Depreciatie wijzigde Begrootingspositie volkomen. VRIJDAG 6 NOVEMBER 1936 DERDE BLAD PAG. 11 Grondslag van vele ramingen voor 1937 vervallen. Regeering verdedigt haar financieel- economisch beleid Afkondiging goudembargo was geen halve maatregel De Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamor op de Rijksbegrcoting is thans verschenen. Hierin merkt de Begeering op, dat zij met hartelijke instemming heeft kennis genomen van de woorden, door zeer vele leden aan de Verloving van Prinses Juliana gewijd. Inderdaad heeft de hulde, bij deze gelegenheid aan de Koninklijke Familie gebracht, aan diegenen ouder ons volk, die daaraan nog behoefte moeten gehad hebben, wel overtui gend moeten doen blijken, dat ons volk zich onder het huidig staats bestel een volkomen eenheid gevoelt. De wijze, waarop het verheugende bericht in de overzeesche gebiedsdee- len van het Koninkrijk is ontvangen, heeft ook de regeering met vreugde vervuld. Het sympathieke denkbeeld, dat met behulp van het Moederland wordt voorzien in de afvaardiging cener deputatie van deze gebiedsdee- len tot bijwoning der huwelijksplech tigheden, schijnt haar echter niet wel vatbaar voor practische uitvoering. Ten aanzien van de begrooting van 1937 rü de Millioenennota merkt de Regeering op, dat tal van cijfers na de depreciatie een volkomen omwerking moeten ondergaan. Zoo is de grondslag waarop de raming van een aantal middelen is opgetrokken, ten eenenmale vervallen. Voorts zullen onder scheidene uitgaven, met name die, welke in meerdere of mindere mate onmiddellijk worden beïnvloed door de prijzen van bui- tenlandsche grondstoffen of materialen, een geheel ander beeld gaan vertoonen. Men weet thans wel, dat de tegenwoor dige cijfers op menig punt onjuist zullen blijken, doch er betere cijfers voor in de plaats stellen zal oerst mogelijk zijn, wan neer gedurende een aantal maanden de noodige ervaring onder den gewijzigdc-n toestand zal zijn opgedaan. De regecring zal, zoodra zij over de noodige gegevens daarvoor beschikt, door de indiening van suppletoirs be grootingen do vereischte correcties aanbrengen. Zij moet echter aanstonds als haar vrees uitspreken, dat daarvan in het huidige zittingsjaar wel niet veel meer zal komen, daar niet is te verwachten, dat vóór de indiening der begrooting voor het dienstjaar 1938 voldoende gegevens ten dienste zullen staan om weer een op reëele grondsla gen opgetrokken raming samen te stellen. De samenwerking tusschen Kabinet en Kamer r- - De Regeering stemt in met de gedachte, dat op den duur niet de financieel- en eco- nomisch-technischo vragen ons staatkundig leven kunnen blijven beheerschen, dat, in tegendeel, een overwegende plaats moet worden toegekend aan de in ons volk tot uiting komende levens- en wereldbeschou wing. IntilsscKen is een waarschuwing tegen overdreven verwachtingen wellicht niet overbodig. De gevallen liggen voor het grijpen, waarbij, ondanks overeenstem ming in zekero algemeene beginselen, op concrete punten de samenwerking tusschen het kabinet en kamer ten cenenmale vastliep. De Gezagshandhaving Vervolgens verdedigt de Regeering in de Memorie van Antwoord uitvoerig het door haar gevoerde beleid in de nu verloopen 3Vj jaar. Wat de g e z ags-handhaving be treft, meent de Regeering, dat de resultaten voor zichzelf spreken. Elke vergelijking met het buitenland kunnen we met eere door staan. Wel zijn er die nog verder zouden willen gaan, en aan sommige uitingen ge heel het zwijgen zouden willen zien legd, doch dit is alleen maar te bereiken, wanneer men onze aloude voorrechten van vrijheid van spreken en schrijven er voor zou willen prijsgeven. De regeering staat intusschen princi pieel op het standpnnt, dat een vrije meeningsniting een nationaal goed is, dat niet mag worden prijsgegeven om het in te ruilen voor kerkhofstilte, ook al neemt ze nu en dan een onsmake- lijken of vulgairen vorm aan. De bestrijding van de werkloosheid Met betrekking tot het probleem der werkloosheid merkt de Regeering op, dat haar actie tot ondersteuning van het be drijfsleven goede vruchten heeft afgewor pen voor het behoud van werkgelegen heid. Men denke, om slechts een enkel voor beeld te nomen, aan de Indische contingen- teeringen ten behoeve van Twente, die in de katoenindustrie werkgelegenheid schie pen en behielden voor een 7000 menschen. Door de aan den dag gelegde activiteit ten behoeve van het bedrijfsleven is zeer veel gedaan voor behoud van werkgelegen heid, dat ontsnapt aan de aandacht van hem, die slechts op de publicaties van het aantal werkloozen let. Aanpassing blijft gebodenl Al blijft de noodzakelijkheid anpassing aan de gewijzigde omstan digheden bestaan, nu die aanpassing ook wel eens gezocht zal moeten worden in een andere windstreek van het kompas, nu zul len de bezwaren er tegen wel minder luid gehoord worden. En dit te meer, nu de door velen als beter aangeprezen vorm van aan passing, d.i. aanpassing door depreciatie van den gulden, verkregen is. De Regeering herhaalt de verzekering dat zij onder de nieuwe monetaire omstandig heden de eventueele voordeelen, welke de situatie in zich bergt, tot ontwikkeling zal brengen en de nadeelen zooveel mogelijk eliminceren. Het is naar het oordeel der regeering volstrekt zeker, dat d politiek van aanpassing, weike in het verleden gevolgd werd, de positie van Nederland onder de nieuwe omstandigheden zal b 1 ij ken te hebben versterkt. De meening, dat het verlaten van do gouden standaard een halve maatregel zou zijn, is de Regeering niet toegedaan. Onder de huidige omstandigheden moet het ontijdig worden geacht, indien de gulden tha'ns r<>pds op een zeker goud- peil zon u<.Tili-n gestabiliseerd, terwijl hetzelfde geldt ten aanzien van het vast haken aan een nog zwevende buiten- landsche valuta. De regeering acht het gewenscht voorloopig over de noodige bewegingsvrijheid te blijven beschikken. Men zie voorts niet voorbij, dat een te sterke daling van de waarde onzer munt eenheid zonder eenigen twijfel zon leiden tot een politiek van algemeene loons- verhoogingen en opvoering van lasten, waardoor de rendabiliteit van het be drijfsleven in hoogst ongunstige mate zou worden beïnvloed. Geen constructieve welvaartspolitiek! De Regeering wijst terug het verwijt, dat zij met een z.g.n. constructieve welvaarts politiek betere resultaten zou hebben be reikt, Overigens is nimmer duidelijk geformu leerd wat onder „constructieve welvaarts politiek" moet worden verstaan. Wat in deze richting is ondernomen het Plan van oen Arbeid is vrij algemeen als ondoeltreffend veroordeeld. De vraag dient dan ook gesteld of door middel van credietinflatie kans be staat op eenigszins aanzienlijke verruiming van werkgelegenheid. Reeds de geschiedenis dbr jaren 1925-1929 geeft op die vraag een antwoord. De gewel dige credietinflatie in die jaren heeft met terdaad een periode in het leven geroepen, •aarin het bijna iedereen voor den wind scheen te gaan. Maar men voege daaraan dan ook toe. dat ae wereld 7 jaren na nog kreunt onder de gevolgen der roeke- looze credietpolitiek, toen gevoerd. Onder het voorbehoud, dat men niet lette op de gevolgen, is inderdaad door crediet inflatie tijdelijk een verruiming van werk gelegenheid' te verkrijgen. De Regeering was intusschen van oor" deel, dat zij den morgen en den over morgen niet aan den dag van heden mocht opofferen en heeft daarom de kunstmatige stimulcering van arbeids gelegenheid binnen bepaalde grenzen moeten houden. Het zoo men wil, voorzichtig beleid, door de regeering gevolgd, is het resultaat diep gewortelde ovci*tuiging, dat het niet anders kan en niet anders mag. Men leide hieruit intusschen niet af. dat de regeering geen oog zou hebben gehad voor de mogelijkheden op het gebied der binnenlandsche conjunctuui'stimuleering. Het tegendeel is juist, getuige de instel ling van de economische voorlichtingsdienst, die in bijna alle provincies in het leven geroepen exploratiediensten en de opgerich te N. V. Mij., voor Industrie-financiering. maanden duren, alvorens men een voorloopige balans zal kunnen opmaken. Tot nu toe is van verruiming van het goederenverkeer nog zeer weinig ge bleken. Onze handelspolitiek De diruik der specifieke invoerrechten werd reeds minder door die depreciatie van dien gulden. De Regeering is voorshands niet voornemens een zoodanige aJgeimeene vermindering to bewerkstelligen voor de naar de waarde belaste goederen. Zij is integendeel van oordeel, dat de waardri reohten, zooals deze in Nederland bestaan, op een zóó laag peil liggen, dat vergelij kingen met het buitenland hier niet getrok ken kunnen worden. Wat het orcDeniagsvraagstuk betreft, meent ook de Regeering dat de ont wikkeling zal gaan in de richting van toenemende gebondenheid. De Regeering hoedt zich voor het uiten in profetieën in dêtze materie. Maar zij aarzelt niet, om op een tweetal punten haar welgevestigde overtuiging uit te spreken. Elk streven naar ordening, dat niet vol doende rekent met de overwegende betee- kenis van den privaten ondernemingsgeest, leidJt tot mislukking, d.w.z. tot het achterop raken van ons Larad bij andere landen. En elke poging om van boven af, van staatswege ordening te gaan opleggen, gaat te zei de richting van het staatsabsoluti6me, om voor Nederland biuikbaar te kunnen zijn, afgezien nog van de economische bezwaren, die er mee verbonden rijn. Onderzoek naar mogelijkheden op dit gebied valt binnen de taak der Regeering, evenzoo het geven van leiding. Maar overi gens is de taak der overheid naast het scheppen van de voorwaarden voor het uitwikkelen eener maatschappelijke orde»- ning beperkt tot het geven van vormen aan hetgeen er op dit gebied gegroeid is, hetwelk van zelf insluit, dat vooi-zichtige geleidelijkheid hier richtsnoer behoort te rijn. De goudwaarde van den gulden De Regeering ontkent, dat de goudwaarde van den gulden is opgeschroefd. Het is de taak van het Egalisatiefonds om groote schommelingen te verhoeden en zeker niet om de goudwaarde van den gulden op te schroeven. Er is dan ook niets _n dien aard geschied. De Re geering blijft van meening dat de gulden zijn eigen niveau moet vinden. Het geeft •oldoening dat de gulden tegenover den dol- ar zoo weinig fluctueert Heeft de gulden zijn eigen niveau gevonden, dan kan men hem defacto vastzetten, in afwachting eener internationale stabilisatie. In hoeverre dc gewijzigde monetaire om standigheden invloed ten goede zullen uit oefenen op den bloei van het bedrijfsleven valt nu nog niet te zeggen. Vermoedelijk zal vermindering van den industrieelen invoer uit clearinglanden een ongunstigen invloed hebben op een deel van onzen export naar die landen. Ook moet worden afgewacht of tv verweer tegen den Nedei'landschen uitvoer uitblijft Daarnaast mag eohter de verwach* ting worden uitgesproken, dat de psy chologische werking van de depreciatie van den gulden allicht niet eonder uitwerking op den ondernemingsgeest en dus op de binnenlandsche conjunc tuur zal blijken. De gevolgen der depreciatie De regeering is van meening, dat het nog te vroeg is om een oordeel te vor men over de gevolgen van het prijs geven van den gouden standaard. Er kunnen de regeering heeft dit nooit ontkend voordeelen uit voortvloeien, waarbij echter veel afhangt van de hou ding van het buitenland. Er zullen nadeelen uit voortvloeien, waarvan de bcteekenis ochter thans nog niet kan worden bepaald. Het zal nog wel enkele Herziening van pensioenen De Regeering overweegt nog in hoeverre er in den gewijzigden monetairen toestand aanleiding is van een vermindering van reeds toegekende pensioenen af te zien. De vraag, of termen bestaan tot het hef fen van een tijdelijk uitvoerrecht op pro ducten, die door de depreciatie een aanzien lijke prijsstijging hebben ondergaan, maakt nog een punt van overleg met de Indische regeering uit.. De regeering erkent zonder Voorbehoud, dat de voorschriften, voor ambtenaren in het algemeen of voor ambtenaren van be paalde takken van dienst het lidmaatschap van sommige organisaties verbieden, niet alleszins bevredigend zijn te achten. De regeering houdt zich dan look sinds eenigen tijd bezig met de vraag of op andere wijze dan met de thans gel dende regelingen een evengoed en zoo mogelijk zelfs beter resultaat ware te verkrijgen. De landbouwcrisispolitielc De gevolgen van de depreciatie van den gulden zijn nog weinig te overzien. Dit be lemmert de Regeering niet om tot geheele of gedeeltelijke afschaffing van maatregelen over te gaan, teneinde de lasten voor den consument te doen verminderen, waar dit zonder gevaar voor den landbouw mogelijk is. De uiterste voorzichtigheid is echter ge lboden. De vraag of de Minister van Landbouw niet op den verkeerden weg is met de re geling to.v. het bewaarloon voor geleverde tarwe van 1 Sept. af. moet ontkennend wor den beantwoord. Deze regeling berust op dc overweging, dat het tot dusverre gevolgde systeem deze onbevredigende zijde had, dat verschillende tarwetelers minder ontvingen dan de hun in uitzicht gestelde richtprijs. Het spreekt vanzelf, dat deze nadeelige zijde.der regeling in het bijzonder tot uiting kwam, nu dc richtprijs laag is gesteld. De Concentratie bij het onderwijs Dat de bij K.B. van 11 Febr. 1936 inge stelde staatscommissie nog niet met haar rapport Is gereed gekomen, moet uitslui tend worden toegeschreven aan het feit, dat de behandeling van de haar opge dragen taak, heeft geleid tot velerlei on- ULSTERS: 17.50, 19.75, 22.50, 26.50, 29.-, 33.-, 39.- en hooger. derzoeklngen en tot breedvoerige ge- dachtenwisselingen die meer tijd hebben gevorderd dan aanvankelijk werd ver wacht. Intusschen meent de regeering gegronde reden te hebben om te verwachten, dat de oommissie binnenkort tot overeen stemming zal komen. De landsverdediging De genomen belangrijke maatregelen op het stuk van de landsverdediging wijzen er op dat de Regeering een open oog heeft voor de veranderde omstandigheden in de wereld Ook is zij van meening, dat verdere vei'ster- king niet zal zijn te ontgaan. Zij meent echter, dat tot voorzlenin- gen, die zullen leiden tot een ingrijpen de verzwaring der personeellasten niet zal mogen worden overgegaan dan na dat bij de verkiezingen van een duidelij ke instemming van het land zal zijn gebleken. De regeering treft zoodanige voorbei-eidingen, dat het na de verkie zingen optredend kabinet in staat zal zijn op zeer korten termijn een beslis sing te nemen. Noodlijdende schippers De regeering moet tot haar leedwezen, met het oog op de consequenties ten aanzien van andere groepen van z.g.n. zelfstandigen bezwaar maken tegen opneming van nood lijdende schippers in dc rijkssteunregeling voor werkloozen. Hier blijft hulp van de or ganen van burgerlijke annenzorg het aan gewezen middel. Intusschen kan worden medegedeeld dat bij het departement van binnenlandsdie za ken in vergevorderd stadium van voorberei ding is een wettelijke regeling, o.m. beoo- gende met betrekking tot de ondersteuning van schippers tot een billijker verdeeling te komen van de thans op bepaalde gemeenten drukkende uitgaven. MET DE „DE RUYTER" OP ZEE Het lichte geschut in werking gesteld Interessante tocht Dinsdag zijn de leden van het Dage- lijksch Bestuur der Gemeentelijke Land stormcommissie „Zuid-Holland-West" de hoofdofficieren van het gelijknamige korps, de voorzitters der plaatselijke landstormcommissies en de plaatselijke leiders in het gewest, in de gelegenheid geweest om met Hr. Ms. de Ruyter een vaartocht te maken. De circa 150 deelnemers aan deze excur sie verzamelden zich omstreeks half 9 aan boord van den nieuwen kruiser, die aan de Parkkade te Rotterdam gemeerd lag en nog steeds de belangstelling van zeer velen trok. De mist, die zich over het water voort durend verdichtte, was oorzaak, dat het ver trek van het schip moest worden uitgesteld. Gelukkig kon een uur later kolonel van de Sande Lacoste het bevel tot varen geven. Om kwart over 10 was het. schip los van den wal en trokken twee slecpbooten den oorlogsbodem in het vaarwatgr. Daarna stoomde de ,-De Ruyter" Op eigen kracht zeewaarts. Te twaalf uur was het schip buitengaats. De gasten waren tijdens het varen in d» gelegenheid om onder geleide van officieren den kruiser van beneden tot boven te be zichtigen. Een buitengewoon interessant werk, dat een diepen indruk gaf van do bij zondere aanwinst door onze Marine in der. nieuwen oorlogsbodem een wonder van vernuft en techniek verkregen. Het werk op het schip ging zijn gang van allen dag. Na het middagappel werd alles in orde gemaakt voor een schietoefening. Een drij vend doel werd overboord gezet; de daarop geplaatste vlag zou straks het mikpunt wor den. Op een 800 a 100 meter werd het vuur geopend door de bakboord gedraaide ka nonnen van het voor- en achterdek. Ge vuurd werd met 3.7 c.M. projectielen uit de lange loopen der 15 c.M.'s die hun wijde monden ver uit de draaibare torens stekeu. Doel en schip deinden terwijl de scherpe knallen over het water rolden, op de lichtelijk .bewogen golven. Het richten was daardoor niet gemakkelijk en had tot gevolg, dat ditmaal het doel er ongehavend af kwam, al was het vuur goed gericht geweest. Vlak voor en terzijde van de fel in den wind wap perende vlag sloegen de projectielen in liet water en spoten het omhoog Na beëindiging van hef vuur het" eer ste door „De Ruyter" afgegeven werd het doel weer opgezocht en aan boord van het stilliggende schip gehesclien. Koers werd toen gericht naar IJmuiden, dat omstreeks 4 uur in 't zicht kwam. Het oogenblik was nu gekomen om deil commandant voor zijn gastviijheid en be hulpzaamheid dank te zeggen. Overste Boots deed dit op zeer geslaagde wijze en kon den kolonel daarbij Ier hand stellen het resultaat van een gehouden inzameling met de bedoeling het bijeengebrachte bedrag aan te wenden voor de bemanning Kolonel v. d. Sande Lacoste stelde woor» den en daad op bijzonderen prijs. Een krachtig Wilhelmus besloot dit officieels slot van den tocht op het middenschip. Statig stevende inmiddels de „De Ruyter'' die ook op zee zeer rustig ligt, tusschen do pieren door- passeerde het wrak van de SCH 68 en gleed het toeleidingskanaal bin* nen. Onderwijl cirkelde het watervliegtuig, dat voor dezen kruiser bestemd is, om het schip en werden twee motorbarkassen ge streken om behulpzaam te zijn bij het aan boord brengen er van. Een later maakte de kruiser, onder groote belangstelling, terwijl overal de lichten reeds gloeiden en hun schijnsel door do regennfmosfeer deden dringen, aan de kade voor de groote sluizen vast en werd go debarkeerd. Daarmee was de interessante en genoeg» lijke tocht ten einde. Te voet op reis naar Tokio Ten einde op tijd in Tokio te zijn voor de Olympische spelen, die daar in 1940 zullen worden gehouden is een 27-jarige Duitschc al bloot, Ronald Bas genaamd, reeds thans van Berlijn uit op weg gegaan. Hij wil den afstand van 16.000 K.M. geheel te voet af leggen. In een pak, dat hij over zijn schouders draagt, heeft hij slechts de alleinoodigste levensbehoeften medegenomen. Signor Gcandi de Italiaansche gezant bij het Engelsche hof te Londen kan nog steeds niet wen nen aan het En gelsche klimaat. Goed warm in gepakt voert hij een gesprek met den Oostenrijk- schen gezant over de non-in terventie in Spanje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 11