Wit beginit en geeft in
twee zetten mat.