Grondwetsherziening is gerechtvaardigd
DINSDAG 15 DECEMBER 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
Het uitladen op het vliegveld Waalhaven te Rotterdam van de Koolhoven F.G. 55
jager, welke op de Luchtvaarttentooïïstelling te Parijs veel, belangstelling trokI
De Regeering deelt de beschouwing, van
andere zijde naar voren gebracht, dat de
schadeloosstelling niet is een belooning
voor verrichten arbeid, doch slechts* een
middel om personen uit verschillenden
stand in staat te stellen, lid van de Kamer
te zijn. In dit licht gezien kan het voorge
stelde bedrag van I 4000 redelijk worden
geacht.
Als bezwaar tegen de voorgestelde verla
ging is aangevoerd, dat zij de cumulatie in
de hand zou werken van het lidmaatschap
der Kamer met andere betrekkingen. Ten
aanzien van dit bezwaar deelt de Regee
ring het gevoelen van andere leden, dat
deze cumulatie in het algemeen niet als
een euvel mag worden beschouwd. Integen
deel, een euvel ware het, indien alle of
bijna alle Kamerleden beroepspolitici wa
ren. De band met het werkelijke leven zou
dan verloren gaan en het parlement zou
hoe langer hoe meer komen te staan buiten
de maatschappij.
Op al deze gronden heeft de Regeering
gemeend van de voorgestelde verlaging
niet te moeten afzien.
Ministers zonder portefeuille
Misbruik van het Instituut „Minister zon
der portefeuille" is niet te .vreezen, omdat
Evenredig kiesrecht
Het voorstel tot aanvulling van de be
palingen betreffende het kiesrecht heeft in-
deraaad de strekking, de mogelijkheid te
openen van een stelsel van evenredige ver
tegenwoordiging, dat meer dan het huidige
voldoet aan den staatkundigen eisch, dat
geen excessieve versnippering van het par
tijwezen plaats heeft.
Ten einde grondwettelijk bezwaar tegen
elk ander dan het thans geldende stelsel
van evenredige vertegenwoordiging af te
snijden, worden de voorliggende aanvullin
gen van de art. 82, 83, 128 en 143 voorge
steld. Welk stelsel van evenredige vertegen
woordiging als het meest verkieselijke moet
worden aanvaard, zal nader dienen te wor
den overwogen. De voorgestelde aanvullin
gen beoogen slechts, grondwettelijke bezwa
ren tegen een ander stelsel dan het gel
dende uit den weg te ruimen.
De vrees, t.a.v. dit voorstel geopperd (het
maken van misbruik van het recht tot ver
vallenverklaring van het lidmaatschap)
deelt de Regeering niet.
Zij acht voor een zoodanige vrees nog te
minder aanleiding, nu het vertegenwoordi
gend lichaam zelf over vervallenverklaring
van zijn leden zal oordeelcn.
Verwacht kan worden, dat van het
recht tot vervallenverklaring van het
lidmaatschap van een vertegenwoordi
gend lichaam niet veel gebruik zal
worden gemaakt Het belang van de
voorgestelde regeling kan veeleer ge
zien worden in haar preventieve wer
king.
De Regeering hecht sterk aan de grond
gedachte van het door haar gedane voor
stel. In dezen buitengewoon moeilijken tijd,
nu van verschillende zijden de rechtsorde
wordt belaagd met aanprijzing of bevorde
ring van onwettige middelen, mag men het
kwaad niet laten voortwoekeren. Bij het
beteugelen van het kwaad is een algemeen
belang betrokken van de eerste orde.
GEMENGD NIEUWS
Piloot L. Hautzmeyer
Gistermiddag is het stoffelijk overschot
van den bij de ramp van „De Lijster" om
gekomen piloot L. Hautzmeyer per auto
van de begrafenisonderneming Innemee en
Zn. naar Weenen overgebracht.
Bij de vele kransen, welke reeds in En
geland op de baar waren gelegd en waar
bij in Rotterdam een krans van den Oos-
tenrijkschen gezant gevoegd was, waren in
's-Gravenhage nog eenige bijgekomen en
wel van de K.L.M., van den heer en mevr.
A. WurfbainMeyboom, van Hilda Bongert
man, en voorts eenige van particulieren, die
onder de hoede van piloot Hautzmeyer een
K.L.M.-vlucht hadden gemaakt.
De heer A. Aler, chef van den vlieg-
dienst van de K.L.M., was bij het overbren
gen van het stoffelijk overschot in de
rouw-auto tegenwoordig.
Overtreding
luchtbeschermingswet
De politierechter te Leeuwarden.be
handelde een zevental zaken in verband
met overtreding der luchtbeschermingswet
door licht te laten branden in de woonka
mer, dat door niet afgeschermde ramen
naar buitën straalde of een zaklantaarn te
gebruiken, die helder wit licht uitstraalde,
of licht te laten branden in een graammaal-
derij.
Twee verdachten werden vrijgesproken.
Drie landarbeiders werden veroordeeld tot
30 gulden boete of 15 dagen hechtenis, een
predikant te Waaxens tot 75 guden of 25
dagen hechtenis en een rijwielhandelaar tot
10 gulden boete of 10 aagen hechtenis.
Poging tot doodslag
Schippersknecht veroordeeld
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch
wees arrest in de zaak tegen den schippers
knecht J. V. uitRoermond, die op 14 Juli
jl. den schipper N. Overduyn met een Engel-
schen sleutel heeft aangevallen, neergesla
gen en bijna gedood.
De Roermondsohe rechtbank had hem we
gens poging tot doodslag veroordeeld: tot
zes jaren gevangenisstraf.
Het hof vernietigde op formeele gronden
het vonnis en veroordeelde V. tot zes jaren
gevangenisstraf, met aftrek van het voor
arrest.
Door de verpleegden van het Oude Vrouwen-, Mannen- en Bestedelingenhuis der
Ned. Herv. Gemeente te Amsterdam wordt een kleed vervaardigd, dat aan H.K.H
Prinses Juliana bij Haar huwelijk ten geschenke zal worden aangeboden.
De vleesch- en worstknoeierijen
te Ouderkerk
Zooals bekend, heeft het Gemeentebestuur
alhier, na de door de ambtenaren belast met
de controle op de naleving van de Vleesch-
keuringswet ontdekte frauduleuze slachtin
gen en diverse knoeierijen, de vergunning
verleend aan den heer S. tot het inrichten
en exploiteeren van een worstmakerij, roo-
kerij en kookerij op grond dezer feiten inge
trokken.
Door de worstfabrikanten werd daarna
na ingewonnen rechtskundig advies, op een
gegeven momertt weer met den arbeid aan
gevangen, omdat men van oordeel was, dat
deze intrekking eerst dan van kracht kon
zijn als het vonnis tegen hen door de Recht
bank was uitgesproken. Het Gemeentebe
stuur hield echter voet bij stuk en liet de
aanwezige worstmachines verzegelen, en
verhinderde, de werkzaamheden. Daar de
mogelijkheid niet uitgesloten geacht werd,
dat de worstfabrikanten zich aan dezen
klemmenden hand zouden ontworstelen,
werd de „fabriek" van tijd tot tijd gecontro
leerd Dezer dagen kwam de politie echter
tot de ontdekking, dat de machines waren
gedemonteerd en verdwenen. Een ingesteld
onderzoek wees uit, dat zij naar Krimpen a.
d. Lek waren vertransporteerd.
Tegen den heer S. werd proces-verbaal op
gemaakt, wegens het verbreken van de op
last van het openbaar gezag aangebrachte
verzegeling.
Noodlanding militair vliegtuig
Goed geslaagd
Gistermiddag omstreeks half drie heeft
een Duitsche korporaal-vlieger die, naar hij
bij zijn verhoox aan de marechaussee mede
deelde, door het slechte weer verdwaald
was geraakt en meende nog op Duitsch
grondgebied te zijn, met zijn toestel een
zeer geslaagde noodlanding gemaakt op een
esch nabij de Odoornerstraatweg te Emmen.
Het toestel bleef geheel onbeschadigd, ter-
wijl de bestuurder geen enkel letsel had
bekomen. De korporaal-vlieger heeft zijn in
trek genomen in een hotel te Emmen. Het
toestel is onder bewaking van de mare
chaussee gesteld.
Indien de vereischte toestemming van het
departement van defensie zal zijn verkre
gen, zal de bestuurder weer opstijgen en
naar zijn standplaats terugkeeren.
Inbraken te Rotterdam, Gouda,
Alphen en Zwammerdam
Het gerechtshof te 's Gravenhage deetl
uitspraak in de zaak tegen den timmerman
A. Th. C. N. en den opperman R. W. de G.
beiden gedetineerd, die in hooger beroep te
recht hebben gestaan van een vonnis van de
Rotterdamsche rechtbank waarbij zij wegens
diefstal in vereeniging, gepleegd op verschil
lende plaatsen o.a. in het Capitol-theater te
Rotterdam, ten kantore van de Coöperatieve
Producenten-vereeniging te Gouda en bij de
finma Hoogendijk te Zwammerdam, zijn ver
oordeeld ieoer in totaal tot vier jaar gevange
nisstra f.
Conform het requisitoir van den advocaat-
generaal bevestigde het hof het vonnis der
rechtbank ten aanzien van N. en vermin
derde de straf van de G. die wegens drie
feiten tot vier jaar was veroordeeld, tot drie
jaar gevangenisstraf, met bevel tot ge
vangenneming.
ROFFELRIJMEN
DE VLAG KLAAR
Als 't ooit een tijd van vlaggen was, j
Dan is het dezer dagen
Nu onze lieve Kroonprinses
De groote stap gaat wagen,
Nu Zij met Haar beminden Prins
In ondertrouio zal treden,
Zoo doodeenvoudig en zoo blij
Als ivij het allen deden.
Is er in onze kring een bruid,
Wij tooien, wij versieren
Ons heele huis. de heele buurt
Om 't bruidsfestijn te vieren.
De Hollandsche benepenheid
Wordt in de hoek gedrongen,
En ongedwongen wordt de vreugd
Geuit en uitgezongen.
Hoe groot moet dan de feestvreugd zijn
ln onze lage landen
Als de Prinses de bruid zal zijn!
Dan moet het feestvuur branden,
Dan moeten vlag en wimpel hoog
De huizen uitgestoken.
Dan moet ons heele landje zijn
In vlaggen weggedoken!
Wie onzer heeft de euvle moed
De vlag niét uit te steken?
Wie onzer waagt het snoode stuk
Dit schoone spel te breken?
Geen mensch! Natuurlijk: 't is geen
L mensch
Wiens vlag niet kant en klaar is
Als voor de Koninklijke Bruid
De blijde bruidsdag daar is!
(Nadruk verboden)
LEO LENS
Brandstichting te Eindhoven
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch1
bevestigde het vonnis der rechtbank, waar
bij de landbouwer G. P. van der L. uit E i n d
hoven, die wegens brandstichting in den
nacht van 29 op 30 Mei jl. in een schuur aan
den Aalsterweg te Eindhoven was veroor
deeld tot zes jaren gevangenisstraf. Het
geheele voorarrest werd in mindering ge
bracht
In hooger beroep was tegen van der Li.
acht jaren gevangenisstraf geëischt
Officieele Berichten
ONDERSCHEIDINGEN
Benoemd ls tot ridder ln de Orde van Oranja
Nassau: TJ. Visser te Bergen (N.H.).
Aan mr Eugene Stiels te Maeseyck (BelgtO)
ls de eere-pennlng in zilver toegekend, als
blijk van waardeering voor zijn belangstelling
in 's RUks verzamelingen van geschiedenis en
kunst.
GEVANGENISREGENTEN
Tot lid van het College van Regenten over
de gevangenis te Middelburg ls benoemd mr
A. Meerkamp van Embden te Middelburg.
Mr W. B. J. ABERSON
Aan mr W. B. J. Aberson is ln verband met
zUn benoeming tot lid van het Hof van Justitie
In Curacao eervol ontslag verleend als ambte
naar van het openbaar ministerie bU de kan
tongerechten ln het arrondissement Amsterdam.
De winterslaap van Scheveningen wordt benut voor het aanbrengen van de noodige herstellingen aan het uiterliik der
plaats. Gisteren was met, bezig »ra 4e verifies te voorzien van een nieuw pLkier. J
Regeeringsantwoord aan de Tweede Kamer
Verblijfkosten Eerste Kamer
het parlement ook in deze zich kan uit
spreken- en aan zijn ooi deel de noodige
kracht bij zotten.
De voorstelling, als zou de geldende re
geling van de verblijfkosten der Eerste
Kamer tot veel aanstoot aanleiding geven,
is sterk overdreven. Voor aanstoot bestaat
geen schaduw van grond. Hierin kan geen
reden gelegen zijn het geldende systeem,
dat ontegenzeglijk voordeelen biedt te ver
laten.
Contact Rijk en Gemeenten
Verscheidene leden hebben gepleit
voor het scheppen van een grondwette
lijke verplichting voor de Regeering
tot het houden van contact met de ge
meenten. Een desbetreffende bepaling
behoort echter niet in de grondwet
thuis, het is een vraagstuk van beleid.
De Regeering beantwoord ontkennend de
vraag of art 186 van de grondwet kan wor
den geschrapt (militaire dienst buiten het
rijk in Europa). Dat door de werkzaamheid
van den Volkenbond de omstandigheden
gewijzigd zouden zijn, is niet juist.
Kerk en Staat
Het denkbeeld, de scheiding van Kerk
en Staat verder door te trekken, door den
financieelen band tusschen beide op te hef
fen de staat zou dan aan de verschil
lende kerkgenootschappen de gekapitali
seerde waarde uitkeeren van de bedragen,
welke thans jaarlijks ten laste van de rijks-
begrooting worden beschikbaar gesteld
is niet nieuw.
Herhaaldelijk heeft het in de Tweede
Kamer een onderwerp van bespreking
uitgemaakt en steeds heeft deze zich
met nadruk tegen het denkbeeld uitge
sproken. Het vond bestrijding, zoowel
bij partijen ter rechter- als ter linker
zijde. Van de Regeering ls in de ge-
wenschte richting geen voorstel te ver
wachten.
Inkomen van leden
van het Vorstelijk Huis
In de laatste decennien heeft de koop
kracht van het geld sterk geschommeld.
Alle inkomsten hebben daarvan den terug
slag ondervonden. Dat het inkomen van de
kroon uit 's rijks kas alléén kan worden
gewijzigd door het ingewikkelde apparaat
van grondwetsherziening in beweging te
brengen, is een te stroeve regeling ge
bleken.
Om die reden is een nieuw art. 28 b
voorgesteld, volgens hetwelk het bedrag,
in de grondwet vastgelegd, zal kunnen
worden gewijzigd bij een gequalifi-
ceerde wet.
Toen de Regeering eenmaal dit systeem
van grootere buigzaamheid had aanvaard,
lag het voor de hand, dat zij voorstelde,
het huidig inkomen van de kroon te ver
lagen in verband met de onmiskenbaar
gestegen koopkracht van het geld.
Meer dan iemand is de Regeering over
tuigd, dat het staatshoofd voorgaat, waar
het algemeen belang een offer vraagt.
Wanneer zij desniettemin heeft gemeend,
een voorstel strekkend tot verlaging, te
moeten doen, vindt dat zijn grond in de
overweging, dat nu de grondwet wordt ge
wijzigd, van de gelegenheid behoort te
worden gebruik gemaakt, om het positieve
recht den feitelijken toestand te doen
volgen.
De Minister van Bultenlandsche Za
ken heeft opdracht verleend Inlichtin
gen in te winnen omtrent het Inkomen
van staatshoofden in verschillende lan
den. Zoodra deze inlichtingen zijn ont
vangen, zullen de resnltaten aan de
Kamer worden medegedeeld.
Het was der Regeering aangenaam
te mogen vernemen, dat het voorstel
tot het vorleenen van een jaarlljksch
inkomen uit 's rijks kas aan den Prins-
Gemaal door vele leden werd toege
juicht.
Schadeloosstelling en Pensioen Tweede
Kamerleden
In antwoord op sommige opmerkin
gen dat het bedrag der schadeloos
stelling: voor Tweede Kamerleden niet
beneden f 4500 mag dalen, deelt de
Regeering mede, dat zij met volle
erkenning van den zwaren, inspannen-
den arbeid, die bij het voortdurend
toenemen van de staatsbemoeiing in
steeds grootere mate van de volksver
tegenwoordigers wordt gevergd, reke
ning houdende ook met het feit, dat
het lidmaatschap niet onbelangrijke
geldelijke offers oplegt meent het
voorstel, zooals het daar ligt, te moeten
handhaven.
Slreven was verscherping van politieke
tegenstellingen te vermijden
Geen voorstellen tot kiesrechtwijziging
te verwachten
In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake voorstel
len tot verandering van de Grondwet merkt de Regeering op, dat zij
aan deze voorstellen nimmer een grootere draagwijdte toegekend heeft
dan zij inderdaad bezitten. Het is niet duidelijk hoe de aankondiging
van de Grondwetsherziening verwachtingen heeft kunnen wekken, die
niet in vervulling zijn gegaan. De Regeering meent, dat al zijn ver
schillende voorgestelde wijzigingen inderdaad niet zeer belangrijk, deze
wijzigingen in haar onderlingen samenhang van voldoende beteeke-
nis zijn, om een herziening van de Grondwet te rechtvaardigen.
Voor voorstellen van verdere strekking acht de Regeering den tijd
nog niet gekomen.
In het bijzonder mist men vooralsnog voldoende consolidatie van
denkbeelden met betrekking tot het vraagstuk van de ordening van het
maatschappelijk leven.
Voor zoover de denkbeelden omtrent de ordening van het maat
schappelijk leven veranderingen in de Grondwet medebrengen, zijn deze
denkbeelden nog te vaag, te weinig omlijnd en zelfs bij him aanhangers
onderling nog te zeer uiteenloopend, dan dat zij een eenigszins vasten
grondslag zouden kunnen vormen voor zoodanige veranderingen.
wiens wensch daartoe door een be
voegde autoriteit is rechtmatig geacht.
De Regeering beantwoordt deze vraag
bevestigend. De grondwettelijke bepa
ling van de vrijheid van de pers be
vat geen enkel element, dat aan het
vestigen van een zoodanig droit de
reponse in den weg zou staan.
De Regeering zal op dit oogenblik, als
liggende buiten het terrein der voorgestel
de grondwetsherziening, niet ingaan op de
wenken met het oog op krachtige repres
sieve maatregelen.tegen drukpersexcessen
Mocht te dien aanzien tot wettelijke voor
ziening worden besloten, dan zal voorze
ker metde gegeven wenken worden reke
ning geihouden.
De Kamer voor het bedrijfsleven
Met de strekking van het advies van de
staatscommissie, om af te zien van voor
stellen, die de mogelijkheid zouden openen
van een kamer voor het bedrijfsleven als
derde kamer der Staten Generaal, heeft de
Regeering zich kunnen vereenigen. Men
kan voor het tegenwoordige ook naar haar
oordeel volstaan met het scheppen van de
mogelijkheid naast openbare lichamen voor
bepaalde beroepen en bedrijven en groepen
van beroepen en bedrijven een algemeen
lichaam voor het beroeps- en bedrijfsleven
in te stellen, met als taak de werkzaam
heid der lagere organen te coördineeren en
zich de meer algemeene belangen van het
beroeps- en bedrijfsleven aan te trekken.
Wordt van deze mogelijkheid in de toe
komst gebruik gemaakt, zoo zullen vorm en
leiding worden gegeven aan wat in de
maatschappij op deze gebieden deels reeds
is gegroeid, deels nog bezig is te groeien.
De verhouding van het aldus gevormde
centrale lichaam tot de Staten-Generaal zal
daarbij wettelijk nader kunnen worden ge
regeld en ook later naar behoefte kunnen
worden gewijzigd. Op de mogelijkheden van
deze toekomstige ontwikkeling reeds thans
in te gaart, lijkt de Regeering onnoodig.
De titel „Prinses van Oranje"
De Regeering vereenigt zich met het
standpunt, dat het onjuist zou zijn, indien
in de grondwet aan de dochter des Konings,
die de vermoedelijke erfgename is van de
kroon, de titel „Prinses van Oranje" werd
verleend. Zooals bekend, vindt de titel
Prins van Oranje, bestemd voor den oud
sten van des konings zonen of verdere
mannelijke nakomelingen, die de vermoe
delijke erfgenaam is van de kroon, zijn
wortel in de proclamatie van Willem I van
16 Maart 1815. Onder den indruk van den
terugkeer van Napoleon van Elba nam op
genoemden datum de souvereine vorst,
vooruitloopend op de beslissingen -van het
Weener Congres, den titel aan van Koning
der Nederlanden en bepaalde hij, dat de
vermoedelijke erfgenaam van het Konin
krijk den titel zou dragen van Prins van
Oranje, opdat „niet de naam dien wij steeds,
in alle wisselingen van de fortuin, met
eere gedragen en onder welken onze voor
vaderen aan de zaak der vrijheid zoo me
nigvuldige diensten bewezen hebben, ver
nietigd worde en verdwijne". In den zin
van deze proclamatie behoort de titel tot
Wat de drukpersvrijheid betreft erkent
le Regeering, dat bij het niet indienen van
voorstellen hieromtrent de overweging een
rol heeft gespeeld, dat het in de huidige
omstandigheden niet wenschelijk moet
worden geacht een politiek vraagstuk op
te werpen, dat de gemoederen zoozeer in
beweging kan brengen. Uit dit ééne onder-
ieel mag echter niet de conclusie getrok-
1 ken worden, dat het streven om het ver-
scherpen van tegenstellingen in dezen tijd
- te vermijden, de geheele grondwetsherzie
ning heeft beheerscht.
De tijd voor een principieele wijziging
van het kiesrecht (vervanging van het be
staande individueele kiesrecht door een or
ganisch kiesrecht met het gezin als uit
gangspunt) acht de Regeering nog niet ge-
i komen nu de maatschappij niet alleen in
—.ons land maar in de geheele wereld in een
[toestand van omvorming is als slechts
J telden in den loop der wereldhistorie is
aan te wijzen. Van haar is dan ook een
uni daartoe strekkend voorstel niet te verwach
ten.
e? Evenmin is van de Regeering te verwach
ten een voorstel tot beperking van het kies-
14|recht teneinde extremistische stroomingen
•tegen te gaan. De Regeering meent veeleer,
dat zij door een dergl. maatregel extremis-
a tische stroomingen zou bevorderen dan te-
a gengaan.
,t,De drukpersvrijheid
Het voor en tegen van een aanvulling
Van art. 7 der Grondwet heeft de Regeering
zoo mogelijk met nog meer zorg overwogen
dan eenige andere voorgestelde wijziging. Zij
kwam tot de conclusie en uitingen in ae
ppers voedden die vrees dat bij indiening
[van een desbetrfeffend voorstel als door de
staatscommissie ontworpen, de politieke
Htrijd hoog zou oplaaien, waarschijnlijk
tonder positief resultaat, terwijl het kan
péliet genoeg worden herhaald de poli-
:iek der regeering er van meet af op ge
richt is geweest in dezen tijd van zware
ijJorgen en economische moeilijkheden, ie-
lere niet noodzakelijke toespitsing van de
lolitieke tegenstellingen te vermijden.
De Regeering blijft van meening, dat art.
niet in den weg staat aan een tijdelijk
'erbod van verschijning van een bepaalde
ïitgaaf. Niemand heeft een voorafgaand
•erlof noodig om zijn gedachten en gevoe-
ns door middel van de pers te openbaren.
Jet verbod van verschijning van een be
haalde uitgaaf tast deze vrijheid niet aan.
Hechts wordt een bepaald kanaal van open-
laring afgesloten. Wel verre dat zulk een
sijjverschijningsverbod preventieve censuur
zou zijn en dan nog wel in haar ernstlg-
,lfJste gedaante, is van censuur hier in het
;eheel geen spralie.
De vraag fs gesteld, of naar de mee
ning van de regeering zonder wijziging
van de grondwet mogelijk zou zijn bla
den, die misbruik maken van de pers
vrijheid, te verplichten tot het opne
men van een antwoord van dengene,