«dm
Ds. H. C. VAN DEN BRINK
D E V E O
DS. H. C. VAN D
DONDERDAG 12 NOVEMBER 1936
Een wetsontwerp, heoogende vereenvoudi
ging van de gemeentelijke en de provinciale
administratie, samengesteld op basis van
voorstellen der commissie-Kooiman, kan
binnen afzienbaren tijd tegemoet worden
gezien.
Het ligt in de bedoeling van den Minister
'daarbij ook het vraagstuk der zekerheid
stelling door ambtenaren te betrekken en
Buikgordels, soepel en gemakkelijk
Goed waschbaar
Alleen-verkoop:
Wester-Apotheek &ï,"ïS?i«S2
Deveo-DepBt "-"SSTSi"*.,* 337055
Fa. C. Roosen Zn.
Elders wende men zich tot de fabrikantes
Fa. D. VAN OORT te Baarn.
(Adv.)
De kwestie Ambt Hardenberg
Wat de kwestie Arnbt-Hardenberg betreft,
herhaalt de minister, dat er voor hem geen
bepaalde aanleiding bestond voor verden
king voor zoo ernstige malversaties als ach
teraf gebleken zijn. Gezien de sfeer van on
rust en wantrouwen in de gemeente was er
juist aanleiding om het ontslag te bespoedi
gen en niet te wachten op een veroordee-
lend op Vrijsprekend vonnis.
Het gebeurde te 's-Gravenzande
Wat de herbenoeming van den burge
meester van 's-Gravenzande betreft, dit ter
rein moet met groote voorzichtigheid wor
den betreden. Plaatselijke geruchten en ver
moedens moeten heel goed gefundeerd zijn,
willen zij den Minister doen besluiten de
resultaten van een uitvoerig onderzoek
naast zich neer te leggen. Die resultaten
waren in dit geval gunstig voor den burge
meester.
Vraagt men nu, of er verband bestond
tusschen het bedanken als president-kerk
voogd en de geuite beschuldigingen, dan kan
de Minister daarop niet bevestigend of ont
kennend antwoorden.
Slechts kan hij mededeelen dat er, naar
hem ter oore is gekomen, in 's-Gravenzande
„U bedoelt?"
„Wel, het drukte mij, dat men alle ver
trouwen op één persoon plaatste: wat domi
nee zei, wós goed. En zoo ben ik dan naar
Heeg gegaan
,Die naam doet terstond aan de Friesche
Zending denken".
„Ja^ in Heeg was wat te bereiken voor de
Zending. Ik heb er den lateren docent Dr D.
Bakker nog bevestigd. En verder mij met
alle kracht voor den Zendingsarbeid ge
spannen".
„Als ik het goed zie, is het zwaartepunt
van Uw leven en werken Rotterdam ge
weest".
„Inderdaad. Daar heb ik 12 jaren met
groote liefde en veel zegen gearbeid en het
heeft mij pijn, veel pijn gedaan, heen te
gaan. Bij mijn afscheid bleek bovendien,
dat ik niet dc eenige was, die het be
treurde'.
„Misschien wilt U mij eerst wat vertellen
over Uw aandeel in do oprichting van ons
blad".
„Ja, dat is natuurlijk via dc politiek ge
komen. Ik kwam in relatie met mr de Joiig;
toen tengevolge van een geschil met mr do
Jong, de heer Tromp aftrad als voorzitter
van het bestuur van den Bond van Antir
Iviesvereenigingen in Rotterdam, werd ik
in zijn plaats gekozen. In 1901 kwam het
Kabinet-Kuyper tot stand en steeds duide
lijker bleek de noodzakelijkheid van een
eigen dagblad voor Rotterdam en om
geving. Er kwam een commissie, later een
Persvereeniging en ik werd er voorzitter
van. Wij meenden om te beginnen f20.000
noodig te hebben; er kwam, vooral ook door
kleins aandeelen (tot van f10 toe) f12.000
bijeen. Ik mag hierbij niet vergeten de
krachtige hulp van Dr van Staveren.
„In het voorjaar van 1903 werd een ver
gadering gehouden om de resultaten van
het tot dusver gedane werk te overzien. En
zie, terwijl we bijeen waren, komt er
iemand binnen met eenRotterdammer
in zijn hand. Deze entree met éen door ons
gemaakt proefnummer, waarin n.b. ook al
een verslag van de vergadering, wie wij nog
bezig waren te houden, sloeg in, en toen
door vier bestuursleden ieder f 2000 gefour
neerd werd, om de ontbrekende f S000 te
vinden, was de oprichting van de Rotter
dammer verzekerd. Op 1 Mei 1903 verscheen
het eerste nummer".
Als ge Ds v. d. Brink zulke dingen, waar
achter toch werkelijk geen geringe inspan
ning en tijd zitten, hoort vertellen, treft u
de eenvoud en de totale afwezigheid van
pose bij dezen 70-jarige. Hij deelt het u
alles als vanzelfsprekend mede en laat
u vergeten, dat hij in Rotterdam toch óók
nog wel iets meer te doen had:
,,Ik begon in een wijk met 1500 gezinnen
en ik had het er op gezet, ze in vier jaren
te bezoeken. Bij die bezoeken bleek, dat
bijna alle kinderen op de openbare school
gingen; er waren in heel Rotterdam (Cen
trum) twee Christelijke scholen, een iii" de
Baan, een in do Hovenierstraat Ik heb
De Koffie-Heffing
Voor welke doeleinden wordt de
opbrengst aangewend?
De heer T eu 1 i n gs heeft schriftelijk aan
de Ministers van Koloniën, Landbouw en
Handel gevraagd, of de opbrengst der
koffieheffing vanaf 14 April j.l. geheel of
ten deele, en voorzoover noodig en billijk
benut kan worden om daarmee werkelijk
geleden en aantoonbare schade te vergoe
den van bepaalde bedrijven, geleden tenge
volge van de invoering der heffing zonder
navordering en van dc plotselinge beëindi
ging daarvan. Zoo een dusdanige regeling
niet redelijk wordt geoordeeld, vraagt de
heer Teulings voor welke doeleinden de
opbrengst der koffieheffing dan wel wordt
aangewend.
toen eerst de komst van een Chr. school
voor het Westen bevorderd, en allengs zijn
er meer gekomen".
„Uw belangstelling voor de Evangelisa
tie
„Dat kwam zoo. Jeruël deed in Rotten
dam heel veel en aan onze zijde werd hot
werk vaak afgekamd. Ik zei: goed, maar
doe het dan zelf beter. Nu, ik heb een begin
gemaakt in 't gebouw De Hoop, waar ik de
Zondagsschool van Ds Lion Cachet had
overgenomen. Verder ging het er om: wat
doen we voor de jongelui, die do Z. S. vei-
laten hebben? Toen zijn er samenkomsten
belegd, ook in De Hoop, zonder toestem
ming maar ik zei: als we eerst maai*
handelen en slagen,, dan komt de toestem
ming vanzelf. Alzoo is het geschied. Steeds
meer greep de Envangelisatie om zich heen;
er kwam een Comité van =t= 100 personen
en 600 jongemenschcn bezochten regelmatig
onze bijeenkomsten. Ook met huisbezoek-
werd begonnen".
„Ik heb gehoord, dat u ook voor waardee
ring van muziek geijverd hebt?"
„In dezen zin, dat ik iets wilde stellen
tegenover de muziek inde Diergaarde, waar
onze jongemenschen veel heen gingen. Toen
zijn we begonnen met een orgelconcert in
de N. Westerkerk op Hervormingsdag. Zelfs
solisten! Maar dat had ilc als verborgen
verrassing bedoeld. Plotseling, na een orgel
nummer, hoorde men van achter de orgel
gordijntjes twee mooie meisjesstemmen
klinken. Het sloeg in en de concerten zijn
langen tijd gebleven".
„Ik meen, dat u nog een en ander op uw
naam hebt staan in Rotterdam?"
„Ja maar dat is niet precies meer te
zeggen, want toen ik in 1912 heen ging,
bleek ik zitting te hebben in 2S corpora
ties. Maar goed ja, daar was de Kweek
school aan 't Haringvliet, die ik in 1904
heb helpen oprichten. Dan de Zending
onder de Joden; voorts was ik ook redac
teur van de Kerkbode".
„Maar u was toch ook nog predikant?"
,,'s Avonds, als te tien uur de catechisa
ties voorbij waxen, ging ik veelal naar ver-
Mocht het tot een werkelijken inval
van den kever in ons land komen, daji
zullen de uitvoeringsmaatregelen zelve
ter bestrijding onmiddellijk kunnen
worden getroffen. Een raming van de
(Adv.)
daaraan verbonden kosten kan de
Minister thans niet geven. Dit alles
hangt af van het aantal, den omvang
en de gevaarlijkheid der haarden. In
dit verband wordt opgemerkt, dat in
België bij het verschijnen van het
insect terstond 'n credict van 1.000.0000
Belgische francs werd toegestaan.
„Minister Deckers"-Chrysant
uitgekomen
Mr. Dr. L. N. Deckers, Minister van land
bouw, heeft zijn goedkeuring eraan gehecht,
dat de handelskwee-kerij C. M. van Zaal Mzn
te Kwakel, gem. Uithoorn, één harer nieuw
gekweekte chrysanten den naam zal geven
van „Minister Deckers."
Deze nieuwe bloem werd bij speciaal daar
voor ingestelde keuring door de Kon. Ned.
Mij. voor tuinbouw en plantkunde, met de
hoogste beooideeling bekroond
Nieuwe Wolspinnerij-
te Veenendaal
Officieel geopend
In tegenwoordigheid van den Burgemees
ter van Veenendaal, mr. J. J. P. C. van
K u ij k en den gemeentesecretaris, den heer
D. Blankespoor en vele andere belangstel
lenden, is gisteren de onlangs opgerichte
fabriek der N.V. Wolspinnerij Louis Feitz te
V eenendaal officieel geopend. Behalve
door den pi'esident-commissaris, Jlrr. mr. K.
J. Schrorer en den directeur, den heer Louis
Feitz, werd het woord gevoerd door Ir. W.
L. C. Brunings, directeur der P.U.E.M. te
Utredht.
Ir. Brunings stelde het bedrijf in werking,
waarna de aanwezigen een rondgang d.oor
het gebouw maakten.
In de fabriek zijn veertig arbeiders te
werk gesteld.
Catharijnesingel 48 UTRECHT
KAPITAAL- en VOLKSVERZEKERING
LIJFRENTEN
Actieve Vertegenwoordigers gevraagd.
(Adv.)
1
De Eindhovenaar P. v. d. Broekdie op
22 Nov. a.s. zijn honderdsten verjaardag
hoopt te vieren, komt zijn zuster felicitee-
ren op haar negentigsten verjaardag.
BEVORDERING VAN DE
ZONDAGSRUST
Minister gaat van geval
tot geval te werk
Vereenvoudiging van
Gemeenterad ministratie
De gedragingen van Burgemeesters
Verschenen is de Memorie van Ant
woord aan de Tweede Kamer inzake de
begrooting voor Binnenlandsche Zaken
voor 1937. Hierin zegt Minister de Wilde,
dat zijn ernstig streven er bij voortdu
ring op is gericht, dat overal in den
lande het voorschrift van de Zondags
wet ten aanzien van de Zondagsrust ook
naar de letter worde toegepast.
De Minister blijft bezwaar maken
tegen een in vele gevallen geheel on-
noodige herinnering aan een bestaande
wettelijke verplichting. Liever gaat hij
van geval tot geval te werk,
In antwoord op de vraag hoe het staal
met het overleg inzake de wijziging van de
pensioenwet, hierin bestaande, dat voor
ambtenaren, wier tractement hooger is dan
f 3000,—, dc mogelijkheid zal worden open
gesteld aan hun weduwen een hooger pen
sioen te verzekeren, kan de minister mede
deelen, dat hem bij gepleegd overleg is ge
bleken. dat zijn ambtgenoot van Defensie in
beginsel mede instemt met het denkbeeld
tot verhooging der hierbedoelde gezinspen
sioenen. Echter dient het vraagstuk in zijn
geheel nog in nader overleg te worden be
keken.
Nationale vlag
Het overleg, vorig jaar terzake van de na
tionale vlag toegezegd, heeft nog niet tot
een resultaat geleid, dat zich leent voor pu
blicatie.
De Regeering en de lagere organen
De Minister deelt mede, dat thans alleen
de gemeente Rotterdam een kasgeldschuld
heeft aan het Rijk. Nader zal worden over
wogen of er reden is tot renteverlaging voor
kasgeldleeningen aan de gemeenten.
De Regeering beraadt zich over een
plan van verdeeling der geraamde mid
delen, dat binnen de perken van de op
de begrooting beschikbare bedragen, in
den nood der gemeenten, welker om
standigheden en vooruitzichten het
minst gnnstig zijn, zooveel mogelijk zal
voorzien.
Salarissen
Ten aanzien van de salarissen maakt de
Minister als zijn meening kenbaar, dat het
aanbeveling zal verdienen, af te wachten,
hoe de gewijzigde monetaire politiek zich
zal ontwikkelen
Het verzoek om af te zien van de nog aan
hangige voorstellen tot verlaging van sala
rissen en loonen kan door den minister niet
worden ingewilligd.
Openbare orde en rust
Ten opzichte van de B.V.L. en Vrijwillige
Burgerwacht zegt de minister, dat aanwe
zigheid van ongewenschte elementen steeds
minder blijkt, een erkenning, die geen aan
leiding is voor verminderde waakzaamheid.
Wat betreft het toezicht op de geldmid
delen van den B.V.L. meent de Minister,
dat een voldoende verscherping daarvan
thans is aangebracht.
Wordt 13 Nov. zeventig jaar
Den aan zijn geboorteplaats trouw
bleven, immers na zóóveel'jaren weer te
Hilversum wonenden 70-jarige, troffen wij
aan in een der oudste huizen van Hilver
sum, dat om zijn gevel zelfs op de lijst van
Rijksmonumentenzorg voorkomt Dat wil
nog lang niet zeggen, dat deze omlijsting
bij Ds v. d. Brink past. Noch in zijn uiter
lijk, noch in zijn spreken doet de a.s. jubi
laris denken aan de rust, die hij,
harde werker van vele jaren, tenslotte
nemen moést (in 1933), omdat, na een i
zinking in zijn laatste gemeente Amers
foort, inperking van arbeid geboden was.
Veertig jaren had Ds v. d. Brink toen het
ambt bediend,, en er is geen dispuut te
vreezen over de opmerking, dat hij gewerkt
heeft met Al de onverzettelijkheid van een
door liefde tot Kerk en Evangelie gedreven,
van zijn doelwit zich welbewusten dienaar.
Er was dan ook, ondanks de wensohenvan
vader en moecler geen wankeling in het
reeds als kind beoogde streven: dominee
worden. Eerst scheen het to gaan naar
de school
„Ik heb nog wel de Rijksnormaallessen
bezocht, maar het stuitte mij tegen de
borst, om de daar ontvangen lessen produc
tief te maken voor de bijzondere school. En
toen is al spoedig deze weg verlaten
werd ik leerling aan het Stedelijk Gymna
sium in Utrecht. Als tegenwicht heeft Ds
Klaarhamer, toen te Hilversum, mij en
enkele andere jongelui speciaal catechisatie
les gegeven. Daar ging ook mijn toekom
stige vrouw op ja, wij kenden elkaar al
heel jong (zij is ook Hilversumsehe van
geboorte) en tot op dezen dag is mijn vrouw,
met wie ik zoo sterke geestelijke eenheid
heb, mij tot groote steun geweest. Even^po
gedenk ik ook met dankbaarheid mijn moe
der. die mijn geestelijke vorming mee heeft
geleid".
„Van het Gymnasium liep Uw weg zon
der hindernissen naar de Universiteit?"
„In 1SS7 werd ik student aan de V.U. Ik
had toen een schier afgodische vereering
voor Kuyper. Kerkrecht en exegese mijn
lievelingsvakken kreeg ik van Rutgers.
Ik werd na normaal studieverloop, candi-
daat cum laude niet magna cum laude,.
want van Kuyper was bekend het gezegde,
dat bewoners van het hospitium het magna
niet konden krijgen. En ik woonde daar..."
„U is al spoedig predikant geworden?"
„Nog in hetzelfde jaar. In September 1S93
werd de arbeid te Rinsumageest aangevan
gen en ik kon al dadelijk aan den slag.
Denk u in: een Gemeente van 900 zielen
met43 belijdende leden. Dat was
gevolg van het toen in Friesland heer-
schende zgn. doopledenstelsel. Ik had
een catechisatie met 120bejaarde m
schen. 't Kwam voor, dat ik 's morgens
vader en moeder, 's avonds de kinderen
doopte. U begrijpt, dat er heel wat te ver
zetten viel. Maar ik h'eb er veel liefde t
zegen ondervonden en t e veel vertrouwe
reden waarom ik na drie jaar vertrok.".
een voorstel te doen tot' eenvoudiger rege
ling ter zake.
De.minister hoopt binnenkort een voorstel
ter zake te kunnen doen verschijnen.
Gedragingen van Burgemeesters
Het is uiteraard niet mogelijk op de vraag,
of burgemeesters, die zich aan een grove
verkeersovertreding schuldig maken, uit
hun functie moeten worden ontheven, een
categorisch antwoord te geven. Alles hangt
af van de omstandigheden van het concrete
geval en er moet steeds met voorzichtigheid
worden opgetreden.
stroomingen waren, die geneigd waren, dit
verband aanwezig te achten.
Op de tweede vradg, of er een oogenblik
geweest zou zijn, waarop de gelden niet aan
wezig waren, kan ook niet anders worden
geantwoord, dan dat het onderzoek, naar
aanleiding van geruchten ingesteld, heeft
aangetoond, dat er voor justitioneel ingrij
pen geen termen waren.
Daarmede moet men de beschuldiging
weerlegd achten en het is aan hen, die
op dit punt verantwoordelijkheid heb
ben, om door voortdurende controle zich
er van verzekerd te houden, dat geen
onregelmatigheden voorkomen.
De burgemeester heeft, voor zoover den
minister bekend, geen gebruik gemaakt van
rechtsmiddelen, om zich tegen de geuite be
schuldigingen te venveren.
gaderingen. Och, ik was wel met heel veel
banden aan Rotterdam verbonden. Des te
moeilijker was het afscheid. O, ik vergeet
niet dat oogenblik in de N. Westerkerk,
men mij (die meende, dat het afscheid
in de vergaderzaal het slot was) vroeg,
even mee de kerk in te gaan. En zie daar
zaten 1000 ouders en kinderen van de
Zondagsscholen enz., die op deze treffende
wijze van hun waardeering hadden willen
blijk geven."
„Ik zou mij kunnen begrijpen, dat Uw
vertrek uit Rotterdam het gevolg was van
een sterk verlangen naar rustiger werk
kring".
„Daar zou wel reden voor geweest zijn,
maar vooral de gezondheid van mijn vrouw
was een factor; zij had milder klimaat
noodig en in Dieren vonden wij dat uiter
aard volop".
„In Zandvoort was u dc eerste predikant
der daar pas gestichte Geref. Kerk?"
„Ja. Zeven jaar heb ik er in het Oud, twee
jaar in het Hersteld Verband gediend.
Assenach janee, ik stem u toe,
daarover nü maar geen uitwijding, maar
één ding wil ik nog wel zoggen: ik sta nog
volkomen in mijn overtuiging van 192G.
Zooals u weet, heb ik ook na mijn emeri
taat nog heel wat werk gehouden in ver
band met de kerkelijke belangen in 't al
gemeen".
„Preeken doet u niet meer?"
„Ja zeker wel. Eén maal om den anderen
Zondag. In onze vacante gemeenten, in Arn
hem af en toe, ook in Hilversum nu het nog
vacant is".
„Buiten de Kerk hebt u nog functies,
meen ik, in verband met het onderwijs?"
„Alleen voorzitter van den Bond van
Prot. Chr. Kweekscholen. Die heb ik in 1914
helpen stichten. Dan medewerker var
„Woord en Geest", redacteur van ons Kerk
blad, enkele depufaatschappen en wat ik
heel graag doe: radio-morgendiensten".
Het late avonduur dwong tot heengaan.
Maar dat ook alleen. Want wat is dit
drukke leven, als het in een paar uren
wordt samengedrongen vol geweest van toe
gepast Christendom, zuiver in het verlengde
van ambt en aanleg. Heeft Ds v. d. Brink
in het leven der Geref. Kerken thans geen
plaats meer, de herinnering aan wat hij
deed, heeft er een groote plaats in. Het is
in de meeste gevallen sterk, stoer, gezegend
pionierswerk geweest. En wat ons blad be
treft, noteeren we nu nog even. wat tot den
jubilaris van 13 November gezegd werd
door onzen hoofdredacteur, den heer H.
Diemer, bij het afscheid van Rotterdam:
„Al hadt u geen ander ding gedaan in Rot
terdam dan het oprichten van de Rotter
dammer. dan zoudt 'u zich alleen daardoor
een monument in het hart uwer vrienden
hebben gesticht",
Onze hartelijke gelukwensclien op 13 No
vember zijn vergezeld van den wensch. dat
Ds v. d. Brink gegeven moge zijn een
levensavond, rust gevend naar verhou
ding van de eerbiedwekkende hoeveelheid
werk, door hem in veertig jaren verzet. Op
hem i s van toepassing „Gij getrouwe dienst
knecht", en worde van toepassing, wat de
Heer van den wijngaard eraan verbond:
„Over veel zal ik u zetten".
De bestrijding van den
Colorado-kever
In de toelichting tot een bij de Tweede
Kamer ingediende suppletoire begrooting
van Landbouw voor 1936 schrijft de Minister:
De Colorado-kover heeft zich thans in
België vertoond.
Het is voor onze cultuur van het aller
grootste belang, dat bij een eventueele ver
schijning van het insect op Nederlanclsch
gebied de bestrijding onmiddellijk en doel
treffend ter hand wordt genomen.
De Minister heeft daarom reeds voor
bereidingsmaatregelen doen nemen teneinde
zoo noodig terstond den strijd tegen het
insect te kunnen aanbinden.
Hiertoe behoort o.m. het opruimen van
haarden in eex*ste instantie, zocdra de aan
wezigheid daarvan is vastgesteld. Dc kosten
worden geraamd op f 4000.
VRIJDAG 13 NOVEMBER
HILVERSUM I 1875 M. Algem. programma,
verzorgd door den KRO. 8.009.15 en
10.00 Graan.pl. 11.3012.00 Bijbelsche eau
serie. 12.15 KRO-Orkest en gram.pl. 2.00
Gram.pl. 3.05 Dito. 3.10 Zang en piano. In
de pauze: Gram.pl. 3.45 Gram.pl. 4.00 De
KRO-Mclodisten m.m.v. solist en gram.pl,
6.00 Land- en Tuinbouwcauserie. 6.20
KRO-Boys mm.v. solist en gram.pl. 7.00
Berichten. 7.15 Fe KRO-Luohtliin. 7.35
Musica catholica. 8.00 Berichten ANP. 8.10
Reportage uit e„n Schoenfabriek. 9.00
Gram.pl. 9.25 Het Rotterdamsoh Philhar-
monisoh Orkest, koor en solisten. 10.16
Gram.pl. 10.30 Berichten ANP. 10.35
Gram.pl. 10.45 Bela Kiss en zijn orkest.
11.15—12.00 Gram.pl.
HILVERSUM 301 M. 8.^0 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00
VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwij
ding VPRO. r 0.15 Voordracht. 10.35
Grarn.pl. 11.00 Vervolg voordracht. 11.20
Gram.pl. 12.00 De Palladians en Orgel
spel. 1.30 Voor de Vrouw. 1.50 Omroep
orkest en solist. 4.00 Gram.pl. 5.00 Kin
deruurtje. 5.30 De Ramblers. 6.30 Pqlitiek
Radio-journaal. 6.50 Gram.pl. 7.00 „Op
voeding tot gemeenschapszin", causerie.
7.20 Gra™ al. 7.50 Berichten ANP. 8 00
Berichten V.GP. 8.05 „Wat dunkt U van
den mensch?", causerie. 8.30 Cello on
piano. 9.00 „Het idealisme in de Holland-
sche schilderkunst der 17de eeuw", cau
serie. 9.30 Gram.pl. 10.00 „Het leven van
de vrouwen in Indië", causerie. 10.30
Gram.pl. 10.40 Avondwijding. 11.00 Be
richten ANP. 11.05 Paedagogische cause
rie. 11.30—12.00 qram.pl.
DROITWICH 1500 M. 11.40 Piano-recital
12.10 Orgelconcert. 1.352.20 Strijkkwar
tet. 4.20 BBC-Oikest. 5.35 Kwintet. 6.45
BBC-Orkest. 11.15 Sydney Kyte en zijn
RADO PARIS 1648 M. 1.35 Zang. 4.20 Kwar
tet. 5.50 Symphonie- rioest. 8.20 Zang en
piano. 9.05 Operette „La Teresina", n
solisten, koor en orkest. 11.201.05 Or
kestconcert.
KEULEN 456 M. 5.50 Militair orkest. 11.20
Orkest. 12.35 Orkest. 3.20 Lezingen en
gram.pl. 7.30 Orrxoepkleinorkest. 9.45 Li-
terair-muzikaal programma. 10.25 Boeren-
kapel en solist* o.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.30 Salon-
orkest. 5.20 Salon-orkest en zang.
Piano-recital. 6.35 Omroeporkest. 8.20
Symphonie-orke
484 m.: 12.50 Salon-orkest. 1.50 Zang. 5.20
Omroeporkest. 7.35 Zang. 8.20 Voor OucN
Strijders. 10.4511.20 Accordeonmuziek.
DEV^ILANDSENDER 1571 M. 7.50 Lon-
densch Phi'lh. orkest. 9.50 Cello en piano.
Levensverzekering- M aatschappij
CONFIDENTIA N.V
vsüJaal!:uit wet
VISSCHERSLEVEN
o i. 4 'O
- D°OB&.VAN TEIJLINGEN
Flip was wakker geschrokken. Zijn verschrikte oogen zagen
in het duister twee matrozen in natte jassen. Hij hoorde Heins
stem Wegdrage? Wat wegdragen? Wie? Ja, ze droegen
iemand. Daar kwam Hein zelf.
Nou kalm an in mijn kooi zei hij die is ruimer.
*t Was Maarten! Hoe kwam dat? Ongelukken? En daar
straks zat hij nog aan tafel!
Zoo. hier kunnen we ons makkelijker bewegen.
Wat moest er dan gebeuren? Hein trok een mes. Dat wilde
Flip zien.
Neem jij de lamp. Om bij te lichten.
Voorzichtig werd Maartens broekspijp opengesneden.
- Been gebroken, constateerde Hein Loop gauw naar
den ouwe om spalkhoutjes, Piet!
Even later voerden grove vingers handig de eerste hulp
uit. Flip verbaasde er zich over. Die Hein kon nou van alles.
De schipper kwam in het logies, bekeek de spaiken. In
orde. Voorloopig tenminste,
We motten in elk geval door de pieren. Al krijgen we
nog 'k weet niet wat.
't Is wel een kwade wind. Maar we zullen 't probeeren.
Zoo is het! Je weet niet wat er bij dat been kan kommen.
De mannen keken onwillekeurig weer naar Maarten. Hij
had z'n oogen gesloten. De knobbels van zijn kaken bewogen
zich.
Volk ging naar de trap, fluisterde Hij heeft pijn.
Ja, 't mot verduveld pijn doen.
Maar hij houdt zich taai.
Weer op dek gekomen, vroeg de Ouwe aan Meewis: Wat
deed hij eigenlijk boven?
Heb ik me ook al afgevraagd. Hij sliep, toen ik de lui
ging porren. Heeft-ie pijn?
Kan je gelooven. Toch laat hij niks merken. Taai is dat
ventje.
En oi Even gilde hij.
't Is een kerel, zei de stuurman.
De matrozen, achter, hadden met spanning gewacht. Hun
ernstige koppen knikten goedkeurend. Dat was een jongen!
Zelfs Jochem toonde belangstelling.
Het viel niet te ontkennen: ze mochten Maarten. Klagen
deed hij nooit. Niet als zijn plompe knuisten met blaren zaten
bij het afhouden van de dikke reep. Niet als hij uren lang
moest kaken met de ouderen. Als het met dat been maar
niet minder werd. Gebroken was wel erg. Zonder „compele-
caties" echter een kwestie van tijd.
Uren achteren worstelde het schip tegen zee en stormwind.
Het verzette zich met kracht. De ronde buik hief zich zonder
eenige moeite. Werd het stuurboord overgesmeten, bakboord
drukte het zich neer. Over en weer. Heen en terug.
Soms plonsde zijn boeg met geweld. Een siddering doorvoer
den logger. De masten trilden. De zenuwen doorstonden den
schok. De spieren knapten. Maar nog was het einde niet.
Want als om geen tijd tot herstel te geven, krulde een groene
golf met sissend schuim over den kluiver. Een woedend
monster viel op de beeting, sprong in stukken
Triomfantelijk wierp de logger zich weer omhoog. Hij wist,
dat hij geholpen werd. De zee duwde hem zelf met breeden
rug op. Haar list was toch mislukt. En als een booze lust, als
de verleiding, gaf ze den schijn overwonnen te wezen. Eén,
die onderdrukt was. Om daardoor den weerstand te verzwak
ken, en met destemeer succes een volgenden aanval te onder
nemen.
De wind floot valsch.
De H. 130 lag echter straf-aan. Schuin op den gierenden
wind. Hij luisterde nauwkeurig naar het roer. Vier pezige
handen hielden dit. Eén matroos had de roerpen, een ander
de touwen. Vaak spoot het water over hun gehelmde hoofden.
Tegelijk met pruimsap spogen ze dan ziltig nat uit.
Langzaam maar zeker naderden de kustvuren. Regelmatig
gleden de licht wieken over de zee. Ze wenkten de mannen.
Eindelijk schoof in het Oosten aarzelend licht door de wol
kenbanken. De pieren werden zichtbaar. De vuren flitsten
nog. De felle lichtkegels schrompelden ineen tot punten.
Zwijgend stonden de mannen aan het roer, tegen den
mast en bij de malie. Ze dachten na. Met zulk weer langs de
pieren? 't Zou een dobber wezen. Maar de jongen beneden?
't Zal niet meevalle' Die oostenwind!, zei Meewis.
De anderen knikten bedenkelijk.
En toch mot het! Hein sprak beslist. Voor Maar
ten. Wat zeg jij ervan, schipper?
Volk had niet alles verstaan, hield een hand om z'n oor.
Dat we naar binnen motten!
Natuurlijk! 'k Ben nog wezen kijken. Nou en dan
kreunt-ie.
't Kan zijn, dat hij kneuzingen heeft. Inwendig. Als je
gezien hadHij kwakte neerSallemanders!
Meewis trok z'n kin op.
We gaan er door jongens! Schipper sprak bedaard,
zette zijn stem sterker uit. De stuur en ik an 't roer, Hein,
Meewis en Piet vóór; Ful, Klaas en Jochem bij de schoot
Misschien motten we nog over
Ze naderden de pieren. Een strook van wit, dik schuim
stak recht in zee.
De matrozen stonden op hun post. Het ging spannen. Een
oogenblik voelden ze een nerveuze rilling door hun lichaam.
Een enkele maal kwam dit voor. Het moment van wachten,
afwachten. Kort voor het komende gevaar, kort voor de be
slissing. Geen directe angst, meer intense spanning.
Recht op de Noorderpier an. Dan zullen we 't stuur
boord over lappen, hè? riep Volk.
De stuurman knikte. Hij zei nooit veel. Daarom noemden
de mannen hem De Stomme, ,,'k Heb geen spraakwater",,
had hij eens gezegd.
De gedachten sprongen op en over'elkaar. Van de schuit
naar de zee; van de knappende touwen naar knetterende
kachels thuis, bij vrouw en kinderen; van de kinderen naar
Maarten met z'n gebroken been.
Alleen de gedachten van den schipper waren bijna uitslui
tend aan zijn boot verbonden. Ze concentreerden zich op één
doel: Door de branding langs de pier binnen komen! Nu
voelde hij het één-zijn met z'n H. 130 sterker dan ooit. Samen
er door. Samen! Een opborrelende vreugde maakte zich van
hem meester. De trillingen van het schip plantten zich in hem
voort. Nu eens was hij de hersens van zijn boot, reageerde zij
zonder de minste tegenwerping. Dan weer was hij de zenuw,
gehoorzaam op het geringste bevel van haar.
Wordt vervolgd)