JACOBUS REVIUS
WERK
Het goedkoopst en best verzorgde Christelijk dagblad
waar
m
Glas in Lood
Allerfraaist Zondagsblad, gelijk nergens elders wordt aangeboden
Wie helpt mee aan de actie: EEN N1ÉTJ WE SPRONG VOOR WAARTS
DINSDAG io NOVEMBER 1936
DERDE BLAD PAG. 10
1586 - November - 1936
Ten onrechte is de combinatie predikant-
dichter bij de beoefenaars van de letter
kunde een kwalificatie geworden, die een
medelijdende glimlach verdient Te veel en
te uitsluitend denkt men daarbij aan de 19e
eeuwers: Ter Haar, Beets, Ten Kate, wier
overwegend conventioneel maatgedreun nog
altijd trots veel verandering in artistieke
norm en waardering sindsdien neerge
slagen ligt door de banvloek der Tachtigers.
Dat integendeel voortreffelijk en voorname
lijk predikant-zijn waarachtig dichterschap
allerminst uitsluit, Revius en Camphuysen,
wier geboorte op een niet precies bekende
dag in 1936 driehonderd vijftig jaar achter
ons ligt, zijn daarvan het levend bewijs.
Merkwaardig en leerzaam is de loop der
historie. Wie Revius of zijn tijdgenoot ge
vraagd had naar edjn eerste betekenis, hij
had zonder mankeren 't antwoord predi
kant, theoloog, geleerde vernomen. Voor
ons na 300 jaar heeft de theoloog,
elechts historische waarde; maar de dichter
leeft, en spreekt nog tot ieder, wiens hart
ontvankelijk is voor rijkdom en innigheid
van gedachte, gehuld in bevallige en wel
luidende vorm.
Men zegt dat Cats' dichtwerk in de 17e
eeuw zo grote populariteit bezat, omdat hij
in z'n godsdienstige overtuiging 't Cal
vinisme een belangrijk deel van ons volk
zo na stond. Maar Revius dan? Zuiverder
en strijdbaarder Calvinist is in onze hele
literatuur niet aan te wijzen. Maar zijn ge
dichten werden nooit een herdruk waardig
gekeurd tijdens zijn leven; verschillende
dagen pas 300 jaar na hun ontstaan voor
't eerst 't licht Die van Camphuysen die
toch een verjaagd Remonstrant was, schoon
diep religieus beleefden in de 17e eeuw
hei-druk op herdruk.
Treffend heeft het nageslacht goed ge
maakt wat de tijdgenoot verzuimde: Nu,
driehonderd vijf tig jaar na Revius' geboorte,
staan al zijn gedichten in de schitterende
uitgave in twee delen (Dr W. A. P. Smit,
Uitgmij Holland 19301935) ieder Neder
lander ter beschikking. Alleen Vondel deelt
met hem die eer; voor vele anderen zijner
tijdgenoten blijft zij een onbereikbaar ideaal
Revius, jaren lang vergeten, wien door
Dr Jan te Winkel in zijn uiterst volledige
Geschiedenis der Nederl. Lett, slechts één
enkele bladzijde gegund werd, is thans
Weer bekend en in ere. Niet alleen bij de
Vakmensen, niet alleen bij zijn geloofsge
noten. Zijn geboortestad Deventer ziet deze
maand naast een waardige herdenking ook
de onthulling van een gedenksteen, die zijn
naam blijver^ zal doen voortleven.
Zijn loven
In roerige tijden werd Jacob Reefsen (zijn
eigenlijke naam, naar de mode dier dagen
later door hem gelatiniseerd) te Deventer
geboren. De verwarring van t Leicesterse
tijdvak nam onheilspellende vormen aan.
De actieve vijand van buiten, onder Par
ma's bekwame leiding, kreeg steun door 't
verraad van binnen: De trouweloze Engels
man Stanley leverde Deventer aan den
Spanjaard over. Revius' vader, een der bur
gemeesters, 't dreigend verraad vrezend,
was naar Holland getogen ter waarschu
wing van de Staten. Het mocht niet baten.
Hij kon naar zijn stad niet terugkeren. Te
Amsterdam vestigde hij zich, waar later
zijn vrouw met haar zuigeling zich bij hem
voegde.
In Amsterdam poeide Revius op. Te Lei
den studeerde hij theologie op kosten van
zijn geboortestad, die inmiddels door Mau-
rits heroverd was. Ook te Leiden heerste in
Revius' studententijd weinig rust: Armi-
nius en Gom ar us stonden vijandig tegen
over elkaar. In Franeker ontweek Revius
de twist. Een reis van twee jaar in Frank
rijk bekroonde zijn studie. Voor zijn dich
terschap is deze reis van grote betékenis
geweest: Hij leerde het werk van de grote
Franse meesters kennen, wier invloed in
yeel vara zijn werk is aan te wijzen.
Na enkele jaren predikantschap in klei
nere plaatsen (Winterswijk, Aalten) volgde
zijn beroeping naar Deventer. Ongeveer
dertig jaar heeft hij daar gewerkt Daar
ook ligt de periode van zijn dichter-zijn.
Zijn erkende bekwaamheid als kenner van
*t Hebreeuws en als theoloog, blijkt uit de
opdracht eerst als medewerker aan de Sta
tenvertaling, later als regent van *t Staten
college, waardoor hij deel kreeg aan de pre
dikantenopleiding te Leiden, waaraan hij
tot zijn dood (1658) heeft meegewerkt. In
die laatste achttien jaar heeft zijn dichtpen
.vrijwel gerust Belangrijker werk vorderde
zijn gehele aandacht, zoals hij zelf zef
in 1645:
't Komt hier ook niet le pas, alwaar
Van and're zaken
En beter, ik mijn werk verplichtet ben
te maken.
Predikant-Dichter
Overysselsche Sangen en Dichten
De geringe populariteit van Revius' ge
dichten in de 17de eeuw heeft men wel ge
weten aan hun speciale Överijselse bena
ming. De provinciale tegenstellingen waren
heel sterk in die tijd. Holland was 't belang
rijkste gewest; met zijn grote steden gaf 't
de toon aan op cultureel gebied. Wat daar
buiten verschoen, werd met minachting ter
zijde gelegd.
Vier jaar na de verschijning (1634) heeft
Revius nog gepoogd opnieuw de aandacht
op zijn werk te vestigen. Een schijn-herdruk,
voorzien van een nieuwe voorrede en
meerderd met enkele nieuwe gedichten,
werd de wereld ingezonden. Maar 't resul
taat was gering, een echte herdruk bleef
overbodig. Ook in dichterlijke kringen,
waar in die tijd vrij veel contact bestond,
blijft Revius een onbekende.
Verscheiden jaren na de uitgave zijner
gedichten biedt hij Huygens een exemplaar
aan; deze was toen nog niet met Revius'
poëzie bekend.
Dit is des te onbegrijpelijker, daar er
onder zijn verzen toch ook vrij wat actuële
zangen voorkomen: liederen op voorvallen
uit de Tachtigjarige oorlog. Immers, laten
we enige gelegenheidswerk en ander klein-
1 buiten' beschouwing, dan kunnen we
in de Overysselsche Sangen en.
Dichten twee hoofdgroepen onderschei
den: de bijbelse en religieuse poëzie en de.
Vaderlandse zangen. De eerste groep is
i de meerderheid.
Sinds enkele jaren wordt op voorbeeld
van Dr W. A P. Smit, die een belangrijk
proefschrift schreef over „De Dichter
Revius", de groep Bijbelse poëzie samenge
vat onder de weidse titel „Epos dei
Godsgeschiedenis". Naar mijn me
ning ten onrechte en ik vind 't jammer, dat
in de bovengenoemde prachtige nieuwe edi
tie deze titel zelfs op de band voorkomt.
In de eerste plaats is deze benaming af
komstig van Smit en niet van Revius en
daarom misleidend, in de tweede plaats
zijn Smit's argumenten voor mij allerminst
doorslaand. Revius heeft bijna alle belang
rijke gedeelten uit de Bijbel tot onderwerp
zijner gedichten gekozen. En deze heeft hij
man van orde en tucht ais hij was, naar
Smit terecht opmerkt door de druk of
door personlijke bijschrijving in zijn eigen
exemplaar gerangschikt overeenkomstig de
opeenvolging der Bijbelverhalen. Dit laat
ste nu is m.i. niet meer dan vanzelfspre
kend. Veel belangrijker of liever doorslag
gevend is voor mij 't feit, dat Revius niet
alleen de stoffen niet in de orde der Bijbel
verhalen heeft bewerkt, maar nu eens dit.
dan weer dat deel ten onderwerp koos
misschien wel al naar gelang de Bijbelge
deelten bij zijai prediking zijn aandacht
hadden, maar ook, dat er een onevenwich
tigheid is, waarmee overigens gelijkwaar
dige histories worden uitgewerkt, zo zelfs,
dat midden in het Epos het Treurspel
„Haman" staat. Dit is toch wel heel vreemd
bij een overigens ordelijk man als Revius
was. Maar bovendien acht Smit 't waar
schijnlijk, dat pas later, toen reeds veel ge
deelten bewerkt waren, de hoge idee van 't
geheel tot Revius zelf doordrong. Wie er op
Iet hoe bij andere 17de eeuwers diezelfde
voorkeur voorbehandeling van bijbelgedeel
ten bestaat, al is deze dan ook bij velen
als mi et-theologen niet zo volledig, die
ziet hier Revius geheel als kind van zijn
tijd. Aan de hoge waardering der gedichten
doet de beschouwing, ze als afzonderlijke,
eenheden op te vatten, in geen enkel op
zicht te kort Alleen worden we behoed
voor het gevaar met 20ste eeuwse retrospec-
tie den ITdcn eeuwer oogmerken toe te
schrijven, waaraan hij hoogstwaarschijn
lijk volkomen vreemd was.
Lyricut.
Revius is in hqofdzaak een lyrisch dich
ter. In zijn treurspel Haman overigens
een zeer merkwaardige dichtvorm voor een
ti'eng Gereformeerd predikant zijn de
lyrische koren ook 't belangrijkst. De meeste
zijner zangen bezitten een muzikaliteit, die
ons meesleept. Revius' taalbeheersing is
buitengewoon. Hij heeft op dit gebied in
derdaad kunststukjes geleverd. Menige we
reldse zang heeft hij omgetoverd in een
Windeken, daar het bos af drilf,
Weest mijn brak (is: jachthond), doet
op het wilt
Dat ik jage,
Spreid de hagen,
En de telgen van elkaar,
Mogelijk schuilt mijn Nymphe daar.
Nymphe, zo ras als gij vermoedt,
Dat mijn gang tot uwaarts spoedt,
Loopt gij schuilen
In de kuilen
En het diepste van het woud.
Daar gij met rcên vervaard zijn zoudt.
ij niet, dat de Satyrs, daar
U eens mochten nemen waar,
En beknellen.
't Zijn gezellen,
Die wel nemen uwer spijt
't Geen daar een herder lang om vrijt.
Zonder te denken, dat in 't kruid
Dikwijls slangen glad van huid
Zijn verholen,
Loopt gij dolen,
Maar nochtans hoe zeer gij vliedt,
Dat gij mij haat, en dunkt mij niet.
Want toen wij laatst van 's avonds laat
Zongen tot den dageraad,
Met elkander,
En uit d'ander.
Tot den dans ik u verkoos.
Bloosden uw wangen als een roos.
Mompelen hoorde ik op dat pas
ogenblik)
Dat dat geen kwaad teken was,
En wanneer ik
Heel begeerlijk
Kussen kwam uw mondjen teer
Repten uw lipjes, docht me, weer.
't Weigeren, en d'afkerigheid
Voegt zo wel niet, als men zeit
't Kan haar rouwen,
Die geboden dienst versmaadt,
Wénst er wel om als 't is te laat.
„Er is in vele zijner liederen een teerheid
van gevoel als men in den strengen Calvi
nist niet zou hebben verwacht", zo ongeveer
laat Kalff zich uit over Revius' poëzie. Met
dergelijke vreemde uitspraken staat onze of-
ficieelc literatuurgeschiedenis vol. De Calvi
nist moet daar zijn de strenge fatalist, dis
alleen toornt in felle termen over Gods
wraak, maar men vergeet, dat de Calvinist
evenzeer Gods oneindige liefde aanbidt, on
der de erkenning dat bij het roepen om ge
nade Gods gunst zich in het hart uitstort Of
zoals Revius 't zo onvergelijkelijk schoon
zegt:
Eilaas, wat z<eg ik Heer! terwijl mijn
[herte tracht
Naar uwe zoetigheid, zo heeft daarin
[gewracht gewerkt)
Uw goedheid, uw gena, uw liefd', uw
[medelijden.
Maar niet immer is Revius teer. Hij kan
zonder pardon toornen tegen den vijand,
den vijand van Nederland, die hem tevens
is de vijand Gods. Immers in de strijd tegen
Spanje ziet hij Nederland als oud-Israël, dat
inhouwt op de haters Gods.
In oudtestamentische vervloeking bidt hij
om de straf Gods voor allen die Hem tegen
staan.
Komt den Spanjaard voor den dag
Om ons hier te bieden slag
Of de stede te ontzetten,
Uwen adem moet hem pletten
En wegblazen als een veer,
Wilt ons horen lieve Heer.
Bij alle waardering, die de moderns we
reld voor Revius heeft als waarachtig dich
ter is 't haar toch bijna onmogelijk om zich
in deze gemoedstoestand in te denken. Dit
deel van zijn werk laat men liefst onbespro
ken. Maar toch behoort het er bij, wil ons
beeld van Revius volledig zijn, evengoed
als het striemend sarcasme, waarmee hij
spot met 't Katholicisme in zijn „Postiljon"
om den verloren graaf (Johan van Nassau,
die naar den Spanjaard overliep) te zoeken,
toen deze na de slag op 't Slaak de plaat ge
poetst had.
Wandelt hij ook onder 'f water
Met den konstelijken knappen) Pater?
Is hij ook gereisd van hier
Met een sloep naar 't Vagevler?'
Zou den bloed wel lopen dwalen
geestelijk lied van verheven zin en soms
zelfs zo, dat daarbij klanken cn woorden
an 't oorspronkelijke grotendeels behou
den bicven. De wijzen van Hooft's zangerige
minneliederen zweefden hem in 't hoofd
(hij was zeep muzikaal en bevorderde de
muziekbeoefening tc Deventer krachtig) en
hij componeerde dan op die bekende wijs
zijn Godsdienstig lied.
Een treffend voorbeeld daarvan wil ik de
lezers niet onthouden, ook al is 't misschien
oor een krantenartikel wat te lang. Men
leze overluid dc hier naast elkaar afge
drukte teksten, waarvan 't eerste een min
nelied is van Hooft cn 't tweede een Kerst
zang van Revius.
Windeken uit het paradijs
Op mijn pijpkén blaast den prijs
Van Gods Zone,
Dat ik tone.
Door de bossen, voor het wild
't Kindeken, daar dc dood voor trilt.
Christus, wie had van U vermoed
Dat Gij, edel Konings bloed
Zoudt verschijnen
Vol van pijnen
In het koudste van den stal
Proevende al ons ongeval?.
Vreesdij niet, dat Herodes daar
U eens worden zal gewaar,
En bestellen
Zijn gezellen
Die met een zo grammen moed
Dorsten naar uw onnozel bloed?
Om te verlossen die voorheen
Door der slangen gladde reên
Mosten vluchten
Komdy zuchten
Op het hooi cn onder 't riet:
Haatte gij mij gij deedt 't niet
Want doe ik gisteravond laat
Zag en daagsen dageraad
Mij omvangen
De gezangen
Van des Hemels blijden rei
Gaven mij tot u het gelei.
Kondigen hoorde ik op dat pas
Dat de Heer geboren was.
En wanneer ik
Zag zo deerlijk
Liggen uwe lee'kcns teer
Iveerdij uw oogskens tot mij weer.
Alle die door afkeerlijkheid
Wijkt van Godes heerlijkheid
Komt hier binne'
Zoekt zijn minne,
Die deez' zalig uur versmaadt
Treurt er wel oiü als 't is te laat.
Om nieuw vuurwerk daar te halen?
Mensenvisser, die te Romen
Duur verkopet uwe dromen.
Komt eens hier en spant uw net
Of gij hem daar in bezet? vangt)
„Revius kennen", zegt Smit, „is Revius
liefhebben". Volkomen waar. Maar dan moe
ten we weinig over hem praten, maar hem
lezen en herlozen. Hem zo vaak lezen, dat
we hem van buiten kennen. Dat kan thans.
Er bestaan uitgaven genoeg. Beknopte en
volledige; goedkope en dure. Als dat de
vrucht is van de Revius-herdenking, dan
krijgt hij inderdaad de bekendheid onder
ons Calvinistisch volk, die hij volkomen
waard is en die hij te lang heeft gederfd.
J. KARSEMEIJER
BINNENLAND
Het a.s. huwelijk van de
Kroon-Prinses
Zooals men weet, zal door alle deelen van
de Koninklijke Landmacht een geschenk aan
H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H Prins
Bernard worden aangeboden ter gelegenheid
van het a.s. huwelijk.
De gelegenheid tot deelnemen aan dit ge
schenk wordt niet alleen opengesteld voor
allen van eiken rang die juist op dit
oogenblik actief deel uitmaken van de Ko
ninklijke landmacht en voor alle niet onder
de wapenen zijnde reserve-officieren, maar
ook voof allen, die gepensionneerd of met
groot verlof zijn.
De bijdragen, die vooral als een maximum
moeten worden beschouwd, heeft de com
missie. rekening houdende met de tijds
omstandigheden. vastgesteld op: voor opper-
officieren 2; hoofdofficieren 1.50; subal
tern e-oficieren 1; oudere onderofficieren
(adjudanten-onderofficier en sergeant-ma
joor, opperwachtmeester) f 0.50; jongere on
derofficieren 0.25; korporaals 0.15; min
deren 0.10.
Iedere bijdrage is dus welkom.
De bijdragen kunnen worden gestort op
postrekening nr. 289600 of door het zenden
van postzegels worden overgemaakt Adres
penningmeester Huldeblijk Kon. Landmacht.
Postbox 361, 's-Gravenhage.
Het heilzame plan
Of wij dan verwachten, een sociaal-de
mocratische Plan-meerderheid te berei
ken? Wij zijn geen illusionisten. Wij weten
maar al te goed, hoe groote groepen van
ons volk tegen ons zijn opgezet door on
ware voorstellingen, als zouden wij hun
godsdienst belagen, terwijl niets verder
van ons af ligt. In de laatste tijd is met
verdubbelde hartstocht deze actie tegen
ons met vaste voorstellingen omtrent on
ze verhouding tot de Spaansche burger
oorlog gevoerd. Doch wij maken ons
sterk, velen die niet het oor leenen aan
zulk volksbedrog, door argumenten er
van te kunnen overtuigen, dat zij ons
hun stem zullen hebben te verleenen om,
door een groot aantal sociaal-democraten
in de Tweede Kamer te brengen, de mo
gelijkheid te vergrooten, dat sociaal-demo
craten in de regeering opgenomen wor
den en daarmee aan ons heilzaam Plan
een kans geboden wordt.
Over de „onware voorstellingen" zullen wc
niet polemiseeren met een blad, dat ontspan
ningslectuur lardeert met uitgezochte reek
sen grove vloeken.
En, sociaal-demoeraten in de regeering
voor het heilzame PlanIaat ons even
afwachten.
Protestanten en Roomschen
Onderlinge strijd leidt tot verzwakking
De heer Van Wijnbergen heeft in een
lezing, eenige tijd geledon gehouden, be
toogd, dat er moet komen een Christelijke
Regeering, een Christelijk Kabinet, waar
bij hij 't begrip „Qiristelijk" zoo breed
mogelijk, opvat
De strijd zal moeten gaan tegen Mos
kou. Schrijver dezes is Protestant, doch
daarom heeft bij zich niettemin geërgerd
aan het antwoord van Ds Lingbcek aan
den heer Van Wijnbergen, waarin de eer
ste die samenwerking afwijst In dezo
zware tijd, waarin staatshoofden en Vol
kenbondsvoorzitters het zich een eer ach
ten, tot eere-godlooze benoemd te wor
den, kunnen Protestanten en Roomschen
zich niet de luxe van een onderlings
strijd veroorloven.
Natuurlijk gaat de strijd niet alleen tegen
Moskou, maar dat is voor de waarschuwing
'an geen belang.
Misleidende propaganda
De z.g.n. neutrale organisatie van het P.
T.T-personeel gaat door een misleidende pro
paganda te voeren. De leiding, zoo schrijft
hei orgaan van de C.B.P.T.T. erkent het nut
en het belang van „vakorganisatie"; maar
dan volgt daar ook uit:
Nu fs redelijke eisch: de georgani
seerde P.T.T.-or spreke het woord van het
P.T.T.-bedrijf, waarvan hij deel uit
maakt Dusde georganiseerde müg
niet spreken (als georganiseerde in zijn
„vak"): het woord van zijn richting wan
neer het over vakzaken gaat; alléén
dat van zijn P.T.T.-vak. Daaruit volgt
logisch en glashelder: de vakorganisatie
zij o n a f h a n k e 1 ij k.
Daarom, P.T.T.-ers, organiseert u In de
C.B.P.T.T., de P.T.T.-v a k organisatie. En
leest óók wat onlangs oud-Minister Ver
schuur zei tegen de Rijnvaartschippers,
als Regeeringsrontactcommissaris voor
de Rijnvaart: „Zijt allen één; vereenigt
u in één front; komt tot éénheid."
Niet in verschillende vakbonden,
politiek of religieus gekleurd; géén ver
deeldheid, maar vak éénheid; want...
uw belang is één.
P.T.T.-ers. hoort óók naar den R.-K.
oud-Minister Verschuur!
Zóó tracht men eenvoudigen te misleiden.
Doch de organisatie spreekt niet alleen over
het vak, maar ook over beginselen
van rechtspositie en zoo meer. Dat is rich
ting.
En zóó denkt er ook genoemde oud-minis
ter over
Terug naar het concubinaat?
„Uit Indië komt een zonderling bericht",
schrijft de „Utrechtsche Courant". Het leger
bestuur zal er, naar het heet, „wel spoedig"
toe overgaan, het aantal huwelijken van
mindere militairen te beperken.
Dit beteekent, dat de ergerlijke toe
standen van het concubinaat die er
vroeger in ons Indisch leger bestonden,
toen het verlof tot huwen van den minde
ren tnilitair slechts zeer bekrompen
ven werd, weer zullen terugkeeren.
Jaren en jaren strijds heeft het aan de
Christelijke beweging gekost om aan die
misstand een einde te maken: van over
heidswege werd toegegeven aan de drang
óm do gelegenheid tot het aangaan van
een wettig huwelijk open te stellen. Er
ontstond een meer geordende samen
leving.
Thans wil een liberale opvatting hier
aan weer een einde maken en tot de oude
toestand terugkeeren.
Het is te hopen dat dit voornemen van
de Indische leger-autoriteiten een zooda
nig protest in den lande doe opgaan dat
uit het Ministerie van Koloniën een vin
gerwijzing naar Bandoeng ga, welke het
Indisch leger-commando terughoudt van
een reactionnaire maatregel, die aan een
Christelijk volk door de overige koloni-
seerende mogendheden als een schande
zou worden toegerekend".
Gcd. Stalen van Zuid-Holland hebben
gister aanbesteed:
a. het verbreeden van het weglichaam.
het maken van de kunstwerken, hot aan
brengen van een deklaag van teers lakken
of teersteenslag en het maken van de ver
dere bijkomende werken voor de verbete
ring van den provincialen weg Ouddorp-
S o in m e 1 s d ij k, gelegen in dc gemeente
Dirksland. Laagste inschrijver was A. J.
Verbaal te Dreischor voor 45.816.—.
b. het maken van den onderbouw cn bet
brugdek voor de nieuwe Rijnbrug over het
Aarkanaal, het bestraten van de opritten
m het verrichten van bijkomende werken,
een en ander gelegen onder de gem. A1-
p h e n a. d. R ij n. Laagste inschrijver was
W. Koningen te Amstelveen voor 26.000.—
c. het maken van den metalen bovenbouw
voor de nieuwe Rijnbrug over het Aar
kanaal, met bijkomende werken, onder de
gemeente A1 p h e n a. d. R ij n. Laagste in-
schrijfster was de N.V. Werkspoor te Am
sterdam voor 25.68S.—
d. het graven van 'n vaartomlegging van
de Sassenheimervaart en het maken van
polderkaden ten behoeve van den aanleg
an den weg Sasscnheim-Nieuwc Rijksweg
van Ocgstgeest naar den Haarlemmermeer-
polder, een en ander bijbehoorewie en bij
komende werken in de gemeente Sassen-
h e i ni. Laagste inschrijvers waren A. van
Halem en I. van Doornik tc Leiden voor
19.700.—.
GUNNINGEN RIJKSWATERSTAAT
De Rijkswaterstaat heeft de volgende
rerken gegund:
Het vernieuwen van beschoeiingen van
de haven te E1 b u r g met bijkomende
erken aan B. Boerema te Bussuin en Th.
Raske te Amsterdam voor 61.250.
Het verbeteren van den rijksweg Rotter
dam— BarendrechtNnmansdorp onder dc
gemeenten Barendrecht en Heinenoord aan
P. C Langeveld te Ilardinxveld voor
35.434.
HEFDEUREN IN DE SLUIS
TE WIJK BIJ DUURSTEDE
Aan de N.V. Mach.fabr. „Jaffa" te Utrecht
tegen 304.900 opgedragen het leveren
en opstellen der bewegingsinrichtingen voor
3 hefdeuren, voor de schuiven dier deuren,
enz. voor de sluis te W ij k b ij Duur
stede.
VEERWAGEN OVERGANG
AMSTERDAM—RIJNKANAAL
Voor 14,875 is aan de N.V. Mach.fabr.
Hensen te Rotterdam opgedragen het leve
ren en opstellen van een veerwagen voor
den overgang over het AmsterdamRijn
kanaal.
HAVENWERKEN TE VLAARDINGEN
Op 20 Nov. a.s. wordt te Vlaardingen
aanbesteed het wijzigen van dc mond der
Koningin Wilhelmina-haven en het maken
van den strekdam langs dc Nieuwe Maas.
BRUG OVER DE MARK TE BREDA
Op 13 Nov. a.s. wordt te Breda do aanbe
steding gehouden van den bouw eener brug
over de Mark aldaar.
ARBEIDERSWONINGEN
TE HETEREN, ENZ.
Op 13 Nov. a.s. zal te He te ren het bou
wen van 20 arbeiderswoningen plaats vin
den, te verdeelcn over Driel. Ilcleren en
Randwijk.
RIOLEERINGEN TE AMERSFOORT
Laagste inschrijver voor het leggen van
diverse rioleeringen in het Industriekwar
tier was de heer H. Groen te Amersfoort
tegen 28.162.
DE VERBOUWING VAN HET
STATION TE UTRECHT
De N.V. Mij. tot ExpL van Staatsspoor
wegen te Utrecht heeft de uitvoering van
de werken, omschreven in bestek no. 1693
S.S., betreffende het verbouwen en uitbrei
den van het hoofdgebouw, maken van eon
ondergrondsche rijwielstalling, een nieuwe
uitgang en drie winkeltjes op het station
Utrecht C.S., gegund aan de N.V. Aanne
ming Mij. v.h. J. M. Strijland te Uithoorn,
voor een bedrag van f 137.300.
GLASINDUSTRIE
„ROTTERDAM"
JOH. PIETERMAN
VAN DER DUINSTRAAT 25-27 29
TELEFOON No. 45600