Het vierde Nationaal Chr. Schoolcongres ZATERDAG p OCTOBER ïgjS DERDE BLAD PAG. Tweede dag: Bespreking referaten van Prof. Aalders, A. v. d. Baan, Prof. Rut gers, Pfarre Frör, J. Strikwerda, Mej. A. Stoll, G. J. v. d. Ploeg en Dr. v. d. Spek Derde dag: Referaten Prof. Vollenhoven, Drs. J. H. Ruysch van Dugteren en Prof. J. Waterink. - Slotrede Dr. K. Dijk. Sluiting Ds. J. Barbas. TWEEDE DAG INTERNATIONALE SECTIE In de Internationale Sectie welke weer ;werd voorgezeten door Prof. Dr. J. Wate rink, kwam eerst aan de orde de voort zetting van het referaat van den heer A. van der Baan te Leiden over Künkels op- ivoedingsbeginselen in hun beteekenis voor .de christelijke opvoeding in huis en school. De heer S ch r e u d e r wees op het on derscheid tusschen Christelijke paedagogiek en Christelijke opvoeding, en zeide, dat het niet genoeg was, dat iemand Christen is, maar hij moet leven uit het geloof. Dr. Spader achtte het niet voldoende, dat de genade pas aan het einde in werking treedt. Prof. Waterink merkte op, dat naar zijn meening iedere leeraar die Künkels methode volgt, met zijn leerlingen ongeluk ken maakt. Künkel is te waardeeren als Psycho-therapeut, doch als paedagoog kun nen wij hem niet gebruiken. Referent antwoordde, dat we de cultuur gebruiken mogen om er Gods werk mee te helpen bevorderen. Een Christen is iemand die leeft uit het geloof; dat is geen tegen stelling. Groet uit België Hierna sprak Ds. H o m a n uit Antwer pen de vergadering toe. Hij bracht de groe ten over uit België en deelde mee, dat er tien Prot. Chr. scholen zijn in Vlaanderen pn een in Walenland. Staande werd aangehoord het telegram Van antwoord namens H. M. de Koningin aan het Congres. Referaat Prof. Aalders Hierop was aan de orde de bespreking Van het referaat van Prof. Dr. W. J. Aal ders te Groningen over de dialectische theologie in haar beteekenis voor de chris telijke opvoeding in huis en school. De heer Ween ink uit Aalten vond. dat de arbeid in de chr. school en de dia lectische theologie onvereenigbaar zijn. Is er in de dialectische theologie niet veel, dat herinnert aan Dostojewski en haar daarom moet doen verwerpen? Dr. Graf man van Elberfeld was ver heugd, dat referent zoo voornaam en waar- dig over Barth gesproken had. Spr. is het op vele punten niet eens met ref.; tegen over diens Bijbelsche citaten zou hij vele andere Schriftwoorden kunnen stellen. Barth wil ook wel Christelijke paedagogiek in dien zin, dat ze is de opvoeding door het Woord Gods. God voedt op door wet en ge nade. Het is niet in des mensclien hand Christelijk op te voeden, doch dit is alleen de Souvereiniteit Gods. Het doel der men- schen moet lager gesteld worden, dan wij deden: onze opvoeding moet zich vergenoe gen met het dienen van Gods opvoeding. Ds. Wouters van Soest vroeg wat be- 'doeld wordt in Barths theologie met „onder Gods Woord stellen". Is het Barthiaansclie „onder het oordeel brengen" niet iets heel anders dan het Paulinische? Paulus laat dit betrekking hebben op de zonde, maar Barth op de Schepping. Licentiat Frör uit Neurenberg was er dankbaar voor, dat hij in Holland het ze kere geluid gehoord heeft, dat het zwakke punt in de dialectische theologie is de op voeding. Dit is in Holland nog slechts theo rie, maar in Duitschland ervaren we dit reeds in de practijk, dat men zegt, dat er geen onderscheid is tusschen Christelijke opvoeding en heidensche opvoeding. Dan heeft men ook geen Christelijke scholen noodig. Maar spr. acht het wel goed van de dialectische theologie, dat het onder scheid wordt aangegeven tusschen verkon diging en opvoeding; hier in Holland haalt men die twee wel eens door elkaar. [Antwoord Prof. Aalders Prof. Aalders, de spr.'s beantwoordend zeide, dat hij steeds bij Barth gevonden heeft, dat deze Jezus Christus beschouwt als de tweede Persoon van -de Triniteit, als de Jezus Christus uit de Heilige Schrift. De Barthiaansche beweging is ook voor ons Calvijn. De Duitsche sprekers stellen ver kondiging tegenover opvoeding. Maar spr. wil dit anders stellen. Onderwijs is zakelijk, opvoeding persoonlijk. Opvoeding beteekent een appèl op het hart van het kind. In het onderwijs steekt iets van verkondiging. Wij mogen er niet mee tevreden zijn, dat een uur Bijbelsch onderricht op de school wordt gegeven; het heele onderwijs moet door trokken zijn van den geest des Bijbels. MIDDAGZITTING Internationale Afdeeling Des middags werd de Internationale Sec tie voorgezeten door Ds. Barbas. Het Protestantsche onderwijs In Frankrijk Pasteur Schmidt te Parijs gaf eerst een overzicht van de geschiedenis van het Christelijk onderwijs in Frankrijk. Een der burchten van het Protestantisme is de Fe deratie welke spreker vertegenwoordigt, n.l. de Maatschappij tot bevordering van Prot. Chr. scholen in Frankrijk. In 1860 waren er 2000 Protestantsche scholen. Doch 1882 was het jaar waarin de school neutraal ge maakt werd. De Katholieken hebben toen hun scholen behouden maar de Protestan ten zagen de gevaren van het neutrale on derwijs toen helaas niet in en geloofden in de belofte dat op de neutrale scholen dc religie gerespecteerd zou worden. In 1905 kwam de scheiding tusschen Staat en Kerk waardoor de financieele toestand voor het Protestantisme zeer ongunstig werd en de nog weinige Prot. scholen werden opgehe ven. Het buitenlandsche Protestantisme met name uit Engeland nam de Evangelisatie onder volwassenen in Frankrijk ter hand. Maar het kind blijft zijn onderwijs ontvan gen op de neutrale school, waar meer en meer tegenstanders van het Christendom als onderwijzer komen. Het Protestantisme bevindt zich tusschen twee gevaren: eener- zijds de neutrale school en anderzijds de Katholieke school. Daarom moet het Pro testantisme zijn eigen scholen herbouwen. Oprichting van Protestantsche scholen is vrij maar de Staat geeft er geen cent voor. Er zijn nu in Frankrijk nog 40 lagere en middelbare Protestantsche scholen. Het Pro testantisme wil trachten om scholen to bouwen, want de wensch daartoe leeft in vele Protestantsche harten in Frankrijk. Prof. Dr. V. H. ïfutgers lichtte zijn referaat toe over de vraag: „Welke beginse len zijn uit onzen schoolstrijd te formulee ren voor het Christelijk Onderwijs in an dere landen?" Bespreking referaat Prof. Rutgers De heer Schligger uit Bazel zeide, dat bij de verhoudingen in Zwitserland niet eenvoudig gekopieerd kan worden wat do Hollanders in hun bewonderensweardigen schoolstrijd hebben bereikt. Een reiigieloozo school kent men niet in Zwitserland. De Kerk heeft met den Staat een overeenkomst getroffen dat de onderwijzers die gods dienstonderricht willen geven dit in het Leerplan mogen opnemen. De leerlingen die geen godsdienstonderricht krijgen, bekomen dit in een apart uur door een speciaal aan gewezen leerkracht Van de leeraars die van de vier particuliere Seminaries komen gaat voor het meerendeel een goede en heilzame invloed uit Ds. Van Griethuyzen uit Brussel wees erop dat de toestanden in België zeer apart zijn. Er zijn 60.000 Protestanten in België op 8 millioen inwoners. Er zijn slechts tien Protestantsche scholen in Bel gië. Pfarrcr Linde uit Iserlohn zeide het volgende: Het is Gods genade als het ge richt komt en de strijd aanbreekt Dat leert Holland ons. En tweedens is het hechte fundament noodig. Dat laat Holland En dan zien we dat er geen scholen zijn kunnen die niet naar den Geest Gods zijn. önder alle, omstandigheden moet het Evan< gelie basis zijn voor heel het onderwijs. Alle rechten die de burger heeft moet hij gebruiken om tot dit doel te geraken. En als men geen vrijheid heeft dan moeten leeraars en onderwijzers 't toch doen. Kan het niet op de school, dan in huis. Semonair-director Leere uit Oslo gaf in lichtingen omtrent den toestand in Noor wegen. Antwoord Prof. Rutgers Prof. Rutgers antwoordende,gaf een citaat uit een Zwitsersch onderwijsorgaan, Prof. Dr W- 1- 'Aalders lahcT .van belang, omdat zij spreekt over Gods oordeel over den mensch en de leer der rechtvaardigmaking door het geloof, dat mij verdoemt en vrijspreekt. Dat is voor ons van groote beteekenis, omdat het oor deel Gods altijd het laatste is. Het gevaar ïs echter, dat Barth zonde en schepping vermengt, dat hij zondeval en scheppingsval laat samenvallen. Spr. ziet de mensch die gered wordt weer als schepsel Gods zijn beteekenis krijgen. Barth wendt zich tot Duitsche toestanden, die wij niet kennen. [Wij hebben een halve eeuw van strijd ach ter den rug tegen liberalisme en humanis me. Die heeft men in Duitschland niet ge kend. Barlh staat nader toj, Lut.her dan tot Pro/. Dl y. H. Rutgeu waaruit bleek, dat veêl van het verlangen in Zwitserland op schoolgebied toch over eenstemt met hetgeen Holland tot den schoolstrijd deed komen. Niet door ons werk komt het Rijk Gods. Hij is daarbij niet gebonden maar Hij heeft ons gebonden en onze plicht gewezen. Referaat Pfarrer Frör Pfarrer Lie. Kurt Frör uit Neuren berg hield zijn referaat over: De taak van den Christelijken Opvoeder met betrekking tot de Oekumenische Christenheid. Deze spreker heeft in een ontroerend be toog, dat in alle stilte aangehoord werd, een getuigenis gegeven. Hij wees met diepen nadruk op den band welke er moet zijn tusschen Christus en den opvoeder, en dat slechts hij een goede opvoeder is, die door Christus gegrepen werd. Aan het eind van zijn toespraak zeide Pfarrer Frör, dat als alle stutten en steunen aan de Kerk ont vallen en zij geen gunst van menschen heeft, omdat God haar een plaats in de we reld laat, zoolang Hij dit wil, dat wij dan toch de vrijheid behouden, welke God ons geeft, van te lijden en te gelooven. Diep onder den indruk zong de vergade ring. op verzoek van Ds. Barbas, den Duit- schen vrienden toe het „Dat 's I-Ieeren ze gen op u daal'Daarna ging Pfairer Frör voor in dankgebed. TWEEDE SECTIE In deze sectie werd eerst besproken het referaat van Prof. Dr. W. J. Aalders uit Groningen over de dialectische theologie in haar beteekenis voor de christelijke opvoe ding in huis en school. Referaat Prof. Aalders De heer B. R o o r d a van Oudeschip (Gron.) wil zijn protest tegen Barth en daarmede ook tegen den referent samenvat ten in het woord dat het Gode behaagd heeft door de dwaasheid der prediking zalig te maken die gelooven. De heer N ij h o f va'n Breda vroeg of de Schrift de dingen niet veel duidelijker leert dan Barth zulks t.a.v. God den Schepper etc. De heer v. Klinken van Leeuwarden acht, wat Barth wil, een radicale ontken ning van wat onder ons geleerd wordt. Het Barthianisme acht spr. een crisisverschijn sel. De heer v. W ij n g a a r d e n van Ara sterdam acht de critiek van ref. op de dia lectische theologie van Barth in het refe raat, in de stellingen weer wat teruggeno men. Ref. zegt bijna niets over Barths Schriftbeschouwing. Barth kan onze leids man niet zijn. De heer Pil on van Apeldoorn wilde ref. danken voor zijn betoog waarmede spr. zich grootendeels vereenigen kan. Replieken Prof. Aalders Hierna diende prof. Aalders van re pliek. Spr. constateert dat de discussie zui ver theologisch was en het vraagstuk niet paedagogisch is belicht De heer Roorda neemt een bepaalde extreme houding aan t.o. Barth, die hem onbillijk maakt Natuur lijk is Barth niet nieuw evenmin .als Lu ther en Calvijn. Al wat actueel is is nieuw. Men moet het verband tusschen Barth en Kohnstamm niet leggen, want de laatste heeft Barth met nadruk bestreden. Spreker gaat met den heer v. Wijngaarden mee neemt het woord vergeten terug in zijn stellingen wijl hier een schuldig vergeten is. Dat Barth de werkzaamheid van God in den mensch miskent is een diep ernstig bezwaar van spr. De heeren die zoo sterk tegen Barth gekeerd zijn, moeten Luther eens in zijn oorspronkelijke werken door kruipen, dan komen ze uitdrukkingen tegen waarvan ze zullen rillen! (Applaus). Hierna kwam aan de orde het referaat van den heer A. v. d. Baan van Leiden Künkels opvoedingsbeginselen en hun beteekenis voor de christelijke opvoeding in huis en school. De discussie werd geopend door den heer K. Brants van Haarlem. Spr. wil opwek ken tot belangstelling voor de figuur en het werk van Künkel. De heer L. v. Klinken van Leeuwar den, vond dat ref. onderscheid had moeien maken tusschen Künkel als psycholoog en Künkel als heilpaedagoog. Tegen het laat ste heeft spr. bezwaar. Met Künkel en al künkelende buiten de H. Schrift zal men Bedrogen uitkomen. De heer J. Gilhuis van Utrecht vindt K. 'n fijnen kerel maar zegt altijd tegen de leerlingen als hij hen een werk van IC. geeft, dat deze eigen Heiland wil zijn. Heeft K. zich aangesloten bij de Oxford- Beweging? De heer G. M e i n e m a van Groningen vroeg of bij K de zaak in den grond in orde is. Repliek A. v. d. Baan Hierna diende de Heer v. d. Baan van repliek. Ook spr. bereikte het gerucht dat K. zich bij de Buchmanbeweging heeft aan gesloten. Zekerheid heeft spr. echter niet IC. heeft ons de problemen waar het om gaat laten zien en ons wakker geschud. Spr wil IC. aanvaarden als een heilzaam, cor rectief en onderschrijft de bezwaren tegen K. als heilpaedagoog. DERDE DAG Utrecht, 31 October. De laatste dag van het Schoolcongres, Hervormingsdag, was alleen bezet met al- gemeene vergaderingen, een des morgens te 10, een des middags te 2 uur. Naast twee referaten van wetenschappelijken aard over de filosofie en over de theoretische paedagogiek was er een gewijd aan een speciaal onderdeel van het onderwijs: het psychotechnisch onderzoek. De eerste spreker van de morgenzitting was Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven, van Amsterdam, die sprak over „Christe lijke filosofie en onderwijspraktijk". Referaat ProL Vollenhoven De voornaamste vragen, die de praktijk van het onderwijs aaö de wijsbegeerte stelt, raken, aldus de hooftleeraar, de opvatting van: a. leeraar en leerlingen; 1 b. wat laatstgenoemden dient onderwezen; c. de onderwijstaak. Het verschil tusschen Schriftuurlijk en niet-Schriftuurlijk denken is zóó fundamen teel, dat het Christelijk onderwijs niet zal mogen rusten voordat de consequenties van dit verschil ook voor de voornaamste vra gen in zake het onderwijs in de wiskundc- I vakken is .uitgewerkt, Prof. Dr D. H. Th. Vollenhoven Referaat Drs. J. H. Ruysch v. Dugteren Als tweede spreker was aan het woord Drs. J. H. Ruysch v. Dugteren, van Amsterdam, met het onderwerp »Het nut van psychologisch onderzoek voor het on derwijs op de Chr. scholen". Van sprekers stellingen drukken wij er enkele af: Door het instellen van psychotechnisch onderzoek op de christelijke school voor ge woon lager onderwijs, bevordert men het vroegtijdig herkennen van mogelijke afwij kingen bij de kinderen en komt men ge makkelijker tot een juiste diagnose daar i. Het onderwijzend personeel wordt hier door beter in staat gesteld voor zoover dit in klasseverband mogelijk is de voor elk kind noodzakelijke maatregelen te tref fen. Op deze wijze benadert men zoo dicht mogelijk het ideaal van individueelo behan deling i n de klasse. Het buitengewoon lager onderwijs kan het psychotechnisch onderzoek niet missen, daar met behulp van dit onderzoek voor elk kind afzonderlijk kan worden bepaald, waór het onderwijs met de grootste kans succes een aangrijpingspunt kan vinden Het psychotechnisch onderzoek op de school moet in 't algemeen worden gezien ;en van de onmisbare hulpmiddelen om te komen tot een zoo nauwkeurig mogelijke analyse van alle moeilijkheden, welke zich kunnen voordoen bij de leerlingen van een der in het onderwerp genoemde vormen van ondenvijs. MIDDAGZITTING Te 2 uur werd de laatste zitting van het Congres geopend. Slechts één referent was daar nog aan het woord, n.l. Prof. Dr. J. Waterink, van Amsterdam, die over het normatief karakter van de theoretische paedagogiek sprak. Sprekers betoog was aldus samen te vatten: Tot voor nog betrekkelijk korten tijd werd het normatief karakter van de theoretische paedagogiek vrij algemeen erkend. Gansch anders is dit geworden door een tweetal invloeden. In de eerste plaats door De heer A. J. Schreuder van Ooster- beek, weee op de bezwaren, die aan de in het verleden vaak gevolgde practijk kleven. De grens voor onderwijs aan zwakzinnigen 'e scholen voor buitengewoon onderwijs moet zeer nauw getrokken. Miett B.O. moet een van de vormen van L.O. zijn, net als bet Mulo bijv. De heer P. G. Schreuder van Arnhem, oordeelde, dat de kwestie van goede samen werking tusschen B.O. en L.O. het hart raakt der zaak. Goloof en liefde moeten 'hier den toon aangeven. Hier is een ge meenschappelijke schuld. Referaat Dr v. d. Spek Na de discussie beantwoordde Dr v. d. S p e k de gemaakte opmerkingen. Spr. zette uiteen, hoe de kinderen in de internaten van „Zoekt het verlorene" te Rotterdam komen. Spr. gaf een nadere uiteenzetting van verschillende opvattingen inzake erfe lijkheid, milieu enz., waarbij hij tevens stil- Prof. Dr J. Wateririk het optreden van de „dialectische theolo gie", over welke evenwel in verband met het referaat van prof. dr. W. J. Aalders niet breeder wordt gehandeld. In de tweede plaats had het optreden van het nationaal-socialisme en zijn pae dagogiek een groote beteekenis. Beschreven wordt, op welke wijze door de nationaal-socialisten betoogd wordt, dat de paedagogiek geen normatief karakter heeft. Het standpunt van het nationaal-socialis me werd allereerst aan immanente critiek onderworpen. Betoogd werd vervolgens, op welke wijze wij de paedagogiek hebben te zien als een normatieve wetenschap en hoe wij de nor men voor de paedagogiek verkrijgen en verwerken. De voornaamste normen, naar welke de paedagogiek zich heeft te richten, werden genoemd en met eenige voorbeelden werd getoond, hoe de paedagogiek haar norma tief karakter ten opzichte van de algemeene normen bewijst en hoe zij haar taak ten deze vervult SECTIE m De sect/ie, gewijd aan het Buitengewoon Lager Onderwijs, werd gepresideerd door dien heer J. Hobma van Utrecht. Referen ten waren die heer G. J. v. d. Ploeg van Rotterdam, over: „De noodzakelijkheid, mogelijkheid en metbode inzake het op- riohten vam nieuwe Christelijke scholen voor buitengewoon L. O." en Dr Joh. v. d. Spek, van Poortugaal, die sprak over: „Verzorging van en onderwijs aan psycho- pathen". Referaat v. d. Ploeg De heer v. d. Ploeg gaf een korte toe lichting op zijn referaat, waarna zich zes sprekers voor het debat opgaven. De heer C. de Neef, van Den Haag, merkt op, dat die school voor buitengewoon onderwijs is een zege» voor de kinderen die er op gaan. Maar daarna begint voor hen de ellende, omdat «nbachts- en nijver heidsscholen hen niet JOelaten. Daarin moet verandering komen. De heer P. v. A a 11 n van Arnhem vond dit onderwerp op het congrasagendum een appèl op de on derwij 2*>re. Hebben de men schen van het buitengewoon onderwijs wel voldoende belangstelling voor het lager onderwijs? Drs J. H. Ruysch van Dugteren var» Amsterdam, vroeg, wat de leerkrach ten staat te dloen als de ouders hum kin deren niet naar een school voor b. o. willen zenden? Moeten zij dan individueel onder wijs ontvangen?, Dr Joh. v. d. Spek stand bij de karaktersignatuur van de pu berteitsjaren. Spr. gelooft, dat de genees baarheid van de psychopathie in de komen de jaren verruimd zal worden. Er zijn vele sombere vwrsohijnselen en daar is ook het element van de behoeften- bevrediging, dat zooveel hooger is opge voerd dian voorheen. We moeten, aldus spr., dankbaar zijn, dat in '36 de A. H. Franckesohool te Rotterdam is gerangschikt geworden onder de scholen voor B. O. (Applaus). Slotrede Dr E. Dijk Hierna verleende de voorzittrT het woord aan Dr K. D Ij k, Geref. predikant te Den Haag-West en voorzitter van de Unie „Een school met den Bijbel" om de slotrede te houden. Spr. ving aan met te herinneren op dezen laatsten Octoberdag aan de ge- Dr K. Dijk loofsdaad van Luther op 31 October 1517, welke de inzet was van den strijd om de ware vrijheid, diie ook geleid heeft tot de vrije school met den Bijbeü. Maar deze Re formatie vindt haar aanvang in de refor matorische daad Gods in Luthers ziel, en Luther lx>u nooit tot den strijd voor sola fide, het door het geloof alleen geko men zijn, indien deze worsteling niet w voortgekomen uit zijn eigen bekeerkig geloofsovergave aan Jezus Christus. Welnu, diezelfde heilige orde geldt nog voor alle reformatie en voor eiken geeste lijken strijd; ook voor die worsteling voor de School met den Bijbel, die haar geboorte- stonde moet vinden in de werking des Geest es in onze harten. Spr. wijst er op, dat wij gevaar loopen dit element teveel te vergeten. De verwer kelijking van alles wat op het Congres bodlen werd, is alleen mogelijk door ooze persoonlijke geestelijke activiteit heen, zoo als ook in den Schoolstrijd deze persoon lijke geestelijke kracht het geheim der ge- loofsworsteling was. Daartoe, zoo ontwikkelt spr. verder, is noodig, in de eerste plaats krachtig levend geloof, voorts sterk besef van onze roepmg en daarmede in nauw verband liefdevolle gehoorzaamheid, cn in de derde plaats het gebed, het dicht leven met onze taak bij God en in de gemeenschap van Jezus Christus. Tot het nadruk leggen op deze drie eischen dringt velerlei gevaar op. Spr. wijst op de levensverzakelijking van deze tijden die het geestelijk élan zooveel schade toebrengt. Wij hebben noodig manmien en vrouwen, die de taak van opvoeding en onderwijs verrichten in levend geloof en in het diepe besef van hun Goddelijke roeping. Zoo niet, dan boet de schoolstrijd zijn schoonheid in, zoo ja, dan is er hoop voor de toekomst Indien we ons van dize vragien meer en dieper bewust worden en deze bezirundng mede vrucht is van dit congres, zi,n wij niet te vergeefs tij elkaar geweest, en heb ben wij vrijmoedigheid om ook voor den sohoolstrijd, op deze 31ste October te be lijden: Ons ktorl een sterke Héld ter zij, Dien God ons heeft verkoren. Vraagt gij Zijn naam, zoo weet, Dat Hij de Christus heeit, Gods eengo* mn Zoon, Verwinnaar van den troon, De zege is Hem beschoren. (Applaus) Hierna sprak Ds Barbas miog een kort slotwoord en sloot het Congres met de bn: Ilkelijke plichtplegingen. Uit het sociale lea MARSCHVAARDIG Dë November-actie van het C.N.V. Nog enkele dagen scheiden ons vani November-maand, waarin de Christelj Vakbeweging evenals vorige jaren, een| zondere propaganda-actie voert. Ter voorbereiding van deze actie wen' in September en October op een negei, plaatsen vergaderingen met de bestuurt' der afdeelingen en besturenbonden gel den. Deze bijeenkomsten zijn voortreffy geslaagd zoowel vanwege het groote aas deelnemers als de geest van saamhoiÈ heid die er heerschte. 1 Het C.N.V. met zijn twee en twintig bonden en bijna honderd-tienduizend Ie? maakt zich gereed tot de November-al met het tweeledig doel: de leden zelL sterken in de strijd en de nog niet aam slotenen aan te sporen mee op to trek! De actie wordt op ruim twee hondt laatsen, waar besturenbonden zijn, ing| met het houden van een groote propagarf vergadering, waar twee bestuurders vair Christelijke Vakbeweging het woord zuf voeren. Meestal spreekt dan ook een plaatselijke predikanten, terwijl mui zang of declamatie de bijeenkomst zal| wisselen. Het thema waaronder de actie wordt! gezet luidt: „De nood van deze tijd" en I eisch van ons beginsel". De Christelj Vakbeweging en haar leden staan midj in de nood, die van geestelijke oorsprong en zich op velerlei wijze openbaart ool| het natuurlijke leven. Zij ondergaan nood door langdurige werkloosheid en I laging van loonen en salarissen. In sj mige landen grijpt de vakbeweging n verkfeerde middelen om die nood te lenij De Christelijke Vakbeweging wil, in gehi zaamheid aan Gods ordinantiën, in rechte weg gaan. De leden van de Christelijke Vakbd ging roemen niet in dictators, maar zij i ten zich sterk met den Psalmdichter zong: „Gij zijt de heerlijkheid onzer sterl want ons schild is van den Heere". Het beginsel der Christelijke Vakbewej is God lief te hebben boven alles en naaste als ons zelf. Dat is de groote levi wet voor alles, ook voor het terrein 1 het sociale leven. Met dit beginsel gaat Christelijke Vakbeweging de maatscha; ln om die te hervormen. Zij stoot daa op andere richtingen, die werken uit ander levensbeginsel, terwijl stroomin in het Nederlandsche volksleven er r streven om de arbeidersbeweging onde schikt te maken aan de totaal-staat, w door de vakbeweging wordt vernietigd. De November-actie is er op gericht on eisch van ons beginsel uit te dragen allen die hetzelfde ideaal najagen te bi gen zich bij het C.N.V. aan te sluiten, gaat om de werving van duizende en t duizende Christen-arbeiders, bedienden ambtenaren, die door niet of verkeerd organiseerd zijn de doorwerking van Christelijk beginsel tegenstaan en d mede de macht der tegenstanders grooten. De Christelijke Vakbeweging heeft ii crisisj'aren, die achter ons liggen kracht tegengestaan alle streven om arbeiders weer omlaag te drukken naa positie van vijftig jaar terug. En zij i de voor een betere verhouding tussi patroons en arbeiders, door het afsli van collectieve contracten; zij bevord de vrede door overleg inzake de arb voorwaarden; zij drong bij de Over aan op betere arbeidsbescherming, st regeling, vakopleiding. Daarnaast riep zij zelf allerlei inste gen in het leven ter verhooging van geestelijke en lichamelijke weerkracht rer leden, o.m. tot bestrijding van d< berculose, moreele gevaren van werk heid, een vacantie-oord werd gest fondsen tot sterking in de sociale s werden in het leven geroepen. De Christelijke Vakbeweging is ma vaardig. En de roep gaat uit tot lede niet-leden: komt in groote getallen de propaganda-vergaderingen. Schaal om de vaan van het C.N.V. tot behoud de Christelijke grondslagen van ons d schappelijk leven. In de worsteling or toepassing van het liefdegebod Gods geen Christen afzijdig blijven. Maak U gereed voor de Novomber- van het C.N.V. Ledentallen Vakcentralen Hierover schrijft De Gids het volge De ledentallen der vakcentralen ovei eerste halfjaar 1936 geven het volg beeld omtrent het ledenverloop: Vak- Voor- of ac centrale 1 Jan. 1 April 1 Juli uit N..V.V. 287.418 286.506 284.630 R.KAV. 175.908 174.027 171.769 C.N.V. *109.342 109.948 109.362 N.V.C. 44.153 44.204 44.493 Gezien deze cijfers mag geconsta worden, dat de teruggang der ledent groote afmetingen aanneemt. Ons vakverbond maakt in dat over nog geen slecht figuur. Moge de November-actie ons nog stuk vooruitbrengen. Daarvoor aan het werk. RECHTZAKEN De tarwefraudes in Gelderl De vrijspraak bevestigd Het Gerechtshof te Arnhem heeft hooger beroep bevestigd een vonnis va -Rechtbank aldaar waarbij de 52-j: graanhandelaar aldaar A. F. J., wiei zijn kwaliteit van keurmeester, taxateu afslaghouder bij de gewestelijke tarwe-i nisatie voor Gelderland, Utrecht en Ovi sel, oplichting gepleegd in de jaren 1933, 1934 en 1935 was ten laste gelegd, al het hem ten laste gelegde was vrijge ken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10