«dm Ds. H. C. VAN DEN BRINK D E V E O DS. H. C. VAN D DONDERDAG 12 NOVEMBER 1936 Een wetsontwerp, heoogende vereenvoudi ging van de gemeentelijke en de provinciale administratie, samengesteld op basis van voorstellen der commissie-Kooiman, kan binnen afzienbaren tijd tegemoet worden gezien. Het ligt in de bedoeling van den Minister 'daarbij ook het vraagstuk der zekerheid stelling door ambtenaren te betrekken en Buikgordels, soepel en gemakkelijk Goed waschbaar Alleen-verkoop: Wester-Apotheek &ï,"ïS?i«S2 Deveo-DepBt "-"SSTSi"*.,* 337055 Fa. C. Roosen Zn. Elders wende men zich tot de fabrikantes Fa. D. VAN OORT te Baarn. (Adv.) De kwestie Ambt Hardenberg Wat de kwestie Arnbt-Hardenberg betreft, herhaalt de minister, dat er voor hem geen bepaalde aanleiding bestond voor verden king voor zoo ernstige malversaties als ach teraf gebleken zijn. Gezien de sfeer van on rust en wantrouwen in de gemeente was er juist aanleiding om het ontslag te bespoedi gen en niet te wachten op een veroordee- lend op Vrijsprekend vonnis. Het gebeurde te 's-Gravenzande Wat de herbenoeming van den burge meester van 's-Gravenzande betreft, dit ter rein moet met groote voorzichtigheid wor den betreden. Plaatselijke geruchten en ver moedens moeten heel goed gefundeerd zijn, willen zij den Minister doen besluiten de resultaten van een uitvoerig onderzoek naast zich neer te leggen. Die resultaten waren in dit geval gunstig voor den burge meester. Vraagt men nu, of er verband bestond tusschen het bedanken als president-kerk voogd en de geuite beschuldigingen, dan kan de Minister daarop niet bevestigend of ont kennend antwoorden. Slechts kan hij mededeelen dat er, naar hem ter oore is gekomen, in 's-Gravenzande „U bedoelt?" „Wel, het drukte mij, dat men alle ver trouwen op één persoon plaatste: wat domi nee zei, wós goed. En zoo ben ik dan naar Heeg gegaan ,Die naam doet terstond aan de Friesche Zending denken". „Ja^ in Heeg was wat te bereiken voor de Zending. Ik heb er den lateren docent Dr D. Bakker nog bevestigd. En verder mij met alle kracht voor den Zendingsarbeid ge spannen". „Als ik het goed zie, is het zwaartepunt van Uw leven en werken Rotterdam ge weest". „Inderdaad. Daar heb ik 12 jaren met groote liefde en veel zegen gearbeid en het heeft mij pijn, veel pijn gedaan, heen te gaan. Bij mijn afscheid bleek bovendien, dat ik niet dc eenige was, die het be treurde'. „Misschien wilt U mij eerst wat vertellen over Uw aandeel in do oprichting van ons blad". „Ja, dat is natuurlijk via dc politiek ge komen. Ik kwam in relatie met mr de Joiig; toen tengevolge van een geschil met mr do Jong, de heer Tromp aftrad als voorzitter van het bestuur van den Bond van Antir Iviesvereenigingen in Rotterdam, werd ik in zijn plaats gekozen. In 1901 kwam het Kabinet-Kuyper tot stand en steeds duide lijker bleek de noodzakelijkheid van een eigen dagblad voor Rotterdam en om geving. Er kwam een commissie, later een Persvereeniging en ik werd er voorzitter van. Wij meenden om te beginnen f20.000 noodig te hebben; er kwam, vooral ook door kleins aandeelen (tot van f10 toe) f12.000 bijeen. Ik mag hierbij niet vergeten de krachtige hulp van Dr van Staveren. „In het voorjaar van 1903 werd een ver gadering gehouden om de resultaten van het tot dusver gedane werk te overzien. En zie, terwijl we bijeen waren, komt er iemand binnen met eenRotterdammer in zijn hand. Deze entree met éen door ons gemaakt proefnummer, waarin n.b. ook al een verslag van de vergadering, wie wij nog bezig waren te houden, sloeg in, en toen door vier bestuursleden ieder f 2000 gefour neerd werd, om de ontbrekende f S000 te vinden, was de oprichting van de Rotter dammer verzekerd. Op 1 Mei 1903 verscheen het eerste nummer". Als ge Ds v. d. Brink zulke dingen, waar achter toch werkelijk geen geringe inspan ning en tijd zitten, hoort vertellen, treft u de eenvoud en de totale afwezigheid van pose bij dezen 70-jarige. Hij deelt het u alles als vanzelfsprekend mede en laat u vergeten, dat hij in Rotterdam toch óók nog wel iets meer te doen had: ,,Ik begon in een wijk met 1500 gezinnen en ik had het er op gezet, ze in vier jaren te bezoeken. Bij die bezoeken bleek, dat bijna alle kinderen op de openbare school gingen; er waren in heel Rotterdam (Cen trum) twee Christelijke scholen, een iii" de Baan, een in do Hovenierstraat Ik heb De Koffie-Heffing Voor welke doeleinden wordt de opbrengst aangewend? De heer T eu 1 i n gs heeft schriftelijk aan de Ministers van Koloniën, Landbouw en Handel gevraagd, of de opbrengst der koffieheffing vanaf 14 April j.l. geheel of ten deele, en voorzoover noodig en billijk benut kan worden om daarmee werkelijk geleden en aantoonbare schade te vergoe den van bepaalde bedrijven, geleden tenge volge van de invoering der heffing zonder navordering en van dc plotselinge beëindi ging daarvan. Zoo een dusdanige regeling niet redelijk wordt geoordeeld, vraagt de heer Teulings voor welke doeleinden de opbrengst der koffieheffing dan wel wordt aangewend. toen eerst de komst van een Chr. school voor het Westen bevorderd, en allengs zijn er meer gekomen". „Uw belangstelling voor de Evangelisa tie „Dat kwam zoo. Jeruël deed in Rotten dam heel veel en aan onze zijde werd hot werk vaak afgekamd. Ik zei: goed, maar doe het dan zelf beter. Nu, ik heb een begin gemaakt in 't gebouw De Hoop, waar ik de Zondagsschool van Ds Lion Cachet had overgenomen. Verder ging het er om: wat doen we voor de jongelui, die do Z. S. vei- laten hebben? Toen zijn er samenkomsten belegd, ook in De Hoop, zonder toestem ming maar ik zei: als we eerst maai* handelen en slagen,, dan komt de toestem ming vanzelf. Alzoo is het geschied. Steeds meer greep de Envangelisatie om zich heen; er kwam een Comité van =t= 100 personen en 600 jongemenschcn bezochten regelmatig onze bijeenkomsten. Ook met huisbezoek- werd begonnen". „Ik heb gehoord, dat u ook voor waardee ring van muziek geijverd hebt?" „In dezen zin, dat ik iets wilde stellen tegenover de muziek inde Diergaarde, waar onze jongemenschen veel heen gingen. Toen zijn we begonnen met een orgelconcert in de N. Westerkerk op Hervormingsdag. Zelfs solisten! Maar dat had ilc als verborgen verrassing bedoeld. Plotseling, na een orgel nummer, hoorde men van achter de orgel gordijntjes twee mooie meisjesstemmen klinken. Het sloeg in en de concerten zijn langen tijd gebleven". „Ik meen, dat u nog een en ander op uw naam hebt staan in Rotterdam?" „Ja maar dat is niet precies meer te zeggen, want toen ik in 1912 heen ging, bleek ik zitting te hebben in 2S corpora ties. Maar goed ja, daar was de Kweek school aan 't Haringvliet, die ik in 1904 heb helpen oprichten. Dan de Zending onder de Joden; voorts was ik ook redac teur van de Kerkbode". „Maar u was toch ook nog predikant?" ,,'s Avonds, als te tien uur de catechisa ties voorbij waxen, ging ik veelal naar ver- Mocht het tot een werkelijken inval van den kever in ons land komen, daji zullen de uitvoeringsmaatregelen zelve ter bestrijding onmiddellijk kunnen worden getroffen. Een raming van de (Adv.) daaraan verbonden kosten kan de Minister thans niet geven. Dit alles hangt af van het aantal, den omvang en de gevaarlijkheid der haarden. In dit verband wordt opgemerkt, dat in België bij het verschijnen van het insect terstond 'n credict van 1.000.0000 Belgische francs werd toegestaan. „Minister Deckers"-Chrysant uitgekomen Mr. Dr. L. N. Deckers, Minister van land bouw, heeft zijn goedkeuring eraan gehecht, dat de handelskwee-kerij C. M. van Zaal Mzn te Kwakel, gem. Uithoorn, één harer nieuw gekweekte chrysanten den naam zal geven van „Minister Deckers." Deze nieuwe bloem werd bij speciaal daar voor ingestelde keuring door de Kon. Ned. Mij. voor tuinbouw en plantkunde, met de hoogste beooideeling bekroond Nieuwe Wolspinnerij- te Veenendaal Officieel geopend In tegenwoordigheid van den Burgemees ter van Veenendaal, mr. J. J. P. C. van K u ij k en den gemeentesecretaris, den heer D. Blankespoor en vele andere belangstel lenden, is gisteren de onlangs opgerichte fabriek der N.V. Wolspinnerij Louis Feitz te V eenendaal officieel geopend. Behalve door den pi'esident-commissaris, Jlrr. mr. K. J. Schrorer en den directeur, den heer Louis Feitz, werd het woord gevoerd door Ir. W. L. C. Brunings, directeur der P.U.E.M. te Utredht. Ir. Brunings stelde het bedrijf in werking, waarna de aanwezigen een rondgang d.oor het gebouw maakten. In de fabriek zijn veertig arbeiders te werk gesteld. Catharijnesingel 48 UTRECHT KAPITAAL- en VOLKSVERZEKERING LIJFRENTEN Actieve Vertegenwoordigers gevraagd. (Adv.) 1 De Eindhovenaar P. v. d. Broekdie op 22 Nov. a.s. zijn honderdsten verjaardag hoopt te vieren, komt zijn zuster felicitee- ren op haar negentigsten verjaardag. BEVORDERING VAN DE ZONDAGSRUST Minister gaat van geval tot geval te werk Vereenvoudiging van Gemeenterad ministratie De gedragingen van Burgemeesters Verschenen is de Memorie van Ant woord aan de Tweede Kamer inzake de begrooting voor Binnenlandsche Zaken voor 1937. Hierin zegt Minister de Wilde, dat zijn ernstig streven er bij voortdu ring op is gericht, dat overal in den lande het voorschrift van de Zondags wet ten aanzien van de Zondagsrust ook naar de letter worde toegepast. De Minister blijft bezwaar maken tegen een in vele gevallen geheel on- noodige herinnering aan een bestaande wettelijke verplichting. Liever gaat hij van geval tot geval te werk, In antwoord op de vraag hoe het staal met het overleg inzake de wijziging van de pensioenwet, hierin bestaande, dat voor ambtenaren, wier tractement hooger is dan f 3000,—, dc mogelijkheid zal worden open gesteld aan hun weduwen een hooger pen sioen te verzekeren, kan de minister mede deelen, dat hem bij gepleegd overleg is ge bleken. dat zijn ambtgenoot van Defensie in beginsel mede instemt met het denkbeeld tot verhooging der hierbedoelde gezinspen sioenen. Echter dient het vraagstuk in zijn geheel nog in nader overleg te worden be keken. Nationale vlag Het overleg, vorig jaar terzake van de na tionale vlag toegezegd, heeft nog niet tot een resultaat geleid, dat zich leent voor pu blicatie. De Regeering en de lagere organen De Minister deelt mede, dat thans alleen de gemeente Rotterdam een kasgeldschuld heeft aan het Rijk. Nader zal worden over wogen of er reden is tot renteverlaging voor kasgeldleeningen aan de gemeenten. De Regeering beraadt zich over een plan van verdeeling der geraamde mid delen, dat binnen de perken van de op de begrooting beschikbare bedragen, in den nood der gemeenten, welker om standigheden en vooruitzichten het minst gnnstig zijn, zooveel mogelijk zal voorzien. Salarissen Ten aanzien van de salarissen maakt de Minister als zijn meening kenbaar, dat het aanbeveling zal verdienen, af te wachten, hoe de gewijzigde monetaire politiek zich zal ontwikkelen Het verzoek om af te zien van de nog aan hangige voorstellen tot verlaging van sala rissen en loonen kan door den minister niet worden ingewilligd. Openbare orde en rust Ten opzichte van de B.V.L. en Vrijwillige Burgerwacht zegt de minister, dat aanwe zigheid van ongewenschte elementen steeds minder blijkt, een erkenning, die geen aan leiding is voor verminderde waakzaamheid. Wat betreft het toezicht op de geldmid delen van den B.V.L. meent de Minister, dat een voldoende verscherping daarvan thans is aangebracht. Wordt 13 Nov. zeventig jaar Den aan zijn geboorteplaats trouw bleven, immers na zóóveel'jaren weer te Hilversum wonenden 70-jarige, troffen wij aan in een der oudste huizen van Hilver sum, dat om zijn gevel zelfs op de lijst van Rijksmonumentenzorg voorkomt Dat wil nog lang niet zeggen, dat deze omlijsting bij Ds v. d. Brink past. Noch in zijn uiter lijk, noch in zijn spreken doet de a.s. jubi laris denken aan de rust, die hij, harde werker van vele jaren, tenslotte nemen moést (in 1933), omdat, na een i zinking in zijn laatste gemeente Amers foort, inperking van arbeid geboden was. Veertig jaren had Ds v. d. Brink toen het ambt bediend,, en er is geen dispuut te vreezen over de opmerking, dat hij gewerkt heeft met Al de onverzettelijkheid van een door liefde tot Kerk en Evangelie gedreven, van zijn doelwit zich welbewusten dienaar. Er was dan ook, ondanks de wensohenvan vader en moecler geen wankeling in het reeds als kind beoogde streven: dominee worden. Eerst scheen het to gaan naar de school „Ik heb nog wel de Rijksnormaallessen bezocht, maar het stuitte mij tegen de borst, om de daar ontvangen lessen produc tief te maken voor de bijzondere school. En toen is al spoedig deze weg verlaten werd ik leerling aan het Stedelijk Gymna sium in Utrecht. Als tegenwicht heeft Ds Klaarhamer, toen te Hilversum, mij en enkele andere jongelui speciaal catechisatie les gegeven. Daar ging ook mijn toekom stige vrouw op ja, wij kenden elkaar al heel jong (zij is ook Hilversumsehe van geboorte) en tot op dezen dag is mijn vrouw, met wie ik zoo sterke geestelijke eenheid heb, mij tot groote steun geweest. Even^po gedenk ik ook met dankbaarheid mijn moe der. die mijn geestelijke vorming mee heeft geleid". „Van het Gymnasium liep Uw weg zon der hindernissen naar de Universiteit?" „In 1SS7 werd ik student aan de V.U. Ik had toen een schier afgodische vereering voor Kuyper. Kerkrecht en exegese mijn lievelingsvakken kreeg ik van Rutgers. Ik werd na normaal studieverloop, candi- daat cum laude niet magna cum laude,. want van Kuyper was bekend het gezegde, dat bewoners van het hospitium het magna niet konden krijgen. En ik woonde daar..." „U is al spoedig predikant geworden?" „Nog in hetzelfde jaar. In September 1S93 werd de arbeid te Rinsumageest aangevan gen en ik kon al dadelijk aan den slag. Denk u in: een Gemeente van 900 zielen met43 belijdende leden. Dat was gevolg van het toen in Friesland heer- schende zgn. doopledenstelsel. Ik had een catechisatie met 120bejaarde m schen. 't Kwam voor, dat ik 's morgens vader en moeder, 's avonds de kinderen doopte. U begrijpt, dat er heel wat te ver zetten viel. Maar ik h'eb er veel liefde t zegen ondervonden en t e veel vertrouwe reden waarom ik na drie jaar vertrok.". een voorstel te doen tot' eenvoudiger rege ling ter zake. De.minister hoopt binnenkort een voorstel ter zake te kunnen doen verschijnen. Gedragingen van Burgemeesters Het is uiteraard niet mogelijk op de vraag, of burgemeesters, die zich aan een grove verkeersovertreding schuldig maken, uit hun functie moeten worden ontheven, een categorisch antwoord te geven. Alles hangt af van de omstandigheden van het concrete geval en er moet steeds met voorzichtigheid worden opgetreden. stroomingen waren, die geneigd waren, dit verband aanwezig te achten. Op de tweede vradg, of er een oogenblik geweest zou zijn, waarop de gelden niet aan wezig waren, kan ook niet anders worden geantwoord, dan dat het onderzoek, naar aanleiding van geruchten ingesteld, heeft aangetoond, dat er voor justitioneel ingrij pen geen termen waren. Daarmede moet men de beschuldiging weerlegd achten en het is aan hen, die op dit punt verantwoordelijkheid heb ben, om door voortdurende controle zich er van verzekerd te houden, dat geen onregelmatigheden voorkomen. De burgemeester heeft, voor zoover den minister bekend, geen gebruik gemaakt van rechtsmiddelen, om zich tegen de geuite be schuldigingen te venveren. gaderingen. Och, ik was wel met heel veel banden aan Rotterdam verbonden. Des te moeilijker was het afscheid. O, ik vergeet niet dat oogenblik in de N. Westerkerk, men mij (die meende, dat het afscheid in de vergaderzaal het slot was) vroeg, even mee de kerk in te gaan. En zie daar zaten 1000 ouders en kinderen van de Zondagsscholen enz., die op deze treffende wijze van hun waardeering hadden willen blijk geven." „Ik zou mij kunnen begrijpen, dat Uw vertrek uit Rotterdam het gevolg was van een sterk verlangen naar rustiger werk kring". „Daar zou wel reden voor geweest zijn, maar vooral de gezondheid van mijn vrouw was een factor; zij had milder klimaat noodig en in Dieren vonden wij dat uiter aard volop". „In Zandvoort was u dc eerste predikant der daar pas gestichte Geref. Kerk?" „Ja. Zeven jaar heb ik er in het Oud, twee jaar in het Hersteld Verband gediend. Assenach janee, ik stem u toe, daarover nü maar geen uitwijding, maar één ding wil ik nog wel zoggen: ik sta nog volkomen in mijn overtuiging van 192G. Zooals u weet, heb ik ook na mijn emeri taat nog heel wat werk gehouden in ver band met de kerkelijke belangen in 't al gemeen". „Preeken doet u niet meer?" „Ja zeker wel. Eén maal om den anderen Zondag. In onze vacante gemeenten, in Arn hem af en toe, ook in Hilversum nu het nog vacant is". „Buiten de Kerk hebt u nog functies, meen ik, in verband met het onderwijs?" „Alleen voorzitter van den Bond van Prot. Chr. Kweekscholen. Die heb ik in 1914 helpen stichten. Dan medewerker var „Woord en Geest", redacteur van ons Kerk blad, enkele depufaatschappen en wat ik heel graag doe: radio-morgendiensten". Het late avonduur dwong tot heengaan. Maar dat ook alleen. Want wat is dit drukke leven, als het in een paar uren wordt samengedrongen vol geweest van toe gepast Christendom, zuiver in het verlengde van ambt en aanleg. Heeft Ds v. d. Brink in het leven der Geref. Kerken thans geen plaats meer, de herinnering aan wat hij deed, heeft er een groote plaats in. Het is in de meeste gevallen sterk, stoer, gezegend pionierswerk geweest. En wat ons blad be treft, noteeren we nu nog even. wat tot den jubilaris van 13 November gezegd werd door onzen hoofdredacteur, den heer H. Diemer, bij het afscheid van Rotterdam: „Al hadt u geen ander ding gedaan in Rot terdam dan het oprichten van de Rotter dammer. dan zoudt 'u zich alleen daardoor een monument in het hart uwer vrienden hebben gesticht", Onze hartelijke gelukwensclien op 13 No vember zijn vergezeld van den wensch. dat Ds v. d. Brink gegeven moge zijn een levensavond, rust gevend naar verhou ding van de eerbiedwekkende hoeveelheid werk, door hem in veertig jaren verzet. Op hem i s van toepassing „Gij getrouwe dienst knecht", en worde van toepassing, wat de Heer van den wijngaard eraan verbond: „Over veel zal ik u zetten". De bestrijding van den Colorado-kever In de toelichting tot een bij de Tweede Kamer ingediende suppletoire begrooting van Landbouw voor 1936 schrijft de Minister: De Colorado-kover heeft zich thans in België vertoond. Het is voor onze cultuur van het aller grootste belang, dat bij een eventueele ver schijning van het insect op Nederlanclsch gebied de bestrijding onmiddellijk en doel treffend ter hand wordt genomen. De Minister heeft daarom reeds voor bereidingsmaatregelen doen nemen teneinde zoo noodig terstond den strijd tegen het insect te kunnen aanbinden. Hiertoe behoort o.m. het opruimen van haarden in eex*ste instantie, zocdra de aan wezigheid daarvan is vastgesteld. Dc kosten worden geraamd op f 4000. VRIJDAG 13 NOVEMBER HILVERSUM I 1875 M. Algem. programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 Graan.pl. 11.3012.00 Bijbelsche eau serie. 12.15 KRO-Orkest en gram.pl. 2.00 Gram.pl. 3.05 Dito. 3.10 Zang en piano. In de pauze: Gram.pl. 3.45 Gram.pl. 4.00 De KRO-Mclodisten m.m.v. solist en gram.pl, 6.00 Land- en Tuinbouwcauserie. 6.20 KRO-Boys mm.v. solist en gram.pl. 7.00 Berichten. 7.15 Fe KRO-Luohtliin. 7.35 Musica catholica. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Reportage uit e„n Schoenfabriek. 9.00 Gram.pl. 9.25 Het Rotterdamsoh Philhar- monisoh Orkest, koor en solisten. 10.16 Gram.pl. 10.30 Berichten ANP. 10.35 Gram.pl. 10.45 Bela Kiss en zijn orkest. 11.15—12.00 Gram.pl. HILVERSUM 301 M. 8.^0 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwij ding VPRO. r 0.15 Voordracht. 10.35 Grarn.pl. 11.00 Vervolg voordracht. 11.20 Gram.pl. 12.00 De Palladians en Orgel spel. 1.30 Voor de Vrouw. 1.50 Omroep orkest en solist. 4.00 Gram.pl. 5.00 Kin deruurtje. 5.30 De Ramblers. 6.30 Pqlitiek Radio-journaal. 6.50 Gram.pl. 7.00 „Op voeding tot gemeenschapszin", causerie. 7.20 Gra™ al. 7.50 Berichten ANP. 8 00 Berichten V.GP. 8.05 „Wat dunkt U van den mensch?", causerie. 8.30 Cello on piano. 9.00 „Het idealisme in de Holland- sche schilderkunst der 17de eeuw", cau serie. 9.30 Gram.pl. 10.00 „Het leven van de vrouwen in Indië", causerie. 10.30 Gram.pl. 10.40 Avondwijding. 11.00 Be richten ANP. 11.05 Paedagogische cause rie. 11.30—12.00 qram.pl. DROITWICH 1500 M. 11.40 Piano-recital 12.10 Orgelconcert. 1.352.20 Strijkkwar tet. 4.20 BBC-Oikest. 5.35 Kwintet. 6.45 BBC-Orkest. 11.15 Sydney Kyte en zijn RADO PARIS 1648 M. 1.35 Zang. 4.20 Kwar tet. 5.50 Symphonie- rioest. 8.20 Zang en piano. 9.05 Operette „La Teresina", n solisten, koor en orkest. 11.201.05 Or kestconcert. KEULEN 456 M. 5.50 Militair orkest. 11.20 Orkest. 12.35 Orkest. 3.20 Lezingen en gram.pl. 7.30 Orrxoepkleinorkest. 9.45 Li- terair-muzikaal programma. 10.25 Boeren- kapel en solist* o. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.30 Salon- orkest. 5.20 Salon-orkest en zang. Piano-recital. 6.35 Omroeporkest. 8.20 Symphonie-orke 484 m.: 12.50 Salon-orkest. 1.50 Zang. 5.20 Omroeporkest. 7.35 Zang. 8.20 Voor OucN Strijders. 10.4511.20 Accordeonmuziek. DEV^ILANDSENDER 1571 M. 7.50 Lon- densch Phi'lh. orkest. 9.50 Cello en piano. Levensverzekering- M aatschappij CONFIDENTIA N.V vsüJaal!:uit wet VISSCHERSLEVEN o i. 4 'O - D°OB&.VAN TEIJLINGEN Flip was wakker geschrokken. Zijn verschrikte oogen zagen in het duister twee matrozen in natte jassen. Hij hoorde Heins stem Wegdrage? Wat wegdragen? Wie? Ja, ze droegen iemand. Daar kwam Hein zelf. Nou kalm an in mijn kooi zei hij die is ruimer. *t Was Maarten! Hoe kwam dat? Ongelukken? En daar straks zat hij nog aan tafel! Zoo. hier kunnen we ons makkelijker bewegen. Wat moest er dan gebeuren? Hein trok een mes. Dat wilde Flip zien. Neem jij de lamp. Om bij te lichten. Voorzichtig werd Maartens broekspijp opengesneden. - Been gebroken, constateerde Hein Loop gauw naar den ouwe om spalkhoutjes, Piet! Even later voerden grove vingers handig de eerste hulp uit. Flip verbaasde er zich over. Die Hein kon nou van alles. De schipper kwam in het logies, bekeek de spaiken. In orde. Voorloopig tenminste, We motten in elk geval door de pieren. Al krijgen we nog 'k weet niet wat. 't Is wel een kwade wind. Maar we zullen 't probeeren. Zoo is het! Je weet niet wat er bij dat been kan kommen. De mannen keken onwillekeurig weer naar Maarten. Hij had z'n oogen gesloten. De knobbels van zijn kaken bewogen zich. Volk ging naar de trap, fluisterde Hij heeft pijn. Ja, 't mot verduveld pijn doen. Maar hij houdt zich taai. Weer op dek gekomen, vroeg de Ouwe aan Meewis: Wat deed hij eigenlijk boven? Heb ik me ook al afgevraagd. Hij sliep, toen ik de lui ging porren. Heeft-ie pijn? Kan je gelooven. Toch laat hij niks merken. Taai is dat ventje. En oi Even gilde hij. 't Is een kerel, zei de stuurman. De matrozen, achter, hadden met spanning gewacht. Hun ernstige koppen knikten goedkeurend. Dat was een jongen! Zelfs Jochem toonde belangstelling. Het viel niet te ontkennen: ze mochten Maarten. Klagen deed hij nooit. Niet als zijn plompe knuisten met blaren zaten bij het afhouden van de dikke reep. Niet als hij uren lang moest kaken met de ouderen. Als het met dat been maar niet minder werd. Gebroken was wel erg. Zonder „compele- caties" echter een kwestie van tijd. Uren achteren worstelde het schip tegen zee en stormwind. Het verzette zich met kracht. De ronde buik hief zich zonder eenige moeite. Werd het stuurboord overgesmeten, bakboord drukte het zich neer. Over en weer. Heen en terug. Soms plonsde zijn boeg met geweld. Een siddering doorvoer den logger. De masten trilden. De zenuwen doorstonden den schok. De spieren knapten. Maar nog was het einde niet. Want als om geen tijd tot herstel te geven, krulde een groene golf met sissend schuim over den kluiver. Een woedend monster viel op de beeting, sprong in stukken Triomfantelijk wierp de logger zich weer omhoog. Hij wist, dat hij geholpen werd. De zee duwde hem zelf met breeden rug op. Haar list was toch mislukt. En als een booze lust, als de verleiding, gaf ze den schijn overwonnen te wezen. Eén, die onderdrukt was. Om daardoor den weerstand te verzwak ken, en met destemeer succes een volgenden aanval te onder nemen. De wind floot valsch. De H. 130 lag echter straf-aan. Schuin op den gierenden wind. Hij luisterde nauwkeurig naar het roer. Vier pezige handen hielden dit. Eén matroos had de roerpen, een ander de touwen. Vaak spoot het water over hun gehelmde hoofden. Tegelijk met pruimsap spogen ze dan ziltig nat uit. Langzaam maar zeker naderden de kustvuren. Regelmatig gleden de licht wieken over de zee. Ze wenkten de mannen. Eindelijk schoof in het Oosten aarzelend licht door de wol kenbanken. De pieren werden zichtbaar. De vuren flitsten nog. De felle lichtkegels schrompelden ineen tot punten. Zwijgend stonden de mannen aan het roer, tegen den mast en bij de malie. Ze dachten na. Met zulk weer langs de pieren? 't Zou een dobber wezen. Maar de jongen beneden? 't Zal niet meevalle' Die oostenwind!, zei Meewis. De anderen knikten bedenkelijk. En toch mot het! Hein sprak beslist. Voor Maar ten. Wat zeg jij ervan, schipper? Volk had niet alles verstaan, hield een hand om z'n oor. Dat we naar binnen motten! Natuurlijk! 'k Ben nog wezen kijken. Nou en dan kreunt-ie. 't Kan zijn, dat hij kneuzingen heeft. Inwendig. Als je gezien hadHij kwakte neerSallemanders! Meewis trok z'n kin op. We gaan er door jongens! Schipper sprak bedaard, zette zijn stem sterker uit. De stuur en ik an 't roer, Hein, Meewis en Piet vóór; Ful, Klaas en Jochem bij de schoot Misschien motten we nog over Ze naderden de pieren. Een strook van wit, dik schuim stak recht in zee. De matrozen stonden op hun post. Het ging spannen. Een oogenblik voelden ze een nerveuze rilling door hun lichaam. Een enkele maal kwam dit voor. Het moment van wachten, afwachten. Kort voor het komende gevaar, kort voor de be slissing. Geen directe angst, meer intense spanning. Recht op de Noorderpier an. Dan zullen we 't stuur boord over lappen, hè? riep Volk. De stuurman knikte. Hij zei nooit veel. Daarom noemden de mannen hem De Stomme, ,,'k Heb geen spraakwater",, had hij eens gezegd. De gedachten sprongen op en over'elkaar. Van de schuit naar de zee; van de knappende touwen naar knetterende kachels thuis, bij vrouw en kinderen; van de kinderen naar Maarten met z'n gebroken been. Alleen de gedachten van den schipper waren bijna uitslui tend aan zijn boot verbonden. Ze concentreerden zich op één doel: Door de branding langs de pier binnen komen! Nu voelde hij het één-zijn met z'n H. 130 sterker dan ooit. Samen er door. Samen! Een opborrelende vreugde maakte zich van hem meester. De trillingen van het schip plantten zich in hem voort. Nu eens was hij de hersens van zijn boot, reageerde zij zonder de minste tegenwerping. Dan weer was hij de zenuw, gehoorzaam op het geringste bevel van haar. Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8