Behandeling Begrooting 1937 vangt aan BLOOKERS CACAO Instantine 1 Ai-LE HiN// WOENSDAG ii NOVEMBER 1936 DERDE BLAD PAG. 0 Tweede Kamer De Kamer heeft de Pachtwet met 76 tegen 12 stemmen aangenomen De heeren Albarda, Lingbeek en Westerman voeren het woord Overzicht Rood ging voorop 'n Beetje hortend en stootend is de Kamer op gang geraakt met den parlementairen arbeid, di'e tot aan Kerstmis haar zal bezig houden. Er zal respectabel veel werk moeten worden gedaan. Maar hcelcmaal vlotten deed het gisteren nog niet. Eerst bleek er niet veel neiging om de eerste te zijn. Ten slotte begon als naar gewoonte de laatste jaren de heer Albar da maar. Na hem was het echter spoedig uit. Toen de heeren Lingbeek en Westerman hun tijd hadden volgepraat was de sprekers lijst uitgeput, zoodat we voor vieren reeds •weer op straat stonden. Wo willen hopen, dat het hierna beter zal vleugen en andersmoet de minister president maar aan het woord komen. Wat we gisteren hoorden was ecnigszins teleurstellend, We doelen daarbij niet op de rede van den heer Lingbeek, die ditmaal eigen poli tieke onmaoht en de ontoepasbaarheid van zijn denkbeelden beleed en overigens aan 't huiveren sloeg bij de gedachte auto-sug gestie eener Roomsche overheersching. Als in een hangen droom kwam hem het woord Spanje over de lippen. Ook de beschouwingen van den heer Wes terman waren weinig interessant, wijl to negatief, te veel gegarneerd met oratorische vragen en suggesties van politieke onmoge lijkheden. Teleur stelde ons vooral de rede van den heer Albarda, omdat zij eindigde in een peroratie, die veel van een mystificatie had. Men vraagt zich af: wat wil de leider van de S.D.A.P. nu eigenlijk concreet? Een spons over het verleden halen en een nieuw leven beginnen? Zijn inzet was intusschen niet onbevredi gend. Kamerfractie en pers Daarin werd een duidelijk démenti gege* ven van zekere minderwaardige beschou wingen in de Arbeiderspers over het regee- ringsbeleid. Met name ook voor zoover zo afkomstig zijn van den redacteur der eco nomische rubriek, die den laatsten tijd bijna dag aan dag de grofste demagogie bedrijft met de monetaire maatregelen, waartoe de Regeering noodgedwongen is overgegaan, en waaraan ook de heer Albarda een en an- dcr maal ook gisteren weer zijn samc- tie heeft gegeven. De weerklank van dit volksmieleidend ge doe is in de rede van den rooiden fractie leider niet vernomen. Voor de Hekelveld- politici moge dit een vonnis zijn. Op wat zij ten beste geven past menigmaal de uit spraak van Henri Polak in een zijner kro nieken van 2 November 1935. Hij memoreert daar, dat Prof. Huizinga in fcijn bekende boek: „De schaduwen van mor gen", geschreven heeft-: „Zelfs ontwikkelde personen geven zich heden ten dage veelal over aan een boosheid des oordeels, die slechts in het laagste en onwetendste ge peupel te verontschuldigen zou zijn". Daarmee was de heer Polak het eens en in zijn eigen woorden voegde hij aan deze betuiging van instemming toe: „Maar veel betreurenswaardiger is het, dat, zooals nu eens te meer gebleken iSt som mige persorganen, instede van het vormen yam boosaardige oordeelvellingen tegen te gaan, de boosaardigheid stijven, voeden en aanmoedigen". Hoe dit laatste in de Arbeiderspers met terdaad gebeurt is met legio voorbeelden te staven. Men herinnere zich maar de kwalificatie: retenierspolitie omtrent het monetair beleid der Regeering. Te giftiger was deze diskwalificatie, omdat de soc. dem. leiding in grooto meerderheid de anti-devaluatie- politiek als juist erkende. En hoe noemt men bt, als nog verleden week de aanpassings politiek der regeering aangeduid wordt als er op gericht slechts arbeiders en nering doenden tot slachtoffers te maken? - In wezen is deze methode precies gelijk ban die van de N.S.B. ,wat vilein karakter en verwatenheid betreft- Met groote scherp te en juistheid in deze conclusie ook in „De Groene" van de vorige week getrokken. En zijn er niet congressen van de S.D.A.P., waarop stemmen tegen zulk geschrijf zijn opgegaan? De heer Albarda heeft zich van dat alles Onthouden en ook 'nagelaten de Memorie yan Antwoord der Regeering aan te duiden als „oen triest, stuk", een „triomf dér frases" gelijk de Arbeiderspers Maandagavond deed, ondanks het onmiskenbare feit, dat ge noemd staatsstuk met groote nauwkeurig heid een duidelijk antwoord gaf op allerlei dorre systematiek en schoonschijnende fra seologie, die in allerlei plan-beschouwingen en andere weinig concrete sociaal-economi sche denkbeelden ten beste wordt gegeven. Afkeuring crisis-politiek Dat overigens de heer Albarda het met de crisispolitiek der Regeering niet eens is, is zijn goed recht. Alleen de kracht van zijn bestrijding kunnen we niet erkennen. Wei werden niet de „eischen" van het N. V.V. tegenover het economisch beleid der Regeering gesteld, maar wel het befaamde plan van den arbeid, dat, naar een der ont werpers er van nog dezer dagen verklaarde, den weg naar het socialisme met banen. Als panacee tegen de crisis en als middel tot stimuleering van de conjunctuur werd het aanbevolen. De mogelijkheden er voor zijn thans gun stig, meende de heer Albarda in navolging van vele anderen uit zijn kring, die de depreciatie van den gulden -uichend hebben begroet, omdat nu de middelen voor hei plan beter te vinden zoud«-n zijn dan voor heen. Toch was er dezer dagen ook een p. g. die den president der Nederlandsche Bank wilde wegjagen, omdat hij in Mr. Trip van wege het etabilisatiefonds een bedreiging zag voor het plan van den arbeid. We moeten verklaren dat we de argumen tatie voor het plan van den arbeid heel ma ger vonden. De absolute werkloosheidscij fers voor de Scandinavische landen, Eelgië en Amerika zeggen in dit verband niets. Dit argument moest de heer Albarda liever overlaten aan volksdemagogen op de plan ken en voor het geduldige papier, waarmee de onkundige massa wordt bewerkt. In het parlement is het beneden peil. Want als men alle factoren van vergelijking inscha kelt. rekent met verhoudingen, met de eco nomische structuur, met het sociale peil, enz. dan komt Nederland er met glans uit. De roode heeren werken slechts met den schijn en verzuimen het groote sociaal- economisch versohil aan te geven tusschen ons volk en de landen, waarmee ze verge lijken. Dat is niet heelemaal zooals het be hoort. Hoe weinig zeggend die vergelijkingen zijn, kan bijv. blijken uit de positie van het betrekkelijk arme en sociaal allerminst vooraanstaande Finland. Het heeft geen soc. dem. bewind e,r het tegendeel en doet niet aan conjunctuurinspuitingen. De uit voer van zijn grondstoffen is echter oorzaak dat het staatsbudget belangrijke overschot ten vertoont, de handelsbalans een stevig uitvoeroversehot aangeeft en buitenlandsche schulden, ook leeningen,, in ruime mate kun nen worden afgelost en ook afgelost zijn. De telkens weer herhaalde beweringen over het funeste der aanpassingspolitiek bezuinigin gen en loonsverlagingen achtte ook de heer Albarda noodig achten we dan ook wei nig steekhoudend. Dat het hij een andere conjunctuurpolitiek voor ons beter zou zijn, is zelfs niet: waarschijnlijk gemaakt. En het sociaal-econdmisehe peil van dè noordelijke landen en van België zal wel niémand voor ons bëgéeren. Evenmin als dat van Düitsch- land, het schitterende voorbeeld hoe een conjunctuurpolitiek b la het plan van den arbeid werken kan. Dat mogo ook Mr. Wes terman bedenken als hij om plannen vraagt. Bang voor de coalitie Van een herleving der rechtsche coalitie op den grondslag der christelijke beginselen, kreeg de heer Albarda nu reeds kippetjes- Ze is, zoo betoogde hij, een ondeugdelijke basis voor practische politiek en bovendien de rechterzijde behaalt geen meerderheid meer. We zullen niet beweren, dat de heer Al barda meer toejuiching heeft voor een volks front, waarin communisten, anarchisten en soc.-dem. in naam der democratie in ver schillende landen het volk naar den poli- tieken en economischen chaos voeren. Maar we zeggen wei dit, dat zoo'n rechtsche sa menwerking gesteld al, dat ze mogelijk zoii zijn misschien nog wel mee zou val len in de practijk. In ieder geval vormt zij een hechter bolwerk tegen revolutionaire invloeden van rechts, van links en zelfs van soc.dem., die in dit opzicht een verleden hebben dan welke andere politieke com binatie ook. Het doet wat vreemd aan de mannen van de dictatuur, van het proletariaat en van den klassenstrijd thans te zien poseeren als de paladijnen bij uitnemendheid voor demo cratie en geestelijke volksvrijheden. Dat is al te vrijmoedig van de zijde, van waar nog niet zoo lang geleden werd be toogd, dat democratie goed is zoolang „de situatie" nfet een uitdaging vormt om met meer revolutionaire middelen het socialisme te bevorderen. Hier is een prerogatief in de eerste plaats voor de anti-rev. richting, democratisch van origine en geboren uit den strijd der Calvi nistische vaderen voor de vrijheid van ge weten en de rechten des volks. Dit patrimo nium geven we niet prijs en zeker laten we ons niet overbluffen door hen, wier oor sprong in de beginselen der revolutie al of niet gecorrigeerd te vinden is en wier bekeering op dit punt nog van jongen, zeer jongen datum is en in de pvactijk dat ver leden zoo moeilijk den scheidbrief kunnen geven. Niet weinigen van hen zijn onder de angst oor het fascisme tot andere inzichten .ge komen, al laten zij vrij algemeen de materi- eete zorg tegen allerlei nationale bedreiging bijv. de defensie aan andcrer verant woordelijkheid over. Woorden zijn goedkoo- per en verblinden gemakkelijker allen die met den schijn genoegen nemen. Vraagt men wat nu bohalve de actieve economische conjunctuurpolitiek van het vrij algemeen afgewezen plan van den ar- bfcid de politieke wcnschen van den heer Albarda zijn. dan moeten wij zeggen, dat hij deze niet met zooveel woorden heeft uitge sproken. .We begrepen er dit van. De sollicitatie Allereerst moeten S.DA.P. en N.V.V. niet meer op één lijn behandeld worden met de N.S.B. De uitzonderingsbepalingen met be trekking tot militaire posities behooren te vervallen. Zij, die de overheid dienen, zijn gehouden ondc»- alle omstandigheden aan 't wettig gezag trouw te zijn. Wat zeggen de vrienden Cramer en Za delhof! daar wel van? Is deze oneffenheid uit het politieke leven verwijderd, dan moet een breed front ge vormd wórden tegen alle dictatuur. Dat zóu de uitslag moeten zijn van de stembus voor 1937. M.a.w. een kabinet op breede basis. Of met nog andere woorden een kabinet waarin ook de S.D.A.P. bereid is zitting te Het hooge woord kwam er uit aan het slot van 's heeren Albarda's rustig gehou den betoog. Over het uit hef zicht verdwe nen bondgenootschap met de Katholieken werd geen woord gerept. Ook bleven „boos aardige" woorden aan het adres van hét Kabinet cn zijn leider die in de roode pers nog al eens als onkundigen of onwil- ligen worden voorgesteld achterwege. De bestrijding, voor zoover aanwezig bleef zake lijk en netjes. De sollicitatiebrief is in de bus. Wat dte uitwerking er van zal zijn, zul len we vandaag of morgen wel hooren. Voor het oogenblik zien we de kansen van de S.D.A.P., die nog zoo graag van twee wallen eet tegelijk regïerungsfahig zich voordoen en de vruchten der demagogie wil len plukken nog niet al te gunstig in. Bij den aanvang der vergadering is beslo ten tot afdeelingsoriderzoek van de bei Je wetsontwerpen, welke op het huwelijk van Prinses Juliana betrekking hebben. De Pachtwet is, zooals we verwachtten, met zeer groote meerderheid aangenomen. Tegen stemden de liberalen, de Plattelan der Vervoorn, Mr. Westerman, de lieer Ling beek en de drie S.G.P.-ers, die tijdens de be handeling der wet bijna steeds afwezig wa ren en geen hand hebben uitgestoken tot verbetering. Verslag Do Kamer heeft haar arbeid hervat. Huwelijk van Prinses Jnliana Besloten werd b'ü de regeling heden, waarmee begonnen deellngen to onderzoeken Goedkeuring van hot huwelUk ecnige gevolgen dfèr naturalisatie. De heer LINGBEEK (h.g.s.) achtte ln het wetsontwerp de rechten der verpachter» te wei nig ontzien. Dat gaat In de richting van aan tasting van den particulieren eigendom. In wezen is het wetsontwerp revolutionair en ln woordkeus Roomsch. Dus tegen. (Groote vroolükheid). De heer BIEREMA fllb.) verklaarde dat de omdat de i .tierecht tekort doet grondeigenaars liberalen tegen zullen ling van het continua de rechten^ De heer KERSTEN (s.g.p.) verklaarde dat t wetsontwerp zoozeer ..Indrulscht tegen het 8ste gebod des Heeren". dat zün fractie baar stem daaraan niet zal geven. (Gelach.) Het wetsontwerp werd aangenomen met 76 tegen 12 stemmen. Tegen zes liberalen, d. 0 G.P.-crs. de heeren Vervoorn, Lingbeek ei Rijksbegrooting voor 1937 (s.d.) zich als Hü wees er op dat de monetaire maatregelen oorzaak zün. dat de cijfer» der begrooting wel- Uoor de elegante ^Vrouu? Swift brengt dit seizoen een collectie met een rijkdom van nieuwe motieven. Elk Swift-schoentje is een juweel van modekunst en heeft weer zijn eigen charme. U vindt bij Swift dan ook altijd dat schoen tje, dat U juist zoekt, in overeenstemming met Uw smaak. Uw type en Uw beurs. Let daarom op Swift in de schoen-etalages» UW VOET LIJKT EEN NUMMER KLEINER Dat de gulden niet onmiddellijk is gesta biliseerd. daarvan maakt de heer Albarda de Regeerlng geen grief. Stablltseerd. Dat zou de mogelijk leid ln het leven hebben geroepei weede devaluatie. Dus nieuwe onzefc :abllisatie anderzUdo rheld. Te Hote prü»- 'tüerng hebben geleid. Alles bijeen zijn de na- 1 ontijdige stabilisatie groot an de „zwevende" gulden, al moet dat zwevvi iet onnoodig lang duren. Terugblikkende op het verleden wilde do heer Albarda het kabinet niet verantwoor delijk stellen voor het woeden van de eco nomische crisis. Maar voor het crlslsbeleld Is het wel elijk. Dat beleid was In vele opzichten :eerd en js oorzaak geweest, dat ons econo- ilsch leven in menig opziolit meer is gehavend dan dat van andere volken. Onze Internationale handel, die stellig zeer kwetsbaar Is. is sterk teruggeloopen. Do werk loosheid stijgt weer. Inkomens cn vermogens dalen nog; we zUn daarmoe op het laagste ni- u na 1918. eze gang van zaken kon niet zonder meer rekening worden geschoven van het nalaten monetaire maatregelen in 1931. Het Kabl- •Colijn Is daarvoor ook niet verantwoorde lijk. openbare werken: landinavlë. België, Amerika, onze aanpassingspolitiek ln 1 het Kabinet Is niet v teid. 1 -kloo3heid heeft teleurgi ook gezagsondermijnende Invloed* doende konden worden tegengegaan, omdat die invloeden ten deele komen uit 't crisismoeras. Dat alles Is resultaat van de mislukkin; het aanpassingssysteem. :efc gebleven. De iets bt opleving. Mi ding blijvt irolst, al lepreclati' begin van uller. afwachtende taou- depressie komen eer we van de op leving van nu Iets geprofiteerd hebb" Een redelijke prijsstijging valt te ten; voor loonen cn salarissen zal dat duur gevolgen meebrengen en ook voor werk- loozenuitkeeringen. Beter is het de werkloosheid zelf te ver minderen. Het „Plan van den Arbeid" blijft Ir dat verband nog van volle waarde. Open-bi Minister Gellssen heeft Indertijd een breed osram voor industrialisatie gepubliceerd, aar aan de uitvoering moeten we nog begin- in. Is het Kabinet er niet voor te vinden? Over het gevoerde beleid zullen de kiezers 1937 stellig ongunstig oordeelen. indien al- Voor hun Plan van den Arbeid zullen de soc.-dem. den strijd voortzetten: dus voor conjunctuurstlmulcerlng en voor ordening. Dit laatste denkbeeld "vindt instemming zoo wei bö Katholieken als bij Chr. Hlst. Het Voorlooplg Verslag maakt echter den Indruk, dat aangestuurd der oude coalitie, die leven heeft beheerscht e Eenheid in levens- en wereldbeschouwing vormt geon basis voor een constructieve bevredigende economische politiek. Het geloof schept Juist de felste tegenstel lingen. Herinnerd werd aan gezantschap, pro cessieverbod, Staatsloterij, doodstraf, Zondag- rust, eedsvraagstuk. stemdwang, enz. Doze strijdvragen zün door de godsdienstige begin selen practlsch niet te overbruggen. Ter rëchterzüde Is geen eenheid op geloofs gebied en ook économisch en financieel Is niet veel van tc verwachten. De Katholiek bereiden een plan van economischen opbouw voor. maar denken ze daarvoor instemming vinden bü anti-rov. en chr.-hlst.? Neen. Er bestaat er thans nauwelijks een. Onder de rechtsche kiezers maakt de N.S.B. •oorts zijn slachtoffers Een strüd voor de christelijke beginselen zal daaraan geei 1 rechtsche overwinning Een krachtige, vertrouwenwekkende Re geerlng zal op die basis niet mogelijk zijn. En toch is die meer noodig dan ooit. ter- wille van de gevaren van bulten, maar ook van binnen. Binnenlands wordt de democratie belaagd door hen, die ten onrechte beweren dc wereld voor de communistische dictatuur te behoeden. weer in eikaars kaart Het is ook ongemoti veerde ophef als de communisten bewere beste beschermers tegen het fascisme te Fascisten en communisten z(jn en bl minderheden ln ons land. Evénwel moet aan hun actie de crisisnood als voedingsbodem worden ontnomen, ook 01 onze democratlec-hc staatsinstellingen en d geestelüke vrijheid van het Nederlandsche vol te behouden. Voor de verdediging van die goederen kan op de Nederlandsche arbeidersbewe gingen worden gerekend. Ook op die van de soc.-dem. arbeiders. Daarom zün voor hen de militaire uit zonderingsmaatregelen zoo grievend. Aan de wettige overheid zullen zij onder alle omstandigheden trouw behooren te blüvcn. Het is onrecht 1 op het volk dienst uit te sluiten. De Regeering stelt herziening der bestaande de Regeerlng echter 1 Half elf - It looke ri ijj<l. 't Is kwaliteit, al wat U proeft I Geen bons, geen cadeaux; maar cacao, puur en fijnl Hef voordeeligste der voorname merken dag moeilüker. Deze groep tast meer en meer het recht van vergaderen aan. De besltsslng over SDAP en NVV moet niet gekoppeld wor den aan een beslissing over de NSB. De cene groep bestaat uit verdedigers, de andere u t aanvallers van den NederL staat De Regeering moet de verdedigers der demo cratie om zich heen verzamelen. Het optreden daarvoor vindt alom instemming. gezien de weerklank op ministers Ouds krachtig optre den in de Eerste Kamer. De hoop werd ten slotte uitgesproken, dat de verkiezingen van 1937 een krachtige Regeerlng zullen te voorschün roepen, die door een krachtige constructieve politiek onder haar bezielende leiding Kamer en volk zullen vereenigen ln den strüd voor onze geestelüke volksvrljheden en demo cratische staatsinstellingen. De heer LINGBEEK (h.g.s.) is van oordeal, dat we van aanpassing niet ongelukkiger wor den. Het geluk schuilt niet ln veel, maar ln vergenoegdheid. Het ls beter om voor den steun te laten wer ken dan om het geld zoo maar uit te geven. Van een nieuwe coalitie is niets te verwach ten. De Katholieken vinden thans ordening de Christelü'ke politiek bü uitnemendheid. Maar dan wordt het bcdenkclük. Van hun welvaartspolltielc zullen ook de pro testanten wel het minst proflteeren. Dat maakt den heer Lingbeek huiverig. De leiders der rechtsche partüen hebben vla de devaluatie binnenskamers de vredespüp ge rookt ZJj willen zich vereenigen tegen de ge varen uit het Oosten. Maar er zün nog andere gevaren. n.L die van overheerschlng door do Roomschen. In het verleden heeft een deel der Protestan ten verraad gepleegd en heil gezocht in de coalitie. "Wat ik wensch, vervolgde de heer Ling beek, Is onmogelilk. maar Ik zie reeds Nederland een tweede Spanje worden. Als we alleen steunen op God, zullen we weer het Israël van het Westen kunnen worden. De heer WESTERMAN vroeg of de Re geerlng thans weet; wat ze op economisch ge bied wil, na de economische tegenspoeden van de laatste drfe Jaar. De Regeering had zich bü het bestrüden van mijnende Invloeden ook behooron te sche Kamerleden gedaan? Zü dreven ln het parlement hun propaganda voor de Sovjet denkbeelden, die in Spanje tot den chaos heb- 3 of Rusland, dat Er bleken geen sprekers meer te zün lnse- chrcven. zoodat de voorzitter reeds voor "ïeren overging tot verdaging der vergadering. 0$ /T\ MffiTrrm WÊfjmJÊÊ (BAYER] V E J stilt en voorkomt 1 pijnen! vew4aaL:uit iOJAANDSÓHE yiSSCHERSlEVEN DO°^3.van TE1JLINGEN <2 Het fokzeil gaf de meeste moeite. Vooral nu telkens water met geweld neersmakte. De wind raasde en tierde met het onwillige doek, werkte 'de zee op tot klompen schuim. Oost-Noord-Oost! Een streep of wat gedraaid. De overige mannen, Manus en Heexke kropen ook uit hun kooi. De anderen al weg? Even kijken, wat er loos is. De Schuit dreunde onbehoorlijk. Ze strompelden in hun hooge laarzen naar boven. De olie- jassen dropen direct. Het zoute water beet in de verweerde gezichten. Alleen de twee jongens sliepen nog. Flip de reepschieter en Maarten de afhouder. Tenslotte drong het gebonk en gebulder door in hun slaperige hoofden. Maarten droomde van een leeuw. Aan houdend brulde het beest. Dan werd hij zich bewust, dat het geluid nader kwam, en was wakker. Wat was dat nou? Knap te keer. Gieren, brullen! De leeuw? Het klonk bijna net eender. Goejegenachte! Wat een plets nat op dek. Juist boven z'n hoofd. Hoei! Wat bonsde het schip! Het stormde leelijk buiten. Zou de boot het houden? Als ze eens vergingen? Allemaal verdronken? Zou hij nooit meer thuis komen? Hoor nou, wat een herrie! Wat dook die logger diep! Grillige schaduwen wierp de laag brandende carbid-lamp. De kooien geleken donkere, opengesperde muilen. De slin gerende lamp maakte er levende monsters van. Open, dicht, open. dicht. Maarten rilde even. Hij stapte uit zijn kooi, struikelde over een kist, snikte van schrik. Lieve Heer, laat onsastublieft niet ver* drinkestamelde hij. De mannen waren al weg! Dan was het erg slecht boven. Hij riep Flip. Doezelig, met angstige oogen, zaten ze aan tafel. Hoor nou es! stootte Flip bevend uit. Toen begon hij te schreien. Maarten slikte Stil nouFlip. Niet huilen, jö. Niet doen. De ander snikte luid. liet z'n hoofd op tafel steunen. Was ik maar nooitnaar zee gegaan. Nou zie ik mis schien nooit m'n moeder meerMoe-der! Stil toch! As de Heere het wil, is de storm ineens weg. Dat kan ommers niet, oh Moedertje! Dat kan wel. En toen danOp die zee, met de discipelen? Nee, nee, as we vergaan Maarten zweeg, staarde in de flakkerende vlam. Door het monotone gedreun sluimerden de jongens na een poosje weer in. Nu en dan schokten de schouders van Flip. Plotseling schrok Maarten op. Het schip trilde van voor tot achter. De kop was in een golvendal gedoken. Nog stram van de ongemakkelijke houding stond de kleine afhouder op. Flip kreunde, bleef doorslapen. Niet wakker maken, dacht Maarten. Anders gaat hij weer huilen. Hij klauterde het trapleertje op, drukte het luik open. 't Was duister buiten. Een oogenblik aarzelde hij. Bij den fokkemast stonden enkele mannen. De jongen herkende slechts de forsche gestalte van Meewis. Een matte glans lag op de oliejassen. Zóó hevig had hij de zee nog niet hooren bulderen. Zóó sterk den wind nog niet hooren huilen. Hij kroop in de kap, uit angst. De planken kraakten. Als die kap er eens afwoei? Over de verschansing? Dan zou hij ookWeg, weg! Hier vandaanl Naar die groote kerels, daar! Hij sprong op het dek. Meewis en twee matrozen hielden de lijnen van de fok en het grootzeil. Als de schipper zijn bevel zou uitschreeuwen, moesten ze dadelijk de touwen om de bolders vieren. Opeens zagen ze Maarten. Wat?l Ga terug, terug! Naar beneje! gilde Meewis. Z'n nerveuze kop vertrok zich in schrik. De jongen hoorde niets. Het geluid ging verloren. Toen gebeurde, wat Meewis verwachtte. Een zee dook op. denderde neer, smeet Maarten met een slag tegen den grond, op den ijzeren overloop, sleurde hem verder. De matroos sprong toe Een gil snerpte, klonk zacht na in dc ooren van de man nen op het achterdek. Een gil?...... Een gil! Kwam van de plecht! Overboord? Man weg?Kijken! Gauw. Hein strompelde, gleed naar het voorschip, hield een moment halt om een zeetje te passeeren. Op den voorsteven zag hij Meewis over iemand gebogen. Ongelukken?! Ja! Wie? Maarten! Maarten? Hein bukte. De jongen kreunde. Een stuk water kwakte hem. Misschien wat gebroken. Voorzichtig naar beneden drage'. Wat doet zoo'n aap hier. Onhandig namen de mannen den afhouder op. Hij steunde, beet z'n tanden op elkaar. Een oogenblik bleven de matrozen staan. Meewis en Hein bogen zich over Maarten. Een golf plensde op hun ruggen. Terwijl het water nog van hun schoeisel stroomde, droegen ze den gewonde onder de kap. Twee man in 't vrondel. Wij laten hem zachtjes zakken. De kleine knuisten waren saamgetrokken, het lichaam kromp ineen, het gezicht vertrok krampachtig. Hij moest veel pijn hebben. Maar hij gaf geen kik. Dat is een kerel, flitste het door de gedachten der mannen. Zijn been stootte tegen de ladder. Toen uitte hij een kreet. M'n been! o. m'n been! Wacht even met wegdrage'. Hein kwam beneden. Meewis ging den schipper waarschuwen. X'Wordt vervolgd)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9