Behandeling Begrooting 1937
vangt aan
BLOOKERS
CACAO
Instantine
1
Ai-LE HiN//
WOENSDAG ii NOVEMBER 1936
DERDE BLAD PAG. 0
Tweede Kamer
De Kamer heeft de Pachtwet
met 76 tegen 12 stemmen
aangenomen
De heeren Albarda, Lingbeek
en Westerman voeren
het woord
Overzicht
Rood ging voorop
'n Beetje hortend en stootend is de Kamer
op gang geraakt met den parlementairen
arbeid, di'e tot aan Kerstmis haar zal bezig
houden. Er zal respectabel veel werk
moeten worden gedaan. Maar hcelcmaal
vlotten deed het gisteren nog niet.
Eerst bleek er niet veel neiging om de
eerste te zijn. Ten slotte begon als naar
gewoonte de laatste jaren de heer Albar
da maar. Na hem was het echter spoedig
uit. Toen de heeren Lingbeek en Westerman
hun tijd hadden volgepraat was de sprekers
lijst uitgeput, zoodat we voor vieren reeds
•weer op straat stonden.
Wo willen hopen, dat het hierna beter zal
vleugen en andersmoet de minister
president maar aan het woord komen.
Wat we gisteren hoorden was ecnigszins
teleurstellend,
We doelen daarbij niet op de rede van
den heer Lingbeek, die ditmaal eigen poli
tieke onmaoht en de ontoepasbaarheid van
zijn denkbeelden beleed en overigens aan 't
huiveren sloeg bij de gedachte auto-sug
gestie eener Roomsche overheersching.
Als in een hangen droom kwam hem het
woord Spanje over de lippen.
Ook de beschouwingen van den heer Wes
terman waren weinig interessant, wijl to
negatief, te veel gegarneerd met oratorische
vragen en suggesties van politieke onmoge
lijkheden.
Teleur stelde ons vooral de rede van den
heer Albarda, omdat zij eindigde in een
peroratie, die veel van een mystificatie had.
Men vraagt zich af: wat wil de leider van
de S.D.A.P. nu eigenlijk concreet?
Een spons over het verleden halen en een
nieuw leven beginnen?
Zijn inzet was intusschen niet onbevredi
gend.
Kamerfractie en pers
Daarin werd een duidelijk démenti gege*
ven van zekere minderwaardige beschou
wingen in de Arbeiderspers over het regee-
ringsbeleid. Met name ook voor zoover zo
afkomstig zijn van den redacteur der eco
nomische rubriek, die den laatsten tijd bijna
dag aan dag de grofste demagogie bedrijft
met de monetaire maatregelen, waartoe de
Regeering noodgedwongen is overgegaan,
en waaraan ook de heer Albarda een en an-
dcr maal ook gisteren weer zijn samc-
tie heeft gegeven.
De weerklank van dit volksmieleidend ge
doe is in de rede van den rooiden fractie
leider niet vernomen. Voor de Hekelveld-
politici moge dit een vonnis zijn. Op wat zij
ten beste geven past menigmaal de uit
spraak van Henri Polak in een zijner kro
nieken van 2 November 1935.
Hij memoreert daar, dat Prof. Huizinga in
fcijn bekende boek: „De schaduwen van mor
gen", geschreven heeft-: „Zelfs ontwikkelde
personen geven zich heden ten dage veelal
over aan een boosheid des oordeels, die
slechts in het laagste en onwetendste ge
peupel te verontschuldigen zou zijn".
Daarmee was de heer Polak het eens en
in zijn eigen woorden voegde hij aan deze
betuiging van instemming toe:
„Maar veel betreurenswaardiger is het,
dat, zooals nu eens te meer gebleken iSt som
mige persorganen, instede van het vormen
yam boosaardige oordeelvellingen tegen te
gaan, de boosaardigheid stijven, voeden en
aanmoedigen".
Hoe dit laatste in de Arbeiderspers met
terdaad gebeurt is met legio voorbeelden te
staven.
Men herinnere zich maar de kwalificatie:
retenierspolitie omtrent het monetair
beleid der Regeering. Te giftiger was deze
diskwalificatie, omdat de soc. dem. leiding
in grooto meerderheid de anti-devaluatie-
politiek als juist erkende. En hoe noemt men
bt, als nog verleden week de aanpassings
politiek der regeering aangeduid wordt als
er op gericht slechts arbeiders en nering
doenden tot slachtoffers te maken?
- In wezen is deze methode precies gelijk
ban die van de N.S.B. ,wat vilein karakter
en verwatenheid betreft- Met groote scherp
te en juistheid in deze conclusie ook in „De
Groene" van de vorige week getrokken. En
zijn er niet congressen van de S.D.A.P.,
waarop stemmen tegen zulk geschrijf zijn
opgegaan?
De heer Albarda heeft zich van dat alles
Onthouden en ook 'nagelaten de Memorie
yan Antwoord der Regeering aan te duiden
als „oen triest, stuk", een „triomf dér frases"
gelijk de Arbeiderspers Maandagavond
deed, ondanks het onmiskenbare feit, dat ge
noemd staatsstuk met groote nauwkeurig
heid een duidelijk antwoord gaf op allerlei
dorre systematiek en schoonschijnende fra
seologie, die in allerlei plan-beschouwingen
en andere weinig concrete sociaal-economi
sche denkbeelden ten beste wordt gegeven.
Afkeuring crisis-politiek
Dat overigens de heer Albarda het met de
crisispolitiek der Regeering niet eens is, is
zijn goed recht. Alleen de kracht van zijn
bestrijding kunnen we niet erkennen.
Wei werden niet de „eischen" van het N.
V.V. tegenover het economisch beleid der
Regeering gesteld, maar wel het befaamde
plan van den arbeid, dat, naar een der ont
werpers er van nog dezer dagen verklaarde,
den weg naar het socialisme met banen. Als
panacee tegen de crisis en als middel tot
stimuleering van de conjunctuur werd het
aanbevolen.
De mogelijkheden er voor zijn thans gun
stig, meende de heer Albarda in navolging
van vele anderen uit zijn kring, die de
depreciatie van den gulden -uichend hebben
begroet, omdat nu de middelen voor hei
plan beter te vinden zoud«-n zijn dan voor
heen. Toch was er dezer dagen ook een p. g.
die den president der Nederlandsche Bank
wilde wegjagen, omdat hij in Mr. Trip van
wege het etabilisatiefonds een bedreiging
zag voor het plan van den arbeid.
We moeten verklaren dat we de argumen
tatie voor het plan van den arbeid heel ma
ger vonden. De absolute werkloosheidscij
fers voor de Scandinavische landen, Eelgië
en Amerika zeggen in dit verband niets. Dit
argument moest de heer Albarda liever
overlaten aan volksdemagogen op de plan
ken en voor het geduldige papier, waarmee
de onkundige massa wordt bewerkt. In het
parlement is het beneden peil. Want als
men alle factoren van vergelijking inscha
kelt. rekent met verhoudingen, met de eco
nomische structuur, met het sociale peil,
enz. dan komt Nederland er met glans uit.
De roode heeren werken slechts met den
schijn en verzuimen het groote sociaal-
economisch versohil aan te geven tusschen
ons volk en de landen, waarmee ze verge
lijken. Dat is niet heelemaal zooals het be
hoort.
Hoe weinig zeggend die vergelijkingen
zijn, kan bijv. blijken uit de positie van het
betrekkelijk arme en sociaal allerminst
vooraanstaande Finland. Het heeft geen soc.
dem. bewind e,r het tegendeel en doet
niet aan conjunctuurinspuitingen. De uit
voer van zijn grondstoffen is echter oorzaak
dat het staatsbudget belangrijke overschot
ten vertoont, de handelsbalans een stevig
uitvoeroversehot aangeeft en buitenlandsche
schulden, ook leeningen,, in ruime mate kun
nen worden afgelost en ook afgelost zijn. De
telkens weer herhaalde beweringen over het
funeste der aanpassingspolitiek bezuinigin
gen en loonsverlagingen achtte ook de heer
Albarda noodig achten we dan ook wei
nig steekhoudend. Dat het hij een andere
conjunctuurpolitiek voor ons beter zou zijn,
is zelfs niet: waarschijnlijk gemaakt. En het
sociaal-econdmisehe peil van dè noordelijke
landen en van België zal wel niémand voor
ons bëgéeren. Evenmin als dat van Düitsch-
land, het schitterende voorbeeld hoe een
conjunctuurpolitiek b la het plan van den
arbeid werken kan. Dat mogo ook Mr. Wes
terman bedenken als hij om plannen vraagt.
Bang voor de coalitie
Van een herleving der rechtsche coalitie
op den grondslag der christelijke beginselen,
kreeg de heer Albarda nu reeds kippetjes-
Ze is, zoo betoogde hij, een ondeugdelijke
basis voor practische politiek en bovendien
de rechterzijde behaalt geen meerderheid
meer.
We zullen niet beweren, dat de heer Al
barda meer toejuiching heeft voor een volks
front, waarin communisten, anarchisten en
soc.-dem. in naam der democratie in ver
schillende landen het volk naar den poli-
tieken en economischen chaos voeren. Maar
we zeggen wei dit, dat zoo'n rechtsche sa
menwerking gesteld al, dat ze mogelijk
zoii zijn misschien nog wel mee zou val
len in de practijk. In ieder geval vormt zij
een hechter bolwerk tegen revolutionaire
invloeden van rechts, van links en zelfs
van soc.dem., die in dit opzicht een verleden
hebben dan welke andere politieke com
binatie ook.
Het doet wat vreemd aan de mannen van
de dictatuur, van het proletariaat en van
den klassenstrijd thans te zien poseeren als
de paladijnen bij uitnemendheid voor demo
cratie en geestelijke volksvrijheden.
Dat is al te vrijmoedig van de zijde, van
waar nog niet zoo lang geleden werd be
toogd, dat democratie goed is zoolang „de
situatie" nfet een uitdaging vormt om met
meer revolutionaire middelen het socialisme
te bevorderen.
Hier is een prerogatief in de eerste plaats
voor de anti-rev. richting, democratisch van
origine en geboren uit den strijd der Calvi
nistische vaderen voor de vrijheid van ge
weten en de rechten des volks. Dit patrimo
nium geven we niet prijs en zeker laten we
ons niet overbluffen door hen, wier oor
sprong in de beginselen der revolutie al
of niet gecorrigeerd te vinden is en wier
bekeering op dit punt nog van jongen, zeer
jongen datum is en in de pvactijk dat ver
leden zoo moeilijk den scheidbrief kunnen
geven.
Niet weinigen van hen zijn onder de angst
oor het fascisme tot andere inzichten .ge
komen, al laten zij vrij algemeen de materi-
eete zorg tegen allerlei nationale bedreiging
bijv. de defensie aan andcrer verant
woordelijkheid over. Woorden zijn goedkoo-
per en verblinden gemakkelijker allen die
met den schijn genoegen nemen.
Vraagt men wat nu bohalve de actieve
economische conjunctuurpolitiek van het
vrij algemeen afgewezen plan van den ar-
bfcid de politieke wcnschen van den heer
Albarda zijn. dan moeten wij zeggen, dat hij
deze niet met zooveel woorden heeft uitge
sproken.
.We begrepen er dit van.
De sollicitatie
Allereerst moeten S.DA.P. en N.V.V. niet
meer op één lijn behandeld worden met de
N.S.B. De uitzonderingsbepalingen met be
trekking tot militaire posities behooren te
vervallen. Zij, die de overheid dienen, zijn
gehouden ondc»- alle omstandigheden aan 't
wettig gezag trouw te zijn.
Wat zeggen de vrienden Cramer en Za
delhof! daar wel van?
Is deze oneffenheid uit het politieke leven
verwijderd, dan moet een breed front ge
vormd wórden tegen alle dictatuur. Dat zóu
de uitslag moeten zijn van de stembus voor
1937. M.a.w. een kabinet op breede basis. Of
met nog andere woorden een kabinet
waarin ook de S.D.A.P. bereid is zitting te
Het hooge woord kwam er uit aan het
slot van 's heeren Albarda's rustig gehou
den betoog. Over het uit hef zicht verdwe
nen bondgenootschap met de Katholieken
werd geen woord gerept. Ook bleven „boos
aardige" woorden aan het adres van hét
Kabinet cn zijn leider die in de roode
pers nog al eens als onkundigen of onwil-
ligen worden voorgesteld achterwege. De
bestrijding, voor zoover aanwezig bleef zake
lijk en netjes.
De sollicitatiebrief is in de bus.
Wat dte uitwerking er van zal zijn, zul
len we vandaag of morgen wel hooren.
Voor het oogenblik zien we de kansen van
de S.D.A.P., die nog zoo graag van twee
wallen eet tegelijk regïerungsfahig zich
voordoen en de vruchten der demagogie wil
len plukken nog niet al te gunstig in.
Bij den aanvang der vergadering is beslo
ten tot afdeelingsoriderzoek van de bei Je
wetsontwerpen, welke op het huwelijk van
Prinses Juliana betrekking hebben.
De Pachtwet is, zooals we verwachtten,
met zeer groote meerderheid aangenomen.
Tegen stemden de liberalen, de Plattelan
der Vervoorn, Mr. Westerman, de lieer Ling
beek en de drie S.G.P.-ers, die tijdens de be
handeling der wet bijna steeds afwezig wa
ren en geen hand hebben uitgestoken tot
verbetering.
Verslag
Do Kamer heeft haar arbeid hervat.
Huwelijk van Prinses Jnliana
Besloten werd b'ü de regeling
heden, waarmee begonnen
deellngen to onderzoeken
Goedkeuring van hot huwelUk
ecnige gevolgen
dfèr naturalisatie.
De heer LINGBEEK (h.g.s.) achtte ln het
wetsontwerp de rechten der verpachter» te wei
nig ontzien. Dat gaat In de richting van aan
tasting van den particulieren eigendom. In
wezen is het wetsontwerp revolutionair en ln
woordkeus Roomsch. Dus tegen. (Groote
vroolükheid).
De heer BIEREMA fllb.) verklaarde dat de
omdat de i
.tierecht tekort doet
grondeigenaars
liberalen tegen zullen
ling van het continua
de rechten^
De heer KERSTEN (s.g.p.) verklaarde dat t
wetsontwerp zoozeer ..Indrulscht tegen het 8ste
gebod des Heeren". dat zün fractie baar stem
daaraan niet zal geven. (Gelach.)
Het wetsontwerp werd aangenomen met
76 tegen 12 stemmen. Tegen zes liberalen, d.
0 G.P.-crs. de heeren Vervoorn, Lingbeek ei
Rijksbegrooting voor 1937
(s.d.) zich als
Hü wees er op dat de monetaire maatregelen
oorzaak zün. dat de cijfer» der begrooting wel-
Uoor de elegante ^Vrouu?
Swift brengt dit seizoen een collectie met
een rijkdom van nieuwe motieven.
Elk Swift-schoentje is een juweel van
modekunst en heeft weer zijn eigen charme.
U vindt bij Swift dan ook altijd dat schoen
tje, dat U juist zoekt, in overeenstemming
met Uw smaak. Uw type en Uw beurs. Let
daarom op Swift in de schoen-etalages»
UW VOET LIJKT EEN NUMMER KLEINER
Dat de gulden niet onmiddellijk is gesta
biliseerd. daarvan maakt de heer Albarda
de Regeerlng geen grief.
Stablltseerd. Dat zou de mogelijk
leid ln het leven hebben geroepei
weede devaluatie. Dus nieuwe onzefc
:abllisatie anderzUdo
rheld. Te
Hote prü»-
'tüerng hebben geleid. Alles bijeen zijn de na-
1 ontijdige stabilisatie groot
an de „zwevende" gulden, al moet dat zwevvi
iet onnoodig lang duren.
Terugblikkende op het verleden wilde do
heer Albarda het kabinet niet verantwoor
delijk stellen voor het woeden van de eco
nomische crisis.
Maar voor het crlslsbeleld Is het wel
elijk. Dat beleid was In vele opzichten
:eerd en js oorzaak geweest, dat ons econo-
ilsch leven in menig opziolit meer is gehavend
dan dat van andere volken.
Onze Internationale handel, die stellig zeer
kwetsbaar Is. is sterk teruggeloopen. Do werk
loosheid stijgt weer. Inkomens cn vermogens
dalen nog; we zUn daarmoe op het laagste ni-
u na 1918.
eze gang van zaken kon niet zonder meer
rekening worden geschoven van het nalaten
monetaire maatregelen in 1931. Het Kabl-
•Colijn Is daarvoor ook niet verantwoorde
lijk.
openbare werken:
landinavlë. België, Amerika,
onze aanpassingspolitiek ln
1 het Kabinet Is niet v
teid. 1
-kloo3heid heeft teleurgi
ook gezagsondermijnende Invloed*
doende konden worden tegengegaan, omdat die
invloeden ten deele komen uit 't crisismoeras.
Dat alles Is resultaat van de mislukkin;
het aanpassingssysteem.
:efc
gebleven. De
iets bt
opleving. Mi
ding blijvt
irolst, al
lepreclati'
begin van
uller.
afwachtende taou-
depressie komen eer we van de op
leving van nu Iets geprofiteerd hebb"
Een redelijke prijsstijging valt te
ten; voor loonen cn salarissen zal dat
duur gevolgen meebrengen en ook voor werk-
loozenuitkeeringen.
Beter is het de werkloosheid zelf te ver
minderen. Het „Plan van den Arbeid" blijft Ir
dat verband nog van volle waarde. Open-bi
Minister Gellssen heeft Indertijd een breed
osram voor industrialisatie gepubliceerd,
aar aan de uitvoering moeten we nog begin-
in. Is het Kabinet er niet voor te vinden?
Over het gevoerde beleid zullen de kiezers
1937 stellig ongunstig oordeelen. indien al-
Voor hun Plan van den Arbeid zullen de
soc.-dem. den strijd voortzetten: dus voor
conjunctuurstlmulcerlng en voor ordening.
Dit laatste denkbeeld "vindt instemming zoo
wei bö Katholieken als bij Chr. Hlst.
Het Voorlooplg Verslag maakt echter den
Indruk, dat aangestuurd
der oude coalitie, die
leven heeft beheerscht e
Eenheid in levens- en wereldbeschouwing
vormt geon basis voor een constructieve
bevredigende economische politiek.
Het geloof schept Juist de felste tegenstel
lingen. Herinnerd werd aan gezantschap, pro
cessieverbod, Staatsloterij, doodstraf, Zondag-
rust, eedsvraagstuk. stemdwang, enz. Doze
strijdvragen zün door de godsdienstige begin
selen practlsch niet te overbruggen.
Ter rëchterzüde Is geen eenheid op geloofs
gebied en ook économisch en financieel Is
niet veel van tc verwachten. De Katholiek
bereiden een plan van economischen opbouw
voor. maar denken ze daarvoor instemming
vinden bü anti-rov. en chr.-hlst.? Neen.
Er bestaat er thans nauwelijks een.
Onder de rechtsche kiezers maakt de N.S.B.
•oorts zijn slachtoffers
Een strüd voor de christelijke beginselen zal
daaraan geei
1 rechtsche overwinning
Een krachtige, vertrouwenwekkende Re
geerlng zal op die basis niet mogelijk zijn.
En toch is die meer noodig dan ooit. ter-
wille van de gevaren van bulten, maar
ook van binnen.
Binnenlands wordt de democratie belaagd
door hen, die ten onrechte beweren dc wereld
voor de communistische dictatuur te behoeden.
weer in eikaars kaart Het is ook ongemoti
veerde ophef als de communisten bewere
beste beschermers tegen het fascisme te
Fascisten en communisten z(jn en bl
minderheden ln ons land.
Evénwel moet aan hun actie de crisisnood
als voedingsbodem worden ontnomen, ook 01
onze democratlec-hc staatsinstellingen en d
geestelüke vrijheid van het Nederlandsche vol
te behouden.
Voor de verdediging van die goederen
kan op de Nederlandsche arbeidersbewe
gingen worden gerekend. Ook op die van
de soc.-dem. arbeiders.
Daarom zün voor hen de militaire uit
zonderingsmaatregelen zoo grievend. Aan
de wettige overheid zullen zij onder alle
omstandigheden trouw behooren te blüvcn.
Het is onrecht 1
op
het volk
dienst uit te sluiten.
De Regeering stelt herziening der bestaande
de Regeerlng echter 1
Half
elf -
It looke ri ijj<l.
't Is kwaliteit, al wat U proeft I
Geen bons, geen cadeaux;
maar cacao, puur en fijnl
Hef voordeeligste der voorname merken
dag moeilüker. Deze groep tast meer en meer
het recht van vergaderen aan. De besltsslng
over SDAP en NVV moet niet gekoppeld wor
den aan een beslissing over de NSB. De cene
groep bestaat uit verdedigers, de andere u t
aanvallers van den NederL staat
De Regeering moet de verdedigers der demo
cratie om zich heen verzamelen. Het optreden
daarvoor vindt alom instemming. gezien de
weerklank op ministers Ouds krachtig optre
den in de Eerste Kamer.
De hoop werd ten slotte uitgesproken,
dat de verkiezingen van 1937 een krachtige
Regeerlng zullen te voorschün roepen, die
door een krachtige constructieve politiek
onder haar bezielende leiding Kamer en
volk zullen vereenigen ln den strüd voor
onze geestelüke volksvrljheden en demo
cratische staatsinstellingen.
De heer LINGBEEK (h.g.s.) is van oordeal,
dat we van aanpassing niet ongelukkiger wor
den. Het geluk schuilt niet ln veel, maar ln
vergenoegdheid.
Het ls beter om voor den steun te laten wer
ken dan om het geld zoo maar uit te geven.
Van een nieuwe coalitie is niets te verwach
ten. De Katholieken vinden thans ordening de
Christelü'ke politiek bü uitnemendheid. Maar
dan wordt het bcdenkclük.
Van hun welvaartspolltielc zullen ook de pro
testanten wel het minst proflteeren. Dat maakt
den heer Lingbeek huiverig.
De leiders der rechtsche partüen hebben vla
de devaluatie binnenskamers de vredespüp ge
rookt ZJj willen zich vereenigen tegen de ge
varen uit het Oosten. Maar er zün nog andere
gevaren. n.L die van overheerschlng door do
Roomschen.
In het verleden heeft een deel der Protestan
ten verraad gepleegd en heil gezocht in de
coalitie.
"Wat ik wensch, vervolgde de heer Ling
beek, Is onmogelilk. maar Ik zie reeds
Nederland een tweede Spanje worden.
Als we alleen steunen op God, zullen we weer
het Israël van het Westen kunnen worden.
De heer WESTERMAN vroeg of de Re
geerlng thans weet; wat ze op economisch ge
bied wil, na de economische tegenspoeden van
de laatste drfe Jaar.
De Regeering had zich bü het bestrüden van
mijnende Invloeden ook behooron te
sche Kamerleden gedaan? Zü dreven ln het
parlement hun propaganda voor de Sovjet
denkbeelden, die in Spanje tot den chaos heb-
3 of Rusland, dat
Er bleken geen sprekers meer te zün lnse-
chrcven. zoodat de voorzitter reeds voor
"ïeren overging tot verdaging der vergadering.
0$
/T\
MffiTrrm
WÊfjmJÊÊ
(BAYER]
V E J
stilt en voorkomt 1
pijnen!
vew4aaL:uit
iOJAANDSÓHE yiSSCHERSlEVEN
DO°^3.van TE1JLINGEN
<2
Het fokzeil gaf de meeste moeite. Vooral nu telkens water
met geweld neersmakte.
De wind raasde en tierde met het onwillige doek, werkte
'de zee op tot klompen schuim.
Oost-Noord-Oost! Een streep of wat gedraaid.
De overige mannen, Manus en Heexke kropen ook uit hun
kooi. De anderen al weg? Even kijken, wat er loos is. De
Schuit dreunde onbehoorlijk.
Ze strompelden in hun hooge laarzen naar boven. De olie-
jassen dropen direct. Het zoute water beet in de verweerde
gezichten.
Alleen de twee jongens sliepen nog.
Flip de reepschieter en Maarten de afhouder.
Tenslotte drong het gebonk en gebulder door in hun
slaperige hoofden. Maarten droomde van een leeuw. Aan
houdend brulde het beest. Dan werd hij zich bewust, dat het
geluid nader kwam, en was wakker.
Wat was dat nou? Knap te keer. Gieren, brullen! De
leeuw? Het klonk bijna net eender. Goejegenachte! Wat een
plets nat op dek. Juist boven z'n hoofd. Hoei! Wat bonsde
het schip! Het stormde leelijk buiten. Zou de boot het houden?
Als ze eens vergingen? Allemaal verdronken? Zou hij nooit
meer thuis komen? Hoor nou, wat een herrie! Wat dook die
logger diep!
Grillige schaduwen wierp de laag brandende carbid-lamp.
De kooien geleken donkere, opengesperde muilen. De slin
gerende lamp maakte er levende monsters van. Open, dicht,
open. dicht. Maarten rilde even.
Hij stapte uit zijn kooi, struikelde over een kist, snikte van
schrik. Lieve Heer, laat onsastublieft niet ver*
drinkestamelde hij.
De mannen waren al weg! Dan was het erg slecht boven.
Hij riep Flip.
Doezelig, met angstige oogen, zaten ze aan tafel.
Hoor nou es! stootte Flip bevend uit. Toen begon hij
te schreien.
Maarten slikte Stil nouFlip. Niet huilen, jö.
Niet doen.
De ander snikte luid. liet z'n hoofd op tafel steunen.
Was ik maar nooitnaar zee gegaan. Nou zie ik mis
schien nooit m'n moeder meerMoe-der!
Stil toch! As de Heere het wil, is de storm ineens weg.
Dat kan ommers niet, oh Moedertje!
Dat kan wel. En toen danOp die zee, met de
discipelen?
Nee, nee, as we vergaan
Maarten zweeg, staarde in de flakkerende vlam.
Door het monotone gedreun sluimerden de jongens na een
poosje weer in. Nu en dan schokten de schouders van Flip.
Plotseling schrok Maarten op. Het schip trilde van voor
tot achter. De kop was in een golvendal gedoken.
Nog stram van de ongemakkelijke houding stond de kleine
afhouder op. Flip kreunde, bleef doorslapen.
Niet wakker maken, dacht Maarten. Anders gaat
hij weer huilen.
Hij klauterde het trapleertje op, drukte het luik open.
't Was duister buiten. Een oogenblik aarzelde hij.
Bij den fokkemast stonden enkele mannen.
De jongen herkende slechts de forsche gestalte van
Meewis. Een matte glans lag op de oliejassen.
Zóó hevig had hij de zee nog niet hooren bulderen. Zóó
sterk den wind nog niet hooren huilen. Hij kroop in de kap,
uit angst. De planken kraakten.
Als die kap er eens afwoei? Over de verschansing? Dan zou
hij ookWeg, weg! Hier vandaanl Naar die groote
kerels, daar!
Hij sprong op het dek.
Meewis en twee matrozen hielden de lijnen van de fok en
het grootzeil. Als de schipper zijn bevel zou uitschreeuwen,
moesten ze dadelijk de touwen om de bolders vieren.
Opeens zagen ze Maarten. Wat?l
Ga terug, terug! Naar beneje! gilde Meewis.
Z'n nerveuze kop vertrok zich in schrik.
De jongen hoorde niets. Het geluid ging verloren.
Toen gebeurde, wat Meewis verwachtte. Een zee dook op.
denderde neer, smeet Maarten met een slag tegen den grond,
op den ijzeren overloop, sleurde hem verder.
De matroos sprong toe
Een gil snerpte, klonk zacht na in dc ooren van de man
nen op het achterdek.
Een gil?...... Een gil! Kwam van de plecht!
Overboord? Man weg?Kijken! Gauw.
Hein strompelde, gleed naar het voorschip, hield een
moment halt om een zeetje te passeeren.
Op den voorsteven zag hij Meewis over iemand gebogen.
Ongelukken?!
Ja!
Wie?
Maarten!
Maarten?
Hein bukte. De jongen kreunde.
Een stuk water kwakte hem.
Misschien wat gebroken.
Voorzichtig naar beneden drage'. Wat doet zoo'n aap
hier.
Onhandig namen de mannen den afhouder op. Hij steunde,
beet z'n tanden op elkaar.
Een oogenblik bleven de matrozen staan. Meewis en Hein
bogen zich over Maarten. Een golf plensde op hun ruggen.
Terwijl het water nog van hun schoeisel stroomde, droegen
ze den gewonde onder de kap.
Twee man in 't vrondel. Wij laten hem zachtjes zakken.
De kleine knuisten waren saamgetrokken, het lichaam
kromp ineen, het gezicht vertrok krampachtig. Hij moest veel
pijn hebben. Maar hij gaf geen kik.
Dat is een kerel, flitste het door de gedachten der
mannen.
Zijn been stootte tegen de ladder. Toen uitte hij een kreet.
M'n been! o. m'n been!
Wacht even met wegdrage'. Hein kwam beneden.
Meewis ging den schipper waarschuwen.
X'Wordt vervolgd)-