Verantwoordelijk gemeentebeheer
De Wieringermeerpolder
voorzijde, de zijde waar de boerderij gedacht werd, door een
weg en aan de achterzijde door een tochtsloot. Deze tocht-
slooten zijn zoo breed en diep gemaakt, dat ze bevaren kun
nen worden met kleine schepen om de producten af en de be-
noodigdheden als kunstmest aan te voeren.
Nu is dit laatste in de tegenwoordige tijd niet van zooveel
beteekenis meer, als toen de commissie-Lovink het rapport
uitbracht. De autotractie heeft thans zoo'n vlucht genomen,
dat de tochtslooten maar weinig meer gebruikt zullen worden
en de eisch dat ze bevaarbaar zouden zijn voor kleinere sche
pen had men misschien wel weg kunnen laten. Doch wie wist
in 1924 dat het vrachtverkeer zich zoo sterk zou wijzigen?
Een door de commissie-Vissering voorgesteld verkavelings
systeem, was nog meer gericht op het maken van breede en
diepe tochtslooten. Dit systeem, de Mansholtsche verkaveling
genoemd, heeft men in een gedeelte van de polder toegepast
(op de kaart is dit gedeelte duidelijk te herkennen in het
Zuid-Westen, waar de breedte der kavels grooter is en de
diepte van de meeste ook niet weinig verschilt van die der
gewone). Met dit Mansholtsche systeem krijgt men meer
het idee van in de Groninger Veenkoloniën te zijn met de
breede en diepe wijken, die overal schepen van 80 a 100 ton
toelaten, dus ook in kavelslooten, terwijl bij het verkavelings
plan van de commissie-Lovink de kavelslooten als drooge
slooten gedacht zijn die alleen water zouden bevatten als er
water uit de drains en de greppels in stroomt of ook wanneer
het polderpeil eens mocht stijgen, door welke oorzaak dan
ook.
Behalve bij een enkel gedeelte, waarin de Mansholtsche
verkaveling is toegepast, treft men ook nog enkele andere
verkavehngswijzen aan. Verschillende landbouwkundigen
waren nl. van oordeel, dat zonder te kort te doen aan de
hooge eischen, die de moderne landbouw aan de afwatering
van de bodem stelt, men gerust een grootere kavelbreedte
dan 250 M. kon nemen. Bij wijze van proef zijn toen in som
mige gedeelten van de polder de kavels breeder genomen en
zijn er perceelen. waar ze zelfs 500 M.zijn.
Ook wat de diepte van de kavels aangaat heeft men afwij
kende meeningen aangetroffen onder de landbouwkundigen.
Zooals v/e reeds mededeelden zijn deze kaveldiepten in de
polder over het algemeen 800 M. genomen, als het meest
doelmatig voor een landbouwbedrijf. Anderen echter oor
deelden, dat het voor een bedrijf te groote afstanden gaf,
als een perceel 800 M. lang zou zijn. En weer anderen acht
ten het voor een modern landbouwbedrijf heel geen bezwaar
als de afstanden nog grooter waren.
Met het oog op de kosten aan het verkavelen verbonden
ïs het natuurlijk van beteekenis om de maten zoo groot mo
gelijk te nemen. Hoe dieper de kavels zijn, met des te minder
tochten en landwegen kan men toe in een polder en zooveel
te meer cultuurland houdt men over. Dubbel voordeel dus.
Daar er bij het; Zuiderzeeplan nog meer droog te maken
DINSDAG 27 OCTOBER 1936
TWEEDE BEAD PAG. 5
)nverantwoordelijke
'akbondleiders
le Haagsche huurbetalingstaking
Wat hier volgt is niet veel meer dan een
ironiek; maar het is een leerzaam stukje
eschiedenis, de aandacht en het vastleggen
de toekomst ten volle waard.
De Haagsche sociaal-democratische vak
mogen wel zeer blij zijn met
depreciatie van de gulden, want daar-
is een hevig conflict tusschen hen en
gemeentebestuur, reeds gedeeltelijk op
in zijn verdere consekwenties geheel
waarbij zich nog het opmerkelijke
voordeed, dat voor het gemeentebe-
in de eerste plaats optraden de soc.-
wethouder Vrijenhoek en de eveneens
de S.D.A.P. aangesloten directeur van
en Volkshuisvesting",
conflict, was het gevolg van de hal-
van de huurtoeslag voor werkloo-
en het kreeg bijzonder accent door het
dat het Haagsche gemeentebestuur voor
woningen in eigen beheer (al geschiedt
door de stichting Centraal Woningbe
en voor die der woningbouwvereeni-
reeds één en andermaal h uurveria-
had aangebracht, sedert 1931 tot een
percentage van 14.65 pet.; terwijl de
huurverlaging juist begin Augustus
ingegaan en gemiddeld 40 ct per wo-
bedroeg.
grond van één en ander hebben wij
ook geschreven, dat een uniforme
van de huurtoeslag onjuist was,
dat in Den Haag voldoende goed-
woningen beschikbaar waren. Men
de werkloozen niet -naar krotten. In
rede, welke wethouder Vrijenhoek de
week voor-de Federatie van Woning-
hield, deelde deze mede,
1931 van de '10241 gemeente- en ver-
29.68 pet een huur deed
hoogstens f4.50 en dat dit percentage
gestegen is tot 51. De groep met een
tot f5.50 is gestegen van 42.74 pet tot
pet. En naar verdere huurverlaging werd
wordt gestreefd.
Ondanks deze gunstige omstandigheden
de (roode) Haagsche Bestuurders-
ïd onder aanvoering van een ditoraads-
het parool op van het roode vakverbond
adviseerde men aan de huurders van ge
en vereenigingswoningen om on
na de halveering van de huur-
huur met een gelijk bedrag te
en dat verminderde bedrag
betaling aan te bieden. Mocht gewei-
worden dit verlaagde bedrag te aan-
dan moest men het maar storten
pij de H.B.B., die de zaak'dan nader rege
len zou.
Over dit eigenmachtig optreden schreef
ir Bakker Schut, genoemde directeur
van dei woningdienst in Den Haag in het
„Week'blad voor Gemeentebelan-
gen" op 2 October 1.1. een scherp en pre-
ciejs, artikel, dat de kwestie; in hetjuiste
daglicht stélde; Hij wéés ar op, dat onge
veer 600 van de ruim 15.000 huurders
lo incasseerders van woningvereenigingen
een briefje volgens vast model sommigen
hadden de moeite genomen het over te
schrijven ter hand stelden met de mede-'
leeling, dat men slechts een verminderde
ïuur wilde betalen.
De heer Bakker geeft daarvan 'deze scher
pe veroordeeling:
Van de omstandigheid, dat gemeenten
en vereenigingen exploiteeren zonder
winstbejag, dat deze de huren reeds aan
zienlijk hadden verlaagd en dat de vast
stelling der huren, waarbij Raad, Provin
ciaal Bestuur en Regeering te pas komen
met alle mogelijke waarborgen is om
geven, werd geen nota genomen.
Tegelijk met dit „verzoek om huurver
laging" weigerden de betrokkenen de
contractueele huur te betalen en er werd
aangeboden een zoodanig bedrag, dat
daarin de verlaging van den huurbijslag
verdisconteerd was. Tegelijk mét de in
diening beschouwde men dus het ver
zoek als ingewilligd!
Natuurlijk was dit niet toelaatbaar.
Centraal Woningbeheer en de woning
bouwverenigingen weigerden de eigen
machtig verlaagde huur in ontvangst te
nemen. Ware dit niet geschied, dan zou
het ongetwijfeld zijn opgevat als een
stilzwijgend berusten inde door de huur
ders gepleegde massale contractbreuk.
Want daarop komt de zaak toch feite
lijk neer. Zonder opzegging der huur en
zonder het voornemen te hebben elders
te gaan wonen, weigert men de overeen
gekomen huur te betalen. Men redeneert
eenvoudig: Tengevolge van een regee-
ringsmaatregel zijn onze inkomsten ver
minderd, dus betalen wij ook minder
huur. Consekwent op deze weg voort
gaand^ zou dus ieder, die zijn inkomsten
verlaagd ziet, het verschil automatisch
aan zijn huisbaas, in mindering kunnen
brengen op de huur.
Het is duidelijk, dat een dergelijke
handelwijze in een geordende maatschap
pij volkomen onaanvaardbaar is en regel
recht naar de chaos moet leiden. Het is
dan ook begrijpelijk, dat B. en W. Van
Den Haag op een desbetreffende vraag
van een raadslid in zeer positieve ter
men stelling moesten nemen.
Het zou dus hard om hard gaan.
Op instigatie van het gemeentebestuur
kregen de stakende huurders een briefje,
waarin met krasse maatregelen werd ge
dreigd. Een enkel bestuur schreef er bij:
naar huurverlaging blijven wij streven,
maar dit middel is uit den booze en zou
elke geoorloofde actie onmogelijk maken.
Precies zoo dacht de directeur van S. en
V. er over, die er voorts op wees:
Het onbegrijpelijke in deze historie is,
dat de leiders van deze actie, die niet
uitsluitend in de extremisti
sche hoek schuilen, dit op zichzelf
reeds aUerbedenkelijkst middel geoor
loofd hebben geacht tegenover het ge
meentebestuur van Den Haag, dat
slechts enkele.weken tevoren een huur
verlaging voor de overheidswoningen
had doorgevoerd! -
Spoedig draaiden de onvoorzichtige advi
seurs bij.
Maarzooals het in de rege] in der
gelijke gevallen gaat, hebben de extre
mistische elementen zich van cle zaak
meester gemaakt.
De gelegenheid voor het uitlokken van
een reuze-rel was onder de gegeven om
standigheden Ie gunstig. En de geesten,
die gematigde]- elementen in een onbe
waakt oogenblik hebben opgeroepen,
raakt men niet zoo licht weer kwijt.
Zoodra men de voet heeft gezet op het
pad der illegale actie, leidt de ceno pas
logisch 'naar de volgende en het terug-
keei-en op dit smalle pad wordt mis
schien niet voor hen, die het wachtwoord
uitgaven, maar wel voor hen, die volg
den, steeds moeilijker.
In de strooibiljetten, die met kwistige
hand tijdens de „staking" werden uitge
deeld, komt het ware karakter der be
weging duidelijk naar voren:. „Strijd! Dit
is het -wat u redden kan. Directe strijd!
Directe, actie! Buitenparlementaire strijd
Thans als buurtgenooten u gegroe
peerd! Helpt en steunt elkander in de
doorvoering van de daad!" En in een an
dere oproeping (eveneens van een naam
loos comité) beet het: „Gezamenlijk ver
zet is dringend noodig. De huisjesmel
kers minder huur. Buurtcomité's moeten
worden gevormd". Deze uitnoodigingen
tot vorming van buurt-sowjets werden
ook en vooral in de gemeentewoningen
verspreid. De huisjesmelkstcr was in
casu dus de gemeente.
Het zou lachwekkend zijn, indien het
niet tragisch ware. Tragisch voor de be
woners, die de dupe worden van de his
torie, aangezien de gemeente en de ver
eenigingen over de middelen beschikken
om op elk oogenblik een einde te maken
aan dit onverantwoordelijk gedoe en per
saldo wél gedwongen worden daarvan
gebruik te maken.
Dat dit waardige, maar scherpe artikel
van een „partijgenoot" in roode kringen
eenige deining veroorzaakte, is duidelijk en
het raadslid, wien het in het bijzonder
gold, liet het er niet bij zitten. De heer
Van Langen schreef een ingezonden stuk
aan de redactie van Gemeentebelan
gen, dat in het nummer van 23 Oct. op
genomen werd (waarom het zoo lang duur
de, is niet duidelijk).
Allereerst maakte de solirijver de vrij
ónnoozele opmerking, dat het geen „huur-
staking" was: men verminderde
slechts cle huur. Voorts wees hij er op, dat
het optreden der gemeente „natuurlijk" ju
ridisch onaanvechtbaar was, maarde
huurder was onmachtig de volle huur te
betalen en dusEchter, de heer Bakker
Schut behoeft zich niet bang te maken: de
roode vakbeweging zal steeds „de opgeroe
pen geesten kunnen bedwingen", „de arbei
ders luisteren niet, -naar beunhazen".
In een kort onderschrift constateert de
Gisteren werd de hij de Kon. Mij. „De Schelde" te Vlissingeri gebouwde onder
zeeër „O. 16". in dienst gesteldDe bemanning op het dek van de
winst onzer Marine*
Gistermorgen werd bij de Rotterdamsche Droogdok Mij. te Rotterdam de achtersteven van de ïn aanbouw zijnde nieuwe
„Nieuw Amsterdam" aan het reeds gereed gekomen gedeelte van 't schip bevestigd. Een geweldige kraan manoeuvreert
met het gevaarte in de richting van 't in aanbouw zijnde schip (rechts).
heer Bakker Schut, dat „de eenigevraag,
waarover het in casu ging, of een poging
om vermindering van steun te compensee-
ren door eenzijdige, eigenmachtige verla
ging van het huurbedrag, kan worden ge
duld", niet door den heer. Van Langen af
doende is beantwoord. Wel; aldus de direc
teur van S. en V., is komen vast te staan,
dat inderdaad het initiatief tot deze il'e-
gale actie is uitgegaan van de leiding der
moderne vakbeweging- Naar de heer Van
Langen verzekert is het advies om de
betaling van de overeengekomen huur
voor een. gedeelte te weigeren zelfs „wel
bewust" gegeven, hetgeen de zaak niet
beter maakt.
Toen door den Minister aan de circu
laire een uitlegging was gegeven, waar
mede de heer v. Langen zich kon vereeni
gen, heeft deze aan de/werkloozen, die
overheidswoningen bewonen, cle „bood
schap gegeven", dat er voor lien geen aan
leiding bestond om verder de betaling der
volle huur te weigeren. M.a,w. indien
deze beslissing van den Minister anders
ware uitgevallen, zou de heer Van Lan
gen deze boodschap niet gegeven hebben
en zou de huur-weigering hebben voort
geduurd.
Wij leven tot dusverre gelukkig
in een democratisch geregeerde staat. In
dien wij er prijs op stellen, dat daaraan
niet een pntijdig einde.komt, zullen wij
hebben zorg te dragen, dat wij niet door
illegale actie het pad daartoe effenen
voor extremisten van links of rechts. En
dat de massale huurwcigering daarto«
moet worden gerekend erkent feitelijk
ook de heer Van Langen, dje mijn stand
punt zelfs onaanvechtbaar noemt, doch
alleen verzachtende omstandigheden
pleit. Er is, naar het mij voorkomt,- wei
nig principieel verschil tusschen bezet
ting der fabrieken in .Frankrijk en het
geen hier is geschied onder leiding van
den heer Van Langen. Het welbewuste
advies van den heer Van Langen was
dan ook, allen omhaal van woorden ten
spijt, een vergissing.
Het is voor onzo tijd van beteekenis, dat
een hoofdambtenaar van een gemeente
ongeacht welke politieke groep hij treft
Vetwonmpjes
huidonzuiverheden, pukkels en puistjes
PUROL doet ze verdwijnen
zoo onomwonden zijn meening geeft en is
het ook van belang dat de wethouder van
deze tak van dienst zich daarbij onvoor
waardelijk aansluit. In de bewuste vergade
ring, waarovr we reeds spraken, wond ook
de heer Vrijenhoek er geen doekjes om: hij
wraakte het botweg inhouden op de huur;
hij wee® nadrukkelijk het N.V.V. als dc-
schuldige aan; hij oordeelde, dat men op
lichtvaardige wijze met de belangen der
huurders had gespeeld en concludeerde te
recht:
„Er zijn gelukkig ook betere klanken
vernomen. De waarschuwing van den Nat.
Woningraad tegen eigenmachtige huur
verlaging was volkomen juist
De minister heeft ten slótte de huurver
laging van Augustus als compensatie aan
vaard in verband met de vermindering
van de huurbijslag.
Toen was het uit met de actie.
Dit succes is verkregen ondanks de ac
ties der vakbewegiug".
Officieeïe Berichten
DEP. VAN FINANCIëN
Aan H. J. Boer Is eervol ontslag verleend
als commies bU het Dep. van Justitie. HU is
benoemd tot inspecteur bfl de Generale The
saurie van het "Dep. van Financiën.
ONDERSCHEIDINGEN
Verleen^ is de eeremedallle der Orde van
Oranje-Nassau, in goud, aan J. G. Oremus te
Arnhem. Benoemd Is tot ridder in de Orde van
Oranje-Nassau J. van den Heuvel te Berghem.
RIDDERORDEN
Fa. VAN WIE LIK
9 NOORDEINDE DEN HAAG
Telefoon 112246
ROFFELRIJMEN
GOED GEVONDEN
In Duitschland neemt men thans
de snelheidemaniakken,
De schenders van de wet
op het verkeerte pakken
Op zoo een inslaande,
uitstekende manier
Dat ik verzuchten durf:
och, ware het zóó hier
Hij die lichtzinnig rijdt
en overtreedt de wetten
Ziet in zijn motorkar
een apparaatje zetten
Waardoor zijn snelheids drift
zoodanig wordt beknot
Dat hij voor ieders oog
eenvoudig rijdt voor spot:
Men stelt de wagen van
den kilometervreter,
Ten hoogste op een tax
van veertig kilometer,
En elke week ivordt hij
secuur gecontroleerd.
Waarvoor men elke week
drie marken declareert.
Hij kan, hoe graag hij wil,
beslist niet harder-rjjden
Dan de politic wéhscht,
Mj moet op vaste tijden
Zich melden aan 't bureau,
is telkens boete kwijt,
En 't kost hem weken van
zijn kostelijke tijd I -
Is dat geen straf conform
de veelgepleegde zonde
Wordt hier het evenwicht
niet prachtig weergevonden?
Is dit geen voorbeeld voor
ons lieve vaderland
Waar 't snelheidsduivlendom
zoo snél is voortgeplant
(Nadruk verbodenj
LEO LENS
x*>:
B. J. Verkavelen heeft dus de oorspronkelijke beteekenis
van het woord verloren. Die oorspronkelijke beteekenis is: bij
loting verdeelen, en wijst op de verdeeling van gemeenschap
pelijk grondbezit in gedeelten, die in totaal gelijk van waarde
waren. Dit is, zooals men licht begrijpen zal, niet indentiek
met gelijke grootte, daar het eene gedeelte van een groot stuk
land van meer waarde is dan een ander gedeelte.
Het verkavelingsplan in de Wieringermeerpolder bedoelde,
|zooals we reeds opmerkten, het verdeelen van de grond, die
idroog gekomen was, in voor de landbouw bruikbare perceelen.
Over deze verkaveling had ook de commissie-Lovink gerap
porteerd. Ze was tot de conclusie gekomen, dat het meest
aanbevelenswaard waren perceelen van 20 H.A. en wel 250
bij 800 M. Deze maten waren genomen in verband met het
draineeren van de grond en met het uitoefenen van het be
drijf. Wat het laatste aangaat achtte men het gewenscht de
kaveldiepte of zoo men wil de lengte niet grooter te houden
800 M. Voor het draineeren van de grond was van uit
het midden berekend een lengte van de drains van meer dan
125 M. niet aan te bevelen. Men moest hierbij natuurlijk reke-
3ning houden met de helling, die aan de huizenrij gegeven
moest worden voor een snelle en doelmatige afwatering, met
de gewenschte grondwaterstand en ook met de te verwachten
inklinking van de versche bodem. Bij deze wijze van verka
veling werden de perceelen dus aan weerszijden begrensd
door de kavelslooten waarop de drains uitkwamen. Aan de
Begreppelen verdiende de voorkeur
tn sloot engraafmachine, die dadelijk de uitgegraven aarde ver
spreidt door. middel van een snel, rondwentelend rad.
polders op het program staan en men daar voordeel kan put
ten uit de ervaringen in de Wieringermeerpolder opgedaan,
besloot men op verschillende plaatsen het met kavels van af
wijkende diepte te beproeven en zoo vindt men er met een
diepte, die varieert van 500 tot 1800 M. Nog voor dat de
geheele polder droog was, begon men reeds op de hooger
gelegen gedeelten met het verkavelingswerk en werden daar
de kavelslooten en de slooten, die langs de geprojecteerde
wegen moesten komen, gegraven. Voor een groot deel is dit
werk met graafmachines gedaan.
Toen de geheele polder droog kwam was men op bepaalde
gedeelten al tamelijk ver met het in perceelen leggen. Aller
eerst moesten toen de reeds vooraf gebaggerde hoofdkanalen
en tochten opgeschoond worden. Zooals we, reeds opmerkten
waren deze voor een deel weer met slik gevuld en waren de
kanten niet onberispelijk van lijn. Alles moest dus nog eens
nagezien en bijgewerkt worden. Voor het weer op diepte
brengen der ten deele dichtgeslibde kanalen werden een
twintigtal baggermachines gebruikt.
Tegelijk begon men ook met het aanleggen van wegen
voor het verkeer. Uit den aard der zaak maakte men eerst
in de randgebieden deze wegen in orde om zoo naar het
midden toe te werken. Om het verkeer in de polder zoo spoe
dig mogelijk langs de wegen te kunnen leiden en dus ge
makkelijk te doen geschieden moesten allereerst de ontwor
pen sluizen gebouwd worden. Het heeft heel wat moeite ge
kost om de materialen, die hiervoor noodig waren ter be
stemder plaatse te krijgen en het werk geregeld te doen
voortgaan. Ook voor het werkvolk was het verre van aange
naam midden in de kale slikvelden te verkeeren en de heele
horizont af niets dan troostelooze eenzaamheid te zien. Maar
met energie, de Hollanders vooral bij zulk werk eigen, is 't
werk uitgevoerd en dat in betrekkelijk korten tijd. Reeds in
het voorjaar van 1931, nauwelijks een half jaar na het
droogvallen van de polder waren de sluiswerken gereed.
stelselmatig op verschillende wijzen ontwaterd. En ter ver
gelijking had men er strooken grond, die niet ontwaterd wer-.
den tusschen laten liggen. Men kwam hierbij tot de conclu
sies, dat ondiepe greppels weliswaar weinig werk vorderen
en dus spoedig gereed kunnen komen maar voor de polder
niet aan te bevelen zijn, omdat ze niet voldoende diep ontwa
teren en dus ook niet genoeg ontzilten. Bovendien moeten ze
op geringe afstand van elkaar aangelegd worden en maken
dus het bewerken van de grond voor de hedendaagsche land-"
bouwmachines lastig en soms onmogelijk. De onderhouds-<
kosten per H.A. zijn grooter, omdat er zooveel meer zijn dan
bij diepe greppels en bovendien vragen de vele uitmondingen
veel meer arbeidsloon en geven de vele greppels meer verlies
van te bebouwen grond. Het later om de andere weer dicht
maken ervan had heel groote bezwaren en zou veel kosten.
Ook tegen het draineeren waren overwegende argumenten.
In de eerste plaats wel de kosten, die minstens tweemaal
zoo hoog zijn als het begreppelen. En daar deze kosten alleen
verantwoord zouden zijn bij bouwgrond terwijl het de bedoe-.
ling was om het grootste deel van de polder in gras te leg-,
gen, waren deze kosten dus een overwegend bezwaar. Een
tweede bezwaar was het feit, dat jonge grond inklinkt en de
drains daardoor minder diep dan goed was, zouden komen
te liggen, terwijl tevens door dit inklinken het gevaar groot
was, dat de drains onklaar zouden geraken. Bovendien heb
ben diepe greppels het voordeel, dat ze veel spoediger gereed
komen. De op deze wijze te bevorderen snelle afvoer van het
oppervlaktewater (het hemelwater) zonder dat het eerst door
de grond moet is bevorderlijk voor de structuur van de grond,
die bij jonge grond spoedig bedorven wordt.
Men besloot daarom over de betrekkelijk groote bezwaren
van het begreppelen heen te stappen en deze op groote schaal
in de polder toe te passen.
We hebben zoo pas wel gesproken over draineerbuizen en
men zou de gedachte kunnen koesteren, dat alleen op deze
wijze de ontwatering van de bodem werd bewerkstelligd. Dit
is evenwel niet het geval. Maar met de mogelijkheid dat er
daar door buizen ontwaterd zou worden moest natuurlijk ge
rekend worden en zoo de breedte der kavels bepaald.
Van 't begin af was een van de hoofdpunten, waarover ge
dacht werd op welke wijze de ontwatering het best kon plaats
vinden, door greppels of door drains. En dan kwam natuurlijk
dadelijk de vraag: hoe diep en op welke afstanden. Dat hierbij
ook de verschillende grondsoorten een rol speelden is dui
delijk.
Nu had over dit vraagstuk de proefpolder Andijk wel het
een en ander geleerd. Daar was een groot deel van de polders
Het graven van kavelslooten met z.g. 'draglines
*)/IX stond in ons blad van 21 .October.