f fEN VERHOORDE BEDE "erst-verlangen erstfeest in ind1e een aantrekkelijke feestmaaltijd Schaakproblemen voor Kerstmis -ÜNDERDAG 24 DECEMBER 1936 VIERDE BLAD PAG. 13 'erhaal door L. M. VAN A. B. 't Is buiten guur en koud, maar hier bin- jen in do ruime gezellige keuken merkt ts van. Het groote geëmailleerde •spreidt een behagelijke warmte Kleine Els, het tien-jarig dochtertje van ulijnheer en Mevrouw Berkenhorst zit op rieten keukenstoel, vlak voor 't fornuis. _ar beide voetjes rusten op de sporten, !t hoofdje met de blonde krullen houdi tussclien de kleine handen, haar elle n steunt ze op de hoog-opgetrokken jeën. Met aandacht volgt ze de ijverige Wegingen van Jans, het bellemeisje, die iet verhoogde kleur aan 't koper poetsen is. „Zeg Jans, wat ben jij toch vreeselijk lap. Kijk die koperen vaas nou toch eens ichtig glimmen en Vaders lamp, die t wel van goud. 'k Wou dat ik 't ook mooi kon, maar Mama wil niet hebben ik m'n handen en schort vuil maak, zegt dat 't geen werk voor jongedames en Jufbah, die zou wel willen dat heel den dag stijf als een pop op m'n loei bleef .zitten met een boek of een hand- 'erkje! 'k Ben wat blij, dat ze een paar 3"kgen met vacantie is en Mama is uit en blijf ik fijn hier bij jou in de keuken, }ti{iaar dan moet je ook heel lief voor ^me h en me een mooi verhaal vertellen." ,Och Els jongejuffrouw bedoel ik." ,Pas op, je mag me niet boos maken, nsepans, als we met ons beidjes alleen in heet ik Els hoor, binnen bij Mama mag jongejuffrouw zeggen." „Nu Els dan, ik weet heusch geen één rhaal meer. ik heb ze allemaal al verteld ben heelemaal niet knap, op school hn altijd slechte cijfers, maar Moeder zeg', at ik een paar flinke handen aan mijn jf heb en nou ja, ze zegt daar zal ik de ereld wel mee door komen, vind jij dat k, jongejElsje bedoel ik?" vind jou heel erg lief cn ik houd -. _n je vooral als je doet, wat ik zeg. ijk ik houd mijn ooren wijd open, begin u maar te vertellen en als je geen ver aal meer weet. vertel dan maar van je oeder en je broertjes en zusjes. Dat vind ook leuk maar denk er om, als er ge- d word1 en 't is Mama, dan moet je achtjes fluiten hoor, dan kan ik zoo gauw ogelijk hier vandaan en naar de kinder amer rennen." Jans lacht ondeugend, Ze zijn goede ka meraadjes die twee, blonde Els met haar zachte lange ki-ullen en de magere leelijke Jans, met 't sluike, zwarte haar. Menig gezellig uurtje hebben ze samen al doorgebracht. Mevrouw Berkenhorst was veel weg van huis. Ze had 't altoos heel erg druk met visites en theeuurtjes, zoo dat er maar heel weinig tijd overschoot voor haar dochtertje. Ze had een vertrouw de juffrouw in dienst genomen, die voor de opvoeding van Els zorg moest dragen. De juffrouw, die van een makkelijk leventje hield, liet den omgang met Jans ooglui kend toe, ze had zoo nu en dan ook eens een makkelijk uurtje. Mijnheer Berken- horst vertoefde veel in 't buitenland en de dagen dat hij thuis was, waren zoo vol van zakendrukte, dat er van huiselijk verkeer met vrouw en kind haast geen sprake was. Zoo groeide blond Elsje op, vaak een zaam in 't groote mooie huis snakkend naar liefde, ofschoon ze dit zelf nog niet vermoedde. Maar Jans, 't onaanzienlijke bellemeisje met haar warm liefdevol hart, begreep wat Els miste. Hoe geheel anders was het leven in haar kleine armoedige huisje als hier! Haar lief eigen moedertje, die heel den dag draafde en zwoegde voor haar Vader en broertjes en zusjes, en steeds voor ieder een vriendelijk woord over had. Wat kon ze je zoo echt weer heelemaal opbeuren en als ze met haar ruwe werkhand over Jans magere wangen streelde, dan zou ze voor geen schatten met een ander willen ruilen. Ze hield o zoo veel van haar kleine mees teresje: ,Ze is nou niks groos, zie je moe der", kon ze dan zeggen. „Verheeld je, ze gaf me vanmiddag zoo maar een zoen op m'n zwarte wang. omdat ik een paar pop- penkousjes voor d'r gewasschen had." Maar laten we nu weer naar dp warme keuken terugkeeren. Jans trekt diepe rim pels in haar voorhoofd en tracht tevergeefs een verhaal te bedenken. Eindelijk krijgt ze een goede gedachte. „Zeg. weet je waar ik je nou eens van vertellen zal? Van 't Kerstfeest, dat we op de Zondagsschool gaan vieren". „Goed, vooruit maar! En wie komen daar?" Jans komt in actie, want als ze over de Zondagsschool begint, is ze zoo gauw niet uitgepraat. „De juffrouw daar is ook zoo lief en weet je Els, zoo echt vroom!" „Vroom, wat is dat?" vraagt Els. „Kind, weet je dat niet?" is 't verbaasde antwoord. Els schudt heftig van neen. „Nou, vroom, ja dat is, dat je heel veel van den Heere Jezus houdt, zie je" „O ja, daar weet ik niet veel van, hoor! Mama zegt, dat ze van die fabeltjes niet veel afweet, dat zal ik naderhand wel lee- ren als ik naar de catechisatie ga!" Jans zwijgt, durft niets te zeggen, maar in haar hart voelt ze pijn. Verbeeld je „fa beltjes!,, Dat zou ze eens aan moeder ver tellen. maar tegen Els durft ze zich niet te uiten, bang dat deze er met mevrouw over spreken zou en stel je voor, dat haar me vrouw eens echt boos op haar zou worden en haar weg zou sturen van Elsje. „Kom Jans, waarom ga je nu niet verder met vertellen?" „O, ja, dat is waar! Nou dan, enne Enne Tweede Kerstdag zie je, dan komen alle kinderen in ons lokaal en dan vertelt de Juffrouw zoo 'n mooi verhaal! Eerst na tuurlijk over de geboorte van den Heer Jezus, enne dan krijgen we verrukklijke chocolademelk, hè". Jans klapt met haar tong. „Enne kransjes, met een heeleboel suiker d'r op en krentenbollen en dan, nou dan vertelt Juffie nog een Kerstverhaal en misschien vertoont ze er, net als verlejen jaar, nog platen bij. Fijn zeg! Ik had zoo graag een mooie nieuwe jurk gehad, om dan an te trekken, maar Moeder zegt: 't kan niet lijjen en nou mot ik m'n oüwe rooie weer an. Jammer hè?" Els knikt van ja. „Zeg Jans, zou ik je niet een jurk kunnen leenen? M'n bruin fluweelcn, die is nog al lang. Ja zeg, leuk! Ik ga 'm dadelijk halen". „Nee, nee" roept Jcns angstig. Maar Els is al weg gehuppeld en komt weldra terug met het bruin-fluweeljte. „Kijk, ik heb er een mooie haarstrik bij gedaan, een rose! O, wat staat dat lief bij je zwarte haar!" „Als Moeder 't maar goed vindt", brengt Jans er weer tegen in. „Ben je mal, meid. Ik draag hem haast nooit meer! Toe pak hem nou gauw in! Echt leuk, dat ik jou nou ook eens een pleiziertje kan doen. .Maar luister eens Ja nsepans! Wat zou je denken, zou ik ook met op dat Kerstfeest van jou mogen ko men, zeg vraag 't eens aan je Juffie!" „En wat zal mevrouw daar wel van zeg gen! Zie je. daar komen geen rijke kinde ren zoonis jij, Els!" „O, maar dan doe ik m'n schooljurk aan en zwarte strikken in m'n haar en dan zie ik er ook heel gewoon uit. Ik krijg er ge- wooQ dolle zin, in. Eet zingen jullie daar ook Kerstliederen, ja? Toe meid vooruit, leer ze mij dan ook". „Ja, zoo dadelijk, maar Els, denk er om dat je niet spreekt over fabeltjes. De Juf frouw zou dan heel boos worden, want 't is alles heel waar gebeurd". „Ik beloof je Jans, dat ik goed zal luis teren. Maar laten we nu gaan zingen". Even later, terwijl de zangles in vollen gang was, klonk storend het electrisch bel letje van de straatdeur. „O, Mania", schrok Els. „Denk om te fluiten". Jans sloft de hal in en even later klinkt een zacht fluiten. Els vloog holderdebolder de trap op naar boven en de kinderkamer in. Geen oogenblik kwam 't in haar op. dat ze verkeerd deed, tegen haar moeders zin in met Jans in de keuken te gaan praten. 's Middags aan tafel was ze erg ver strooid. Hoe moest ze nu van Mama toe stemming krijgen om met Jans mee naar 't Kerstfeest te gaan? Alles liep haar echter mee vanmiddag. Mama vertelde Juf dat ze Tweede Kerstdag op bezoek ging bij een vriendin. Juf moest Els dan maar bezighouden. Deze was daar over niet erg gesticht Haar plannetje om een uitstapje naar buiten te maken, viel nu geheel in duigen. Els echter vond 't fijn. van Juf zou ze wel gedaan weten te krij gen, om met Jans naar 't Kerstfeest te gaan. En zoo was 't ook. Juf liet zich al gauw /erhalen om haar toestemming te geven, „Maar denk er aan, om 5 uur terug te zijn!" Tweede Kerstdag 's middags stormde een innig-gelukkig Elsekind de trappen af. Met een bons viel de straatdeur dicht Op den hoek stond Jans, omringd door broertjes zusjes, op haar te wachten. „Hoera! daar is ze!" klonk 't in koor. Gezamenlijk ging 't toen verder door vele straten en straatjes, tot ze eindelijk stil stonden voor een groot gebouw. „Kijk Els, daar is 't nou", wees Jans. Hecle scharen kinderen stonden te wach ten. Allen gaapten ze 't net gekleede meisje aan. „Hè, wat akelig", zei Els. „Kom", troostte Jans, „let er maar niet op. Ze vin den je natuurlijk een echte jongejuffrouw en je hebt zulke mooie krullen, zie je. La ten we een eindje terugloopen!" Plotseling ging er een :uichkreet onder de kinderen op. De beide deuren gingen wijd open. Een dame stond aan den ingang Ze legde een vinger op den mond en be duidde de kinderen zacht naar binnen te gaan. Ieder wilde echter de eerste zijn. Al stompend en duwend ging 't voetje voor voetje voorwaarts. „Zoo, is dat nu je jongejuffrouw, Jans" zei ze met haar prettig-heldera stem, ter wijl ze Els de hand reikte. „Aardig, dat je meegekomen bent. meisje! Zoek maar een goed plaatsje voor haar, Jans". Eindelijk waren ze allen gezeten. Wat een lawaai, dacht Els. Dat moest Mama eens hooren. Even klonk er eon stemmetje in haar hart: „Is 't wel goed van me, dat ik ztnder haar toestemming ben gegaan?" Daar kwam de Juffrouw voor de klasse staan. Ze klapte even in de handen. Direct was T muisstil. „We zullen bidden, kinde ren". Verwonderd keek Els rond. Bidden! Dat had ze nog nooit gedaan. Aandachtig luisterde ze. Even keek ze naar Jans. Eer biedig zat deze naast haar. Lieve meid toch, die Jans. Nu begon de Juffrouw te vertellen, van de geboorte van 't kindeke Jezus. Spoedig was Els alles om zich heen vergeten, ge boeid als ze werd door 't verhaal van 't Kindeke in den stal van Bethlehem. De Juffrouw zag de stralende blauwe oogen van 't blondje. Ze wist veel van Elsje. Jansje had haar verrukt over alles verteld. Een stille bede rees in haar hart op voor 't arme rijke kind. Nu was 't verhaal uit. Een diepe zucht klonk er naast Jans. „Vind je 't mooi, ja?" Els knikt, spreken kon ze niet. „O, wat mooi, wat heerlijk" fluisterde ze eindelijk. „Mama heeft 't verhaal zeker nooit goed gehoord, nee vast niet, anders zou ze dat geen fabeltjes noemen. Straks als ze thuiskwam, dan zou ze 't Mama ver- tellen. Ze zou eerst wel heel boos zijn, dat Els stilletjes hierheen was gegaan. Maar als ze haar alles verhaalde van 't kindje Jezus, van Maria en Jozef, de engelen en de herders, nu, dan kon ze natuurlijk niet boos meer blijven. Ze zou vragen of ze ook naar de Zondagsschool mocht, ze wilde zoo graag er meer van hooren. Nu was 't echt Kerstfeest voor haar. Thuis hadden ze altijd een kerstboom ge had, die elk jaar steeds mooier werd. Maar daar dacht ze nu niet aan. Ze was even verrukt als de andere kinderen en nam even gelukkig de verschillende lekkernijen in ontvangst. Ook zij kreeg een heel mooi boekje als een blijvend aandenken van deze Kerst feestviering. Bij 't afscheid nemen drukte ze de lieve Juffrouw hartelijk de hand. „Juffrouw" stotterde ze, „ik dank U heel hartelijk en mag ik asjeblieft ook op Zondagsschool ko men, ja?" Smee' end keek ze de Juffrouw „Ja, hoor, ik kom eens met Mama praten. Vond je 't prettig hier?" Nu stormde 't vroolijke troepje naar huls. Jans met haar trawanten bracht Els tot aan de voordeur. „Dag Els, dag hoorl tot morgen. Prettig, dat je 't zoo heerlijk vond* En w-el bedankt voor 't leenen van dei jurk". Zachtjes viel de straatdeur achter Elska toe. Nu moest ze het Mama vertellen, als deze straks thuis kwam. Bang was ze voor Mama's spottende oogen als ze zou gaan vertellen. Maar dapper besloot ze niet ang stig te zijn. Als Mama 't maar eerst goed wist, dan zou ze er wel anders over denken. Juffie was dolblij dat ze op tijd thuis kwam, naar verdere bijzonderheden vroeg ze niet. Niet lang daarna kwamen Papa en Mama thuis en nu trok Els de stoute schoenen aan. Eerst vertelde ze van haar ongehoorzaamheid. Natuurlijk werden bei den heel boos en niet alleen op haar, maar ook op de onbeschaamde Jans; die moest nu maar over een paar weken vertrekken. Maar Elske pleitte zoo flink voor haar ka meraadje, dat Mevrouw half brommende toestemde, het nog eens met haar te pro* beeren. Ze dacht dat nu de zaak afgehan deld was, maar daar begon Els vol vuur het Kerstverhaal te vertellen. Niets sloeg ze over. De Juffrouw zou 't heerlijk ge vonden hebben, zoo goed als Els alles weer gaf. Eerst luisterden Vader en Moeder on verschillig toe, toen wat opmerkzamer, ge boeid door 't opgewonden gezichtje van hun dochtertje. Zoo hadden ze hun Elsje nog nooit gezien. „O, Mama, Papa, denk eens aan, dat kleine lieve kindje in een krib, niet in een mooi, zacht wiegje en dat alles voor ons, omdat wij later in den hemel mogen komen. Zóóveel heeft de Heere Jezus ook later voor ons geleden en eindelijk hebben de booze menschen hem aan 't kruis genageld. Alles voor ons. O, mag ik ook naar Zondagsschool net als Jans, ik wilde zoo graag meer van Hem hooren. Ja, mag ik?" „Lieve kind, je bent zoo opgewonden, be daar eens wak Later zullen we daar over praten." Onder 't middageten werd niet veel ge sproken. Hoorden Vader en Moeder mis schien wel een duidelijke stem in hun hart, die hen sprak van hemelsrhe dingen, waarover ze vroeger ook wel zoo veel ve- hoord hadden, maar waar ze later niet meer naar konden luisteren, omdat ze het zoo druk hadden met de dingen van dit leven? Hoe *t zij. de Juffrouw kwam en al heel spoedig mocht Els naar de Zondagsschool. Nog heel vaak zat ze hij Jans in de keu ken en samen zongen ze hun versjes maar nu behoefde 't niet meer stilletjes te gaan. Zoo werd Elsjes eerste echte Kerstfeest door meerdere gevolgd, maar 't eerstel bleef toch altoos 't heerlijkste. ,_j ■t"H' Ïït Gij, mijn troost, mijn zoet verlangen, Wijn Jezus, Helper in mijn smart, naijn ziel begeert U aan te hangen! Ni) neem uw intrek in mijn hart; l lust des hemels, heil der aarde, °pOr Wien 'k aanbiddend nederkniel, God-mensch, nooit geroemd naar len: waarde Morgenster verlicht mijn ziel! n h mocht mijn hart de kribbe wezen, Waarin het heilig Godskind ligt! P ai werd ik van mijn smart genezen. Dan had ik kracht tot eiken plicht; 2 werd mij troost en moed gegeven, es Jrdreven d'angst, gestild de pijn! istah Heer! wanneer G' in mij zult leven, jet G' eerst in mij geboren zijn! geef gehoor aan mijn verlangen, 'H/ervul' m' uw komst met zaligheid! Cr Lil in ootmoed U ontvangen; (dijn hart en ziel zij zijn bereid! :n leg gedachten, wil en zinnen, „/Heiland! aan uw voeten neer; wil U dienen, U beminnen; 5 Ineem bij mij uw intrek, Heer! 0 OSTERWALD. rtl#- Jaie het in het Ziekenhuis te ■rdpdjowamo gevierd wordt dvjlet Zendingsbureau te Oegstgeest vertelt y, van het Kerstfeest, het feest van het H#ht der Wereld, dat het vorige jaar op mbolische wijze gevierd werd in het zie- ogphuis te Modjowarno (Oo6t-Java). Het )utsoneel, vol enthousiasme bijgestaan door "patiënten, die zoover waren, dat ze hel- mochten, had de versiering aangebracht zoo werd eerst het Kerstfeest op de kin- rzaal gevierd, waarna *s avonds al de pa cten verzameld werden voor de operatie- mer. Meer dan 300 zaten er op de groote ©er (galerij). De Kerstgeschiedenis werd iteld door Mas Soewata, den goeroe-indjil aa© het ziekenhuis en door Tasmadji, den "Vuffeur, tevens Kerkeraadslid. Na afloop ntird aan iedere patiënt een brandend kaarsje z"f een versnapering op zijn bed gebracht. tpet is heel moeilijk te zeggen welke de uit- ar'[rking is van zoo'n Kerstfeest, maar zeker dat er veel aandacht was en allen gedu- ^™nde het gebed eerbiedig het hoofd bogen, dag daarop zou het Kerstfeest met het jwneel gevierd worden. Nu is het in de ge- tirte Modjowarno de gewoonte, dat de ïen in iedere wijk een samenkomst i. waama zij gemeenschappelijk met ,_s gewapend en zingende or het kerkgebouw, waar dan koi gebeden en gezongen wordt. Het ge luwde personeel nu vierde op deze wijze Kerstfeest, terwijl in het ziekenhuis voor jongens en meisjes van het internaat een jdincsavond gehouden werd. Deze avond ■d een zeer symbolisch karakter. In de ioempoelan-zaal stond een donkere Kerst- vtjom, terwiil daarvoor een groote kaars was '^gesteld. Onder het uitspreken van profe- afeën werden door de meisjes de eerste kaar- aan den boom aangestoken, daarna de foote kaars als symbool van de komst van S (zus Christus, waarna de boom verder ver- etht werd als symbool van de beteekenis v (zus Christus, terwijl de evangelisatie z (beeldig werd voorgesteld doordat ieder "Atroleumlampje aanstak aan de groote Een typisch straattafereeltje in Bethlehem Kleinighedenwaarop het voor de huisvrouw aankomt De gastvrouw op haar best De Decembermaand vliegt ten einde. De Kerstdagen staan voor de deur en straks zal het oude jaar in het nieuwe verglijden. Zoowel het Kerstfeest als „Oud en Nieuw" zijn de familiefeesten bij uitnemendheid, en van Oost tot West, van Noord tot Zuid, trekt men het land door om in gezellige familie en kennissenbijcenkomsten vanouds gelegde banden te verstevigen of nauwer aan te halen. In deze dagen komt het er zoo vaak voor de huisvrouw op aan om zonder al te veel kosten toch voor den dag te komen met een goed verzorgde tafel, die het Kerstfeest, de Oudejaarsavond en misschien ook we! andere gezellige familie-bijeenkomsten, de noodige eer aandoet En werkelijk, men behoeft in dit geval heusch geen groote uitgaven te doen! Met eenig overleg en wat handigheid slaagt men er gemakkelijk in het „alledaagsche" aan een maaltijd te ontnemen, zonder dat men er al te diep voor in de huishoudbeurs be hoeft te tasten! Daar is ten eerste de kop bouillon of het bordje soep, waarmee we een maaltijd kun" nen laten beginnen; en dit geldt zoowel voor het soupéetje of de wat feestelijk aan- gekleede lunch, als voor het middagmaal. Een bouillonblokje in eiken bouillonkop, wat kokend wateren de geurige inlei ding tot de maaltijd is gereedl Of wel één of meer Soeptabletten (voor 3 personen één tablet) volgens de ge bruiksaanwijzing op de pakjes in Vz liter water een half uurtje gekookten de Ossestaart-, Mockturtle-, Londonderry- of Kerry-soep (ook nog wel andere soorten1) kunnen wedijveren met de beste koks-pro ducten en dat tegen een prijs, die per per soon op niet meer dan 3V& cent behoeft te komen. Nog even een raad: Hebt u wel eens ge probeerd „zoo'n inleidende portie soep in een bouillonkop te presenteeren, met een stukje geroosterd brood (toast) er bij? 't Is weer eens iats anders dan de bekende soep borden en de taak van de soep om slechts een „feestelijk hapje vooraf' te "zijn en geen belangrijk onderdeel van den maaltijd, Wordt er op de beste wijze door vervuld. Van „hapjes-vooraf" gesproken die zijn er behalve de soep en den bouillon nog in soorten! Gewoonlijk volgen ze op de soepen Onder de menscheneters Hoe de Zending der Broedergemeente in Australië onder de meest woeste heiden- stammen gearbeid heeft, vertelt de heer P. M. L e g n e, voorz. en secr. der Suriname Zending, in een geïllustreerd, door het Zeister Zendingsgenootschap uitgegeven boekje. Van 1860 tot 1919 heeft deze gezegende arbeid geduurd; het lang zamerhand uitsterven der bereikte stammen maakte er vanzelfsprekend een einde aan en in 1919 verliet de laatste Zendeling, Br. Hey, zijn post na 28-jarigen dienst. Natuurlijk lost men dit dingetje in een ommezien op ,doch de bijzondere aardigheid is, dat nodh wit, noch. zwart, met de beste Hierbij een fraaie opname van het eeuwenoude kerkgebouw der Ned. Herv. Gem. te Rijswijk (Z.H.), van waaruit op den Eersten Kerstdag, des morgens van half acht tot half negen, een interkerkelijke wijdingssamenkomst door de N.C.R.V. zal worden uitgezonden. TV. Ook voor den jongsten zoon had opa een grap, een simpele opgave: Wit geeft mat in 1 (één) zet, doch het kostte het knaapje heel wat hoofdbrekens om de juiste oplos sing te vinden. Terwille van de plaatsruimte geef ik den stand in notatie-vorm: Wit: Ke2, Tc4, Tf6, Ld6, Pf4, Pe8, pionnen d4, d5 en g4 (9 stuks). Zwart: Ke4, pion e7( 2 stuks). Naar ik hoop, zullen onze lezers met even veel genoegen van deze probleempjes kenn if nemen als ik het deed. In hetzelfde nummeu vond ik een nieuwe serie opgaven „mat in 1 zet" van Andrade, uit wiens eerste serie ik destijds een aantal overnam. Binnenkort hoop ik gelegenheid te hebben dit opnieuw te doen. De Bijbel in het hotel In aansluiting op wat wij destijds schreven over de aanwezigheid van Bijbels in da hotels, trekt onze aandacht, dat zelfs in China Bijbels in hotels te vinden zijn. De Gideon Vereeniging in N. Amerika, die zich ten doel stelt om Bijbels in hotels te plaat sen werkt door haar vertegenwoordiger in China in Noord en Zuid China. Honderden van Bijbels zijn reeds geplaatst In een groep van Christen-hotels te Canton, Hong Kong en Shanghai, wordt de Gideon Bijbel hoog gewaardeerd. Elke kamer bezit niet slechts een Bijbel, maar aan de jongens wordt last gegeven de Bijbels zorgvuldig te bewaren en de lezers voor te houden. De Dollar Steamship Company die in elke kamer van hun wereldberoemde schepen een Gideon Bijbel heeft, heeft een speciale zending van Bijbels te San Francisco steeds voorhanden om gestolen Bijbels aan te vullen. Deze groote Companie zendt de Gideon Bijbels ook gratis naar alle deelen der wereld, door hunne schepen e maar ook wel gaan ze vooraf aan de hoofdgerechten; vandaar hun naam, maar in veel gevallen kunnen ze geheel op zich zelf dienst doen en bijv. de lunch helpen aan iet3 warms of het „gezellige avondje" voorzien van iets pittigs. Ook die versnaperingen kunnen gemakke lijk thuis bereid worden zonder veel kosten. Gevoelige terechtwijzing In een der Zuidelijke Staten van N.- Amenka arLeidt een methodistisch predi kant' die gewoon is, in of buiten zijn preek gepeperde woorden te gebruiken. Van dezen Sam Jones vond „De Hpiden wereld", (red. Dr Henry Beets), bet volgen de beschreven: Iemand, een kerklid, gaf dezen Evangelist te kennen dat de Kerk hem tq hoog had aangeschreven voor het onderhoud der ge meente en de zaken van het Godsrijk. „Hoeveel betaalt ge?" vroeg Jones. Het antwoord was: „Vijf dollars per jaar". „Zoo" hernam Jon.es: „Hoelang zijt gij reeds bekeerd?" „Plus minus vier jaar", was het antwoord. „Wat waart gij vóór uwe be- keering?" „Ik was een dronkaard." „Hoe veel verteerdet ge toen voor den drank?" „Plus minus 250 dollars per jaar." „Hoeveel was uwe bezitting toen?" „Ik huurde mijn land en ploegde met een os." „Wat bezit ge thans?" „Ik heb een goede plantage en een span paarden." „Wel", antwoordde de Evangelist met nadruk, „gij hebt den duivel 250 dollars per jaar betaald voor het ploegen met .een os en een gehuurd land en nu wilt go God, die u gered heeft, geen vijf dollars per jaar geven voor het voorrecht dat ge kunt ploegen met paarden op uwe plantage. Je bent een schurk van de hoofdschedel tot do voetzooll" De heer H. J. J. Slavekoorde te den Haag schrijft ons: Er bestaat im de schaakwereld hier en daar de gewoonte om tegen het einde des jaars iets bijzonders te doen. Sommige com ponisten laten een speciale compositie druk ken en zenden deze aan hun schaakvrienden in alle deelen der aarde. Andere zenden iets bijzonders bij een schaakperiodiek in, voor zien van een opdracht. Sommige schaaktijd schriften maken veel werk van hun Decem ber-nummer en noemen het dan Kerstnum mer. Hoewel deze benaming in geenen deele op het Kerstfeest duidt en er in de verete verte niets mede te maken heeft, is het toch een onweerlegbaar feit, dat de schaaklitera tuur op deze wijze al met heel wat aardige composities en geschriften is verrijkt. Zoo vond ik ditmaal in het Engelsche tijdschrift „Chess" een geestig artikel, waarin de schrij vers een geheele familie rondom het schaak bord doen plaats nemen, waarna de oude grootvader een reeks problemen uit de oude doos de revue laat passeeren. Het aardige van de zaak is, dat ieder lid van de familie op zijn beurt een opgave moet oplossen, on geacht of hij (zij) veel of weinig van het schaakspel afweet. En een ieder slaagt daar ook ia., dank zij het feit, dat grootvader ieder een opgave, overeenkomstig zijn capaciteiten weet voor te zetten. Zoo zet hij een inwonen de tante, die niet veel anders dan den loop der stukken kent, onderstaand probleem voor, met de opgave: Wit beginit en geeft mat in 2 zetten. wil van de wereld iets anders kunnen doen dan medewerken tot de juiste oplossing, een grap, welke aan genoemde tante natuurlijk onteing. Een ander lid van de familie, wat verder gevorderd, kreeg het navolgende probleem op te lossen, met de opdracht: Wit begint en geeft mat in 5 zetten, doch hier moest groot vader er, na eenig wachten, toch aan toe voegen: En dan te weten, dat één onnoozel pionnetje al het we.k doet! Aan den vader des huizes zette hij een probleem voor, dat, hoewel niet bijster moei lijk, toch eenig nadenken vordert. Ook hier luidde de opdracht: Wit beginit en geeft in twee zetten mat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 13